t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
2 m a a r t 2 0 11 | nr 6 | 2 2 s t e j a a r g a ng | w w w. k ul e u v e n . be / c k /
“Het leven is simpel” Le ven na Leuven: Dirk De Gendt, deken van leuven [14]
Centrum Conciliestudie breidt uit omvangrijk archief over Vaticanum ii krijgt nieuw onderdak [3]
(© Lemmert.be)
Vechtende vliegjes
Chemie in de lucht
doctor a at over de gene tische achtergrond van agressie [5]
Bassam Shakhashiri, wereldvermaard chemicus en president van de American Chemical Society, gaf op maandag 28 februari in Leuven een interactieve chemieshow. Daarmee opende het Departement Chemie van de K.U.Leuven het Internationaal Jaar van de Chemie met een knal. Info: www.jaarvandechemie.be
Het kompas in de juiste richting
DALI onderzoekt zwangerschapsdiabetes Met het DALI-project zullen elf landen uit de EU onderzoek doen naar het voorkomen van de gevolgen van zwangerschapsdiabetes voor moeder en nageslacht. Een Leuvense onderzoeksgroep zal ondermeer een honderdtal zwangere vrouwen met overgewicht opvolgen. Er wordt ook nagegaan of vitamine D een rol kan spelen in de preventie van zwangerschapsdiabetes. Tine Bergen
hier komt, heeft overgewicht,” vult onderzoeksleider professor Roland Devlieger (Dienst Verloskunde-Gynaecologie UZ Leuven) aan. “DALI is een Europees project van vierenhalf jaar met dertien partners in elf landen rond preventie van diabetes in zwangerschap via voeding, beweging en vitamine D. Onze onderzoeksgroep zal een honderdtal zwangeren met overgewicht opvolgen met behulp van een lifestyle coach om hun voedings- en bewegingspatroon te veranderen. Er wordt ook gekeken naar de rol die vitamine D al dan niet kan spelen bij het voorkomen van zwangerschapsdiabetes. We vermoeden dat vitamine D het metabolisme van vetten en suikers gunstig kan beïnvloeden.”
“Zwangerschapsdiabetes is een stoornis in het suikermetabolisme die zich alleen tijdens de zwangerschap voordoet,” definieert professor André Van Assche (Dienst Verloskunde-Gynaecologie UZ Leuven), grondlegger van het onderzoek naar zwangerschap en diabetes in Leuven. “Maar de moeder heeft veel kans om op latere leeftijd ook ouderdomsdiabetes te krijgen. In België kampt 5-10% van de zwangeren met zwangerschapsdiabetes.” “Overgewicht verhoogt de kans op zwangerschapsdiabetes beduidend, vandaar dat er in het DALI-project gewerkt wordt met obese zwangeren. Obesitas en diabetes zijn in onze maatschappij grote boosdoeners. Een op drie Echografie van de zwangere vrouwen die “De K.U.Leuven zal zich binnen
Verschijningsdata Campuskrant jaargang 22
het project bovendien specifiek bezighouden met het gebruik van echografie en magnetische resonantie (MRI) voor metingen van de eigenschappen van bloedvatwanden en de lichaamssamenstelling van de foetus,” vult professor Dirk Timmerman (Dienst Verloskunde-Gynaecologie UZ Leuven) aan. “We hopen zo op termijn te kunnen voorspellen wie er wel of geen diabetes gaat ontwikkelen aan de hand van abnormale vetopstapeling. Als je al vroeg in de zwangerschap risicopatiënten kan aantonen, kan je hen ook intensievere begeleiding geven. Dit is immers een groep waar we werkelijk verschil kunnen maken. Het is niet evident je levensstijl en voedingspatroon om te gooien, maar het kan wel een grote impact hebben.” pagina 4
nr. 7 – 30 ma a 2011
groepscursus helpt studenten zich beter te heroriënteren [6]
“Muziek is meer dan een hobby” de passie: professor stefa an van gool over zijn muzik ale gezin [11]
Lauwerkrans voor drie classici alumniprijs voor joris tulkens, luc rombouts en koert debeuf [13]
Diëten tegen de genen op publicatie ‘ Wa arom dik worden gemakkelijk en vermageren moeilijk is’ [17]
nr. 8 – 27 apr 2011
nr. 9 – 25 mei 2011
nr. 10 – 22 juni 2011
2 Forum colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
hoofdRedactie Griet Van der Perre, Reiner Van Hove
Redactie Ilse Frederickx, Ludo Meyvis, Julia Nienaber, Sigrid Somers, Jos Stroobants, Ine Van Houdenhove, Wouter Verbeylen, Inge Verbruggen
Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven 016 32 40 13,
[email protected]
Adreswijzigingen Alumni Lovanienses Naamsestraat 63 - bus 5601 3000 Leuven
[email protected]
medewerkers Tine Bergen, Lien Lammar, Jaak Poot, Katrien Steyaert, Tim Vuylsteke
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens, Lemmert.be
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Inge Verbruggen T 016 32 40 15 Inge.Verbruggen@dcom. kuleuven.be
campuskrant
Wat met onderwijskwaliteit in het allocatiemodel? Uit de Visie op onderwijs en leren (2009) leren we dat de K.U.Leuven de ambitie heeft een ‘stimulerende onderwijscultuur’ ingang te doen vinden in het dagdagelijks onderwijsgebeuren om zo “een stimulerende ruimte voor leren en onderwijzen” tot stand te brengen, waarin de student “het leerproces in eigen handen neemt” en “volwaardig opgenomen wordt in de onderzoekende gemeenschap”. Dergelijk onderwijs vraagt veel van alle betrokkenen, zowel docent, assistent als student. De docent moet creatief en innovatief met alle mogelijke werkvormen omspringen om kwaliteitsvol, eigentijds onderwijs te garanderen. Het installeren van een kwaliteitscultuur veronderstelt bovendien dat hij zijn onderwijs permanent in vraag stelt en bijstuurt. Onderwijs volgens het Leuvense onderwijsconcept is dan ook enkel haalbaar met voldoende omkadering.
Onderwijsefficiëntie! Kijken we nu naar het allocatiemodel dat bepalend is voor de basisfinanciering en omkadering van faculteiten en departementen, dan kan terecht de vraag gesteld worden of de filosofie van het allocatiemodel te rijmen valt met het universitaire onderwijsconcept. Het onderwijsaandeel in het allocatiemodel gaat duidelijk uit van onderwijsefficiëntie en niet van onderwijskwaliteit. De ‘bijdrage’ van elk opleidingsonderdeel komt immers tot stand op basis van louter numerieke parameters: het aantal studenten dat een opleidingsonderdeel volgt,
de onderwijsbelastingseenheid van de opleiding waarbinnen het opleidingsonderdeel gedoceerd wordt, en het aantal studiepunten van het opleidingsonderdeel. Of dit opleidingsonderdeel nu goed of slecht gedoceerd wordt, al of niet volgens het Leuvense onderwijsconcept, is van geen tel. Met deze focus op onderwijsefficiëntie zal een departement op een eerder ‘mercantiele’ manier naar de onderwijsopdracht van zijn professoren beginnen te kijken: ‘wat brengt elk van de door ons ingerichte opleidingsonderdelen op?’. Investeren in kwaliteitsvol onderwijs dreigt in een dergelijke context totaal irrelevant te worden.
Onderwijskwaliteit? In het onderzoeksaandeel van het allocatiemodel zit er onrechtstreeks een zekere kwaliteitsgarantie. Men kan ervan uitgaan dat de internationale publicaties een degelijke peer review hebben ondergaan, dat de bekomen onderzoeksgelden ook het resultaat zijn van door experts geëvalueerde onderzoeksprojecten, en dat de afgelegde doctoraten uiteindelijk de toets van een jury, waarin internationaal erkende vakspecialisten zetelen, hebben doorstaan. Maar wat met de onderwijskwaliteit? In geen van de parameters die het onderwijsaandeel van het allocatiemodel bepalen, zit de onderwijskwaliteit – zelfs indirect – vervat. Als de universiteit onderwijskwaliteit hoog in het vaandel wenst te houden en een kwaliteitscultuur wenst te promoten, dan dient on-
derwijskwaliteit een parameter te zijn die in alle mogelijke vormen van evaluatie een belangrijke rol speelt, niet enkel in visitaties en docentevaluaties, maar ook en vooral in het allocatiemodel, dat uiteindelijk grotendeels het kader vastlegt waarbinnen al of niet kwaliteitsvol onderwijs kan tot stand komen. Ook onderwijskwaliteit is uiteindelijk met enige creativiteit kwantificeerbaar. De online studentenbevraging over het onderwijs levert nu al kwantificeerbare resultaten op die een eerste aanwijzing geven over de onderwijskwaliteit. Misschien dient eens nagedacht te worden of deze resultaten niet een basis zouden kunnen vormen van een kwaliteitsparameter die kan worden opgenomen in het onderwijsaandeel van het allocatiemodel. Dit zou een bonus kunnen betekenen voor kwaliteitsvol onderwijs waarin duidelijk geïnvesteerd wordt door de docent; en een malus voor onderwijs dat niet beantwoordt aan het onderwijsconcept. Het opnemen van een kwaliteitsparameter in het onderwijsaandeel van het allocatiemodel zou misschien uiteindelijk niet echt veel veranderen aan de ‘cijfertjes’, maar het zou ten minste wel een belangrijke boodschap inhouden, namelijk dat het niet enkel gaat over onderwijsefficiëntie, maar ook over onderwijskwaliteit. Manuel Sintubin Hoogleraar Wetenschappen Laureaat van de Prijs van Onderwijsraad
Oplage 36.000 ex.
Drukwerk Eco Print Center, Lokeren
Joris steekt de draak
Verantwoordelijke uitgever Pieter Knapen Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer verschijnt op 30 maart. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
Reactie forumstuk gendergelijkheid en genderstudies Het verheugt me om in het opiniestuk van A. Decat (Campuskrant 3/2/2011) de terechte bezorgdheid omtrent de genderkloof in de academische wereld te lezen. Hierbij wordt ook opgeroepen tot aandacht voor onderwijs en onderzoek rond genderstudies. Laat het duidelijk zijn dat beide thema’s ook het beleid van de universiteit niet onverschillig laten. Zo heeft sinds de oprichting van de Diversiteitsraad vorig academiejaar het thema gender een prominente plaats in deze adviesraad. Ook in het beleidsplan, dat in volle ontwikkeling is, vormt de verankering van het genderthema binnen de reguliere onderzoeks- en onderwijsopdracht van de universiteit een basisdoelstelling. Wat het personeelsbeleid betreft, kan de K.U.Leuven reeds meer dan 10 jaar bogen op een gelijkekansenbeleid voor mannen en vrouwen. De resultaten hiervan werpen zeker hun vruchten af (een stijging van 13 procent naar 21 procent vrouwelijk ZAP tussen 2000 en 2009), maar er is nog steeds een lange weg te gaan. Daarom zal de universiteit ook blijven investeren in maatregelen die deze gelijke kansen verder kunnen helpen verwezenlijken. Niet onbelangrijk hierin zijn de vormingen die hiertoe voor het personeel worden geïnitieerd. Uit de jaarlijkse monitoring van de cijfers blijkt dat in de graad van docenten de genderverhouding al het best geëvolueerd is. Een verdere analyse van het cijfermateriaal toont aan dat ongelijke kansen voor verdere doorstroom naar de hogere graden niet verscholen liggen in de toekenningsprocedure voor bevordering maar mogelijks in de relatief kleinere hoeveelheid bevorderingsaanvragen door vrouwelijke professoren. Voldoende indicatie voor het diversiteitsbeleid om verder op zoek te gaan naar onderliggende oorzaken voor deze genderverschillen. Professor Tine Baelmans Vicerector studentenbeleid en diversiteitsbeleid
‘Waarom is dik worden zoveel makkelijker dan afvallen?’: lees het artikel op pagina 17.
2 maart 2011
Nieuws 3
Centrum voor Conciliestudie groeit en verhuist “Voor een kleine kerkgemeenschap heeft België een wel bijzonder grote invloed gehad op de voorbereiding, het verloop en de resultaten van Vaticanum II,” aldus professor Mathijs Lamberigts, voorzitter van het Centrum voor Conciliestudie Vaticanum II. Het centrum heeft een nieuw onderdak gevonden, en heeft met de verwerving van het archief van Jan Grootaers een gevoelige uitbreiding gekregen. Ludo Meyvis “Jan Grootaers, emeritus professor van de Faculteit Godgeleerdheid, wordt binnenkort 90. Hij is nog altijd bijzonder actief op het vlak van het onderzoek naar het voor onze kerk zo belangrijke Vaticanum II. Hij heeft zowat het hele verloop meegemaakt, als een bevoorrecht getuige. Hij rapporteerde daarover in De Standaard en in het tijdschrift De Maand. Hij was bevriend met een aantal hoofdfiguren. Hij ontmoette zowat iedereen die van ver of nabij iets met het concilie te maken had, en hij maakte uitvoerige notities van zijn honderden gesprekken. Dat resulteerde in ongeveer 200 archiefdozen, en die verhuizen nu naar ons centrum, officieel op 3 maart.” “Voor de kost was Jan Grootaers eerst bibliothecaris in het parlement. Door zijn talloze publicaties over het concilie, alle van het hoogste wetenschappelijk gehalte en vaak gestoffeerd met unieke getuigenissen, werd hij gaandeweg een autoriteit in de wereld van de moderne theologie. Onze faculteit trok hem aan, en hij werd de eerste lekenprofessor. Een doctoraat had hij niet, maar een benoeming op basis van zijn publicaties was de evidentie zelf.”
Belgen aan de top “Grootaers lag in 1970 mee aan de basis van het Centrum voor Conciliestudie, samen met een reeks Leuvense professoren die van zeer nabij betrokken waren bij het concilie zelf. Het is frappant hoe de Belgische delegatie daar een veel grotere invloed had dan je louter op basis van de cijfers zou verwachten. Yves Congar, een belangrijk hoofdrolspeler op het concilie, zei heel eenvoudig: ‘Il est clair que les Belges sont largement menants.’ De bisschoppen uit die tijd speelden het handig, kardinaal Suenens was een goede strateeg, en de Leuvense theologen stonden kwalitatief aan de top en waren ‘politiek’ vrij onbesproken.” “Juist van die vele Belgische hoofdrolspelers hebben we in Leuven een intussen omvangrijk archief weten te verzamelen, van Onclin, De Smedt, Heylen, Philips, Heuschen, noem maar op. We hebben ook het concilie-archief van Edward Schillebeeckx. Verder beschikken we over handgeschreven documenten van de toen nog jonge theoloog Ratzinger (secretaris Karim Schelkens tovert ze razendsnel tevoorschijn – red.), en heel wat opmerkingen van of over de
Geciteerd Ei-eigenschap Het Laatste Nieuws, 14.2.2011
Amerikaanse onderzoekers beweren dat eieren minder cholesterol bevatten, omdat kippen tegenwoordig voer krijgen zonder beendermeel. “Dat klinkt mooi, maar het is onmogelijk. Je kán de cholesterol van een ei niet verlagen”, zegt emeritus professor voedingsleer Remi De Schrijver resoluut. (…) “Wij hebben ook nogal wat pogingen gedaan om het cholesterolgehalte van een ei kunstmatig te verminderen. Maar we zijn er niet in geslaagd. Ik kan het wel verhogen, maar verminderen gaat niet. En in feite is dat logisch. De dooier is een cel en elke cel maakt nu eenmaal altijd evenveel cholesterol aan.” “Ons cholesterolgehalte wordt voor een groot deel genetisch bepaald. Daar kunnen we niet veel aan doen. Via de voeding kan je dat iets bijsturen.”
Doordenker Watson Het Nieuwsblad, 19.2.2011
Professor Lieven Boeve, decaan van de Faculteit Godgeleerdheid, en professor Mathijs Lamberigts in het nieuwe centrum (© Rob Stevens)
huidige paus. We hebben talloze geluidsopnames van vergaderingen en toespraken, dagboeken van conciliedeelnemers – vaak met heel persoonlijke notities –, voorbereidende documenten enzovoort. Het geheel was intussen zo omvangrijk geworden dat de bewaarplaats in de kelder van de Maurits-Sabbebibliotheek niet langer opportuun was. Nu hebben we de beschikking over een ruime zaal – die met de komst van het archief-Grootaers trouwens heel gauw een volle indruk zal maken en die dus voortaan terecht de Jan Grootaerszaal zal heten.”
Sleutelmoment “Natuurlijk hebben we niet de volledigheid die in de Geheime Archieven van het Vaticaan gehaald wordt. Voor een goed begrip: de concilie-archieven in Rome zijn volledig toegankelijk. Openheid was een belangrijke ‘golflengte’ van het concilie, en die blijkt ook uit de beschikbaarheid van de documenten. Nogal wat van onze documenten zijn echter zeer zeldzaam, tot uniek. We hebben goede contacten met de Vaticaanse archieven, waardoor zij hun collectie met kopieën uit Leuven kunnen vervolledigen, en wij vlotte toegang hebben tot hun verzameling.” “Vaticanum II wordt wel eens voorgesteld als het begin van het einde van de kerk. Dat is een erg foute visie. Je mag niet vergeten dat het concilie zelf door Johannes XXIII was opgezet vanuit de gedachte van een aggiornamento,
De IBM-computer Watson versloeg twee superslimme bollebozen in de finale van de Amerikaanse tv-quiz ‘Jeopardy’. Watson beschikt niet alleen over een reusachtige feitenkennis, hij kan ook de nuances in onze taal begrijpen. Zelfs vragen met doordenkers, grapjes en dubbelzinnigheden kan hij doorgronden. “Toch is hij niet emotioneel intelligent”, zegt professor Danny De Schreye, expert artificiële intelligentie. “Zijn antwoorden zijn het resultaat van een puur technologische zoektocht. Computers kunnen al twintig jaar dubbelzinnige informatie interpreteren. Denk maar aan de vele taal- en spraakherkenningprogramma’s. Die software kan de taal niet alleen grammaticaal ontleden, maar ook ondubbelzinnig maken.” (…) De superschaakcomputer Deep Blue van IBM won in 1997 een wedstrijd tegen wereldkampioen Garry Kasparov. “Deep Blue is een telraam vergeleken met Watson. De schaakcomputer moest alleen maar de vaste regels van het schaken kennen om de spelposities te kunnen berekenen. Watson moet echter antwoorden op willekeurige vragen over kennis uit de hele wereld.”
Da meen dje nie Het Laatste Nieuws, 22.2.2011
Emeritus professor Jan Grootaers
een vernieuwing of herbronning. De kerk verkeerde toen in een diepe crisis. Landen als Frankrijk en Italië waren er op het vlak van priesterroepingen slecht aan toe. Juist door een ingrijpende modernisering wilde de paus de kerk nieuw leven inblazen. Uiteraard was niet iedereen daar gelukkig mee. Dat de vernieuwing niet tot het verhoopte resultaat geleid heeft, had echter niets te maken met de bedoeling van het concilie. Het was veeleer door het inschakelen van conservatieve krachten voor de implementatie van het concilie dat de vernieuwingsgedachte zich zo moeilijk heeft kunnen doorzetten.” “Hoe dan ook, voor het Belgische episcopaat en voor Leuvense theologen is Vaticanum II een sleutelmoment geweest.
(© ingezonden)
Het betekende het einde van een eerder bekrompen neoscholastieke aanpak, en de start van moderne, open, op dialoog gebaseerde theologische inzichten. Ons centrum wil vanuit de studie van de archieven de belangrijke vernieuwingsgedachte van Vaticanum II op kritische, loyale en constructieve wijze levendig houden.” http://theo.kuleuven.be/page/ centr_vaticanumII De nieuwe locatie van het Centrum voor Conciliestudie Vaticanum II wordt op 3 maart plechtig geopend. Het centrum is te bezoeken mits voorafgaande afspraak via karim.schelkens@ theo.kuleuven.be of mathieu.
[email protected]
‘De Ronde’ is amper twee afleveringen ver, maar nergens in Vlaanderen valt nog te ontsnappen aan de kreet: ‘Da meen dje nie’. (…) Het kan, afhankelijk van de intonatie, in zowat elke denkbare situatie worden gebruikt. Boosheid, ontgoocheling, vreugde, verbazing, triomf, waardering, ongeloof, ironie of cynisme: alles is mogelijk. “Dat is een belangrijke factor voor de snelle en algemene verspreiding”, meent professor sociale psychologie Eddy Van Avermaet. “Catch phrases zijn zinnetjes die vlot in het oor liggen, frequent herhaald worden en geassocieerd worden met een typetje. Echte oorwurmen. Uit geheugenonderzoek blijkt dat we dat soort zinnen makkelijk spontaan reproduceren, zonder dat we bewust de grapjas willen uithangen. Ze rollen er gewoon uit. Ik had het zelf nog voor aan het einde van een hoorcollege in het eerste jaar Criminologie. ‘Wat hebben we vandaag geleerd?’, vroeg ik. De hele aula begreep de associatie met Piet Huysentruyt en lag in een deuk van het lachen. Terwijl ik het niet komisch bedoeld had.”
4 Nieuws
campuskrant
iClean voor iCare Op maandag 28 februari gaf rector Mark Waer het startschot voor de solidariteitsactie ‘iCare’. Samen met collega’s van de bestuursploeg en stafleden gaf hij de Grote Aula van het Maria-Theresiacollege een grondige poetsbeurt. iCare loopt van 28 februari tot 6 maart en kan rekenen op vele enthousiaste deelnemers, die klusjes opknappen voor het goede doel. De vergoeding voor hun werk gaat naar de wederopbouw van het College Coeur Immaculé de Marie in Port-au-Prince, een zusterschool van het Leuvense Paridaensinstituut. De school in Haïti werd zwaar getroffen door de aardbeving in januari 2010. www.kuleuven.be/icare/ icare-leuven.
(© Lemmert.be)
DALI onderzoekt zwangerschapsdiabetes pagina 1 “Want zwangerschapsdiabetes is niet alleen nadelig voor de moeder, het heeft ook gevolgen voor de foetus. De baby’s zijn vaak groter en zwaarder, wat voor problemen bij de geboorte kan zorgen zoals schouderdystocie (wanverhouding tussen het kind en het geboortekanaal waardoor de schouders ingeklemd raken bij de bevalling, red.). Daarnaast hebben deze kinderen een verhoogd risico voor de ontwikkeling van overgewicht en diabetes later in hun leven omdat de Bèta-cellen, die insuline produceren, te sterk worden gestimuleerd in de baarmoeder. Dit risico is er vooral op momenten dat het lichaam extra belast wordt, bijvoorbeeld door een zwangerschap.” “Ondergewicht bij de moeder kan overigens dezelfde uitkomst geven,” waarschuwt professor Van Assche. “Insuline is hét groeihormoon in de baarmoeder. Als dit niet voldoende aanwezig is, leidt dit tot ondergroei en als na de bevalling de zogenaamde ‘catch up growth’ te snel verloopt, kan dit ook diabetes en overgewicht in de hand werken. Het lichaam van het kind is immers niet voldoende aangepast
aan de mogelijkheden die ineens maar even goed op het leven van de kleinkinderen. Want het vergeboden worden.” hoogde risico op bijvoorbeeld Developmental programming obesitas en diabetes is transgene“In Leuven is er een lange traditie rationeel.” in het kijken naar het effect van Professor Devlieger: “Borsteen abnormaal zwangerschaps- voeding kan een deel van dit ri-
“Zwangerschapsdiabetes heeft ook gevolgen voor de foetus. De baby’s zijn vaak groter en zwaarder, wat voor problemen kan zorgen bij de geboorte.” milieu op de volgende generatie in het kader van developmental programming: hoe kan de omgeving van de baarmoeder al elementen ‘programmeren’ in de foetus die invloed zullen hebben de rest van diens leven? En niet alleen op het leven van het kind,
sico opvangen. Deze ‘natuurlijke’ voeding is beter aangepast aan de noden van het kind dan flesvoeding, waardoor de kans op overgewicht meer kan worden ingeperkt. Bovendien zorgt het geven van borstvoeding er ook voor dat de moeders sneller weer
op hun oorspronkelijke gewicht komen, waar veel vrouwen tussen hun zwangerschappen de neiging hebben om telkens een paar kilo’s te ‘bewaren’.” “In het verlengde van het DALIproject is er daarom binnen UZ Leuven een samenwerking rond deze problematiek met professor Chantal Mathieu van de Dienst Endocrinologie en professor Kristina Casteels van de Dienst Kinderdiabetes. Eén van de doelen is het opzetten van een project rond voeding voor zwangeren. Zwangere vrouwen krijgen nu vooral te horen wat ze allemaal niet mogen eten. De bedoeling is in navolging van de light- en bioproducten, een lijn met voeding voor zwangere vrouwen te ontwikkelen. Afhankelijk van hun BMI en de fase van hun zwangerschap weten ze dan perfect wel product nu voor hen geschikt is. Wij richten ons op het fundamentele onderzoek dat hier bij komt kijken. Het is uiteraard aan de industrie om hier al dan niet ook iets mee te doen.”
www.dali-project.eu
Piepende baby’s Overgewicht bij de moeder kan ook gevolgen hebben voor het immuunsysteem van het kind, wat zich met name vertaalt in luchtwegproblemen, stelde dr. Annick de Vries (Afdeling Gastro-enterologie) vast. “Via het ABCD-cohort in Amsterdam kreeg ik de mogelijkheid om bijna 5.000 moeders op te volgen met behulp van vragenlijsten, zowel aan het begin van de zwangerschap als drie maanden na de geboorte. Daaruit kwam naar voor dat moeders met overgewicht veel vaker rapporteerden dat hun kind last had van ‘wheezing’, een piepende ademhaling. Het gewicht van de moeder kan dus een nadelig effect hebben op het immuunsysteem van het kind. Een piepende ademhaling wordt immers vaak gezien als een voorbode van latere astmaproblemen. De kinderen zijn nu zes en we hopen onze bevindingen met een vervolgstudie op hun achtste te kunnen bevestigen. Ook hier heeft borstvoeding overigens een positieve uitwerking op het voorkomen van piepen op de borst. Opvallend is bovendien dat er helemaal geen sprake moet zijn van obesitas. Ook bij ’stevigere’ moeders, met een BMI onder 30, is er al verhoogde kans op problemen met het immuunsysteem van het kind.” (tb)
2 maart 2011
Nieuws 5
Overlevingskansen na levertransplantatie in UZ Leuven behoren tot top in Europa Cijfers van Eurotransplant tonen aan dat de overlevingskansen bij een levertransplantatie hoger liggen voor patiënten van UZ Leuven dan het gemiddelde in Europa. In 2010 voerde UZ Leuven bijna 35 procent van alle levertransplantaties in België uit. Volgens cijfers van Eurotransplant zijn de overlevingskansen bij een levertransplantatie in UZ Leuven beduidend hoger dan
Het overlevingspercentage ligt het hoogst bij transplantaties bij kinderen. De gecombineerde levertransplantaties, waarbij een patiënt naast een nieuwe lever ook een nieuwe nier, pancreas, long, hart of dunne darm krijgt, geeft ook hoge overlevingskansen. De 10-jaarsoverleving schommelt rond de 90 procent. De doorgehet Europese gemiddelde. Zo dreven multidisciplinaire aanpak bedraagt de 5-jaarsoverleving bij en de sterk toegenomen ervaring alle indicaties in UZ Leuven 80 met levertransplantaties spelen procent. hierbij een belangrijke rol.
Sinds 1997 is het aantal levertransplantaties in UZ Leuven bijna verdrievoudigd. In 2010 werd een derde van alle levertransplantaties in België uitgevoerd in UZ Leuven. Concreet gaat het over 74 levertransplantaties. Door het blijvend tekort aan organen sterft echter nog steeds 15 procent van de mensen die op de wachtlijst staan voor een nieuwe lever. Op zaterdag 26 februari bezochten 30 patiënten die een levertransplantatie ondergingen het
operatiekwartier van UZ Leuven campus Gasthuisberg, de plaats waar zij een nieuwe lever en een nieuw leven kregen. Tijdens een rondleiding door dr. Raymond Aerts, die in 1989 als eerste een levertransplantatie uitvoerde in UZ Leuven, werden zij in contact gebracht met de artsen en verpleegkundigen die hun levertransplantatie tot een goed einde brachten. De rondleiding was georganiseerd door de Leuvense Levertransplanten (LLT).
Boksende vliegjes effenen pad voor behandeling agressie Normale agressie speelt een belangrijke rol in de overleving van bijna alle diersoorten. Abnormale agressie, bijvoorbeeld bij psychiatrische patiënten, kan echter zware sociale gevolgen hebben. Biomedicus Liesbeth Zwarts ging voor haar doctoraat op zoek naar de genetische achtergrond van agressie bij fruitvliegjes. Ze testte onder meer het gebruik van een aantal drugs. In de toekomst moeten deze ‘farmacogenomics’ een betere behandeling van abnormale agressie mogelijk maken. Wouter Verbeylen Liesbeth Zwarts trok bij de start van haar doctoraatsonderzoek een half jaar naar North Carolina State University in de VS waar ze werkte bij Trudy Mackay. “Daar hebben ze veel ervaring met kwantitatieve genetica, waarbij ze het gedrag van een heel gamma van fruitvliegjes analyseren en hun genetische verschillen statistisch in kaart brengen. Voor het onderzoek worden vliegjes in het wild gevangen – letterlijk met een netje, op fruitmarkten. Op die manier verzamel je veel meer genetische varianten of ‘lijnen’ dan wanneer je met de klassieke inteeltlijnen in het labo werkt. We hebben vervolgens de meest agressieve vliegjes telkens met elkaar gekruist, en hetzelfde hebben we gedaan met de minst agressieve. Zo kregen we twee lijnen vliegjes: extreem agressieve en extreem rustige. Bij die vliegjes kon je vervolgens mooi nagaan welke genen verschillend waren.” Maar hoe onderscheid je een agressieve vlieg van een rustige? Zwarts: “Dat is eigenlijk heel eenvoudig. Het zijn vooral de mannetjes die agressie tonen. Ze vechten om vrouwtjes en om eten, en dat doen ze op verschillende manieren waaronder sommige vrij letterlijk zoals je je ‘vechten’ voorstelt: ze staan op hun achterste poten en ‘boksen’ met hun voorpoten, ze zetten hun schouders tegen elkaar aan. In de praktijk lok je die agressie uit door een aantal mannetjes in een buisje te steken en ze bijvoorbeeld anderhalf uur zonder eten te zetten. Dan voeg je eten toe en je kijkt of ze aan het vechten slaan.”
wikkeling. “Ik heb de hersenen van de verschillende genetische lijnen vliegjes onderzocht op misvormingen, om vast te stellen wáár het precies misgaat. En ik heb gekeken wanneer het misloopt in hun ontwikkeling: gebeurt dat bijvoorbeeld tijdens de larvale fase, of later?” Liesbeth wist vooraf al dat het weinig waarschijnlijk was één agressie-gen te vinden. “Begin jaren 90, toen het volledige menselijke DNA in kaart gebracht werd, dachten sommigen misschien
den. “De werking van die middelen is vaak onvoorspelbaar: sommige patiënten worden minder agressief na toediening, maar anderen net agressiever. Ik deed de test bij fruitvliegjes: ik diende de medicatie toe, en bij de hyperagressieve fruitvliegjes stelde ik iets gelijkaardigs vast: sommige bleven agressief, andere werden merkbaar rustiger. Het is de eerste keer dat zo een verschillende respons op drugs wordt vastgesteld bij fruitvliegjes.” En net zoals een mens prik-
“Vliegjes die wakker gehouden werden, bleken agressiever dan andere.” nog: nu gaan we hét gen vinden dat schizofrenie veroorzaakt, nu gaan we dé oorzaak van agressie kunnen aanduiden. Daar is inmiddels iedereen van teruggekomen: de zaken liggen een heel stuk ingewikkelder dan dat.” “Dat is ook precies wat ik vaststelde in mijn onderzoek op fruitvliegjes: dat het bij agressie om een heel ingewikkeld samenspel van processen gaat. Ik heb nu meer inzicht verworven in het genetische netwerk dat agressie veroorzaakt, en ik kan een aantal punten aanduiden die als start kunnen dienen voor verder onderzoek en mogelijk ook voor de ontwikkeling van nieuwe medicatie.”
‘Agressie-gen’ bestaat niet
Onvoorspelbaar
Eenmaal terug in België heeft Liesbeth Zwarts de Amerikaanse expertise in de kwantitatieve genetica gecombineerd met de Leuvense expertise rond hersenont-
Als onderdeel van haar doctoraatsonderzoek bekeek Liesbeth Zwarts onder meer ook de effecten van medicijnen die courant in de psychiatrie gebruikt wor-
kelbaarder wordt van te weinig slaap, bleek er ook bij fruitvliegjes een verband tussen agressie en slaap. Zwarts: “Ik stelde vast dat vliegen die wakker gehouden werden, effectief agressiever waren dan andere. Vervolgens onderzocht ik de hersenstructuur die verantwoordelijk is voor het dag-en-nacht-ritme, zeg maar de ‘klok’ in de vliegenhersenen. Als daar fouten in zaten, dan bleken de vliegjes ook effectief een abnormale agressie te vertonen.” Maar wat kunnen we nu leren uit dit onderzoek? Liesbeth Zwarts: “Ondanks het feit dat vliegjes er duidelijk anders uitzien dan de mens, heeft onderzoek de voorbije jaren aangetoond dat zowel het genetisch materiaal als de fundamentele processen in de cel vaak opmerkelijke gelijkenissen vertonen. Precies daardoor zijn vliegjes een goed model en is er terechte hoop dat ons fun-
damenteel onderzoek op termijn tot toepassingen zal leiden. Daarenboven heeft werken met fruitvliegjes heel wat voordelen zoals bijvoorbeeld de lage kostprijs en de snelheid waarmee de diertjes zich ontwikkelen.” “Ik ga nu als postdoc-onderzoeker aan de slag om de tijdens mijn doctoraat blootgelegde mechanismen verder te bestuderen en hun rol in agressie in kaart te brengen. Daarnaast zal ik ook onderzoek verrichten naar de erfelijke basis van slaap. In een verre toekomst moeten de nieuwe inzichten leiden tot een betere behandeling van agressie en tot nieuwe inzichten in slaapprocessen.” “Een gezond agressieniveau is
te belangrijk: niet alleen dieren moeten eten om te overleven en hebben daarvoor een gezonde agressie nodig, maar ook wij hebben in ons sociaal functioneren behoefte aan een juiste dosis agressie. Het is dus geen knop die je – bijvoorbeeld door onaangepaste medicatie – zomaar volledig mag aan- of uitschakelen.” Liesbeth Zwarts verdedigde haar doctoraat ‘Aggression in Drosophila melanogaster: from gene networks to neural circuitry’ op 11 februari. Promotor: professor Patrick Callaerts Een overzicht van alle actuele doctoraatsverdedigingen vindt u op www.kuleuven.be/doctoraatsverdediging/
6 Studenten
campuskrant
Individuele heroriëntering in groepscursus
Het kompas weer in de juiste richting Met een groepscursus van drie sessies biedt de Dienst Studieadvies studenten de kans zich bewuster te heroriënteren als ze twijfelen aan hun studiekeuze. “Ik was blij om hier te merken dat ik niet de enige ben die het even niet meer weet.”
stantie twee verschillende topics aan: hoe verliepen de studies de voorbije maanden? Welk aanbod is er eigenlijk aan studies en beroepskeuzes? Want soms hebben twijfels ook veel met info te maken. Studenten zijn zich niet altijd bewust van wat de mogelijkheden zijn. Het kan een hele opluchting zijn om vast te stellen dat er verschillende wegen zijn die naar eenzelfde doel leiden. Of dat je echt wel opties kan openhouden. Dat je bijvoorbeeld best eerst voor een carrière mag kiezen, en dat je jezelf later dan nog naar leerkracht kan omscholen.”
Tine Bergen
“Een derde, heel belangrijke poot in de cursus is zelfkennis. Daarbij hebben we het niet alleen over vaardigheden en kennis maar ook over: hoe ga ik om met stress, ben ik een doorzetter? We proberen de studenten met oefeningen, vragenlijsten en opdrachten bewust te maken van alles wat een rol speelt in het keuzeproces. Door de intensievere aanpak – deze cursus duurt minstens zes uur – hebben we ook de tijd om die verschillende thema’s allemaal aan te halen. Bovendien is er de groepsinteractie. De anderen kunnen kritische vragen stellen die de student van een begeleider misschien minder snel zal aannemen.”
Ze zijn druk aan het praten, de vijf studenten en begeleider Joke Vanhoudt, wanneer ik het lokaal binnenkom. Over carrièremogelijkheden, hoe belangrijk ze dat vinden en hoe ze dat zien. Over de balans werk-gezin. “Dit is de derde en laatste sessie van de cursus ‘Het kompas weer in de juiste richting’,” licht Joke Vanhoudt later toe. “Studenten die bijvoorbeeld door tegenvallende studieresultaten twijfelen of ze wel de juiste studiekeuze hebben gemaakt, kunnen hier terecht om in groep te proberen hun focus weer in de juiste richting te zetten. Daarbij halen we in eerste in-
Zelfkennis
Klovis De Maesschalck, Liesa Bosmans en Mattijs Willems
“Ik vond het een geruststelling om te merken dat ik niet de enige was die twijfelde,” vertelt Liesa Bosmans. “Ik zit in mijn eerste jaar criminologische wetenschappen, maar het is me ondertussen wel duidelijk dat ik in die sector niet wil werken. Al mijn vrienden weten perfect wat ze willen. Ik was blij om hier te merken dat ik niet de enige ben die het even niet
meer weet. Ik heb veel gehad aan de oefening waarbij we gewicht moesten toewijzen aan de verschillende criteria die meespelen in onze keuzes. Ik twijfelde nog tussen leerkracht, verpleegster of kinesist. Mijn hart gaat uit naar kinesitherapie, maar ik ben bang dat de wetenschappen te zwaar gaan zijn. Het compromis is nu dat ik in het tweede semester twee
K.U.Leuven Shop boomt Het gaat goed met de K.U.Leuven shop: hij kreeg een centrale locatie in de Universiteitshal en bereikt steeds meer mensen: toeristen, personeelsleden en studenten – voornamelijk buitenlandse maar ook steeds meer Vlaamse. Sinds kort staan op een tiental locaties over de universiteit verspreid ook vitrinekasten, en die geven de verkoop ook een stevige boost – het aantal verkochte artikelen is verdubbeld. Isabelle Van Geet, manager Positionering en Marketing: “We dromen van een echte winkel met een etalage maar dat is nog toekomstmuziek.” Het aanbod werd niet zo lang geleden volledig vernieuwd en omvat meer dan zestig artikelen, van grappige bureau-accessoires en bekers tot vaste waarden als boeken en etsen. “De sweaters en T-shirts zijn bijzonder succesvol: de witte modellen doen het altijd goed en ook de blauwe shirts met ‘brein-opdruk’ (foto) zijn populair: in de kerstperiode vlogen ze de deur uit.”
(© Lemmert.be)
(© Rob Stevens)
vakken kinesitherapie ga volgen, om zo te kunnen zien of de richting echt iets voor mij is.”
Haalbaarheid Haalbaarheid is een gegeven dat ook sterk meespeelt bij Mattijs Willems. “Ik zit in mijn eerste jaar burgerlijk ingenieur, maar mijn resultaten vallen tegen. Ik hoopte in deze cursus andere mogelijkheden te vinden. Vooral de capaciteitentest was voor mij belangrijk. Die toonde dat ik de studie mogelijk wel aankan, als ik mijn studiehouding verander. Daar ga ik nu dus samen met Joke aan werken.” Klovis De Maesschalck bist zijn eerste jaar chemie en zit in de cursus omdat zijn resultaten nog te hard tegenvallen. “Ik wilde weer een overzicht krijgen, was bang dat ik mezelf misschien te erg focuste op die chemie. Ik wil graag leraar chemie worden en ik weet nu dat de professionele bachelor chemie hiervoor een alternatief kan zijn als ik daarna nog een specifieke lerarenopleiding volg. Ik heb een studiestructuur nodig die de vinger aan de pols houdt. Het was een intensieve week, want je bent echt wel voortdurend met je keuze bezig. Je zoekt dingen op, vraagt na, denkt na… Maar de cursus heeft me ook gegeven wat ik gehoopt had: een haalbaar toekomstbeeld dat bij me past.” “Niet iedereen legt het proces in hetzelfde tempo af, ik probeer tijdens de sessies dan ook te differentiëren met de oefeningen,” besluit Joke Vanhoudt. “Uiteindelijk zijn er ook heel verschillende reacties mogelijk op de uitkomst van het proces. De ene student verandert van richting, de andere maakt zijn jaar af met het oog op zoveel mogelijk vrijstellingen… De bedoeling is dat ze op het einde van de rit in elk geval een stap verder hebben gezet.” Meer info over de groepscursus:
[email protected]. be, (t) 016 32 43 24. Alle info over ondersteuning bij je studietraject en heroriëntering: www.kuleuven.be/studieadvies/studiebegeleiding/studiekeuze.html
2 maart 2011
Leuven 7
Fochplein wordt Pieter De Somerplein Het Maarschalk Fochplein in het centrum van Leuven wordt herdoopt in het Pieter De Somerplein, naar de eerste rector van de Vlaamse K.U.Leuven. Initiatiefnemer Carl Devlies (CD&V) krijgt hiertoe de steun van het college van burgemeester en schepenen. Zeldzame combinatie
Ludo Meyvis Volgens Devlies beklemtoont de wijziging de band tussen stad en universiteit. “De splitsing van de universiteit in 1968 is het begin geworden van een opvallende groei voor universiteit en stad. Pieter De Somer heeft in niet onbelangrijke mate mee de basis gelegd voor die groei.” Pieter De Somer werd in 1966 pro-rector van de Nederlandstalige afdeling van de toen nog tweetalige universiteit. Hij werd tot rector verkozen in 1971, 1976 en 1981, en bleef rector tot aan zijn dood in 1985. “Hij was een vurig pleitbezorger van een goede samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven”, zegt Devlies. “De visie en het beleid van Pieter De Somer zorgden voor een universitaire dynamiek waar de hele Leuvense regio mee van profiteerde. De universitaire expansie transformeerde Leuven van een economisch wat ingedommelde stad en streek in een dynamische hoogtechnologische regio.”
Rector Mark Waer zegt opgetogen te zijn: “De universiteit had al haar Pieter De Someraula, en nu heeft de stad haar Pieter De Somerplein. Ik vind dat schitterend. De Somer was iemand met een zeldzame combinatie van grote eigenschappen. Hij was niet alleen een groot wetenschapper, maar ook een charismatisch leider en iemand die ideeën echt kon ontwikkelen.” “De Somer was een schrander man die grondig op de zaken inging. Hij informeerde zich altijd zeer goed, vormde zich over zowat alles een mening en liet niet na die kenbaar te maken, op de hem kenmerkende ironische manier, soms met een zweem van sarcasme. Toen hij rector werd, viel op hoe sterk zijn toespraken waren. Als je die er nu, dertig-veertig jaar later, op naleest, zie je meteen dat de meeste van zijn ideeën er nog altijd stáán.” De nieuwe naam komt er op een toepasselijk moment: dit academiejaar staat in het teken van Piet De Somer. www.kuleuven.be/ pietdesomerjaar/ Rechtsboven: Het Fochplein zoals het er uitzag voor de start van de heraanleg (© K.U.Leuven) Rechtsonder: Het Pieter De Somerplein zoals het er zal uitzien na de heraanleg (© Grontmij) Links: Rector Pieter De Somer (© ingezonden)
Liefdesklokken Op valentijnsavond dompelden de klokken van de bib de stad onder in een romantisch sfeertje. Universiteitsbeiaardier Luc Rombouts speelde liefdesklassiekers als ‘Ne me quitte pas’ en ‘Je t’aime moi non plus’. Bovendien organiseerde hij drie torenbezoeken voor in totaal veertig koppels, die alles live konden meemaken in de toren. De koppels waren enthousiast: “Het was een heel leuke ervaring. We waren nog nooit op de toren geweest, en het zicht over nachtelijk Leuven was echt wel de moeite, hoewel de klim op het ijzeren wenteltrapje toch even slikken was. Machtig die klokken ook, België mag best wel trots zijn op zijn beiaards.” (© Rob Stevens)
8 Maatschappij
campuskrant
Vorsen voor vrede Instituten en centra hoeven niet altijd complexe structuren te hebben of over eigen gebouwen te beschikken om voelbaar aanwezig te zijn in de samenleving. Het Centrum voor Vredesethiek, dat zijn 25ste verjaardag viert, is daar een goed voorbeeld van. Ludo Meyvis Het CVE werd in 1986 opgericht door emeritus professor Roger Burggraeve en zijn collega Johan De Tavernier, met het oog op fundamenteel ethisch en theologisch onderzoek naar oorlog en vrede. Geleidelijk aan verruimde de thematiek naar de problematiek van – al dan niet gerechtvaardigd – geweld en militaire afschrikking, maar ook naar geweld op kleinere schaal en naar tolerantie, kwaad en verzoening. Die veelzijdige thematiek vindt zijn weerslag in tientallen publicaties, nationale en internationale colloquia, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening, dit alles vanuit een joods-christelijke invalshoek. Niet alleen de thematiek verruimde, maar ook de bestaffing. Professor Didier Pollefeyt kwam in 1991 bij het CVE, later ook professor Annemie Dillen en dr. Marianne Moyaert. Hun aantreden was een rechtstreekse uitloper van hun doctoraal onderzoek.
Vinger aan de pols Roger Burggraeve situeert het CVE in de lijn van het denken van Levinas, met zijn klemtoon op ‘de andere’. In het perspectief van het CVE rijst dan de vraag: “Als er een appél uitgaat van het gelaat
van de andere, waarom is er dan doodslag? Als ik slechts mezelf word in relatie met de andere, waarom is er dan kwaad?” “Ons hedendaags denken heeft belangrijke Verlichtingsinvloeden ondergaan. ‘Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid’ is al meer dan 200 jaar de leuze. Maar misschien moet je die volgorde wel omkeren, en prioriteit geven aan broederlijkheid, aan de ander, dus. Dat plaatst ook de idee van verantwoordelijkheid en solidariteit veel centraler, niet ten nadele van vrijheid, maar als verdieping.” “In onze publicaties en colloquia komen heel wat thema’s aan bod. We proberen de vinger aan de pols te houden van wat er leeft in de samenleving. Dat leidde in 1991 tot een colloquium over intolerantie, aansluitend op zwarte zondag van november 1991. In 1996 ging het over wraak, vergelding en vergeving, na de arrestatie van Dutroux. Het colloquium van 2001, toen met 9/11 de ‘clash der wereldbeelden’ opgeld maakte, boog zich over de vraag naar idolatrie als bron van geweld. In 2009 ging het dan weer over machtsgebruik en -misbruik in de kerk, vlak voor de zaak Vangheluwe uitbrak. Daarnaast zijn er colloquia geweest over de heilige oorlog, nationalisme, ethisch
fanatisme, multiculturaliteit, verruwing, interreligieuze dialoog, terrorisme enzovoort, een heel uitgebreide waaier aan topics. Voor onze 25ste verjaardag hebben we Herman Van Rompuy uitgenodigd. Hij geeft op 16 maart, de jaarlijkse Vredesdag, een toe-
belang van religie in conflicten én in conflictoplossing, op de blijvende ambivalentie van religie als bron van conflict en van verzoening, en op de verbinding tussen het christelijk of religieus wereldbeeld en het begrip ‘broederschap’. We hebben geen
“Vredesonderzoekers hebben altijd ook een verantwoordelijkheid naar de samenleving.” spraak als christen en als politi- strakke formele structuur. We cus over de rol van Europa in het zijn collega’s die rond gelijklopende interessegebieden werken. vredesproces.” Ideeën zijn voor ons belangrijker Geen formele structuur dan structuren. Natuurlijk kan “In de toekomst willen we ons je niet buiten een zekere vorm concentreren op het toenemend van organisatie. Onze dialoog
met de samenleving wordt onder meer gevoed door een jarenlange intense samenwerking met Pax Christi. Langs deze weg krijgen wij een publiek forum en krijgt de vredesbeweging een academische fundering. Dat is een mooi voorbeeld van universitaire samenwerking met het christelijksociaal middenveld.” “Wegen we op wat er leeft in de samenleving? Wellicht wel, bijvoorbeeld alleen al doordat onze thematiek doorsijpelt in colleges en dus doorgegeven wordt aan onze jonge intelligentsia. We zijn natuurlijk eerst en vooral onderzoekers. Het is ons te doen om verrijking en verdieping van ideeën. Maar dat doe je nooit in een maatschappelijk vacuüm. Vredesonderzoekers hebben altijd ook een verantwoordelijkheid naar de samenleving.” http://theo.kuleuven.be/page/ centr_vrede/ http://theo.kuleuven.be/page/ vredesdag2011/
Vrijwillig ontbijt Omdat 2011 is uitgeroepen tot het Europese jaar van de vrijwilliger, zet UZ Leuven zijn 220 vrijwillige medewerkers extra in de kijker tijdens een speciale week, van 1 tot 4 maart 2011. Op dinsdag 1 maart werden ze alvast getrakteerd op een ontbijt in de personeelscafetaria van de Campus Gasthuisberg. De vrijwilligers van UZ Leuven helpen onbetaald mee om bepaalde aspecten van de zorg aangenamer of makkelijker te maken, door extra tijd en aandacht te bieden aan patiënten en hun familie.
(© Lemmert.be)
2 maart 2011
Internationaal 9
PhD Society: de Verenigde Doctoraatsstudenten Ze zijn te rijp voor studentenkringen en te groen voor professorenclubs. Sinds afgelopen zomer hebben de Leuvense doctoraatsstudenten gelukkig hun eigen vereniging: de PhD Society. We spraken met stichtend lid en voorzitter Hannah van der Deijl (Onderzoekseenheid Bedrijfseconomie, Strategie en Innovatie). Tim Vuylsteke Hannah: “We hebben de PhD Society opgericht omdat een overkoepelende ontmoetingsplaats voor doctoraatsstudenten nog niet bestond aan de K.U.Leuven. Bij heel wat PhD’ers is er vraag naar een soort van studentenkring op hun maat. Veel van hun leeftijdsgenoten zijn ondertussen uit Leuven vertrokken, en met het gewone studentenleven hebben ze nog weinig voeling. Ook voor buitenlandse studenten is de PhD Society een ideale manier om snel mensen met dezelfde interesses te vinden.” Hannah komt zelf uit Nederland, en dat is ook waar ze de mosterd haalde. “Dat klopt. Aan de Universiteit Maastricht bestaat met de PhD Academy een
brainstormen over hoe we de PhD Society verder kunnen doen groeien. Tot nog toe organiseerden we al een academische workshop waarin ervaringen en strategieën werden uitgewisseld, een carrièreworkshop – ‘The value of your PhD’ – enkele sociale activiteiten en een aantal ‘open meetings’, waarop we iedereen laten meedenken over de toekomst van onze vereniging.” “De PhD Society bestaat uit drie comités: ‘academic’, ‘career’ en ‘social’. De komende maanden zouden we deze pijlers willen stabiliseren, door ervoor te zorgen dat in elk van de drie domeinen mensen actief zijn, plannen gesmeed worden en duurzame actiSkola en skills viteiten georganiseerd. Daarnaast “Dit academiejaar is een start- is onze website ondertussen opejaar. We willen nu dan ook vooral rationeel, werken we aan een
dergelijk initiatief al langer. Ik noemde deze vereniging op de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, waarna ik een visietekst schreef. Eerst zijn we begonnen binnen de faculteit – met de PhD Academy Leuven FEB – met de bedoeling het project later interfacultair uit te bouwen. Ik ben dan in de zomer naar International Office gestapt, en daarna zijn we met een kerngroep in actie geschoten. Voorlopig hebben we nog meer buitenlandse dan Belgische leden – die laatsten hebben hier al een uitgebreid sociaal netwerk, en dus ook minder tijd – maar daar komt stilaan verandering in.”
Zomercursus voor rijstspecialisten De Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen gaat samenwerken met het International Rice Research Institute (IRRI) in de Filippijnen. Daar zal professor Erik Mathijs een summer school coördineren over leiderschapscompetenties voor rijstspecialisten.
Het International Rice Research Institute (IRRI) is een bekend internationaal onderzoekscentrum dat zich toespitst op de rijstproductie, vooral in Azië. Naast enkele honderden vaste onderzoekers huisvest het instituut in de Filippijnen ook even-
Ambassador’s Lecture Na eerdere bezoeken van zijn collega’s uit Turkije en India was de Duitse ambassadeur Reinhard Bettzuege de derde spreker die naar Leuven kwam in het kader van de Ambassadors’ Lectures. Het auditorium G van de Campus Arenberg liep vol voor zijn lezing. Bettzuege schetste het belang dat zijn land hecht aan investeringen in research & development, innovatie en wetenschap. Het Duitse federale ministerie voor onderwijs en onderzoek zag in 2011 zijn budget zelfs met meer dan zeven procent groeien, terwijl andere ministeries de buikriem moesten aanspannen. Bettzuege pleitte ook voor toenadering tussen Belgisch en Duits hoger onderwijs. Waarom zouden we in 2012 in Leuven geen Deutschlandjahr organiseren, zo suggereerde hij. (© Rob Stevens)
veel jonge wetenschappers van doctoraal en postdoctoraal niveau. Professor Erik Mathijs, die de summer school coördineert, legt uit wat de bedoeling is: “Bij IRRI wil men leiders kweken die strategisch denken – ook in de bredere en geglobaliseerde context van de rijstproductie, bijvoorbeeld de milieuproblematiek. En met de vele nationaliteiten die bij IRRI werken, had men ook nood aan interculturele vaardigheden.” Op vraag van IRRI en in samen-
nieuwsbrief, en staan er nog een jobbeurs specifiek voor PhD’ers en een speciaal project – Skola, een academische discoursegroep – op stapel.” “Ten slotte willen we onze leden ook met elkaar in contact laten komen tussen activiteiten in: daartoe hebben we al een Facebook- en een LinkedIn-groep aangemaakt, en we hopen binnenkort te starten met een we-
kelijks ontmoetingsmoment op vrijdagavond. Ook onze website moet een ontmoetingsplaats worden. Bezoekers zullen er hun profiel kwijt kunnen, waarop ze onder meer hun expertisegebieden kunnen vermelden. Zo kunnen skills heel makkelijk worden uitgewisseld.” http://phdsociety.ulyssis.be/ http://phdsocietyleuven. blogspot.com/
werking met organisatiepsycholoog professor Euwema van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen werd een pakket workshops samengesteld, over vaardigheden zoals communicatie, teamwork, time management, presentatie- en vergadertechnieken, innovatie en creativiteit enzovoort. “Het unieke is dat wij dit bundelen in een blok van twee weken summer school, met na vier maanden nog een terugkomweek in januari volgend jaar”, licht Ma-
thijs toe. Professor Coppin, decaan van de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen en initiatiefnemer, hoopt dat dit project zijn faculteit meer op de wereldkaart zet: “Deze zomercursus is een pilootproject voor een 25-tal medewerkers van IRRI. Maar het doel is dit de komende jaren te herhalen. Het kan ook de deur openen naar samenwerking met andere instituten in de wereld.” www.irri.org
10 Onderzoek
campuskrant
Wie onlangs een nieuw bed kocht, is ongetwijfeld ingewijd in de wereld van pocketveren en comfortzones. Maar het bed van de toekomst is een intelligent bed: het kan de matras aanpassen aan uw ligging en regelt zelfs temperatuur en vochtigheid.
Professor Bart Haex bekijkt de lighouding van doctorandus Vincent Verhaert
(© Lemmert.be)
Het bed van de toekomst Ilse Frederickx De burgerlijk ingenieurs in Heverlee beschikken over een ruimte met verschillende types bedden en matrassen. Niet voor vermoeide ingenieurs, maar wel voor het slaaponderzoek dat professor Bart Haex, doctorandus Vincent Verhaert en een team van de Afdeling Biomechanica samen voeren met psychologen van de VUB en medici van de UA. “Over slapen bestaan veel volkswijsheden, onder andere dat je een aangepast bed nodig hebt. Maar wat is de wetenschap daarachter?”, vraagt Haex zich af. Die wetenschap komt dus uit verschillende domeinen: de geneeskunde die problemen zoals slapeloosheid, snurken of slaapapneu bestudeert; de psychologie die kijkt naar de invloed van bijvoorbeeld emoties op het slapen; en de biomechanica – werktuigkunde toegepast op de mens – die de ergonomie van het bed onder de loep neemt. Het biomechanisch onderzoek naar nieuwe bedden of sensoren gebeurt deels aan
de K.U.Leuven, maar de drie partneruniversiteiten delen ook een slaaplabo in Brussel, vertelt Haex: “Het is een soort Big Brother-huis, volgestouwd met meetapparatuur en experimenten, waar de proefpersonen een paar dagen verblijven. We kunnen er de invloed van een heleboel zaken op het slapen meten: licht, geluid, voeding, emoties, tv-programma’s, een slecht of goed bed enzovoort.”
Astronaut of banaan? Wat is dan een goed bed? Haex vertelt dat de volkswijsheid daar gelijk heeft: “Een vrouw met een slanke taille van 60 kilo heeft niet hetzelfde bed nodig als een zwaargebouwde man met brede schouders. De belangrijkste factoren zijn je geslacht, je gewicht en je contouren: taille tegenover schouders voor mannen en taille tegenover bekken voor vrouwen. Zwaardere mensen liggen best op een hard bed, lichtere mensen op een zachter bed. Bij uitgesproken lichaamscontouren is het belangrijk dat de matras soepel is en die lijnen kan volgen. Sommige
winkels gebruiken al tabellen of meettoestellen om advies te geven bij de keuze van de matras.” Maar wat minder geweten is, is dat de slaaphouding het effect van een slecht bed kan vergroten: “75 procent van de mensen slaapt in zijlig, 20 procent in ruglig, en de overige 5 procent in buiklig. De wervelkolom moet in zijn natuurlijke vorm goed ondersteund worden. De ideale, onbelaste houding is die van een astronaut in de ruimte: die ga je nooit met gestrekte benen zien.” De houding die dat ideaal het best benadert, is de zijlig, maar net dan is een goed bed belangrijk: “Als je op je zij slaapt, moet de wervelkolom een rechte lijn vormen, taille en nek moeten voldoende ondersteund zijn en de schouder moet diep genoeg kunnen inzinken. Er hangt dus veel af van je lichaamscontouren, vooral van taille en schouder. Als je bed te zacht is, krijg je het effect van een hangmat, omdat je het zwaarst bent in het midden van je lichaam. Velen mensen slapen tegenwoordig op een te hard bed,
Ook luchtverontreiniging kan hartinfarct uitlokken Luchtverontreiniging is een even grote ‘trigger’ of uitlokkende factor bij een hartinfarct als andere erkende uitlokkende factoren, zoals fysieke inspanning, hoge bloeddruk, drugs- of alcoholgebruik. Onderzoekers van K.U.Leuven (Onderzoekseenheid Longtoxicologie), Universiteit Hasselt (Centrum voor Milieukunde) en het Swiss Tropical and Public Health Institute te Basel kwamen tot deze vaststelling. De onderzoekers combineerden data van 36 verschillende studies waarbij de gemiddelde leeftijd van de deelnemers varieert van 44 tot 72 jaar. Ze berekenden het relatieve risico voor elke trigger
door na te gaan welke proportie van de bevolking een hartinfarct kreeg dat te wijten was aan een bepaalde trigger. Luchtverontreiniging (fijn stof) verhoogt het risico op een hart-
infarct met vijf procent. Aangezien de hele bevolking hieraan wordt blootgesteld, veroorzaakt luchtverontreiniging meer hartinfarcten dan bijvoorbeeld cocaïnegebruik, dat weliswaar een risi-
Een volgende stap in de ontwikkeling is een actief bed: “Dat is een intelligent bed dat via sensoren zelf meet: hoe zwaar, welke slaaphouding, hoe vaak beweegt de persoon? Het bed past zich dan automatisch aan de persoon aan. Zulke bedden kunnen interessant zijn in ziekenhuizen of in de hotelsector. Ze worden nu al gebruikt om topsporters en topmanagers mee te testen. Nu zijn dat nog prototypes – onder andere in ons Big Brother-huis - maar
de eerste afgeleide systemen zouden binnen vijf jaar op de markt kunnen komen.” “Ik was zelf een proefkonijn op een eerste testbed dat nog bijgesteld moest worden. Het bed paste een beetje teveel aan toen ik op mijn zij lag waardoor ik in een put kwam te liggen. Ik heb toen heel slecht geslapen!”, lacht Haex. Maar die kinderziektes zijn ondertussen achter de rug. In nieuw onderzoek koppelen de biomechanici het actieve bed zelfs aan het microklimaat van het bed: “We bestuderen nu wat de ideale waarden van de temperatuur, vochtigheidsgraad enzovoort zijn tijdens de nacht. En ook hoe dat samenhangt met de slaapfase: bij het inslapen is het beter dat de omgeving wat kouder is, tijdens de slaap moet het dan weer wat warmer zijn om goed te slapen. Een actief bed zou dat regelen, met bijvoorbeeld airco. De slaapfase zou het bed mogelijk met bewegingssensoren kunnen afleiden van het aantal bewegingen. Dat is allemaal stof voor verder onderzoek in het slaaplabo.”
coverhoging heeft op een infarct van 2.300 procent maar waarmee slechts een beperkt publiek in aanraking komt. Het meeste aantal hartinfarcten in de populatie wordt uitgelokt door deelname aan het verkeer (7.4%), fysieke inspanning (6.2%), alcohol (5.0%), koffie (5.0%), luchtverontreiniging gedefinieerd als het aantal fijne partikels in de lucht (4.8%), negatieve emoties (3.9%), kwaadheid (3.1%), grote maaltijden (2.7%), positieve emoties (2.4%), seksuele activiteit (2.2%), cocaïnegebruik (0.9%), het roken van marihuana (0.8%) en respiratoire infecties (0.6%). Het hierboven weergegeven percentage per trigger is een weergave van hoeveel hartinfarcten er zouden
kunnen vermeden worden indien de bevolking niet meer aan deze trigger blootgesteld zou worden. Vermindering van de luchtverontreiniging is een noodzaak in vele steden om te voldoen aan de WHO-richtlijnen voor de bescherming van de publieke gezondheid. Conclusie van de auteurs: “Een verbetering van de lucht die we om de vier seconden inademen is een belangrijke factor om het aantal hartinfarcten in de algemene populatie te verminderen.” De resultaten van het onderzoek verschenen in The Lancet, een toonaangevend wetenschappelijk tijdschrift op wereldniveau op het vlak van oncologie, neurologie en infectieziekten.
dan steunt men enkel op schouders en bekken en krijg je het effect van een hangbrug.” Als je op je rug slaapt, moet de S-vorm van de ruggegraat behouden blijven, de onderrug mag niet te vlak liggen en de benen zouden iets opgetrokken moeten zijn. “Een kussen onder je knieën kan helpen, maar dan kan je moeilijker bewegen. Maar zeer ongezond is de buiklig: je ligt als een banaan. Wie in buiklig op een slecht bed slaapt, ondervindt daar veel meer nadeel van dan in zijlig.”
Actief bed
2 maart 2011
Personeel 11
De passie Een sterrenkundige die handtekeningen van sterren verzamelt? Een poetsvrouw die aan modderworstelen doet? Een waterbouwkundige die familiefeestjes opluistert met een v uurspuwersact? Een godgeleerde die drumt bij een satanische rockband? In deze rubriek plukken wij de passievruchten van personeelsleden en laten u ervan proeven.
De muzikale familie Van Gool – van links met de klok mee: Annie, Ann, Karolien, Marlies, Stefaan, Stefanie en vooraan Clara Wubbenhorst, die zal meespelen tijdens het benefietconcert op 30 april (zie info onderaan artikel). (© Lore Verstraete)
“Muziek is meer dan een hobby voor ons” Lien Lammar Stefaan Van Gool is niet alleen arts, wetenschapper en kliniekhoofd van de Dienst Kinder-hematotologie en -oncologie van het UZ Gasthuisberg, maar ook een gepassioneerd musicus. Als het even kan, haalt hij zijn viool boven om samen met zijn vrouw Ann en hun vier dochters Marlies (17), Karolien (15), Annie (13) en Stefanie (10) een klassiek concert te spelen. Stefaan: “Muziek zit in de familie, zowel bij Ann als bij mij. Thuis is er altijd aandacht geweest voor muziek. Karolien en Annie spelen al sinds hun vijfde viool, Marlies speelt harp en Stefanie dwarsfluit. Marlies, Karolien en Annie volgen ook zang. Ikzelf speel viool en Ann piano.” Ann: “De eerste keer dat we een kerstconcert speelden in het rusthuis Mater Dei in Leuven was Stefanie nog maar vier jaar. Ze speelde nog geen instrument, maar mocht verkleed als engeltje
op de trommels slaan en met de tafel te zitten.” Marlies: “Tijdens het optreden belletjes rinkelen. (lacht)” ben ik meestal één brok zenuwen. Staande ovatie Pas nadien komt de ontlading. Marlies: “Muziek is meer dan Het geeft een heel goed gevoel als een hobby voor ons. Alles wat we je het samen tot een goed einde doen, omvat muziek. Vorig jaar hebt gebracht.” hebben we ons eerste grote be- Ann: “Muziek is meer dan noten nefietconcert gespeeld in Zweve- spelen. Het is iets heel gevoelsgem. Het was echt wauw om voor matigs. Met muziek kan je woorzoveel volk te spelen. Sindsdien deloos iets aan elkaar vertellen. hebben we de smaak te pak- Ik vind het fantastisch om te zien ken.” als de meisjes dat aanvoelen.” Stefaan: “Elke zondag oefenen we samen. We zijn geen profes- Mensen gelukkig maken sionele muzikanten, maar als Als Stefaan en zijn gezin optrewe een concert spelen, moet het den, is dat meestal niet zomaar. goed zijn. Als het publiek ach- Vaak is er een verband tussen teraf zijn waardering toont, is het concert en het werk. Stefaan: dat een mooie stimulans voor de “Ik ben kinderarts gespecialikinderen. In Zwevegem en in het seerd in hersentumoren en Ann Nederlandse Almen kregen we is huisarts. Thuis wordt er heel een staande ovatie. Dat zijn fan- vaak over het werk gepraat. De tastische ervaringen natuurlijk. kinderen weten waar we mee Als we ver van huis optreden, kop- bezig zijn en met welk doel we pelen we er een nachtje hotel aan soms muziek spelen. Muziek vast. Tijdens de week heeft ieder- is plezierig, maar je kan er ook een het zo druk, dan is het fijn om echt iets mee dóen. We hebben samen eens rustig aan de ontbijt- al gespeeld op begrafenissen van
patiënten van mij of Ann. Het is mooi als we op zo’n moment met onze muziek mensen troost kunnen bieden. Huwelijksvieringen verzorgen is dan natuurlijk weer heel leuk.” Met benefietconcerten zamelen ze geld in voor het onderzoek van Stefaan naar de behandeling van kinderen met hersentumoren. Marlies: “Dat we vaak optreden voor een goed doel, maakt het eens zo bijzonder. Het is fijn om te weten dat we zo ons steentje kunnen bijdragen. Ik zou het heel graag blijven doen, maar het repeteren neemt veel tijd in beslag. Volgend jaar wil ik geneeskunde gaan studeren: de tijd die nu naar muziek gaat, zal ik dan goed kunnen gebruiken voor mijn studies.” Ann: “Als we gevraagd worden voor een optreden, leggen we het aan de meisjes voor. Zeggen ze neen, dan doen we het niet. Als de druk te groot wordt, hoeft het niet meer. Het belangrijkste is dat de kinderen het graag doen.”
Stefaan: “We hebben geen website of zelfs geen naam voor ons ensemble. Daar zijn we niet mee bezig. Verwacht van ons geen grote ambities. Muziek is er om mensen gelukkig te maken. Als we dat af en toe kunnen doen, zijn we al meer dan tevreden.” Op 30 april spelen Stefaan Van Gool en zijn gezin een benefietconcert in de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen ten voordele van LCH Belgium, de vereniging voor patiënten met Langerhans Cel Histiocytose (www.lch.be). Toegangskaarten 14 euro, bestelling via lore.
[email protected] of via storting op BE89 7310 1361 0485 met vermelding van naam.
Tip voor deze rubriek? Mail naar:
[email protected]
K.U.Leuven en UZ Leuven krijgen certificaat Top Employer België 2011 Zowel de K.U.Leuven als UZ Leuven mogen zich een jaar lang Top Employer noemen. Dat keurmerk wordt uitgereikt door het CRF Institute, dat internationaal onderzoek doet naar arbeidsvoorwaarden. Dit jaar kregen 43 organisaties het certificaat toegekend nadat hun HR-beleid beoordeeld werd op primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, training en ontwikkeling, carrièremogelijkheden en organisatiecultuur. Ruud van Es, Country Manager Benelux bij Top Employers, noemt de toetsing een beproefd
middel om medewerkers aan te trekken en te behouden: “Vooral jonge, hoogopgeleide professionals beschouwen het keurmerk als bewijs voor goed werkgeverschap.” De K.U.Leuven biedt volgens het CRF Institute aan jong talent goede arbeidsvoorwaarden en goede trainings- en opleidingsmogelijk-
heden en carrièrekansen. Personeelsdirecteur Bert Overlaet: “De universiteit draait rond mensen en hun hersenen. We zoeken vooral medewerkers die goed zijn in hun vak, uitdagingen zoeken, over voldoende autonomie beschikken en kunnen werken in een omgeving die minder centraal gestuurd wordt.”
UZ Leuven behaalt voor de vierde keer de Top Employer Award als erkenning voor een HR-beleid dat investeert in mensen, hun loopbaan en talent. Bij UZ Leuven staat hoogstaande kwalitatieve zorg centraal. En die missie is ook voelbaar in het personeelsbeleid van het ziekenhuis. “Wij dragen zorg voor mensen
die zorgen voor mensen,” vat personeelsdirecteur Marianne Vael het samen. “We willen onze positie als topreferentiecentrum in de geneeskunde bevestigen en uitbouwen. Dat doen we door voortdurend te investeren in de ontwikkeling van onze medewerkers.” www.topemployers.be
12 Studenten
campuskrant
125 jaar Vlaams Rechtsgenootschap: traditie met toekomst Het VRG van 2011 lijkt nog in weinig op het VRG van 1885, zo blijkt uit een gesprek met oudgediende Frans Vanistendael en huidig praeses Harry Ghillemyn. Aanleiding is de 125ste verjaardag van het Vlaams Rechtsgenootschap, die gevierd wordt tijdens een jubileumweek, van 7 tot 11 maart. Ludo Meyvis Het VRG werd opgericht in 1885, met professor Jozef Van Biervliet als drijvende kracht. De doelstellingen van het prille VRG verschilden nogal van wat de faculteitskring tegenwoordig doet, alleen al omdat ook professoren en assistenten er deel van uitmaakten. De kring hield zich bezig met besprekingen van juridische literatuur en pleitoefeningen, en nam gaandeweg ook taalpolitieke standpunten in. De vervlaamsing van het rechtsleven en de universitaire wereld vormden geleidelijk aan een belangrijk deel van het kringprofiel. Een en ander kwam in een stroomversnelling rond de jaren 30 van de vorige eeuw, toen de Gentse universiteit vernederlandst werd. Onder impuls van het VRG volgde Leuven relatief spoedig met, naast Franstalige, voortaan ook Nederlandstalige colleges in de rechtsopleiding. In de jaren 60 nam het VRG eensgezind positie in in de kwestie van de splitsing van de Leuvense universiteit en de hervorming van de rechtsstudies. “We organiseerden geregeld betogingen,” aldus emeritus professor Frans Vanistendael, in 1964-1965 lid van het VRG-bestuur. “We steunden professor Zeger Van Hee voluit, toen
hij voor het eerst – en tegen het reglement in – faculteitsraden in het Nederlands organiseerde. Hij was trouwens de eerste Nederlandstalige decaan van de faculteit.” Toen ‘Leuven Vlaams’ een feit was, kon het VRG voluit een reeks andere activiteiten ontplooien. Het Huis der Rechten, een in de jaren 60 opgerichte afzonderlijke vzw, werd het ontmoetingscentrum voor zowat iedereen die met de rechtsfaculteit te maken heeft. “Het HDR was toen nog ondergebracht in de Koning Albertlaan. Praktisch het voltallige praesidium woonde er. Een ander initiatief uit die jaren was de oprichting van het tijdschrift Jura Falconis, dat toen nog niet de hoge standaard van nu haalde, maar toch al wetenschappelijke ambities had. Die zijn in de loop der jaren helemaal waargemaakt, en heel wat vooraanstaande juristen publiceerden er hun eerste artikels in.” “Het VRG combineerde twee taken. Enerzijds was het een gezelligheidsvereniging, met cantussen, de heel bijzondere revues enzovoort, maar vanaf het midden van de jaren 60 ontplooide het ook activiteiten met meer sérieux, bijvoorbeeld de vertegenwoordiging van de studenten in de facultaire overlegorganen,
studiereizen enzovoort. Tegenwoordig is de organisatie natuurlijk heel wat meer gestroomlijnd, maar de twee invalshoeken zijn gebleven.”
De zaakvoerder “In een jubileumjaar besef je natuurlijk wel dat je actief bent in een organisatie met een aanzienlijke geschiedenis, maar dat is toch niet het hoofdaccent van
Frans Vanistendael
(© Rob Stevens)
mag geen te grote aanslag zijn op je studies of de rest van je leven.” “Het VRG draait op een ploeg van 55 medewerkers, met heel uiteenlopende taken. Voor eerstejaars organiseren we het onthaal, met een weekend, een peter-enmeter-begeleiding, doop enzovoort. We organiseren jaarlijks een jobbeurs, die inmiddels haast uit zijn voegen gegroeid is. Onder de koepel van het VRG ressorteert
“Het VRG is een merknaam geworden. Dat heeft zo zijn voordelen.” de VRG-werking van dit jaar. We blijven eerst en vooral een kring voor de studenten van nú.” Aan het woord is Harry Ghillemyn, eerste master rechten, en praeses jaargang 2010-2011. Wat doet een VRG-praeses eigenlijk? “Je bent een beetje zaakvoerder,” zegt hij. “Je moet organiseren en delegeren, en motiveren. Dat kost veel tijd, en het
ook de Cudi of cursusdienst, waar professoren hun collegeteksten uitgeven. VRG-leden, ongeveer 80 % van de rechtsstudenten, krijgen er een fikse korting. Daarnaast zijn er meer ludieke activiteiten, fuiven, optredens, speciale avonden in HDR. Een vaste waarde is natuurlijk ook de revue, dit jaar gewijd aan The Mysterious Case of André Alen.”
Harry Ghillemyn
(© Lemmert.be)
“Verder zijn er natuurlijk een aantal vertegenwoordigingstaken, bijvoorbeeld in Loko of in de onderwijsgremia van de faculteit. Dat laatste nemen we heel ernstig. En dit jaar is er natuurlijk speciale aandacht voor het jubileum. Je voelt als VRG-medewerker dat je actief bent in een gevestigde waarde. Je hoeft nergens uit te leggen van welke organisatie je bent: het VRG is een merknaam geworden. Dat heeft zo zijn voordelen.” “Het VRG van nu is natuurlijk anders dan het VRG van een paar decennia geleden. Terwijl de politieke positie van de kring vroeger erg relevant was, niet het minst door de rechtstreekse betrokkenheid van de professoren, zijn we nu politiek zo neutraal mogelijk.” “Ik kijk erg uit naar de jubileumweek, van 7 tot 11 maart. We beginnen op maandag, met een receptie. Op dinsdag is er een fuif, op woensdag en donderdag onze revue, en op vrijdag een groot VRG-feest met liefst zoveel mogelijk alumni, in de Jubileumzaal. Daarnaast zijn er nog heel wat randactiviteiten, zoals een tijdelijk museum, waarin het rijke verleden van het VRG duidelijk geïllustreerd zal worden. Ik kijk er erg naar uit!” www.vrg.be
Welsprekend Juryleden Wim De Vilder (midden) en rector Mark Waer kijken toe terwijl rechtenstudent Dennis Wollants zijn redenaarstalenten toont. Dat deed hij met succes: Wollants won zowel de juryprijs als de publieksprijs tijdens het Interfacultair Welsprekendheidstornooi op woensdag 23 februari. In het eerste deel van de avond brachten de vijf deelnemers een tekst die ze zelf hadden voorbereid, daarna gingen ze collectief in debat. Na de pauze volgden een poëzieen improvisatieronde.
(© Rob Stevens)
2 maart 2011
Alumni 13
Lauwerkrans voor drie classici Tres faciunt collegium (*) moeten de Classici Lovanienses gedacht hebben toen ze een kandidaat zochten voor hun allereerste prijs voor een verdienstelijke oud-student. Daarom worden op 2 april meteen drie markante alumni gelauwerd: auteur Joris Tulkens, beiaardier Luc Rombouts en politiek medewerker Koert Debeuf. Campuskrant legde hen twee vragen voor: 1. Wat draagt u mee van uw opleiding? 2. Wat beschouwt u zelf als uw grootste verdienste? Ine Van Houdenhove Foto’s Rob stevens
Luc Rombouts Musica laetificat cor (**). Luc Rombouts (48, foto boven) behaalde na zijn diploma klassieke filologie een MBA en is actief in de verzekeringssector. Maar in Leuven en daarbuiten is hij vooral bekend als universiteitsbeiaardier. 1. “Een opleiding letteren leert je met taal omgaan – structureren, synthetiseren – maar ook zowel analytisch te werk gaan als de bredere verbanden te zien. Voor
Joris Tulkens Verba volant, scripta manent (***). Joris Tulkens (66) gaf jarenlang Grieks voor hij zich fulltime op het schrijven toelegde: thrillers en verhalenbundels, maar vooral ook romans waarin zestiende-eeuwse humanisten als Nicolaes Cleynaerts, Thomas More, Pieter Gillis en Erasmus tot leven worden gewekt. 1. Tulkens: “Ik ben jarenlang met zeer veel plezier leraar Grieks geweest. Maar ook als schrijver heb ik veel aan mijn opleiding gehad: je wordt zowel inhoudelijk als stilistisch sterk beïnvloed. Ik hou vooral van Socrates – om zijn idee-
Koert Debeuf Nihil novi sub sole (****). Koert Debeuf (37) richtte na zijn studie oude geschiedenis de blik op de hedendaagse politiek. Van 2003 tot 2008 was hij speechschrijver en woordvoerder van Guy Verhofstadt, sinds 2009 is hij Verhofstadts kabinetschef in het Europees Parlement. 1. “Oude geschiedenis geeft je een brede algemene cultuur mee, het beslaat een periode van meer dan zevenduizend jaar. En als je pakweg de oude Grieken bestudeert of de eerste eeuw voor Christus, dan zie je dat de wetten van de samenleving en de politiek nog steeds dezelfde zijn: door Livius te lezen, krijg je ook een beter inzicht in de hedendaagse politiek. Uren gebogen zitten over com-
wie in cultuur en letterkunde geïnteresseerd is, is klassieke filologie de ideale basis: dat is alvast één – hoogdrempelige – lacune die je achteraf niet meer hoeft op te vullen.” 2. “Ik probeer al meer dan twintig jaar de beiaard uit het hoekje van ouderwets Vlaams nationalisme te halen – je kan er trouwens perfect niet-westerse muziek op spelen – en het instrument te herpositioneren als iets met oude
wortels maar ook een hedendaagse waarde: als collectief medium, dat sfeer in de stad brengt, dat de tijd structureert en verwijst naar toekomst en verleden tegelijk. Ik speel één keer per week op de beiaard, maar probeer ook elke dag wat te studeren op mijn oefenklavier.” “Ik heb met veel plezier meegewerkt aan het uitgeven van unieke achttiende-eeuwse beiaardhandschriften, die onverhoopt zijn
teruggevonden en waarmee het universiteitsarchief de belangrijkste collectie oude beiaardmuziek ter wereld bezit. De grootste voldoening ervaarde ik echter met de realisatie van de beiaard in het Groot Begijnhof, al was daar natuurlijk een heel team bij betrokken, onder wie ere-rector Marc Vervenne. En dan het boek, Zingend brons, dat ik vorig jaar geschreven heb ter gelegenheid van de vijfhonderdste verjaardag
ën – en van Tacitus, die met drie woorden een tafereel kon schetsen. En dankzij mijn opleiding kan ik de brieven van zestiendeeeuwse humanisten waarop mijn historische boeken gebaseerd zijn, in het originele Latijn lezen. Meis oculis – met mijn eigen ogen – zou Erasmus zeggen.” “En dan is er nog de onschatbare vorming die de studie van het Latijn en het Grieks zelf – als taalsysteem – mij heeft meegegeven: oog voor detail, kritische zin tegenover de eerste indruk, weerstand tegen de bekoring van de retoriek…”
2. “Ik vermoed dat ze me niet om mijn thrillers hebben genomineerd (lacht), maar wel om mijn historische romans, waarin ik aan de hand van beroemde zestiende-eeuwse figuren een beeld tracht te schetsen van de geboorte van de moderne tijd – die trouwens opvallend veel parallellen heeft met die van vandaag: nieuwe communicatiemiddelen – nu de digitale, toen de boekdrukkunst –, de confrontatie met andere culturen... “Maar ik vind ‘verdienste’ een vreselijk woord; het laat ook doorschemeren dat je een eindpunt
hebt bereikt. Dat is uiteraard niet de bedoeling. Ik heb plannen voor een historische thriller rond de figuur van Vesalius. En ik hoop bij leven en welzijn de brieven van de Diestse theoloog Nicholas Cleynaerts nog te vertalen. Een flink stuk van mijn werk heb ik aan die man besteed: zijn reisweg gevolgd, een biografie geschreven, samen met de universiteit een cdrom gemaakt… Tien jaar lang ben ik bovendien met een Cleynaertsmonoloog door Vlaanderen getrokken. Cleynaerts heeft 64 brieven nagelaten. Ik heb dus nog wel even werk.”
plexe zinsconstructies leert je ook heel precies te formuleren: het juiste woord op de juiste plaats. Als schrijver van speeches en andere teksten is het natuurlijk handig om een bibliotheek met mooie zinnen in je hoofd te hebben – al hou ik helemaal niet van strooien met citaten. Maar het geeft je een neus voor welke frases zullen blijven plakken. Daarnaast heb je vanuit onze opleiding de neiging om te zoeken naar de basis van een probleem: je kan iets maar oplossen als je weet wat erachter zit. Er zouden meer oud-historici moeten zijn (lacht).” 2. “Ik ben er fier op dat ik mag meespelen in de battle of ideas, dat ik een aantal ideeën mee ingang heb doen helpen vinden: de open samenleving waarin niet je
afkomst maar de toekomst telt, optimisme als moral duty… Als de ideeën die je als speechschrijver helpt te kristalliseren, nauw samenvallen met die van jezelf, krijg je natuurlijk een enorme megafoon en kan je – wie weet – de samenleving een beetje veranderen… het stoort me dan ook hoegenaamd niet dat ze niet in mijn naam worden uitgesproken. Ik heb geen behoefte meer om vóór de schermen aan politiek te doen. Men onderschat vaak hoe veeleisend dat is en hoe vaak politici stank voor dank krijgen. In De koorddansers van de macht. Pleidooi voor politiek heb ik proberen schetsen hoe het er in die wereld aan toe gaat. Het zal zeker niet mijn laatste boek zijn…” “Ik ben gefascineerd door wat er
in de Arabische wereld aan het gebeuren is – de parallellen met het omverwerpen van dictaturen in de Oudheid zijn niet veraf. Ik ben in vele landen actief geweest als politiek consultant, om wie dezelfde waarden deelt, te steunen en advies te verlenen, en ben nu net terug uit Egypte. Ik zie het als een missie om de principes van de open samenleving – verdraagzaamheid en optimisme – uit te dragen.”
van de beiaard – ik liep al twintig jaar met dat plan rond en dat moment kon ik niet laten voorbijgaan – en dat ik helemaal heb mogen schrijven zoals ik wou. Ik wil hierbij trouwens graag een beetje reclame maken voor onze beiaardcantus volgende maand: studenten en de beiaard, een geweldige combinatie. Leuven is een schitterende biotoop voor een beiaardier.”
(*) Drie maakt een gezelschap (**) Muziek verlicht het gemoed (***) Wie schrijft die blijft (****) Er is niets nieuws onder de zon Uitreiking op 2 april, 16 u, Stuk (bar), Naamsestraat 96, Leuven
http://www2.arts.kuleuven.be/ info/IKS/ClassiciLovanienses
14 Leven na Leuven
campuskrant
historicus, theoloog en deken
Dirk De Gendt “Ik heb over vanalles mogen studeren”, zegt Dirk De Gendt (47). Hij heeft een diploma geschiedenis, theologie en kerkelijk recht op zak. Maar hij leert ook bij in de praktijk, als deken van Leuven, Bierbeek en Herent, als tegenstem in het verhitte debat over de kerk, als amateur-houtbewerker en als voogd over zijn nicht en neef. “Je moet je blik zo ruim mogelijk houden.”
“ Het leven is simpel, hoor” Katrien Steyaert “Goed!”, antwoordt Dirk De Gendt enthousiast als we naar zijn gezondheid informeren. De deken heeft vlak voor kerst zijn ruggenwervel verbrijzeld en moest als een kind weer leren stappen. “De eerste dagen in het ziekenhuis waren zeer moeilijk”, geeft hij toe, “maar die stomme val heeft niet aan mijn fundamenteel geluk geraakt. Ja, dat heeft met het geloof te maken. Ik doe wat God vandaag op mijn weg brengt, ook al is dat een rotte vergadering. Een probleem is vaak maar een probleem als je dat er zelf van maakt.” Met zelfde relativering begon De Gendt, geboren en getogen Mechelaar, in 1981 aan zijn priesteropleiding in het Leuvense seminarie. “Er zijn bisschoppen met een echte roeping, die op hun zevende al priestertje speelden. Maar ik speelde ook doktertje, piloot, vadertje en moedertje. Mijn ouders zijn vakbondsleiders maar ik vond dat voor mensen zorgen ruimer was dan het sociale. Ik wilde het seminarie wel eens proberen. Ik heb mijn vader ingelicht toen hij naar het voetbal aan het kijken was. Wanneer kondig je zoiets aan? Mijn vader ging zo op in de match dat hij zei: ‘Als je dat wilt, moet je dat doen.’ Pas achteraf is zijn frank gevallen”, lacht hij. “Eigenlijk was ik voorbestemd om burgerlijk ingenieur te worden, ik zag me als architect al bruggen en stuwdammen bouwen in de derde wereld.” Maar op aanraden van het seminarie kiest hij voor humane wetenschappen, meer bepaald moderne geschiedenis. “Hadden ze me gevraagd filosofie te studeren, ik had het ook gedaan. Ik was waarschijnlijk één van die studenten naar wie monitoren verwezen als ‘niet duidelijk gemotiveerd’ en dus ‘met weinig slaagkansen’. Maar ik heb het in vier jaar gehaald en vond het op den duur zeer boeiend. Ik
heb geen moment spijt gehad.”
Examen over alles Ook een priester in spe heeft een studentenleven. “We genoten op het seminarie een bijzonder grote vrijheid, we hadden altijd een sleutel. Zo leerden we heel snel zelfstandig zijn. Soms kwam ik zo laat thuis dat ik rechtstreeks naar het ochtendgebed ging”, lacht hij. “Ik pak graag een pintje. Zeker in de licenties was er meer tijd voor sociaal contact.” “Tussen pot en pint spraken we wel eens over mijn priesterschap. Mijn vrienden keken er met een zeker ongeloof naar, zelfs al in die tijd. Maar ze toonden ook veel respect voor het durven kiezen van die levenshouding. Ik heb nooit het gevoel gehad me te moeten verantwoorden.” De Gendt verlengt zijn studententijd met drie jaar via een baccalaureaat theologie. Daarna trekt hij op vraag van het aartsbisdom naar Rome voor studies kerkelijk recht. “De dingen overkomen mij vaak, maar ik ben wel ambitieus, in de zin dat ik het dan wel wil kunnen. Op mijn zeventiende zou ik de eerste geweest zijn om te vragen: ‘Waarvoor heb je nu kerkelijk recht nodig?’ Maar het is het meest interessante dat er is. Het verruimt je als mens. Op het einde van het jaar hadden we een examen de omnia, over alles. Je moest de verbanden tussen de vakken zien, heel leuk. Ik ben geen studax maar je bagage kan niet groot genoeg zijn.”
(© Rob Stevens)
heerd en restauraties begeleid. Daarnaast was ik tien jaar ceremoniemeester van de kardinaal, maakte draaiboeken voor al zijn wijdingen. Stilaan kreeg ik parochies onder mijn hoede. Op het einde waren het er zestien.” Op 1 januari 2007 wordt hij deken van Leuven, Bierbeek en Herent. “Ik ben er weer ingerold. Voor mij is het belangrijkste de kerk te kunnen beleven met mensen. Leuven
op de fiets goedendag zegt en ’s avonds een glaasje drinkt bij de notaris zijn voorbij. Ik drink nog wel een glaasje, maar dan tijdens vergaderingen. Ik ben meer dan fulltime bezig, in tegenstelling tot wat velen er zich van voorstellen.” Hij omschrijft zijn taak als de begeleiding van mensen in een denkproces van verandering. “Dat vraagt veel want mensen voelen zich snel bedreigd door
“Ik doe wat God vandaag op mijn weg brengt, ook al is dat een rotte vergadering.”
Niet zagen De Gendts oversten vinden hem minder geschikt voor bureauwerk, en geven hem een rol in het pastoraal werk en de kerkopbouw. Hij wordt verantwoordelijke van het Diocesaan Pastoraal Centrum in Mechelen en volgt er miljoenendossiers op voor de restauratie van het kerkpatrimonium. “Daar was mijn oude liefde terug: architectuur. Ik heb veertien jaar grote gebouwencomplexen be-
is minder werelds dan Rome natuurlijk, maar het heeft charme. Stel u voor dat ik tot deken van Aarschot of Tienen zou benoemd zijn, dat zou pas provinciaal geweest zijn”, grinnikt hij. “Ik heb nu een twintigtal parochies waar ik pastoor speel, nee, ben. Maar je moet het met een korrel zout nemen. De dagen van de dorpspastoor die iedereen van
verandering. Maar ik confronteer mensen graag met zichzelf.” In 2009 trapt hij op zere tenen wanneer hij voorstelt de Sint-Lambertuskerk in Heverlee te slopen en een nieuwe te bouwen. “Ik begrijp dat mensen het dorpsgezicht willen houden, maar dan moeten ze niet zagen dat de dubbel zo dure restauratie Vlaanderen veel kost. Ik open de discussie, dat scherpt
de geesten. Het is te makkelijk om alles toe te dekken onder het mom van liefde en verdraagzaamheid.”
Goed bezig De Gendt werkt mee aan ‘de nieuwe evangelisatie’, de uitbouw van christelijk geïnspireerde plekken in een stedelijk milieu. “Die kunnen zeer divers zijn, van aartsconservatief tot experimenteel. Allemaal verdienen ze hun plaats. Multiculturaliteit is niet even grijs worden als alle muizen maar de veelkleurigheid van onze identiteit benadrukken. In Leuven heb ik de eerste moskee geholpen met hun officiële aanvraag. Veel mensen zijn tegen de islam maar vinden hun buurman Mohammed wel sympathiek. Voor een stuk maken de media de fobie groot, onder meer door een gebrek aan nuance.” “Ten tijde van de commissie Adriaenssens probeerde ik een tegenstem te zijn in het debat. Ik heb vooral een steeds lagere dunk van politici, die zich klaarblijkelijk niet moeten voorbereiden en in naam van het algemeen belang de domste vragen mogen stellen. Als je niet eens weet hoe de Kerk gestructureerd is, kan je niet roepen dat de structuur niet deugt. Veel commissies zijn gemiste kansen, ze sterven een stille dood. Je mag nooit de hoogmoed hebben te denken dat je de
2 maart 2011
wereld gaat veranderen.” “De verontwaardiging over de pedofiele priesters is zeker terecht. Ze moeten gestraft worden. Maar mijn studies hebben me geleerd alles door de bril van zijn tijd te bekijken. Veertig jaar na de feiten is het makkelijk te zeggen dat men verkeerd was, maar dat betekent niet dat de beleidsvoerders geen goede intenties hadden. Ik weet niet of ik in die context anders had kunnen oordelen. Er waren wel te weinig selectiecriteria. De generatie priesters die nu zeventig en tachtig zijn, zijn destijds slecht begeleid, maar sinds de jaren zestig is men weer goed bezig. Nu zijn de Vlaamse priesteropleidingen bij de beste van de wereld.” “Het is een bizarre tijd voor ons, maar ik merk dat er nog een zeer groot vertrouwen is in priesters die wel goed functioneren. De mensen die zulke vreselijke ervaringen hebben gehad tonen soms nog het meest geduld. Ik ben nooit beginnen twijfelen, mijn voorliefde voor het instituut is nogal groot. De impact van de Dutroux-periode was erger. Iedereen was toen verdacht. Je moest maar naar een kind wijzen en er volgde een klacht. Nu zijn de kwade blikken op pedofielen gericht. Ik ben dat niet dus ik voel me minder aangesproken.”
Mijn kinderen “Ik wil me concentreren op wat telt: de vormgeving van nieuwe structuren in de kerk, de belangrijke rol van jongeren. Zij zijn de toekomst. Wie zorgt voor zijn jeugd, zorgt voor het leven. Ik ga regelmatig voor in jongerenvieringen. Dat geeft iets meer dynamiek dan een pastoor die de opa of overgrootvader van de kinderen had kunnen zijn. In de ochtendvieringen ontmoet ik geregeld Oost-Europese studenten, die nog voor de les naar de eucharistie komen.” “Ik heb zelf ook kinderen, ik ben voogd over mijn nicht en neef. Zoals een goede ouder ben ik naar ouderavonden gegaan, heb ik ze naar fuiven gebracht. Ze waren tien en veertien toen mijn broer en schoonzus overleden. Hoe zou je kinderen uit je eigen familie kunnen laten plaatsen als je ze zelf een thuis kunt geven? Waarom zou je goedheid en nabijheid verkondigen als je ze zelf niet toepast? Zo simpel is het. Het leven is niet gecompliceerd, hoor.” Als De Gendt toch eens zijn gedachten moet verzetten, doet hij aan houtbewerking. “Je kunt werken en nadenken tegelijk. Met je beitel moet je je plooien naar de nerven van het hout. Ook daar is er een dialoog, al is het een stille. Tijdens mijn revalidatie heb ik vooral veel gelezen, van de Nobelprijswinnaars literatuur. Nu lees ik Paul Verhoevens Jezus van Nazaret. Zijn blik is eigengereid, maar het verruimt mijn perspectief. Ik probeer zoveel mogelijk te doorgronden en ontdekken. Voor ik als deken begon, heb ik een spiritualiteitscursus van drie maanden in Rome gevolgd. En zo heb ik van alles mogen studeren. Leuk hé?”
Alumni 15
Met meer mensen langer en anders werken “Iedereen gaat in zijn leven vaker van job veranderen. Dat moeten wij ondersteunen. Het werkterrein van de VDAB verruimt de komende jaren van 400.000 werkzoekende klanten nu, naar alle 4,5 miljoen actieve Vlamingen”, zegt Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder van de VDAB en laureaat van de VRG-Alumniprijs 2011. Jaak Poot Zijn keuze voor een studie rechten dankte Leroy destijds voor een stuk aan ex-minister Theo Kelchtermans: “Hij was toen PMS-adviseur in Limburg. Ik twijfelde tussen politieke en sociale wetenschappen en rechten. ‘Kies dan rechten’ zei hij. ‘Dan liggen er later meer wegen voor je open.’ De eerste twee jaren aan de unief waren heel moeilijk voor mij. Ik kwam uit de goed afgelijnde setting van een internaat en dook plots de volledige vrijheid in. Dat was zoeken naar een goed evenwicht!” “In de licenties had ik mijn draai gevonden. Toen kwam er tijd voor engagement. Ik was actief in de Wetswinkel, een voorloper van samenlevingsopbouw, waar studenten gratis rechtshulp gaven aan kansarmen. Een tijd lang was ik er verantwoordelijke. Ik studeerde daarna nog criminologie en reisde een jaar naar Canada om een studie te maken van de gratis rechtshulp daar.” “De advocatuur bleek duidelijk mijn ding niet. Ik verkaste naar de RVA, waar ik eerst directeur werd van het kantoor Sint-NiklaasDendermonde, later van de studiedienst in Brussel. In 1979 startte de regionalisering van het tewerkstellingsbeleid. Minister Roger De Wulf plukte mij bij de RVA weg om als adjunct-kabinetschef in de Vlaamse regering de wetgeving en werking van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid en de VDAB uit te tekenen. Ik wou dat een jaar of twee doen, maar uiteindelijk zat ik vijftien jaar als adjunct of kabinetschef bij zeven verschillende ministers. In 2005 kreeg ik dan de leiding over de VDAB.”
Kleine reserve “Die politieke periode was een forse uitdaging. We zetten vanaf een blanco blad het Vlaamse arbeidsmarktbeleid op poten, samen met de sociale partners. Dat resulteerde in het eerste Werkgelegenheidsakkoord – het Vlaamse interprofessioneel akkoord, zeg maar – in 1993. Daarna volgden om de twee jaar nieuwe meerjarenplannen met doelstellingen
Fons Leroy, laureaat VRG-Alumniprijs 2011
op korte en middellange termijn. Toen ik bij de VDAB kwam, heb ik vooral werk gemaakt van een open netwerkorganisatie. De VDAB gooide zijn deuren en vensters open naar alle actoren op de arbeidsmarkt, zelfs met de voordien zo ‘verguisde’ sector van de uitzendkantoren. Het werd voor iedereen een win-winproject. Daarnaast zorgde ik intern voor een ander organisatiemodel ge-
“Oudere mensen zijn trouwer in hun job.” steund op coachend leiderschap, teamwerking en innovatie”. “Nu staan we voor een nieuwe grote uitdaging. De demografische ontwikkelingen leiden ons recht naar structurele tekorten. Iedereen ziet de 200.000 werklozen van de statistieken voor ogen. Maar daar zitten circa 40.000 mensen tussen die heel actief zijn, maar in de statistieken opduiken omdat ze hoppen tussen werk en tijdelijke werkloosheid. Enkele tienduizenden zijn niet meer inzetbaar om zware medische of psychosociale beperkingen. De reële reserve is dus veel kleiner. Te klein voor een vlotte
arbeidsorganisatie.” “Het aantal knelpuntenberoepen groeit elk jaar aan. Een belangrijke reden is natuurlijk dat we veel potentieel in de leeftijdsgroep boven 50 jaar niet aanboren. Voor de welvaart en het welzijn van toekomstige generaties is het noodzakelijk dat iedereen zeker tot zijn 65ste aan de slag blijft. Daarom werk ik nu in opdracht van de Vlaamse regering een activeringsbeleid uit voor de niet-actieven tussen 50 en 55. Later dit jaar breiden we dat wellicht uit naar de mensen tot 58.” “We moeten opboksen tegen veel misverstanden over de zogezegd lagere productiviteit van oudere werknemers. Aan de basis daarvan ligt de mentaliteit bij veel bedrijven: als je op je 45 geen kaderlid meer bent, vinden ze dat het niet meer loont om in je vorming te investeren. Logisch dat die werknemers dan minder productief worden in onze technologisch voorthollende samenleving! Wie nu boven de 50 werkloos wordt, heeft nog meer dan tien jaar loopbaan voor de boeg. Dat is een pak langer dan de gemiddelde periode van zes-zeven jaar waarin jonge werknemers bij hetzelfde bedrijf blijven. De loyauteit van oudere werknemers ligt gewoon stukken hoger en dus loont bijkomende opleiding. Het is onze taak dat we werkgevers helpen om dat in te zien.”
Mentaliteit “Ik wil een elektronisch platform bouwen waar iedere burger zijn portfolio kan bijhouden. Hij inventariseert er zijn studies, er-
(© ingezonden)
varing en vrijwilligersinzet, en tekent zijn persoonlijk ontwikkelingsplan uit. Iedereen moet weten wat zijn sterktes zijn, welke competenties en groeimogelijkheden hij heeft. Het is de taak van VDAB iedere Vlaming daarbij te helpen.” “Vlaanderen scoort een heel stuk onder het Europese gemiddelde voor tewerkstelling van allochtonen en mensen met een arbeidshandicap of arbeidsongeschiktheid. Voor die laatste groep werken we nu ook samen met het RIZIV en de ziekenfondsen om geschikte jobs voor hen te vinden. VDAB predikt ook het diversiteitsbeleid in ondernemingen. Bedrijven moeten zich realiseren dat ook bij hun consumenten de veelkleurigheid toeneemt. Als ze allochtonen aanwerven, vergroten ze hun kansen om accuraat op nieuwe marktsegmenten in te spelen. We investeren ook heel intensief in de langlopende omscholing van werklozen uit tanende sectoren zoals textiel, naar knelpuntberoepen in de zorgsector.” “Zelf zit ik trouwens ook in de groep werknemers boven de 55. Maar ik ben heel gelukkig in mijn job. Het is een zware uitdaging, maar ik voel de steun van een schitterende organisatie met een uitstekende raad van bestuur. Ook de vertegenwoordigers van de sociale partners daarin zijn gemotiveerd om onze arbeidsmarkt moderner in te richten.” VRG-Alumnidag, met uitreiking VRG-Alumniprijs, 18 maart, 11u-20u, De Valk, Tiensestraat 41, Leuven, www.vrgalumni.be/ alumnidag
16 Alumni
campuskrant
Agenda Alumni
Telex Alumni
*** Leuven is niet alleen een kweekvijver van academisch maar ook van komisch talent. Oud-studenten en stand-upcomedians Bert Kruismans (rechten) en Bart Cannaerts (bio-ingenieur) kwam u al eerder tegen in deze kolom, en aan dat rijtje podiumbeesten voegen we deze keer graag germanist Lennaert Maes (foto © Johannes vande Voorde) toe. Met zijn band Lenny en de Wespen bracht hij tussen 2004 en 2009 twee cd’s uit, waarna hij de groep ontbond en verder ging onder zijn eigen naam. “Je hebt geen band nodig om een grappige tekst te vertellen”, zei Maes daarover in het Mededelingenblad van de Leuvense Germanisten, “een goede grap is veel sterker als je die helemaal naakt vertelt.” Die theorie blijkt te kloppen: midden februari behaalde Maes de publieksprijs tijdens het Leids Cabaret Festival, dat geldt als een van de belangrijkste podia voor aanstormend en jong cabarettalent. Ook de jury kon het optreden van onze landgenoot best smaken: “Hij brengt de liedteksten op een quasi nonchalante wijze maar plaatst trefzeker de clou van het liedje.” *** Nog meer podiumnieuws: communicatiewetenschapper Dirk De Clippeleir is sinds 1 maart de nieuwe algemene directeur van de cultuurtempel Ancienne Belgique. Hij volgt er Jari Demeulemeester op, die 22 jaar aan het roer van de AB stond. De Clippeleir werd geselecteerd uit meer dan 30 kandidaten en komt aan het hoofd van een professioneel cultuurbedrijf met 47 vaste medewerkers en een omzet van om en bij de 9 miljoen euro. Ervaring heeft hij in overvloed : De Clippeleir bekleedde eerder topfuncties bij EMI Music Belgium en Universal. Hij is enthousiast over zijn nieuwe job: “Ik heb in mijn carrière al heel wat internationale zalen gezien, maar geen enkele kan tippen aan deze.” *** En we maken de culturele hattrick in deze telex graag compleet: ook de Brusselse Beursschouwburg krijgt een Leuvense alumnus aan het hoofd. Kunstwetenschapper Tom Bonte, nu nog verantwoordelijk voor de programmering podiumkunsten in Vooruit, vervoegt in de loop van dit seizoen de ploeg van de Beursschouwburg om de artistieke visie te ontwikkelen voor de volgende beleidsperiode. In april 2012 krijgt hij de artistieke leiding in handen. (rvh)
Werkgroep Kennis en Maatschappij Causerie: ‘Kan de Vlaamse bedrijfswereld in een gemondialiseerde economie voor een duurzaam behoud van welvaart zorgen?’ door Karel Van Eetvelt (Unizo) • 15 maart, 19u15, Universiteitshal, Promotiezaal, Naamsestraat 22, Leuven • Info: activiteiten@alum. kuleuven.be, (t) 016 32 40 02 • alum.kuleuven.be/kennis.html
Emeritus professor Bert Huyberechts in het clublokaal van NIA
(© Rob Stevens)
NIA viert vijftigste verjaardag Oud-studenten die, over de grenzen van vakgebieden heen, andere academici willen ontmoeten, vinden al decennialang een warm onthaal bij Nos Iungit Academia. Dit jaar blaast de club vijftig kaarsjes uit. Ine Van Houdenhove Emeritus professor Bert Huyberechts is al 37 jaar lid van NIA – waarvan 35 jaar in het bestuur – en was tot voor kort ook voorzitter. Hij situeert de oprichting van de club tegen de achtergrond van de woelige jaren zestig, vóór de splitsing van de toen nog tweetalige universiteit: “Er was nood aan een Vlaams socio-cultureel verenigingsaanbod voor afgestudeerden; de meeste initiatieven waren Franstalig. Onze eerste locatie was in het Huis van de Vlaamse Leergangen; tegenwoordig huren we zaal Patria in de Leo-
pold I-straat. Doel was – en is nog steeds – om academici bij elkaar te brengen voor een ontmoeting, een uitstap, een interessante activiteit.” De eerste jaren telde de vereniging meer dan driehonderd leden; tegenwoordig zijn dat er nog steeds zo’n 130: “We zijn een unieke club en dat maakt dat we ook leden krijgen uit andere universiteiten. Geen enkel probleem: we verwelkomen alle houders van een masterdiploma en hun partner. We mikken vooral op mensen vanaf veertig, vijftig jaar.” Vrijdagavond is clubavond bij NIA, één keer per maand: “Vroe-
ger kwamen we wekelijks samen en was het clubhuis zelfs onder de middag open, maar die tijd is voorbij. We organiseren recepties, wijnavonden en etentjes, uitstappen en wandelingen, debatten en causerieën – die van Rik Torfs onlangs was een groot succes – en ook een jaarlijkse reis: we hebben zowat heel Europa bezocht en ook heel wat bestemmingen daarbuiten, tot Libanon en Syrië toe. Dit jaar – ons jubileumjaar – gaan we naar de Baltische staten. We vieren ons tiende lustrum dit najaar trouwens ook met een academische zitting in het Stadhuis.” www.niaclub.be
Nos Iungit Academia Causerie ‘Feesten en tafelen in Leuven in de 19de en begin 20ste eeuw’ • 18 maart, 20u45, clublokaal, Koning Leopold I-straat 18, Leuven Krokusconcert door kamerorkest Stringendo, gevolgd door receptie • 19 maart, 19u30, Lemmensinstituut, Herestraat 53, Leuven • Info: johny.hermans@skynet. be of (t) 016 60 09 00 • www.niaclub.be Farmaleuven Farmacologische Dag: ‘Oncologie: van innovatie naar praktijk’ • 2 april, 14-18u, Campus Gasthuisberg, Onderwijs & Navorsing 2, Herestraat 49, Leuven • Info: Farmaleuven@pharm. kuleuven.be, (t) 016 32 34 56 Ekonomika Alumni Galabal Ekonomika studenten • 11 maart, 22-2u, Tours&Taxis, Brussel • Info: Regina.wolfs@econ. kuleuven.be, (t) 016 32 66 90 LAPP Diplomas en Drinks, reünie voor alumni 2010 met prijs voor de beste masterproef 2010 • 26 maart, 16-18u, Hal en Auditorium Max Weber, Parkstraat 51, 3000 Leuven • http://www.lapp.be/diploma Oudstudentencantus • 1 april, 20u30, Pavlov, Tiensestraat 51, Leuven • Info:
[email protected] • www.pedagogischekring.be
Reizen met Alumni
Leest u Campuskrant liever online?
3 F E BR U A R I 2 0 11 | NR 5 | 2 2 S T E J A A R G A NG | W W W. K UL E U V E N . BE / C K /
T I JDSCHRIF T VA N DE K .U. L EU V EN
Kulak-katern SPECIALE BIJL AGE
LE VEN NA KORTRIJK: ELKE PAT T YN, GERMANIST EN TELEFACTS-GEZICHT [8]
(© Rob Stevens)
Filmklassieker
Traditiegetrouw kon de stoet der togati – hier met voorop aartsbisschop en eredoctor Rowan Williams en rector Mark Waer – tijdens het Patroonsfeest op heel wat media-aandacht rekenen. Hieronder leest u het verslag van het Patroonsfeest, op pagina’s 16 en 17 vindt u interviews met de kersverse eredoctores.
Patroonsfeest 2011: samenleven in Europa
neem een digitaal abonnement op www.kuleuven.be/ck/ digitaalal.html
[PAGINA’S 7 TOT 14]
“Ik ben een bijter”
Vier eredoctores met een heel verscheiden achtergrond, maar met een gemeenschappelijke passie voor diezelfde verscheidenheid en voor de Europese samenleving: dat was de kern van het Patroonsfeest, dat onze universiteit vierde op 2 februari. LUDO MEYVIS Aartsbisschop en eredoctor Rowan Williams sprak de homilie uit in de eucharistieviering, waarin mgr. Léonard, grootkanselier van onze universiteit, voorging. Via een duiding van de evangelietekst kaartte Williams de opdracht van een moderne universiteit aan. Zij bekritiseert de waan van de dag, en maakt zo ruimte vrij voor echte vooruitgang. Een christelijke universiteit doet dit met nederigheid en met een onmiskenbare passie. Die laatste is gebaseerd op het fundamentele verlangen naar God, die zelf de ultieme nederigheid is. Europa moet zich door die nederigheid laten inspireren: onze Europese erfenis heeft slechts waarde als geschenk, ze is zeker niet de ultieme waarheid.
professor Patrick Pasture tijdens de academische zitting in de Pieter de Somer-aula de laudatio uit voor professor Timothy Garton Ash, die hij de belangrijkste hedendaagse historicus noemde en de herontdekker van de moderne geschiedenis. Zijn studies over Oost-Europa en de transitie naar democratie introduceerden een volledig nieuw genre van politieke geschiedschrijving. Hij is ook een fervent pleitbezorger voor Europa, en tegelijk een van de scherpste critici van de Europese integratie. Zijn visie op het toekomstige Europa is er geen van een nieuw empire, maar van een Europa als promotor van vrijheid. In zijn dankwoord onderstreepte professor Garton Ash dat universiteiten een sleutelrol spelen in ons gemeenschappelijke Europese project.
Promotor van vrijheid
Literatuur als reflectieruimte
langrijkste schrijvers. Zijn betekenis werd uiteengezet door professor Bart Van den Bossche. Hij analyseerde Magris’ visie op de constante strijd in de moderne mens tussen heilloos cynisme ten aanzien van de toekomst en blinde nostalgie ten aanzien van het verleden. Voor Claudio Magris is literatuur de plaats bij uitstek waarin het moderne Europa de confrontatie met zijn dromen en demonen kan en moet aangaan. Zo is literatuur ook een laboratorium voor reflectie over de verwarring die Europa ondervindt in de omgang met verscheidenheid. Magris verlaat dit lab overigens geregeld voor interventies in het publieke debat over de grote thema’s van onze tijd. De nieuwe eredoctor belichtte in zijn dankwoord de rol van de literatuur in zijn leven.
Na een indringend filmisch por- Claudio Magris is hoogleraar in tret van de vier eredoctores sprak Triëste, en een van Europa’s be-
VERSCHIJNINGSDATA CAMPUSKRANT JAARGANG 22
NR. 6 – 2 MA A 2011
pagina 3: vervolg en Patroonsfeest in beeld
NR. 7 – 30 MA A 2011
T-shirt meet impact van stress SENSOREN REGISTREREN EFFECT OP NEK- EN SCHOUDERSPIEREN [4]
‘Da’ voor Rusland NIEUW CENTRUM VOOR RUSSISCHE STUDIES [5]
Met mieren naar Mars
SOCIALE INSECTENKOLONIES STA AN MODEL VOOR RUIMTEROBOTS [6]
Een blok zetten tijdens de blok STUDENT SAM DEROO SPEELT ZICH IN DE KIJKER BIJ VOLLE YBALTE AM ROESEL ARE [13]
Marineblauw is het nieuwe grijs! MEDE WERKERS TECHNISCHE DIENSTEN PASSEN NIEUWE KLEDIJ [18]
NR. 8 – 27 APR 2011
NR. 9 – 25 MEI 2011
Munchen Van 9 tot 13 november organiseert Alumni Lovanienses een alumnicitytrip naar Munchen. Begeleiding: Erik Gobin en lokale gids • De richtprijs bedraagt 1.360 euro p.p. bij min. 25 personen (supplement 195 euro voor éénpersoonskamer). • alum.kuleuven.be/reizen/ munchen.html Madrid Van 19 tot 23 oktober organiseert Alumni Lovanienses een citytrip naar Madrid. Begeleiding: Erik Gobin en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.290 euro p.p. bij min. 25 personen (supplement 175 euro voor éénpersoonskamer). • alum.kuleuven.be/reizen/ madrid.html
NR. 10 – 22 JUNI 2011
Inschrijven voor deze reizen kan op alum.kuleuven.be/ reizen/index.html
2 maart 2011
Onderzoek 17
Leerstoel ‘merkt’ darmkankeronderzoek
Met de Hens Anna-Maria leerstoel wil Paul Styfhals zijn aan darmkanker overleden vrouw herdenken en het onderzoek naar de rol van merkers bij darmkanker stimuleren. Derde plaats “Darmkanker is de derde meest frequente kanker in België,” begint professor gastro-enterologie en digestieve oncologie Eric Van Cutsem. “Onder de digestieve tumoren vallen ook kanker aan de pancreas of de alvleesklier, de maag... We zijn een van de topcentra op wereldniveau wat betreft het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen voor darmkanker. Maar we kunnen niet iedereen helpen. Vandaar dit onderzoek naar merkers. Enerzijds zijn er de predictieve merkers die voorspellen of een therapie goed gaat aanslaan. Daarnaast zijn er de prognostische merkers, die meer vertellen over het verloop van de ziekte.” “We halen de merkers uit bloed en tumorweefsel. Om hun waarde te valideren en om nieuwe merkers te vinden, zijn grote bloeden tumorbanken noodzakelijk, waar we de resultaten van de klinische studies van de verschilVlnr: professor Eric Van Cutsem, rector Mark Waer, Paul Styfhals en Pieter Van Aken (zoon van Anna-Maria Hens) (© LE) lende therapieën aan linken. Dat translationele onderzoek dat de brug maakt tussen ziekenhuis en Tine Bergen tussen geglipt. De dag dat we de maar vijf maanden geleefd. De labo, is waar deze leerstoel zich diagnose te horen kregen, stond therapieën sloegen niet echt aan, vooral op zal richten.” “Annemie wist dat darmkanker de wereld stil. Maar je moet door. ze had veel last van bijwerkinvoorkwam in haar familie,” ver- En je blijft ook hopen, klampt gen… We zochten overal, maar Personaliseren telt Paul Styfhals. “Sinds haar je aan elke mogelijkheid vast. Al vonden niks dat uitkomst bood. “Door naar de merkers te kijken, veertigste liet ze dan ook elke was het snel duidelijk dat het er Met deze leerstoel hoop ik ande- kunnen we de therapie personatwee jaar een coloscopie uitvoe- echt niet goed voor stond. An- re patiënten meer hoop te kun- liseren. Neem de receptor EGFR, die op bepaalde tumorcellen zit. ren. Maar toch is de kanker daar nemie heeft na de diagnose nog nen geven.”
Hij stimuleert de groei van de tumor via een aantal genen van de tumor. We kunnen de receptor en dus ook de groei blokkeren met antistoffen. Maar vier op de tien patiënten heeft een mutatie in een bepaald gen – het KRAS-gen – in deze tumor en dan kunnen we de receptor niet blokkeren. We weten dat deze antistoffen aanslaan bij twee op tien patiënten. Het KRAS-gen is niet gemuteerd bij zes op tien met darmkanker. Door naar deze moleculaire merker te kijken, kunnen we de kans op succes dus verhogen van twee op tien naar twee op zes, omdat deze antistoffen alleen werken als er geen KRAS-mutatie aanwezig is.” “Annemie was heel erg sociaal, ze kon heel goed met mensen praten en pikte heel snel stemmingen op. Ik denk dat ze deze leerstoel een goed idee had gevonden,” besluit Paul Styfhals. “En ik hoop dat de resultaten van het onderzoek inderdaad zorgen dat therapieën beter op de patient kunnen worden afgestemd en dat de preventie van darmkanker verbetert. Dat dit onderzoek in elk geval voor anderen een verschil kan maken.” Op 20 april speelt Zjef Vanuytsel een benefietconcert in Leuven t.v.v. het onderzoek digestieve oncologie. Meer info bij 30CC: www.30cc.be of (t) 016 34 42 18
Waarom is dik worden zoveel makkelijker dan afvallen? Iedereen die de kilo’s die er tussen kerst en nieuw – of omgekeerd – zijn bijgekomen, weer kwijt tracht te raken, kan je vertellen dat dat laatste een stuk moeilijker gaat. Pogingen om – blijvend – gewicht te verliezen, worden gesaboteerd door onze genen, zegt professor Marnix Cokelaere in zijn pas verschenen boek Waarom dik worden gemakkelijk en vermageren moeilijk is. Ine Van Houdenhove Emeritus professor Marnix Cokelaere (Subfaculteit Geneeskunde Kulak) is aan huis gekluisterd: “Uitgegleden met de mand bier die ik van mijn studenten heb gekregen voor mijn emeritaat!” Hij maakt zich niet al te veel zorgen over de gevolgen van de gedwongen inactiviteit voor zijn gewicht: dat is al twintig jaar stabiel. “Wel een beetje te veel he?” Maar in principe een prestatie, want “tussen trouwfeest en pensionering” komt de gemiddelde mens zo’n tien tot vijftien kilo aan. Ons lichaam is uitgerust met een energiebalansregulerend systeem, dat bij onze voorouders zorgde voor een gezond gewicht, maar dat vandaag te kort schiet: minstens één westerse mens op twee lijdt aan overgewicht. Coke-
laere: “We hebben tienduizenden jaren evolutie onder veel energiearmere omstandigheden achter de rug: ons lichaam tracht zo zuinig mogelijk met voedsel om te springen; we hebben niet zo gek veel energie nodig. Bovendien heeft de evolutie ons opgezadeld met ongezonde voorkeuren: wie in de prehistorie een voorliefde had voor vet, zoet en zout, liep veel meer kans zijn genen door te geven. Als je er bijensteken voor over had om honing te bemachtigen, had je meer energie om op jacht te gaan en wie de vettere stukken van de buit verkoos, of graag zout at, was in het voordeel tijdens langdurige rooftochten. Ook wie veel verschillende dingen kon of wilde eten, had een evolutionair voordeel als één voedingsbron wegviel.” “Bij ons huidige gevarieerde
aanbod, zet die aangeboren neiging aan tot overeten: ook al had je genoeg na die steak, die dame blanche kan er ook nog wel bij. Ook onze neiging om méér te eten als we in gezelschap zijn, vindt zijn oorsprong in een ver verleden, toen onze voorouders zich moesten haasten om hun deel van de prooi te bemachtigen.” “Bovendien is ons lichaam er ook nog eens op ingesteld om – als de gelegenheid zich voordoet – extra veel te eten om een vetreserve aan te leggen. Alleen doet die gelegenheid zich tegenwoordig voortdurend voor, en worden de reserves nooit aangesproken…”
Wondermiddel Het resultaat is overgewicht en het blijkt verdraaid moeilijk om die extra kilo’s weer kwijt te raken: “Het lichaam wil dat vet
liever niet afstaan. Afvallen is op zich nog niet zo moeilijk, maar de kilo’s eraf houden is nog wat anders. Niet alleen wordt ons metabolisme nog zuiniger in tijden van dieet – lees: schaarste –, het lichaam wordt ook ongevoelig voor leptine, het hormoon dat onze hersenen het signaal geeft dat we vet genoeg hebben. Resultaat: we krijgen zin om te zondigen. Op lange termijn mislukt zo’n 95 procent van de dieetpogingen.” Cokelaere ziet niet meteen een wondermiddel tegen obesitas in het verschiet: “Opletten met wat we eten, en dat van kindsbeen af, lijkt een beetje ons lot te zijn.” Lichaamsbeweging is uiteraard gezond en verbrandt energie, maar omdat het ook de eetlust scherpt, is het effect op je gewicht soms een nuloperatie: “Bovendien verbruiken getrainde spieren minder
energie dan ongetrainde.” Opvallend: het zijn de onbewuste kleine bewegingen die een mens de hele dag door maakt, die verantwoordelijk zijn voor het grootste energieverbruik: “Ik zag onlangs een heel slanke studente die me vertelde dat niemand wilde geloven dat ze wel degelijk heel veel at. Ik geloofde haar wél, ik zag het aan haar manier van doen.” Hoe dan ook worden de meeste mensen geleidelijk dikker naarmate ze ouder worden, ook zonder buitensporig te eten: “Misschien is dat ook niet eens zo erg. Als je slank begint in je jeugd, heb je op je vijfenzestigste nog steeds een gezonde BMI. In geval van ziekte doe je trouwens je voordeel met een beetje reserve.” ‘Waarom dik worden makkelijk en vermageren moeilijk is’, Marnix Cokelaere, Acco, 2011, 25 euro
18 Portret
campuskrant
Het emeritusexamen Volgens het emeritibeleid van onze universiteit mag elke ZAP’er die minstens vijfentwintig academische dienstjaren heeft, de extra titel van emeritus voeren wanneer hij of zij met pensioen gaat. Campuskrant maakt voor enkele professoren een uitzondering. Als tegenprestatie voor alle examens die ze tijdens hun carrière hebben afgenomen, worden ze door ons nog één keer zelf op de rooster gelegd. Pas dan willen ook wij hen emeritus noemen. ine van houdenhove reren. Dergelijke samenwerking is zowel voor Imec als voor de universiteit vruchtbaar en het is dus goed dat er zulke hybride wezens als ik rondlopen.”
Sprint of duurloop?
(© Rob Stevens)
Elektrotechnisch ingenieur
Robert Mertens Het zwarte gat?
“Ik ben al bijna vijftig jaar een fervent jogger. Sprinten is niet aan mij besteed, geef mij maar een halve marathon. Ik ben een man van de lange adem, ook in mijn onderzoek koos ik steeds voor de lange termijn. Soms moet je op je tanden kunnen bijten: wij waren in de jaren zeventig wereldwijd de eersten om de zeefdruktechnologie voor fotovoltaïsche cellen te ontwikkelen, maar van dat waardevolle idee kunnen we pas sinds een tiental jaar de vruchten plukken. Photovoltech is inmiddels de grootste spin-off van Imec, maar twee eerdere pogingen zijn op een fiasco uitgedraaid omdat de tijd niet rijp was. In 2001 zijn we opnieuw gestart en nu worden de verwachtingen overtroffen. Ik heb verschillende keren het advies gekregen om ermee te stoppen, maar, en dat heb ik hieruit wel geleerd, je moet je eigen inzichten volgen. Luisteren naar wat anderen je adviseren, is goed, maar vaak weet je als onderzoeker zelf toch het beste wat je ideeën waard zijn. Je mag nooit te snel opgeven. Ik ben er zelf altijd in blijven geloven.” “Mijn onderzoek heeft me ook geleerd dat je over de grenzen van je eigen groep moet kijken. Onze zonneceltechnologie is een combinatie van halfgeleidertechnologie – de core business van Imec – en dikke filmtechnologie – wat destijds aan Esat bestudeerd werd. Zonder die intense samenwerking waren we nooit tot zonneceltechnologie gekomen.”
“Noem het een grijs gat. (lacht) De overgang zal niet al te bruusk zijn want ik blijf nog zo’n twintig doctoraatsstudenten begeleiden – in totaal zit ik in een veertigtal begeleidingscommissies. Daarmee zal ik toch een paar jaar nog wel een dag of twee per week zoet zijn. Werk noem ik dat niet meer, veeleer een hobby. Doctorandi begeleiden was het liefste wat ik deed, eerder dan individueel onderzoek doen of lesgeven of manager spelen van de afdeling (de Geassocieerde Afdeling Esat-Insys – red.). Zo’n team van jonge mensen begeleiden vond ik steeds bijzonder inspirerend en motiverend, ik ben dan ook van zo’n honderdtal doctoraten promotor of copromotor geweest. Met mijn gemengde loopbaan – halftijds bij Imec, halftijds aan de universiteit, waar ik een omvangrijke lesopdracht had – zat ik in de ideale positie om de meest getalenteerde studenten eruit te pikken Verbouwen of voettocht? en ze bij Imec onderzoek te laten “Nu ik het wat rustiger aan kan doen waarmee ze konden docto- doen, ben ik eerst en vooral van
gerichte analyses van bepaalde aspecten van de strafrechtbedeling – ik heb het materiaal al klaarliggen. In mijn eigen tempo en thuis aan zoiets werken, dat zegt me wel wat. Want het is hectisch geweest. Jarenlang heb ik zowat op mijn kantoor gekampeerd. Nu wil ik tijd maken voor concerten, voor theater, voor lezen ook. Ik dreigde een beetje een vakidioot te worden. Nu ben ik mijn schade aan het inhalen.” “Ik ben tijdens mijn loopbaan getuige geweest van grote veranderingen. Vroeger draaide prof zijn om maximale kennis vergaren en doorgeven. Nu ben je een manager en verdwijnt je persoonlijke wetenschappelijke werk soms zelfs op de achtergrond. De normen uit de privé-sector zijn van toepassing en ik betreur dat zeer. Het is voor mijn generatie ook niet zo evident om de nieuwste technologische ontwikkelingen op vlak van onderwijs te volgen. Nochtans heb ik zeer graag lesgegeven en daar ook veel in geïnvesteerd. Ik was een lesboer; ik had de meeste vakken en de grootste groepen. Nog iets waar ik me de komende tijd mee wil bezighouden is het mee helpen uitbouwen van een multidiscipli(© Rob Stevens) naire master forensische wetenschappen.”
plan mijn familie wat van de gestolen tijd terug te geven. Daarnaast zou ik graag een voettocht maken naar Santiago de Compostela. Alleen heb ik nog geen partner weten te strikken en zo op mijn eentje zie ik het niet echt zitten. En wat de korte termijn betreft: we hebben verbouwingen aan ons huis achter de rug en onder meer ons dak vernieuwd. Het eerstvolgende project wordt dus… zonnepanelen plaatsen!”
Criminoloog
Johan Goethals Met pensioen of toch niet? “Ik ga met vervroegd en met bijzonder emeritaat: ik blijf nog twee vakken doceren. Men had me gewaarschuwd voor het zwarte gat, vandaar. Verder moet ik nog wat projecten en artikels afwerken. Ik ben ongeveer halftijds nog bezig.” “Maar het is wel de bedoeling om nu een aantal dingen te gaan doen die ik me altijd al heb voorgenomen. Zoals meer historisch
Steeds meer onveiligheid? “Mijn onderzoek spitste zich toe op gevangeniswezen, internering en andere straffen. Ik doceerde ook methodologie en statistiek. Twee belangrijke realisaties van onze afdeling waren de Justitiebarometer en de Veiligheidsmonitor, de laatste in samenwerking met de UGent. Dat zijn tweejaarlijkse surveys die peilen naar de houding van de burger tegenover justitie en politie, en naar de gevoelens van veiligheid. En naar slachtofferschap want je mag daarvoor niet afgaan op politie-
cijfers: slechts één op twee misdrijven wordt aangegeven. En als pakweg het aantal drugsdelicten toeneemt, betekent dat doorgaans gewoon dat de politie zich daarop concentreert.” “Neemt de onveiligheid toe? Dat is – mede door het gebrek aan betrouwbare cijfers – moeilijk te zeggen. Naar mijn aanvoelen is er geen toename van criminaliteit in het algemeen, maar wel van gewelddadige criminaliteit, van gratuit geweld ook, en gebrek aan burgerzin zoals bij die recente vluchtmisdrijven. Dat beangstigt me wel. Ik heb er ook geen verklaring voor. Hoe dan ook moet je beseffen dat gevoelens van onveiligheid steeds ook te maken hebben met andere factoren: economische onzekerheid bijvoorbeeld.”
Impact of geen impact? “Misdaad is een fenomeen van alle tijden, waar we toch zo weinig greep op krijgen. Ons domein is er één waarop je geen doorbraken kan verwachten. Ik vergelijk het met een vijver waar je steentjes ingooit die steeds grotere kringen veroorzaken: steeds nieuwe theorieën en inzichten maar een effectieve aanpak van criminaliteit is er niet. Programma’s allerlei zorgen misschien voor een reductie van tien procent.” “De impact van ons werk is eerder gering… We kunnen natuurlijk wel invloed uitoefenen op het beleid, op de wijze waarop criminaliteit wordt aangepakt. De grotere aandacht voor mensenrechten, alternatieve straffen als de enkelband, het herstelrecht, de hervorming van het jeugdrecht vinden hun oorsprong aan de universiteit. Een groot pijnpunt is de situatie van geïnterneerden, die voor het merendeel zonder behandeling blijven. In 1930 klonk al net dezelfde kritiek. Ethisch totaal onverantwoord…”
DOC_ADV_INFODAG_2011:DOC_ADV_INFODAG_2011 25/02/11 15:47 Pagina 1
Ontdek jezelf. Begin bij de infodagen K.U.Leuven. Zaterdag 19, 26 maart en 2 april 2011 Info en inschrijven: www.kuleuven.be/infodag
2 maart 2011
Ad Valvas 19
benoemd of onderscheiden Op dinsdag 8 febuari heeft rector Fabian Carrasco, tijdens de academische raad van de Universidad de Cuenca (Ecuador), de titel professor honorario verleend aan emeritus professor Karel De Witte en professor Guido Wyseure. Beiden worden hiermee erkend voor hun waardevolle bijdrage tot de ontwikkeling van institutionele betrekkingen tussen de Vlaamse universiteiten en de Universidad de Cuenca, de ondersteuning van het veranderingsproces en hun academische verdiensten in de ondersteuning van de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening aan de Universidad de Cuenca. Professor Massimiliano Mazzone, verbonden aan het Vesalius Research Centrum, heeft een beurs gekregen om gedurende drie jaar onderzoek te doen naar een nieuwe wijze om vroegtijdig darmkanker op te sporen. De beurs van 350.000 euro is toegekend door de Belgische Stichting Fournier-Majoie voor Innovatie (FFMI). Mazzone wil veranderingen in het genetisch materiaal van bepaalde witte bloedlichaampjes linken aan de aanwezigheid en verloop van darmkanker. Witte bloedlichaampjes vormen de kern van het verdedigingsmechanisme dat het lichaam inzet tegen kankercellen. Het FFMI noemt de nieuwe aanpak van Mazzone “zeer beloftevol”. Wannes Ribbens, verbonden aan het Centrum voor Mediacultuur
en Communicatietechnologie, heeft op 24 januari, samen met zijn Antwerpse collega Steven Malliet, de best paper award op het Etmaal van de Communicatiewetenschap in Twente gewonnen voor hun werk ‘Digital games in two Flemish penal institutions: An exploration of inmates’ motives to play games’. In deze paper stellen zij een kwalitatieve studie met 17 langgestrafte gedetineerden voor waarin ze onderzoeken in hoeverre videogames gebruikt worden om stressfactoren die voortkomen uit een extreme situatie zoals detentie te verzachten. De resultaten tonen aan dat videogames de gedetineerden een extra ‘coping’ mechanisme bieden om de tijd in te delen, sociaal te zijn met andere gedetineerden, de gevangenismuren te ontvluchten, esthetische emoties te ervaren en een gevoel van controle te herwinnen. Professor Manuel Sintubin, verbonden aan het Departement Aard- en Omgevingswetenschappen, is opgenomen als lid van de Commission on Tectonics & Structural Geology van de International Union of Geological Sciences (IUGS). Deze commissie adviseert de IUGS over de toekomstige ontwikkelingen in het onderzoek in tektoniek en structurele geologie en staat in voor de internationale promotie van deze geologische disciplines. Emeritus professor in de sociale geografie Herman Van der Haegen ontving op 7 februari de Medaille van Verdienste van de stad Leuven uit
handen van burgemeester Louis Tobback. Hij kreeg deze onderscheiding voor de periode van vier decennia dat hij als deskundige betrokken was bij de ruimtelijke ontwikkelingen in Leuven. Professor Van der Haegen verdiende deze medaille voornamelijk dankzij zijn medewerking aan het project Leuven 2000, dat begon in de jaren 70. Leuven 2000 was zijn visie over hoe Leuven er in het jaar 2000 moest uitzien. Deze studie zou resulteren in een stadsatlas, een zeldzaamheid in die tijd voor steden in ons land. Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO) heeft op 21 februari de Wetenschappelijke prijs Acerta toegekend aan professor Marijke Verbruggen, verbonden aan de Onderzoeksgroep Personeel en Organisatie, voor haar werk ‘De rol van loopbaanbegeleiding in het nieuwe loopbaantijdperk’. De Wetenschappelijke prijs Acerta ter waarde van 5.000 euro wordt toegekend als bekroning voor een originele doctoraatsthesis in de gebieden sociaal recht, arbeids- en demografische economie, arbeids-, organisatie- en personeelspsychologie en arbeidspedagogiek en opleidingsdidactiek. Professor Marc Waelkens, verbonden aan de onderzoekseenheid Archeologie, ontving op 9 februari in Turkije een ‘sükran belgesi’, een hoogstaande culturele onderscheiding, uit handen van de Eerste Minister voor zijn bijdrage tot de archeologie.
In Memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van Professor Serge Vanvolsem Gewoon hoogleraar aan de Faculteit Letteren geboren op 5 april 1946 en overleden op 4 februari 2011 De heer Frans Letelier Gewezen technisch medewerker van de Afdeling PMA, Faculteit Ingenieurswetenschappen geboren op 5 oktober 1932 en overleden op 7 februari 2011 Philippe Wilssens Bachelorstudent in de ingenieurswetenschappen geboren op 23 september 1992 en overleden op 9 februari 2011 Mevrouw Jenny Byosière Medewerkster Residentie Herman Servotte, Dienst Studentenvoorzieningen - Residentiebeheer geboren op 2 april 1956 en overleden op 15 februari 2011
Advertentie
Universitaire Pers Leuven viert 40 jaar wetenschappelijk uitgeven
Sagalassos-lezingen
Surf naar www.upl.be en geniet van onze feestactie! In het zuidwesten van Turkije voert de K.U.Leuven onder leiding van professor Marc Waelkens al 21 jaar lang onderzoek naar de antieke stad Sagalassos. Het Sagalassosproject is een van de grootste archeologische projecten in het Middellandse-Zeegebied, met elk jaar opnieuw spectaculaire resultaten. De campagne van 2010 bevestigde dat Sagalassos over de tot dusver oudste Romeinse Thermen van Anatolië beschikt, en het absolute hoogtepunt was de plechtige opening van de Antonijnse pronkfontein op het einde van het seizoen (foto). Deze unieke fontein (38 m lang, 13 m hoog) kon bovendien terug in werking gesteld worden via de oorspronkelijk watertoevoer. Professor Marc Waelkens en professor Jeroen Poblome stellen de resultaten van de Sagalassoscampagne 2010 graag voor aan de universitaire gemeenschap en aan het grote publiek. De voorstellingen zijn gratis en vinden plaats op dinsdag 8 maart en donderdag 24 maart in de Aula Pieter De Somer in Leuven, en op donderdag 17 maart in het Gallo-Romeins Museum in Tongeren. Aanvang telkens om 20 uur. Meer info: www.sagalassos.be
(© BV / DV)
+ win elke veertien dagen een gratis boek
www.upl.be
[email protected] +32 (0)16 32 53 45
Advertentie
GEZOCHT Gezonde mannelijke vrijwilligers (niet-rokers tussen 18 en 55 j) voor deelname aan klinische studies met nieuwe geneesmiddelen. Een billijke vergoeding is voorzien. Voor meer informatie en opname in ons gegevensbestand: http ://www.ckf.be CENTRUM KLINISCHE FARMACOLOGIE U.Z. GASTHUISBERG Herestraat 49 B-3000 LEUVEN
20 Buitenkant
campuskrant
(© Lemmert.be)
Tafelspringers
Het blijft even schrikken als je dansers de heilige tafels van de Universiteitsbibliotheek met de voeten ziet treden. Maar voor Kulturama mocht het: op zondag 20 februari streek ‘Sacred Libraries’ neer in zeven Leuvense bibliotheken en toverde ze om tot plaatsen van vertier. De dansers van Het Danshuis lieten tijdens hun voorstelling ‘Lectori Salutem’ geen hoekje van de leeszaal van de Centrale Bibliotheek onbenut.
RECHTgezet
Hebben Chinezen moeite met de r? Ine Van houdenhove “Ik vroeg aan een Chinees wie volgens hem de grootste Belg was en hij antwoordde: ‘Ah, glootste belg is Himalaya!’”. Het kleinste kind snapt ‘m, maar klopt het ook? Kunnen Chinezen de r niet uitspreken, Dirk Derhaeg (Faculteit Letteren en Centrum voor Levende Talen)? “Een in onze contreien opgegroeide Chinees zal de r even goed kunnen uitspreken als u en ik. Maar Chinezen die Nederlands als vreemde taal leren, hebben wel vaak de grootste moeite met onze r-klank, en sommigen leren het nooit. Dat geldt trouwens voor de meeste Aziaten – uitzondering zijn de Indonesiers, Filippino’s en Maleisiërs –; Japanners bijvoorbeeld zijn zelfs nog een graadje erger dan Chinezen. Ze kunnen de r niet alleen niet uitspreken, ze horen ook geen verschil met de l – daar alludeert uw grapje trouwens ook op. Ze zijn zich er dus ook niet van bewust dat ze fouten maken. Een Chinese student wond zich
eens op over de koning die ieder jaar op de nationale feestdag in het buitenland zat: ‘paleis’ klonk voor hem identiek als ‘Parijs’. Japanners gaan trouwens vaak de omgekeerde beweging maken: ‘I rove you’. Chinezen zullen het niet zo snel over een roempia hebben.” Al zijn er wel degelijk Chinezen die een r kunnen produceren: “In het noorden van China, waar Mandarijns gesproken wordt – de standaardtaal – komt een bijzondere klank voor die als r wordt getranscribeerd en die voor ons tussen haakjes geweldig moeilijk aan te leren is. Aan het begin van een woord klinkt het als de palatale zj in jus; op het einde van een woord klinkt het als de Engelse r – spreek uit als are – , een erg palatale r dus, waarbij de tong naar achteren wordt geklapt. Die r-klank is in sommige woorden verplicht, en bij andere facultatief – en verandert niets aan de betekenis van een woord. Het staat in het noorden chique om die r-klank achter woorden te plakken en de meeste taalkundigen
beschouwen het al als standaardtaal. Sommigen gaan zo ver dat ze een l op het einde van een woord ook als r uitspreken – hoter voor hotel – of ook achter ieder Engels woord een r plakken: hellor. Sommige Chinezen spreken dus veel vaker een r uit dan zou moeten...” “In de zuidelijke helft van China kunnen ze die r-klank moeilijk uitspreken en wordt dat l – dat komt doordat de palatale klanken in die streken allemaal wat meer naar voor in de mond worden uitgesproken en tussen l en de Engelse r ligt maar een paar millimeter verschil. Het misverstand dat alle Chinezen moeite zouden hebben met de r komt doordat lange tijd de meeste Chinese migranten uit het zuiden kwamen. De laatste decennia verandert dat en zijn migranten vaker afkomstig uit Noord-China – het zuiden wordt namelijk steeds rijker. Gelijktijdig met die laatste evolutie begint een zuid-Chinees klinkende uitspraak trouwens chique te staan.” Waardoor het aantal Chinezen dat een r kan produceren alsnog zou kunnen afnemen!
[conclusie] Sommige Chinezen kunnen niet genoeg krijgen van de r.