De tot op heden kleine en intieme Nederlandse
Niet alleen Advanced Business Creation denkt
opleiding Advanced Business Creation, groeit op
na over de overweging om decentrale selecties
jaarbasis enorm in het aantal aanmeldingen. De
in te voeren. Elk jaar nemen er duizenden
opleiding onderscheidt zich door het aanreiken
studenten deel aan decentrale selecties, waarbij
van de combinatie van de twee begrippen
zij o.a. tijdens een intake beoordeling getest
‘creativiteit’ en ‘business’. De opleiding wil op dit
worden op de mate van creativiteit. Aan hand
gebied origineel blijven en geeft daarom de
van de resultaten van de test kan de
voorkeur aan zich kleinschalig voort te zetten. Het
desbetreffende opleiding bepalen of de student
is daarom genoodzaakt de groei van het aantal
over voldoende creatief vermogen bezit om
nieuwe studenten te remmen. Een mogelijke
deel te nemen aan de opleiding (Baer, 2002).
oplossing voor dit probleem is het invoeren van een decentrale selectie. Zo krijgen potentiele
Wat is creativiteit?
studenten niet direct toegang tot de opleiding, maar moeten zij eerst deel nemen aan bepaalde
Alfred Balkin geeft in het artikel ‘What is
opdrachten, gesprekken of testen.
creativity? What is it not?’, aan dat creativiteit
Intelligente mensen kunnen niet gelijk meteen als
vaak onterecht vergeleken wordt met het
creatief worden beschouwd. Er is een beperkte
begrip ‘originaliteit’. Alhoewel het natuurlijk wel
relatie tussen een hoog IQ en een hoog niveau
elementen van creativiteit bevat. Het wordt ook
van creativiteit. Creatieve mensen zijn
vaak verward met het begrip ‘spontaniteit’, wat
daarentegen wel degelijk intelligent. Deze punten
in veel gevallen verwijst naar aandacht zoeken,
zijn onderzocht en onder woorden gebracht in
gevaarlijk, apart gedrag en uitbundigheid. De
George Kneller’s The Art and Science of Creativity
drie P’s van creatieve vergelijking (persoon,
(Holt, Rinehart & Winston, 1967).
proces en product) wijzen naar het volgende: creativiteit is een interactie van persoon of
Zowel de economische en zakelijke kant, als de
meerdere personen om door middel van een
creatieve vaardigheden zullen dus getest moeten
proces een product te bedenken. Soms is het
worden, voordat potentiele leerlingen deel
product de oplossing van een probleem, soms
mogen nemen aan de opleiding.
is het de persoon zelf en soms is het ook 1
daadwerkelijk een tastbaar product (Balkin, z.d.)
Stephen Tepper identificeert het begrip
Ook moeten zij van hoge kwaliteit zijn. Het derde
creativiteit in actie en citeert Csikszentmihalyi’s
component verwijst naar het feit dat creatieve
gevonden begrip dat creativiteit over de
ideeën moeten aansluiten aan de taak. Kort
zogenoemde ‘flow’ gaat. Ook wel het gevoel dat
gezegd moet een creatief respons op een
individuen voelen wanneer ze sterk betrokken zijn
probleem nieuw, goed en relevant zijn (Kaufman &
bij een taak, waarbij zij een gevoel van opwinding
Sternberg, 2007).
en diep genot ervaren tijdens het werken aan een
Het zou deugdelijk zijn als creativeitstesten zowel
uitdaging of een opdracht. Michael Devine zegt
het cognitieve als het non-cognitieve vermogen
dat creatief zijn gaat over het loslaten van
van de respondent zouden meten. Met
hiërarchische structuren. Deze creëren gesloten
cognitiviteit wordt het divergent denken bedoeld,
en minder creatieve omgevingen voor faculteiten
het maken van associaties, het combineren van
en studenten. Doorgaan over de studenten, zegt
grote categorieën en het werken met veel
Tori Haring Smith dat creatieve studenten
verschillende ideeën tegelijkertijd. Non-cognitief
intelligent en open minded zijn. Het zijn
vermogen kan ook wel worden beschreven als de
risicozoekers en mensen met veel zelfvertrouwen.
mate van motivatie, verlangen en het nemen van
Het gaat over personen die houden van het
risico’s. Daarnaast zouden er met creativiteitstesten
nemen van uitdagingen, waarde hechten aan
ook persoonlijke eigenschappen gemeten moeten
binnenlandse en wereldwijde diversiteit en
worden. Er zou gekeken moeten worden naar
flexibel zijn in het creatief oplossen van
flexibiliteit, tolerantie, onafhankelijkheid en de
problemen (Couture, 2006). Creatieve artiesten
houding tegenover veranderingen (Cropley, 2000).
zien de wereld vanuit een uniek perspectief en zijn in staat om dat perspectief te delen door
Creativiteitstesten zijn onbetwistbaar geen
middel van nieuwe modellen en manieren van
schaarste. Kaltsounis en Honeywell publiceerde
communiceren (Sheridan Rabideau, 2010).
een aanzienlijke lijst van creatieve proeven en Torrance en Goff identificeerde niet minder dan
Basis informatie testen.
255 dergelijke instrumenten.
Wanneer je een blik werpt op de definities van creatieve ideeën komen er volgens Kaufman en Sternberg vooral drie componenten naar voren. Zo moeten de ideeën iets onderscheidends, nieuws of innovatiefs presenteren.
2
Nochtans deze grote hoeveelheid aan creatieve
Testen.
testen, worden deze echter wel in twijfel
Remote Associates Test (RAT)
getrokken, hoofdzakelijk door de technische tekortkomingen. Desondanks de twijfel worden
Een vaak genoemde test is de RAT (Remote
de testen nog steeds benut (Hocevar, 1981;
Associates Test) (Mednick, 1962). Deze test wordt
Hocevar & Bachelor, 1989; Cooper, 1991).
niet echt meer gebruikt, maar heeft wel veel invloed gehad op creativiteitstesten. De test is
Vaak wordt bij testen de interne consistentie
gebaseerd op het vinden van ver afstaande
gemeten. Dit geeft aan in hoeverre verschillende
associaties tussen verschillende woorden.
onderwerpen in een test die eenzelfde kenmerk
Volgens de test zijn mensen die dit goed kunnen
beogen te meten, dat ook daadwerkelijk doen.
creatiever, dan mensen die de associaties minder
Dit wordt gemeten met Cronbach’s alpha en kan
snel kunnen vinden.
waarde stellen van minus oneindig tot 1. Het is
De test bestaat uit 30 opgaven, waarvoor 40
gangbaar om te hanteren dat de alpha hoger of
minuten gegeven wordt. De opgaven bestaan uit
gelijk aan 0.70 moet zijn om als valide te worden
drie ongerelateerde woorden (b.v. maan, kaas en
gezien (Vale, Silcock, & Rawles, 1997). Al zijn de
gras), de taak van de beproefde persoon is om
meningen verdeeld over de betrouwbaarheid van
hierbij een vierde woord te zoeken, wat de
de Cronbach’s alpha. Het blijkt namelijk dat door
ongerelateerde woorden relateert (in het geval
één enkele opgave de gehele coëfficiënt
van het voorbeeld zou dit woord: blauw zijn). De
beïnvloed kan worden (Christmanna & van
uitslag van de test is het aantal correcte
Aelstb, 2004). Bovendien betekent een zeer hoge
antwoorden.
interne consistentie, dat verschillende opgaven
Mednick publiceerde zijn test met als interne
over hetzelfde onderwerp een tamelijk gelijke
consistentie 0.91 tot 0.92. Deze consistentie was
score opleveren, maar dat wil niet per direct
gemeten bij mannelijke en vrouwelijke
toezeggen dat het onderwerp goed gemeten is.
studenten. De correlatie met de docenten op een design academie was daarentegen op universitair niveau 0.70. Dit verschilt met de uitslag van Mednick. 3
De schaal onderscheidt aanzienlijk tussen psychologie studenten en creatieve onderzoekers, waarbij de creatieve onderzoekers lager op creativiteit scoren.
Ook de scores op de RAT maken onderscheid
(Triarchic Abilities Test)
tussen liberaal sociaal denkende studenten en
Een belangrijke vooruitgang op het gebied van
de conservatief denkende studenten. Evenwel
creativiteitstesten is dat er wordt erkend dat
als de studenten met beroepsonderwijs
daadwerkelijke creatieve productie niet alleen te
gebaseerd op kunst en gebaseerd op
maken heeft met het divergent denken, maar ook
werktuigbouwkunde.
convergent denken vereist (Brophy, 1998).
Hoe dan ook de RAT test laat niet meer zien dan matige correlaties met creatief gedrag in
Rickards (1994) beargumenteerde ook dat het proces om effectieve nieuwigheden te produceren beide kanten van denken vereist om een productie compleet te maken.
nontest situaties (Kasof, 1997). (Creative Reasoning Test) (CRT) Een test gebaseerd op probleem oplossing is de Creative Reasoning Test (Doolittle, 1990). Deze test heeft twee levels: level A voor groep 3 tot en met 6 en level B voor middelbare school en vervolg onderwijs. Per level zijn er twee vormen: vorm 1 en vorm 2, beide vormen bevatten 20 opgaven. Een nieuw aspect van deze test is dat problemen moeten worden opgelost door middel van raadsels. In level A kan dit bijvoorbeeld een vier regels lange rijm zijn, die een dier of object beschrijft, de respondent moet er achter zien te komen waar het rijmpje over gaat. Een voorbeeld van zo’n rijmpje kan zijn: Ik groei in het park, waar ik sta groot en groen, voor vogels ben ik een thuis, als de wind waait leun ik mee. Volgens Doolittle vereist de test (die in sommige opzichten op de RAT test lijkt) associatief, inductief en divergent denken. De interne consistentie van deze test komt overeen met die van de RAT test. Dit is niet verassend gezien de inhoud.
Facaoaru (1985) heeft gepleit voor een twee spoor testprocedure, die het gebied van overlap tussen de twee soorten van denken ( bijv. doelgerichte divergent denken ) beoordeelt. Sternberg’s Triarchic Abilities Test (Sternberg, 1997) benadrukt dat intellectuele capaciteiten, het denkniveau, beter begrepen kunnen worden in termen op verschillende vlakken. In dit geval zijn de vlakken: Analytisch vermogen, Praktisch vermogen en Synthetisch vermogen. De test bevat materiaal voor twee leeftijdscategorieën: 8 tot 10 jarige en 15 jaar en ouder. Het deel synthetisch vermogen bestaat zowel uit multiple-choice opgaven als een beproeving.
4
De procedure is volgens Sternberg
Studies in een aantal verschillende landen geven aan
betrouwbaar, omdat het zowel construct-
dat de interbeoordelaars betrouwbaarheid van de test
validiteit als het bezit van voorspellende
boven de 0.90 ligt, terwijl de betrouwbaarheid van de
validiteit in dat test scores correleren met
test-hertest tussen de 0.70 en 0.75 ligt. De
cijfers in universitaire opleidingen op het
handleiding van de test meldt correlaties tot 0.82 met
gebied van creativiteit.
door leraar beoordeelde creativiteit. Correlaties met real-life criteria laten zien dat TCT-DP onderscheid
Test of Creative Thinking Divergent
maakt tussen mensen die erkende creatieve
Production (TCT-DP)
besteding volgen en degene die dat niet doen (Urban
Urban and Jellen’s (1996) Test of Creative
& Jellen, 1996).
Thinking (Divergent Production) (TCT-DP) gaat een geheel andere richting op. Het is afgeleid van wat de auteurs noemen ‘beeldproductie scores’. De producties van de respondenten worden beoordeeld op de dimensies die zijn afgeleid van de Gestaltpsychologie theorie van creativiteit. Deze theorie omvat: Grenzen Breken, Nieuwe Elementen, Humor en Effectiviteit. De test heeft twee vormen, A en B. Bij beide testen krijgt de respondent een wit vel papier met daarop een incompleet figuur. De taak is om een tekening te maken met de fragmenten. Aan deze opdracht zitten geen regels verbonden.
5
Daarom moet de TCT-DP worden gebruikt in
Davis (1995) zegt over de test dat het een zorgvuldig ontwikkelde en mogelijk bruikbare test is. Sommige onderzoekers zijn onder de indruk van de mogelijkheden voor het identificeren voor creatief begaafde personen, maar het is moeilijk te zeggen of deze test meer zal doen dan de al bestaande creativiteitstesten.
combinatie met andere informatie (b.v. een andere creativiteitstest) om er voor te zorgen dat er zo minmogelijk fouten worden gemaakt en zo weinig mogelijk kinderen over te slaan wiens capaciteit van creativiteit anders is dan gemeten bij één test.
Cropley 's ( 1996 ) samenvatting van zijn
Torrance Tests of Creative Thinking
beoordeling luidt als volgt : " De TCT - DP is een belangrijke aanvulling op de batterij van de
De meest bekende test, gebaseerd op
creativiteit testen. Het biedt een benadering van
divergent denken, is de Torrance Tests of
creativiteit testen die verder gaat dan het
Creative Thinking (TTCT). De test bestaat uit
onderscheid tussen divergent - convergent
een verbaal en een figuraal deel. Het verbale
denken. De test gaat ook richting de integratie
deel bestaat uit; vragen, oorzaken raden,
van niet-cognitieve aspecten in het meten van
gevolgen raden, productverbetering,
creativiteit. De procedure zelf is interessant voor
ongebruikelijke toepassingen,
de mensen die getest worden en voor degene
ongebruikelijke vragen en stel dat vragen.
die de test moet beoordelen. De handleiding is
Deze worden in de scores uitgedrukt als
goed leesbaar en is ook grondig. Hij verstrekt
bijvoorbeeld welsprekendheid, flexibiliteit en
niet alleen praktische instructies, maar ook
originaliteit. Het figurale deel bestaat uit;
overtuigende theoretische en technische
afbeelding constructie, afbeelding voltooiing
materialen waarin de toepassing van de test
en lijnen & cirkels. Dit wordt uitgedrukt in
zowel door onderzoeks- als praktijkmensen kan
termen als storytelling en fantasie (Torrance,
worden afgenomen (Cropley, 1996).
1999). In de handleiding van de test staat dat er
De test auteur is het eens met het standpunt van
0.97 wordt gemeten met Cronbach’s alpha,
Davis. Net als alle creativiteitstesten, heeft deze
en uit de test van (Sweetland & Keyser, 1991)
test ook gebreken.
blijkt dat de interne consistentie van beide vaardigheden gewoonlijk boven de 0.90 6
scoort.
Maar Treffinger heeft in 1985 een test-hertest
Guilford (1956, 1959, 1960, 1986) vergelijkt
proef gedaan, het gaat hierbij om de
creatief denken met divergent denken (waarop
herhaalbaarheid, wat inhoud dat als de test
de TTCT gebaseerd is). Hij merkte op dat creatief
gemaakt wordt in dezelfde omstandigheden,
denken niet hetzelfde is als divergent denken,
op het zelfde item en onder dezelfde
omdat divergent denken spreekvaardigheid,
voorwaarde dat er zo’n klein mogelijke
flexibiliteit, originaliteit en ontwikkeling
variëteit uit moet komen (Plooij, 2011). Maar
benadrukt. Maar creatief denken vereist
bij deze test komt de Cronbach’s alpha uit
gevoeligheid voor problemen evenals
tussen een 0.60 en 0.70.
capaciteiten om te herdefiniëren, wat
Onderzoekers waaronder Mumford Marks
transformaties van denken, herinterpretaties en
(1998) vroeg beoordelaars om op een schaal
vrijheid van functionele vastheid in het vesturen
van vijf punten van laag naar hoog, de
van unieke oplossingen oplost. Er zijn
kwaliteit, originaliteit, complexiteit en realisme
verschillende revisies van de TTCT (figuraal)
te beoordelen van het ‘Guessing
handleiding geweest, maar de test zelf bleef
Consequentions’ onderdeel.
ongewijzigd. De eerste editie in 1966 mat spreekvaardigheid, flexibiliteit, originaliteit en
Naar een praktijk bijeenkomst over de waarde
ontwikkeling, welke te vinden zijn in de divergent
van de scores en een bijeenkomst met de
denken factoren in Guilford’s Structure of the
testpersonen leggen de beoordelaars de
Intellect Model (Guilford, 1956, 1959, 1960,
scoren te samen. De beoordeling van de test
1986).
en de beoordeling door de beoordelaars worden langs elkaar gelegd en gecoördineerd
Torrance heeft nooit gezegd dat zijn test alle
volgens de Cronbach’s alpha. De score voor
dimensies van creativiteit meet, ook heeft hij
kwaliteit was 0.90, voor complexiteit 0.86, voor
nooit gesuggereerd dat zijn test op zichzelf kan
originaliteit 0.84 en voor realisme een stuk
worden gebruikt als basis van beslissingen.
lager op 0.65 (Croply, 2000).
Creatieve motivatie en vaardigheden zijn naast creatieve capaciteiten ook belangrijk om als volwassene aan creatieve prestaties te komen (Treffinger, 1985). 7
Kyung Hee Kim (2004) concludeerde dat beoordelingen gebaseerd moeten worden op verschillende soorten testen, omdat creativiteit multidimensionaal van aard is. De TTCT verstrekt een fysieke meting en grondwerk voor het idee dat creatieve niveaus kunnen worden geschaald en dan vervolgens kunnen worden verhoogd door de praktijk. De TTCT blijkt een goede meting te zijn, niet alleen voor het identificeren en opleiden van beleerden, maar ook voor het ontdekken en stimuleren van creativiteit in het dagelijkse leven voor de normale bevolking. Als je de test juist gebruikt is de TTCT vervul je belangrijk deel van Torrance’s zijn droom, het koesteren en versterken van creativiteit onder studenten.
Een algemene theorie van creativiteit (waarbij alle theorieën en domeinen samenkomen) zou veel efficiënter zijn dan een hoge kwantiteit aan losstaande theorieën. Zo zou een algemene taak testen en trainen van creativiteit veel effectiever maken (Bear, 1993). Terugblikkend naar huidige algemene theorieën kan er gezegd worden dat dit een succes is. Een voorbeeld hiervan is de IQ-test (Jensen 1980, Snow and Lohnman 1984). Daarnaast laat eeuwenoud geaccumuleerd psychometrisch bewijs zien dat alleenstaande theorieën niet adequaat de menselijke kennis vertegenwoordigen. Een hoofddoel van
Waarom je creativiteitstesten niet zou kunnen
fysica is het vinden van een complete,
vertrouwen
consistente, harmonieuze theorie die alle losse benaderingen omvat. Dit is tot zover
J. Bear verwijst in zijn artikel ‘Why You Shouldn’t
nog niet gelukt.
Trust Creativity Tests’ naar eerdere onderzoeken, die aantonen dat creativiteitstesten niet te vertrouwen zouden zijn. Studies hebben aangetoond dat cognitieve vermogens onderliggend aan creatieve prestaties van taak tot taak verschillen (Bear 1991, 1992, 1993; Runco 1986, 1987, 1989). Het is onmogelijk om algemene creatieve vaardigheden te testen, omdat (zover onderzoek uitwijst) deze vaardigheden niet bestaan. 8
Daarnaast beweert dhr. Bear ook, dat wanneer je
Corresponderend met Torrance (1974) die zegt
daadwerkelijk de behoefte hebt creativiteit te
dat een hoge mate van spreekvaardigheid,
testen, het ook op een andere wijze te
flexibiliteit, originaliteit en het vermogen om
benaderen is. Zo stelt hij de vraag: ‘Als we weten
zins-onvolkomenheden aan te vullen, uit te
om welke soort creativiteit het gaat, waarom meten we het dan niet direct. Laat studenten het product daadwerkelijk ontwerpen en bekijk daarna de creativiteit van het product. Dit is ook toe te passen bij opdrachten als ‘het schrijven van een gedicht, of het uittypen van een short story.’ Om de resultaten als valide te kunnen
werken en te herdefiniëren niet garanderen dat iemand heel creatief is. Een hoge mate van deze capaciteiten vergroot iemands kansen om creatief te zijn. Wat als we nu experts gebruiken om iemand te beoordelen op zijn of haar creativiteit? Als we kijken naar het leven van creatieve personen,
verklaren, moet je hen niet afrekenen op één
zoals bijvoorbeeld van Gogh, wiens werk nu
ingeleverd product, maar op meerdere (Baer,
voor bakken met geld verkocht wordt op
1993).
kunstveilingen, had vroeger erg veel moeite op zijn werken überhaupt in een galerij te hangen. Wat betekent dat creativiteit waarschijnlijk
Waarom je creativiteitstesten wel zou kunnen
verandert met de tijd en plaats.
vertrouwen
Cramond vraagt zich af waarom we niet
Bonnie Cramond is niet geheel gelijkgestemd
aannemen dat creativiteit multidimensionaal is
met Bear. Hij zegt dat dhr. Bear gelijk heeft als
en het dus ook zo beoordelen. In plaats van een
het gaat over het totaal aan
of/of propositie, waarom niet alle beschikbare
creativiteitsvermogen wat een persoon in zich
methoden langs gaan en kijken waar de sterkte
heeft: dan is een creativiteitstest inderdaad niet
punten liggen? Critici zouden kunnen
te vertrouwen. Dit is gelijk aan het probleem
suggereren dat kosten en beschikbaarheid een
dat mensen denken dat een IQ test intelligentie
probleem kan vormen.
meet. De IQ test is nog steeds erg populair, omdat deze test sommige aspecten van intelligentie beter meet dan elke andere methode. Dit geldt ook voor creativiteitstesten. 9
Creativiteit testen is ook kostbaar, maar een advies
Er zijn veel onderzoekers die beweren dat
vragen aan deskundigen kan evenwel kostbaar
creativiteit gemeten kan worden met hun test.
zijn, vooral in landelijke gebieden waar experts
De RAT en CRT zijn vooral oplossingsgericht en
mogelijk niet per direct beschikbaar zijn. De vraag
gebaseerd op associatief, inductief en divergent
is ook, wat scholen eigenlijk proberen te
denken. De Triarchic Abilities Test is de eerste
beoordelen.
test die niet alleen het divergent, maar ook het
Torrance asked: “Do we want to identify only those potentialities that will flourish in spite of all efforts to thwart them? Or, do we want also to identify those potentialities that will be realized under intelligent guidance, more favourable learning conditions, and the like? (1966)
convergent denken beweerd te meten. De TCT-DP theorie omvat: Grenzen Breken, Nieuwe Elementen, Humor en Effectiviteit. Terwijl de TTCT zijn metingen uit in welsprekendheid, flexibiliteit en originaliteit, storytelling en fantasie. Net als alle creativiteitstesten, hebben deze testen ook gebreken.
Conclusie
Dhr. Bear en Dhr. Cramond hebben het beide over de mogelijkheid om de beoordeling van
Creativiteit is een interactie van persoon of
creativiteit aan experts over te laten. In dit geval
meerdere personen om door middel van een
kan de betrouwbaarheid van de beoordeling in
proces een product te bedenken. Veel beweren
twijfel getrokken worden. Daarnaast zijn niet
dat creativiteit over de zogenoemde ‘flow’ gaat.
alleen creativiteitstesten kostbaar, advies vragen
Creatieve personen worden beschreven als
aan deskundigen is dit ook. Zeker in landen
mensen die hiërarchische structuren los laten,
waar er tekort is aan beschikbaarheid van deze
intelligent en open-minded zijn, het zijn risico
experts.
zoekers en mensen met zelfvertrouwen. Creatieve artiesten zien de wereld vanuit een
Kortom, iedereen heeft zijn eigen vraagtekens
uniek perspectief en zijn in staat om dat
bij de verschillende testen en de
perspectief te delen door middel van nieuwe
meetinstrumenten. Misschien moet er juist
modellen en manieren van communiceren.
gekeken worden naar de vraag die Dhr.Cramond in zijn onderzoek stelde: wat 10
willen we eigenlijk meten?
Bibliografie Balkin, A. (z.d.) What is creativity? What is it not? Academic Search Elite Brophy, D. R. (1998). Understanding, measuring and enhancing individual creative problem-solving efforts Creativity Research Journal, 11, 123-150. Bear, J. (1993, 1994). Why you shouldn’t trust creativity tests. Educational leaderships. Vol. 51 Issue 4, p80. 4p. 2 Color Photographs. Christmanna, A., & van Aelstb, S. (2004). Robust estimation of Cronbach’s alpha. Elsevier. Cooper. E. (1991) A critique ot six measures for assessing creativity. Journal of Creative Behavior. 25. 194204. Couture, B. (2006). And creativity is what? Spring2006, Vol. 8 Issue 2, p29-30. 2p Cramond, B. (1994). We can trust creativity tests. Educational Leaderships. Vol. 52 Issue 2, p70. 2p. Cropley, A. (1996). Review of Test zum Schoepferischen Denken - Zeichnerisch (TSD-Z) [Test of Creative Thinking - Drawing Production (TCT-DP)]. High Ability Studies, 7, 224-227. Cropley, D. H., & Cropley, A. J. (2000) Fostering creativity in engineering undergraduates High Ability Studies. 12. Croply, A. (2000). Defining and Measuring Creativity: Are Creativity Tests Worth Using? . Academic Search Elite. Davis, G. A. (1995). Review: Test for Creative Thinking - Drawing Production. Gifted and Talented International, 10 (2), 90-91. Doolittle, J. H. (1990) Creative Reasoning Test. Pacific Grove, CA. Midwest Publications/Critical Thinking Press. Facaoaru, C. (1985) Kreativitat in Wissenschaft und Technik [Creativity in science and technology]. Bern. Huber. Guilford, J. P. (1956). Structure of intellect. Psychological Bulletin, 53, 267–293. Guilford, J. P. (1959). Personality. New York: McGraw-Hill. Guilford, J. P. (1960). Basic conceptual problems of the psychology of thinking. Proceedings of the New York Academy of Sciences, 91, 6–21. Guilford, J. P. (1986). Creative talents: Their nature, uses and development.Buffalo, NY: Bearly Ltd. Hocevar, D. (1981). Measurement of creativity: Review and critique. Journal of Personality Assessment. 45, 450-464. Hocevar, D., & Bachelor, P. (1989) A taxonomy and critique of measurements used in the study of creativity. In J. A. Glover, R. R. Ronning & C. R. Reynolds (Eds.), Handbook of creativity (pp. 53-76) New York Plenum. Hold, Rinehart & Winston. (1967). George Kneller’s The Art and Science of Creativity. Hébert, T. P., Cramond, B., Neumeister, K. L. S., Millar, G., & Silvian, A. F. (2002). E. Paul Torrance: His life, accomplishments, and legacy. Storrs: The University of Connecticut, The National Research Center on the Gifted and Talented (NRC/GT). Jellen, H., & Urban, K.K. (1988). Assessing creative potential world-wide: The first crosscultural application of the TCTDP. Creative Child and Adult Quarterly, 14, 151-167. Kasof. J. (1997) Creativity and breadth of attention. Creativity Research Journal, 10, 303-315. Kaufman, J. C., & Sternberg, R. J. (2006). The international handbook of creativity. Cambridge: Cambridge University Press. Kim, K. H. (in press). Is creativity unidemensional or multidimensional? Analyses of the Torrance Tests of Creative Thinking. Creativity Research Journal. Mednick. S. A. (1962) The associative basis of the creative process. Psychological Review. 69, 220-232. Plooij, F. (2011). Onderzoek doen. Benelux: Pearson Education Benelux. Rabideau, M. (2010).Creativity repositioned. Arts Education Policy Review. Vol.111 2, p.54-58. 5p Rickards. T. J. (1994) Creativity from a business school perspective: Past, present and future. In S. G. Isaksen, M. C. Murdock, R. L. Firestien & D. J. Treffinger (Eds.), Nurturing anti developing creativity The emergence of a discipline (pp 155-176). Norwood, NJ: Ablex. Sweetland, R. C., & Keyser, D. J. (1991). A comprehensive reference for assessment in psychology, education and
business Austin.
Sternberg, R. J. (1997) Intelligence and lifelong learning What's new and how can we use it? American Psychologist. 52, 1134-1139. Torrance, E. P. (1999). Torrance Test of Creative Thinking: Norms and technical manual. Beaconville: Scholastic Testing Services. Treffinger, D. J. (1985). Review of the Torrance Tests of Creative Thinking. In J. V. Mitchell Jr. (Ed.), The ninth mental measurementsyearbook (pp. 1632–1634). Lincoln: University of Nebraska, Buros Institute of Mental Measurements. Urban, K. K., & Jellen, H. G. (1996). Test for Creative Thinking -Drawing Production (TCT-DP) Lisse, Netherlands Swets and Zeitlinger. 11 Vale, L., Silcock, J., & Rawles, J. (1997). An economic evaluation of thrombolysis in a remote rural. Health Economics Research Unit.
1
2
In het gekozen artikel, genoemd ‘’Defining and measuring creativity: are creativity tests worth using?’’, beschrijft A.J. Cropley zijn onderzoek naar de waarde van creativiteitstesten. Hij trok in twijfel of creativiteit daadwerkelijk te testen is. In het rapport worden verschillende testen tegen over elkaar gezet en beoordeeld, waarbij verscheidene deskundigen aan woord komen. In de testen wordt er de nadruk gelegd op de inhoud en de samenhang. Daarnaast worden er in het artikel diverse items naar voren gehaald, als: de creatieve producten, het creatieve denkproces, de creatieve persoon, procedures gebaseerd op de Adjective Check List en een inventarisatie. Creativiteit testen meten zowel het cognitieve als het non-cognitieve vermogen van de respondent. Met cognitiviteit wordt het divergent denken bedoeld, het maken van associaties, het combineren van grote categorieën en het werken met veel verschillende ideeën tegelijkertijd. Non-cognitief vermogen kan ook wel worden beschreven als de mate van motivatie, verlangen en het nemen van risico’s. Daarnaast worden er met creativiteitstesten ook persoonlijke eigenschappen gemeten. Er wordt gekeken naar flexibiliteit, tolerantie, onafhankelijkheid en de houding tegenover veranderingen. Hoewel er uit de meeste testen een stabiel niveau kan worden gehaald, wordt de nut van de testen nog steeds door veel recensenten in twijfel getrokken. (Cropley, A.J., 2000)
3
“Although there is obviously no shortage of tests, many reviewers have questioned their usefulness, usually on the grounds of technical shortcomings, although they do not dismiss them out of hand (Hocevar, 1981; Hocevar & Bachelor, 1989; Cooper, 1991).” Het bovenstaande citaat is terug te vinden in het onderzoek van A.J. Crobley genaamd Defining and Measuring Creativity: Are Creativity Tests Worth Using? Na aanleiding van dit artikel is het onderzoek naar creativiteitstesten heropend, om verder en specifieker uit te zoeken of en hoe creativiteit te testen valt. Voor u ligt het onderzoeksplan, met betrekking tot de waarde van het meten van creativiteit. Hierin zult u meer lezen over de opzet van de beschouwing die vanaf heden geschreven gaat worden.
4
De kleine en intieme opleiding Advanced Business Creation, groeit op jaarbasis enorm in het aantal aanmeldingen. De opleiding heeft de voorkeur zich kleinschalig voort te zetten en is genoodzaakt de groei van het aantal nieuwe studenten te remmen. Een oplossing hiervoor is een decentrale selectie in te voeren. Dit houdt in dat de nieuwe studenten niet direct toegang hebben tot de opleiding, maar deel moeten nemen aan bepaalde opdrachten, gesprekken of testen. Een van de belangrijkste dingen waar een Advanced Business Creation student over moet beschikken is creativiteit. Er zijn veel testen op de markt om de mate van creativiteit vast te kunnen stellen, maar kloppen deze testen wel? Tot hoeverre is creativiteit te meten? Hebben deze testen eigenlijk wel nut of kan Advanced Business Creation de testen beter achterwegen laten?
Het is relevant om deze beschouwing te schijven, omdat veel opleidingen in Nederland gebruik maken van creativiteitstesten. Vaak kan dit zelfs de doorslag geven om wel of niet op een opleiding te worden aangenomen. De scholen willen door middel van een decentrale selectie de studenten selecteren die het best aansluiten bij de opleiding en die het meest kunnen groeien en ontwikkelen. Hier hebben zowel de studenten als de docenten baat bij. Ook is het voor beide belangrijk om de naam van de opleiding zo hoog mogelijk te houden, zodat er gemakk elijk stages en werkplekken gevonden kunnen worden. Het is essentieel om de goede testen te hebben voor een juiste selectie. 5
Kijkend naar de aanleiding van de te schrijven beschouwing wordt er het probleem geconstateerd dat er te weinig bekend is over het nut van het meten van creativiteit. Er is een vraag ontstaan over of creativiteit wel daadwerkelijk te meten is. Er is een verscheidenheid aan testen waarmee creativiteit wordt gemeten, maar is dit daadwerkelijk een goed meetinstrument voor het toelaten van studenten bij een decentrale selectie? Hierbij kijkend naar de opleiding Advanced Business Creation als uitgangspunt, maar dit meteen doortrekkend naar alle onderwijsinstellingen in Nederland, kan er de volgende hoofdvraag worden opgesteld: ‘’In hoeverre kan creativiteit daadwerkelijk worden gemeten aan hand van testen en daarmee dus ook gebruikt worden voor decentrale selecties op onderwijsinstellingen tot 2020?’’
Voor 11 oktober 2013 voldoende inzicht te hebben verkregen in de verschillende visies van deskundigen, betreffende het onderwerp creativiteit en het meten daarvan, zodat er duidelijkheid geschept kan worden over de meerdere kanten van de zaak. Hierdoor kan er voor onderwijsinstellingen in Nederland, die gebruik (willen) gaan maken van decentrale selecties een keuze gemaakt worden of er, en eventueel welke, creativiteitstesten iets kunnen toevoegen. De verschillende meningen en visies van experts verwerken in een kritische beschouwing, waarbij met nadruk gelet wordt op de wetenschappelijke literatuur waarin dit eerder is bevestigd. 6
Aan het eind van Blok K1 zal er een kritische beschouwing, betreffende het onderwerp ‘de waarde van creativiteitstesten’, voor u liggen. Voordat dit eindproduct aangeleverd kan worden, zal er uitgebreid onderzoek gedaan worden. Hierbij worden diverse deskundigen in acht genomen, waarbij gekeken wordt naar de uitslagen van verschillende testen en de mate van representativiteit. Er zal zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek gedaan worden, waarbij deskresearch centraal staat. Hiervoor is gekozen omdat er zowel diepte-onderzoek, als cijfermatige informatie nodig is om een kritische blik te kunnen werpen op de vraagstelling. Er is met opzet niet gekozen om deelvragen op te stellen, omdat er niet beperkt mag worden in het aantal denkrichtingen. Door de grenzen open te laten, is het mogelijk om nog alle richtingen op te gaan. Hierdoor blijft het onderzoek objectief en open voor elke kritische gedachte.
Wel zijn er vooraf al mogelijke deskundigen, op het gebied van het testen van creativiteit, op een rijtje gezet: - Amabile - Sternberg - Kao et al - Cskszentmihalyi - Gardner en Gardner - Sweller
Daarnaast zijn er al mogelijke bronnen opgesteld, waar het onderzoek o.a. aan vastgehouden kan worden: - http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S107158190500042X Een onderzoek naar creativiteit door R.J. Sternberg, genaamd ‘Creativity or creativities?’, geplaatst in International Journal of Human-Computer Studies. In dit onderzoek wordt er o.a. gekeken naar hoe creativiteit verhoogd kan worden, creativiteit in de samenleving en de verhoudingen tussen kennis en creativiteit. - http://web.ebscohost.com.ezproxy.avans.nl/ehost/pdfviewer/pdfviewer?sid=caff8ad6-04bd4e67-a5d5-94a330eccc16%40sessionmgr111&vid=2&hid=128 Een onderzoek naar de redenen waarom creativiteitstesten niet te vertrouwen zijn, door J.Baer, geplaatst in Educational Leadership. - http://web.ebscohost.com.ezproxy.avans.nl/ehost/detail?sid=b484e781-eb35-4c12-b4faab46e51dc512%40sessionmgr110&vid=1&hid=128&bdata=Jmxhbmc9bmwmc2l0ZT1laG9zdC1 saXZl#db=afh&AN=9411032030 Een onderzoek naar redenen waarom creativiteitstesten wel te vertrouwen zijn, door B.Cramond, geplaatst in Educational Leadership. - http://web.ebscohost.com.ezproxy.avans.nl/ehost/pdfviewer/pdfviewer?sid=add907973254-458e-93b5-1094e1ad9f25%40sessionmgr115&vid=2&hid=128 Een onderzoek naar hoe creativiteit gemeten en verhoogd kan worden, door K.C. Mahboub, M.B. Portillo, Y. Liu, S.Chandraratna, gepubliceerd in European Journal of Engineering Education.
7
Ineke Borsje 0615082621
[email protected] [email protected] 47ABCK1C Kyra Koeken 0640960012
[email protected] [email protected] 47ABCK1C
Groepsafspraken Om de samenwerking tussen de groepsleden onderling en met de groep ansich goed te laten verlopen zijn er een aantal afspraken gemaakt. Tevens zullen deze afspraken mede zorg dragen voor de kwaliteit van het eindproduct.
De volgende afspraken zijn gemaakt; 1. Communiceer duidelijk, Iedereen kan een keer te laat of afwezig zijn maar communiceer dit tijdig en duidelijk. Dit kan uiteraard op meerdere manieren zoals via what’s app,sms, telefonisch of face to face. Stel de ander zo spoedig mogelijk op de hoogte. 2. Kom je afspraken na, wanneer er taken toe gedeeld zijn of afspraken zijn gemaakt zoals deadlines horen deze nagekomen te worden. wanneer dit niet het geval is ben je verplicht een van de opdrachten van Crazy 45 uit te voeren en deze te filmen. Uiteraard mag dit niet te vaak voorkomen, en wordt er in dat geval contact opgenomen met meneer Swinkels, de kenniskringbegeleider. 3. Ben eerlijk, wanneer je het ergens niet mee eens bent of niet content bent met de samenwerking zeg dit dan eerlijk en oprecht tegen de ander. Wanneer het duidelijk wordt uitgesproken, kan dit besproken worden en wellicht verholpen worden. 4. Respecteer de ander, sta elkaar juist bij in plaats van af te vallen, Iedereen heeft een eigen manier van werken, het kan zijn dat je dit niet gewend bent of het zelf anders zou doen maar laat iedereen in zijn of haar waarde. 5. De opdrachten moeten ruim één dag voor de deadline af zijn, zo is er nog tijd voor eventuele aanpassingen en worden de opdrachten op tijd ingeleverd. Er wordt een actieve deelname in de na controle verwacht. Het werk is niet klaar wanneer jij, je eigen stuk ingeleverd hebt! 6. Grijp in wanneer je opmerkt dat de ander achter raakt, en motiveer elkaar om door te gaan en een goed resultaat te leveren.
8
Communicatie is een belangrijk onderdeel bij samenwerking. Voor de totstandkoming van het eindproduct zullen er verschillende communicatiemiddelen gebruikt worden. De zakelijke communicatie verloopt over het algemeen face-to-face. Dit gebeurt tijdens kenniskringuren, vergaderuren en andere momenten op de dag die het toelaten. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van telefonisch contact, zowel whatsapp, skype als de mogelijkheid om elkaar te bellen. Daarnaast is er contact via Facebook en zullen bestanden via mail uitgewisseld worden. Hiervoor is gekozen omdat er dit jaar groepen van 2 personen gemaakt zijn, wat de communicatie vergemakkelijkt. Daarnaast wordt er bij momenten van onduidelijkheid gecommuniceerd met kenniskringbegeleider Teun Swinkels. Dit contact zal met name face-to-face of via de mail verlopen. 9
10
Cropley, A.J., Roeper Review. (2000). Defining and measuring creativity: are creativity tests worth using? Geraadpleegd op 4 september 2013, van http://avans.summon.serialssolutions.com/link/0/eLvHCXMwTV09C8JADD1Ewbmgt_oHWnrX5yLtTiI2CJd7yuTCKL_H3NVwSlkCBleeEmGvBCywxEj-qw0hNtY51pwHkdhVIpNlr6jPKh5ddRDUfd_7F5V5DF_bYhY7cf2778PgMogxEIJg_aBOshyhqcTkJAVDw 4q6IAFxhg6_Eya7nEZEXts6ZIvrNkgFHOCLYlS9ynEyUrQFzRItdSzEvJerL8cprseMWP7d6zndP1eNFkdrnsihZJd_CSTU7
11