Pagina 1
Data Display Nederland B.V.
INHOUDSOPGAVE 1
INTRODUCTIE ..............................................................................................................................3 1.1. 1.2
SYSTEEM VEREISTEN ......................................................................................................................3 TERMINOLOGIE ...............................................................................................................................3
2.
INSTALLATIE.................................................................................................................................4
3.
HANDELINGEN .............................................................................................................................5 3.1. 3.2.
3.3.
4.
SCHERM- LAYOUT EN SYMBOLEN ...................................................................................6 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
5.
KOPREGEL ......................................................................................................................................6 SNELTOETSENBALK ........................................................................................................................6 MENUBALK .....................................................................................................................................7 PLATTEGROND ................................................................................................................................7 STATUSREGEL .................................................................................................................................7
SCHERMOVERZICHTEN EN VERKLARINGEN ............................................................8 5.1. 5.2.
6.
OPSTARTEN ....................................................................................................................................5 AFSLUITEN .......................................................................................................................................5 HELP OPROEPEN ..............................................................................................................................5
SCHERMOVERZICHTEN ....................................................................................................................8 VERKLARING SYMBOLEN ................................................................................................................9
TEKST AANMAKEN EN VERSTUREN NAAR HET DISPLAY ................................10
7. TIJD PROGRAMMEREN........................................................................................................11 7.1 7.2. 7.3.
TIJD PER DISPLAY..........................................................................................................................11 TIJD VOOR ALLE DISPLAYS ............................................................................................................11 DIM-STAND ...................................................................................................................................11
8. OPMAAK SYMBOLEN EN ACHTERGRONDSCHERM..........................................12 8.1. 8.2.
SYMBOLEN ...................................................................................................................................12 ACHTERGRONDSCHERM ................................................................................................................13
9. LOGBOEKEN ...............................................................................................................................15 BIJLAGEN .............................................................................................................................................16 BIJLAGE1 SPECIALE EFFECTEN .................................................................................................................16 BIJLAGE 2 AANSLUIT INSTRUCTIE .............................................................................................................17 SERIËLE VERBINDINGEN VOOR DATA BOARD UNITS (MEERREGELIG) .......................................17 SERIËLE DATA VERBINDINGEN VOOR DATA LINE DISPLAYS (EENREGELIG).............................18
Pagina 2
Data Display Nederland B.V.
1
INTRODUCTIE
Standard Display Software (SDS) is een computerprogramma dat gebaseerd is op Microsoft Windows en besturing van displays mogelijk maakt. Deze handleiding bevat informatie over het installeren, het configureren en het gebruiken van SDS. In deze handleiding wordt er van uit gegaan dat de gebruiker bekend is met een IBM PC of een vergelijkbare computer en met de basis Microsoft Windows terminologie.
1.1.
Systeem vereisten
Om SDS te laten werken heeft u minimaal de volgende hardware nodig: Processor Geheugen Display Software Schrijfruimte Overig
1.2
80486 of hoger 4 MB VGA (15 inch of groter wordt aangeraden) Microsoft Windows 95/98 (werkend op de 386 enhanced mode) of hoger 10MB minimale vrije schijfruimte voor SDS en ruimte voor de database en de history. Een muis of ander aanwijsapparaat. Aangezien het display systeem normaal gesproken op de COM 1 zit, is het belangrijk ervoor te zorgen dat er geen conflict ontstaat met de muis of een ander aanwijsapparaat.
Terminologie
Menu Commando’s In deze handleiding worden verkorte aanduidingen gebruikt voor het aangeven van bepaalde commando’s, bijvoorbeeld: Help⇒About, betekent dat u uit het ‘HELP’ menu kiest voor de optie ‘About’. Configuration⇒Info, betekent dat u uit het ‘CONFIGURATION’ menu kiest voor de optie ‘Info’.
Pagina 3
Data Display Nederland B.V.
2.
INSTALLATIE
Gaarne alleen verrichten indien de SDS software nog niet is geïnstalleerd bij aflevering. Microsoft Windows 3.x: voor de installatie van SDS onder Microsoft Windows 3.x kunt u als volgt te werk gaan: Selecteer in de Program Manager: File⇒Run. Vul de bestandsnaam A:\INSTALL.BAT in en druk op enter of klik op OK.
Na installatie kunt u een Program Group aanmaken, zoals beschreven in uw Microsoft Windows handleiding.
Windows 95: voor het installeren van SDS onder Windows 95 klik op de Start knop en selecteer: Settings⇒Control Panel. Dubbelklik op Add/Remove Programs icoon en volg de instructies die op het scherm getoond worden.
Voeg SDS aan het ‘Start’ menu toe d.m.v. het maken van een snelkoppeling, zoals beschreven in uw Windows 95 handleiding.
Pagina 4
Data Display Nederland B.V.
3.
HANDELINGEN
3.1.
Opstarten
Voor het opstarten van SDS in Windows 3.x dient u tweemaal te klikken op de SDS afbeelding in de Program Manager. Selecteer in Windows 95: Start⇒Programs⇒Snelkoppeling naar SDS.EXE om SDS te starten. Indien deze snelkoppeling ontbreekt, zie dan uw Windows handleiding voor het maken van een dergelijke snelkoppeling.
3.2.
Afsluiten
Sluit de software af aan het eind van een sessie door ALT-F4 te toetsen of kies de close optie in de rechterbovenhoek van het scherm.
3.3.
Help oproepen
Hulp is beschikbaar in de SDS applicatie en is op de volgende manieren toegankelijk: • • •
Selecteer Help⇒Contents of Help⇒About. Selecteer een menu-optie en toets tegelijkertijd F1 De meeste dialoog vensters hebben Help toetsen
Pagina 5
Data Display Nederland B.V.
4. SCHERM- LAYOUT EN SYMBOLEN
Deze sectie geeft details van de SDS applicatie of hoofdscherm lay-out. De componenten van het hoofdscherm zijn: • Kopregel (Caption bar) • Sneltoetsenbalk (Speed bar) • Menubalk (Menu bar) • Hoofdgebied van het scherm / Plattegrond (Map) • Statusregel onder aan het scherm. Veel van de geselecteerde hoofdmenu’s tonen dialoogvensters.
4.1.
Kopregel
De kopregel bevat de naam van de software applicatie SDS gevolgd door de huidige tijd en datum. Indien de tijd gevolgd wordt door een ‘~’ symbool, reageert de hoofdklok niet.
4.2.
Sneltoetsenbalk
De sneltoetsenbalk bestaat uit vijf toetsen die gebruikt kunnen worden voor directe toegankelijkheid naar de ‘Configuration’ menu-opties. Bij het selecteren van deze toetsen zal de muis de vorm van het symbool aannemen.
Verandert of bekijkt een setup van een display of groep displays. Verplaatst een symbool op de plattegrond. Verwijdert een symbool van de plattegrond. Opvragen setup informatie en bewerken van de tekstinhoud van het display. Voegt een display groep toe aan de plattegrond. Verstuurt de huidige tijd naar alle displays.
Pagina 6
Data Display Nederland B.V.
4.3.
Menubalk
De menubalk is zeer belangrijk voor de toegankelijkheid van de menucommando’s en moet altijd zichtbaar blijven. Indien een menucommando gevolgd wordt door “...” dan volgt een dialoogvenster. Indien het commando wordt gevolgd door een pijl (>) leidt het commando naar een menu optie. Indien geen van beide zijn afgebeeld, dan zal de selectie van het commando leiden tot het activeren van de functie. Dit kan tot gevolg hebben dat de vorm van de muis wijzigt. Voor verdere informatie voor het gebruik van Windows beeld, muis en menu’s wordt u verwezen naar de handleiding van Microsoft Windows.
4.4.
Plattegrond
De plattegrond is het centrale hoofdgebied van het scherm. Hier bevinden zich de icoontjes, die aangeven welk soort display/ groep displays u heeft geconfigureerd. Bijvoorbeeld PAN 816 U heeft een Panoramic 816 geconfigureerd. Door het gebruik van de verschillende sneltoetsen en het klikken op de iconen kunt u ze verwijderen, verplaatsen of informatie ophalen( zie paragraaf 4.2. sneltoetsenbalk).
4.5.
Statusregel
De statusregel verschijnt onder aan het hoofdscherm en toont zowel nuttige informatie als een beknopte uitleg van de menu-onderdelen.
Pagina 7
Data Display Nederland B.V.
5.
SCHERMOVERZICHTEN EN VERKLARINGEN
5.1. Schermoverzichten Startscherm:
A
B
Setupscherm:
S F
R
T
C
D
E G
I H
J K
L
N Pagina 8
O
M
P
Q Data Display Nederland B.V.
5.2.
Verklaring symbolen
A)
Setup icoon Hiermee selecteert u de setupmode.
B)
Display icoon Representeert het display.
C)
Command Hiermee selecteert u het effect voor weergave.
D)
Pause Hiermee geeft u de tijdsduur van het tonen van de huidige pagina aan.
E)
Font Hiermee selecteert u het gewenste lettertype.
F)
Message Nummer van huidige pagina.
G)
Centre Hiermee centreert u de ingevoerde tekst.
H)
Reset Hiermee kunt u de reset functie aan of uit zetten. Deze moet altijd aanstaan.
I)
Tekstinvoerveld Hier kunt u de gewenste tekst invoeren.
J)
Select Hiermee selecteert u de huidige pagina naar de Selected Messages lijst.
K)
Delete Hiermee verwijdert u de boodschap uit de Selected Messages lijst.
L)
Selected Messages lijst Hier staan de geselecteerde pagina’s.
M)
Times Hiermee geeft u een pagina een tijdopdracht.
N)
Send Hiermee stuurt u de Selected Messages naar het display.
O)
Print Hiermee drukt u de pagina’s af.
P)
Exit Hiermee verlaat u de Textsetup.
Q)
Help Hiermee raadpleegt u het Help menu.
R)
Find Hiermee kunt u een boodschap opzoeken, die al in een betreffende display is ingevoerd.
S)
List Hierin staan uw bewaarde boodschappen vermeld.
T)
Used Laat u zien op welk display de boodschap getoond wordt.
Pagina 9
Data Display Nederland B.V.
6.
TEKST AANMAKEN EN VERSTUREN NAAR HET DISPLAY
1.
Start de SDS software.
2.
U ziet nu het Startscherm.
3.
Uw muiscursor heeft de vorm van een wijzende hand aangenomen. Is dit niet het geval, klik dan op het Setupicoon (A).
4.
Plaats de cursor in het vakje achter bijvoorbeeld PAN816( of andere displaynaam)(B) en druk op de rechter muisknop.
5.
U ziet nu het Setupscherm.
6.
Achter Message (F) ziet u het pagina nummer, met de knoppen + en – kunt u door de tekstdatabase ‘wandelen’.
7.
Als u het gewenste paginanummer (F) heeft ingevoerd kunt u het effect kiezen onder Command (C). De beschikbare effecten worden beschreven in bijlage 1(pag.15).
8.
Onder Pause (D) geeft u de tijdsduur (+/- 1 seconde per eenheid) aan hoe lang de pagina getoond dient te worden. Hoe hoger het getal, hoe langer de pagina getoond wordt.
9.
Onder Font (E) kiest u het gewenste lettertype (Normal / Bold / Script).
Normaal: het standaardlettertype van het display. Indien u geen selectie maakt wordt automatisch dit lettertype gekozen. Bold: dit lettertype is qua vorm gelijk aan ‘normal’, maar zal dikker worden weergegeven. Dit lettertype is Script:
bedoeld om meer aandacht op de boodschap te vestigen. dit lettertype is een handgeschreven type.
Wij raden u aan om voornamelijk het lettertype normaal te gebruiken, dit type is het duidelijkst en de boodschap zal daardoor beter worden opgenomen in het geheugen van de mens. 10.
In het tekstinvoerveld (I) voert u de tekst in.
11.
Met de knop Centre (G) kunt u de ingevoerde tekst centreren.
12.
Als alle variabelen (C,D,E) en tekst naar wens zijn ingevoerd klikt u op de knop Select (J), hierdoor word de zojuist ingevoerde pagina naar de Selected Messages (L) verplaatst. De Selected Messages is een soort parkeerplaats voor pagina’s die naar het display gestuurd mogen worden.
13.
Als u meerdere teksten wilt aanmaken en klaarmaken voor versturen herhaalt u stap 6 t/m 12.
14.
Als u een bepaalde tekst uit de Selected Messages wilt halen, dan selecteert u deze pagina in Selected Messages en klikt u vervolgens op de knop Delete (K).
15.
Door het vakje voor reset (H) aan te vinken wordt het geheugen van het display gewist, voordat er nieuwe teksten worden verstuurd (laat deze altijd aangevinkt staan).
16.
Door 2 maal op de knop Send (N) te klikken wordt de inhoud van Selected Messages naar het display verstuurd, u komt automatisch weer terug in het Startscherm en het display zal de teksten tonen.
17.
Wilt u een boodschap controleren, klik op find (R) en tik de boodschap in die u zoekt. Zo kunt u snel boodschappen opzoeken en weer veranderen. Een andere optie is list (S), welke een overzicht geeft van de reeds bewaarde boodschappen.
18.
Klik op used (T) om te weten op welk display uw boodschappen getoond worden.
Pagina 10
Data Display Nederland B.V.
7.
TIJD PROGRAMMEREN
7.1
Tijd per display
1. 2. 3. 4.
Doorloop stap 1 t/m 12 van hoofdstuk 6. Selecteer nu de boodschap uit Selected Messages door erop te klikken met de muis. Klik de knop Times (m) aan. Het Times Setupscherm wordt nu getoond.
5.
Onder Date vult u de startdatum in (b.v. 12/03), onder Time de starttijd (b.v. 12:45) en onder Day selecteert u de dag. U herhaalt dit onder Stop om de stopdatum in te voeren. U klikt op de OK knop. In de Selected Messages lijst zal nu [T] achter de boodschap staan. Met de Send knop (2 x aanklikken) stuurt u de boodschappen naar het display.
6. 7. 8. 9.
7.2.
Tijd voor alle displays
Het is mogelijk om alle displays te voorzien van dezelfde tijd. Kies Configuration⇒Set Time en het Send Time dialoogvenster verschijnt. Om de tijd te versturen klikt u op Ja / Yes.
7.3.
Dim-stand
U kunt een display ook op de dim-stand zetten, waardoor het display minder fel zal zijn tussen twee bepaalde tijdstippen. Kies Configuration⇒Dimmed Time en voer de starttijd en stoptijd van dimmen in en klik op OK.
Pagina 11
Data Display Nederland B.V.
8.
OPMAAK SYMBOLEN EN ACHTERGRONDSCHERM
8.1.
Symbolen
Om de vormgeving van de symbolen te veranderen gaat u als volgt te werk:
1. 2. 3.
Klik op deze sneltoets Ga met de muis naar het icoon van het display dat u wilt bewerken en klik op uw rechtermuisknop. Het ‘Coms’ dialoogvenster verschijnt. Klik Symbols aan en het ‘Symbol Options’ venster verschijnt.
tekst
symbool
Color Dit bestaat uit vier onderdelen, waarmee u de kleuren van het symbool kan aanpassen. •
DrawColor = de kleur van het symbool
•
HilightColor = de kleur, die wordt aangegeven op het moment van storing, die betrekking heeft op het betreffende display.
•
TextColor = de kleur van de tekst die voor het symbool staat.
•
TextShadowColor = de schaduwkleur van de tekst die voor het symbool staat.
Colors Kies uw kleur. Radius Hiermee bepaalt u de grootte van het symbool Shape Hiermee bepaalt u de vorm van het symbool, bijvoorbeeld een cirkel of vierkant. Label loc Geeft de plaats aan van het symbool, links of rechts van de tekst. Label Selecteer hier het type of de code of de naam of blank (geen weergave).
Pagina 12
Data Display Nederland B.V.
8.2.
Achtergrondscherm
Wilt u uw logo afbeelden op het scherm of heeft u zin in een creatieve achtergrond, dan kan dat! Klik Configuration⇒Edit map⇒OK, het volgende scherm verschijnt:
UNDO Hiermee kan de laatste wijziging ongedaan gemaakt worden. Bij dubbelklikken wordt het laatst verwijderde weer teruggebracht. TOOLS
Tekst Lijn Vierkant Cirkel
Vrije vorm Vullen Gevuld vierkant Gevulde cirkel
Hiermee kunt u zelf bepalen wat u op het achtergrondscherm wilt plaatsen. LINES Hiermee kunt u de lijndikte bepalen. COLOURS Het kleurenpalet kunt u gebruiken om de gewenste kleur te selecteren. COORDS Er verschijnt een coördinatiebox, die de positie van de muis op het scherm weergeeft (in pixels, horizonttal en verticaal). FONTS Hiermee bepaalt u de opmaak van uw lettertype, tekenstijl, punten en effecten. De kleuroptie is niet beschikbaar.
Pagina 13
Data Display Nederland B.V.
EXIT Hiermee verlaat u het plattegrondscherm en keert u terug naar het hoofdscherm.
Pagina 14
Data Display Nederland B.V.
9.
LOGBOEKEN
Het menu Logs geeft u de mogelijkheid om uw eerste 1500 boodschappen per dag te checken. U kunt een keuze maken uit Event Log en Send Log. Kies Logs⇒Event Log, het dialoogvenster verschijnt:
In dit dialoogvenster kunt u de volgende boodschappen van een bepaalde datum aflezen: • de tijd van inloggen / uitloggen • de tijd van tekst toevoegen / verwijderen • de tijd van display toevoegen / verwijderen Kies Logs⇒Send Log, het volgende venster verschijnt:
In dit venster kunt u de eerste 1500 verzonden boodschappen van een bepaalde datum aflezen. De verzonden boodschappen worden als volgt in het scherm weergegeven: [TEXT]DDDDD:-aa-bb-cc-dd-ee-ff-gg-hh-ii-jj-HH:MM:SS [TEXT] DDDDD -aa t/m jjHH:MM:SS
Geeft aan of er een tekst of een tijdmelding is toegevoegd De code van het display, bijvoorbeeld PAN 816 Representeert de nummers van maximaal 10 verzonden berichten, bijvoorbeeld 01-01-01 Geeft het tijdstip van verzenden aan, bijvoorbeeld 10:28:24
Dus: [TEXT] PAN816 01-01-01----------------10:28:24 Wilt u alles op uw gemak even checken, dan kunt altijd de boodschappen uitprinten door op Print te klikken.
Pagina 15
Data Display Nederland B.V.
BIJLAGEN Bijlage1 Speciale Effecten Opmerkingen: • • • •
Niet alle effecten zijn zomaar beschikbaar, dit is afhankelijk van het soort display dat u heeft aangeschaft. De volgende effecten zijn beschikbaar voor zowel Dataline (eenregelig display) als Databoard (meerregelig display): Jump, Vertical, Flash, Freeze en Random. De volgende effecten zijn beschikbaar alleen voor Dataline: Down, Run, Shoot en Wipe. De volgende effecten zijn beschikbaar alleen voor Databoard: Open, Sparkle en Time / Date.
Jump Directe weergave van de boodschap.
Vertical De boodschap verschijnt van beneden naar boven, verticaal.
Down De boodschap verschijnt van boven naar beneden (tegenovergestelde van vertical)
Open Dit creëert een gordijneffect. Het gordijn wordt van rechts naar links geopend. Allereerst verschijnt het einde van de boodschap naar het begin toe.
Flash De tekst wordt direct weergegeven op het scherm, maar heeft een knipperlicht effect. De boodschap blijft knipperen totdat de pauze tijd verstreken is. Wilt u een deel van de tekst laten knipperen, voer dan voor en achter dat deel een * in. Bijvoorbeeld: Het commando flash betekent *knipperen*, alleen het woord knipperen, zal gaan knipperen. Bij een Dataline wordt het * teken niet gebruikt, de gehele boodschap zal knipperen.
Time / Date Door het intoetsen van: **H (hour) en **D (date) kunt u de tijd en de datum invoeren. De boodschap, met tijd en datum zullen tegelijkertijd verschijnen ( op het computerscherm verschijnt **H en **D, op het echte display verschijnt de tijd en datum).
Sparkle De boodschap wordt pixel voor pixel (puntje voor puntje) opgebouwd, totdat uiteindelijk de gehele boodschap gezien kan worden.
Freeze De boodschap wordt direct weergegeven en zal voortdurend zo blijven staan.
Wipe Heeft het effect van een gordijn, die open en weer dicht wordt gedaan.
Run De boodschap wordt van rechts naar links gescrolled.
Shoot De boodschap wordt als het ware op het display geschoten, de boodschap verschijnt lettertje voor lettertje.
Random De manier waarop de boodschap verschijnt is voortdurend verschillend.
Pagina 16
Data Display Nederland B.V.
Bijlage 2 Aansluit instructie
Seriële verbindingen voor Data Board units (meerregelig)
Aarde (zwart)
3 2
4
5
1
Seriële data in (rood) Seriële data uit (wit)
Standaard Data Board Seriële female aansluiting
Seriële Plug
Verwijder de schroef om toegang te krijgen tot de soldeeraansluitingen van de plug. Indien aangesloten op een IBM compatible computer, sluit de bedrading dan als volgt aan:
Pin 3 2 5
Pagina 17
9-way (DB9) port Functie Seriële data uit (rood) Seriële data in (wit) Aarde (zwart)
Pin 2 3 7
25-way (DB25) port Functie Seriële data uit (rood) Seriële data in (wit) Aarde (zwart)
Data Display Nederland B.V.
Seriële data verbindingen voor Data Line displays (eenregelig) DB25 13 25
1 14
Pin Number 8 3 2 20 7 6 4 5 22
DB9 5 9
1 6
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Het hierboven getekende diagram geeft de pin bezetting voor een interface met een DB-9 connector naar een DB-25 connector of vice versa. De Data Line Displays zijn uitgerust met een 3.5 mm. female 3 weg stereo mini jack. Gebruik voor de aansluitingen een 3.5mm. male stereo mini plug.
A
B C A = Output, B = Input and C =Aarde
i)
Verbind de mantel pin van de 3.5 mm. connector met de afscherming van de kabel. Verbind het andere eind met pin no.7 van de DB-25 connector.
ii)
Verbind de data uit draad (punt van de 3.5 mm. plug) met de data in draad van de DB-25 plug. Dit kan pin 3 of pin 2 zijn, afhankelijk van het feit of uw computer bedraad is voor DTE of DCE apparatuur. Voor een IBM computer is het pin no.3 (DTE apparatuur).
iii)
Verbind de Data in draad ( het midden van de 3.5 mm. plug) met de Data uit van de DB-25 connector. Nogmaals dit kan pin 3 of pin 2 zijn.
iv)
Op de DB-25 connector: verbind de pinnen 4 en 5 samen, daarna pin 6, 8, 20. Dit voorkomt dat er simultaan ‘handshake’ signalen naar de host computer gaan, zodat voorkomen wordt dat de host computer de verbinding verbreekt.
v)
De host computer moet geschikt zijn voor Full Duplex communicatie, als het de echo’s van het display moet herkennen.
Pagina 18
Data Display Nederland B.V.