Essentie van de uitspraak: Aanvaarden van het restrisico door het college is niet onredelijk, omdat extra bluswaterputten worden aangelegd. Het berekenen van een gecombineerde calamiteit (tegelijk op de A15 en de Betuweroute een ongeval met gevaarlijke stoffen) is niet zinvol vanwege de zeer geringe kans op het voorkomen daarvan. Noot www. groepsrisico.nl: Uit deze uitspraak wordt duidelijk dat de Raad van State in deze casus bij een geringe overschrijding van de oriëntatiewaarde betrekt dat de gemeente maatregelen treft en daarmee het overschrijden van de oriëntatiewaarde niet onredelijk vindt. De informatie in dit tekstkader geeft de interpretatie van www.groepsrisico.nl weer. Voor het totaaloverzicht van de juridische overwegingen wordt verwezen naar de bijgevoegde uitspraak van de rechter/Raad van State.
201108514/1/R2. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Big Apple Tiel B.V., gevestigd te Tiel, appellante, en de raad van de gemeente Tiel, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 18 mei 2011 heeft de raad het bestemmingsplan "Tiel Oost - Hotel Tiel" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft Big Apple bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 5 augustus 2011, beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend. De raad en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hotel Tiel B.V. hebben nadere stukken ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 31 januari 2012, waar Big Apple, vertegenwoordigd door mr. M.A.A. Gockel-Gieskes, advocaat te Zevenaar, en de raad, vertegenwoordigd door J. Strijker en G.J.K. Leemreize, beide werkzaam bij de gemeente, en bijgestaan door ir. L.A.W. van Berkel, zijn verschenen. Voorts is ter zitting als partij gehoord Hotel Tiel, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en bijgestaan door mr. J.F. Bil, advocaat te Oosterhout. 2. Overwegingen 2.1. Het plan voorziet in de mogelijkheid om het bestaande hotel Tiel uit te breiden met onder meer hotelkamers, een speelautomatenhal, een discotheek en een schietbaan. Ten aanzien van de ontvankelijkheid
2.2. De raad en Hotel Tiel betwisten de ontvankelijkheid van het beroep van Big Apple, omdat zij ten aanzien van het plan niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. 2.2.1. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij het besluit is betrokken. 2.2.2. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling is degene wiens concurrentiebelang rechtstreeks is betrokken bij een besluit, belanghebbende bij dit besluit. Dit geldt ongeacht de vraag of het concurrentiebelang bij het nemen van dit besluit een rol kan spelen. Big Apple exploiteert een speelautomatenhal in het centrum van Tiel. Hotel Tiel, gelegen aan de A15 op ongeveer twee kilometer afstand van Big Apple, zal na de verbouwing onder meer eveneens een speelautomatenhal gaan exploiteren, zodat beide in hetzelfde marktsegment werkzaam zijn. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting acht de Afdeling het voorts aannemelijk dat Big Apple en Hotel Tiel in hetzelfde verzorgingsgebied werkzaam zullen zijn en zich ten minste gedeeltelijk tot dezelfde klantenkring zullen richten, mede gelet op het geringe aantal speelautomatenhallen in die regio en het feit zij op ongeveer twee kilometer afstand van elkaar zijn gelegen. Gelet op het voorgaande kan er naar het oordeel van de Afdeling van worden uitgegaan dat Big Apple vanwege haar concurrentiebelang als belanghebbende bij het bestreden besluit kan worden aangemerkt. 2.3. Verder betwist de raad de ontvankelijkheid van het beroep van Big Apple voor zover dat betrekking heeft op andere bezwaren dan het door haar aangevoerde concurrentiebelang, omdat alleen het concurrentiebelang een planonderdeel zou betreffen dat door haar in de zienswijze zou zijn genoemd. Het betoog van de raad dat een deel van hetgeen Big Apple overigens in beroep heeft aangevoerd niet-ontvankelijk verklaard moet worden omdat zij die bezwaren niet in haar zienswijze naar voren heeft gebracht, faalt. In haar bedenkingen heeft Big Apple het plan in zijn geheel bestreden en bedoelde bezwaren kunnen als nadere argumenten daarvoor worden beschouwd. Deze bezwaren vinden derhalve hun grondslag in de door Big Apple bij de raad ingediende zienswijze. Het beroep van Big Apple is dan ook ontvankelijk. Ten aanzien van het beroep voor het overige Formeel 2.4. Big Apple betoogt dat haar geen gelegenheid is geboden te reageren op het aanvullend memo 'Bestemmingsplan Tiel-Oost - Hotel Tiel' van 10 februari 2011, een aanvullende verkeersstudie 'Studie verkeerskundige effecten uitbreiding Hotel Tiel', van DHV, van 21 februari 2011, een herberekening van het externe veiligheidsonderzoek 'Herberekening externe veiligheidsrisico's Rijksweg A15', van RMB, van 7 januari 2011, een wijziging op de toelichting en een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Tiel en Hotel Tiel van 31 maart 2011. Verder stelt Big Apple dat de hoorzitting van de raad, ook na een verzoek van haar, niet is uitgesteld. De raad is verder onjuist voorgelicht over haar bezwaren, waardoor niet alle van belang zijnde aspecten bij de besluitvorming zijn betrokken. 2.4.1. Ingevolge artikel 3.8, eerste lid, van de Wro, voor zover thans van belang, is op de voorbereiding van een bestemmingsplan afdeling 3.4 van de Awb van toepassing, met dien verstande dat in voormeld artikel enkele aanvullende voorschriften worden gegeven. Ingevolge artikel 3:11, eerste lid, van de Awb legt het bestuursorgaan het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, ter inzage. 2.4.2. Het ontwerpplan is met ingang van 20 september 2010 voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. Vaststaat dat de door Big Apple genoemde stukken niet ter inzage zijn gelegd.
2.4.3. De Afdeling is van oordeel dat voornoemde stukken niet kunnen worden aangemerkt als op het ontwerpplan betrekking hebbende stukken, die redelijkerwijs nodig zijn voor de beoordeling van het ontwerp, als bedoeld in artikel 3:11, eerste lid, van de Awb. Hiertoe wordt overwogen dat dit stukken betreffen die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan nog niet voorhanden waren. Derhalve is artikel 3:11, eerste lid, van de Awb hierop niet van toepassing. Niet gebleken is dat deze stukken niet bij het vastgestelde plan ter inzage zijn gelegd. Ook anderszins heeft Big Apple niet aannemelijk gemaakt waarom zij in de gelegenheid gesteld had moeten worden op deze stukken te reageren, nu het aanvullingen betreffen op stukken waarvan niet gebleken is dat deze ten tijde van het ontwerpplan niet ter inzage zijn gelegd. Verder is niet gebleken dat Big Apple door het niet honoreren van haar verzoek tot uitstel van de hoorzitting in haar belangen is geschaad. Big Apple heeft de gelegenheid gehad om schriftelijk haar zienswijze in te dienen, van welke gelegenheid zij gebruik heeft gemaakt. Uit het verslag van de hoorzitting blijkt verder dat het verzoek van Big Apple om uitstel niet is gehonoreerd omdat de zienswijze van Big Apple door de commissie voldoende duidelijk werd geacht en zij verder geen vragen aan Big Apple wenste te stellen. Onder deze omstandigheden is de Afdeling van oordeel dat Big Apple niet is benadeeld door het niet uitstellen van de hoorzitting. Het betoog faalt. 2.5. Big Apple voert aan dat de raad onjuist is voorgelicht, nu in het raadsvoorstel wordt gesteld dat de zienswijzen zich vooral richten tegen de toegestane bouwhoogte en de verkeersbelasting. 2.5.1. De raad stelt zich op het standpunt dat in het raadsvoorstel de feiten op correcte wijze zijn weergegeven en dat van een onjuiste voorlichting geen sprake is. 2.5.2. Geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad onjuist voorgelicht zou zijn. Zo is in het raadsvoorstel duidelijk aangegeven dat ter plaatse niet alleen een hotel, maar ook andere voorzieningen zoals een discotheek en dergelijke zijn voorzien. Overigens wordt in het raadsvoorstel verwezen naar de drie zienswijzen die zijn ontvangen, waaronder de zienswijze van Big Apple. Inhoudelijk Economische uitvoerbaarheid 2.6. Big Apple kan zich niet verenigen met het plan en stelt dat onduidelijk is of de plannen daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden, nu niet duidelijk is welk perceel grond door de gemeente aan Hotel Tiel zal worden verkocht. Ook kan Big Apple zich niet verenigen met de overeengekomen grondprijs. Verder betoogt Big Apple dat de economische uitvoerbaarheid van het plan niet is gegarandeerd, omdat de realisering van de ver- en nieuwbouwplannen afhankelijk is van de verschillende financiële dragers van het project. Ook heeft de raad geen exploitatieplan overgelegd. 2.6.1. De raad stelt zich op het standpunt dat er geen reden is te verwachten dat de economische uitvoerbaarheid van het plan onvoldoende is verzekerd. Ten aanzien van de aan- en verkoop van percelen stelt de raad dat de prijs van die percelen geen onderdeel uitmaakt van het bestemmingsplan. 2.6.2. In artikel 2, onder a, van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Tiel en Hotel Tiel van 31 maart 2011 is het te verkopen perceel vermeld als 'een strook grond aan de Blomboogerd, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente Tiel, sectie L, nummer 2090, ter grootte van ca. 4352 m2'. De raad heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat hiermee voldoende duidelijk is welk perceel het betreft. Verder heeft Big Apple niet aannemelijk gemaakt dat de overeengekomen grondprijs niet marktconform is, nu door de raad onweersproken is gesteld dat de overeengekomen prijs is gebaseerd op de beoogde bestemming "parkeerterrein". Ten aanzien van de economische uitvoerbaarheid van het plan oordeelt de Afdeling als volgt. Voornoemde samenwerkingsovereenkomst voorziet in artikel 7 in een exploitatiebijdrage, waaruit blijkt dat Hotel Tiel de aantoonbare kosten voor diverse voorzieningen, zoals die in de Wro zijn opgesomd, zal voldoen. Verder blijkt uit de plantoelichting dat de realisering van de beoogde (ver)bouwplannen en de daarmee samenhangende
kosten binnen de locatie geheel en al voor risico van de initiatiefnemer zijn. Ook blijkt daaruit dat een planschadeovereenkomst zal worden opgesteld. Gelet op het voorgaande heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de economische uitvoerbaarheid van het plan voldoende is verzekerd. Overigens is door Hotel Tiel ter zitting onweersproken verklaard dat de financiering van zowel de nieuwbouw als de verbouw rond is. Het betoog faalt. Parkeren en verkeersafwikkeling 2.7. Big Apple betoogt dat er op de hotellocatie te weinig parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Zij verwijst daarbij naar het Parkeerbeleidsplan van de gemeente Tiel. Bovendien is volgens Big Apple ten onrechte niet vastgelegd dat Hotel Tiel de verplichting op zich heeft genomen om 60 parkeerplaatsen ter beschikking te stellen aan omliggende bedrijven. Voorts voert Big Apple aan dat ten onrechte geen aandacht is besteed aan de verkeersafwikkeling en dat daarbij bovendien uit is gegaan van een te laag aantal bezoekers. 2.7.1. De raad stelt dat voor de beoordeling van het aantal benodigde parkeerplaatsen is uitgegaan van de publicatie van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de grond-, water-, wegenbouw- en verkeerstechniek (hierna: CROW). Afwijking van het Parkeerbeleidsplan van de gemeente Tiel acht de raad in dit geval gerechtvaardigd, nu daarin geen rekening wordt gehouden met dubbelgebruik van parkeerplaatsen en voorzieningen voor het parkeren van bussen, waarvan in de in het plan beoogde situatie sprake zal zijn. De raad stelt verder dat het al dan niet ter beschikking stellen van de 60 parkeerplaatsen voor andere bedrijven is vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst. Voorts stelt de raad zich op het standpunt dat uit onderzoek voldoende duidelijk blijkt welke verkeersstromen verwacht kunnen worden en dat daarmee in het plan rekening is gehouden. 2.7.2. Volgens de plantoelichting zijn voor de voorzieningen in Hotel Tiel 474 parkeerplaatsen nodig. Voor de berekening van dit aantal parkeerplaatsen is gebruik gemaakt van de aanbevelingen van het CROW, zoals opgenomen in publicatie nr. 182 'Parkeerkencijfers - Basis voor parkeernormering'. Op het terrein rondom Hotel Tiel kunnen in totaal 579 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Daarmee kan worden voldaan aan de aanbevelingen van het CROW. Voor zover Big Apple stelt dat daarbij ten onrechte wordt afgeweken van het Parkeerbeleidsplan van de gemeente Tiel, heeft de raad in redelijkheid kunnen stellen dat deze afwijking gerechtvaardigd is nu vanwege de in Hotel Tiel voorziene activiteiten dubbelgebruik van parkeerplaatsen aan de orde is en gebruik zal worden gemaakt van bussen. Gelet hierop heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat voorzien wordt in voldoende parkeerplaatsen bij Hotel Tiel. Verder heeft de raad zich ten aanzien van het ter beschikking stellen van parkeerplaatsen aan andere bedrijven terecht op het standpunt gesteld dat deze verplichting in artikel 2, onder a, van de samenwerkingsovereenkomst voldoende duidelijk is vastgelegd. Door DHV is in opdracht van de raad onderzoek verricht naar de verkeerskundige effecten van de met het plan beoogde uitbreiding van Hotel Tiel. De resultaten daarvan zijn opgenomen in het memo 'Studie verkeerskundige effecten uitbreiding Hotel Tiel' van 21 februari 2011. Daaruit blijkt dat de uitbreiding geen problemen oplevert voor het hoofdwegennet. Big Apple heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit onderzoek zodanige onjuistheden bevat, dan wel leemten in kennis vertoont dat de raad zich hierop niet had mogen baseren. Verder blijkt uit een memo van de gemeente Tiel van 10 februari 2011 dat buiten het hoofdwegennet geen merkbare verkeerskundige effecten worden verwacht, behalve dat de doorstroming ter plaatse van het kruispunt Laan van Westroijen-Westroijensestraat kan stagneren. Uit de memo blijkt verder dat de gemeente Tiel, onder voorbehoud van financiering, maatregelen zal nemen om de doorstroming van het kruispunt te verbeteren. Gelet hierop heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat voldoende aandacht is besteed aan de verkeersafwikkeling als gevolg van het plan. Het betoog faalt.
Calamiteiten en waterhuishouding 2.8. Big Apple voert aan dat met het oog op de veiligheidsrisico's niet met de uitbreiding van Hotel Tiel ingestemd had mogen worden. Zij wijst in dit verband op de in de omgeving gelegen rijksweg A15 en de Betuwelijn. Verder zullen in geval van een calamiteit onvoldoende capaciteit bij hulpverleningsdiensten en een tekort aan bluswater aanwezig zijn. Ook is volgens Big Apple niet duidelijk in hoeverre kan worden voldaan aan de door het waterschap gestelde eisen met betrekking tot verharding van wegen en vegetatiedaken. Dit geldt volgens haar temeer nu in artikel 4 van voornoemde samenwerkingsovereenkomst is vermeld dat van toepassing van vegetatiedaken kan worden afgezien indien sprake is van onevenredig hoge bouwkosten. 2.8.1. De raad verwijst naar de rapporten die naar aanleiding van de externe veiligheid met betrekking tot de aanwezigheid van de rijksweg A15 en de Betuwelijn in de nabijheid van Hotel Tiel zijn opgesteld. Daarin zijn volgens de raad alle risico's van de uitbreiding van het hotel en de bijbehorende voorzieningen in beeld gebracht. De raad stelt dat de te realiseren maatregelen met betrekking tot de waterhuishouding in nauw overleg met het waterschap zijn overeengekomen en dat bij de uitvoering van de bouwplannen zal worden getoetst of aan de eisen van het waterschap zal kunnen worden voldaan. 2.8.2. In verband met de externe veiligheid is door Oranjewoud in opdracht van de raad het rapport 'Extern veiligheidsonderzoek Van der Valk Hotel te Tiel', van 30 januari 2009, opgesteld. Daaruit blijkt dat het groepsrisico als gevolg van de uitbreiding van het hotel toeneemt en dat na realisatie van de uitbreidingsplannen de oriëntatiewaarde ten gevolge daarvan in beperkte mate wordt overschreden. Dit restrisico dient door het bevoegde gezag expliciet te worden geaccepteerd en verantwoord binnen de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico, aldus het rapport. Verder is door RMB het onderzoek 'externe veiligheidsonderzoek Van der Valk Hotel Tiel, Herberekening externe veiligheidsrisico's Rijksweg A15' uitgevoerd. Ook uit het hiervan opgestelde rapport van 11 januari 2011 blijkt van een geringe toename van het groepsrisico vanwege het capaciteitstekort bij de hulpverleningsdiensten. Big Apple heeft niet aannemelijk gemaakt dat deze onderzoeken zodanige onjuistheden bevatten, dan wel leemten in kennis vertonen dat de raad zich hierop niet had mogen baseren. Door het college van burgemeester en wethouders van Tiel is het restrisico in het besluit van 4 mei 2009 aanvaardbaar geacht, omdat het een kleine overschrijding van de oriëntatiewaarde betrof. Uit het verweerschrift blijkt dat het college daarbij heeft betrokken dat het groepsrisico verder wordt beperkt doordat in het ontwerp van het gebouw rekening is gehouden met rampscenario's en dat, om het bluswatertekort op te heffen, in de directe omgeving van het hotel enkele bluswaterputten zullen worden gerealiseerd. Dit acht de Afdeling niet onredelijk. In de samenwerkingsovereenkomst is in artikel 7 vastgelegd dat Hotel Tiel de kosten van de aanleg van de bluswaterputten voor haar rekening zal nemen. De aanleg van deze bluswaterputten is volgens de raad verder nodig om in het kader van de voor de uitbreiding van Hotel Tiel benodigde omgevingsvergunning voor bouwen een positief advies van de brandweer te kunnen krijgen. In hetgeen Big Apple heeft aangevoerd bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat onvoldoende rekening is gehouden met risico's in verband met calamiteiten. Daarbij betrekt de Afdeling dat de raad onweersproken heeft gesteld dat de kans dat zowel op de rijksweg A15 als op de Betuwelijn zich tegelijkertijd een los van elkaar staande calamiteit zal voordoen, zoals Big Apple betoogt, als uiterst gering moet worden ingeschat, waardoor voor een dergelijke gecombineerde calamiteit geen zinnige risicoberekening valt te maken. Het betoog faalt. Volgens de plantoelichting is met het Waterschap Rivierenland overleg gevoerd over het concept van de ruimtelijke onderbouwing. Daaruit blijkt voorts dat het waterschap op 4 februari 2010 een positief wateradvies heeft afgegeven voor het plan waarin wordt uitgegaan van de realisatie van vegetatiedaken. Hoewel uit artikel 4 van de samenwerkingsovereenkomst blijkt dat bij onevenredig hoge bouwkosten een geringer oppervlak aan vegetatiedaken zal worden toegepast, is daarin ook vermeld dat tevens zal worden voorzien in afdoende alternatieve waterberging op eigen terrein. Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat onvoldoende tegemoet wordt gekomen aan de eisen van het waterschap. Het betoog faalt.
Maxima 2.9. Big Apple voert aan dat in het plan ten aanzien van de daarin voorziene activiteiten ten onrechte geen maximum is opgenomen en dat onduidelijk is hoeveel hotelkamers in het hotel mogelijk worden gemaakt. Verder last Big Apple haar zienswijze in. 2.9.1. De raad stelt zich op het standpunt dat de aard en de omvang van de diverse activiteiten voor zover van belang in de regels zijn gemaximeerd en dat uit het plan voldoende duidelijk blijkt dat wordt voorzien in 285 hotelkamers. 2.9.2. In artikel 4, lid 4.3.1, aanhef en onder a, b en c, van de planregels is het maximale bruto-vloeroppervlak van het restaurant, de discotheek en de speelautomatenhal opgenomen. Hoewel ten aanzien van de diensten zoals de fitnessruimte, het zwembad en de schietbaan inderdaad geen maximum grootte is opgenomen, heeft Big Apple naar het oordeel van de Afdeling niet aannemelijk gemaakt waarom daartoe noodzaak bestaat. Daarbij is van belang dat alleen binnen het bouwvlak gebouwd mag worden, tot de op de verbeelding aangegeven hoogten. Ten aanzien van het aantal hotelkamers worden blijkens de nota van zienswijzen en de plantoelichting ongeveer 285 kamers mogelijk gemaakt, in plaats van de huidige 122. Dit aantal is ter zitting door zowel de raad als Hotel Tiel bevestigd. Het betoog faalt. 2.9.3. Voor zover Big Apple in het beroepschrift verder heeft verwezen naar de inhoud van haar zienswijze, overweegt de Afdeling dat hierop in de overwegingen van het bestreden besluit is ingegaan. Big Apple heeft in het beroepschrift geen redenen aangevoerd waarom de weerlegging van de desbetreffende zienswijze in het bestreden besluit onjuist zou zijn. Ruimtelijke onderbouwing 2.10. Big Apple betoogt dat de raad ten onrechte niet heeft gemotiveerd waarom de in het plan beoogde uitbreiding van hotel Tiel in ruimtelijk opzicht aanvaardbaar is, en dat dit temeer klemt nu niet is gebleken dat rekening is gehouden met de consequenties voor de lokale situatie. Verder betoogt zij dat de noodzaak voor uitbreiding van het hotel niet is aangetoond. 2.10.1. De raad stelt zich op het standpunt dat de beoogde uitbreiding van het hotel en voorzieningen als een schietbaan, speelautomatenhal en discotheek ter plaatse planologisch wenselijk zijn en als passend zijn beoordeeld. De raad heeft hiervoor verwezen naar hetgeen hieromtrent in de plantoelichting, de reactie op de zienswijzen, het verweerschrift en het aanvullend verweerschrift is overwogen, zoals dit ter zitting nader is toegelicht. Daarbij stelt de raad dat de voorzieningen niet wezenlijk afwijken van datgene wat reeds mogelijk was onder het vorige bestemmingsplan "Westroijen Motel". In dit verband acht de raad van belang dat het restaurant, de speelautomatenhal en de discotheek beperkt zijn voor wat betreft het aantal vierkante meters vloeroppervlak, mede met het oog op de omvang van de voorzieningen zelf en de beheersing van ruimtelijk relevante aspecten zoals de verkeersaantrekkende werking. De speelautomatenhal zal volgens de raad fungeren als een van de onderdelen van het zogenoemde 'full-service concept' dat uitgangspunt is voor de ontwikkelingen van Hotel Tiel, en is als zodanig een van de verschillende functionele en economische dragers van deze voor Tiel interessante en belangrijke hotelvoorziening. De schietbaan is al langer in het hotel aanwezig en daarvoor is op 3 februari 1998 bovendien een vergunning verleend. 2.10.2. Volgens de plantoelichting bieden moderne hotels naast de kerntaak hotelovernachtingen ook tal van aanverwante voorzieningen en diensten aan die het verblijf voor toeristen, zakenlieden en tegenwoordig ook voor herstellende patiënten veraangenamen en mogelijk maken. Zonder dat dergelijke voorzieningen en diensten expliciet geregeld zijn in het vorige bestemmingsplan, is hier in de huidige situatie ook reeds sprake van. Met het oog op de bedrijfszekerheid voor de ondernemer en helderheid omtrent de reikwijdte van de
bestemming, hebben gemeente en hoteleigenaar gezamenlijk de gebruiksbepalingen nader ingevuld, wat ertoe leidt dat de volgende hotelfuncties op locatie worden toegestaan: - het verstrekken van logies met daaraan verbonden: facilitaire diensten zoals receptie, restaurant, horeca […]; - casino/speelautomatenhal en discotheek; - schietbaan. Genoemde voorzieningen resulteren volgens de plantoelichting in een compleet verblijf- en vermaakaanbod voor de hotelgast, de zakelijke bezoeker, maar ook voor individuele bezoekers, zonder dat deze gebruik maken van de overnachtingsmogelijkheid. Voor een duurzame exploitatie van het hotel zijn dergelijke 'full-service concepten' binnen het hotel vereist. Voor een goede bedrijfsvoering is het wel gewenst om naast de hotelgast ook de bezoeker van buitenaf te kunnen bedienen. Dit laatste leidt er tevens toe dat voor Tiel en omgeving een goed en voldoende breed vermaakaanbod op één goed bereikbare locatie aanwezig is, aldus de plantoelichting. 2.10.3. Gelet op hetgeen de raad hieromtrent in de stukken en ter zitting heeft betoogd, bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de raad de wenselijkheid en passendheid van de in het plan voorziene functies onvoldoende heeft beoordeeld en ontoereikend heeft gemotiveerd. Daarbij betrekt de Afdeling dat voor de schietbaan in 1998 een vergunning is verleend en dat de omvang van de speelautomatenhal en de discotheek wat betreft het aantal vierkante meters vloeroppervlak in het plan is beperkt. Ook is daarbij van belang dat de raad heeft gesteld en dat uit de plantoelichting blijkt dat de wenselijkheid van de uitbreiding van het hotel gelegen is in zowel de versterking van de toeristisch-recreatieve structuur van Tiel als in het behoud en de vergroting van de werkgelegenheid. Voor de beoordeling van de ruimtelijke gevolgen van de beoogde uitbreiding van het hotel en de in het hotel aanwezige voorzieningen wat het parkeren, de verkeersafwikkeling en de externe veiligheid betreft, wordt verwezen naar hetgeen hieromtrent in de rechtsoverwegingen 2.6. en 2.7. is overwogen. Verder bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat de noodzaak van de uitbreiding door de raad onvoldoende is aangetoond. Daarbij betrekt de Afdeling met name dat sinds de instorting van het parkeerdek van Hotel Tiel belangrijke delen van het hotel niet meer kunnen worden gebruikt. Voorts is daarbij van belang dat door de raad en Hotel Tiel onweersproken is gesteld dat dergelijke voorzieningen thans bij een modern hotel horen en noodzakelijk zijn voor een goede bedrijfsvoering. Big Apple heeft niet aannemelijk gemaakt dat dit onjuist is. Het betoog faalt. Conclusie 2.11. In hetgeen Big Apple heeft aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. In het aangevoerde wordt evenmin aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep van Big Apple is ongegrond. Proceskosten 2.12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. J.A. Hagen, voorzitter, en drs. W.J. Deetman en mr. G. van der Wiel, leden, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, ambtenaar van staat. w.g. Hagen w.g. Plambeck voorzitter ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 28 maart 2012