TECHNIEK
De beglazing van een veranda Glas is ontstaan uit een vreemde alchemie en het heeft zich buitengewoon soepel aangepast aan de vereisten en de toepassingen die de mens ervoor heeft uitgedacht. Na talloze veranderingen heeft het verschillende kwaliteiten gekregen en is het verwerkt in een ruime waaier aan producten die op de meest uiteenlopende toepassingen zijn afgestemd. Bij de veranda’s evolueert de bereikte vooruitgang onstuitbaar in de richting van een voortdurend toenemend comfort. Verschillende functies Traditioneel dient glas in een woning vooral om het interieur af te schermen tegen de buitenwereld en toch het daglicht binnen te laten. Vroeger was het door zijn eigenschappen beperkt tot een klein aantal toepassingen. Vandaag biedt de glastechnologie de mogelijkheid om ons te beschermen tegen koude, warmte, lawaai, vuur, inbraken en ongevallen. Meer nog, glas kan onze omgeving zowel binnen als buiten een pak mooier maken. Bovendien kan glas de privacy van een interieur bewaren en het zelfs volledig afschermen tegen indiscrete blikken. Daarnaast kunnen de vele functies van glas onderling gecombineerd worden in één en dezelfde beglazing. Op die manier kent de toepassing ervan omzeggens geen grenzen. Om een duidelijk beeld te schetsen van de enorme omvang van dit toepassingsveld, zullen we de verschillende functies onder de loep nemen en voor elk ervan de mogelijke toepassingen in het domein van de veranda’s analyseren. Daarna zullen we ons artikel afronden met een beknopte uitleg over de verschillende bestaande beglazingtypes, of toch tenminste de beglazingen die in het domein van de veranda’s worden gebruikt.
Uitzicht en transparantie Het eerste wat bij ons opkomt wanneer we aan de functie van beglazing denken, is dat ze in een gebouw zorgt voor een uitzicht naar buiten. We vinden deze functie vanzelfsprekend. Wie kan zich immers voorstellen dat hij moet leven in een huis zonder ook maar één venster ? Dit is trouwens één van de essentiële functies van een veranda – en zelfs haar roeping- om
aan haar bewoners een ruime uitkijk te bieden naar buiten, meestal op de tuin. Het glas dat momenteel wordt geproduceerd volgens het "floating" procédé (uitvloeien van gesmolten glas op een bad van tin), heeft een opmerkelijke kwaliteit die amper enige gebreken vertoont. De transparantie is dan ook optimaal en zal dus het uitzicht niet vervormen. Maar deze kwaliteit van het glas heeft ook een keerzijde. Want als transparant glas een uitstekende uitkijk mogelijk maakt, dan geldt dit in de twee richtingen, dus ook van buiten naar binnen. Dan komt uiteraard de privacy van de woning in het gedrang, vooral ’s avonds, wanneer het licht in de veranda wordt aangestoken. De bewoner krijgt dan in het glas enkel een donkere muur te zien, terwijl hij van buiten uit perfect zichtbaar is. Om de privacy te herstellen, doet men meestal een beroep op gordijnen, stores of luiken. Nochtans bestaan er oplossingen die dankzij spitstechnologische procédés in de beglazing zelf vervat zijn, zoals isolerende beglazing met geïntegreerde lamellen (bijv. Thermobel Luxaclair van Glaverbel) of de beglazing met bediende opacificatie (d.i. het ondoorzichtig maken van glas: bijv. Priva-Lite van Saint-Gobain Glass). De eerste is een dubbele beglazing waarin een store met horizontaal verstelbare lamellen is geïntegreerd. De tweede is een “ intelligente ” beglazing die met een simpele elektrische bediening de ene keer transparant en de andere keer opaak (ondoorzichtig) is om de in- of uitkijk in een oogwenk te beletten. Dit relatief onbekende beglazingtype wordt heel weinig door particulieren gebruikt. Vooral het prijskaartje ervan beperkt de toepassing in
veranda’s die een groot glasoppervlak hebben. Nochtans heeft dit spitstechnologische materiaal een mooie toekomst voor zich, niet in het minst omdat het een groot aantal troeven combineert (zie Typologie van de beglazingen).
Licht en lichttransmissie Het is ook vanzelfsprekend dat verandabeglazingen vooral dienen om een maximum aan licht te laten doordringen, en niet alleen in de veranda, maar ook in de aanpalende leefruimtes. Op dit vlak zijn niet alle beglazingen gelijk. Afhankelijk van hun eigenschappen laten ze meer of minder licht door. Het loont alvast de moeite om in het kort uit te leggen waaruit het spectrum van het zonlicht bestaat, om dit verschijnsel goed te begrijpen. De zonnestralen produceren energie, die tegelijk een bron van licht en van warmte is. Deze energie wordt verdeeld in drie categorieën: de ultravioletstralen (UV), onzichtbaar voor het menselijk oog (280 tot 380 nm) vertegenwoordigen ongeveer 3 % van de energie van het spectrum; de zichtbare stralen (380 tot 780 nm) zijn goed voor zowat 54% van de zonne-energie en de infraroodstralen ten slotte, dragen de warmte en zijn evenmin zichtbaar voor het oog (780 tot 2500 nm); ze nemen 43% van de totale zonneenergie voor hun rekening. Het licht, m.a.w. het zichtbare deel van de zonnestralen, dringt niet volledig door een beglazing door. Zo maakt men een onderscheid tussen de Lichttransmissie, namelijk het percentage zichtbaar licht dat afkomstig is van de zonnestraling en dat door de glaswand wordt doorgelaten, en de Lichtreflectie, namelijk het percentage zichtbaar licht dat door de glaswand wordt 43
gereflecteerd (zie schema). Het vermogen van een glasvlak om licht door te laten, wordt dus met de “LTA factor” uitgedrukt in percentages, en wordt het Lichttransmissie vermogen genoemd. Dit percentage is hoger wanneer de lichttransmissie groter is. Maar naarmate men het isolerende vermogen van een beglazing verhoogt (zie Het weren van het zonlicht), vermindert men de lichtdoorlaatbaarheid ervan. Dit verschijnsel is gemakkelijk te verklaren: hoe donkerder men de beglazing maakt om haar “zonnefactor” te verminderen, des te minder men de warmte doorlaat, maar dat gebeurt dan ten koste van de glashelderheid. Zo heeft het Thermoplus Energy glas van Glaverbel, dat aanbevolen is voor een zuid of zuidwest blootstelling, een zontoetredingsfactor (ZTA) van 39 % voor een hoge lichttransmissiefactor (LTA) 71 %. De zonwerende Stopray Silver (Glaverbel) beglazing die aanbevolen is voor verandadaken en een veel hogere isolatiewaarde heeft dankzij haar zilverkleurige weerkaatsende eigenschap, heeft een zontoetredingsfactor van 25%, maar haar lichttransmissiefactor bedraagt slechts 43 % . Volgens de glasfabrikanten is een verlies van 20% lichttransmissie (van 100% tot 80%) zelfs niet te zien. Maar voor de hogere waarden zal de gebruiker zelf moeten kiezen voor een compromis tussen de hoeveelheid licht waarover hij wil beschikken en de isolerende eigenschap van de beglazing. Het verbeteren van de ene zal altijd gebeuren ten koste van de andere.
Het weren van het zonlicht Vandaag kunnen we ons de bouw van een veranda niet meer voorstellen zonder een beglazing die zorgt voor
een minimale beheersing van het zonlicht. De bewoonbaarheid van de veranda is er immers afhankelijk van. Om te begrijpen waarom dit nodig is, moeten we het principe kennen dat de warmteverspreiding in de veranda regelt, het zogenaamde “broeikaseffect” waarvan we allemaal al hebben gehoord. De zon produceert enorme hoeveelheden energie in de vorm van licht en warmte, maar slechts een oneindig kleine fractie van deze energie bereikt onze Aarde. Van deze hoeveelheid energie die onze planeet bereikt, wordt 42% omgezet in licht (zichtbare straling) en bereikt 58% de Aarde in de vorm van warmte (ultraviolet- en infraroodstralen). Deze warmte-energie wordt zeker gewaardeerd, maar ze is ook de hoofdoorzaak van de oververhitting van gebouwen in de zomer. Iedereen kent het warmtegevoel achter een raam in volle zonlicht. Dit verschijnsel doet deugd in de winter, maar in de zomer is het ronduit onaangenaam. Het wordt veroorzaakt door het feit dat glas ondoordringbaar is voor lange infraroodstralen. Zoals we eerder hebben uitgelegd, bestaat het zonlicht uit ultravioletstralen, zichtbare stralen en infraroodstralen. Normaal glas laat een groot deel van de zonnestralen door (zichtbare stralen en korte infraroodstralen) die de materialen opwarmen die in de veranda staan. Deze materialen geven op hun beurt warmte af, maar dan in de vorm van lange infraroodstralen die niet door het glas worden doorgelaten. Kortom, de warmte wordt opgesloten in de veranda. Om dit ongemak op te vangen, heeft de glasindustrie verschillende soorten “zonwerende” beglazing ontwikkeld. Afhankelijk van de geografische ligging (mediterraan, continentaal of maritiem klimaat), de oriëntatie en het gewenste gebruik (seizoen, woonruimte, beplantingen,…) selecteert men een beglazing met aangepaste eigenschappen; ofwel om de zonnestralen bij het binnendringen te filteren (functie die het zonlicht beheerst), ofwel om het uitgaande
warmteverlies te beperken (zie de functie thermische isolatie). Om de hoeveelheid binnendringende zonnestralen te beperken, kan men kiezen voor getinte, reflecterende of “hoog rendements” beglazing: • De eerste soort is met een metaaloxide gekleurd in de massa. Ze absorbeert het merendeel van de zonnestraling en geeft ze voornamelijk naar buiten toe weer af in de vorm van warmte. De kenmerken variëren volgens de kleur en de dikte.
laag edelmetaal geïntegreerd, meestal op de niet-bereikbare zijde (binnenin het dubbel glas). Het resultaat hiervan is dat een maximum aan licht wordt doorgelaten om een hoge graad van natuurlijk daglicht te behouden, terwijl tegelijkertijd de intensiteit van de infraroodstraling en dus van de warmte wordt beperkt. De graad van bescherming die een beglazing tegen de zon biedt, wordt uitgedrukt in wat men de “zonnefactor” (ZF) noemt. Deze
Beglazing met zonwerende en isolerende eigenschappen
2
1 4
3
6 5 Lichteigenschappen: 1: Lichtreflectie(LR) 2: Lichttrafnsmissie (LTA) Energetische eigenschappen: 3: Directe energetische reflectie (ER)
• Reflecterende beglazing wordt getint dankzij een metaaloxide coating die men op één van de twee zijden aanbrengt. Een dergelijke beglazing weerspiegelt de omgeving (spiegeleffect), ze laat de hoeveelheid zichtbare straling door die nodig is voor een goede natuurlijke lichtinval en ze kaatst een relatief groot deel (tot 30%) van de zonne-energie terug. • De “hoog rendements” beglazing is qua zonwerende eigenschap het neusje van de zalm. In deze dubbele beglazing is een bijna onzichtbare
4: Directe energetische transmissie (DET) 5: Omgevingstemperatuur aan buitenzijde 6: Omgevingstemperatuur aan binnenzijde zonnefactor is de som van de rechtstreekse energetische transmissie (RET) van de beglazing en van de energie die weer wordt afgegeven door het glas binnenin het lokaal (zie schema). Deze zonnefactor wordt uitgedrukt in % en de waarde ervan wordt lager naarmate de bescherming toeneemt. Van de momenteel verkrijgbare beglazingen slagen de meest performante er in om de zonnefactor rond de 20% te laten schommelen, maar dat gebeurt dan vaak ten koste van de lichttransmissie.
44
Thermische isolatie De zonwerende functie moet dus het doordringen van de zonnestralen beperken, en dat vooral in de zomer, terwijl de thermische isolatie het warmteverlies in de woning van binnen naar buiten toe moet beperken. Deze functie is essentieel want ze biedt een zuinige en milieuvriendelijke aanpak (vermindering van het energieverbruik en van de impact ervan op het leefmilieu) en ze vermindert het energieverlies via de beglazing. Om dit te bereiken gebruikt men beglazing met een zogenaamde “lage emissiviteit”. Dit zijn dubbele beglazingen waarvan de spouw gevuld is met droge lucht of een isolerend gas, gecombineerd met een glasbehandeling die de warmte naar binnen moet kaatsen. Om u een idee te geven: een gebouw verliest 60% van zijn warmte via zijn vensters. Het gebruik van beglazing met een lage emissiviteit kan de thermische wisselwerking met bijna 75% verminderen. De thermische isolatiewaarde van een beglazing wordt uitgedrukt door de U-coëfficiënt (vroeger de Kcoëfficiënt) en hoe lager deze coëfficiënt is, des te beter de beglazing isoleert. Deze coëfficiënt wordt berekent volgens een standaardmethode. Even vergelijken: de U-coëfficiënt van enkele beglazing is gelijk aan 5,8. Een normale isolerende dubbele beglazing met lucht in de spouw heeft een coëfficiënt van 2,8 tot 3. Beglazing met een lage emissiviteit heeft tegenwoordig een coëfficiënt die lager is dan 2 en een groot aantal hiervan bereikt zelfs een waarde van 1,4! Als daarbij ook nog de spouw van dubbele beglazing met een lage emissiviteit wordt gevuld met een edelgas, dan kan het isolerende vermogen zelfs een Uwaarde van amper 1,1 bereiken. Specialisten schatten dat de bouwmarkt op korte termijn een technologische revolutie zal kennen door de komst van isolerende beglazing met een heel lage Ucoëfficiënt die waarden van een
luttele 0,6 zou kunnen bereiken. Een goede U-waarde wordt bij koud weer gewaardeerd want dit komt neer op een vermindering van de wisselwerking tussen de koude buitenomgeving en de omgeving binnenshuis; op die manier kan men de binnentemperatuur gemakkelijker op peil houden en zo stevig besparen met de verwarming. Vaak combineert men beglazing met een lage emissiviteit met vooraf berekende zonwerende eigenschappen. In dat geval (Bijv. Stopray van Glaverbel) is de beglazing ideaal voor alle weersomstandigheden en in alle seizoenen.
Geluidisolatie In onze moderne tijden is lawaaihinder niet te onderschatten. Door het almaar drukkere verkeer en de uitbreiding van de woongebieden worden we dagelijks blootgesteld aan steeds luider lawaai. Het is zeker niet ongewoon dat lawaai de oorzaak is van vermoeidheid, geïrriteerdheid, stress en zelfs gedragsstoornissen. Omdat het dikwijls onmogelijk is om de lawaaihinder aan de bron te verminderen, moet men zich er zo goed mogelijk tegen beschermen. Op dat punt kan beglazing een belangrijke rol spelen. De grootste fabrikanten bieden inderdaad speciale beglazing met een hoge geluidisolerende waarde, die de lawaaihinder tot 50 decibels (dB) kan verminderen. Deze akoestische eigenschappen zijn het resultaat van de toepassing van verschillende technieken zoals het vermeerderen van de glasmassa, het gebruik van gelaagd glas, de asymmetrische dikte van de glasbladen in dubbele beglazing, een grotere spouw tussen de glasbladen of het vullen van de spouw met een specifiek gas dat de voortplanting van het geluid in de ruimte vertraagt. • Bij enkele beglazing worden de akoestische eigenschappen voornamelijk bepaald door de wet van de massa. Met andere woorden: hoe dikker het glas, des te beter het tegen geluid isoleert. In het algemeen is deze beglazing minder doeltreffend bij lage frequenties (doffe geluiden) en beter isolerend tegen hoge frequenties (scherpe geluiden). Maar men stelt toch altijd een
Om meer licht en de weldoende warmte van de zon in huis te halen, heeft men bij de renovatie de gevel uitgebroken op twee plaatsen: aan de ene gevel kwam een veranda, aan de andere een glazen uitbouw die het midden houdt tussen een grote bowwindow en een veranda. Ze hebben elk een eigen stijl en vorm. De veranda heeft 5 brede ramen en een waaierdak, terwijl de kleinere uitbouw, slechts drie zijden heeft. Ze zijn wel allebei opgetrokken in een aluminiumstructuur in dezelfde kleur. Vermits ze op het zuiden zijn gericht zijn ze beide voorzien van aangepaste beglazing om te kunnen genieten van de voordelen van de zonnestralen zonder de nadelen er te moeten bijnemen. Realisatie: SDS VERANDAS
prestatieverlies vast bij de kritieke trillingsfrequentie die eigen is aan het glasblad. Deze kritieke frequentie varieert volgens de dikte van het glas (3200 Hz bij 4 mm, 1067 Hz bij 12 mm) • De prestaties van een dubbele beglazing waarvan de glasbladen dezelfde dikte hebben (6-10-6 bijvoorbeeld) zijn minder goed dan deze van een enkele beglazing met een dikte die gelijk is aan de som van de dikten van de twee glasbladen van de dubbele beglazing. Dit komt door de cumulatie van de trilling die eigen is aan elk glasblad en door de resonantie van de luchtlaag bij een lage frequentie. Toch is het mogelijk om de akoestische prestatie van dubbele beglazing te verbeteren, door glasbladen met verschillende dikten te gebruiken en door de totale massa van het glas en van de spouw tussen de glasbladen te verhogen (bijv.: 10-12-6). Idealiter zou het dikteverschil tussen de buitenste en de binnenste
glasbladen minstens 30% moeten bedragen. • Door één of de twee glasbladen van dubbele beglazing te vervangen door een traditioneel gelaagd glasblad (met PVB) of door gelaagd geluidisolerend glas, kan men de geluidisolerende werking van asymmetrische beglazing aanzienlijk verbeteren, want het glasblad en de tussenlaag nemen de energie weg en beperken het trillen van het glas. • Ten slotte kan men door de spouw tussen de twee glasbladen met gas te vullen, de geluidisolatie verbeteren. Andere gassen zoals hexazwavelfluoride hebben een specifieke werking die doeltreffender is tegen gemiddelde frequenties, maar opvallend minder efficiënt zijn tegen lawaai met overwegend lage frequenties. Het komt er dus op aan om geluidisolerende beglazing te kiezen volgens de specifieke situatie. 45
Veiligheid Bij beglazing omvat het begrip veiligheid meerdere concepten: - Beveiliging van mensen tegen verwondingen veroorzaakt door glasscherven - Beveiliging van mensen tegen het gevaar om te vallen - Bescherming tegen vandalisme - Bescherming tegen inbraak - Weerstand tegen vuurwapens en ontploffingen - Weerstand tegen brand Beglazing wordt veilig genoemd wanneer ze eigenschappen heeft waarvan verondersteld wordt dat ze bepaalde van de hierboven vermelde risico’s beperkt. In deze context worden gewapend glas (glas met een in de massa geïntegreerd metalen rooster) en dikke glasbladen niet meer tot de categorie veiligheidsglas gerekend. Er bestaan hoofdzakelijk twee soorten veiligheidsglas: gehard glas
en gelaagd glas (zie Typologie van de beglazingen). In het geval van de dubbele beglazing moet het gelaagde glasblad aan de binnenkant worden geplaatst om te voorkomen dat vallende glasscherven mensen zouden verwonden. Voor de bouw van een veranda die uitsluitend uit beglazing bestaat, is het gebruik van gelaagde dubbele beglazing in het dak verplicht.
Design en onderhoud Glas is een materiaal dat voortdurend wordt geperfectioneerd en dat heel uiteenlopende esthetische kwaliteiten heeft. Er zijn zoveel concrete antwoorden voor de esthetische eisen die ontwerpers stellen om een kwaliteitsvolle architectuur te creëren: al dan niet esthetisch reflecterend glas, een harmoniërend of een contrasterend kleurenspel, geometrische of figuratieve motieven op het glas… De
keuze van een beglazing is dan ook zeker gebaseerd op de eigenschappen die ze heeft, maar ze hangt ook af het eindresultaat, van de afwerking die men aan een gebouw wenst te geven. Zo zijn gekleurde beglazingen, glas met motieven of reflecterende beglazingen door de jaren heen ontwikkeld om tegemoet te komen aan de evolutie van de architectuurtendensen, maar de moderne architectuur en de specifieke kenmerken van veranda’s vertonen duidelijk een voorkeur voor een neutrale look in combinatie met hoge technische vereisten. Bovendien is er ook nog de komst van een uitvinding die een ware revolutie in de glasindustrie ontketent: het zelfreinigende glas. Dit heeft een heel ruim toepassingsveld in de bouwsector, en dan vooral in het domein van de veranda’s, want dankzij dit glas is het ruiten wassen veel minder vaak nodig. Maar dat wil nog niet zeggen dat dit karwei 46
overbodig is geworden, want de prestaties van dit zelfreinigende glas zijn sterk afhankelijk van de weersomstandigheden, de oriëntatie van het gebouw en de omgeving waarin het is geplaatst. Dit zelfreinigende vermogen wordt bereikt dankzij twee gecombineerde verschijnselen: de fotokatalyse en de hydrofilie (zie Typologie van de beglazingen).
gehard glas en ook brandwerende beglazing, gelaagde, isolerende beglazing en nog tal van andere soorten op de markt. Het is hier zeker niet onze bedoeling om een volledige typologie van de verkrijgbare vlakke beglazing te geven, maar wel om een beknopt overzicht te geven met een voorkeur voor beglazingen die voor veranda’s in aanmerking komen.
Typologie van de beglazingen
1. Enkele beglazing Enkele beglazing is zeker de goedkoopste oplossing, maar ze is ook de minst doeltreffende door de geleidende eigenschappen van glas: koude en warmte zijn meteen voelbaar, wat in de wintermaanden leidt tot condensatie tegen de koude wanden (de waterdamp in de lucht zal automatisch condenseren op de koudste wanden). Enkele beglazing blijft vooral een oplossing voor serres en zelfs voor veranda’s die enkel in bepaalde seizoenen worden
De laatste decennia heeft de technologische evolutie in de glasindustrie geleid tot het creëren van een heel groot aantal speciale beglazingen die om technische of esthetische redenen zijn omgevormd. Zo zijn er een hele resem beglazingen met lagen (antireflex, reflecterend, met lage emissie…), beglazingen met een lage uitzettingscoëfficiënt, verzilverd glas, helder, gegoten, gewalst, getint,
gebruikt in een gematigd klimaat, maar het is totaal ongeschikt voor een veranda die men het hele jaar door wil gebruiken (wat tegenwoordig bij de meeste eigenaars het geval is). Een recent onderzoek heeft aangetoond dat 95% van de mensen die een veranda kopen, deze aanbouw beschouwen als een uitbreiding van hun leefruimte. En hetzelfde onderzoek heeft aangetoond dat enkele beglazing op de verandamarkt stilaan aan het verdwijnen is: slechts 1 % van de aannemers “durft” het nog te gebruiken. Enkele beglazing wordt inderdaad om essentiële redenen afgeschaft: de zonwerende en de isolerende werking is vrijwel onbestaande, om maar te zwijgen van de veiligheid die ook totaal ontbreekt. Enkel glas wordt enkel nog gebruikt in tuinserres, maar het is ronduit verboden in verandadaken, waarvoor de technische reglementering gelaagd dubbel veiligheidsglas voorziet. 2. Normale dubbele beglazing Het fabricageprocédé van deze beglazing bestaat uit het insluiten van een droge luchtlaag of een gas (argon, krypton…) tussen twee glasbladen. Deze twee glasbladen kunnen dezelfde dikte maar ook verschillende dikten hebben om betere akoestische prestaties te bereiken. Om de verschillende varianten van dubbele beglazing in kaart te brengen, gebruikt men een code met drie cijfers: 6-12-6 bijvoorbeeld, of 6-12-10 voor een asymmetrische beglazing. Het cijfer in het midden wijst op de dikte in millimeter van de luchtlaag tussen de twee glasbladen, terwijl de buitenste cijfers duiden op de dikte van de twee glasbladen, eveneens uitgedrukt in millimeter. Als we naar het thermische comfort kijken, dan beschermt dubbele beglazing het interieur van de veranda tegen plotse temperatuurdalingen en ze vermindert de condensatie. Men kan dubbele beglazing ook gebruiken om haar geluidsisolerende werking. Deze hangt tegelijk af van de massa van de glaselementen, van hun symmetrie en van de dikte van de luchtlaag tussen de glasbladen (zie Geluidisolatie).
3. Dubbele “hoog rendements” beglazing De “hoog rendements” beglazing (HR) of beglazing met een verhoogde thermische isolatiewaarde, is een superisolerende dubbele beglazing die bestaat uit een glasblad waarop men tijdens het fabricageproces een praktisch onzichtbaar dun laagje metaaloxide heeft gelegd. Dit laagje kan volgens twee verschillende procédés worden aangebracht: als een "pyrolytische laag" of als een "vacuüm laag". • Bij het pyrolytische procédé worden metaaloxidedeeltjes tijdens het “float-proces” (tinnen bad) op het hete glas aangebracht. Men spreekt dan van glas “met een harde laag”.
vereisten. De eerste, die meestal op het buitenste glasblad van de dubbele beglazing zit, beperkt het te intens doordringen van de zonnestralen. Door zijn eigenschap vermindert deze film de lichttransmissie min of meer, maar de transparantie van de beglazing blijft perfect. De tweede zit op het binnenste glasblad en moet de omgevingsstraling die de beglazing heeft opgenomen, in het gebouw naar binnen kaatsen; met andere woorden, hij zal de warmte-emissie eerder naar binnen dan naar buiten bevorderen en vooral het warmteverlies naar buiten toe verminderen. Door deze verschillende elementen te combineren, kan men thermisch
gekregen om haar mechanische weerstand te verhogen (gehard glas is 3 tot 5 maal sterker dan gewoon vlak glas) en om de manier waarop ze breekt, te veranderen. Om dit resultaat te bereiken, wordt het glas tot ongeveer 650°C verhit en daarna plots afgekoeld met luchtstromen (bekrachtigde convectie). Door deze plotse afkoeling ontstaat er een mechanische tegenwerking binnenin het glas, want het glasoppervlak bereikt een thermisch evenwicht met de omgeving terwijl de nog hete glasmassa in de kern nog blijft afkoelen en dus blijft krimpen. Deze bewerking verhoogt aanzienlijk de weerstand tegen buigen, samendrukken en tegen mechanische en thermische Vermits deze veranda een groot gedeelte van de dag volop in de zon ligt én vermits ze uitgeeft op de living en integraal deel uitmaakt van de woonruimte, moest ze uitgerust worden met een aangepaste beglazing voor een doeltreffende klimaatregeling. Voor de ramen koos men een structuur in thermisch onderbroken profielen met geïsoleerde hoogrendementsbeglazing (HR). Het dak bestaat enerzijds uit een plat, gesloten gedeelte in hout (gelaagd) dat bedekt is met isolerende panelen en een gevulcaniseerde rubberbedekking (EPDM) om het waterdicht te maken. Centraal is een lichtsraat ingebouwd met Heat Mirror beglazing die zonwerend is (weerkaatst naar buiten) en tevens isoleert (warmteverlies beperkt) zonder de lichtinval te beperken Realisatie: Elegance veranda van KELLER
bijzonder efficiënte beglazingen maken die een almaar lagere isolatiecoëfficiënt combineren met een optimale zonwerende functie en een beperkt lichtverlies. (Bijv. : "Stopray" van Glaverbel of "Climaplus" van Saint-Gobain)
• Bij het vacuüm procédé wordt het metaallaagje onder vacuüm (magnetronoven) op het glas aangebracht na het floaten. Dit beglazingtype “met een zachte laag” wordt uitsluitend gebruikt bij dubbele beglazing met deze laag aan de binnenkant, want ze is minder duurzaam dan de harde laag. Wanneer men een zonwerende reflecterende coating samen met een film met een lage emissiviteit gebruikt, bekomt men een zeer goed presterende beglazing die kan beantwoorden aan twee op het eerste gezicht tegenstrijdige
4. Veiligheidsglas Er zijn slechts twee glassoorten die in aanmerking komen voor de benaming veiligheidsglas: • Thermisch gehard glas (half voorgespannen glas) is een glassoort die een speciale thermische behandeling heeft 47
schokken. En als het glas toch breekt, dan breekt het in ontelbare kleine stompe scherven die nauwelijks snijden, zodat het gevaar voor verwondingen beperkt blijft. Het nadeel van deze techniek is wel dat elke verandering aan het glas, zoals een bepaalde bewerking (versnijden, gaten boren…) of het emailleren d.m.v. verstuiving of zeefdruk moet gebeuren voordat het glas wordt gehard. (Bijv. : "Securit" van Saint-Gobain) • Gelaagd glas wordt gemaakt dankzij de assemblage van twee of meer glasbladen die over hun hele
oppervlak aan elkaar gekleefd zijn met één of meer films in kunststof. In het algemeen bestaat een dergelijke film uit PolyVinylButyral (PVB), maar men kan hiervoor ook andere kunststoffen, harsen of gels gebruiken. Omdat gelaagd glas een composietmateriaal is, combineert het de eigenschappen van glas met de eigenschappen van de tussengevoegde laag die men heeft gebruikt (aankleving aan het glas, elasticiteit, schokbestendigheid). Voor het maken van gelaagd glas met een PVB tussenlaag wordt de methode van het lamineren gebruikt. Na het lamineren wordt het glas in autoclaaf onder hoge druk en bij hoge temperaturen behandeld om het goed tegen de tussenlaag te
laten hechten. Zo wordt ook de lucht die tussen de kunststof tussenlaag en het glas gevangen zit, verwijderd waardoor het product transparant wordt gemaakt. Bij een eventuele glasbreuk blijven de glasscherven aan de kunststoflaag kleven. Meestal wordt gelaagd glas gebruikt als beveiligde beglazing en op plaatsen waar het risico voor neervallend glas het grootst is of waar er glasscherven op mensen kunnen vallen. En dat is zeker het geval bij verandadaken. Daarnaast biedt gelaagd glas nog een ander voordeel wanneer het met een PVB
tussenlaag wordt gemaakt. Deze tussenlaag absorbeert namelijk praktisch alle ultravioletstraling (UV) zodat het gevaar voor verkleuring van gordijnstoffen, bekledingen en meubilair tot een minimum wordt beperkt. (Bijv. : "Stratobel" van Glaverbel of "Stadip" van SaintGobain) 5. “Intelligente” beglazingen De zogenaamde “technologische” of “intelligente” beglazingen zijn glasproducten met glaslagen of coatings die heel specifieke eigenschappen hebben. Momenteel bestaan er vier grote groepen, waaronder het ondoorzichtig wordende glas.
• Het ondoorzichtig wordende glas (opacificerend glas) met vloeibare kristallen is een beglazing die bestaat uit 2 glasbladen en twee ingevoegde coatings waartussen een speciale film is gezet die vloeibare kristallen bevat. De twee zijden van deze film zijn bedekt met een elektriciteit geleidende laag. Wanneer de film niet onder elektrische spanning staat, staan de ingekapselde kristallen niet “in het gelid” en door hun ongeordende stand verspreiden ze het licht in alle richtingen; op dat moment is het glas lichtdoorlatend maar niet
doorzichtig, zodat het voor de gewenste privacy zorgt. Zodra er een elektrisch veld wordt ingeschakeld, zetten deze kristallen zich in het gelid en richten ze zich; dan wordt de beglazing perfect transparant. De overgang van de transparante (doorzichtige) toestand naar de opake (ondoorzichtige) toestand gebeurt praktisch onmiddellijk en kan naar wens worden herhaald. (Bijv. : "Priva-Lite" van Saint-Gobain) Er bestaan nog andere vormen van “intelligente” beglazing zoals het fotochroomglas waarvan de eigenschappen veranderen volgens de UV-straling, het thermochroomglas dat onder de invloed van de temperatuur van kleur verandert, en het elektrochroomglas
waarvan de kleur verandert onder de invloed van een elektrisch veld. 6. Verwarmende beglazing Voor de fabricage van dit beglazingtype bestemd voor de bouw, gebruikt men de geleidende metaalcoating van bepaalde glassoorten (zoals de coating met een lage emissiviteit die dankzij het pyrolyseprocédé wordt verkregen) die wordt aangesloten op een elektrische voeding via elektroden die aan de randen van de beglazing zijn geplaatst. Wanneer de elektrische spanning niet 48
ingeschakeld is, gedraagt de beglazing zich als een isolerende “hoog rendements” beglazing. Zodra de elektrische spanning wordt ingeschakeld, zet de coating met een lage emissiviteit de elektrische energie om in warmte. 7. Zelfreinigende beglazing Dit glastype is voorzien van een transparante buitenlaag in titaandioxide die microscopisch dun is. Dit procédé benut de gecombineerde effecten van fotokatalyse en hydrofilie om de hechting van vuil op het glasoppervlak te beperken. Het principe van de fotokatalyse is gebaseerd op een gelijktijdige werking van de ultravioletstralen van
de zon en de titaanlaag, die bij aanwezigheid van stof een chemische reactie veroorzaakt: het stof oxideert en verliest zijn aanhechtingsvermogen. Tegelijk belet de waterafstotende eigenschap van deze beschermlaag de vorming van aparte druppeltjes; zo garandeert ze dat het regenwater meer fluïde afvloeit zodat het glas op natuurlijke wijze wordt afgespoeld. (Bijv. : "Bioclean" van Saint-Gobain of "Activ" van Pilkington)