Dat belooft wat! Pagina
1 van 1
Overstapdienst groep 8
De Ontmoeting, 12 juni 2016
1
Vooraf In deze dienst maken Chantal Machielsen, Roel de Vries, Ruben Derksen, Thijs Kremer, Anne-Fleur Peters en Mart de Jong de overstap van de kindernevendienst naar het vervolg van het jeugdwerk. Dedicated to God en Popko van der Mei begeleiden ons in deze dienst. We lezen uit de bijbel het verhaal uit Numeri 13 en 14 over de mannen die het land Kanaän gaan verkennen en terugkeren bij de Israëlieten met wonderbaarlijk grote druiventrossen. Wie weet wat onze ‘overstappers’ uit deze dienst zullen meenemen. Thema van de dienst: ‘Dat belooft wat!’ Welkom en mededelingen De kaarsen worden aangestoken door Mart en Ruben Openingstekst door Thijs Feest in de kerk! Feest bij de mensen! Blijde gezichten om je heen. Vrolijk gelach, veel goede wensen. Niemand voelt zich vandaag alleen. Openingslied: ‘Feest in de kerk’ (mel. Gez. 415 "Kom nu met zang van zoete tonen") Feest in de kerk! Feest bij de mensen! Blijde gezichten om je heen. Vrolijk gelach, veel goede wensen. Niemand voelt zich vandaag alleen. Fijn als je samen vieren mag als mensen van de Heer, vandaag en telkens weer.
Zingt voor de Heer! Zingt voor zijn Vader. Zingt voor zijn Geest, die samenbindt. Zingt voor de Heer, vol van genade, zichtbaar, hier, in ons stralend kind. Wondere daden heeft Hij verricht. Hij is ons steeds nabij. Dat God geprezen zij.
Openingswoorden Gebed Tien Woorden-rap door Thijs, Ruben, Mart, Roel, Chantal en Anne-Fleur De Tien Woorden zijn gegeven als vrienden voor het leven: Eén is God, die maakt je vrij. Er is geen ander zoals Hij. Twee wil zeggen: God en jij, daar horen echt geen beelden bij. Drie, dat is Gods eigen naam, om met respect mee om te gaan. De dag van God is nummer vier, bevrijdingsdag voor mens en dier zodat je week’lijks even voelt hoe God de schepping heeft bedoeld. Vijf gaat om je ouders en jij, wees goed voor elkaar, daar leef je bij. Maak niet dood, laat zes je horen knoop dat heel goed in je oren. 2
Een maatje is, zegt nummer zeven, iets heel kostbaars in je leven. Dus luister goed naar dit gebod en maak wat heel is niet kapot. Acht zegt: stelen is niet cool, dan wordt het hier een beestenboel. Negen: Laat dat vals gepraat, waarmee je andere mensen schaadt. Tien zegt: Vaar je eigen koers. Wees dan vrij en niet jaloers op wat een ander heeft of kan, daar wordt je ongelukkig van. Dit zijn de Tien Woorden de woorden één tot tien. Je hebt ze kunnen horen, iets om te doen misschien? Lied ‘Kom tot de Vader’ (Opw. 599) Nog voordat je bestond kende Hij je naam. Hij zag je elk moment en telde elke traan. Omdat Hij van je hield gaf Hij zijn eigen zoon. Hij wacht alleen nog maar totdat jij komt. En wat je nu ook doet z'n liefde blijft bestaan. Ook niets wat jij ook deed verander daar iets aan. Omdat Hij van je houd gaf Hij zijn eigen zoon. En nu is alles klaar wanneer jij komt. Kom tot de Vader, kom zoals je bent, heel je hart, al je pijn, is bij Hem bekend. De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt, daarmee is alles klaar wanneer jij komt En wat je nu ook doet z'n liefde blijft bestaan Ook niets wat jij ooit deed verandert daar iets aan Omdat Hij van je houdt gaf Hij z'n eigen zoon En nu is alles klaar wanneer jij komt Kom tot de vader, kom zoals je bent, Heel je hart, al je pijn is bij Hem bekend. De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt, daarmee is alles klaar wanneer jij komt. De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt, Hij wacht alleen nog maar totdat je komt. Het verhaal uit Numeri 13-14, door Chantal en Anne-Fleur Het volk Israël komt steeds dichter bij het Beloofde Land. Nog even en dan…. dan kunnen ze er misschien wel gaan wonen. De mensen zijn erg nieuwsgierig: hoe zal het nieuwe land eruitzien? Hoe zullen de mensen die nu in het land wonen het vinden dat zij daar ook gaan wonen? God ziet hoe 3
nieuwsgierig de mensen zijn en zegt tegen Mozes: ‘Kies een paar mannen uit om alvast een kijkje te gaan nemen in het land Kanaän’. Mozes kiest uit iedere stam een man uit. Hij vertelt hen dat zij het nieuwe land moeten gaan verkennen. Ze moeten gaan kijken of het een mooi land is waar veel vruchten groeien. Maar ook moeten ze kijken of de mensen wel aardig zijn en of er voor het volk Israël een plek is om te wonen. De mannen knikken, ja, dat willen ze wel doen! Twaalf mannen gaan op pad om het Beloofde Land te bekijken. Alle andere mensen blijven achter in de woestijn. Ze zijn zo benieuwd of ze snel het nieuwe land in kunnen gaan! Veertig dagen en veertig nachten moeten ze wachten, maar dan, dan zien ze de twaalf mannen terugkomen. Wauw, wat hebben ze nu bij zich? De mensen weten niet wat ze zien: twee mannen dragen samen een druiventros. De tros is zo groot en zo zwaar dat hij door twee mannen gedragen moet worden. Dit is echt geweldig! De twaalf mannen knikken, ja zulke geweldige druiventrossen groeien er in het Beloofde Land. ‘Er is echt genoeg te eten en te drinken voor iedereen dat in dat nieuwe land’, zeggen de mannen. De mensen klappen. Dat is prachtig: genoeg eten en drinken voor iedereen! Dat is fijn: daar willen ze wonen! ‘Maar’, zeggen de mannen, ‘er is wel een probleem: er wonen heel veel andere volken in het land. Ze hebben allemaal grote, sterke steden en allemaal hun eigen woonplekken. Ze zullen ons er niet zomaar bij laten wonen. Daar zullen we voor moeten vechten. En dat gaat ons vast niet lukken. Want er wonen mensen zo groot als reuzen!’ Als de mensen dit horen, wordt het helemaal stil…. Iedereen kijkt elkaar bang aan en dan beginnen alle mensen te huilen en te schreeuwen: als dit echt waar is, dan kunnen zij niet in het Beloofde Land wonen. Als dat echt zo is, dan hadden ze beter in Egypte kunnen blijven! Iedereen roept tegen Mozes en Aäron: ‘Waren we maar in Egypte gebleven! Beter in Egypte doodgaan dan in een nieuw land komen waar ze ons ook doodmaken. Waarom heeft God ons hier naar toe gebracht! We kunnen beter terug gaan naar Egypte! Maar twee van de mannen springen naar voren, ze kijken iedereen aan en dan zeggen ze; ‘Het land Kanaän is echt een prachtig land met genoeg eten en drinken voor iedereen. God heeft ons dit land beloofd dus mogen wij er wonen. Jullie moeten niet bang zijn voor de mensen in dat land. Wij hebben immers God en Hij zal ons helpen om in dit land te kunnen wonen. Daar mag je op vertrouwen! Wat God belooft dat zal Hij doen!’ Lied: ‘No longer slaves’, gezongen en gespeeld door Dedicated to God (Nederlandse tekst): U ontrafelt mij, met de melodie U omringt mij met een lied Van bevrijding, van mijn vijanden tot al mijn angsten weg zijn. Ik ben geen slaaf van angsten meer, ik ben het kind van God. Vanuit de buik van mijn moeder, U koos voor mij. Liefde riep mijn naam ik ben herboren, in uw familie Uw bloed stroomt door mijn aderen. Ik ben geen slaaf van angsten meer, ik ben het kind van God. U splitste de zee, zodat ik ertussen kon wandelen. Al mijn angsten zijn verdronken in een perfecte liefde. U hebt mij gered, zodat ik kon staan en zingen. Ik ben het kind van God. 4
Uitleg van wat we gelezen hebben Lied: ‘In een land’ (mel. Lied 913 ‘Wat de toekomst brengen moge’) In een land van licht en donker opent zich een weg voor jou. Zal er zon zijn en soms wolken en een ander schoolgebouw. In een land van zon en regen op je eigen benen staan. Eigen keuzes, eigen wegen en wij zullen met je gaan.
In een land van nu en later doen wij nu een stapje terug. Maar we zijn er wel, ook morgen als een steuntje in de rug. Naar een land van toekomstdromen reizen wij, elkaar nabij. Onderweg in licht en donker draagt Gods zegen jou en mij.
Overstap van groep 8 Lied: ‘God kent jou vanaf het begin’ God kent jou vanaf het begin helemaal van buiten en van binnenin Hij kent al je vreugde en al je verdriet, want Hij ziet de dingen die een ander niet ziet En weet je wat zo mooi is: bij Jezus voel je je vrij om helemaal jezelf te zijn want Hij houdt van jou, ja Hij houdt van jou, ja Hij houdt van jou en mij. Gebeden, afgesloten met een gezongen ‘Onze Vader’ (Opw. 436) Onze Vader in de hemel, heilig is Uw Naam, laat Uw Koninkrijk spoedig komen, laat Uw wil worden gedaan, in de hemel, zo ook hier op aard’. Refrein: Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Onze Vader in de hemel, geef ons daaglijks brood, en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij dat doen en vergeven die ons iets schuldig zijn. Refrein: Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid En leidt ons niet in verzoeking maar verlos ons van het kwaad. Refrein: 5
Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid Amen, amen Collecte Slotlied: Gebed om zegen (Opw. 710) Zegen mij op de weg die ik moet gaan, zegen mij op de plek waar ik zal staan, zegen mij in alles, wat U van mij verlangt, o God, zegen mij alle dagen lang! Vader maak mij tot een zegen, ga mij niet voorbij, regen op mij met uw Geest, Heer Jezus kom tot mij, als de Bron van leven die ontspringt diep in mij, breng een stroom van zegen waarin U zelf steeds mooier wordt voor mij. Zegen ons waar we in geloof voor leven, zegen ons waar we hoop en liefde geven, zegen om de ander tot zegen te zijn, o God, zegen ons tot in eeuwigheid. Vader maak ons tot een zegen hier in de woestijn, wachtend op Uw milde regen om zelf een bron te zijn, met een hart vol vrede zijn wij zegenend nabij, van uw liefde delend waarin wij zelf tot bron van zegen zijn. Zegen
6
