Cursusgids vervolgcursus1 georganiseerd door Bijenhouders vereniging Utrecht e.o.
Henk Verver 2012
1
Soms wordt nog de verouderde term ‘gevorderden cursus’ voor deze cursus gebruikt
Inleiding De Bijenhouders Vereniging Utrecht (BVU) organiseert komend jaar een vervolgcursus voor praktiserende imkers met enige ervaring. De cursus leidt een gediplomeerde basiscursist op tot zelfstandig imker, dat wil zeggen een imker die zonder hulp van een mentor op een verantwoorde manier kan bijenhouden. Het aantal cursisten is gelimiteerd tot 16 personen. Bij te weinig inschrijvingen wordt de cursus een jaar uitgesteld.
Organisatie De cursus wordt in Utrecht gegeven door Henk Verver, bijenteelt leraar B. Voor informatie en vragen over de inhoud van de cursus kunt u zich richten tot de docent (
[email protected]). U dient zich tijdig aan te melden via het aanmeldingsformulier dat op de website van de BVU (www.bijenverenigingutrecht.nl) kan worden gevonden. Voor meer informatie zie ook deze website of informeer bij de cursuscoördinator Lisette van Ingen (
[email protected]). De theorie- en praktijklessen worden gegeven op de NMC locatie in de Vancouverdreef 69/70. De 10 theorie lessen op dinsdagavonden (aanvang 19:30) en de praktijklessen op zaterdagen. Het lesprogramma met een volledig overzicht van alle cursusdata en inhoud van de lessen staat in het overzicht onder Cursusprogramma. Bij de cursus wordt gebruik gemaakt van lesmateriaal dat door de leraar wordt aangereikt. Het lesgeld voor deze cursus (inclusief lesmateriaal) bedraagt € 200,00. Het programma van deze vervolgcursus voldoet aan de door de NBV gestelde eisen. Wanneer deze cursus met goed resultaat is gevolgd ontvangt de cursist een NBV diploma.
Cursusprogramma De cursus legt het accent op praktijkgerichte theoretische kennis, waarbij zelfstudie en het uitvoeren van opdrachten een onderdeel zijn. Ook kent de cursus een substantieel praktijkgedeelte, waarin het bestudeerde aan de hand van praktische uitvoering zal worden ervaren. Opdrachten (theorie en praktijk) zullen aansluiten op de lesstof en worden individueel of in groepen uitgevoerd. Resultaten worden aan de gehele groep cursisten gepresenteerd en toegelicht. Voor de plenaire praktijklessen is er per twee cursisten één bijenvolk aanwezig in de lesstal aan de Vancouverdreef. Van de cursisten wordt verwacht dat zij in groepjes praktische opdrachten uitvoeren op een voor de cursus beschikbaar eigen volk in de eigen stal en daarover plenair rapporteren. De onderwerpen van het praktijkgedeelte in groepjes worden gekozen in overleg met de cursisten. Bovendien zullen aanwijzingen worden gegeven om zich via zelfstudie onderwerpen eigen te maken.
De vaste programmadelen bestaan uit: Theorie (20 uur in 8 lesavonden en 2 presentatie avonden): -
Leven en biologie van de honingbij (anatomie van de honingbij, ontwikkeling, levenscyclus, communicatie, taken, feromonen, enz.). Biologie van het bijenvolk. Basisprincipes van diverse bedrijfsmethodes ten behoeve van zwermverhindering, honingwinning, inzet voor bestuiving en voorkomen van ziekten. Basisprincipes van koninginnenteelt en kwaliteitsverbetering van de bijenpopulatie op eigen stand. Bijengezondheidszorg, inclusief het herkennen van ziektes en de bestrijdingsmethodes daarvoor, inclusief de kennis van wettelijke regelingen en verplichtingen. Kennis van de winning en verwerking van bijenproducten zoals honing, was en propolis, inclusief kennis van wettelijke normen en hygiënische maatregelen. Basiskennis over inzet van bijen voor de bestuiving en over economische aspecten van het bijenhouden. Inzicht in het belang van bijen voor de omgeving en inzicht in de relatie met andere bestuivende insecten. Beginselen bloembiologie.
Praktijk (16 uur in 8 dagdelen): -
Uitvoeren van diverse bedrijfsmethodes met daarbij de focus op het houden van gezonde en vitale volken Het ‘lezen’ van een bijenvolk Voor de rest kan door de cursisten worden gekozen uit: o o o o o o
Uitvoeren van een vorm van koninginnenteelt Uitvoeren van winning en verwerking van bijenproducten Opstellen van een drachtplantenkalender in een bepaald gebied Volk vermeerdering Zwermvertraging ……
Daarnaast dient men rekening te houden met circa 20 uur voor zelfstudie en het uitvoeren van opdrachten.
De lesdata voor de theorie zijn: 22 en 29 januari; 5, 12 en 26 februari; 5, 12, 19 en 26 maart; 17 en 24 september zijn voor de presentaties van de opdrachten
In de plenaire lesdata2 voor de praktijk worden de volgende teelttechnische maatregelen genomen: Voorjaarsinspectie: verenigen of aanhouden (moer merken en, knippen en op maat zetten): 1 les Voorjaarsontwikkeling, poetsgedrag en raatvernieuwing : 2 lessen Broednest ontwikkeling op nieuwe raat: 2 lessen Koninginnenteelt: 1 les Varroa bestrijding: 2 lessen
Beoogd resultaat van de cursus De afgestudeerde cursist is in staat: -
Zelfstandig bijen te houden en “in de bijen te werken”. De conditie van een bijenvolk te beoordelen. Eigenschappen van een volk vast te stellen. De benodigde en juiste teelttechnische maatregelen te nemen. Met de meest voorkomende bedrijfsmethoden het productieproces te plannen en uit te voeren. Een vorm van koninginnenteelt uit te voeren. Bijenziekten en spuitschade te herkennen en de juiste behandelmethode toe te passen. Preventieve en curatieve gezondheidsmaatregelen te nemen. Voorlichting te geven over bijen en het houden van bijen. Drachtgebied(en) in de omgeving te herkennen en op basis daarvan een jaarplan op te stellen voor het bijenvolk. De kwaliteit van de bijenweide verbeteren. Diverse producten uit de imkerij te winnen. De kwaliteitsaspecten van de eigen bijenvolken te beoordelen.
Diplomering. Tijdens de cursus zal door middel van toetsing worden bepaald of de cursist aan de leerdoelen uit deze cursusgids voldoet. De toetsing zal worden gecontroleerd door een onafhankelijke, door de BVU geaccepteerde gecommitteerde. De gecommitteerde is een deskundig, ervaren imker of een leraar bijenteelt. De gecommitteerde zal aan de landelijke Commissie Bijenteeltonderwijs rapporteren aan de hand van een vastgesteld evaluatieformulier. 2
Exacte data zijn afhankelijk van de ontwikkeling van de volken (warm/koud voorjaar)
De cursist ontvangt een door de NBV uitgegeven diploma als voldaan is aan de onderstaande voorwaarden : - De cursist is geslaagd voor de toetsen. - De cursist heeft 80 % van de lessen - theorie en praktijk - actief bijgewoond. - De cursist heeft een positieve bijdrage geleverd aan het resultaat /het uitvoeren en presenteren van de opdrachten Op alle cursussen die onder auspiciën van de NBV worden verzorgd is de Regeling Bijenteeltonderwijs van toepassing. Voor de beschrijving hiervan verwijzen wij naar de website van de NBV: www.bijenhouders.nl
Toelatingseisen Om deze vervolgcursus met goed resultaat te kunnen volgen worden aan een cursist de volgende eisen gesteld: 1. 2. 3. 4. 5.
Cursist moet geregistreerd en betalend lid zijn van de NBV. Cursist moet in bezit zijn van het basis diploma of gelijkwaardig3 Cursist moet aantoonbaar tenminste 93 volk seizoenen4 praktijk ervaring hebben Cursist zal 1 eigen volk op zijn/haar stal (uitsluitend) inzetten voor deze cursus Cursist bezit imkermaterialen (kap, beitel, pijp, raampjeslichter) die alléén5 voor de plenaire praktijklessen worden ingezet 6. Cursist kan begrijpend Duits en Engels lezen 7. Cursist gebruikt e-mail en internet 8. Bij aanvang van de eerste theorieles is het gehele cursusgeld overgemaakt
Maar als belangrijkste eis: enthousiasme voor het houden van bijen!
3
Of vergelijkbare kennis en ervaring bezitten, dit ter beoordeling door de docent
4
1 volk seizoen betekent dat je een bijenvolk vanaf 1 januari t/m 31 december zelfstandig (eventueel met collega imker of mentor) actief hebt verzorgd. Een half volk seizoen betekent dat je een (kunst)zwerm hebt ingewinterd. Rekenvoorbeeld 1: jaar 1 (start imkeren in dat jaar): 1 volk; jaar 2 (kunstzwerm erbij): 2 volken; jaar 3 (2 kunstzwermen erbij): 4 volken; jaar 4: 4 volken; resulteert in 0,5+1,5+3+4= 9 volk seizoenen. Rekenvoorbeeld 2: jaar 1 (start imkeren in dat jaar): 2 volken; jaar 2 (kunstzwermen erbij): 4 volken; jaar 3 (2 kunstzwermen erbij): 6 volken; resulteert in 1+3+5= 9 volk seizoenen.
5
Gebruik van imkermaterialen, die ook op eigen stal(len) worden gebruikt zijn i.v.m. besmettingsgevaren NIET toegestaan