Inleiding De beschrijving en uitwerking van het beleid van kinderopvang Dikkie & Dik wordt verdeeld in 4 onderdelen: 1. Algemeen pedagogisch beleidsplan: Dit plan beschrijft de algemene visie en missie van kinderopvang Dikkie & Dik. 2. Pedagogisch beleidsplan KDV - BSO: Dit plan beschrijft organisatie breed het waarom en de missie per onderdeel. 3. Protocollen KDV -BSO: Beschrijven per onderwerp het protocol, richtlijnen en kaders en worden zo nodig voorzien van formulieren 4. Locatie-werkplan: Dit plan beschrijft locatie specifieke onderwerpen en uitzonderingen op het algemene beleid. Bovenstaande is vastgelegd om de volgende redenen: o Om ouders/verzorgers en geïnteresseerden te informeren over onze manier van werken met kinderen. o Om de werkwijzen van de verschillende groepen in elkaar over te laten lopen zodat het kind en de ouder(s) een doorgaande lijn ervaren. o Het pedagogisch beleidsplan is ook van belang voor de eensgezindheid en het samen op één lijn zitten wat betreft visie en missie. o In een kwaliteitszorgsysteem is het vastleggen van procedures en protocollen noodzakelijk.
Per hoofdstuk wordt beschreven welke protocollen horen bij de onderwerpen uit het betreffende hoofdstuk. Achter het pedagogisch beleidsplan, is een lijst te vinden waarop wijzigingen worden aangegeven. Ieder jaar worden in januari deze wijzigingen verwerkt in het pedagogisch beleidsplan.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Met dit pedagogisch beleidsplan willen we de volgende doelen nastreven: o Eenduidigheid, vanuit een zelfde visie en wijze opvoeden; o Toetsbaarheid, wat is haalbaar; o Herkenbaarheid, wat straal je uit; o Kwaliteitsborging, zelfregulatie en kwaliteitszorg.
1
Inhoudsopgave 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Pedagogische basisdoelen Basisdoel 1 Basisdoel 2 Basisdoel 3 Basisdoel 4 Rol van de pedagogisch medewerker Video interactie begeleiding Protocollen
2. Dagelijkse praktijk 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12
Opvang in groepen Dagritme Wenbeleid Eten en drinken Slapen, knuffels en spenen Verschonen en zindelijkheid Feesten en rituelen Spelmateriaal Activiteiten Uitstapjes Grenzen en vrijheden Protocollen
3. Het volgen van kinderen 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9
Inleiding Vroeg en voorschoolse educatie Doorgaande lijn Zorgkinderen Handelingsplannen Kindvolgsysteem Overdracht Samenwerken Protocollen
4. Ouders 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
Inleiding Klantgerichtheid Ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie Plaatsingsbeleid Klachtenprocedure Privacy Flexibiliteit in de opvang, ruilen en extra dag(delen) Oudercommissie Protocollen
4
4 4 5 8 8 9 10 10
11 11 12 12 13 14 14 15 15 15 16 16 16
17
17 17 18 18 18 18 19 19 20
21 21 21 21 22 22 22 23 23 24
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
1. Pedagogisch klimaat
2
5. Een veilige en gezonde omgeving voor kinderen 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
Inleiding Vierogenprincipe Achterwachtregeling Drie-uursregeling / halfuursregeling Meldcode kindermishandeling / spilprotocol kindermishandeling Ziekte en medicijnverstrekking GGD inspectie Protocollen
25 25 25 26 26 26 27 27 28
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Bijlage 1 overzicht van groepsgrootte, leeftijdsopbouw van de groepen per locatie
3
1. Pedagogisch klimaat 1.1 Pedagogisch basisdoelen Onder pedagogisch klimaat verstaan we het totaal aan bewust gecreëerde en aanwezige omgevingsfactoren. De factoren spelen in op het welbevinden van het kind. Hierdoor kan het kind zich in meer of mindere mate kan ontwikkelen. Kinderen ervaren binnen Kinderopvang Dikkie & Dik een veilige omgeving. Door de omgeving van kinderen in te richten met rust en regelmaat en toch voldoende uitdaging, is er een veilige omgeving gecreëerd. Uitgangspunt bij de omgang met kinderen binnen kinderopvang Dikkie & Dik zijn de onderstaande 4 basisdoelen van professor J.M.A. Riksen-Walraven. 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid 2. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties 3. Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competenties 4. Kinderen gelegenheid bieden om zich normen en waarden, de cultuur van een samenleving eigen te maken
Kinderopvang Dikkie & Dik draagt bij aan de emotionele veiligheid van kinderen door: Inzet van vaste pedagogisch medewerkers Een team van beroepskrachten van één groep bestaat bij voorkeur uit 3 en maximaal uit 4 pedagogisch medewerkers en eventueel een stagiaire. Daarnaast worden op sommige groepen vrijwilligers ingezet. Kinderopvang Dikkie & Dik zet alleen stagiaires in die het gehele schooljaar op dezelfde groep meedraaien. Een kind kan zich hechten aan bepaalde personen doordat het steeds dezelfde volwassenen ziet op de groep. Inzet van vaste invalkrachten Kinderopvang Dikkie & Dik werkt met een vast team van invalkrachten, dit draagt bij aan de stabiliteit van de groep. Wanneer een pedagogisch medewerker langere tijd afwezig is door bijvoorbeeld ziekte of zwangerschap wordt deze vervangen voor een vaste invalkracht die voor de gehele periode op de groep wordt ingezet. Plaatsing van kinderen op vaste dag(delen) en een vaste groep Doordat kinderen op vaste dagen of dagdelen de opvang bezoeken, zien zij steeds dezelfde groepsgenootjes. Kinderen krijgen de ruimte en worden gestimuleerd om met elkaar te spelen. Interactie met de andere kinderen draagt bij aan het sociaal vaardig worden. Voorwaarde hierbij is dat zij plezier beleven aan het (samen) spelen. De aanwezigheid van bekende groepsgenootjes maakt het voor een kind prettiger om samen te spelen. Meer over opvang in groepen is te lezen in hoofdstuk 2.1
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
1.2 Basisdoel 1 Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid Alle kinderen moeten zich veilig en beschermd voelen. Als een kind zich onveilig voelt staat het niet open om te spelen en te leren. Het gevoel van veiligheid in de kinderopvang wordt bepaald door het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerker, de ruimte/omgeving, structuur en het contact met andere kinderen.
4
Ritme en structuur op de groep De structuur op de groep biedt een stabiele basis voor kinderen. Zo hebben alle groepen een terugkerend dagritme waarin alle activiteiten en bezigheden hun vaste moment hebben. Kinderen weten waar ze aan toe zijn doordat er regelmaat zit in het dagindeling dat dagelijks terugkeert in de vorm van routines en rituelen. Dit geeft kinderen duidelijkheid en een gevoel van veiligheid. Meer over ritme en structuur op de groep is te lezen in hoofdstuk 2.2 Afstemmen op de behoefte van het kind Door een kind bijvoorbeeld de ruimte en tijd te geven om te wennen aan de nieuwe omgeving, nieuwe kinderen en volwassenen en het kind hierbij te ondersteunen zal een kind zich sneller op zijn gemak voelen. Een pedagogisch medewerker doet dit door een kind op zijn gemak te stellen door samen nieuwe ervaringen op te doen. Er is interactie tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen en pedagogisch medewerkers hebben een respectvolle houding naar de kinderen. De interactie stemmen zij af op de leeftijd van het kind. De pedagogisch medewerkers zijn geïnteresseerd en nieuwsgierig naar de belevingswereld en het doen en laten van het kind en staan open voor initiatieven die het kind neemt. Zo voelt het kind zich gehoord en gezien.
1.3 Basisdoel 2 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties Medewerkers van kinderopvang Dikkie & Dik richten zich op de ontwikkeling van verschillende competenties van kinderen. Te weten: de sociale competenties en persoonlijke competenties. Bij de ontwikkeling van de sociale competenties komt het omgaan met anderen (kinderen en volwassenen) aan bod. De ontwikkeling van de persoonlijke competenties is onder te verdelen in: o Emotionele competenties (oa zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen, hulp vragen, rekening houden met elkaar) o Motorisch en zintuiglijke competenties (grote en kleine motoriek, lichaamsbesef, bewegingsspel) o Cognitieve competenties (ervaren door voelen, proeven, ruiken en manipuleren) o Communicatieve competenties (taal- en spraakontwikkeling) o Creatieve competenties (vrij spelen en expressie) o Morele competenties (sociale vaardigheden, straffen en belonen) Door de ontwikkeling van deze competenties leren kinderen hun eigen mogelijkheden en leren ze rekening te houden met een ander. De pedagogisch medewerkers zijn aanwezig om kinderen te ondersteunen en te stimuleren deze competenties spelenderwijs te ontwikkelen op hun eigen wijze en tempo, passend bij de leeftijd .
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Sfeer op de groep Door een ontspannen sfeer op de groep bereiken we dat kinderen zich prettig voelen. Wanneer een kind zich prettig voelt, zal het zich ontwikkelen. De sfeer en communicatie binnen het team van beroepskrachten is hierbij bepalend. Kinderopvang Dikkie & Dik streeft naar een open en respectvolle interactie tussen medewerkers. Binnen deze open en respectvolle communicatie spreken collega’s elkaar aan en bevragen zij elkaar over het pedagogisch handelen.
5
Alle kinderen maken een ontwikkeling door die onderling erg kan verschillen, zowel in niveau als in tempo. Wij gaan er vanuit dat elk kind een ontwikkeling doormaakt waar groei in zit. Deze groei wordt gevolgd aan de hand van observaties en de ontwikkelingslijnen van KIJK(peutergroepen), Piramide en het KVS. Met regelmaat wordt er tijdens kindbesprekingen teruggekeken naar de stappen die het kind gemaakt heeft en vooruit gekeken naar hetgeen we het kind kunnen bieden om een stap in de verschillende ontwikkelingsgebieden te maken. De ontwikkeling van een kind staat centraal en de activiteiten zijn een middel. Kinderopvang Dikkie & Dik vindt het erg belangrijk dat alle kinderen de ruimte en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben om zich te ontwikkelen op motorisch, cognitief, emotioneel en sociaal gebied. Pedagogisch medewerkers ondersteunen een kind door samen met hen nieuwe vaardigheden te ontdekken en ervaringen op te doen. De pedagogisch medewerker stemt hierbij zijn/haar tempo af op de signalen van het kind. Kinderen worden door de pedagogisch medewerkers gestimuleerd in hun zelfstandigheid doordat zij steeds meer zelf gaan doen. Zo worden peuters bijvoorbeeld door de medewerkers ondersteund en gestimuleerd in het zichzelf uitkleden wanneer ze gaan slapen. Kinderen van de buitenschoolse opvang leren bijvoorbeeld zelf ruzietjes op te lossen. De pedagogisch medewerker heeft hierbij een begeleidende en stimulerende rol.
Doordat de medewerkers het kind met alle (on)mogelijkheden accepteren, kunnen kinderen zijn wie ze zijn. Wanneer een kind op een bepaald gebied extra ondersteuning of uitdaging nodig heeft, wordt dit geboden door de pedagogisch medewerker. De pedagogisch medewerker stemt hierbij continu af op de behoeften van het kind. Wanneer de motorische ontwikkeling van een kind wat achter blijft, zal dit kind bijvoorbeeld bij het klimmen op een speeltoestel in de tuin geholpen worden door de pedagogisch medewerker. Een kind dat behoefte heeft aan extra uitdaging omdat hij/zij op cognitieve gebied al wat verder is dan leeftijdsgenootjes gaat met de pedagogisch medewerker op een andere groep op zoek naar materiaal wat deze extra uitdaging biedt. De inrichting van de groepen, het spelmateriaal en het activiteitenaanbod sluit aan op de leeftijd en interesse van de leeftijdsgroep. Een baby-dreumesgroep biedt kinderen van 0 tot 2 jaar de mogelijkheid om in alle rust te spelen in een box of om op een veilige manier bijvoorbeeld de wereld van het klimmen en klauteren te ontdekken. Speelgoed sluit aan bij de behoeften van het jonge kind. Het is met name gericht op het ontdekken via zintuigen. Voorbeelden van speelgoed op een baby-dreumesgroep zijn voelboekjes, schudkokers en stapelblokken. Op een babydreumesgroep is ook de inrichting gericht op de zintuigen. Zo zijn er bijvoorbeeld spiegels aanwezig waar de kinderen zichzelf in kunnen bekijken en ontdekken.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Wanneer kinderen nieuwe vaardigheden leren worden ze positief gestimuleerd door het geven van complimenten en eventueel meer vrijheden/ verantwoordelijkheden. Bijvoorbeeld: Peuters die naar het toilet gaan krijgen een stickerkaart waar ze zelf een sticker op mogen plakken en krijgen complimentjes over wat zij allemaal goed doen. Kinderen van de buitenschoolse opvang krijgen, in overleg met de ouders, steeds meer vrijheden, zo mogen zij vanaf 8 jaar zonder begeleiding buiten spelen op het terrein van de buitenschoolse opvang. Een voorbeeld hiervan is het zelfstandig naar huis lopen na een middag bij de buitenschoolse opvang.
6
De peutergroep daagt kinderen van 2 tot 4 jaar uit om spelenderwijs nieuwe vaardigheden te leren. Het spelmateriaal staat op een plaats waar de kinderen deze zelf kunnen pakken. De groep is ingedeeld in diverse hoeken die de verschillende ontwikkelingsgebieden stimuleren. Zo is er een huishoek die onder andere fantasiespel uitlokt en een bouwhoek die onder andere de motorische ontwikkeling stimuleert. De activiteiten die worden aangeboden zijn afwisselend en uitdagend voor deze leeftijd. In verticale groepen wordt het bovenstaande gecombineerd. Daar is bijvoorbeeld een gedeelte met kussens en een spiegel waar baby’s in alle rust kunnen spelen en worden hoeken gecreëerd voor de peuters. In de dagindeling is ruimte voor gezamenlijke activiteiten en voor activiteiten met een bepaalde leeftijdsgroep. De buitenschoolse opvang wordt in overleg met de kinderen ingericht. Zij kunnen zelf aangeven waar ze behoefte aan hebben. Bijvoorbeeld een echte meidenkamer of een kussenhoek waar ze kunnen klimmen en bouwen. Naarmate de kinderen ouder worden, wordt hun eigen inspraak belangrijker.
Door kinderen samen ervaringen te laten opdoen, maken zij deel uit van het groepsgebeuren. De basis is hierbij spel. Kinderen krijgen de mogelijkheid om alleen te spelen wanneer zij hier behoefte aan hebben. Daarnaast worden zij gestimuleerd om samen te spelen en te delen. De pedagogisch medewerkers doen dit door kinderen te laten ervaren hoe leuk het is om samen ergens mee bezig te zijn. Een voorbeeld van samenspel in de baby-dreumesgroep is dat een aantal baby’s bij elkaar op een mat liggen en zo de mogelijkheid hebben om, onder begeleiding/toezicht van de pedagogisch medewerker, elkaar te ontdekken. De dreumesen worden hierbij betrokken door samen met de pedagogisch medewerkers een kijkje te gaan nemen bij de baby’s die op de mat liggen. Ze kunnen elkaar aanraken en geluiden van elkaar imiteren. Ook leren ze op deze manier om voorzichtig met elkaar om te gaan. Op de peutergroep worden individuele activiteiten afgewisseld met activiteiten met een klein groepje kinderen of juist met de gehele groep. Kinderen leren zo dat ze op hun beurt moeten wachten en rekening moeten houden met elkaar. De pedagogisch medewerkers hebben hierbij een leidinggevende rol. Zo geven zij bijvoorbeeld de stillere kinderen de kans om wat te zeggen in de kring en begeleiden ze de drukke kinderen in het rekening houden met elkaar door uit te leggen dat iedereen wat mag vertellen.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
1.4 Basisdoel 3 Gelegenheid bieden tot het ontwikkelen van de sociale competenties Met sociale competenties wordt bedoeld dat het kind leert om goed te kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen, initiatieven nemen, conflicten voorkomen en aangaan en oplossen. Door het leren van deze sociale competenties geef je kinderen de kans om zelfstandigheid op te groeien in de samenleving. De pedagogisch medewerkers van de groepen ondersteunen de kinderen bij het opbouwen van sociale contacten. Ze ondersteunen en stimuleren de kinderen met elkaar te communiceren, ruzies op te lossen en elkaar te helpen.
7
Bij de buitenschoolse opvang krijgen de kinderen, naarmate zij ouder worden, meer vrijheden en eigen verantwoordelijkheden. Ook op sociaal gebied. Bij de jongste schoolkinderen heeft de pedagogisch medewerkers een begeleidende rol in de sociale contacten. Bij de oudste schoolkinderen is deze rol meer gericht op sturing vanaf de zijlijn. Kinderen krijgen hierin de ruimte om zelf contacten aan te gaan, uit te bouwen en te onderhouden. De pedagogisch medewerkers stuurt deze contacten bij wanneer kinderen hier bijvoorbeeld moeite mee hebben. 1.5 Basisdoel 4 Kinderen gelegenheid bieden om zich normen en waarden, de cultuur van een samenleving eigen te maken De kinderen leren hun eigen grenzen en mogelijkheden en die van anderen. Binnen kinderopvang Dikkie & Dik gelden verschillende gedragsregels zoals: Je mag een ander geen pijn doen, samen delen, om de beurt, etc. Spelenderwijs en in de dagelijkse omgang met de kinderen laten we hen kennis maken met waarden en normen in groepsverband. Kinderen maken kennis met grenzen en mogelijkheden, normen en waarden maar ook met omgangsvormen in onze samenleving. De pedagogisch medewerkers leren de jongste kinderen zachtjes te doen met elkaar tijdens het spelen en knuffelen. Kinderen leren bijvoorbeeld dat ze de aandacht van de pedagogisch medewerkers moeten delen met elkaar. De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat alle kinderen aandacht krijgen. Zo geven zij het goede voorbeeld.
In de buitenschoolse opvang veel aandacht besteed aan de groepsregels. Samen met de kinderen wordt besproken waarom het belangrijk is regels te hebben. Kinderen kunnen hierbij zelf aangeven hoe ze met elkaar willen omgaan. De pedagogisch medewerkers sturen de kinderen hierin aan. Wanneer een kind zich niet aan de groepsregels houdt, wordt hierover met het kind gepraat. Hoe komt het dat het niet gelukt is om zich aan de regels te houden? Moeten de regels worden aangepast of moet het gedrag worden aangepast en hoe doen we dit? Bij Kinderopvang Dikkie & Dik komen kinderen met verschillende achtergronden en uit diverse gezinssituaties. Door kinderen kennis te laten maken met elkaars achtergronden, krijgen ze inzicht in de verschillen en krijgen respect voor deze verschillen. Zo wordt binnen de buitenschoolse opvang aandacht geschonken aan cultuurverschillen door het bijvoorbeeld te hebben over verschillende feesten die samenhangen met bepaalde culturen. Denk hierbij aan het Suikerfeest na de Ramadan. Een ander voorbeeld hiervan is het uitleggen waarom sommige kinderen vanuit geloofsovertuiging of levenswijze bijvoorbeeld geen vlees eten.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Bij de peutergroep leren de kinderen spelenderwijs de waarden en normen en omgangsvormen. In de kring en aan tafel leren ze bijvoorbeeld om naar elkaar te luisteren. De pedagogisch medewerker geeft hierin het goede voorbeeld door kinderen de ruimte te geven om te vertellen, hier naar te luisteren en verder te vragen. Wanneer kinderen elkaar onderbreken wordt er uitgelegd dat ze even moeten wachten omdat er een ander kind aan het vertellen is. Wanneer kinderen elkaar helpen, complimenteert de pedagogisch medewerker de kinderen.
8
1.6 De rol van de pedagogisch medewerker De pedagogisch medewerker is verantwoordelijk voor de dagelijkse opvang, ontwikkeling en verzorging van een groep kinderen binnen onze kinderopvang. De rol van de pedagogisch medewerker is de meest zichtbare en voelbare voor kinderen en ouders. Zij zijn de ambassadrices van onze organisatie. De rol van de pedagogisch medewerker is binnen iedere leeftijdsgroep anders. Waar de nadruk bij de baby/dreumesgroep vooral ligt op verzorging, rust en aandacht, ligt de nadruk bij de peutergroepen vooral op het samen activiteiten ondernemen en begeleiding in de sociale vaardigheden. In beide groepen is er aandacht voor het begeleiden van kinderen in hun ontwikkeling. De rol van de pedagogisch medewerker binnen de buitenschoolse opvang zal veelal een ondersteunende rol zijn. De pedagogisch medewerker neemt kinderparticipatie serieus en neemt de mening van de kinderen mee in keuzes die gemaakt worden. Met de vier basisdoelen van Riksen-Walraven als uitgangspunt heeft de pedagogisch medewerker een voorbeeldfunctie en professionele houding. De pedagogisch medewerker handelt altijd binnen de grenzen van het pedagogisch beleid van Kinderopvang Dikkie & Dik. Aan de basis van beroepshouding van de pedagogisch medewerker ligt de beroepscode kinderopvang.
Een pedagogisch medewerker is binnen één, hooguit twee, leeftijdsgroepen werkzaam en kan zich hierbij concentreren op deze leeftijdsgroep. Het handelen en gedrag van de pedagogisch medewerker is stabiel en bewust waardoor kinderen een vertrouwensrelatie aan kunnen gaan en zich kunnen hechten. Stabiel gedrag is terug te zien in een basisrust die de pedagogisch medewerker uitstraalt en een vast patroon in het handelen, het gedrag en het hanteren van een duidelijke dagindeling. De pedagogisch medewerker gedraagt zich rustig en is evenwichtig. Alle contactmomenten tussen kind en pedagogisch medewerker zijn gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Een pedagogisch medewerker werkt met aandacht voor het kind. In het dagelijks contact sluit de pedagogisch medewerker aan op de beleving, ontwikkeling, behoefte en interesse van het kind. Kinderopvang Dikkie & Dik verwacht dat de pedagogisch medewerker initiatieven neemt in het opbouwen en onderhouden van een vertrouwensrelatie met kinderen en ouders. De pedagogisch medewerker is enthousiast. Hij/zij is betrokken bij de kinderen en hun ouders. Van een pedagogisch medewerker wordt verwacht dat hij/zij open is in de communicatie met ouders. De pedagogisch medewerker gaat in gesprek met ouders en is geïnteresseerd in de keuzes die ouders maken. Een voorbeeld hiervan zijn keuzes vanuit geloof of levensovertuiging. De pedagogisch medewerker gaat hierbij op een professionele wijze om met informatie. Hieronder verstaan we bijvoorbeeld dat privacygevoelige informatie over kinderen en/of ouders niet gedeeld wordt met anderen wanneer dit niet in het belang is van het kind of het gezin. Het is de verantwoordelijkheid van de pedagogisch medewerker om gegevens te verzamelen die van belang zijn om het kind te kunnen begeleiden.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Alle pedagogisch medewerkers zijn in het bezit van een volgens de cao geldig diploma. Naast een passende beroepsopleiding zijn alle medewerkers van de peutergroepen geschoold op het gebied van VVE. De pedagogisch medewerker handelt op basis van deskundigheid. Kinderopvang Dikkie & Dik bevordert de deskundigheid van medewerkers door een actief scholingsbeleid. De pedagogisch medewerker is verantwoordelijkheid voor het eigen beroepsmatig handelen en legt daarover verantwoording af.
9
Naast de rol van pedagogisch medewerkers gericht op kinderen en ouders, is hij/zij ook collega in een team. Kinderopvang Dikkie & Dik hecht veel waarde aan openheid tussen medewerkers. Zij spreken elkaar aan en bevragen elkaar over hun houding en gedrag binnen het pedagogisch handelen. 1.7 Video interactie begeleiding (VIB) Kinderopvang Dikkie & Dik heeft veel aandacht voor de kwaliteit van pedagogisch medewerkers. Video interactiebegeleiding is een instrument om pedagogisch medewerkers bewust te maken van interactie en daarbij hun eigen handelen en het effect van hun handelen op het kind. Binnen kinderopvang Dikkie & Dik zijn er medewerkers opgeleid tot VIB-begeleider. VIB gaat uit van de kracht van de pedagogisch medewerker en helpt die kracht uit te bouwen. Het vergroot het inzicht van de pedagogisch medewerker en stelt hem/haar in staat beter te reageren op het gedrag van de kinderen en de initiatieven die kinderen nemen. VIB draagt bij aan de verdere professionalisering van de pedagogisch medewerker en het welbevinden van de kinderen.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
1.8 Protocollen De volgende protocollen richten zich op het pedagogisch klimaat: o Protocol video interactie begeleiding
10
2. Dagelijkse praktijk 2.1 Opvang in groepen Binnen kinderopvang Dikkie & Dik wordt voornamelijk gewerkt met horizontale groepen. In deze groepen zitten kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar. Er zijn babydreumesgroepen met kinderen van 0 tot 2 jaar en peutergroepen met kinderen van 2 tot 4 jaar. De buitenschoolse opvang heeft 2 of 3 verschillende leeftijdsgroepen. Dit is afhankelijk van de grootte van de locatie. Bij 2 groepen is de verdeling als volgt: 4 - 6 jarigen, 7-13 jarigen. Wanneer er drie groepen zijn, is de verdeling als volgt: 4-5 jarigen, 6-7 jarigen, 8-13 jarigen.
Op enkele locaties wordt er binnen de dagopvang om praktische redenen op bepaalde tijden verticaal gewerkt. Deze situatie doet zich voor op kleinere locaties waar kinderen van 0-4 samen de dag starten en afsluiten. De 2 en 3 jarigen gaan aan het begin van de ochtend naar een andere groepsruimte om daar de dag door te brengen. Halverwege de middag worden deze groepen weer samengevoegd. In deze groepen verblijven vanaf dat moment kinderen van 0 tot 4 jaar samen in één groepsruimte. Door het werken in verticale groepen komen kinderen in contact met kinderen van andere leeftijden. Kinderen leren in deze situatie weer andere (sociale) vaardigheden met elkaar dan wanneer ze in een groep zitten met alleen leeftijdsgenoten. De dreumesen en peuters leren rekening te houden met de jongere baby’s. Ze leren voorzichtig met elkaar om te gaan en zachtjes te doen met elkaar. De dreumesen leren van de peuters nieuwe vaardigheden doordat ze de vaardigheden van peuters na doen. De pedagogisch medewerkers ondersteunen de dreumesen in deze vaardigheden om ervoor te zorgen dat het op een veilige manier gebeurt. Binnen de verticale groepen is aandacht voor zowel de baby’s, als dreumesen als de peuters apart, als voor de gehele groep in zijn totaal. Er wordt voor gekozen om gezamenlijke momenten op de dag in te plannen, bijvoorbeeld het voorlezen, liedjes zingen, samen aan tafel gaan, samen op de grond spelen. Daarnaast wordt er ook bewust voor gekozen om met een bepaalde leeftijdsgroep een activiteit te ondernemen, zoals een spel aan tafel of een wandeling met de peuters en kiekeboe-spelletjes en snoezelen met de baby’s en dreumesen. Tijdens de gezamenlijke momenten is veel aandacht voor interactie tussen de kinderen. Kinderen leren naar elkaar te luisteren en ze leren nieuwe vaardigheden van elkaar. De maximale groepsgrootte is afhankelijk van de leeftijdsopbouw van de kinderen. Kinderopvang Dikkie & Dik streeft er naar om maximaal 2 pedagogisch medewerkers gelijktijdig per dag in te zetten binnen één groep. De maximale groepsgrootte binnen Kinderopvang Dikkie & Dik is als volgt: Baby-dreumes groep (0-2 jarigen) maximaal 10 kinderen met 2 medewerkers. Peutergroep (2-4 jarigen) maximaal 14 kinderen met 2 medewerkers (in uitzonderlijke gevallen maximaal 16 kinderen met 3 medewerkers). Verticale groep dagopvang (0-4 jarigen) maximaal 12 kinderen met 2 medewerkers. Buitenschoolse opvang 4-7 jarigen maximaal 20 kinderen met 2 medewerkers.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Door in horizontale groepen te werken is kunnen de pedagogisch medewerkers zich volledig richten op één leeftijdsgroep. De inrichting kan worden aangepast aan de behoeften van de kinderen. Daarnaast wordt ook het activiteitenaanbod en de dagindeling hierop aangepast. Pedagogisch medewerkers kunnen gericht worden geschoold.
11
Buitenschoolse opvang 8-13 jarigen maximaal 30 kinderen met 2 medewerkers en een extra volwassene (bijvoorbeeld stagiaire of vrijwilliger). De beroepskracht-kind ratio geeft aan hoeveel kinderen van een bepaalde leeftijd gelijktijdig door één pedagogisch medewerker mogen worden opgevangen. Dit is wettelijk vastgelegd in het Convenant Kwaliteit Kinderopvang en regelt de maximale groepsgrootte in de kinderopvang in relatie tot het aantal aanwezige pedagogisch medewerkers Kinderen verblijven in een vaste stamgroep; een vaste groepsruimte met eigen medewerkers en een vaste groepssamenstelling. Op de volgende momenten verlaten de kinderen hun stamgroep: o Tijdens het opa- en oma project op de dagopvang van de Gerretsonlaan. (Verdere omschrijving hiervan is terug te vinden in het locatieplan van de Gerretsonlaan) o Tijdens uitstapjes (bijvoorbeeld een wandeling in de wijk of een activiteit op een locatie buiten Kinderopvang Dikkie & Dik) o Tijdens een activiteit in de gymzaal van het spilcentrum of een andere locatie van Kinderopvang Dikkie & Dik. o In vakantieperiodes verlaten de kinderen van de buitenschoolse opvang van kleinere locaties hun eigen stamgroep en worden zij samengevoegd met een andere groep.
In bijlage 1 is een uitwerking te vinden van de groepsgrootte en leeftijdsopbouw per locatie. In de toekomst is de inhoud van deze bijlage terug te vinden in de locatieplannen. 2.2 Dagritme Hoe een dag binnen onze kinderopvang eruit ziet, is sterk afhankelijk van de leeftijd van het kind en de groep die hij/zij bezoekt. Een dag op de baby/dreumesgroep, verschilt van een dag op de peutergroep of de buitenschoolse opvang. Wat bij alle groepen terugkomt is de vaste structuur die bestaat uit routines en rituelen. Dit ondersteunt de emotionele veiligheid van het kind. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op zaken die dagelijks terugkeren of een duidelijke plaats innemen in de dagelijkse praktijk. De dagindeling per groep en locatie is verder uitgewerkt in het werkplan locatieplan. 2.3 Wenbeleid Kinderopvang Dikkie & Dik hanteert het onderstaande wenbeleid omdat we het belangrijk vinden dat kinderen zich veilig voelen bij onze opvang. Ons wenbeleid is op deze manier opgesteld om het kind de kans te geven zo snel mogelijk te wennen aan de nieuwe situatie en zich kan hechten aan de nieuwe pedagogisch medewerkers.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Ouders en kinderen worden geïnformeerd in welke groep het kind wordt geplaats en welke pedagogisch medewerkers in de groep werken. Soms doet zich de situatie voor dat een kind twee stamgroepen bezoekt. Dit op verzoek van de ouder of door planningskeuzes. Een kind mag dan tijdelijk in een extra stamgroep worden opgevangen. In goed overleg met ouders is het van te voren duidelijk wat de situatie is en hoe lang deze duurt. Opvang op twee stamgroepen geldt voor de periode die schriftelijk wordt overeengekomen tussen houder en ouder. We streven er naar dat een kind één stamgroep bezoek zodat er een stabiele situatie ontstaat.
12
De eerste kennismaking voor ouders met Kinderopvang Dikkie & Dik is de rondleiding die wordt gegeven aan ouders die hun kind willen aanmelden bij onze opvang. Na aanmelding en plaatsing, worden ouders samen met hun kind een maand voorafgaand aan de plaatsing uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de pedagogisch medewerkers van de groep. Wanneer een kind doorstroomt van de baby/dreumes- naar de peutergroep en van de peutergroep naar de buitenschoolse opvang, vindt er ook een kennismakingsgesprek plaats met de pedagogisch medewerkers van de nieuwe groep. Tijdens het kennismakingsgesprek informeren ouders en medewerkers elkaar over zaken die belangrijk zijn om te weten voordat het kind start op de groep. Er worden gegevens genoteerd zoals slaapgewoontes, wat vindt het kind prettig, allergieën, medicijngebruik en overige bijzonderheden. De pedagogisch medewerkers vertellen ouders over de dagindeling, wie op welke dagen werkt, thematisch en doelgericht werken. Ouders krijgen een informatiebrief mee van de pedagogisch medewerkers waarin ze worden geïnformeerd over praktische onderwerpen als veiligheid, brengen halen, het volgen van kinderen, bereikbaarheid van de groep en ruilen van dagen.
Een kind dat onze opvang al bezoekt en doorstroomt naar de volgende leeftijdsgroep gaat samen met de pedagogisch medewerkers al eens een kijkje nemen bij de volgende groep. Zo kan het kind kennismaken met de medewerkers en heeft het kind de nieuwe groepsruimte al eens gezien. Deze bezoekjes met de pedagogisch medewerker worden uitgebouwd naar het even alleen blijven spelen op de nieuwe groep. Hoe vaak een kind gaat wennen en in welk tempo hangt af van de behoeftes van het kind. Ouders worden door de pedagogisch medewerkers op de hoogte gehouden van het verloop van het wenproces. In de eerste periode van wennen heeft een kind nog tijd nodig om helemaal vertrouwd te raken met zijn of haar nieuwe omgeving. Er zijn veel nieuwe indrukken die het kind te verwerken krijgt. Hoeveel tijd een kind nodig heeft om helemaal te wennen is afhankelijk van het kind en het aantal dagdelen dat een kind komt. In deze wenperiode besteedt de pedagogisch medewerker tijd en aandacht aan het wennen voor kind en ouder. 2.4 Eten en drinken Als kinderopvang zijn wij verantwoordelijk voor hetgeen de kinderen eten en drinken en de wijze waarop het eetmoment vorm krijgt tijdens de opvang. Het is dus van belang om hier op een verantwoorde manier mee om te gaan. Dit betekent dat we een actief beleid voeren ten aanzien van gezond eten, drinken, en verantwoord snoepen en trakteren. Zo wordt bijvoorbeeld hartig en zoet eten zo verantwoord mogelijk afgewisseld. Een gevarieerde voeding is belangrijk voor kinderen in de groei. Door een gevarieerde voeding krijgen kinderen verschillende voedingstoffen binnen die ze nodig hebben voor hun groei en ontwikkeling.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Tijdens dit eerste gesprek worden afspraken gemaakt voor het wennen. Met ouders wordt besproken op welke wijze zij hun kind willen en kunnen laten wennen op de groep. In overleg worden diverse wenmomenten gepland. Nieuwe kinderen kunnen bijvoorbeeld een uurtje met een van de ouders op de groep komen wennen. Daarna kan het worden uitgebreid naar een paar uurtjes zonder ouders op de groep. De volgende stap is dat het kind een hele ochtend of middag blijft. Dit alles wordt in overleg met ouders bepaald. Hierbij is de behoefte van het kind en de wens van de ouder leidend.
13
De algemene richtlijn wat betreft eten en drinken op de baby-dreumesgroep is dat alles in overleg gaat met ouders. De ouders zijn bepalend in het tempo waarin ze hun kinderen laten kennismaken met nieuwe voeding. Ouders leveren flesvoeding, eerste fruithapjes en eventueel groenten zelf aan. Wanneer kinderen wat ouder zijn, zorgen wij voor fruit, brood, ander drinken dan babyvoeding en tussendoortjes. Op 2-3 jarige leeftijd is het van belang een gezond voedingspatroon voort te zetten en uit te breiden. Dat bevordert gezond eetgedrag op latere leeftijd. Ook bij de buitenschoolse opvang is het van belang dat kinderen gevarieerd eten. Binnen onze vaste voedingsmiddelen is deze variatie goed mogelijk. Tijdens de vakantieperiode worden vaak wat extra eten aangeboden zoals soep, broodjes en dergelijken. Ook is het mogelijk dat het bereiden van een lunch een onderdeel is van een vakantieactiviteit (bijvoorbeeld het bakken van pizza’s). Zowel op het dagverblijf, de peutergroep als de buitenschoolse opvang is het samen eten een onderdeel van de vaste structuur in de groep en een belangrijkmoment in de dagelijkse praktijk. Het is een moment waarop de kinderen en pedagogisch medewerkers samen aan tafel zitten en genieten van het eten. Kinderen kunnen hun verhaal vertellen en er worden allerlei onderwerpen onder de aandacht gebracht.
De keuzes die gemaakt worden wat betreft voeding zijn gebaseerd op adviezen van het voedingscentrum, het consultatiebureau en de GGD. 2.5 Slapen, knuffels en spenen Kinderen slapen gedurende hun verblijf bij onze opvang en we vinden het belangrijk dat kinderen zich daarbij emotioneel veilig voelen. Daar draagt het slapen op een vaste slaapplaats en het gebruik van een knuffel en/of speentje aan bij. Kinderen hebben een vaste slaapplaats met een eigen lakentje en slapen in een slaapzak die van thuis wordt meegebracht. Wanneer kinderen er behoefte aan hebben slapen zij met een eigen knuffel en/of speentje. Een knuffel en/ of speen ondersteunt de emotionele veiligheid van het kind. Met ouders worden afspraken gemaakt over het gebruik van een knuffel en/of speentje. Kinderen krijgen een knuffel of speen wanneer het kind er behoefte aan heeft. Naast de emotionele veiligheid is er de fysieke veiligheid bij het slapen. Om de risico’s op ongevallen zoveel mogelijk in te perken hebben we richtlijnen opgesteld met betrekking tot veilig slapen, welke de pedagogisch medewerkers en ouders in acht nemen. Ouders worden bijvoorbeeld tijdens het intakegesprek gewezen op het meegeven van een veilige knuffel. Alle richtlijnen worden beschreven in het protocol veilig slapen.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Onze pedagogisch medewerkers hebben een voorbeeldfunctie voor de kinderen, ook wanneer het gaat om eet-, drink- en snoepgewoontes. Zo brengen onze pedagogisch medewerkers een gezonde traktatie mee met hun eigen verjaardag en om gezond beleg aan te bieden aan de kinderen volgens de voedingswijzer. Daarnaast wordt er door pedagogisch medewerkers niet gesnoept tijdens werktijd. Ook het eten buiten de vaste eet- en drinkmomenten wordt zoveel mogelijk beperkt. We gaan er vanuit dat de kinderen thuis ontbijten, in geval van ‘een slechte eter’, is het in overleg met de pedagogisch medewerker, altijd mogelijk om de boterham op het dagverblijf verder op te eten.
14
2.6 Verschonen en zindelijkheid Pedagogisch medewerkers verschonen de kinderen wanneer dit nodig is. Daarnaast hebben we vaste controlemomenten voor het verschonen, na de tafelmomenten, voor en na het slapen en aan het einde van de dag. Kinderopvang Dikkie & Dik werkt samen met kind en de ouders toe naar zindelijkheid van hun kind. Om hierbij de eigenheid van het kind te waarborgen, sluiten we aan op de behoefte van het individuele kind. De behoefte en het tempo van ieder kind is anders. De pedagogisch medewerker heeft oog voor de signalen van kinderen en gaat hierover in gesprek met ouders. Wanneer kinderen er aan toe zijn gaan zij mee naar het toilet op vaste momenten van de dag, na de tafelmomenten, voor en na het slapen en aan het einde van de dag.
2.8 Spelmateriaal Door te spelen kunnen kinderen zich ontwikkelen Dit doen zij door te oefenen en te verwerken wat zij hebben gehoord, gezien, gevoeld, geproefd en geroken, in de vorm van (samen)spel / spelen. Kinderen kunnen mét en zonder spelmaterialen spelen. De ruimte en spelmateriaal is prikkelend en stimulerend voor het spel van de kinderen. De kunst is om kinderen die materialen te geven die hun fantasie op gang brengen en hun de mogelijkheid te geven om zelf vorm te geven aan de activiteit. Daarom maken we met regelmaat ook gebruik van kosteloos materiaal. Voor een goede ontwikkeling is het belangrijk dat kinderen zich vrij en ongedwongen voelen. Daarvoor is nodig dat de sfeer goed is en dat zij zich herkennen in de activiteiten en de spelmaterialen. Je kunt een ruimte uitdagend maken door het spel van kinderen niet helemaal voor te programmeren. 2.9 Activiteiten Om de ontwikkelingsgebieden te stimuleren, bieden wij de kinderen diverse activiteiten aan. Deze activiteiten sluiten aan bij de ontwikkeling en belevingswereld van de kinderen. Wanneer kinderen betrokken zijn bij de verschillende activiteiten zullen zij zich nieuwe vaardigheden eigen maken. De buitenschoolse opvang is vrije tijd voor schoolkinderen. Vanuit deze gedachte worden activiteiten aangeboden. Kinderen worden gestimuleerd deel te nemen aan activiteiten, maar het blijft hun eigen keuze om wel of niet deel te nemen.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
2.7 Feesten en rituelen Een verjaardag is een feestelijke en bijzondere gebeurtenis voor het kind, de groep en de ouders. Vanuit deze gedachte betrekken wij ouders bij het vieren van een verjaardag binnen onze opvang. We maken er in alle groepen een feestje van, passend bij de leeftijd en de behoeften van de kinderen. Ook aan andere feesten zoals Sinterklaas, Kerstmis en carnaval besteden wij uitgebreid aandacht. Aan de rituelen die horen bij deze feesten wordt op de groepen aandacht besteed. Hoe hieraan aandacht wordt besteed, wordt afgestemd op de leeftijd en de behoeftes van de kinderen. Zo bezoekt Sinterklaas jaarlijks onze opvang. Dit bezoek ziet er bij de buitenschoolse opvang anders uit dan bij de jongste kinderen van de dagopvang. Tijdens een periode als kerst worden de activiteiten en aankleding van de groepen afgestemd op dit feest.
15
Kinderopvang Dikkie & Dik vindt het belangrijk dat ideeën van kinderen tot uitvoer gebracht kunnen worden, dit onder het mom ‘kinderparticipatie’. Kinderen nemen naar mate zij ouder worden steeds meer initiatieven, kinderen kunnen steeds beter omgaan met verantwoordelijkheden, dit bevordert de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen. Pedagogisch medewerkers spelen hierop in door kinderen mee te laten denken in het reilen en zeilen van de BSO. Naarmate de kinderen ouder worden krijgen zij meer taken en verantwoordelijkheden. Voorbeelden van kinderparticipatie is het meedenken over de aanschaf van speelgoed en knutselmaterialen, inrichting van de ruimte en het activiteitenaanbod, zelfstandig van school naar de BSO fietsen. 2.10 Uitstapjes Een doel van uitstapjes is het verbreden van de leef- en speelleeromgeving. Kinderen maken kennis met de werkelijkheid. Dat wat ze in een boekje lezen of bij een liedje zingen, kunnen ze in werkelijkheid gaan ontdekken en beleven in de wijk of tijdens een uitstapje naar bijvoorbeeld de boerderij. Bij de 0-4 jarigen gaat het in de praktijk over ‘kleine’ uitstapjes.
2.11 Grenzen en vrijheden Kinderen worden in hun ontwikkeling ondersteund door een pedagogisch klimaat met richtlijnen en kaders. Pedagogisch medewerkers zijn consequent en geven grenzen aan. Dit schept duidelijkheid en geeft kinderen een gevoel van veiligheid. De pedagogisch medewerkers bepalen, wanneer dit mogelijk is samen met de kinderen, wat de regels zijn. Van pedagogisch medewerkers wordt verwacht dat zij naar de kinderen kijken, luisteren, met de kinderen praten, de kinderen aanmoedigen en belonen met positieve aandacht. Vrijheden worden samen met de kinderen besproken en overlegd met de ouders. Hierdoor leert een kind wat de mogelijkheden zijn en hoe ze zich kunnen aanpassen en houden aan afspraken en regels. Bij kinderopvang Dikkie & Dik herhalen we regelmatig de regels en spreken kinderen er op aan. Het kind wordt gestimuleerd om zelf naar een oplossing te zoeken, ondersteund door de pedagogisch medewerker. Door een positieve benadering stimuleren we het kind om de draad weer op te pakken. 2.12 Protocollen De volgende protocollen richten zich op de dagelijkse praktijk: o Wenbeleid o Protocol dagritmekaarten o Protocol veilig slapen o Protocol verschonen en zindelijkheid o Protocol eten en drinken o Protocol feesten en rituelen o Activiteitenplan o Protocol uitstapjes
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
De tijd bij de buitenschoolse opvang is vrije tijd. De kinderen hebben inspraak op het programma en kunnen op deze manier samen met de pedagogisch medewerker hun vrije tijd invullen. Naarmate kinderen ouder worden, wordt er tijdens uitstapjes van de buitenschoolse opvang vaker een beroep gedaan op de zelfstandigheid van de kinderen.
16
3.Het volgen van kinderen 3.1 Inleiding Om kinderen goed te kunnen begeleiden in hun ontwikkeling, is het volgen van deze ontwikkeling van essentieel belang. Door het kind te volgen kunnen we de begeleiding afstemmen op het kind en zien we het kind als een individu. Hiertoe hebben we een aantal werkwijzen en hulpmiddelen ontwikkeld. 3.2 Vroeg en voorschoolse educatie Voor- en vroegschoolse educatie is van origine een taalstimuleringsproject wat bedoeld is om kinderen in groep 3 van de basisschool zonder taalachterstand in te laten stromen. Inmiddels is een VVE programma bedoeld om de brede ontwikkeling te stimuleren. Het programma biedt activiteiten op alle ontwikkelingsgebieden, zoals sociaal- emotioneel, senso-motorisch en cognitief. Voorschools betekent de periode van 2-4 jaar in het kinderverblijf, dus voordat een kind naar de basisschool gaat. Vroegschools gaat over de periode van groep 1 en 2 van de basisschool. Bij Kinderopvang Dikkie & Dik wordt op alle peutergroepen gewerkt met een VVEprogramma. Welk programma dit is, is afhankelijk van de school waarmee de locatie een samenwerking heeft.
De kinderen die een VVE-indicatie hebben, krijgen d.m.v. een integraal VVE programma extra ondersteuning op die gebieden waar dat noodzakelijk is. Er wordt gewerkt aan een doorgaande lijn tussen voorschoolse educatie en basisschool, d.w.z. dat de activiteiten uit het voorschoolse traject goed aansluiten bij de programma’s die gebruikt worden in groep 1 en 2. De VVE werkwijze uit zich in de volgende concrete en observeerbare punten: o Dagritmekaarten o Verteltafel o Activiteitenspin o Woordspin o Themaplanning o Spelen in hoeken (bouwhoek, huishoek etc) o Werken met kleine groep, grote groep, individueel o Themabrieven voor ouders o Ouderbetrokkenheid o Doorgaande lijn naar basisschool o Warme overdracht o Werken met ontwikkelplannen voor VVE kinderen o Oudergesprekken o Kindvolgsysteem o Kindbesprekingen
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Een kind komt in aanmerking voor een VVE-indicatie wanneer er sprake is van een (dreigende) taalachterstand, deze indicatie wordt afgegeven door de arts of verpleegkundige van het consultatiebureau. Met deze indicatie gaat het kind minimaal 4 dagdelen naar de opvang om mee te draaien met een VVE-programma.
17
Deze basis is op alle locaties aanwezig. Afhankelijk van het geboden programma en de spilsamenwerking kan de inhoud onderling verschillen. 3.3 Doorgaande lijn Bij doorgaande lijnen gaat het om een ononderbroken ontwikkelingslijn van kinderen tussen 0 en 13 jaar in een spilsamenwerking. Het gaat in dit geval om een doorgaande lijn in educatie van kinderopvang en basisschool. Er zijn heel veel manieren om een doorgaande lijn te realiseren. In het kader van VVE leggen we de focus op de doorgaande lijn van voor- naar vroegschool. Bij deze doorgaande lijn onderscheiden we de volgende aspecten: o De doorgaande lijn in het beleid: samenwerking en afstemming tussen kinderopvang en basisschool. o De overdracht van gegevens van kinderopvang naar de school en de zorg rondom kinderen o De inhoudelijke doorgaande lijn: doorlopende programma’s, leerlijnen voor taal, rekenen, sociale ontwikkeling. o Doorgaande lijn in ouderbetrokkenheid Een doorgaande lijn kan alleen gerealiseerd worden als er een goede samenwerking is met partners onderling en waarbij elkaars expertise kan worden gedeeld en ingezet. Ons uitgangspunt hierbij is dat het kind er uiteindelijk van profiteert.
We spreken ook over zorgkinderen, wanneer een kind wordt aangemeld waarbij voorafgaand aan de plaatsing al een zorg is vastgesteld. Kinderopvang Dikkie & Dik bekijkt bij iedere aanmelding van een zorgkind naar de mogelijkheden die er zijn om het kind te kunnen plaatsen. 3.5 Handelingsplannen De afspraken die gemaakt worden en acties die worden ingezet om een zorgkind te ondersteunen in zijn ontwikkeling, worden gebundeld in het handelingsplan. Hier zijn ook de contactgegevens van alle betrokkenen terug te vinden. De handelingsplannen worden met ouders besproken. 3.6 Kindvolgsysteem Kinderopvang Dikkie & Dik werkt met een kindvolgsysteem. Het doel van het kindvolgsysteem is het volgen van de ontwikkeling en het welbevinden van het kind om het kind op een doelgerichte manier te kunnen begeleiden en hierover met hun ouders in gesprek te gaan. Het boek KIJK KIES DOE gebruiken we als ondersteuning bij het observeren en registreren bij VVE-kinderen. Alle kinderen die de voorschool bezoeken zijn in beeld. Pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van de gewenste zorg. Zij kunnen binnen de organisatie terugvallen op een gespecialiseerde beleidsmedewerker. Zij bewandelt de wegen die
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
3.4 Zorgkinderen Wanneer bij een kind, op wat voor gebied dan ook, zorg wordt gesignaleerd door de pedagogisch medewerker, spreken we over een zorgkind. Kinderopvang Dikkie & Dik vindt het belangrijk om zorgen te delen met ouders. Uitgangspunt is dat we alle mogelijkheden bekijken om het kind zo goed mogelijk te begeleiding in zijn of haar ontwikkeling. Er is nauw wederzijds contact tussen ouders en pedagogisch medewerkers en indien wenselijk met derden. Het belang van het kind blijft hierbij voorop staan.
18
nodig zijn om het kind optimaal te helpen. De pedagogisch medewerker onderhoudt hiervoor het handelingsplan. Op vaste momenten die gekoppeld zijn aan de leeftijd van het kind, worden ouders uitgenodigd voor een 10-minuten gesprek. Deze vinden plaats op de volgende momenten: o Kennismakingsgesprek voor start op de (volgende) groep o 3 maanden na de start o Bij de leeftijd van 1 jaar en 10 maanden o Bij de leeftijd van 3 jaar o Bij de leeftijd van 3 jaar en 9 maanden. Binnen de buitenschoolse opvang worden deze gesprekken één keer per jaar gepland. Vanaf de leeftijd van 8 jaar voeren de pedagogisch medewerkers van de buitenschoolse opvang ook 10-minuten gesprekken met de kinderen zelf. Binnen kinderopvang Dikkie & Dik worden drie kindvolgsystemen gebruikt. Ons eigen kindvolgsysteem, Kijk! En Piramide. Het is afhankelijk van de locatie welk kindvolgsysteem wordt gehanteerd. Dit wordt mede bepaald door de school waarmee we in een spilverband samenwerken. De uitwerking van de kindvolgsystemen is terug te vinden in het locatieplan. 3.7 Overdracht Kinderopvang Dikkie & Dik hecht veel waarde aan de overdracht tussen de babydreumesgroep en peutergroep, tussen peutergroep en buitenschoolse opvang en basisschool.
In samenwerking met de basisscholen vind er een warme overdracht plaats. Door een overdracht weet de leerkracht van de basisschool of er bijzonderheden zijn op het gebied van de ontwikkeling, het gedrag en/of de situatie. Voor een soepele overdracht naar de basisschool vullen we een peuterobservatielijst in. Alle kinderen worden warm overgedragen. Hoe deze warme overdracht vorm krijgt, is afhankelijk per school/locatie. De (warme) overdracht wordt verder uitgewerkt in het locatie-werkplan. 3.8 Samenwerken Kinderopvang Dikkie & Dik beoogt een nauwe samenwerking met diverse partners binnen de gemeente Eindhoven. Alle locaties maken deel uit van een spilcentrum. Een Spilcentrum is een versterking van de pedagogische infrastructuur van 0 – 12 jarige. In een Spilcentrum wordt wijkgericht gewerkt en worden optimale ontwikkelingskansen geboden aan kinderen en opvoedingsondersteuning op maat aan ouders. In het Spilcentrum wordt voorkomen dat onderbrekingen in de ontwikkeling van het kind voorkomen, doordat men intensief samenwerkt met partners die betrokken zijn bij de ontwikkeling van kinderen van 0 – 12 jaar. Binnen een Spilcentrum is een nauwe samenwerking tussen kinderopvang en basisschool een feit. Kinderopvang Dikkie & Dik hecht veel waarde aan de onderlinge contacten. Samenwerking is optimaal wanneer de communicatielijnen kort zijn en er op een professionele en open manier wordt gecommuniceerd met elkaar.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Voor een soepele overgang naar de volgende groep, vindt een warme overdracht plaats tussen de pedagogisch medewerkers van beide groepen.
19
Afhankelijk van de locatie en de ligging van de locatie is het mogelijk dat er contacten worden onderhouden met externe instanties. Uitgangspunt is dat deze instanties een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het kind. Daarnaast verruimt het de omgeving van het kind. Zuidzorg is een partner van kinderopvang Dikkie & Dik waar het gaat om de zorg voor kinderen. Wij vinden het van groot belang om deze contacten te onderhouden. Met name bij VVE- en zorgkinderen.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
3.9 Protocollen De volgende protocollen richten zich op het volgen van kinderen: o Protocol signalering o Protocol kindvolgsysteem o Protocol zorgkinderen o Protocol VVE kinderen
20
4. Ouders 4.1 Inleiding Ouders zijn voor kinderopvang Dikkie & Dik samenwerkingspartners. In samenwerking met ouders nemen we de kernwaarden van de organisatie mee. Deze zijn: 1. Openheid 2. Persoonlijk leiderschap 3. Respect 4. Duidelijkheid 5. Verantwoordelijkheid 6. Betrouwbaarheid We nemen ouders serieus in hun behoeften en zullen altijd in gesprek gaan en ondersteunen en adviseren waar mogelijk. Ouders hebben de regie over het kind en maken keuzes die voor hen passend zijn. Een vertrouwensband met ouders is de basis voor een goede samenwerking en in het belang van hun en onze kinderen. Hierbij hebben we gezamenlijke belangen. Het is voor ouders belangrijk te weten wat hun kind bij Kinderopvang Dikkie & Dik doet en hoe zij hun kind thuis het beste kunnen ondersteunen. Omgekeerd is het voor pedagogisch medewerkers ook relevant om te weten hoe het kind thuis is, hoe ouders met hun kind omgaan en of er bijzonderheden zijn.
Vanuit de kernwaarden is er een gemeenschappelijke cultuur binnen de organisatie, deze is gebaseerd op huiselijkheid, vertrouwen en wederzijdse betrokkenheid. Samen zijn directie, leidinggevenden, pedagogisch medewerkers en ouders is verantwoordelijk voor opvoeding, opvang, ontwikkeling en educatie. We werken aan een gemeenschappelijk doel, de kinderen moeten er beter van worden. 4.2 Klantgerichtheid Binnen kinderopvang Dikkie & Dik zijn alle medewerkers zich ervan bewust dat de klant een belangrijke en bepalende factor is voor de bedrijfsvoering van de organisatie. Daarom inventariseren wij op regelmatige basis de behoefte van de bestaande en toekomstige klant. Wanneer een klant zijn behoefte kenbaar maakt, gaan pedagogisch medewerkers hierover in gesprek met ouders om samen te zoeken naar de beste oplossing. 4.3 Ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie De invulling van ouderbetrokkenheid is effectief als deze zich richt op samenwerking, waarin de verantwoordelijkheid voor de opvang opvoeding, ontwikkeling en educatie van kinderen wordt gezien als een gedeelde, gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, beroepskrachten en andere betrokkenen. Binnen de VVE werkwijze van Kinderopvang Dikkie & Dik is er aandacht voor deze vorm van samenwerking (ouderparticipatie).
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Pedagogisch medewerkers en ouders zien elkaar als partners, stemmen op elkaar af, maken drempels zo laag mogelijk, houden elkaar zo goed mogelijk op de hoogte, streven naar dialoog en zoeken elkaar op. Ouders hebben recht op beïnvloeding van het opvoedings- en ontwikkelingsproces van hun kind tijdens de opvang.
21
De behoeften van ouders kunnen op verschillende betrokkenheidsniveaus liggen. De intensiteit van betrokkenheid varieert per ouder en/of gezin. Ouderbetrokkenheid hangt onder meer samen met het beeld dat ouders hebben van de rol die zij kunnen spelen en met de mate waarin zij denken dat ze in staat zijn een bijdrage te leveren. Ouderparticipatie heeft een positief effect op het functioneren van kinderen binnen kinderopvang en school. Dit treft zowel op ontwikkeling, als prestaties als gedrag en houding. Dit verband is aanwezig bij gezinnen van alle economische en etnische achtergronden, alle opleidingsniveaus en bij kinderen van alle leeftijden. Met name betrokkenheid thuis levert een grote bijdrage aan de ontwikkeling en het leersucces van kinderen. Het is hierbij vooral van belang dat ouders met hun kinderen praten over de opvang en de tips toepassen die zij krijgen vanuit de kinderopvang (voorlezen, gesprekjes voeren met kinderen, liedjes zingen ed). Binnen kinderopvang Dikkie & Dik vinden door het jaar heen activiteiten plaats waarbij ouders intensief betrokken zijn, dit is een vorm van ouderparticipatie. 4.4 Plaatsingsbeleid Kinderopvang Dikkie & Dik is toegankelijk voor alle ouders met kinderen. We zijn een afspiegeling van de wijk met een diversiteit aan kinderen en ouders, alle kinderen welkom. Hiermee bevorderen we de integratie. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen klanten op basis van nationaliteit, etniciteit, geloofsovertuiging of geaardheid.
4.5 Klachtenprocedure Kinderopvang Dikkie & Dik heeft een klachtenprocedure. Wanneer ouders ontevreden zijn over de opvang of ergens tegen aan (blijven) lopen, pedagogisch medewerkers het niet oppikken en de locatiemanager niet verder kan helpen is er een mogelijkheid om een (schriftelijke) klacht in te dienen. Kinderopvang Dikkie & Dik streeft naar korte communicatielijnen tussen ouders en medewerkers, ook wanneer het gaat om de afhandeling van klachten. Meer informatie over de klachtenprocedure is terug te vinden in het klachtenprotocol. 4.6 Privacy Kinderopvang Dikkie & Dik beschikt over diverse gegevens van kinderen en hun ouders. Het is van belang dat alle medewerkers alert zijn op privacygevoelige informatie en hier zorgvuldig mee omgaan. Het gaat hierbij over het bewaren van gegevens, maar ook over gesprekken die worden gevoerd over kinderen en hun gezinnen. Richtlijnen en kaders met betrekking tot privacy zijn uitgewerkt in het privacy-protocol.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Kinderopvang Dikkie & Dik streeft ernaar om alle ingeschreven kinderen een passende plaats te bieden op de gewenste ingangsdatum, voor de gewenste dagen en voor de gewenste locatie. Ons plaatsingsbeleid maakt het mogelijk dat ouders hun werk en hun gezin kunnen combineren. Een goed plaatsingsbeleid komt de kwaliteit ten goede. Een evenwichtige leeftijdsopbouw en continuïteit in de samenstelling van de groepen draagt hiertoe bij. We beogen met ons plaatsingsbeleid dat een kind zich snel thuis voelt op de groep. We creëren hiermee een stabiele situatie voor ieder kind.
22
4.7 Flexibiliteit in opvang, ruilen van dagen, afname van extra dag(delen) Kinderopvang Dikkie & Dik komt zoveel mogelijk tegemoet aan de wensen van ouders op het gebied van flexibiliteit in opvang. Het ruilen van opvangdagen of afnemen van extra dag(delen) behoort tot de mogelijkheden voor ouders. Alle aanvragen voor het incidenteel ruilen van dagen en een aanvraag voor een extra dag(deel) worden bekeken. Samen met ouders wordt gekeken naar de mogelijkheden die hiervoor zijn.
4.8 Oudercommissie De oudercommissie bestaat uit ouders die zich betrokken voelen bij Kinderopvang Dikkie & Dik en zich daarvoor willen inzetten. Zij zijn er om de belangen van alle kinderen en ouders/verzorgers te behartigen. Kinderopvang Dikkie & Dik heeft een decentrale oudercommissie per locatie en een centrale oudercommissie. Kinderopvang Dikkie & Dik streeft er naar dat alle locaties zijn vertegenwoordigd in de centrale oudercommissie. De oudercommissie heeft zelf de inspanningsverantwoordelijkheid nieuwe ouders te werven wanneer dit niet het geval is. De oudercommissie heeft adviesrecht over een groot aantal onderwerpen: o het organiseren van de kinderopvang op zodanige wijze dat dit redelijkerwijs leidt tot verantwoorde kinderopvang o het pedagogisch beleid o voedingsaangelegenheden van algemene aard o het algemene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid en gezondheid waaronder het vierogenprincipe o de openingstijden o het beleid met betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen, waaronder het aanbieden van voorschoolse educatie o de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden met de behandeling van klachten o wijziging van de prijs van kinderopvang. Naast deze adviesrol, vervullen zij vooral een rol als klankbord voor de directie en de locatiemanagers.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Voor het ruilen van dagen hanteren wij de volgende richtlijnen: o Ouders hebben altijd recht op hun vaste dag(deel), ook als ze die dag hebben afgemeld. o Het beroepskracht kind-ratio is leidend in de mogelijkheden om te ruilen. Bij twijfel over ruilmogelijkheden, rekening houdend met beroepskracht kind-ratio, wordt overlegd met de locatiemanager of planningsmedewerker. o Wanneer het beroepskracht kind-ratio het niet toelaat, kan met ouders worden afgesproken dat zij gebeld worden wanneer er een afmelding is. o Het ruilen van een dag(deel) is mogelijk binnen een periode van een maand. o Ziektedagen kunnen worden geruild als de groepsgrootte het toelaat en binnen de termijn van een maand. o Feestdagen kunnen niet worden geruild. o Opvang op een andere locatie is een optie, maar dat gebeurt in overleg met locatiemanager en ouder. Alle belangen worden afgewogen voordat er een definitieve beslissing genomen wordt.
23
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
4.9 Protocollen De volgende protocollen richten zich op ouders: o Protocol ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie o Protocol plaatsing o Klachtenprocedure o Reglement oudercommissie o Protocol brengen en halen o Protocol speelinloop o Protocol ruilen van dagen
24
5. Een veilige en gezonde omgeving voor kinderen 5.1 Inleiding Waar met kinderen wordt gewerkt, is veiligheid en gezondheid essentieel. Een kind moet zich in een veilige en gezonde omgeving kunnen ontwikkelen. De pedagogisch medewerker is er, samen met de andere medewerkers van onze kinderopvang, voor verantwoordelijk dat de speel-leeromgeving veilig en gezond is. Vanuit deze gedachte hebben deze onderwerpen speciale aandacht binnen onze kinderopvang. Onder veiligheid verstaan we enerzijds de pedagogische veiligheid en anderzijds de fysieke veiligheid. In dit hoofdstuk richten we ons op de fysieke veiligheid. Veiligheid vormt een belangrijke basis binnen onze kinderopvang. Om de veiligheids- en gezondheidsrisico’s in beeld te krijgen en te houden, wordt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd op alle groepen. Door de pedagogisch medewerkers bij de inventarisatie te betrekken weten zij precies hoe te handelen in de groepen en de risico’s te beperken. Om deze risico’s zo klein mogelijk te maken hebben we regels voor kinderen en medewerkers opgesteld die jaarlijks met elkaar worden besproken. Dit geldt ook voor de vastgelegde protocollen.
Alle medewerkers van kinderopvang Dikkie & Dik zijn zich bewust van het feit dat risicovolle situaties in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen. Door samen te werken en een open communicatie, wordt er bespreekbaar gemaakt wat er gesignaleerd wordt. Hierbij betrekken we ook stagiaires en vrijwilligers. De meldcode kindermishandeling is hierbij leidend. Ook van ouders verwachten we signalen bespreekbaar te maken met de pedagogisch medewerker(s) en eventueel de locatiemanager. Iedere locatie heeft eigen acties uitgevoerd om het vierogenprincipe vorm te geven. Zo zijn er per locatie aanpassingen gedaan en afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat een medewerker zich niet kan afzonderen met een kind. Tijdens het teamoverleg wordt er jaarlijks gesproken over de lopende afspraken omtrent het vierogenprincipe. Ook zijn er enkele aanpassing gedaan wat betreft inrichting en aanschaf van materiaal zoals camera’s. 5.3 Achterwachtregeling Deze regeling beschrijft dat er in geval van calamiteit een achterwacht beschikbaar moet zijn die binnen 15 minuten op de locatie aanwezig is. Deze regeling is van toepassing wanneer er één pedagogisch medewerker aanwezig is op een locatie. Kinderopvang Dikkie & Dik kiest ervoor om te zorgen dat er altijd twee mensen aanwezig zijn op een locatie.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
5.2 Vierogenprincipe Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt in navolging van de commissie Gunning: 'Een situatie waarin een groep kinderen op kinderdagverblijven lang alleen kan zijn met één volwassene, is uit oogpunt van veiligheid niet acceptabel.' De kinderopvang heeft de verantwoordelijkheid te voorkomen dat een beroepskrachten zich met één of een aantal kinderen kan isoleren. Deze maatregel is vertaald als 'meer ogen op de groep', 'meer oren op de groep' en 'transparantie van de ruimtes'. Er zijn verschillende manieren waarop een kindercentrum dit kan bereiken.
25
5.4 Drie-uursregeling (kdv)/ halfuursregeling (bso) Deze richtlijn, bepaald in het convenant kinderopvang, beschrijft dat er tijdens gezette tijden minder pedagogisch medewerkers aanwezig mogen zijn dan volgens de beroepskracht/kind-ratio. Aan het begin en einde van de dag en tijdens de middaguren zijn er op de dagopvanggroepen minder kinderen aanwezig. Van 7.45 tot 8.45 en van 17.15 tot 18.15 is er per groep maar één pedagogisch medewerker aanwezig. Ook tijdens de pauze van 13.00 tot 14.00 is er maar één pedagogisch medewerker per groep aanwezig. Tijdens deze tijden wordt er dus afgeweken van de vereiste beroepskracht-kindratio. Op deze momenten is de drie-uursregeling van kracht. Deze regeling maakt het mogelijk dat er ten hoogste 3 uur per dag (niet aansluitend) minder pedagogisch medewerkers aanwezig zijn dan volgens de beroepskracht-kindratio is vereist.
5.5 Meldcode kindermishandeling / spilprotocol kindermishandeling Kinderopvang Dikkie & Dik heeft een meldcode voor kindermishandeling waarin een duidelijk procedure is vastgelegd die aantoonbaar gevolgd wordt in het geval van een (vermoeden) van kindermishandeling en/of seksueel misbruik. Dit vermoeden kan betrekking hebben op alle situaties waarin een kind zich kan bevinden. Naast de landelijke meldcode kindermishandeling bestaat het spilprotocol kindermishandeling. Deze twee werkwijzen kunnen naast elkaar gebruikt worden. Het spilprotocol vult de meldcode aan op spilniveau. Binnen de meldcode heeft iedere medewerker zijn eigen verantwoordelijkheden. De eerste verantwoordelijkheid van de pedagogisch medewerker is het herkennen van kindermishandeling. Hiervoor is de signaleringslijst toegevoegd aan de meldcode. De pedagogisch beleidsmedewerker en locatiemanagers zijn samen verantwoordelijk voor het verder in gang zetten van de benodigde acties bij signalering. De directie heeft hierbij een ondersteunende rol. 5.6 Ziekte en medicijnverstrekking Kinderopvang Dikkie & Dik wil voorkomen dat infectieziekten zich via onze opvang verspreiden onder de kinderen, ouders en/of medewerkers. Om verspreiding te voorkomen zijn er richtlijnen uitgewerkt. De adviezen van de GGD zijn leidend in ons handelen bij het voorkomen van infectieziekten en het toedienen van medicatie. Ouders worden tijdens het intakegesprek gewezen om onze richtlijnen met betrekking tot ziekte. Wanneer er sprake is van een heersende ziekte, worden ouders hierover middels een plaat op de deur geïnformeerd. Pedagogisch medewerkers vragen tijdens het intakegesprek aan ouders of hun kind ingeënt is of wordt volgens het inentingsprogramma. Zo kunnen we snel handelen wanneer dit nodig is.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Voor de buitenschoolse opvang geldt dat gedurende reguliere schoolweken ten hoogste een half uur per dag minder medewerkers mogen worden ingezet dan volgens de beroepskracht-kindratio is vereist. Voor vakantieweken geldt de drie-uursregeling van de dagopvang ook voor de buitenschoolse opvang. Tijdens de drie-uursregeling / halfuursregeling geldt de achterwachtregeling.
26
5.7 Hygiënebeleid Door een goede hygiëne wordt besmetting met ziekteverwekkers en daarmee de kans op infecties beperkt. Door persoonlijke hygiëne, voedselhygiëne en gedegen schoonmaak wordt de voedingsbodem voor een snelle groet van ziekteverwekkers weggenomen. Kinderopvang Dikkie & Dik verwacht van de medewerkers, kinderen en ouders dat zij schoon op de opvang verschijnen. Handen wassen door medewerkers en kinderen is één van de meest effectieve manieren om te kans op besmetting te verkleinen. Handen wassen wordt dat ook zeer regelmatig gedaan. De handen worden met vloeibare zeep en flink stromend water gewassen. Kinderen worden verschoond op een commode met verschoonkussen. Dit kussen wordt na ieder gebruik gereinigd. Belangrijke taak voor de pedagogisch medewerker is het aanleren van een goede manier van handen wassen door kinderen en het aanleren van goede hoest- en niesgewoonten. Kinderopvang Dikkie & Dik ziet erop toe dat voeding verantwoord gekocht, ontvangen en bewaard wordt. Voor het gebruik van voedsel wordt eerst gekeken naar de data op de verpakking. Bij verder gebruik of bereiding van voedsel zorgen de medewerkers voor goede voedsel hygiëne. Tijdens het eten hebben alle kinderen en medewerkers hun eigen serviesgoed. Kinderopvang Dikkie & Dik heeft vaste huishoudelijk medewerkers in dienst die zorgen voor de schoonmaak. Daarnaast hebben ook de pedagogisch medewerkers vaste schoonmaaktaken. Er wordt gewerkt met een schoonmaakschema.
5.7 GGD inspectie In opdracht van de gemeente voert de GGD inspecties uit op alle locaties. Doel hiervan is te controleren of de opvang plaatsvindt volgens de wet kwaliteit kinderopvang. De GGD controleert onder andere op diploma’s van medewerkers, de aanwezigheid van verklaringen omtrent gedrag, het pedagogisch handelen van de medewerkers, de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie, de veiligheid en gezondheid. Afhankelijk van de opdracht van de gemeente is een bezoek wel of niet aangekondigd. Tijdens een inspectie komt er een toezichthouder van de GGD op de groepen om te observeren en het beleid dat op papier staat te toetsen aan de werkelijkheid. Na deze inspectie stelt de toezichthouder een verslag op en brengt zij advies uit naar de gemeente. Het advies van de toezichthouder aan de gemeente is bepalend voor de frequentie van de bezoeken die worden ingepland. De verslagen worden openbaar gemaakt en zijn terug te vinden op de site van de GGD en onze eigen site.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Op de locaties worden geen dieren gehouden of toegelaten.
27
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
5.8 Protocollen De volgende protocollen richten zich op het veiligheid en gezondheid: o Meldcode kindermishandeling o Protocol ziekte en medicijnverstrekking o Wet BIG o Protocol veilig slapen o Protocol calamiteiten o Protocol hoofdluis o Hygiënecode o Protocol warmte o Protocol openen van deuren o Protocol vierogenprincipe
28
Bijlage 1 Groepsindeling
10-09-2013
Locatie Gerretsonlaan De locatie Gerretsonlaan bestaat uit dagopvang en buitenschoolse opvang. Er zijn 3 babydreumesgroepen, 4 peutergroepen en 3 groepen buitenschoolse opvang. Gebouw 1b heeft op de benedenverdieping één babydreumesgroep en één peutergroep die beiden de gehele dag en het gehele jaar geopend zijn. Op de bovenverdieping is één peuterspeelzaalgroep die 40 weken per jaar (de schoolweken) geopend is op 6 dagdelen in de week. Daarnaast is er een buitenschoolse opvang voor kinderen van 4 en 5 jaar. Gebouw 1c heeft op de benedenverdieping één babydreumesgroepen en één peutergroep die alle dagen in de week en het gehele jaar geopend is. Op de bovenverdieping bevindt zich één peutergroep die drie dagen in de week geopend is. Er is ook een buitenschoolse opvang voor kinderen vanaf 8 jaar. In een unit op het terrein van de Gerretsonlaan bevindt zich een groepsruimte die is ingericht voor zowel babydreumes als peutergroep maar momenteel niet in gebruik is. Op de bovenverdieping van dit gebouw bevindt zich een buitenschoolse opvang voor kinderen van 6 en 7 jaar. Onderstaande richtlijnen worden gehanteerd wat betreft het beroepskracht-kindratio.
Peutergroepen (rood, oranje, groen, prinsejagt): o Maximaal 7 kinderen van 2-4 jaar per medewerker o Voorkeur gaat uit naar 14 kinderen met twee medewerkers o Maximale groepsgrootte 16 kinderen met drie medewerkers o In de huidige situatie zijn 14 kinderen per peutergroep geplaatst met twee medewerkers en eventueel een stagiaire of vrijwilliger Buitenschoolse opvang (brons, zilver, goud): o Maximaal 10 kinderen van 4-13 jaar per medewerker o 20 kinderen van 4-8 met twee medewerkers o Maximaal 30 kinderen vanaf 8 jaar met twee medewerkers en een derde volwassene. o In de huidige situatie zijn 20 kinderen per buitenschoolse opvang geplaatst Locatie Jagershoef Peuterspeelzaal Jagershoef bevindt zich op het terrein van Basisschool de Korenaar. Onderstaande richtlijnen worden gehanteerd wat betreft het beroepskracht-kindratio. o Maximaal 7 kinderen van 2-4 jaar per medewerker o Voorkeur gaat uit naar 14 kinderen met twee medewerkers en een vrijwilliger o Maximale groepsgrootte 16 kinderen met 3 medewerkers o In de huidige situatie zijn 14 kinderen en twee medewerkers en een vrijwilliger geplaatst.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Baby-dreumesgroep (blauw, roze, geel): o Maximaal 5 kinderen van 0-2 jaar per medewerker o Maximale groepsgrootte 10 kinderen met twee medewerkers
29
Locatie Spilcentrum de Driestam De locatie Driestam bevindt zich op het terrein van Basisschool de Driestam. Het gebouw wordt uitsluitend gebruikt door onze kinderopvang. Op de benedenverdieping bevinden zich twee groepen. Met ingang van eind oktober bevinden zich hier één babydreumesgroep en 1 peutergroep. Momenteel is de baby-dreumesgroep ’s morgens tot 8.30 en ’s middags vanaf 15.00 uur in gebruik als verticale groepsruimte voor kinderen van 0-4 jaar. In verband met het aansluiten op de behoeftes van deze leeftijden en de mogelijkheden die er zijn om de groep te splitsen hebben we ervoor gekozen om met ingang van uiterlijk 1 december over te gaan naar alleen maar horizontale groepen. Op de bovenverdieping bevinden zich twee groepsruimtes. Eén groepsruimte wordt tot 15.00 uur en alleen tijdens schoolweken gebruikt door de peuterspeelzaal. Na 15.00 uur en tijdens vakantieweken wordt deze ruimte gebruikt door de buitenschoolse opvang 4-5 jarigen. De andere ruimte op de bovenverdieping is in gebruik door de buitenschoolse opvang 6-7 jarigen. Binnen de school is een groepsruimte gecreëerd voor de buitenschoolse opvang 8+. Naast de bovengenoemde groepsruimtes maakt de opvang ook gebruik van de speelzaal van school. Onderstaande richtlijnen worden gehanteerd wat betreft het beroepskracht-kindratio:
Peutergroepen (kabouterbos beneden, kabouterbos boven): o Maximaal 7 kinderen van 2-4 jaar per medewerker o Voorkeur gaat uit naar 14 kinderen met twee medewerkers o Maximale groepsgrootte 16 kinderen met drie medewerkers o In de huidige situatie zijn 14 kinderen met twee medewerkers per peutergroep geplaatst. Buitenschoolse opvang (kabouterbos BSO, speelboom, boomhut): o Maximaal 10 kinderen van 4-13 jaar per medewerker o 20 kinderen van 4-8 met twee medewerkers o Maximaal 30 kinderen vanaf 8 jaar met twee medewerkers en een derde volwassene. o In de huidige situatie zijn groep 20 kinderen met twee medewerkers geplaatst.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Baby-dreumesgroep (‘t stekje): o In de huidige situatie worden in de dagopvang 0-4 jarigen maximaal 12 kinderen van 0-4 jaar geplaatst met twee medewerkers. In de periode van 8.30 tot 15.00 worden maximaal 10 kinderen van 0-2 jaar geplaatst. Tussen 15.00 - 18.15 uur is de maximale groepsgrootte 16 kinderen van 0-4 jaar met 3 medewerkers. o Vanaf december geldt het volgende: o Maximaal 5 kinderen van 0-2 jaar per medewerker o Maximale groepsgrootte 10 kinderen met twee medewerkers
30
Locatie Spilcentrum de Barrier De locatie Barrier bevindt zich in het schoolgebouw van Basisschool de Opbouw. Groepsruimte 1: In deze groepsruimte worden kinderen opgevangen van 0-4 jaar. De groepsruimte is ingericht als verticale ruimte. Er is onder andere een hoek waar de baby’s in alle rust op de grond kunnen spelen op matten en er zijn hoeken gecreëerd voor de peuters. De peuters kunnen tevens gebruik maken van de ruimte boven het slaapkamertje. Alle andere hoeken en ruimtes in de groep zijn voor alle kinderen toegankelijk. Groepsruimte 2: Na 15.00 uur en tijdens vakanties wordt deze ruimte gebruikt door de buitenschoolse opvang 4-6 jarigen. In schoolweken en tot 15 uur kan deze ruimte worden gebruikt voor activiteiten met de peuters uit de verticale groep. Groepsruimte 3: Deze ruimte wordt gebruikt door de buitenschoolse opvang. De leeftijd van de kinderen is 6 jaar en ouder. Groepsruimte 4: Deze ruimte wordt tijdens schoolweken op 8 dagdelen per week gebruikt door de peuterspeelzaal. Eén dagdeel per week wordt deze groep gebruikt voor de speelinloop. In de vakanties kan deze ruimte gebruikt worden door de peuters van de dagopvang. Naast de groepsruimtes die hierboven zijn genoemd, maakt de opvang ook gebruik van de speelzaal van school.
Verticale groep (de kiezeltjes) o Maximaal 6 kinderen van 0-4 jaar per medewerker o Maximale groepsgrootte 12 kinderen met twee medewerkers Peutergroep (de keien): o Maximaal 7 kinderen van 2-4 jaar per medewerker o Voorkeur gaat uit naar 14 kinderen met twee medewerkers o Maximale groepsgrootte 16 kinderen met drie medewerkers o In de huidige situatie zijn 14 kinderen met twee medewerkers geplaatst. Buitenschoolse opvang (de keien, de klinkers): o Maximaal 10 kinderen van 4-13 jaar per medewerker o 20 kinderen van 4-8 met twee medewerkers o Maximaal 30 kinderen vanaf 8 jaar met twee medewerkers en een derde volwassene. o In de huidige situatie zijn 20 kinderen met twee medewerkers per groep geplaatst.
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Onderstaande richtlijnen worden gehanteerd wat betreft het beroepskracht-kindratio.
31
Locatie Acht De locatie Acht bevindt zich op het terrein van Basisschool St. Antonius Abt. De groepsruimte van de peuterspeelzaal bevindt zich in de school en de twee groepsruimtes van de buitenschoolse opvang bevinden zich achter de school. De buitenschoolse opvang bestaat uit een groep 4-7 jarigen (Klaveren Acht) en een groep 6-12 jarigen (Ruiten Acht). Naast de twee groepsruimtes wordt ook gebruik gemaakt van de speelzaal van school. Onderstaande richtlijnen worden gehanteerd wat betreft het beroepskracht-kindratio. Peutergroep: o Maximaal 7 kinderen van 2-4 jaar per medewerker o Voorkeur gaat uit naar 14 kinderen met twee medewerkers o Maximale groepsgrootte 16 kinderen met drie medewerkers o In de huidige situatie zijn 8-14 kinderen aanwezig met twee medewerkers en op een aantal dagen een vrijwilliger
Pedagogisch beleidsplan Kinderopvang Dikkie & Dik September 2013
Buitenschoolse opvang (klaveren acht, ruiten acht): o Maximaal 10 kinderen van 4-13 jaar per medewerker o 20 kinderen van 4-13 met twee medewerkers o In de praktijk zijn er momenteel bij de buitenschoolse opvang maximaal 30 kinderen en drie medewerkers aanwezig. De jongste groep heeft 10 kinderen met één medewerker en de oudste groep 20 kinderen en twee medewerkers. Afhankelijk van de dag en de leeftijd van de kinderen ligt de scheiding tussen de twee groepen rond de 6 a 7 jaar.
32