IST PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectierapport Doorlichting
a
Ministerie van Justitie
Inspectie voor de Sanctietoepassing
PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectierapport Doorlichting
Januari 2006
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn
Inhoudsopgave
Voorwoord 4 Samenvatting 5 1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.4 1.5 2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 2.1.5 2.1.6 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6
Inleiding 10 Aanleiding en doel van de inspectie 10 Aanleiding 10 Doel 10 Reikwijdte van de inspectie 11 Opzet van de inspectie 11 Methode 11 Tijdpad 11 Objectbeschrijving 12 Recent onderzoek 13 Bevindingen 14 Rechtspositie 14 Huisregels 14 Beklag 14 Overige rechten 16 Dagprogramma 20 Discriminatie 21 Meerpersoonscelgebruik 21 Veiligheid 21 Beveiligingsvoorzieningen 21 Gebruikersvergunning 23 Calamiteitenplan 24 Maatschappelijke veiligheid 24 Communicatie 25 Drugsbeleid 26
Januari 2006
2.2.7 2.2.8 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 3 3.1 3.2 3.3 3.4 4 4.1 4.2 4.3
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn
Integriteit 26 Vrijhedenbeleid 27 Reïntegratie 28 Screening 28 Verblijf 28 Vertrek 29 Conclusies 30 Algemeen 30 Rechtspositie 32 Veiligheid 33 Reïntegratie 34 Aanbevelingen 36 Aanbevelingen voor de locatie Alphen aan de Rijn 36 Aanbevelingen voor de Dienst Justitiële Inrichtingen 38 Aanbevelingen voor de minister van Justitie 38 Bijlage A: Bronnen 39 Bijlage B: Geïnterviewden 40 Bijlage C: Toetsingskader 41
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Voorwoord
De Inspectie voor de Sanctietoepassing heeft in december 2005 de locatie Alphen a/d Rijn van de penitentiaire inrichting Midden Holland doorgelicht. Op de drie hoofdpunten waarop de Inspectie toetst – rechtspositie gedetineerden, veiligheid en reïntegratie – komt zij tot een overwegend positief oordeel. Met name op de onderdelen veiligheid en reïntegratie is er echter ook wel aanleiding tot het maken van een paar kritische opmerkingen. Daarnaast heeft de ISt geconstateerd dat bij een beduidende minderheid van de uitvoerende medewerkers onvrede en wantrouwen ten opzichte van de leidinggevenden bestaat. Het grote aantal veranderingen dat de organisatie de afgelopen jaren heeft moeten doormaken lijkt daar een belangrijke verklaring voor te zijn. Ook in de nabije toekomst zal de inrichting met ingrijpende wijzigingen te maken krijgen. Dat is voor de Inspectie temeer een reden geweest aan te bevelen dat de inrichting actief beleid voert op verbetering van dit cultuur- en communicatieprobleem. W.F.G. Meurs Hoofdinspecteur
4
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Samenvatting
Algemeen Op 6, 8 en 14 december 2005 is de locatie Alphen a/d Rijn (Alphen) van de penitentiaire inrichtingen Midden Holland door de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) geïnspecteerd. Het betrof een reguliere doorlichting op de aspecten rechtspositie, veiligheid en reïntegratie met als uitgangspunt het door de ISt gehanteerde toetsingskader voor penitentiaire inrichtingen (bijlage C). De locatie Alphen kent de bestemming huis van bewaring en gevangenis die in aparte, geschakelde, bouwdelen zijn ondergebracht. Dit leidt niet tot twee gescheiden functionerende organisatieonderdelen; er is, in operationele zin, binnen de locatie sprake van organisatorische integratie waardoor executieve functionarissen in voorkomende gevallen op beide bestemmingen inzetbaar zijn. Met name bij de executieve functies constateerde de ISt het uiten van gebrek aan steun van en vertrouwen in leidinggevende functionarissen. Een minderheid van de medewerkers -door de ondernemingsraad werd 40% genoemd- blijkt binnen de organisatie verantwoordelijk voor een opinie die een zekere mate van wantrouwen en verbittering in zich sluit. Als belangrijkste oorzaken hierachter constateert de ISt dat binnen de organisatie een zeker verzadigingspunt is bereikt ten aanzien van alle majeure veranderingsoperaties binnen de sector gevangeniswezen waar de locatie de laatste jaren mee is geconfronteerd en nog geconfronteerd zal gaan worden. Zo is er onzekerheid over de toekomstige bestemming van de locatie vanwege de plannen tot introductie van het concept van De Nieuwe Inrichting. Een andere oorzaak is dat er binnen de locatie weinig verloop van medewerkers is waardoor de mogelijkheden voor functiewisseling en loopbaanvorming beperkt zijn. De ISt van mening dat het voorgaande binnen de organisatie een tamelijk dominant en kritisch punt vormt dat zeker moet worden aangepakt. Direct naast de locatie Alphen wordt momenteel -onder regie van de Directie Bijzondere Voorzieningen (DBV) van de dienst justitiële inrichtingen (DJI)- een
5
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
grootschalig penitentiar complex gebouwd. De ISt heeft geconstateerd dat de directie van de locatie Alphen nauwelijks op de hoogte is van de uitgangspunten en vormgeving van de in dit complex te huisvesten organisatie en juist wel, uit oogpunt van synergie, de behoefte heeft om de mogelijkheden tot samenwerking op diverse (beheers)terreinen tussen de DBV-nieuwbouw en de locatie Alphen te onderzoeken. Rechtspositie De huisregels zijn uitgebreid en consistent maar niet in een vreemde taal beschikbaar. De medewerkers van de locatie Alphen hebben in het algemeen een respectvolle grondhouding naar gedetineerden; zij staan open voor wederzijds contact. Gedetineerden geven echter wel aan dat medewerkers van de beveiliging hen en ook hun bezoekers niet altijd even correct benaderen; zij ervaren dit soms als intimiderend. De toepassing van onnodig geweld en willekeur jegens gedetineerden heeft de ISt niet aangetroffen. Voorkomende geweldstoepassing is professioneel en proportioneel. Het dagprogramma is overzichtelijk vastgelegd en biedt de activiteiten waar men recht op heeft. De uitvoering van het dagprogramma binnen het huis van bewaring leidt niet tot onoverkomelijke druk voor de medewerkers. De arbeidsactiviteit draait zeer goed; er is veel werk en gedetineerden kunnen zonder al te veel wachttijd aan de slag. De toegang tot medische, psychologische en geestelijke zorg is voldoende en er is voldoende initiatief en mogelijkheid tot afstemming over (individuele) gedetineerden tussen de verschillende functionarissen. Discriminatie is binnen de locatie geen issue. Er is geregeld constructief overleg tussen directie en gedetineerden. Het meerpersoonscelgebruik levert geen problemen op. De conclusie van de ISt is dat de locatie op het aspect rechtspositie voldoet aan de toezichtcriteria. Veiligheid Ten aanzien van de materiële beveiliging zijn er twee voorname knelpunten. Enerzijds het niet ongestoord kunnen functioneren van het portofoonverkeer en anderzijds de gezamenlijke huisvesting van het bedieningspaneel van alle centraal te bedienen beveiligingsvoorzieningen met de statische post van de hvb-unit. De ISt is van mening dat dit laatste onwenselijk is en dat de regievoering van de beveiliging van het complex zowel fysiek als operationeel moet worden gescheiden van het rechtstreekse toezicht op het gedetineerdenverkeer van een verblijfsunit. Door extra inzet van een
6
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
medewerker in de nachtdienst is door de directie deels aan dit knelpunt tegemoet gekomen maar een volledige en structurele oplossing acht de ISt dringend gewenst. De bedrijfshulpverleningsorganisatie is intern op orde maar er is onvoldoende geoefend met externe hulpverleningsdiensten. Medewerkers en gedetineerden vinden het in het algemeen veilig in de inrichting maar het beperkte aantal telefoons op de wat grotere verblijfsafdelingen van de hvb-unit leidt nu en dan wel tot spanning tussen gedetineerden. Zich voordoende (ernstige) incidenten worden nagenoeg altijd geëvalueerd. Tegen de aanwezigheid van drugs wordt, voorzover de ISt heeft kunnen nagaan, op passende wijze opgetreden. Het vrijhedenbeleid voor gedetineerden wordt op een zorgvuldige wijze toegepast maar soms gefrustreerd door de tegengestelde doelstellingen van bijvoorbeeld gevangeniswezen en Centraal Justitieel Incasso Bureau. Het thema integriteit is, evenals de aanpak van onderlinge agressie en geweld, binnen de locatie een levend onderwerp dat niet louter is vastgelegd op papier. Medewerkers, waarmee overigens regelmatig functioneringsgesprekken worden gevoerd, geven ten aanzien van deze onderwerpen wel aan dat een zeker verzadigingspunt is bereikt: ‘men weet het nu wel’. De conclusie van de ISt is dat de locatie Alphen op een verantwoorde wijze omgaat met (maatschappelijke) veiligheid en een voldoende veilige omgeving biedt om te verblijven en te werken. De op het aspect veiligheid gesignaleerde knelpunten moeten echter wel worden aangepakt. Reïntegratie Reïntegratie krijgt binnen de locatie Alphen in individuele gevallen aandacht. Er is (nog) geen sprake van een stelselmatige, trajectmatige aanpak. Voor dit laatste is binnen de organisatie wel draagvlak. Onzekerheid die gepaard gaat met het kennelijke (DJI) voornemen tot bestemmingswijziging leidt mogelijk tot vertwijfeling over de te volgen koers terzake. De conclusie van de ISt is dat er binnen de organisatie voldoende potentieel aanwezig is om vorm en inhoud te geven aan een gestructureerd reïntegratiebeleid maar dat dat nog niet in een specifieke vorm aanwezig is. Zij is dan ook van mening dat de locatie Alphen meer in reïntegratiebeleid moet investeren.
7
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Aanbevelingen De ISt beveelt de locatie aan om: − Open en transparante communicatie tussen leidinggevenden en medewerkers en tussen medewerkers onderling te stimuleren. − De interne procesbeschrijvingen te actualiseren. − Alert te zijn op mogelijke verzadiging van het werkoverleg met onderwerpen op het terrein van integriteit en agressie en geweld. − Ontwikkelingsperspectief te creëren voor de niet vlottende functionarissen binnen de organisatie. − De huisregels in een aantal gangbare vreemde talen beschikbaar te stellen. − De registratiewijze van klachten met de Commissie van Toezicht af te stemmen. − Aandacht te hebben voor houding en gedrag van beveiligingsmedewerkers jegens bezoek en gedetineerden. − Het aantal telefoontoestellen op de grotere verblijfsafdelingen van de hvb-unit uit te breiden. − Regelmatig (bhv-) oefeningen te houden met externe hulpverleningsdiensten in de bestrijding van (grootschalige) calamiteiten. − Ongestoord portofoonverkeer te realiseren en de functies en locatie van statische post en centraalpost te scheiden. − Oog te hebben voor de ontwikkeling van aan de (vak)arbeid gelieerde opleidingen. − Een gestructureerde en geborgde trajectmatige aanpak voor de reïntegratie van daarvoor in aanmerking komende gedetineerden te ontwikkelen. De ISt beveelt DJI aan om: − Meer informatie-uitwisseling en samenwerking tussen de locatie Alphen en de nieuwbouw van de directie bijzondere voorzieningen in Alphen aan de Rijn tot stand te brengen. − Aan de locatie Alphen duidelijkheid te verschaffen over de beoogde bestemmingen van de locatie in het kader van De Nieuwe Inrichting. − De locatie Alphen te faciliteren ten aanzien van het realiseren van ongestoord portofoonverkeer en het scheiden van de functies en locatie van statische post en centraalpost. − Penitentiaire dossiers vanuit het centrale depot sneller beschikbaar te stellen aan de locatie waar de gedetineerde verblijft. − Het programma TULP selectie gebruiksvriendelijker te maken.
8
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
De ISt beveelt de minister van Justitie aan om: − De doelstellingen cq. belangen van verschillende justitieorganisaties, in dit geval gevangeniswezen en CJIB, beter op elkaar af te stemmen.
9
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
1 Inleiding
1.1 Aanleiding en doel van de inspectie
1.1.1 Aanleiding De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) oefent toezicht uit op justitiële inrichtingen in Nederland. Het toezicht krijgt onder meer gestalte door met een zekere regelmaat een penitentiaire inrichting door te lichten. Bij de keuze van een inrichting houdt de ISt rekening met de activiteiten van andere toezichthouders met betrekking tot de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Op dit moment voert de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) landelijk nog toezichtactiviteiten uit1. Omdat het bijna twee jaar geleden is dat de locatie Alphen aan de Rijn van de Penitentiaire Inrichtingen Midden Holland, kortweg locatie Alphen, in het kader van toezicht (door de RSJ) werd bezocht is besloten tot een reguliere doorlichting van deze locatie. 1.1.2 Doel Het doel van deze inspectie is na te gaan hoe het in de locatie Alphen is gesteld met de rechtspositie van gedetineerden, de veiligheid in het algemeen en de reïntegratiepraktijk en op basis van de bevindingen voorstellen te doen tot zichtbare verbetering. Uitgangspunt voor deze inspectie is het algemene toezichtkader van de ISt dat voor doorlichtingen is uitgewerkt in een toetsingskader (bijlage C).
I 1
De RSJ zal naar verwachting in de loop van 2006 bij wet van zijn toezichtstaak worden ontheven.
10
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
1.2 Reikwijdte van de inspectie De inspectie omvat de locatie Alphen aan den Rijn van de PI Midden Holland. Het bestuurlijk cluster Midden Holland omvat de locaties Haarlem en Alphen aan de Rijn
1.3 Opzet van de inspectie
1.3.1 Methode De methodiek voor het uitvoeren van een doorlichting bestaat uit het verzamelen van feitelijke gegevens door middel van documentenonderzoek (bijlage A), observaties binnen de locatie en interviews met belanghebbenden betrokken bij de locatie (bijlage B). De gegevens die dit oplevert worden getoetst aan het eerdergenoemde toetsingskader (bijlage C) en leiden tot een oordeel over de gang van zaken binnen de locatie. Het toetsingskader dat wordt gehanteerd is mede gebaseerd op (inter)nationale wet- en regelgeving die van toepassing is op detentie. Het toetsingskader is uitgewerkt in een aantal gestructureerde interviewlijsten die de basis vormen voor de door de ISt af te nemen interviews. Op basis van de vooraf bekende documentatie worden door de ISt aanvullende informatievragen opgesteld. Conform het protocol voor de werkwijze2 van de ISt wordt de inspectie uitgevoerd door twee inspecteurs. 1.3.2 Tijdpad Per brief van 19 oktober 2005 werden de algemeen directeur van de PI Midden Holland en de locatiedirecteur van de locatie Alphen op de hoogte gebracht van de inspectie. Op dezelfde datum werd de commissie van toezicht geïnformeerd en verzocht om toezending van de jaarverslagen 2003 en 2004. De inspectie vond plaats op 6, 8 en 14 december 2005. Het conceptrapport is op 12 januari 2006 voor wederhoor met betrekking tot de feitelijke bevindingen van de ISt naar de locatiedirecteur gestuurd. Het inspectierapport is op 31 januari 2006 door de hoofdinspecteur vastgesteld en aangeboden aan de minister van Justitie.
I 2
Het protocol voor de werkwijze wordt voorafgaande aan de inspectie aan de directie en commissie van toezicht van de te inspecteren locatie gezonden.
11
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
1.4 Objectbeschrijving De locatie Alphen is een middelgrote inrichting met in totaal 362 detentieplaatsen. De oorspronkelijke capaciteit bedroeg 288 plaatsen maar door de aanbouw van een aparte unit (2002) met 36 plaatsende en de introductie (2004) van meerpersoonscelgebruik (mpc) met 38 plaatsen is de totale capaciteit nu 362. Bij de ingebuikname in het voorjaar van 1996 was de inrichting volledig bestemd als huis van bewaring (hvb) voor mannen, maar in 2001 is een van de verblijfsunits herbestemd als gevangenis ‘standaard’ voor mannelijke gedetineerden in een regiem van algehele gemeenschap (capaciteit: 163). Het huis van bewaring heeft nu een capaciteit van 199. De inrichting is gelegen op een industrieterrein. Het ontwerp is gebaseerd op twee aan elkaar gekoppelde kruisgebouwen, unit noord en zuid, met in het middengedeelte (koppelstuk) gemeenschappelijke voorzieningen. Iedere unit beschikte oorspronkelijk over 144 plaatsen verdeeld over drie afdelingen. Enige jaren geleden is op de luchtplaats van unit zuid een extra en (semi) permanente uitbreiding gerealiseerd met 36 plaatsen. In elke unit is één van de drie afdelingen door middel van een muur gesplitst waardoor er twee kleinere eenheden (24 cellen) beschikbaar zijn met een bestemming als inkomsten- en extra zorgafdeling. Het voorgebouw huisvest de centrale toegang, de entree gedetineerden/badafdeling, een bezoekafdeling en kantoren. De begane grond van het complex wordt grotendeels in beslag genomen door de arbeidsbedrijven, magazijnen en facilitaire voorzieningen zoals keuken en kantine. Op de 1e en 2e verdieping bevinden zich de cellen met in het middengedeelte (koppelstuk) voorzieningen voor detentieondersteunende diensten en geleide activiteiten. In het middengedeelte treffen we tevens, verspreid over de 2e en 3e verdieping, de ruimten voor educatie, vorming en sport. Op de 4e verdieping zijn de straf/observatieafdelingen, inclusief luchtkooien, gesitueerd. In 2005 hebben zich twee bijzondere voorvallen voorgedaan die beide betrekking hadden op een natuurlijke dood van een gedetineerde in de inrichting. Volgens het jaarverslag 2004 van de locatie zijn er 80 klachten
12
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
afgehandeld waarvan er 8 gegrond werden verklaard. Deze getallen wijken af van de getallen die de Commissie van Toezicht in haar jaarverslag vermeldt3. De gedetineerdensurvey 2004 geeft aan dat de gedetineerden in het algemeen tevreden zijn met het verblijf in de inrichting. 1.5 Recent onderzoek De RSJ bezocht de locatie in maart 2004 en constateerde toen dat er onvoldoende informatie-uitwisseling was tussen psycholoog en piw-ers over gedetineerden op met name de bijzondere zorgafdeling van het hvb; dat er onvoldoende tijd was ingeroosterd voor informatieoverdracht tussen piw-ers (bij wisseling van dienst, ISt); dat ongestoord telefoneren niet voldoende mogelijk is; dat het bureau selectie- en detentiebegeleiding (bsd) op een andere manier is gaan werken waardoor het aantal klachten in relatie tot het bsd is afgenomen; dat niet alle disciplines rapporteren aan het detentieberaad; dat het executief personeel meer steun en begeleiding behoeft en dat de directie onvoldoende tijd uittrekt om met gedetineerdencommissies te overleggen. De ISt heeft deze bevindingen bij haar beoordeling betrokken.
I 3
Zie voorts paragraaf 2.1.2
13
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
2 Bevindingen
2.1 Rechtspositie
2.1.1 Huisregels De locatie Alphen beschikt over een helder en consistent pakket huisregels die van toepassing zijn op zowel het hvb als de gevangenis. De huisregels worden regelmatig geactualiseerd en zijn op de inkomstenafdeling van het hvb op cel beschikbaar. Tevens kunnen de huisregels op iedere afdeling via het personeel worden ingezien. In de bibliotheek liggen de huisregels ter inzage en worden zij zonodig door de bibliothecaris toegelicht. De huisregels zijn niet beschikbaar in een vreemde taal. Verschillende respondenten geven aan dat het vertalen van huisregels in een aantal vreemde talen al enige tijd ‘op de plank’ ligt maar dat dat tot nu toe niet is gerealiseerd. De executieve medewerkers geven aan dat zij hebben voorgesteld om de belangrijkste huisregels ten behoeve van anderstaligen samen te vatten in een (vertaalde) zogenaamde ‘simpellijst’4 die vervolgens gebruikt kan worden bij de uitleg van regels aan gedetineerden die het Nederlands niet machtig zijn. Tot nu toe heeft dit idee nog niet geleid tot een concreet resultaat. De gedetineerden geven er blijk van goed op de hoogte te zijn van de regels die binnen de inrichting gelden en maken er melding van dat de inrichting onderzoekt of de huisregels via een soort teletekst op de televisie op cel beschikbaar kunnen komen. 2.1.2 Beklag In de huisregels is duidelijk aangegeven hoe een gedetineerde in beklag en/of beroep kan gaan. In het recente verleden kende de inrichting, gerelateerd aan haar omvang, een fors aantal klaagschriften. Sinds enige jaren wordt er door de
I 4
Het begrip is een lokale term en duidt op een overzicht van veel voorkomende begrippen als het gaat om de uitleg van regelgeving aan anderstaligen.
14
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
directie aan gewerkt dit aantal te doen afnemen en de cijfers tonen aan dat dit ook lukt. De oorzaak daarvan ligt in een gepropageerde andere wijze van omgaan met (potentiële) conflicten tussen gedetineerden en medewerkers. Eerder werden deze snel afgedaan door rapportage en daarop volgende sanctie terwijl tegenwoordig, indien hiervoor voldoende mogelijkheden zijn, eerst de dialoog tussen medewerker(s) en gedetineerde(n) wordt gevoerd. Het is een bewuste keuze van de zittende directie om hier zo mee om te gaan. Bij haar aantreden, zo’n drie jaar geleden, trof zij een inrichting die werd gedomineerd door een beheersmatige aanpak die met name was gefundeerd op de toepassing van regelgeving. Hoewel deze wijze van werken goed past bij een startende organisatie - regels geven immers veel houvast - was de wijze van werken binnen de inrichting in de loop der tijd onvoldoende geëvolueerd met de mate van ontwikkeling van medewerkers (en daarmee tevens de ontwikkeling van de organisatie). De directie is vervolgens bewust gaan sturen op vergroting van de autonomie binnen de onderscheiden functiegroepen en heeft het -binnen hun functie- nemen van eigen verantwoordelijkheid door medewerkers gestimuleerd. De commissie van toezicht (cvt) bevestigt in het interview deze ontwikkeling en geeft tevens aan steeds vaker te bemiddelen tussen klager en inrichting alvorens er eventueel sprake is van een formeel beklag. Opvallend is het verschil in cijfers rond beklag in de jaarverslagen van de inrichting en die van de commissie van toezicht. De commissie van toezicht geeft in haar jaarverslag aan dat in 2004 158 klachten gegrond werden verklaard terwijl de inrichting in het jaarverslag vermeldt dat dit aantal 8 is. Volgens zeggen van de directie kan de verklaring worden gezocht in een afwijkende telwijze: met name in het najaar van 2004 zijn veel klachten ingediend tegen de toen door te voeren inkorting van het dagprogramma. De directie heeft dit beschouwd als één (collectieve) klacht terwijl de cvt in dit geval iedere klacht individueel heeft geteld. In de handleiding Planning & Control 2005 van DJI dienen (gegronde) klachten te worden geregistreerd op basis van het totaal aantal afgehandelde klachten waartegen geen beroepsmogelijkheid meer open staat5.
I 5
In commentaar op het -concept- inspectierapport geeft de locatiedirecteur het volgende aan: ’De cvt heeft in 2004 inderdaad 158 klachten van gedetineerden gegrond verklaard. 150 van deze klachten gingen inderdaad over het dagprogramma. De directie heeft bij de RSJ beroep aangetekend tegen deze uitspraken van de cvt. De RSJ heeft hierover pas in 2005 een uitspraak gedaan. Volgens de planning & control cyclus van DJI worden deze klachten derhalve pas in het jaar 2005 geteld, op het moment dat de uitspraak onherroepelijk werd. Voor de cvt waren deze klachten in 2004 reeds afgehandeld’.
15
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
2.1.3 Overige rechten Privacy De gedetineerden geven aan dat hun privacy binnen de inrichting in het algemeen voldoende is gewaarborgd. Zij worden door de medewerkers met respect benaderd maar geven wel aan dat voorafgaande aan hun relatiebezoek met name hun bezoekers wel eens worden ‘getergd’ door de houding die door de beveiligingsmedewerkers wordt ingenomen bij de toepassing van regels en procedures. Er is sowieso van hun kant kritiek op de handelwijze door medewerkers van de beveiliging omdat zij aangeven dat zij zich niet altijd op een menselijke wijze benaderd weten. Vaak wordt door deze, vaak jongere en minder ervaren, medewerkers naar hun mening een ietwat intimiderende en arrogante houding jegens hen en hun bezoekers aangenomen die niet goed aansluit bij de gemiddelde penitentiaire ervaring die zij als gedetineerde(n) veelal hebben. Ten aanzien van de penitentiair inrichtingswerkers (piw-ers) hebben gedetineerden een milder oordeel en weten zij zich door deze functionarissen met respect benaderd. Hierbij wordt aangegeven dat de relatie met piw-ers verschilt per individu maar dat in het algemeen een gelijkwaardig handelingspatroon wordt aangetroffen waarbij gedetineerden door piw-ers op een uniforme wijze worden benaderd en als uitgangspunt geldt dat wat je als gedetineerde als gedrag geeft/laat zien je ook terugkrijgt in de benaderingswijze door medewerkers. Sancties De op te leggen sancties bij afwijkend gedrag zijn de gedetineerden bekend. Sanctionering vindt altijd plaats door een directielid; bij de voorbereiding op de afdoening speelt het afdelingshoofd een voorbereidende rol. Zowel medewerkers als gedetineerden geven aan dat sancties in het algemeen na zorgvuldige afweging worden opgelegd. Ook de inzet van geweldsmaatregelen vindt volgens de respondenten beheerst plaats. Het interne bijstandsteam (IBT) speelt daarbij een cruciale rol. Zo mogelijk wordt het IBT bij (de mogelijkheid tot) geweldstoepassing betrokken. Het IBT is goed getraind en geoutilleerd. Indien het in voorkomende gevallen niet mogelijk is om het IBT in te zetten dan zijn ook de andere medewerkers voldoende in staat om geweld op een beheerste wijze toe te passen. Na incidenten met een ingrijpend karakter, zoals geweldstoepassing en/of een ingrijpende calamiteit, vindt veelal altijd evaluatie met de rechtstreeks
16
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
betrokken medewerkers plaats. Vaak wordt daarbij het interne opvangteam ingezet dat deskundigheid ten aanzien van verschillende opvangmethodieken koppelt aan kennis van de organisatie. De respondenten geven aan over de inzet van dit team content te zijn.
Geestelijke Zorg Er is binnen de inrichting een ruim aanbod aan geestelijke zorg en de gedetineerden geven aan tevreden te zijn over de beschikbaarheid en inzet van de geestelijk verzorgers.6 Extern contact De ISt signaleerde, behoudens vooromschreven klacht van gedetineerden rond de behandeling van bezoekers, geen klachten met betrekking tot de bezoekfaciliteiten. Klachten waren er wel ten aanzien van de mogelijkheden om te telefoneren, in het bijzonder op de unit zuid (hvb). Met name op de niet gesplitste afdelingen van deze unit is het aantal telefoontoestellen (twee), in relatie tot het aantal gedetineerden en de beschikbare mogelijkheden om gedurende de recreatie-uren van het dagprogramma te telefoneren, beperkt. Dit leidt regelmatig tot spanningen en noodzakelijke interventies van medewerkers maar ook van gedetineerden onderling. Men geeft aan dat door de beperkte belmogelijkheden soms het ‘recht van de sterkste’ prevaleert en een gedetineerde die minder assertief is hiervan dan de dupe is. De directie geeft aan de wens van uitbreiding van de telefoontoestellen te onderkennen maar daarbij afhankelijk te zijn van bovennormatieve financiering door de DJI. Zowel in het jaarplan 2005 als het jaarplan 2006 nam de ISt van de zijde van de inrichting initiatieven waar om te komen tot facilitering van deze voorziening. Kennelijk heeft dit nog geen resultaat opgeleverd. Zoals geduid speelt de capaciteitsproblematiek om te kunnen bellen minder in unit noord (gevangenis) omdat de gedetineerden daar, behoudens tussen 12.00 uur en 12.30 uur, zijn uitgesloten en dus meer gelegenheid hebben om op enig moment te kunnen bellen.
I 6
Een dag voor het laatste bezoek van de Inspectie stierf een gedetineerde (een natuurlijke dood). Onder leiding van de geestelijk verzorgers werd binnen de inrichting veel aandacht besteed aan het sterfgeval en werd er een aparte (afscheids)dient georganiseerd waarbij ook de familie van de overledene betrokken was. De gedetineerden gaven aan deze aandacht zeer te waarderen.
17
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Toegang zorg De toegang tot zorg werd tijdens de inspectie door gedetineerden, piw-ers en zorgstafmedewerkers als voldoende gekwalificeerd. De medische dienst werkt in de locatie Alphen op basis van een verpleegkundig spreekuur waarbij de verpleegkundigen het eerstelijns contact met de gedetineerden hebben. Indien daar aanleiding voor is verwijzen zij door naar de arts(en) die dagelijks spreekuur houd(t)en. Er zijn drie (part-time) artsen die inhoudelijk verantwoordelijkheid dragen voor de medische zorg. De dagelijkse leiding van de medische diens t is in handen van een hoofd medische dienst (niet zijnde een arts). Bij binnenkomst wordt een gedetineerde gekoppeld aan één van de drie aan de inrichting verbonden artsen bij wie hij in principe altijd op het spreekuur komt. Op deze wijze wordt voorkomen dat gedetineerden, bijvoorbeeld ter verkrijging van verschillende medicatie, gaan ‘shoppen’ tussen de artsen. De commissie van toezicht uitte haar zorg over de beschikbaarheid van eerste hulp in het weekeinde. Er is dan geen verpleegkundige en GGD artsen zijn dan oproepbaar en voor de kennis over de patiënt afhankelijk van het medische dossier. Naar de mening van de cvt zou het dan kunnen voorkomen dat onvoldoende EHBO-kennis binnen de inrichting beschikbaar is om acute hulp te kunnen verlenen. Zowel de directie als medische dient geven aan dat deze gang van zaken tot nu toe niet tot ongewenste incidenten heeft geleid. De psycholoog geeft aan dat er sprake is geweest van onderbezetting7, maar dat dit onlangs is verbeterd. De samenwerking tussen de functionarissen van de zorgstaf en de overige functionarissen verloopt in het algemeen goed. Men kent elkaar en is toegankelijk voor elkaar. In structurele zin ontmoet men elkaar bij het tweewekelijkse8 detentieberaad waar onder leiding van het afdelingshoofd over het detentieverloop van gedetineerden wordt gesproken. De directie stuurt er op, en controleert ook, dat de detentieberaden door de verschillende functionarissen worden bijgewoond en zo een multidisciplinair karakter hebben. Sommige functionarissen geven aan relatief veel tijd kwijt te zijn met overleg over gedetineerden maar deelname aan dit overleg als nuttig en zinvol te ervaren.
I 7
Zie paragraaf 1.5; de RSJ constateerde in zijn bezoekverslag een tekort aan communicatie tussen psycholoog en piw-ers van met name de bza. 8 Op de inkomstenafdeling vindt wekelijks detentieberaad plaats.
18
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Het (geautomatiseerde) systeem TULP-selectie9 behoort daarbij ondersteunend te zijn maar wordt als gebruiksonvriendelijk ervaren en daardoor minder goed benut. De zorgstraf is tevreden over de screeningsactiviteiten die op de inkomstenafdeling van de hvb unit plaatsvinden; over de gevangenis is men van oordeel dat dit op een enkele afdeling beter zou kunnen. Educatie en vorming Door opgelegde bezuinigingen is de omvang van deze afdeling afgenomen. Onderwijs kan worden gevolgd maar de gedetineerden geven aan dat de mogelijkheden beperkt zijn. Over de bibliotheek zijn zij wel enthousiast. Door de bibliothecarissen wordt met hen meegedacht. Veel is er mogelijk. In goed overleg tussen de gedetineerdencommissies en de bibliotheek wordt binnenkort gestart met de verhuur van DVD spelers tegen een aantrekkelijk tarief. Ook is een collectie uitleen DVD’s in opbouw. Dit alles ter compensatie van het door de inrichting (moeten) beëindigen van de mogelijkheid om een filmkanaal op cel te ontvangen. In de bibliotheek is er de mogelijkheid voor gedetineerden om (tegen betaling) wenskaarten aan te schaffen. De inrichting beschikt over een goed geoutilleerde binnensportaccommodatie die zowel door gedetineerden als medewerkers wordt gebruikt. Sport wordt in voldoende mate aangeboden en zo mogelijk wordt er in het weekeinde onder leiding van piw-ers extra gesport. Het aanbieden van deze extra faciliteit is dan wel afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende medewerkers; indien er bijvoorbeeld door ziekte onvoldoende personele bezetting is dan vervalt de (extra) sportfaciliteit. Arbeid De arbeidsactiviteit is binnen de locatie Alphen een bloeiende bedrijfstak. De ISt constateerde dat door de betrokkenheid en inzet van de medewerkers en de duidelijke focus van de directie op het belang van de continuïteit van deze activiteit voor de gehele organisatie, het arbeidsbedrijf een betrouwbare partner voor (commerciële) opdrachtgevers uit de regio is. De orderportefeuille is zodanig dat werk moet worden uitbesteed naar collega-inrichtingen. Dit is met name het geval bij het hout- en metaalbedrijf (vakarbeid). De afdeling waar
I 9
Tulp selectie is een programma waarmee door verschillende functionarissen in de inrichting informatie over de verblijvende gedetineerde kan worden vastgelegd en geraadpleegd.
19
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
voornamelijk inpakwerkzaamheden worden verricht draait eveneens goed. De in 2004 afgenomen gedetineerdensurvey10 geeft aan dat 77% van de gedetineerden kan deelnemen aan arbeidsactiviteiten. Voor de gedetineerden is daarom de wachttijd om deel te kunnen nemen aan de arbeidsactiviteit kort. De opbrengst van de arbeid is zodanig dat twee werkmeesters boven de normformatie konden worden aangesteld. Tijdens een schouw van de afdeling arbeid viel het de ISt op dat de werkplaatsen en magazijnen voor die bestemming weinig handelingsruimte in de hoogte hebben terwijl er wel met forse volumes wordt gewerkt. De oplossing wordt in de breedte gezocht waardoor het geheel onoverzichtelijk lijkt. De ISt constateerde daarbij dat wel rekening wordt gehouden met de gemarkeerde brandveiligheidsvoorzieningen De directie maakt zich zorgen over de toekomst van de arbeid omdat er sprake is van een binnenkort binnen de inrichting te starten pilot kortverblijvende strafrechtelijke vreemdelingen in het kader van de DJI beleidsomslag naar De Nieuwe Inrichting (DNI). Voor deze categorie gedetineerden is voorzien dat arbeid geen structurele activiteit meer is. Winkel Vermeldenswaard is dat de gedetineerden zeer zijn te spreken over het dienstverleningsniveau van de winkelexploitant. Mits passend binnen de kaders die de inrichting stelt, kan de winkelier veel zaken voor hen verzorgen. 2.1.4 Dagprogramma De dagprogramma’s zijn overzichtelijk gedocumenteerd en geven goed inzicht in de aangeboden activiteiten. Het aanbod voldoet aan de minimumeisen van de penitentiaire beginselenwet (PBW). De uitvoering van het dagprogramma binnen de gevangenis verloopt gemakkelijker omdat het regiem meer verantwoordelijkheid aan de gedetineerden laat en zij daar vanwege het gemeenschapsregiem meer bewegingsvrijheid hebben. Binnen het hvb is voor de gedetineerden de afhankelijkheid van de medewerkers groter. Bij niet deelname aan een activiteit is men ingesloten. Het gevolg is dat de medewerkers van het hvb een grotere werkdruk ervaren en door de vele regulerende handelingen minder gelegenheid hebben voor individueel contact met de
I 10
Een tweejaarlijks door DJI landelijk uit te voeren onderzoek naar de mening van gedetineerden over de kwaliteit van het verblijf in alle (GW) inrichtingen.
20
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
gedetineerden. Dit geldt in mindere mate voor de kleinschaliger afdelingen voor inkomsten en bijzondere zorg. De commissie van toezicht geeft aan dat voor één commissielid de beperking van het dagprogramma aanleiding is geweest om zijn functie ter beschikking te stellen omdat naar de mening van dit lid een ondergrens was bereikt. Ook geeft de cvt aan dat zij duidelijk waarneemt dat de medewerkers door de inkorting van het dagprogramma minder mogelijkheden hebben tot contact met gedetineerden. Zij beschouwt het tevens als een beperking dat er door de inkorting van het dagprogramma geen gelegenheid meer is voor de maandcommissaris om gedetineerden in de avonduren te spreken. Voor cvtleden met een reguliere baan kan dit een belemmering zijn. 2.1.5 Discriminatie Alle respondenten geven aan dat discriminatie binnen de inrichting niet een issue is dat extra aandacht vraagt. Door de gedetineerden wordt wel expliciet aangegeven dat zij medewerkers wel eens moeten wijzen op de belangen van gedetineerden die door gedrag en houding minder opvallen en daardoor minder aandacht krijgen. 2.1.6 Meerpersoonscelgebruik Het meerpersoonscelgebruik (mpc) geeft weinig problemen en de accommodatie is in orde. De ISt heeft geconstateerd dat alle bij mpc betrokken medewerkers inspanningen verrichten om er voor te zorgen dat de ‘match’ tussen gedetineerden die een cel moeten delen zo goed mogelijk is. De gedetineerden bevestigen dit. Indien een combinatie van personen niet passend is, dan wordt actief naar een oplossing gezocht. Sinds de invoering heeft de inrichting in een enkel geval gedwongen mpc plaatsing moeten realiseren. 2.2 Veiligheid
2.2.1 Beveiligingsvoorzieningen Materieel In technische zin voldoen de beveiligingsvoorzieningen grotendeels. Er zijn twee in het oog springende knelpunten te weten het portofoonverkeer dat wordt gestoord door een zend/ontvanginstallatie in de nabijheid van de inrichting en
21
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
de locatie van het centrale bedieningspaneel van alle centraal bediende beveiligingsapparatuur dat is gesitueerd in de statische post van unit zuid (hvb). Met betrekking tot het portofoonverkeer heeft de directie, door tussenkomst van DJI, bij de daartoe bevoegde autoriteit een verzoek ingediend om gebruik te gaan maken van een alternatieve frequentie. Ten aanzien van het centrale bedieningspaneel heeft een analyse door middel van de zogenaamde Haagse methodiek11 duidelijk gemaakt dat de situering van het centrale bedieningspaneel, in combinatie met de statische post van unit zuid, geen ideale is; de analyse werd overigens uitgevoerd in het kader van de DJI brede inventarisatie van brandveiligheidsvoorzieningen als gevolg van de brand binnen het detentiecentrum Schiphol-Oost eind oktober 2005. De analyse heeft duidelijk gemaakt dat er met name bij ernstige calamiteiten in de nachtdienst menskracht te kort is om alle vitale functies goed te kunnen uitvoeren. Om die reden heeft de directie besloten om, voor de korte termijn, de bezetting van de nachtdienst -vanaf de start van de inrichting in 1996 overigens bestaande uit vier medewerkers- met één medewerker te verhogen tot vijf. Op de langere termijn wil men het centrale bedieningspaneel verplaatsen naar een andere locatie binnen de inrichting. De ISt merkt hier op dat zij bij de schouw van het complex werd geconfronteerd met in de reiniging van het complex werkzame gedetineerden die als zodanig door middel van een gekleurd shirt herkenbaar waren als medewerker van de reiniging. Desgevraagd werd aangegeven dat hun verbintenis aan een baan met relatief veel bewegingsvrijheid binnen het complex was begrensd tot een vaste periode; na ommekomst daarvan moet men andere werkzaamheden gaan verrichten. Immaterieel Ten aanzien van de immateriële aspecten van de beveiliging van de organisatie wordt door verschillende respondenten aangegeven dat de medewerkers binnen de inrichting alert zijn op elkaars handelen en nalaten. Men spreekt elkaar aan indien er afwijkingen worden geconstateerd. Door met name de executieve respondenten wordt naar voren gebracht dat het soms effectiever is om elkaar als collega’s aan te spreken dan binnen een redelijke termijn effect te verwachten van een melding inzake afwijkingen aan een leidinggevende; het
I 11
De Haagse methodiek is een methode om op een systematische en objectieve wijze de staat van het beveiligingsniveau van een organisatie te analyseren.
22
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
resultaat van zo een melding laat dan kennelijk op zich wachten. Door leidinggevenden noch directie wordt deze handelwijze overigens herkend12. Zowel medewerkers als gedetineerden geven aan zich binnen de inrichting veilig te voelen. Essentiële en mede op veiligheid gerichte processen zijn opgenomen in procesbeschrijvingen met een duidelijke omschrijving van het verantwoordelijkheidsgebied van de betrokken functionarissen en de proceseigenaar. De omschrijving van een aantal processen is gedateerd. De directie streeft er naar om in 2006 een geautomatiseerd procesonderhoudsysteem te introduceren (MAVIN) waarmee relevante processen digitaal zijn te benaderen en met elkaar kunnen worden ‘gelinkt’. Het praktisch penitentiair optreden13 (PPO) door met name executieve medewerkers is regelmatig onderdeel van de personeelssport. De executieve medewerkers geven echter aan dat door ziekte en/of onderbezetting er niet regelmatig kan worden deelgenomen aan deze -ingeroosterde- activiteit en zij ook niet tot deelname worden gestimuleerd door hun leidinggevenden. Door de leidinggevenden wordt deze opvatting niet in die mate herkend. De FIT KIT 14 wordt binnen de locatie Alphen actief toegepast. Tijdens de inspectie werd deze afgenomen; de ISt heeft dit als zodanig ook daadwerkelijk geconstateerd. 2.2.2 Gebruikersvergunning De inrichting beschikt over een geldige gebruikersvergunning. In het kader van eerdergenoemde inventarisatie van brandveiligheidsvoorzieningen is door de locale brandweer bepaald dat er geen vertraging meer mag zijn tussen de automatische brandmelding in de inrichting en de doormelding naar de brandweer. Dit betekent dat de brandweer nu bij alle meldingen uitrukt en vaak wordt geconfronteerd met loos alarm als gevolg van de activering van een brandmelder; bijvoorbeeld doordat een gedetineerde op zijn cel rookt.
I 12
Zie voorts paragraaf 2.2.5 PPO omvat ondermeer de stelselmatige oefening van de toepassing van geweldsmiddelen. 14 De FIT KIT is een binnen de DJI toegepast instrument om jaarlijks te meten of de conditie van (bepaalde) medewerkers aan een minimale norm voldoet. 13
23
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
2.2.3 Calamiteitenplan Het calamiteitenplan van de locatie Alphen, genaamd calamiteitendraaiboek, dat vooraf door de ISt werd ontvangen kende een beperkt aantal functies dat organiek niet meer binnen de organisatie voorkwam. De directie gaf aan dat twee weken voor de daadwerkelijke inspectie het calamiteitendraaiboek was herzien en nu in alle opzichten weer ‘up to date’ is. In het gesprek van de ISt met vertegenwoordigers van de OR werd dit bevestigd. Het calamiteitenplan is -als draaiboek- afgestemd met relevante ketenpartners zoals brandweer, politie en ambulancedienst. Desgevraagd werd door de directie aangegeven dat het daadwerkelijk oefenen van het calamiteitenplan, samen met externe hulpverleningsdiensten, de laatste jaren achterwege is gebleven maar dat vaststaat dat in de eerste helft van 2006 weer zo’n oefening zal worden gehouden. De inrichting heeft een goed uitgerust en professioneel intern bijstandsteam (IBT) dat bij calamiteiten wordt ingezet. Met name bij de voorziene mogelijkheid dat geweld moet worden toegepast wordt het IBT preventief ingezet om escalatie te voorkomen. Het IBT is 24 uur oproepbaar om ingezet te worden bij calamiteiten. De inrichting heeft een bedrijfshulpverleningsorganisatie (bhv) met een geactualiseerd jaarplan. De daarin opgenomen oefen- en opleidingsdoelstellingen worden gehaald maar betrokken medewerkers geven wel aan dat de laatste jaren is ingeboet op oefenmogelijkheden omdat deze vanwege de daarmee gepaard gaande personele kosten meer in tijd worden begrensd. Een doelstelling van de inrichting is om alle medewerkers van de beveiliging op korte termijn op te leiden tot gecertificeerd bedrijfshulpverlener. 2.2.4 Maatschappelijke veiligheid Door de algemeen directeur van de PI Midden Holland wordt deelgenomen aan het Arrondissementaal Justitieel Beraad (AJB) waar de (strafrechtelijke) ketenpartners regelmatig met elkaar overleggen. De locatie Alphen neemt op dit terrein een bijzondere positie in omdat zij niet alleen gedetineerden huisvest uit het arrondissement Haarlem maar ook uit omliggende arrondissementen zoals Utrecht en Den Haag. De ISt heeft niet geconstateerd dat er in dit verband stelselmatig en gestructureerd overdracht van casuïstiek plaatsvindt naar bijvoorbeeld gemeenten in de regio. Incidenteel is dit wel het geval; een medewerker maatschappelijke dienstverlening (mmd-er) bereidt zo’n ‘warme’ overdracht dan voor en maakt dan bijvoorbeeld afspraken met gemeentelijke sociale diensten.
24
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Met het streekziekenhuis in Leiderdorp is door de inrichting een convenant gesloten met betrekking tot de gang van zaken -en dan met name de beveiligingsvoorzieningen- bij de behandeling van patiënten die afkomstig zijn uit de inrichting. 2.2.5 Communicatie Medewerkers-gedetineerden Binnen het hvb zijn de mogelijkheden tot contact tussen medewerkers en gedetineerden beperkt doordat de medewerkers grotendeels in beslag worden genomen met het reguleren van het dagprogramma. Een uitzondering vormen de inkomsten- en bijzondere zorgafdeling omdat daar sprake is van een ruimere personele bezetting ten opzichte van het aantal gedetineerden. Binnen de gevangenis zijn de mogelijkheden tot contact ruimer doordat de gedetineerden aldaar hoofdzakelijk in gemeenschap verblijven en daardoor, verspreid over de dag, meer contactmogelijkheden hebben met medewerkers. Door de directie wordt aangegeven dat er inrichtingsbreed de afgelopen jaren veel aandacht is besteed aan het realiseren van een meer op de relatie gerichte verhouding tussen medewerkers en gedetineerden. Dit werd noodzakelijk geacht omdat vanaf de start van de organisatie deze relatie (teveel) werd gedomineerd door een op beheersing gerichte aanpak. In het algemeen zijn zowel medewerkers als gedetineerden tevreden over de aard van het onderlinge contact. De ISt heeft geconstateerd dat er binnen de relatie tussen medewerkers en gedetineerden naar elkaar wordt geluisterd, er met elkaar wordt gecommuniceerd en er rekening met elkaar wordt gehouden. Medewerkers-medewerkers De ISt heeft geconstateerd dat er op horizontaal niveau binnen de organisatie veel met en over elkaar wordt gecommuniceerd. Verschillende respondenten geven aan dat er sprake is van een ‘roddelcircuit’ waarin er binnen de organisatie op suggestieve wijze met en over elkaar wordt gecommuniceerd. Door één van hen werd met enig cynisme aangegeven dat het ‘Wandelgangen Informatie Systeem’ (WIS) binnen de locatie Alphen goed functioneert. Daarnaast is er ook meer gestructureerd overleg in de lijn (verticaal overleg), maar de inhoud van dit -formele- overleg lijkt soms ondergeschikt aan het dominante -informele- overleg dat de medewerkers onderling hebben.
25
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Medewerkers-leidinggevenden In het effect van de communicatie tussen medewerkers en leidinggevenden neemt de ISt binnen de organisatie blokkades waar. Met name binnen de executieve sector ontstaat bij de interviews een beeld dat informatieuitwisseling niet transparant en rechtstreeks plaatsvindt. Ter illustratie van dit gegeven de volgende citaten: ‘het heeft geen zin om iets aan je leidinggevende te melden want er wordt toch niets mee gedaan’ en ‘soms vragen we gedetineerden aan leidinggevenden te vragen om het realiseren van een voorziening (…op de afdeling, ISt) want dan is de kans groter dat deze ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd dan wanneer wij (de medewerkers, ISt) dit vragen’. Een nuancering op dit aspect is dat desgevraagd wordt aangegeven dat deze opvattingen niet van toepassing zijn op alle leidinggevenden. De teneur van de aan dit aspect gerelateerde interviews was zodanig dat de ISt heeft gemeend hier extra aandacht aan te besteden door op dit aspect bij nagenoeg alle respondenten nader in te gaan en een aanvullend interview met een vertegenwoordiging uit de ondernemingsraad (OR) te initiëren; in paragraaf 3.1 wordt hier op teruggekomen. Alle relevante respondenten geven aan dat er binnen de organisatie regelmatig functioneringsgesprekken worden gevoerd met een zekere gerichtheid op de verdere ontwikkeling van competenties. 2.2.6 Drugsbeleid De inrichting kent een repressief drugsbeleid dat is gericht op opsporing en (disciplinaire) vervolging. Hierbij wordt gebruik gemaakt van regelmatige celinspecties, urinecontroles en een actieve aanpak bij het vermoeden van gebruik en/of invoer. De sancties op het aantreffen en/of gebruik van drugs staan beschreven in de huisregels . De gedetineerden geven aan dat zij ‘uit de voeten’ kunnen met het gehanteerde beleid omdat het duidelijk (en dus niet halfslachtig) is en als zodanig ook wordt gehanteerd. In voorkomende gevallen kan door verpleegkundigen voorlichting worden gegeven met betrekking tot drugsgebruik maar de ISt heeft niet geconstateerd dat voorlichting op dit aspect structureel binnen de inrichting plaatsvindt. 2.2.7 Integriteit De inrichting voert, als onderdeel van de PI Midden Holland, een actief integriteitsbeleid. Dit beleid is vastgelegd in de notitie ‘integriteitsbeleid bij de PI Midden Holland, opgesteld in oktober 2003 en geactualiseerd in oktober
26
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
2005. De notitie heeft als subtitel: een kader voor implementatie en de ISt heeft geconstateerd dat deze implementatie ook daadwerkelijk plaatsvindt. Er is binnen de locatie een actieve integriteitscommissie die de implementatie van integriteitsbeleid binnen de organisatie op basis van een -jaarlijks geactualiseerd- jaarplan begeleidt. Er is ook een vertrouwenspersoon (seksuele) intimidatie aangesteld. Zowel de commissie als de vertrouwenspersoon hebben regelmatig overleg met de directie. Ook de agenda van het werkoverleg binnen de organisatie kent als vast agendapunt het onderwerp integriteit. De leidinggevenden geven daarbij aan dat het wel eens moeilijk is om aan het onderwerp ook concreet inhoud te geven. Dat laatste geldt ook voor het thema onderlinge agressie en geweld dat ten tijde van de inspectie via onder andere het werkoverleg meer aandacht en inhoud moet krijgen; een aantal respondenten geeft aan dit soort onderwerpen zo langzamerhand wel te kennen waardoor de interesse ervoor lijkt af te nemen. Desondanks (of misschien wel dankzij) komen integriteitsbreuken binnen de organisatie veelal aan het licht en worden er door de leiding passende maatregelen getroffen. In relatie tot deze maatregelen meent een aantal respondenten dat het binnen de organisatie vaak lang duurt voordat er daadwerkelijk door de leiding getroffen acties zichtbaar worden en is men van mening dat men het in sommige gevallen dan maar beter (en sneller) onderling kan oplossen; dat wil zeggen zonder tussenkomst van leidinggevenden. 2.2.8 Vrijhedenbeleid Binnen de locatie Alphen krijgt de toepassing van het vrijhedenbeleid (aan gedetineerden) op een gestructureerde en multidisciplinaire wijze vorm. Piw-ers en zorgfunctionarissen zijn daarbij betrokken en de verantwoordelijkheid voor het besluitvormend overleg daarover ligt laag in de organisatie bij het afdelingshoofd dat fungeert als voorzitter van het tweewekelijkse gedetineerdenberaad van zijn afdeling. De betrokkenen bij dit overleg zijn tevreden over de aard en inhoud daarvan. In het gesprek met de commissie van toezicht gaf de fungerend maandcommissaris aan soms moeite te hebben met de strikte toepassing van het vrijhedenbeleid. De (zorg)functionarissen zijn minder te spreken over de afstemming van de toepassing van het (DJI) vrijhedenbeleid in combinatie met de regeltoepassing van andere sectoren van Justitie. Zo werd gemeld dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) niet meewerkt aan een passende oplossing voor de afbetaling van openstaande boetes, terwijl de betrokken gedetineerde (in dit
27
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
geval de CJIB debiteur) geen reïntegratieprogramma buiten de inrichting kan volgen indien er nog sprake is van openstaande boetes en deze juist het reïntegratieprogramma zou moeten volgen om een kans op een baan -en daarmee de afbetaling van zijn boetes/schulden- te vergroten. De harde opstelling van het CJIB druist hier in tegen de toepassing van een reïntegratiedoelstelling van het gevangeniswezen. 2.3 Reïntegratie
2.3.1 Screening Over de screening van gedetineerden binnen de inrichting is men in het algemeen tevreden. Met name bij de screening op de inkomstenafdeling is er sprake van een nauwe samenwerking en goede informatie-uitwisseling tussen de verschillende functionarissen en kan men zich snel een beeld vormen van de (problematiek van en rond) de geplaatste gedetineerde. Respondenten plaatsen een kanttekening bij de voorinformatie die door het bureau selectie- en detentiebegeleiding (BSD) over de risico’s rond het verblijf van een gedetineerde intern kan worden verstrekt omdat deze veelal eerst beschikbaar komt na plaatsing op een afdeling. Het BSD geeft hiervoor als verklaring dat dossiers eerst na plaatsing beschikbaar komen omdat de distributie daarvan om administratieve redenen tegenwoordig15 via een centraal depot plaatsvindt. Men is daarom bij binnenkomst afhankelijk van de door de plaatsende instantie meegezonden informatie en de aard en omvang daarvan varieert nogal. 2.3.2 Verblijf Het verblijf van gedetineerden op de afdeling wordt goed gemonitord door de aldaar werkzame medewerkers. Er is een ‘open’ informatie-uitwisseling tussen de bij gedetineerden betrokken functionarissen. Het in paragraaf 2.1.3 genoemde programma Tulp selectie16 behoort daarbij ondersteunend te zijn maar wordt binnen de organisatie ervaren als een gebruiksonvriendelijk programma.
I 15
Eerder werden dossiers met de verplaatsing van gedetineerden rechtstreeks meegezonden. Tulp selectie is een geïntegreerd systeem waarin door verschillende functionarissen informatie over de verblijvende gedetineerde kan worden vastgelegd. De informatie kan worden gedeeld. 16
28
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
2.3.3 Vertrek De gedetineerden die in de locatie Alphen verblijven zijn, zoals gemeld, veelal afkomstig uit verschillende omliggende arrondissementen en omliggende (grotere) steden. Dit betekent voor de medewerkers van het bureau selectie- en detentiebegeleiding en voor de mmd-ers een veelheid aan contacten met verschillende instanties in een groot werkgebied. Afhankelijk van de (individuele) mogelijkheden en het strafrestant van de gedetineerde neemt de ISt binnen de organisatie een gerichtheid op begeleide reïntegratieactiviteiten waar, met aandacht voor de op het individu afgestemde mogelijkheden. Waar mogelijk wordt daarbij samengewerkt met (externe) partners die daarbij een rol kunnen spelen. Zo is er een aantal convenanten: met de gemeente Haarlem, behandelinstelling De Waag (Utrecht) en met diverse reclasseringsinstellingen. In bepaalde gevallen worden er binnen de locatie Alphen trajecten uitgezet waarbij de gedetineerde na een verblijf in de hvb-unit intern wordt doorgeplaatst naar de gevangenis-unit en vervolgens extern wordt geplaatst in (bijvoorbeeld) het penitentiair trajectencentrum dat deel uitmaakt van de locatie Haarlem (eveneens onderdeel van de PI Midden Holland). De ISt heeft echter niet geconstateerd dat deze werkwijze structureel is. Hoewel de inrichting beschikt over een goed geoutilleerd en renderend arbeidsbedrijf worden er geen vakopleidingen aangeboden. In het verleden is wel eens getracht dit van de grond te tillen maar na verloop v an tijd strandden deze pogingen als gevolg van bijvoorbeeld de tussentijdse doorplaatsing van de deelnemer(s) naar een andere inrichting.
29
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
3 Conclusies
3.1 Algemeen De locatie Alphen is een middelgrote inrichting die zich in haar tiende ‘levensjaar’ bevindt. Na een relatief lange periode waarin door de leiding werd gestuurd op vooral de beheersing van de interne processen is door de huidige directie enige jaren geleden het accent verlegd op het nemen van meer verantwoordelijkheid door de medewerkers; uiteraard binnen daarvoor vastgelegde kaders. In het algemeen is dit binnen de organisatie goed gevallen maar voor sommige functionarissen betekende dit kennelijk een verlies aan houvast. Met name binnen de executieve functies constateerde de ISt een gebrek aan steun van en vertrouwen in leidinggevende functionarissen. Dit was voor de ISt aanleiding om een extra vervolggesprek te voeren met vertegenwoordigers van de locatie die zitting hebben in de OR17 van de PI Midden Holland. In dit gesprek bleek het geschetste beeld van wantrouwen door de OR-leden te worden herkend maar werd dit niet bevestigd. De ORvertegenwoordigers geven aan dat een minderheid van de medewerkers (genoemd werd 40%) binnen de locatie Alphen verantwoordelijk is voor een opinie die een zekere mate van wantrouwen en verbittering in zich sluit. De belangrijkste verklaring voor deze opinie is volgens de OR-leden dat voor dit deel van de medewerkers een verzadigingspunt is bereikt. Men is door de vele veranderingen van de afgelopen jaren, in casu bestemmingswijziging, clustervorming, wijziging van het functielandschap18, inkorting van het dagprogramma en de daarmee gepaard gaande persone elsreductie en, niet het minst, de onzekerheid over de toekomstige bestemming vanwege de introductie
I 17
PI Midden Holland beschikt over een (centrale) OR die niet is samengesteld uit onderdeelscommissies. Gedoeld wordt op de introductie van de functie van junior, medior en senior piw-er en beveiligingsfunctionaris die in het bijzonder met betrekking tot de gehanteerde selectiecriteria binnen de organisatie voor de nodige commotie en teleurstelling heeft gezorgd 18
30
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
van ‘De Nieuwe Inrichting’, het veranderen moe hetgeen zich uit in een negatieve opinie ten opzichte van degenen (leidinggevenden) die hiervoor verantwoordelijk worden gehouden. Daar komt bij dat er binnen de locatie Alphen een beperkt verloop is van medewerkers waardoor er voor sommige medewerkers op de langere termijn niet voldoende uitdaging meer voorhanden is. De OR-leden zijn voorts van mening dat de communicatielijnen binnen de organisatie voldoende transparant zijn en dat de (executieve) teams in het algemeen coherent functioneren onder leidinggevenden die een betrokken en actieve houding hebben ten opzichte van de te verrichten werkzaamheden . De OR-leden onderkennen dat de leidinggevenden geen andere keus hebben dan het nieuwe (centraal opgelegde) beleid ‘handen en voeten’ te geven. Op basis van deze (aanvullende) informatie, terugkoppeling van de bevindingen naar de directie en de aanvullende reactie daarop19 alsmede de gesprekken met overige functionarissen, concludeert de ISt dat de aanvankelijk geconstateerde bitterheid en het wantrouwen onder medewerkers niet een structureel en dominant onderdeel van de heersende bedrijfscultuur vormt maar eerder het gevolg is van de onzekerheid en teleurstelling onder een -niet te verwaarlozendeel van de medewerkers als gevolg van recente en nog komende veranderingen waarbij de locatie Alphen betrokken is en/of wordt. De directie en daarvan afgeleid, de andere leidinggevende functionarissen, hebben binnen het huidige bestuurlijke kader, hoewel zij daartoe wel de intentie hebben, slechts beperkte mogelijkheden om nieuw beleid een ‘eigen’ gezicht te geven. Het is de ISt gebleken dat er momenteel direct naast de locatie Alphen, onder verantwoordelijkheid van de directie bijzondere voorzieningen van de DJI, een grootschalige inrichting wordt gebouwd terwijl er op dit moment binnen de locatie Alphen nagenoeg geen wetenschap is over de wijze waarop bedrijfsprocessen binnen deze inrichting vorm en inhoud zullen krijgen. Met name op beheersmatig terrein zoals bijvoorbeeld beveiliging, voeding en personele uitwisseling en deskundigheidsbevordering zouden naar de mening van de ISt heel wel effectieve dwarsverbindingen tussen beide organisaties gecreëerd kunnen worden.
I 19
Bij de terugkoppeling van onderhavige bevinding naar de directie bleek dat zij de mogelijkheid van een respons met een negatieve ondertoon wel had voorzien; de ISt was daar, voorafgaande aan de interviews, niet van op de hoogte gesteld.
31
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
3.2 Rechtspositie De gedetineerden worden in de locatie Alphen in voldoende mate geïnformeerd over hun rechten en plichten. Enerzijds schriftelijk op basis van uitgebreide en consistente huisregels die onder andere op de inkomstafdelingen op cel beschikbaar zijn en anderzijds mondeling door medewerkers die voldoende op de hoogte zijn van de vigerende regelgeving. De belangrijkste huisregels worden in voorkomende gevallen wel door medewerkers aan anderstalige gedetineerden uitgelegd maar zijn niet in een vreemde taal beschikbaar. De grondhouding van medewerkers naar gedetineerden is respectvol en gericht op wederzijds contact. De grondhouding van de medewerkers van de beveiliging naar (relaties van) gedetineerden wordt door hen soms ervaren als onnodig intimiderend. De toepassing van onnodig geweld en willekeur is binnen de locatie Alphen niet aan de orde. Proportionele geweldstoepassing is voldoende geborgd door in voorkomende gevallen gebruik te maken van het professioneel opgeleide interne bijstandsteam. Het dagprogramma omvat de activiteiten waar de gedetineerden recht op hebben en is op een overzichtelijke wijze vastgelegd. De uitvoering van het dagprogramma komt binnen de unit van het huis van bewaring onder grotere (werk)druk tot stand dan in de gevangenisunit maar dit leidt onder de (executieve) medewerkers niet tot fricties omdat het gros van hen bij de bestemmingswijziging in 2001 bewust heeft gekozen voor het verrichten van werkzaamheden binnen het huis van bewaring of de gevangenis. Overigens is het algemeen geaccepteerd dat men in voorkomende gevallen op beide units inzetbaar is en is men om die reden op hoofdlijnen bekend met de onderscheiden werkwijzen op beide units. In deze zin vormt de locatie Alphen, ondanks de verschillende bestemmingen onder één dak, organisatorisch een geïntegreerd geheel. De arbeidsactiviteiten draaien zeer goed. Er is sprake van een goed gevulde orderportefeuille en soms komt het voor dat gedetineerden en medewerkers, vanwege het tijdig opleveren van een opdracht, moeten overwerken. De wachttijd om deel te kunnen nemen aan de arbeid is voor de gedetineerden, door de hoge omloopsnelheid binnen het huis van bewaring, relatief kort. De toegang tot de medische, psychologische en geestelijke zorg is voldoende en over individuele gedetineerden wordt, al dan niet in georganiseerd verband20, in voldoende mate door de betrokken functionarissen overlegd. Door geen van de
I 20
Naast het gestructureerd overleg in het tweewekelijkse detentieberaad is het de inspectie gebleken dat er een open en rechtstreeks contact is tussen piw-ers op een afdeling en de functionarissen van de ‘zorg’staf.
32
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
respondenten wordt aangegeven dat discriminatie een issue binnen de organisatie is. Er is een goed contact tussen de directie en gedetineerden waarbij er van de zijde van de gedetineerden in het algemeen waardering is voor de wijze waarop de directie tracht tegemoet te komen aan de ingevoerde beperkingen van het dag- en activiteitenprogramma. Het meerpersoonscelgebruik levert voor gedetineerden noch personeel noemenswaardige problematiek op. Concluderend is de ISt van oordeel dat de locatie Alphen voldoet aan de specifieke toezichtcriteria zoals geformuleerd voor het aspect rechtspositie. Op een beperkt aantal -meer randvoorwaardelijke- aspecten doet de ISt enige aanbevelingen (paragraaf 4.1). 3.3 Veiligheid De locatie Alphen beschikt over voldoende functionerende materiële en personele beveiligingsvoorzieningen. Knelpunten zijn echter de verstoring van het portofoonverkeer in de inrichting en de locatie en (personele) nachtdienstbezetting van het centrale bedieningspaneel van de beveiligingsvoorzieningen (ook wel centraalpost genoemd). Ten aanzien van het verstoorde portofoonverkeer is de ISt van mening dat in de organisatie snel moet worden voorzien in een gegarandeerd ongestoorde spreekluisterverbinding van de portofoons. Ten aanzien van de combinatie van de statische post van het huis van bewaring (unit zuid) met de centraalpost merkt de ISt het volgende op. Door deze combinatie is bij bepaalde (ernstige) calamiteiten tijdens de nachtdienst onvoldoende menskracht voorhanden om alle beveiligingsfuncties op een verantwoorde wijze te activeren in combinatie met andere te nemen maatregelen zoals bijvoorbeeld de evacuatie van één of meerdere gedetineerden. Inmiddels is door de directie van de locatie Alphen een voorziening getroffen om aan dit knelpunt tegemoet te komen door tijdens de nachtdienst een extra medewerker in te zetten. De ISt is overigens van mening dat een zo cruciale voorziening als een centraalpost, van waaruit bij calamiteiten in eerste instantie de regievoering van de calamiteitbestrijding plaatsvindt, onafhankelijk van het directe gedetineerdenverkeer moet kunnen functioneren. De locatie Alphen beschikt over een regelmatig oefenende en goed uitgeruste bedrijfshulpverleningsorganisatie (bhv). Het daadwerkelijk oefenen van de bestrijding van calamiteiten in samenwerking met externe hulpverleners heeft
33
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
binnen de locatie Alphen lange tijd niet plaatsgevonden; de ISt stelt vast dat het te lang is geleden dat zo een oefening heeft plaatsgevonden. Zowel medewerkers als gedetineerden geven aan zich binnen de inrichting voldoende veilig te voelen. Door gedetineerden wordt wel aangegeven dat zij de afdelingsmedewerkers in een enkel geval moeten informeren met betrekking tot (vermeende) intimidatie door gedetineerden jegens gedetineerden en dan met name op de afdelingen waar de telefoonvoorzieningen relatief schaars zijn. Indien zich binnen de organisatie een (ernstig) incident voordoet dan vindt in het algemeen altijd een evaluatie plaats die is gericht op het welzijn van de betrokken medewerkers en de leereffecten voor de organisatie als gevolg van de onderhavige calamiteit. De locatie voert een drugsontmoedigingsbeleid dat van de zijde van de gedetineerden als redelijk wordt beoordeeld. Het vrijhedenbeleid voor gedetineerden wordt door de inrichting op een zorgvuldige en verantwoorde wijze toegepast waarbij de mogelijkheden voor de gedetineerde soms worden beperkt door de tegengestelde belangen van onderscheiden justitieorganisaties. Het onderwerp integriteit staat binnen de locatie Alphen op de agenda en is vastgelegd in een integriteitsbeleid voor de PI Midden Holland. Ook aan het thema onderlinge agressie en geweld wordt aandacht besteed. Een zeker verzadigingspunt om tijdens het werkoverleg aan dit soort thema’s aandacht te besteden lijkt bereikt. De ISt heeft geconstateerd dat met medewerkers van de organisatie stelselmatig functioneringsgesprekken (nieuwe stijl) worden gevoerd. Concluderend is de ISt van oordeel dat de locatie Alphen kan worden beschouwd als een veilige omgeving om te verblijven en te werken en dat zij haar taak op het terrein van maatschappelijke veiligheid op een zorgvuldige wijze invult. Kanttekeningen op het aspect (interne) veiligheid zijn dat de inrichting op het terrein van samenwerking met externe hulpverleners haar geoefendheid structureel moet vergroten en dat op korte termijn een aantal materiële beveiligingsvoorzieningen moet worden verbeterd. 3.4 Reïntegratie De ISt heeft geconstateerd dat het aspect reïntegratie binnen de locatie Alphen aandacht krijgt. Zij heeft echter niet vastgesteld dat er op dit aspect sprake is
34
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
van een stelselmatige aanpak die voor een gedetineerde21 na binnenkomst in het huis van bewaring als vanzelfsprekend leidt tot een traject dat na verblijf in het hvb en achtereenvolgens gevangenis leidt tot deelname aan een penitentiair programma met nazorgactiviteiten door externe hulpverleners van reclassering en gemeenten22. Wel heeft de ISt geconstateerd dat er binnen de organisatie onder de betrokken medewerkers voldoende draagvlak aanwezig is om detentie binnen de locatie Alphen op deze wijze vorm te geven en voorts dat dit in individuele gevallen ook daadwerkelijk gebeurt. Het kan zijn dat onzekerheid over de mogelijke bestemmingswijziging binnen de organisatie enige vertwijfeling oproept over de te volgen koers op dit aspect. Gezien de (huidige) bestemming, het geconstateerde draagvlak, de grondhouding van de betrokken medewerkers, de mogelijkheden die de huidige arbeidsactiviteiten bieden inhoud te geven aan (vak)opleiding, in samenhang met de intensieve en -multidisciplinaire- communicatie over gedetineerden, is de ISt van mening dat de locatie Alphen voldoende potentie in zich heeft om aan de verdere ontwikkeling van reïntegratie vorm en inhoud te geven; het model van het programma Terugdringen Recidive zou daarbij kunnen fungeren als leidraad. Concluderend is de ISt van oordeel dat de locatie Alphen, gezien de mogelijkheden die de organisatie in zich sluit, meer moet investeren in het ontwikkelen van een reïntegratiebeleid.
I 21
Mits daarvoor op grond van de geldende criteria in aanmerking komend. Feitelijk wordt hier bondig het traject geschetst dat door het beleidsprogramma Terugdringen Recidive wordt voorgestaan. 22
35
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
4 Aanbevelingen
4.1 Aanbevelingen voor de locatie Alphen aan de Rijn
Algemeen Op basis van de algemene conclusies beveelt de ISt de locatie aan om: 1. Open en transparante communicatie tussen leidinggevenden en medewerkers en tussen medewerkers onderling te stimuleren ter vermijding van suggestieve opinievorming die de informatie-uitwisseling binnen de organisatie op negatieve wijze kan beïnvloeden. Hierbij dient in het bijzonder aandacht te worden besteed aan de kennelijke (en ongewenste) handelwijze van een substantieel deel van de executieve medewerkers om incidenteel voorzieningen te doen realiseren door tussenkomst van gedetineerden. 2. De interne procesbeschrijvingen te actualiseren. 3. Alert te zijn op mogelijke verzadiging -en bijgevolg gebrek aan effectiviteit- van de (formele) werkbespreking met onderwerpen op het terrein van integriteit en onderlinge agressie en geweld 4. De mogelijkheden te onderzoeken om een ontwikkelingsperspectief te bieden aan de niet vlottende functiegroepen zoals piw-ers en beveiligingsfunctionarissen teneinde verstarring in de functie-uitoefening te (helpen) voorkomen. Rechtspositie Op het aspect rechtspositie beveelt de ISt de locatie aan om: 5. Zorg te dragen voor de beschikbaarheid van (een uittreksel van) de huisregels in een aantal gangbare vreemde talen.
36
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
6. In overleg en afstemming met de Commissie van Toezicht de registratie van (de afhandeling van) klachten op een eenduidige wijze te doen plaatsvinden. 7. Aandacht te hebben voor de houding en het gedrag van beveiligingsfunctionarissen jegens bezoekers en gedetineerden. Dit kan worden gerealiseerd door bijvoorbeeld observatie van de uitvoering van de werkzaamheden en/of bespreking van gedragsgerelateerde aspecten tijdens het werkoverleg. 8. Zorg te dragen voor uitbreiding van het aantal door gedetineerden te gebruiken telefoontoestellen op, met name, de grotere verblijfsafdelingen van het huis van bewaring. Veiligheid Op het aspect veiligheid beveelt de ISt de locatie aan om: 9. Regelmatig oefeningen te houden met externe hulpverlenende instanties in de bestrijding van (grootschalige) calamiteiten. 10. Zorg te dragen voor spoedige realisering van ongestoord portofoonverkeer en het gescheiden onderbrengen van de functies en locatie van statische- en centraalpost. Reïntegratie Op het aspect reïntegratie beveelt de ISt de locatie aan om: 11. Oog te hebben voor de ontwikkeling en implementatie van -zo mogelijk erkende- aan de (vak)arbeid gerelateerde interne opleidingen voor gedetineerden en het aanbod en de uitvoering van deze opleidingen te borgen binnen de organisatie. 12. Een trajectmatige aanpak van het verblijf in de locatie voor daarvoor in aanmerking komende gedetineerden in nauwe samenwerking met relevante ketenpartners te initiëren. Het beleidskader van het programma Terugdringen Recidive kan daarvoor als uitgangspunt dienen.
37
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
4.2 Aanbevelingen voor de Dienst Justitiële Inrichtingen De ISt beveelt de Dienst Justitiële Inrichtingen aan om: 1. Samenwerking op gemeenschappelijke verantwoordelijkheidsgebieden tussen de directie gevangeniswezen en de directie bijzondere voorzieningen tot stand te brengen. 2. Binnen afzienbare termijn duidelijkheid te creëren over de beoogde bestemmingen/domeinen van penitentiaire inrichtingen voor de langere termijn. 3. De ontkoppeling van de statische post van de unit zuid (hvb) van de locatie Alphen met de bedieningsunit van het algehele beveiligingssysteem van de locatie Alphen te faciliteren en daarbij laatstgenoemd systeem te doen plaatsen buiten de zone waar gedetineerden permanent verblijven. 4. Bij de daartoe bevoegde autoriteit te bewerkstelligen dat een frequentiewijziging voor het binnen de inrichting gebruikte portofoonverkeer ten spoedigste wordt gerealiseerd op een zodanige wijze dat ongestoord portofoonverkeer mogelijk is. 5. Te bewerkstelligen dat beschikbare dossiers met relevante informatie over de geplaatste gedetineerde vanuit het centrale depot snel(ler) ter beschikking worden gesteld aan de inrichting waar die gedetineerde verblijft. 6. Oog te hebben voor het meer gebruikersvriendelijk maken van het programma TULP selectie. 4.3 Aanbevelingen voor de minister van Justitie De ISt beveelt de minister van Justitie aan om: 1. Te bezien in hoeverre de belangen van het CJIB (in casu de inning van openstaande geldboetes) en de belangen van het gevangeniswezen (in casu het vormgeven van reïntegratie door middel van een begeleide deelname van een justitiabele aan het maatschappelijk verkeer) beleidsmatig beter op elkaar kunnen worden afgestemd om fricties bij de uitvoering van hun respectievelijke doelstellingen te voorkomen.
38
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Bijlage A: Bronnen
-4-maandsrapportage PI Midden Holland 1e & 2e trimester 2005 -Analyses inzet executieve medewerkers in augustus en september 2005 -Calamiteitendraaiboek locatie Alphen -Dagprogramma’s locatie Alphen -Document inzake Integriteitsbeleid bij PI Midden Holland versie okt. 2005 -Gedetineerdensurvey locatie Alphen 2004 -Gedragscode PI Midden Holland -Huisregels locatie Alphen (revisiedatum 01/01/2005 -Jaarplan commissie integriteit PI Midden Holland -Jaarplan PI Midden Holland 2005 -Jaarplan PI Midden Holland 2006 -Jaarverslag Commissie van Toezicht 2003 -Jaarverslag Commissie van Toezicht 2004 -Jaarverslag PI Midden Holland 2004 -Matrix taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden functionarissen -Meerjarenbeleidsplan Bedrijfshulpverlening PI Midden Holland -Melding bijzonder voorval -Procesbeschrijvingen locatie Alphen -Rapportage RSJ bezoek d.d. 10 maart 2004 -Resultaten Basisvragenlijst Amsterdam (BASAM)
39
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Bijlage B: Geïnterviewden
-Afdelingshoofden (2) -Arts -Gedetineerden (6) -Geestelijk verzorger -Hoofd arbeidsbedrijf -Hoofd beveiliging en teamleiders beveiliging -Hoofd bureau selectie- en detentiebegeleiding -Hoofd educatie & vorming -Hoofd medische dienst -Locatiedirecteur en unitdirecteur -Medewerker bureau selectie- en detentiebegeleiding -Medewerker maatschappelijke dienstverlening -Penitentiair inrichtingswerkers (6) en beveiligingsfunctionarissen (2) -Psycholoog -Vertegenwoordigers Commissie van Toezicht (3)
40
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Bijlage C: Toetsingskader
Rechtspositie Specifiek
Hoofdvraag
Aanzet tot norm en bron
Informatievraag
Justitiabele is op de
1. Worden de
De instelling informeert de
Ontvangt de gedetineerde bij
hoogte van zijn
gedetineerden
justitiabele bij binnenkomst
binnenkomst schriftelijke
rechten en plichten
geïnformeerd over de
en gedurende detentie in een
informatie (de huisregels)
regels waar zij zich
voor hem begrijpelijke taal
omtrent: de voorschriften voor
voor een goede
over zijn rechten en plichten.
bejegening van
uitvoering van de
(art. 41 lid 1 EPR en art. 56
gedetineerden, de categorie
vrijheidsbeneming
Pbw)
waartoe hij behoort, de
toezichtcriterium
aan houden moeten?
disciplinaire regels, de Gedetineerde vreemdelingen
toegestane methoden om
worden in het bijzonder
informatie in te winnen en
gewezen op het recht om de
klachten in te dienen en alle
consulaire vertegenwoordiger
andere zaken die
van zijn land van zijn detentie
gedetineerden dienen te
te informeren
weten om hun rechten en plichten te begrijpen en zich aan te passen aan het leven in de inrichting?
2. Worden de
Gedetineerden worden bij
Ontvangt de gedetineerde bij
gedetineerden
binnenkomst en verdere
binnenkomst informatie
geïnformeerd over de
detentie gewezen op hun
(schriftelijk en mondeling)
klachtregeling voor
recht een bezwaar- of
over de bezwaar- en
gedetineerden?
verzoekschrift in te dienen,
klachtprocedure?
zich te wenden tot de maandcommissaris, een klaag- of beroepschrift in te dienen. (art. 41 en 42 EPR en art. 56 Pbw)
41
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Staat in de huisregels duidelijk en in begrijpelijke taal waartegen, op welke wijze en in welke gevallen een verzoek - of bezwaarschrift, beklag- of beroepschrift kan worden ingediend? Rechtsbijstand; gedetineerde
Zijn er mogelijkheden om de
heeft recht op rechtsbijstand.
gedetineerde (juridische)hulp
(art. 18 Gw en art. 65 Pbw)
te bieden bij het indienen van een klacht en/of het bijstaan gedurende de klachtprocedure?
De inrichting draagt
3. Hoe wordt
Gedetineerden worden aan
Draagt de inrichting er zorg
zorg voor het
voorkomen dat op
geen andere beperkingen
voor dat de privacy gedurende
garanderen van de
rechten van
onderworpen dan die welke
celinspecties, bij het
rechten van de
gedetineerden geen
voor het doel van de
ontvangen van bezoek, bij
gedetineerde.
onnodige inbreuken
vrijheidsbeneming of in het
urinecontroles alsook inzage
worden gemaakt?
belang van de handhaving
van het penitentiaire dossier
van de orde of de veiligheid in
alleen bij uitzondering en zo
de inrichting noodzakelijk zijn.
min mogelijk wordt beperkt?
(art. 2 lid 4 Pbw)
Vinden inbreuken op de lichamelijke integriteit op grond van duidelijke voorschriften en alleen plaats in situaties waarbij een minder ingrijpend middel niet effectief is (gebleken) of niet voorhanden is?
42
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Het nemen van geweld- en
Zijn er richtlijnen met
sanctionerende maatregelen
betrekking tot sanctiebeleid?
vindt na zorgvuldige afweging
Komt het sanctie- en
plaats (proportioneel), niet
geweldbeleid overeen met
willekeurig en met in
wet- en regelgeving?
achtneming van de voor-
Is het sanctiebeleid duidelijk
schriften en door daartoe
voor medewerkers?
bevoegde functionarissen
Worden gedetineerden
(art. 35 Pbw, art. 1, 4, 5 en 51
voldoende op de hoogte
lid 4 EPR)
gesteld van het sanctiebeleid? Op welke wijze wordt intern toezicht gehouden op het zorgvuldig en proportioneel toepassen van sanctionerende en geweldmaatregelen? Wordt bij de toepassing van geweld achteraf de arts ingeschakeld om toe te zien op de conditie van de gedetineerde?
4. Waarborgt het
Levensovertuiging;
Worden gedetineerden
dagprogramma de
gedetineerden zijn in de
structureel in de gelegenheid
rechten van
gelegenheid om geloofs- of
gesteld om godsdienstige of
gedetineerden?
levensovertuiging te belijden.
levensbeschouwelijke
(art. 41 lid 4 Pbw en art. 46 en
bijeenkomsten bij te wonen
47 EPR)
en contacten met geestelijk verzorgers te hebben?
43
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Contact onderhouden
Worden gedetineerden in de
buitenwereld: gedetineerden
gelegenheid gesteld om te
worden in de gelegenheid
telefoneren, post te ontvangen
gesteld om contact met de
en te versturen en bezoek te
buitenwereld te onderhouden.
ontvangen?
(art. 13 Gw, art. 36 t/m 40 Pbw
Houdt het dagprogramma
en art. 43 en 45 EPR)
rekening met het recht van gedetineerden om minimaal eenmaal per week met personen buiten de inrichting te telefoneren?
Toegang medische en
Hebben gedetineerden goede
psychische zorg;
toegang tot de medische en
gedetineerden hebben de
psychische zorg, in het
mogelijkheid om een arts,
bijzonder de inrichtingsarts,
psychiater, psycholoog of
psycholoog en tandarts?
tandarts te consulteren. (art. 42 Pbw en art. 26, 27, 29 t/m 32 EPR) Onderwijs en kennisname
Kunnen gedetineerden
nieuws; gedetineerden
gebruik maken van
hebben met het oog op hun
onderwijsaanbod in en/of
reïntegratie recht op
buiten de inrichting?
deelname aan onderwijs en
Worden gedetineerden in de
het kennisnemen van nieuws.
gelegenheid gesteld om
(art. 48 lid 1 Pbw en art. 45, 77
dagelijks kennis te nemen van
t/m 82 EPR)
het nieuws? Worden zij in dit verband standaard in de gelegenheid gesteld de inrichtingsbibliotheek te bezoeken?
44
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Arbeid; gedetineerde heeft
Kunnen gedetineerden
recht op deelname aan de in
gebruik maken van het
de inrichting beschikbare
arbeidsaanbod in de
arbeid. (art. 47 Pbw en
inrichting?
art. 71 t/m 76 EPR) Recreatie/sport; gedetineerde
Houdt het dagprogramma
heeft recht op gebruik maken
rekening met de wettelijk
van sport- en recreatie-
voorgeschreven uren voor
activiteiten. (art. 48 lid 2, 49
recreatie en sport?
Pbw en art. 83 t/m 85 EPR) Luchten; gedetineerde moet
Worden gedetineerden in de
dagelijks een uur in de
gelegenheid gesteld om
buitenlucht zijn. (art. 24, 49 lid
dagelijks een uur in de
3 en 55 lid 1 Pbw, art. 86 EPR)
buitenlucht te zijn?
Hygiëne; gedetineerde heeft
Is er voldoende ruimte voor
recht op persoonlijke hygiëne.
persoonlijke verzorging?
(art. 44 Pbw, art 18 t/m 24 EPR) Voedsel; de inrichting houdt
Wordt bij het aanbod van
rekening met geloof- en
voedsel aan gedetineerden
levensovertuiging bij het
rekening gehouden met
verstrekken van voedsel.
geloof- of levensovertuiging,
(art. 44 lid 1 Pbw)
en voldoende kwaliteit en
Bij het aanbod van voedsel
kwantiteit?
wordt rekening gehouden met, uit medisch oogpunt, goede kwaliteit en hoeveelheid. (art 25 EPR)
45
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Overleg en
Worden gedetineerden in de
vertegenwoordiging; directie
gelegenheid gesteld
draagt zorg voor regelmatig
georganiseerd te overleggen
overleg met gedetineerden
met de directie?
over detentiezaken. (art. 74 Pbw) 5. Heeft de inrichting
De penitentiaire inrichting
Hoe komt gelijke behandeling
aandacht voor het
heeft aandacht voor het
en het verbod op discriminatie
voorkomen van
voorkomen van
in de bejegening van
discriminatie.
ongerechtvaardigd verschil in
gedetineerden tot
bejegening en het verbod op
uitdrukking?
discriminatie . (art. 1 Gw en art. 2 EPR) 6. Wordt bij het
Wordt bij de samenplaatsing
Op grond waarvan wordt
samenplaatsen van
van gedetineerden rekening
bepaald of er contra-
gedetineerden in één
gehouden met de contra-
indicaties zijn voor
verblijfsruimte
indicaties voor
samenplaatsing?
rekening gehouden
samenplaatsing?
Wie besluit of er sprake is van
met de belangen van
(art. 16 lid 2 Pbw, art. 11a
contra-indicaties voor
de gedetineerden?
Regeling selectie, plaatsing en
samenplaatsing?
overplaatsing DJI)
Worden gedetineerden in de gelegenheid gesteld om hun voorkeur uit te spreken voor een celgenoot?
De meerpersoonscellen
Zijn er afsluitbare kastjes voor
voldoen aan specifieke eisen
elke gedetineerde?
m.b.t. sanitair, ventilatie en verlichting. (art. 10 lid 2 en art
Is er een goede afgeschermde
12a, Regeling eisen
toilet- en wasgelegenheid?
verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen, DJI) Op welke wijze wordt de
Wordt er met een
privacy van de gedetineerde
wisselrooster gewerkt?
bij samenplaatsing gewaarborgd?
46
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Op problemen die zich voor
Wordt adequaat gereageerd
doen bij samenplaatsing van
op problemen die zich
gedetineerden wordt
voordoen bij samenplaatsing
adequaat gereageerd.
van gedetineerden?
Hoofdvraag
Aanzet tot norm en bron
Informatievraag
Voorzieningen in het
7. Zijn de veiligheids-
De veiligheidsvoorzieningen
Hoe vaak worden de
kader van orde en
voorzieningen in de
worden regelmatig onder-
technische voorzieningen als
veiligheid van de
inrichting steeds
houden en gecontroleerd.
detectiepoorten, sloten e.d.
inrichting zijn te
operationeel en
gecontroleerd?
allen tijde technisch
worden dagelijks alle
Is het beheer van
volledig bruikbaar en
handelingen verricht
geautomatiseerde systemen
worden voortdurend
om de veiligheid van
zodanig geregeld dat deze
volledig ingezet om
personeel en
alleen gemuteerd kunnen
de veiligheid te
gedetineerden te
worden door de bevoegde
waarborgen
waarborgen?
functionarissen?
Veiligheid Specifiek toezichtcriterium
De medewerkers reageren
Zijn er interne regels die
altijd alert op meldingen en
voorschrijven hoe te handelen
onregelmatigheden met
in geval van het constateren
betrekking tot orde en
van afwijken van het vereiste
veiligheid van de inrichting.
veiligheidspatroon van de inrichting? Worden er alarmmeldingsoefeningen gehouden? Worden alarmmeldingen en de reacties daarop geëvalueerd Hoe wordt gecontroleerd of het personeel alert reageert op de door de technische apparatuur geleverde informatie?
47
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Er is een calamiteitenplan dat
Is er een calamiteitenplan?
de organisatie in staat stelt
Welke onderwerpen worden
adequaat te reageren op
in dit plan geregeld?
ernstige incidenten en/of
Is het plan afgestemd met
rampen.
politie, brandweer, ambulancedienst en andere autoriteiten/voorzieningen? Worden er oefeningen gehouden met het plan?
Regelgeving gericht
8. Zijn medewerkers
De instructies gericht op het
Zijn er dienstinstructies
op handhaving orde
op de hoogte van en
beperken van de rechten van
gericht op handhaving van
en veiligheid wordt
getraind in het
gedetineerden en in het
orde en veiligheid
nageleefd.
hanteren van
bijzonder het toepassen van
beschikbaar?
beperkende regels /
geweld voldoen in ieder geval
Komt de inhoud van de
geweldmaatregelen?
aan de volgende eisen:
dienstinstructies gericht op
− de instructies zijn conform
handhaving van orde en
de Geweldsinstructies
veiligheid overeen met wet-
penitentiaire inrichtingen.
en regelgeving?
(art. 40 EPR en art. 35 lid 4
Worden de dienstinstructies
Pbw)
gericht op handhaving van
− op papier of elektronisch
orde en veiligheid regelmatig
beschikbaar voor de
bijgesteld?
medewerkers
Zijn de dienstinstructies
− in voor het personeel begrijpelijke taal opgesteld − worden in geval van
gericht op handhaving van orde en veiligheid bekend bij de medewerkers?
wijziging beleid (of
Worden alle (executieve)
instructies) geactualiseerd.
medewerkers voldoende geschoold in de dienstinstructies gericht op handhaving van orde en veiligheid?
48
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Alle (executieve)
Worden alle (executieve)
medewerkers worden
medewerkers voldoende
structureel geschoold en
getraind in de
getraind zodat er altijd
dienstinstructies gericht op
voldoende vaardigheid is in
handhaving van orde en
het toepassen van de
veiligheid?
instructies. Hierbij is aandacht
Wordt voldoende getoetst of
voor proportionele toepassing.
executieve medewerkers
(art. 40, 55 lid 2 en 63 lid 1
voldoende vaardigheid
EPR)
hebben in het toepassen van de dienstinstructies gericht op handhaving van orde en veiligheid? Is bij het scholen en trainen van medewerkers, gericht op handhaving van orde en veiligheid, voldoende aandacht voor proportionele toepassing?
Er is een calamiteitenteam dat
Bestaat er een calamiteiten-
getraind is om zorgvuldig en
team?
proportioneel geweld toe te
Is het calamiteitenteam
passen. (art. 35 Pbw en art. 63
voldoende uitgerust om zijn
lid 3 EPR)
werkzaamheden te kunnen uitvoeren? Is het calamiteitenteam extra getraind op proportionele inzet?
49
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Er wordt samen-
9. Wordt er
Samenwerking bestaat
Vindt er regelmatig overleg
gewerkt met
samengewerkt met
tenminste uit:
plaats met ketenpartners op
relevante keten-
partners in de
− er zijn randvoorwaarden
het terrein van
partners (om de
strafrechts- en
gecreëerd zodat incidenten
maatschappelijke veiligheid?
gevolgen van
veiligheidsketen?
beheerst worden en
Zijn er (schriftelijke)
incidenten te
calamiteiten zoveel
afspraken over samenwerking
beheersen en
mogelijk voorkomen
met ketenpartners op het
calamiteiten te
worden.
terrein van maatschappelijke
er is sprake van periodiek
veiligheid?
−
voorkomen op het terrein van
overleg met de meest
veiligheid)
relevante ketenpartners.
Geweld, bedreiging
10. Is er open
Communicatie tussen
Biedt het dagprogramma
en intimidatie binnen
communicatie tussen
medewerkers en
mogelijkheden voor
de inrichting wordt
gedetineerden en
gedetineerden wordt
communicatie tussen
voorkomen.
medewerkers?
gestimuleerd, zodat
medewerkers en
spanningen in omgang tussen
gedetineerden en wordt dit
gedetineerden en tussen
voldoende gestimuleerd?
gedetineerden en personeel
Is het klimaat van bejegening
geconstateerd kunnen
respectvol?
worden. (art. 52 en 56 EPR)
Worden klachten m.b.t. bejegening serieus opgepakt? Werkt de inrichting aan (verbetering van) de bejegening?
11. Waarborgt het
Bij de samenstelling van
Wordt er rekening gehouden
inrichtingsbeleid dat
groepen en groepsactiviteiten
met bekend zijnde beheers/ of
onderling geweld,
wordt rekening gehouden met
beveiligingsrisico´s van
bedreiging en
risicoprofielen van
gedetineerden?
intimidatie wordt
gedetineerden. (art. 11 en 12
Zijn procedures omtrent
voorkomen?
EPR)
winkeltegoeden, belmomenten, bestellingen winkel, ruilen goederen etc. beschreven? (Dit kunnen elementen zijn die vatbaar zi jn voor intimidatie en bedreiging)
50
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Is er regelmatig overleg m.b.t. justitiabelen met functionarissen uit verschillende disciplines? Worden daarbij beslissingen m.b.t. groepssamenstelling genomen? Er is gerichte controle op de
Welke controles vinden in het
aanwezigheid van
kader van onderzoek op
contrabande ter vermijding
contrabande plaats?
van veiligheidsrisico’s. Personeelsinzet is afgestemd
Is op momenten van directe
op beheersrisico´s.
contacten tussen justitiabelen de personeelsinzet voldoende?
Incidenten worden
Worden voorkomende
geëvalueerd.
incidenten geëvalueerd? Leiden incidenten tot bijstelling van bestaand beleid?
Er wordt opgetreden
12. Heeft de inrichting
Er is een drugsbeleid dat
Is er een vastgesteld
tegen invoer van,
een samenhangend
voldoet aan de volgende
drugsbeleid?
handel in en gebruik
beleid gericht op
eisen:
Zijn medewerkers bekend met
van drugs.
voorlichting,
− het is formeel vastgesteld.
het drugsbeleid?
begeleiding en
− medewerkers hebben
Zijn de medewerkers
bestrijding van drugs?
kennis van de inhoud van
betrokken bij het opstellen
het beleid.
van het drugsbeleid?
− er is samenhang tussen
Is er voldoende samenhang in
voorlichting, ontmoediging,
het beleid m.b.t. voorlichting,
begeleiding en bestrijding.
ontmoediging, bestrijding en
− het beleid sluit aan op het
zorg ten aanzien van
zorgbeleid voor
verslaafden?
verslaafden.
Is actieve voorlichting een
− er is sprake van evaluatie en bijstelling van beleid.
onderdeel van het vastgestelde drugsbeleid?
(Nota Drugsontmoedigingsbeleid)
51
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Is er sprake van evaluatie van beleid wat kan leiden tot bijstelling van het beleid? 13. Wordt er conform
Toepassing van het
Wordt het drugsbeleid
het vastgestelde
drugsbeleid behelst in ieder
kenbaar gemaakt aan de
drugsbeleid gewerkt?
geval:
gedetineerden?
− de gedetineerden worden
Vinden in voldoende mate
geïnformeerd over de
controles plaats?
maatregelen die in het
Wordt er consequent
kader van drugsbeleid
gesanctioneerd?
genomen kunnen worden. − verslaafden worden begeleid. − er vinden regelmatig (urine)controles plaats. − sancties worden consequent toegepast. (art. 29 Pbw) Er is aandacht voor
14. Is de organisatie
De organisatie is ingericht en
Kunnen medewerkers bij het
integriteit, op
ingericht om de kans
personeel wordt ingezet op
management terecht met
incidenten wordt
op integriteit-
een wijze waarop de kans op
integriteitkwesties?
adequaat
inbreuken te
het plaatsvinden van
Toont het management een
gereageerd.
minimaliseren?
integriteitinbreuken is
voorbeeldfunctie op het
geminimaliseerd. Daarbij
gebied van integriteit?
hoort o.a.:
Is integriteit een structureel
− integriteit is structureel
onderdeel van werkoverleg,
−
een onderdeel van het
functioneringsgesprekken en
werkoverleg;
opleidingen?
de organisatie kent
Zijn VIR en WBP
zorgvuldige regels voor het
geïmplementeerd?
omgaan met vertrouwelijke
Is er een vertrouwenspersoon
informatie waarover men
met een duidelijke rol in het
beschikt.
integriteitbeleid?
52
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
15. Is er sprake van
Er is een integriteitbeleid dat
Is er een vastgesteld
een integriteitbeleid
tenminste voldoet aan:
integriteitbeleid?
− het integriteitbeleid is
Is het integriteitbeleid een
onderdeel van een bredere
herkenbaar onderdeel van de
visie;
visie van de organisatie?
− integriteit is ingebed in de organisatie; − het integriteitbeleid draagt
Zijn medezeggenschap en medewerkers voldoende betrokken bij het opstellen
eraan bij dat medewerkers
van dit integriteitbeleid?
hun veiligheid, hun
Is er een gedragscode met
onafhankelijkheid en hun
duidelijke, heldere normen en
professionele rol ten
waarden?
opzichte van gedetineerden handhaven. (art. 1, 51, 52, 54 lid 1, 55 lid 4 en 56 EPR) 16. Worden
Voldoende op de hoogte zijn
Zijn medewerkers op de
medewerkers
behelst in ieder geval dat
hoogte gebracht van de regels
geïnformeerd over
medewerkers beleid,
op het gebied van integriteit,
beleid en regelingen?
protocollen, regelingen,
incl. de gedragscode?
gedragscode, ambtseed, regeling aannemen geschenken e.d. kennen (art. 55 EPR) 17. Zijn doelstellingen
De organisatie heeft het
Is er een analyse van
en prioriteiten
integriteitbeleid naar de eigen
kwetsbare werkgebieden
vastgesteld en
kenmerken van de organisatie
gemaakt?
worden o.g.v.
en de locatie vertaald.
Tonen management en
gesignaleerde risico’s
medewerkers zich bewust te
maatregelen ingezet
zijn van de risico’s op het
om de doelstellingen
gebied van integriteit?
te beheersen?
Kent het integriteitbeleid concrete, zo mogelijk meetbare doelstellingen? Kent het integriteitbeleid een duidelijke normstelling?
53
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Is er een overzicht van risicovolle functies? De organisatie heeft op de
Speelt integriteit een rol bij
voor de organisatie
het aannamebeleid en de
gesignaleerde
introductie van nieuwe
integriteitrisico’s specifieke
medewerkers?
beheermaatregelen getroffen
Is er sprake van voldoende
op o.a. de volgende terreinen:
functiescheiding bij risicovolle
− werving en aanstelling van
functies?
personeel;
Is er aandacht voor een
− inzet medewerkers;
evenwichtige samenstelling
− opleidingen voor de
van de teams?
medewerkers;
Rouleren medewerkers
− beoordeling van
periodiek tussen de
functioneren van
afdelingen / teams?
medewerkers.
Rouleren de afdelingshoofden / teamleiders periodiek tussen de verschillende afdelingen / teams? Is integriteit een onderwerp in de opleidingsplannen van de medewerkers? Komt integriteit aan bod in het functioneringsgesprek? Zijn er maatregelen om de belemmeringen voor een open en transparante organisatie als gevolg van de aanwezigheid van verschillende bestemmingen in een locatie weg te kunnen nemen?
54
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Zijn er maatregelen om de belemmeringen voor een open en transparante organisatie als gevolg van de gebouwelijke structuur weg te kunnen nemen? Zijn er protocollen m.b.t. vertrouwelijke informatie? Stemt de inhoud van deze protocollen overeen met weten regelgeving (bv. VIR en WBP)? 18. Wordt de goede
Regelingen en procedures
Is er sprake van
uitvoering van beleid
worden nageleefd.
zelfcorrigerend vermogen
en beheersings-
door uiten kritiek, open
maatregelen bewaakt
communicatie, elkaar
en worden integriteit-
aanspreken op (on)gewenst
breuken adequaat
gedrag en aanspreken door
aangepakt?
het management? Wordt de naleving van alle regelingen en procedures betreffende het integriteitbeleid door het management gecontroleerd en aangestuurd? Is er sprake van transparantie over afhandelingen van integriteitinbreuken? Adequaat aanpakken van
Is de reactie op incidenten
incidenten houdt in ieder
conform het integriteitbeleid?
geval in dat reacties op
Worden integriteitinbreuken
incidenten conform het
achteraf geanalyseerd?
opgestelde integriteitbeleid zijn.
55
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Bij een vrijheden- en
19. Op welke wijze
De wijze van besluiten nemen
Is er een vastgestelde
overplaatsingsbesluit
worden vrijheden- en
omvat tenminste het
procedure?
worden risico’s en
overplaatsings-
volgende:
Sluit de gehanteerde
belangen zorgvuldig
besluiten genomen?
− er is een vastgestelde
procedure aan op de
afgewogen.
procedure. − de gehanteerde procedure
regelgeving? Is de procedure duidelijk op
sluit aan bij de regel -
het aspect risico - en
geving.
belangenafweging?
− bepaald is welke
Is vastgelegd welke
functionarissen bij een
functionarissen bij een besluit
besluit betrokken dienen te
betrokken dienen te zijn?
zijn.
Wat is de rol van het
− risico- en belangen-
detentieberaad?
afweging is een onderdeel van de procedure. ( art. 13, 15 25, 26 en 52 Pbw) 20. Vindt er een
Voor een zorgvuldige
Houden medewerkers zich in
zorgvuldige afweging
afweging is het van belang
de praktijk aan de procedure?
plaats van de risico’s
dat:
Hoe wordt in de praktijk
en belangen bij de
− medewerkers zich houden
inzake het vrijhedenbeleid
totstandkoming van een vrijheden- en overplaatsingsbesluit?
aan de procedure. − medewerkers een goed
rekening gehouden met risico’s gelegen in de persoon
zicht hebben op de risico’s
van de gedetineerde?
en belangen.
Zijn de besluiten voldoende gemotiveerd? Welke rol speelt de executieindicator?
56
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Reïntegratie Specifiek
Hoofdvraag
Aanzet tot norm en bron
Informatievraag
Justitiabelen die op
21. Vindt er bij
De inrichting reageert bij
Is er een valide screening bij
grond van medische
binnenkomst
binnenkomst van de
binnenkomst?
of psychische
structureel screening
gedetineerde adequaat op
Wie heeft een rol in de
redenen, of op grond
van gedetineerden
signalen en vormen van
uitvoering van die screening?
van delictgedrag
plaats?
afwijkend en probleemgevend
Waar/door wie worden de
extra bescherming
gedrag.
uitkomsten van screening bij
behoeven worden
(art. 2 lid 2, 16 en 43 lid 2 en 3
binnenkomst besproken?
(vroegtijdig)
Pbw en art 26, 29 en 100 EPR)
toezichtcriterium
geïdentificeerd.
22. Worden de juiste
De inrichting reageert
Is er alertheid en aandacht bij
middelen door de
adequaat op signalen indien
uitvoerend personeel m.b.t.
inrichting ingezet,
gedetineerden tijdens hun
signalen van problematisch
wanneer individuele
verblijf in de inrichting
gedrag van gedetineerden?
gedetineerden
problematisch of gestoord
Weten uitvoerend
problematisch gedrag
gedrag gaan vertonen.
medewerkers hoe ze signalen
vertonen?
(art. 43 Pbw en art. 30 en 32
van problematisch gedrag aan
EPR)
de orde kunnen stellen? Is er structurele communicatie tussen uitvoerend personeel en staf?
Gedetineerden die
Worden individuele
problematisch of gestoord
begeleidingsplannen
gedrag vertonen krijgen een
opgesteld en gehanteerd?
passende begeleiding.
Is er binnen de inrichting een afdeling waar gedetineerden die bijzondere zorg behoeven worden opgevangen? Zijn de processen om gedetineerden in landelijke of regionale voorzieningen binnen of buiten het gevangeniswezen te plaatsen effectief?
57
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Omgeving en
23. Wordt bij het
Tenuitvoerlegging straf of
Is bij plaatsing rekening
programma sluiten
vaststellen van een
maatregel wordt zoveel
gehouden met
aan op risicofactoren
programma rekening
mogelijk dienstbaar gemaakt
vestigingsregio?
die bijgedragen
gehouden met
aan voorbereiding terugkeer
Wordt er in de opzet van
hebben aan het
aansluiting van
in de samenleving. (art. 2 lid 2
reïntegratieplannen overlegd
ontstaan van
reïntegratieplan en
Pbw)
met instellingen buiten de
crimineel gedrag:
noodzakelijke
De gang van zaken bij de
inrichting om aansluiting van
recidive beperkende
vervolg-
opneming van de
binnen naar buiten te
activiteiten.
voorzieningen?
gedetineerden in de inrichting
realiseren?
dient in overeenstemming te zijn met de grondbeginselen van de wet, en dient erop gericht te zijn de gedetineerden bij te staan bij de oplossing van dringende persoonlijke problemen. (art. 9 EPR) 24. Wordt er gewerkt
Zo spoedig mogelijk na
Vindt er bij binnenkomst
met een
binnenkomst dient, ter
selectie plaats t.b.v.
reïntegratieplan?
voorbereiding op
reïntegratiebegeleiding?
invrijheidsstelling, een volledig
Welke functionarissen zijn
verslag met relevante
betrokken bij de selectie?
informatie omtrent de
Wordt er een reïntegratieplan
persoonlijk omstandigheden,
opgesteld?
alsmede een reïntegratieplan
Wat is de tijdsduur tussen
te worden opgesteld voor
binnenkomst en het opstellen
iedere gedetineerde die is
van het reïntegratieplan?
veroordeeld tot een straf
Welke elementen (bijv.
waarvan de duur zich hiervoor
onderwijs, trainingen, zorg
leent. (art 10 lid 1 EPR)
e.d.) worden in het plan opgenomen? Wordt het reïntegratieplan tussentijds geëvalueerd en bijgesteld? Is er een wachttijd voor deelname aan reïntegratieprogramma’s?
58
Januari 2006
Doorlichting – PI Midden Holland locatie Alphen a/d Rijn Inspectie voor de Sanctietoepassing
Kunnen de reïntegratie programma’s op de locatie worden aangeboden? Justitiabelen worden
25. Bieden de
Voor zover de lengte van de
Is er een fysieke ruimte
aangemoedigd om
faciliteiten (omgeving
straf het toelaat wordt het
waarbinnen gedetineerden
zelf verantwoor-
en dagprogramma’s)
verantwoordelijkheidsbesef
vrijelijk kunnen verblijven en
delijkheid te nemen
ruimte tot zelf-
van gedetineerden ontwikkeld
met elkaar kunnen omgaan?
voor de oplossing
ontplooiing?
en wordt hun een houding en
Hebben gedetineerden
vaardigheden bijgebracht die
invloed op de samenstelling
hen bij hun terugkeer in de
van het dagprogramma?
maatschappij na ontslag
Zijn er belemmeringen bij
zoveel mogelijk kansen zullen
keuzes tussen soorten
bieden om gezagsgetrouw te
activiteite n?
van hun problemen.
leven en in eigen behoeften te voorzien. (art. 3 EPR en art. 47, 48 en 49 Pbw) 26. Stimuleren
Doel van bejegening in
Is er een visie op de grond-
medewerkers het
detentie is onder meer:
houding van de medewerkers
nemen van eigen
ontwikkelen van verantwoor-
naar gedetineerden?
verantwoordelijk door
delijkheidsgevoel
Wordt deze gedragen door de
de justitiabelen?
(art. 3 EPR)
medewerkers?
De instelling werkt
27. Sluit de keuze van
De inrichting werkt samen
Beschikt de inrichting over
samen met relevante
samenwerkings-
met relevante organisaties op
een actuele analyse van
ketenpartners op het
partners aan bij de
het terrein van de maat-
kenmerken van de
terrein van
doelstellingen van
schappelijke dienstverlening,
uitstromende gedetineerden,
reïntegratie.
reïntegratie?
onderwijs, (gezondsheids-)
die van belang zijn in verband
zorg en GGZ.
met hun terugkeer in de
(art. 2 lid 2 Pbw)
samenleving? Zijn er convenanten of contracten met partnerorganisaties? Sluiten de gekozen samenwerkingsverbanden aan op de reïntegratiebehoeften van gedetineerden?
59
Justitie werkt aan een veiliger samenleving
Justitie voorkomt en bestrijdt criminaliteit. Adequate opsporing, snelle berechting en consequente uitvoering van straffen en maatregelen zorgen dat Nederland veiliger wordt.
Uitgave Februari 2006, Ministerie van Justitie, Inspectie voor de Sanctietoepassing, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag