AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli, 2013 Samenvatting
SAMENVATTING In opdracht van de gemeente Moerdijk heeft AGEL adviseurs een verkennend asbestonderzoek conform de NEN 5707 ter plaatse van het sportveld aan de Mattheestraat/Steenweg en een verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740 ter plaatse van het gemeenschapshuis De Ankerkuil. De gemeente Moerdijk heeft het voornemen om het huidige Multi Functioneel Centrum De Ankerkuil in de kern Moerdijk te slopen (deellocatie A) en op de locatie hoek Steenweg Wethouder Mattheestraat een nieuw Multi Functioneel Centrum (MFC) te ontwikkelen (deellocatie B).
Aanleiding en doel De aanleiding voor het uitvoeren van het verkennend bodemonderzoek (deellocatie A) wordt gevormd door de sloop van het huidige Multi Functioneel Centrum De Ankerkuil op de hoek Steenweg – Koning Haakonstraat en de ontwikkeling van een nieuw Multi Functioneel Centrum (MFC) op de locatie hoek Steenweg - Wethouder Mattheestraat. Het verkennend bodemonderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de actuele milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en daarmee vast te stellen of er op de locatie verontreinigende stoffen in de grond of het freatisch grondwater aanwezig zijn. Voor de nieuwbouwlocatie van het MFC (deellocatie B) is mogelijk sprake van een verontreiniging met asbest in bodem als gevolg van de bekende aanwezige puinresten in de bodem. Middels een onderzoek asbest in bodem dient dit te worden geverifieerd.
Resultaten vooronderzoek en hypothese Op basis van de resultaten van het vooronderzoek wordt de onderzoekslocatie aangemerkt als een, voor bodemverontreiniging, onverdachte locatie en een voor asbest verdachte locatie. Dit betekent dat er op basis van de te verwachten bodemkwaliteit conform de NEN 5740 de strategie ONV van toepassing is en er geen overschrijdingen van de streefwaarden respectievelijk lokale achtergrondwaarden worden verwacht.
Uitvoering veld- en laboratoriumonderzoek Deellocatie A (verkennend bodemonderzoek) Het plaatsen van de boringen en peilbuis is op 18 mei 2011 door de heer M. van Ast uitgevoerd, conform de voorschriften en werkwijze van het protocol 2001. De monstername van het grondwater heeft plaatsgevonden op 25 mei 2011 door de heer M. van Ast, conform protocol 2002.
Deellocatie B (verkennend asbest in grond onderzoek) Het plaatsen van de proefgaten ten behoeve van het asbest in grond onderzoek heeft plaatsgevonden op 18 mei 2011 en is uitgevoerd door de heer R.A.B.H. Rietman. Bij asbestonderzoek zijn de werkzaamheden onder certificaat uitgevoerd conform de vigerende versie van de BRL 2018.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli, 2013 Samenvatting
Resultaten Deellocatie A (verkennend bodemonderzoek) In de ondergrond is plaatselijk op een diepte van 1,0-1,5 m-mv, ten gevolge van bijmengingen met puin een matig verhoogd gehalte aan lood aangetoond. In de boven- en ondergrond van het overige terrein zijn maximaal licht verhoogde gehalten aan zware metalen, PAK en minerale olie aangetoond. De verhoogde gehalten zijn naar alle waarschijnlijkheid het gevolg van een verhoogde achtergrondwaarde ten gevolge van diffuse bodemverontreiniging (bijmengingen aan puin). De gemeten gehalten van de overige geanalyseerde parameters zijn kleiner dan de achtergrondwaarden. In het grondwater is een licht verhoogde concentratie aan barium aangetoond. De verhoogde concentratie is naar alle waarschijnlijkheid het gevolg van een verhoogde achtergrondwaarde ten gevolge van diffuse bodemverontreiniging. De betreffende metalen worden regionaal vaker zonder aanwijsbare bron in het grondwater aangetoond.
Deellocatie B (asbest in grond onderzoek) In de grond ter plaatse van de onderzoekslocatie (sportveld) zijn geen asbest verdachte materialen aangetroffen. De resultaten van het analytisch onderzoek wijzen uit dat er geen asbest in de grond aanwezig is.
Conclusie Deellocatie A (verkennend bodemonderzoek) Op basis van het matig verhoogde gehalte aan lood en de licht verhoogde gehalten aan diverse zware metalen en minerale olie dient de hypothese onverdacht verworpen te worden. De resultaten van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek geven aanleiding voor het verrichten van een nader bodemonderzoek conform de Wet Bodembescherming naar de aard, omvang en risico’s van de tijdens onderhavig onderzoek aangetoonde verontreinigingen.
Deellocatie B (asbest in grond onderzoek) Op basis van de resultaten van het asbest in grondonderzoek zijn geen asbestverdachte materialen op het maaiveld of in de grond aangetroffen. Dit is middels analyse van de fijne fractie bevestigd. De hypothese verdacht ten aanzien van asbest wordt verworpen.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 1
SAMENVATTING INHOUD
blz.
1
INLEIDING
3
2
VOORONDERZOEK
4
2.1
Algemeen en bronvermelding
4
2.2
Locatiegegevens en huidige situatie
5
2.2.1
Onderzoeklocaties
5
2.2.2
Omgeving
6
2.2.3
Zonering bodemkwaliteitskaart
7
2.3
3
4
Historische gegevens
7
2.3.1
Onderzoekslocaties en omgeving
7
2.3.2
Beschikbaar bodemonderzoek
8
2.4
Toekomstig gebruik
9
2.5
Bodemopbouw en geohydrologie
9
2.6
Financieel juridische informatie
9
2.7
Conclusie vooronderzoek en hypothese(n)
9
VELD- EN LABORATORIUMONDERZOEK
11
3.1
Kwalibo vereisten
11
3.2
Opzet en uitvoering
11
3.3
Resultaten veldonderzoek
13
3.4
Monsterselectie en chemische analyses
14
RESULTATEN EN INTERPRETATIE
16
4.1
Toetsingskader
16
4.2
Toetsing analyseresultaten
16
4.2.1
Analyseresultaten
16
4.2.2
Resultaten grondonderzoek deellocatie A
17
4.2.3
Resultaten grondwateronderzoek deellocatie A
18
4.2.4
Resultaten asbest deellocatie B
18
4.2.5
Analyse respirabele fractie
18
4.3
Bespreking van de resultaten
18
4.3.1
Deellocatie A: verkennend bodemonderzoek
18
4.3.2
Deellocatie B: asbest in grond onderzoek
19
4.3.3
Toetsing van de hypothesen
19
5
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
20
6
NORMERING EN BETROUWBAARHEID
21
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 2
BIJLAGEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Locatiekaart Kadastrale gegevens Situatietekening met boorpunten Boorbeschrijvingen Analysecertificaten grond Analysecertificaten grondwater Toetsing analyseresultaten Toelichting en achtergrond toetsingskader Relevante informatie historisch onderzoek Fotoreportage Veldwerkformulieren asbest
© AGEL adviseurs 2011 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
1
20090368-01 juli 2013 blad 3
INLEIDING
In opdracht van de gemeente Moerdijk heeft AGEL adviseurs een verkennend asbestonderzoek conform de NEN 5707 ter plaatse van het sportveld aan de Mattheestraat/Steenweg en een verkennend bodemonderzoek conform de NEN 5740 ter plaatse van het gemeenschapshuis De Ankerkuil. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000 (protocollen 2001, 2002 en 2018), waarvoor AGEL Adviseurs B.V. erkend is door het ministerie van VROM en V&W.
Deellocatie A (Verkennend bodemonderzoek) De aanleiding voor het uitvoeren van het verkennend bodemonderzoek wordt gevormd door de sloop van het huidige Multi Functioneel Centrum De Ankerkuil op de hoek Steenweg – Koning Haakonstraat en de ontwikkeling van een nieuw Multi Functioneel Centrum (MFC) op de locatie hoek Steenweg - Wethouder Mattheestraat. Het verkennend bodemonderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de actuele milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en daarmee vast te stellen of er op de locatie verontreinigende stoffen in de grond of het freatisch grondwater aanwezig zijn. Het voorliggende bodemonderzoek is uitgevoerd conform de richtlijn voor verkennend bodemonderzoek (NEN 5740, Bodem - Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek - Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, versie januari 2009).
Deellocatie B (asbest in grondonderzoek) Voor de nieuwbouwlocatie van het MFC is mogelijk sprake van een verontreiniging met asbest in bodem als gevolg van de bekende aanwezige puinresten in de bodem. Middels een onderzoek asbest in bodem dient dit te worden geverifieerd. De maaiveldinspectie en het onderzoek naar asbest in grond is uitgevoerd volgens NEN5707 (mei 2003). In het voorliggende rapport komen de volgende aspecten aan de orde: Vooronderzoek en onderzoekshypothese (hoofdstuk 2); Uitgevoerde veld- en laboratoriumwerkzaamheden (hoofdstuk 3); Resultaten en interpretatie (hoofdstuk 4); Conclusies en aanbevelingen (hoofdstuk 5). In hoofdstuk 6 wordt tenslotte een toelichting gegeven op het normenkader en de factoren die van invloed kunnen zijn op de betrouwbaarheid van het onderzoek.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
2
VOORONDERZOEK
2.1
Algemeen en bronvermelding
20090368-01 juli 2013 blad 4
Onderdeel van het verkennend bodemonderzoek is het verrichten van een vooronderzoek (ook wel historisch bodemonderzoek) conform de NEN 5725 (Bodem - Leidraad voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek, versie januari 2009). Op basis van het vooronderzoek is bepaald of op de locatie of op delen van de locatie bodemverontreiniging verwacht kan worden. Voor de afbakening van de onderzoekslocatie is gekozen voor een perceelsgewijze afbakening perceel waarop de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling/herinrichting betrekking heeft. Het geografisch gebied waarop het vooronderzoek betrekking heeft richt zich op de onderzoekslocatie waarbinnen het geografisch besluitvormingsgebied valt en de aangrenzende percelen tot een maximale afstand van 25 meter. Bij het vooronderzoek is informatie verzameld over het voormalige, huidige en toekomstige gebruik van de locatie. Hierin worden drie niveaus onderscheden: het beperkte, het standaard en het uitgebreide vooronderzoek. Gezien de doelstelling van het bodemonderzoek is uitgegaan van een vooronderzoek op standaardniveau. Het vooronderzoek heeft bestaan uit de volgende activiteiten: Opvragen van informatie bij de opdrachtgever, eigenaar en gemeente; Bepaling omvang (bodem- en) vooronderzoeksgebied; Het verrichten van een locatie-inspectie. Ten behoeve van het vooronderzoek is, na verzoek van AGEL adviseurs aan de gemeente Moerdijk op 21 april 2011, historische informatie verkregen. Het betreft een e-mailbericht van de gemeente Moerdijk. Deze is bijgevoegd in bijlage 9. In het kader van het vooronderzoek zijn de onderstaande bronnen geraadpleegd. Tevens is aangegeven of voor de onderzoekslocatie relevante informatie aangetroffen is. Tabel 2.1: Geraadpleegde bronnen Instantie Geraadpleegd Opdrachtgever
Ja
Gemeente
Ja
Bevoegd gezag Wbb Regionaal archief Kadaster
Nee Nee Ja
Locatie-inspectie
Ja
Aspect Afbakening onderzoeksgebied Informatie huidig en voormalig gebruik Toekomstig gebruik Eerder bodemonderzoek Verwachting niet gesprongen explosieven Verwachting aanwezigheid archeologische waarden BodemInformatiesysteem (BIS) en/of eerder onderzoek Vervallen Hinderwetvergunningen (statisch) Actuele milieuvergunningen (dynamisch) Bouwvergunningen Archief BOOT/tankenbestand Bodemkwaliteitskaart Meldingen grondverzet Beschikkingen Wet bodembescherming. Historische informatie Kadastrale situatie Kabels en leidingen informatie (KLIC) Bodembedreigende activiteiten Verwachting t.a.v. asbest
Relevante info aanwezig + + + + + +
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
Bodemloket Locatie-interviews Literatuur en eigen archief
20090368-01 juli 2013 blad 5
Ja Nee Ja
Informatie Landsdekkend beeld/Globis# N.v.t. Bodemkaart van Nederland (Stiboka/Alterra) Grondwaterkaart van Nederland, TNO Luchtfoto google earth Historische atlas en watwaswaar.nl Topografische kaart Grondwateronttrekkingen Provinciale milieuverordening (PMV) n.v.t. n.v.t. informatie aanwezig m.b.t. onderzoekslocatie geen voor het onderzoek relevante informatie aanwezig m.b.t. onderzoekslocatie besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks gemiddeld hoogste resp. laagste grondwaterstaand dit betreft o.a. uitgevoerd bodemonderzoek, saneringen en historisch verdachte activiteiten.
Overig + BOOT GHG/GLG #
= = = = =
2.2
Locatiegegevens en huidige situatie
2.2.1
Onderzoeklocaties
+ + -
Onderstaand zijn de gegevens van de locaties samengevat. Tabel 2.2: Locatiegegevens Aspect Adres Kadastraal (bijlage 2)
Topografie en RD-coördinaten (bijlage 1) Eigenaar Bestemming/Gebruik Oppervlakte kadastraal perceel(-en) Oppervlakten locaties
Gegevens Steenweg 52 en Wethouder Mattheestraat Gemeente: Moerdijk Sectie: O Nummer(s): 2266 en 1995 (ged.) x: 102.771 Gemeente Moerdijk Wonen wegen Circa 5 hectare A) Verkennend bodemonderzoek B) Asbest in grondonderzoek
y: 412.845
circa 2.000 m² circa 2.000 m²
A. Verkennend bodemonderzoek De onderzoekslocatie ten behoeve van de uitvoering van het verkennend bodemonderzoek is in gebruik als gemeenschapshuis (sectie O, nr 1995). De bebouwing op de locatie van het verkennend bodemonderzoek bestaat uit een Multi Functioneel Centrum De Ankerkuil en heeft een oppervlakte van circa 2.000 m2. Het onbebouwde deel is overwegend verhard met klinkers of in gebruik als tuin.
B. asbest in grondonderzoek De onderzoekslocatie ten behoeve van de uitvoering van het asbest in grond onderzoek is in gebruik als voetbalveld (sectie O, nr. 2266). De locatie van het asbest in grond onderzoek is in gebruik als voetbalveld en heeft een oppervlakte van circa 2.000 m2. Een situatietekening met begrenzing van de onderzoekslocaties zijn weergegeven in bijlage 3.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 6
Figuur 2.1: Luchtfoto onderzoekslocaties (met rood aangegeven)
A) Locatie: verkennend bodemonderzoek
B) Locatie: asbest in grond onderzoek
Onderstaande foto’s geven een indruk van de locaties. In bijlage 10 zijn aanvullende locatiefoto’s opgenomen. Figuur 2.2: Foto’s onderzoekslocatie
Locatie: verkennend bodemonderzoek
Locatie: asbest in grondonderzoek
Tijdens de terreininspectie zijn aan het oppervlak van de locaties geen indicaties verkregen die in verband kunnen worden gebracht met een mogelijke verontreiniging van de bodem.
2.2.2
Omgeving
De onderzoekslocaties bevinden zich in een woonwijk. De omgeving van de onderzoekslocaties bestaat uit: Noordzijde : woonhuizen; Oostzijde : openbare weg Wethouder Mattheestraat; Zuidzijde : openbare weg Steenweg; Westzijde : openbare weg Koning Haakonstraat.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 7
In de directe omgeving van de locatie geen zijn factoren bekend die van invloed zijn op de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van de onderzoekslocatie.
2.2.3
Zonering bodemkwaliteitskaart
De gemeente Moerdijk heeft in 2005 een bodembeheerplan en bodemkwaliteitszones vastgesteld. Op basis van deze kwaliteitskaart wordt de volgende gebiedseigen bodemkwaliteit verwacht: Bovengrond : schoon tot maximaal licht verontreinigd Ondergrond : schoon tot maximaal licht verontreinigd Het voorkomen van verhoogde gehalten aan zware metalen en PAK hangt samen met diffuse bodemverontreiniging ten gevolge van binnenstedelijk gebruik van de bodem. Van het grondwater is niet bekend of verhoogde concentraties verhoogde stoffen voorkomen ten gevolge van diffuse bodemverontreiniging. 2.3
Historische gegevens
2.3.1
Onderzoekslocaties en omgeving
Bij het raadplegen van de gebruikte bronnen zijn er weinig historisch relevante gegevens naar voren gekomen die van belang zijn voor het verrichten van bodemonderzoek.
Deellocatie A (Verkennend bodemonderzoek) Het gemeenschapshuis ‘De Ankerkuil’ is gelegen op de hoek van de Steenweg en de Koning Hakonstraat. Het gemeenschapshuis is gebouwd op de fundamenten van een voormalige kerk. Van deze kerk zijn geen gegevens bekend bij de gemeente Moerdijk. Zoals zichtbaar op de onderstaande historische kaart van de provincie Noord-Brabant was de locatie reeds omstreeks 1870 bebouwd.
Deellocatie B (Asbest in grond onderzoek) Het voetbalveld is gelegen op de hoek van de Steenweg - Wethouder Mattheestraat. Op deze locatie heeft voorheen aan aantal gebouwen gestaan, waaronder basisschool Heilig Hart. Op historische topografische kaarten daterende uit 1870 wordt aangegeven dat er sindsdien geen bedrijfsmatige activiteiten hebben plaatsgevonden op de locatie. De locaties zijn gelegen in een vooroorlogse wijk. Er hebben zich geen milieubelastende bedrijven op of nabij de locatie bevonden. Het is niet bekend of het terrein in het verleden is opgehoogd of gedempt.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 8
Figuur 2.3: Foto’s onderzoekslocatie
2.3.2
Beschikbaar bodemonderzoek
A. Verkennend bodemonderzoek Van de deellocatie A, verkennend bodemonderzoek ter plaatse van het gemeenschapshuis ‘De Ankerkuil’ zijn geen bodemonderzoeken bekend.
B. Asbest in grond onderzoek Van de deellocatie B, asbest in grond onderzoek ter plaatse van het sportveld aan de Mattheestraat/Steenweg zijn de volgende bodemonderzoeken bekend: Nader bodemonderzoek Hoek Steenweg/Wethouder Mattheestraat, MBS, kenmerk 195.41.081.r1, september 2008; Verkennend bodemonderzoek, Witteveen+Bos, kenmerk Kd6.1, 1996; Memo bodemonderzoek Wethouder Mattheestraat/Steenweg, MDS, dhr. J. de Vugt, bestemd voor de gemeente Moerdijk, dhr. A. Incze. Uit bovenstaande onderzoek(-en) blijkt samengevat het volgende: Uit het verkennend bodemonderzoek uitgevoerd in 1996 blijkt dat de bovengrond ter plaatse van het sportveld (locatie: huidige asbest in grond onderzoek) een matig verhoogd gehalte aan zink is aangetoond, evenals licht verhoogde gehalten aan koper, lood en PAK. In de ondergrond is een licht verhoogd gehalte aan kwik aangetoond. In het grondwater is een matig verhoogde concentratie aan lood aangetoond. Tevens is een licht verhoogde concentratie aan chroom aangetoond. Tevens bevat de grond lichte tot sterke bijmengingen aan puin; Uit het nader bodemonderzoek uitgevoerd in 2008 blijkt het grondwater maximaal licht verhoogde concentraties aan barium en naftaleen te zijn aangetoond. In de boven- en
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 9
ondergrond zijn licht verhoogde gehalten aan zware metalen, PAK en minerale olie aangetoond. Op het noordoostelijke deel van de onderzoekslocatie is een sterke PAKverontreiniging aanwezig in gehalten hoger dan de interventiewaarde. De omvang van de sterke verontreiniging bedraagt circa 40 m3; Voor de bodemsanering van de ernstige verontreiniging met PAK is een melding conform het Besluit Uniforme Saneringen (BUS) van toepassing. Zie hiervoor de memo van J. de Vugt d.d. 17 september 2008. Deze melding is maximaal een jaar geldig en dient voorafgaand aan de sanering bij de provincie Noord-Brabant te worden ingediend.
De relevante kopieën van de beschikbare onderzoeken zijn opgenomen in bijlage 9. 2.4
Toekomstig gebruik
De gemeente Moerdijk heeft het voornemen om het huidige Multi Functioneel Centrum De Ankerkuil in de kern Moerdijk te slopen en op de locatie hoek Steenweg - Wethouder Mattheestraat een nieuw Multi Functioneel Centrum (MFC) te ontwikkelen. Op het terrein dat vrij zal komen door de sloop van De Ankerkuil zal een sportveld worden gerealiseerd. Ter plaatse van het huidige sportveld zal nieuwbouw plaatsvinden. 2.5
Bodemopbouw en geohydrologie
Het maaiveld bevindt zich op ongeveer 1,2 m + NAP. Van de locaties is de volgende regionale bodemopbouw achterhaald. Tabel 2.3: Bodemopbouw en geohydrologie Diepte (m -mv/NAP) Formatie Geohydrologische eenheid 0-5 Naaldwijk Deklaag 5-7 Nieuwkoop, Hollandveen Eerste scheidende laag Laagpakket 7-11 Boxtel 1ste watervoerend pakket 11-14 Kreftenheye 2de scheidende laag > 14 Waalre 2de watervoerend pakket Bron: TNO Dino-loket, REGISIIKartering, boring B44C0195
Samenstelling Fijn zand, zwak kleiig Veenlaag Fijn tot matig grof zand, siltig Leemlaag Zand, zwak siltig
De regionale grondwaterstromingsrichting van het eerste watervoerende pakket is overwegend noordelijk gericht richting het Hollandsch Diep . De locatie is niet gelegen in een grondwaterwin- of beschermingsgebied. In de omgeving van de onderzoekslocatie vinden geen industriële grondwateronttrekkingen plaats. 2.6
Financieel juridische informatie
In het kader van onderhavig bodemonderzoek is behoudens de in bijlage 2 opgenomen kadastrale gegevens geen nadere financieel juridische informatie verzameld. Het uitvoeren van een daadwerkelijke juridische toets maakt geen deel uit van onderhavig bodemonderzoek. 2.7
Conclusie vooronderzoek en hypothese(n)
Deellocatie A (Verkennend bodemonderzoek) Op basis van de resultaten van het vooronderzoek wordt de onderzoekslocatie aangemerkt als een, voor bodemverontreiniging, onverdachte locatie en een voor asbest verdachte locatie. Dit betekent dat er op basis van de te verwachte bodemkwaliteit conform de NEN 5740 de strategie ONV van toepassing is en er geen overschrijdingen van de streefwaarden respectievelijk lokale achtergrondwaarden worden verwacht.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 10
Deellocatie B (Asbest in grond onderzoek) Na uitvoering van het voorgaand verkennend bodemonderzoek d.d. september 2008 conform NEN 5740 is ten gevolge van de waargenomen bijmengingen met puin de hypothese uitgebreid met een verdenking ten aanzien van asbest op of in de bodem. Hierbij is uitgegaan van een diffuus belaste locatie met een heterogeen verdachte asbestverontreiniging (NEN 5707, 7.4.5.).
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
3
VELD- EN LABORATORIUMONDERZOEK
3.1
Kwalibo vereisten
20090368-01 juli 2013 blad 11
De veldwerkzaamheden zijn onder certificaat uitgevoerd door AGEL adviseurs conform de vigerende versie van de BRL SIKB 2000 en bijbehorende protocollen. AGEL adviseurs is voor deze werkzaamheden gecertificeerd door Eerland Certification (nummer EC-SIK-20258) en erkend door het ministerie van Infrastructuur en Milieu (zie www.senternovem.nl/Bodemplus/verklaringen/erkenningen). De grond- en grondwatermonsters zijn geanalyseerd door het milieulaboratorium van OMEGAM Laboratoria te Amsterdam. De chemische analyses zijn uitgevoerd conform de accreditatie AS3000 waarvoor OMEGAM Laboratoria door de Raad voor Accreditatie (RvA) erkend is als testlaboratorium. 3.2
Opzet en uitvoering
In tabel 3.1 is een overzicht opgenomen van de uitgevoerde veldwerkzaamheden en de verrichte analyses. De locatie met situering van de boringen is weergegeven in bijlage 3. Voor aanvang van de veldwerkzaamheden is de locatie en het maaiveld visueel geïnspecteerd, waarna de plaats van de boringen is bepaald.
Deellocatie A (Verkennend bodemonderzoek) Het plaatsen van de boringen en peilbuis is op 18 mei 2011 door de heer M. van Ast uitgevoerd, conform de voorschriften en werkwijze van het protocol 2001. De monstername van het grondwater heeft plaatsgevonden op 25 mei 2011 door de heer M. van Ast, conform protocol 2002.
Deellocatie B (Asbest in grond onderzoek) Tijdens de uitvoering van het voorgaand verkennend bodemonderzoek d.d. september 2008 is geconstateerd dat de toplaag van de onderzoekslocatie puinhoudend is. Hierop volgend is een verkennend onderzoek asbest in grond uitgevoerd. Het plaatsen van de proefgaten ten behoeve van het asbest in grond onderzoek heeft plaatsgevonden op 18 mei 2011 en is uitgevoerd door de heer R.A.B.H. Rietman. Bij asbestonderzoek zijn de werkzaamheden onder certificaat uitgevoerd conform de vigerende versie van de BRL 2000, protocol 2018.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 12
Tabel 3.1: Opzet veld- en laboratoriumonderzoek Locatie Aantal boringen
(en boornummers) 1,0 m-mv 2,0 m -mv1
0,5 m-mv1
Chemische analyses
met peilbuis
(en monstercodering) Grond Grondwater
Proefgaten (0,3 x 0,3 x 0,5)
A. Verkennend bodemonderzoek 2.000 m2
5
3
2
1
Nr: 4, 6, 7, 10 en 11
Nr: 5, 8 en 9
Nr: 2 en 3
Nr: 1b
6 x A pakket2
1 x B pakket3
-
-
B. asbest in grond onderzoek 2.000 m2
10
Nr. A1 t/m A10 BG OG 1 2
3
bovengrond, in principe van 0,0 tot 0,5 m -mv ondergrond, in principe van 0,5 tot 2,0 m -mv ondiepe boringen in principe 0,5 m -mv, diepe boringen in principe tot grondwater met max. 2,0 m -mv. standaard stoffenpakket grond (A) met de parameters organische stof en lutum, de metalen barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink en de organische parameters som- PCB’s, som-PAK’s en minerale olie. standaard stoffenpakket grondwater (B) met de parameters vluchtige aromaten (BTEXN), vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl 10 parameters), minerale olie (GC) en zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink).
Bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden zijn geen significante afwijkingen gerapporteerd die van invloed zijn op de voorschriften en werkwijze van de genoemde protocollen. Ten behoeve van het aantreffen van mogelijke funderingsmaterialen is boring 1 enkele malen verplaatst. Tevens zijn enkele boringen vanwege het aantreffen van bodemvreemde materialen dieper doorgezet. In verband met de waargenomen afwijkende veldresultaten zijn ten opzichte van de gehanteerde strategie in overleg met de opdrachtgever drie grondmonsters (MM4, MM5 en M6) extra geanalyseerd. De vrijgekomen grond uit de boringen is in het veld geclassificeerd (vaststellen bodemopbouw), beoordeeld op de aanwezigheid van verontreinigingen en voor chemisch onderzoek bemonsterd. Afwijkende of verontreinigde bodemlagen (zoals de aanwezigheid van bodemvreemde materialen als bijvoorbeeld puin, verkleuringen van de grond en geurwaarnemingen) zijn apart bemonsterd. De grondmonsters zijn direct verpakt in glazen potten en afgesloten met een neopreen deksel. De potten zijn vervolgens gekoeld opgeslagen. Een grondmonster heeft betrekking op een maximaal bodemtraject van 0,5 meter. Indien bij een boring meerdere grondmonsters zijn genomen, is met een toenemende diepte de codering -1, -2, -3 enz. aan het monsternummer toegevoegd. Op grond van de Arbo-wet is het niet toegestaan actief geurwaarnemingen te doen aan grondmonsters. Indien hiertoe aanleiding bestaat wordt een PID-meter gebruikt of oliewatertesten gedaan ter indicatie om de aanwezigheid van vluchtige koolwaterstoffen en olieproduct in de bodem zintuiglijk vast te stellen. De peilbuis is voorzien van een filter met een lengte van 1,0 meter en afgewerkt met filtergrind en een bentonietafsluiting. De peilbuis is aan het maaiveld afgewerkt met een afsluitbare straatpot. Bij de codering van de grondwatermonster is het nummer van de peilbuis aangehouden met toegevoegd - nummer filter - nummer watermonster (bijvoorbeeld: 1-1-1).
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 13
De waarnemingen tijdens het veldwerk en de verkregen monsters zijn geregistreerd in een veldcomputer en verwerkt in een boorprogramma. De resultaten worden onderstaand besproken. 3.3
Resultaten veldonderzoek
In bijlage 4 zijn de resultaten van de boorbeschrijvingen in de vorm van boorprofielen weergegeven. Globaal is de bodem tot de maximale boordiepte als volgt opgebouwd: 0,0 - 0,5 m -mv : matig fijn, zwak humeus, zwak siltig zand; 0,5 - 1,2 m -mv : klei, sterk zandig; 1,2 - 2,0 m -mv : matig fijn, zwak siltig zand; 1,5 - 2,7 m -mv : klei, matig tot sterk zandig. Het grondwater bij het plaatsen van de boringen is waargenomen op circa 1,2 m -mv. In tabel 3.2 is een overzicht gegeven van de zintuiglijke waargenomen bijzonderheden aan de opgeboorde grond tijdens het veldwerk. Tabel 3.2: Zintuiglijk aangetroffen bijzonderheden Boring Einddiepte Traject Hoofd(m -mv) (m -mv) bestanddeel
Zintuiglijke waarneming
Analyse (zie tabel 3.4)
A. Verkennend bodemonderzoek 1
0,8
1A
0,7
1B
2,7
2
2,0
0,0 0,3 0,5 0,0 0,4 0,0 0,5 0,7 0,0
- 0,3 - 0,5 - 0,8 - 0,4 - 0,7 - 0,5 - 0,7 - 1,2 - 0,5
Zand Zand Zand Zand Klei Zand Klei Klei Zand
0,5 - 1,0
Klei
- 0,5 - 1,0 - 1,5 - 0,5 - 1,0 - 0,5 - 0,7 - 1,2 - 0,5
Zand Klei Zand Zand Klei Zand Klei Klei Zand Zand
3
2,0
5
1,3
8
1,2
9
1,0
0,0 0,5 1,0 0,0 0,5 0,0 0,5 0,7 0,0
10
0,5
0,0 - 0,5
Sterk puin Sporen puin Sterk puin Sporen puin Sporen puin Brokken puin Sporen puin Sporen puin Sporen baksteen, sporen puin, sporen houtskool Sporen baksteen, sporen glas, sporen houtskool, sporen puin Zwak baksteen, sporen puin Sporen baksteen, sporen puin Sterk baksteen, matig puin Sporen baksteen, sporen puin Sterk baksteen, matig puin Sporen baksteen, zwak puin Zwak baksteen, matig puin
MM5 MM1 MM5 MM1 MM5 M6 MM1 MM3 MM1 MM3 MM4
Resten glas, sporen baksteen, sporen puin Matig baksteen
B. Asbest in grond onderzoek A1 A10 A2 A3 A4 A5
0,5 0,5 2,0 0,5 0,5 0,5
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
- 0,5 - 0,3 - 0,4 - 0,4 - 0,2 - 0,5
Klei Klei Klei Klei Klei Klei
A6 A7 A8
0,5 0,5 0,5
0,0 - 0,5 0,0 - 0,5 0,0 - 0,5
Klei Klei Klei
A9
2,0
0,0 - 0,5
Klei
Sporen puin Sporen puin, resten plastic Resten glas, sporen puin Brokken beton, sporen puin Sporen puin Brokken beton, resten metaal, sporen puin Sporen puin Sporen puin, resten plastic Sporen puin, brokken baksteen, brokken beton Sporen puin, resten glas
A1-MM1
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
0,5 - 0,7
Zand
0,7 - 1,0
Zand
1,0 - 1,5
Klei
20090368-01 juli 2013 blad 14
Brokken baksteen, resten plastic, sporen puin Brokken baksteen, resten plastic, sporen puin Sporen puin
Voor zover zintuiglijk waarneembaar zijn er bij de maaiveldinspectie geen asbestverdachte materialen op of in de bodem aangetroffen. In tabel 3.3 staan de veldwaarnemingen met betrekking tot het grondwater. Tabel 3.3: Veldwaarnemingen met betrekking tot het grondwater Peilbuis Filtertraject Stijghoogte Temp. pH* (m -mv) (m -mv) ( 0C) 1B 1,70 - 2,70 1,00 14,4 6,67 *) normale waarden voor de pH liggen tussen 4,0 en 8,0 **) normale waarden voor de Ec liggen onder 1500 µS/cm
Ec (µS/cm) ** 1250
Zintuiglijke waarneming Nee
Aan het opgepompte grondwater zijn zintuiglijk geen afwijkingen waargenomen. 3.4
Monsterselectie en chemische analyses
Op basis van de resultaten van het veldonderzoek is een selectie gemaakt in de te analyseren grondmonsters waarbij een aantal grondmonsters is samengesteld tot mengmonsters. Voor mengmonsters is de codering MM1 (boring/diepte) etc aangehouden. Het samenstellen van de mengmonsters is uitgevoerd door het laboratorium. De grond- en grondwatermonsters zijn geanalyseerd op de parameters van de standaardpakketten voor milieuhygiënisch bodemonderzoek zoals vastgelegd in de Regeling Bodemkwaliteit en de NEN 5740. Een overzicht van de uitgevoerde analyses is voor de grond- en grondwatermonsters en asbest in grond weergegeven in de tabellen 3.4, 3.5 en 3.6. Tabel 3.4: Uitgevoerde analyses grond MonsterSamenstelling Traject code deelmonsters [m-mv] (boring-monster) A. Verkennend bodemonderzoek MM1 2-1, 3-1, 5-1, 8-1 0 - 0,5
MM2 MM3
10a-1, 11-1, 4-1 5-2, 8-2
0 - 0,5 0,5 - 1
MM4
1B-6, 1B-7, 2-3, 2-4, 3-4, 8-3 1B-3, 2-2, 3-2
0,7 - 2,7
MM5
M6 3-3 B. Asbest in grond onderzoek A1-MM1 A1 t/m A10 A pakket:
0,5 - 1,2 1 - 1,5 0 - 0,5
Omschrijving en zintuiglijke afwijkingen
Analysepakket
zand, zwak baksteen, sporen baksteen, sporen houtskool, zwak puin, puin zand klei, zwak baksteen, sterk baksteen, matig puin klei
A pakket
klei, sporen baksteen, sporen glas, sporen houtskool, sporen puin zand, sterk baksteen, matig puin
A pakket
A pakket A pakket A pakket
A pakket
klei, sporen puin, resten plastic, Asbest grond NEN5707 < 10 brokken baksteen, brokken beton kg standaard stoffenpakket grond (A) met de parameters organische stof en lutum, de metalen barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink en de organische parameters somPCB’s, som-PAK’s en minerale olie.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 15
Tabel 3.5: Uitgevoerde analyses grondwater Monstercode Peilbuis Analysepakket 1B-1-1 Pb 1B B pakket B pakket: standaard stoffenpakket grondwater (B) met de parameters vluchtige aromaten (BTEXN), vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen (VOCl 10 parameters), minerale olie (GC) en zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink). Tabel 3.6: Uitgevoerde analyses grond- en materiaal monsters GrondAsbest en bodemvreemde Traject Inspectiegat monsters bijmenging (m-mv) < 20 mm Maaiveldinspectie Maaiveld 0 - 0,02 Onderzoekslocatie (max. 2.000 m2) A1-MM1 klei, sporen puin, resten 0 - 0,5 A1 t/m A10 plastic, brokken baksteen, brokken beton
Analyse
Materiaal Verzamelmonster >20mm
-
-
NEN 5707 n.v.t. grond
Analyse
n.v.t.
De analysecertificaten van het laboratorium zijn in bijlage 5 (grond en asbest in grond) en bijlage 6 (grondwater) opgenomen. Door het laboratorium zijn geen afwijkingen van de AS3000 gerapporteerd. De resultaten van de chemische analyses worden in volgend hoofdstuk weergegeven en geïnterpreteerd.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
4
RESULTATEN EN INTERPRETATIE
4.1
Toetsingskader
20090368-01 juli 2013 blad 16
De analyseresultaten zijn vergeleken met het referentiekader van de Circulaire bodemsanering 2009 van 7 april 2009. Een toelichting op het toetsingscriteria en het wettelijk kader is opgenomen in bijlage 8. Bij de toetsing worden drie toetsingsniveaus gebruikt: 1. De streefwaarden grondwater geven aan wat het ijkpunt is voor de milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico’s voor het ecosysteem. De streefwaarden voor grond zijn sinds 2008 niet meer opgenomen in de Circulaire en vervangen door de achtergrondwaarden (AW2000) uit de Regeling bodemkwaliteit. De gehalten zoals die op dit moment voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden waarvoor geldt dat er geen sprake is van belasting door lokale verontreinigingsbronnen. 2. De tussenwaarde geeft het niveau aan waarbij nader bodemonderzoek noodzakelijk is. De tussenwaarde voor grond was voorheen het gemiddelde van streef -en interventiewaarde en is nu vervangen door het gemiddelde van de achtergrondwaarden (AW2000) en de interventiewaarden voor grond. Voor grondwater blijft de tussenwaarde ongewijzigd: het gemiddelde van streef- en interventiewaarden voor grondwater. 3. De interventiewaarden bodemsanering geven aan wanneer de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor de mens, dier en plant ernstig zijn verminderd of dreigen te worden verminderd. Bij de bespreking van de resultaten wordt de volgende gradatie aangehouden: Niet verontreinigd: gehalten aan verontreinigde stoffen in concentraties beneden de landelijke achtergrondwaarden danwel voor grondwater beneden de streefwaarden; Licht verontreinigd: gehalten aan verontreinigde stoffen in concentraties boven de landelijke achtergrondwaarden (of voor grondwater streefwaarden) maar beneden de tussenwaarden; Matig verontreinigd: gehalten aan verontreinigde stoffen in concentraties boven de tussenwaarden maar kleiner dan de interventiewaarden; Sterk verontreinigd: gehalten aan verontreinigde stoffen in concentraties boven de interventiewaarden. 4.2
Toetsing analyseresultaten
4.2.1
Analyseresultaten
De volledige toetsing van de analyseresultaten heeft plaatsgevonden in bijlage 7. De toetsingswaarden voor grond zijn afhankelijk gesteld van de lutum- en organische stofgehalten van de grond. De hiervoor gecorrigeerde toetsingswaarden zijn weergegeven in bijlage 7. Bij de toetsing is rekening gehouden met verhoogde rapportagegrenzen van de eisen uit de AS3000. Hierdoor is een aantal waarden waaraan getoetst wordt strenger dan het niveau waarop gemeten wordt. Bij de interpretatie van het meetresultaat ’< rapportagegrens AS3000’ wordt ervan uitgaan dat de kwaliteit voldoet aan de betreffende toetsingswaarde. In de tabellen 4.1, 4.2 en 4.3 zijn de resultaten van de toetsing samengevat.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
4.2.2
20090368-01 juli 2013 blad 17
Resultaten grondonderzoek deellocatie A
Tabel 4.1: Samenvatting toetsingsresultaten grond Monster Traject (m -mv), Geanalyseerde parameters code boringen en zware metalen bijzonderheden Ba1 Cd Co Cu Hg Pb
Mo
Ni
Zn
PAK totaal
PCB som
Min. olie
Bovengrond / Deellocatie MM1
MM2
MM3 MM4
MM5 M6 legenda: textuur: Z = K = L =
0-0,5 2, 3, 5, 8 0-0,5 4, 10, 11 0,0-1,0 5, 8 0,7-2,7 1, 2, 3, 8 0,5-1,2 1, 2, 3 1,0 -1,5 3
Z pu1
-
-
-
-
-
*
-
-
*
*
-
Z
-
-
-
-
-
*
-
-
*
*
-
Z pu2
-
*
-
*
*
*
-
-
*
*
-
K
-
-
-
-
-
*
-
-
-
-
K pu1
-
*
-
-
*
*
-
-
*
*
-
Z pu2
-
-
-
-
*
**
-
-
*
*
-
zintuiglijke waarneming: mate van bijmenging: PU = puin 1 = zwak / licht KG = kooltjes 2 = matig SI = sintels 3 = sterk OW = oliewaterreactie 4 = uiterst Ba: barium, Cd: cadmium, Co: kobalt, Cu: koper, Hg: kwik, Pb: lood, Mo: molybdeen, Ni: nikkel, Zn: zink. PAK: polycyclische aromatische koolwaterstoffen, PCB: polychloorbifenylen, Min.olie: minerale olie C10-C40 hoofdbestanddeel zand hoofdbestanddeel klei hoofdbestanddeel leem
De gehalten die de betreffende achtergrondwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: het gehalte is kleiner dan de achtergrondwaarde * het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde ** het gehalte is groter dan de tussenwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
4.2.3
20090368-01 juli 2013 blad 18
Resultaten grondwateronderzoek deellocatie A
Tabel 4.2: Samenvatting toetsingsresultaten grondwater Peil Filter BijzonderGeanalyseerde parameters buis (m -mv) heden / zware metalen opmerking Ba Cd Co Cu Hg
Pb
Mo
Ni
Zn
1B
-
-
-
-
1,7-2,7
-
*
-
-
-
-
VOCl
BETXN
i)
i)
Min. olie
-
legenda: Ba: barium, Cd: cadmium, Co: kobalt, Cu: koper, Hg: kwik, Pb: lood, Mo: molybdeen, Ni: nikkel, Zn: zink. VOCl: vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen, BETXN: aromatische koolwaterstoffen, Min.olie: minerale olie C10-C40 De gehalten die de betreffende streefwaarden en interventiewaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: het gehalte is kleiner dan de streefwaarde * het gehalte is groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde ** het gehalte is groter dan de tussenwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde *** het gehalte is groter dan de interventiewaarde
4.2.4
Resultaten asbest deellocatie B
Tabel 4.3 Bepaling totale concentratie asbest Monster Herkomst Traject Aangetroffen Code (m-mv) materiaal (asbest)
Onderzoekslocatie (max. 2.000 m2) A1-MM1 A1 t/m A10 0-0,5 Nee
4.2.5
Aantal deeltjes
-
Hechtgebonden
-
Losse vezelbundels
-
Gewogen concentratie asbest fractie < 20 mm (mg/kg d.s.) 0,0
Analyse respirabele fractie
De resultaten geven geen aanleiding tot een bepaling van de respirabele fractie. 4.3
Bespreking van de resultaten
4.3.1
Deellocatie A: verkennend bodemonderzoek
Grond Bij het verrichten van de boringen is geconstateerd dat verspreidt over het gehele terrein zowel in de zandige en kleiige boven- als ondergrond bijmengingen aan puin, baksteen en houtskool in diverse gradaties zijn aangetroffen. In het mengmonster van de puin-, baksteen- en houtskoolhoudende zandige bovengrond (MM1) en in het mengmonster van de zintuiglijk niet verontreinigde zandige bovengrond (MM2) zijn licht verhoogde gehalten aan lood, zink en PAK aangetoond. In het mengmonster van de puin-, en baksteenhoudende kleiige ondergrond (MM3) zijn licht verhoogde gehalten aan cadmium, koper, kwik, lood, zink en PAK aangetoond. In het mengmonster van de glas-, houtskool-, puin-, en baksteenhoudende kleiige ondergrond (MM5) zijn licht verhoogde gehalten aan cadmium, kwik, lood, zink, PAK en minerale olie aangetoond. In het separate monster (M6, boring 3, traject 1,0-1,5 m-mv) van de sterk baksteen- en matig puinhoudende zandige ondergrond is een matig verhoogd gehalte aan lood en zijn licht verhoogde gehalten aan kwik, zink en PAK aangetoond. In het mengmonster van de zintuiglijk niet verontreinigde kleiige ondergrond (MM4) is een licht verhoogd gehalte aan lood aangetoond.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
20090368-01 juli 2013 blad 19
Het matig verhoogd gehalte aan lood en de licht verhoogde gehalten aan zware metalen, PAK en minerale olie zijn vermoedelijk te relateren aan de aanwezigheid van bodemvreemde materialen. Grondwater In het grondwater uit peilbuis 1B overschrijdt de concentratie aan barium de streefwaarde. Dit licht verhoogd aangetoonde gehalte betreft op basis van uit de regio bekende grondwatergegevens hoogstwaarschijnlijk een verhoogde achtergrondwaarde ten gevolge van diffuse bodemverontreiniging. Er zijn geen aanwijsbare bronlocaties aangetroffen.
4.3.2
Deellocatie B: asbest in grond onderzoek
In de grond ter plaatse van de onderzoekslocatie (sportveld) zijn geen asbestverdachte materialen aangetroffen. De resultaten van het analytisch onderzoek wijzen uit dat er ter plaatse van de gegraven proefgaten geen asbest in de fijne fractie (<20 mm) aanwezig is.
4.3.3 Toetsing van de hypothesen Deellocatie A: verkennend bodemonderzoek Op basis van het matig verhoogde gehalte aan lood en de licht verhoogde gehalten aan diverse zware metalen en minerale olie dient de hypothese onverdacht verworpen te worden.
Deellocatie B: asbest in grond onderzoek Op basis van de resultaten van het asbest in grondonderzoek zijn geen asbestverdachte materialen op het maaiveld of in de grond aangetroffen. De hypothese verdacht ten aanzien van asbest wordt verworpen.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
5
20090368-01 juli 2013 blad 20
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Op basis van de resultaten van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek wordt het volgende geconcludeerd: Deellocatie A: verkennend bodemonderzoek In de ondergrond is plaatselijk op een diepte van 1,0-1,5 m-mv, ten gevolge van bijmengingen met puin een matig verhoogd gehalte aan lood aangetoond. Dit geeft strikt genomen aanleiding tot het uitvoeren van een nader bodemonderzoek om vast te stellen of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging.
In de boven- en ondergrond van het overige terrein zijn maximaal licht verhoogde gehalten aan zware metalen, PAK en minerale olie aangetoond. De verhoogde gehalten zijn naar alle waarschijnlijkheid het gevolg van een verhoogde achtergrondwaarde ten gevolge van diffuse bodemverontreiniging (bijmengingen aan puin). De gemeten gehalten van de overige geanalyseerde parameters zijn kleiner dan de achtergrondwaarden.
In het grondwater is een licht verhoogde concentratie aan barium aangetoond. De verhoogde concentratie is naar alle waarschijnlijkheid het gevolg van een verhoogde achtergrondwaarde ten gevolge van diffuse bodemverontreiniging. De betreffende metalen worden regionaal vaker zonder aanwijsbare bron in het grondwater aangetoond.
Deellocatie B: asbest in grond onderzoek In de grond ter plaatse van de onderzoekslocatie (sportveld) zijn geen asbest verdachte materialen aangetroffen. De resultaten van het analytisch onderzoek wijzen uit dat er geen asbest in de grond aanwezig is.
Aanbevelingen en opmerkingen Voor locatie B is bij de geplande herontwikkeling in verband met de reeds bekende ernstige PAK-verontreiniging een melding volgens het BUS aan de orde. Bij graafwerkzaamheden zal hierbij milieukundige begeleiding plaats dienen te vinden. Indien bij de voorgenomen bouwactiviteiten grond van de locatie vrijkomt, dient er rekening te worden gehouden met beperkingen ten aanzien van hergebruik en afzet van de grond. Opgemerkt wordt dat dit onderzoek geen bewijsmiddel is zoals bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit. Voor de definitieve kwaliteitsbepaling van grond die vrijkomt van de onderzoekslocatie kan afhankelijk van de bestemming en toepassing bij afvoer van de grond een partijkeuring noodzakelijk zijn (AP04). De gemeente is bevoegd gezag inzake grondverzet en toepassing van grond binnen de restricties en voorwaarden van de bodemkwaliteitskaart. Hiervoor geldt een meldingsprocedure.
AGEL adviseurs D02 Verkennend Bodem en asbest in grond onderzoek MFC en sportveld aan de Steenweg Moerdijk
6
20090368-01 juli 2013 blad 21
NORMERING EN BETROUWBAARHEID
De volgende documenten hangen samen met verricht bodemonderzoek conform de NEN 5740: NEN-EN-ISO 5667-3 Water - Monsterneming - Deel 3: Richtlijn voor de conservering en behandeling van watermonsters; NEN 5706 Richtlijnen voor de beschrijving van zintuiglijke waarnemingen tijdens de uitvoering van milieukundig bodemonderzoek; NEN 5707 Bodem - Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem; NEN 5709 Bodem - Monstervoorbehandeling voor de bepaling van organische en anorganische parameters in grond; NEN 5720 Bodem - Waterbodem - Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek in waterbodem; NEN 5725 Bodem - Leidraad voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek; NTA 5727 Bodem - Monsterneming en analyse van asbest in waterbodem en baggerspecie; NEN 5744 Bodem - Monsterneming van grondwater ten behoeve van metalen; Anorganische verbindingen, matig-vluchtige organische verbindingen en fysisch-chemische eigenschappen; NEN 5745 Bodem - Monsterneming van grondwater ten behoeve van de bepaling van vluchtige verbindingen; NEN 5861 Milieu - Procedures voor de monsteroverdracht; NEN 7777 Milieu - Prestatiekenmerken van meetmethoden. Het onderhavige bodemonderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de geldende normen en in het kader van de BRL 2000 van toepassing zijnde protocollen. Het uitgevoerde bodemonderzoek is gebaseerd op de thans beschikbare informatie en de hieruit afgeleide onderzoeksstrategie. Ondanks het streven naar een zo groot mogelijke representativiteit en reproduceerbaarheid van het onderzoek kunnen ten gevolge van heterogeniteit in de bodem en onvolledige informatie buiten de schuld van AGEL Adviseurs afwijkingen in de verkregen resultaten voorkomen. Er blijft altijd een kans aanwezig dat een op de locatie aanwezige verontreiniging niet wordt vastgesteld ten gevolge van de aanwezige trefkans en de uitmiddeling bij het samenstellen van (meng-)monsters. Er dient tevens op te worden gewezen dat het uitgevoerde onderzoek een momentopname is. Na uitvoering van het onderzoek kunnen de grond- en grondwaterkwaliteit worden beïnvloed door bijvoorbeeld grondverzetwerkzaamheden zoals de aanvoer van grond van elders, opslag van milieubelastende producten, calamiteiten of verspreiding van verontreiniging vanaf nabij gelegen terreinen. Naarmate de periode tussen de uitvoering van het onderzoek en het gebruik van de resultaten langer wordt, zal meer voorzichtigheid betracht moeten worden bij het gebruik van dit rapport. AGEL adviseurs acht zich niet aansprakelijk voor de schade die hieruit voortvloeit. AGEL adviseurs heeft op geen enkele wijze een relatie met de opdrachtgever en/of de onderzoekslocatie waarop het onderzoek betrekking heeft. AGEL adviseurs heeft als onderzoeksbureau vastgelegd in haar kwaliteitszorgsysteem dat de (mogelijke) beïnvloeding van werknemers door derden te allen tijde dient te worden wordt vastlegt en vermeld. Mocht hiervan sprake zijn en heeft dit invloed op de onderzoeksstrategie dan wordt dit in de verslaglegging en rapportage vermeld. AGEL adviseurs garandeert hiermee dat een volledig onafhankelijk en onpartijdig onderzoek is uitgevoerd.