CoPraNet Nieuwsbrief

CoPraNet Nieuwsbrief Nummer 5, voorjaar 2006

Erkenning van het nut van ICZM! Alweer loopt een drukke periode met netwerken en opbouw op zijn einde. Er zijn verschillende vooronderzoeken gedaan naar de Tourism Quality Milestones (‘Kwaliteitsmijlpalen’), de ervaringen van andere casestudies zijn binnen het partnerschap verspreid en er zijn verschillende bijeenkomsten geweest. In dit nummer van de CoPraNet-nieuwsbrief vindt u verslagen van de workshop in Gran Canaria (Spanje) en Cork (Ierland), en van de TQM-testen die in Down (Ierland) en CCDR-C (Portugal) uitgevoerd zijn. Extra subsidie toegekend In november 2005 werd door het Interreg IIIC programma aangekondigd dat er ongebruikte fondsgelden waren, die verdeeld konden worden, de zogenaamde ‘onttrokken gelden’. CoPraNet was een van de slechts twaalf projecten (van de 264) die voldeden aan de strenge criteria die opgesteld waren voor de extra voorstellen. Tijdens een aantal drukke weken in december werd door het partnerschap besloten meer subsidie aan te vragen voor extra, belangrijke verspreidingsactiviteiten, en in februari 2006 ontving CoPraNet het goede nieuws dat de extra subsidie verleend zou worden! Dit betekent dat er extra geld is voor promotie en verspreiding van informatie over en resultaten van netwerkactiviteiten, onder andere om activiteiten te ontwikkelen zoals de vertaling van de ICZM-brochure naar het Spaans, Portugees, Zweeds en Grieks, nationale workshops te organiseren en een film te produceren over ICZM in Europa, die is gebaseerd op het werk van CoPraNet.

Brochure over integraal kustbeheer CoPraNet heeft een brochure samengesteld in kleur en bestaande uit 24 pagina’s, over integraal kustbeheer, met de titel ‘Integrated coastal management – do we really have a choice?’ Het doel van de brochure is politici en geïnteresseerde belanghebbenden van realistische argumenten te voorzien waarom ICZM door heel Europa in de praktijk gebracht zou moeten worden (en, overigens, over de hele wereld). In de brochure worden de economische redenen en de werkgelegenheid die het creëert genoemd, en worden de mogelijkheden onderzocht om de gevolgen van natuurrampen zo veel mogelijk te beperken en de habitat te herstellen. De tekst staat vol met ‘best practice’ voorbeelden uit de hele wereld, waarin ICZM al een belangrijke positieve invloed heeft op kustbeheer, de sociale welvaart van de gemeenschappen aan de kust en de natuurlijke habitat en landschappen van de kust.

What we do in life, echoes in eternity

CoPraNet / EUCC PO Box 11232 2301 EE Leiden Netherlands Tel: +31 71 5122900 Fax: +31 71 5124069 www.coastalpractice.net

Er zijn al ruim 3000 exemplaren van de brochure verspreid onder de partners van het netwerk, leden van de EUCC en mensen die betrokken zijn bij ICZM in verschillende overheden, organisaties, instellingen en commissies door heel Europa. Een digitale versie van de brochure kan gedownload worden op de website van het project: www.coastalpractice.net.

Verslagen van workshops Gran Canaria, november 2005 De “Week van Duurzaam Toerisme en Kustbeheer” had plaats op het prachtige eiland Gran Canaria, van 21 t/m 25 november. De workshop van het CoPraNet-netwerk maakte onderdeel uit van deze internationale gebeurtenis, die is voortgekomen uit een gezamenlijk initiatief van verschillende INTERREG (1) –projecten, die zich concentreren op gezamenlijke onderwerpen, dezelfde zorgen hebben en hun kennis delen met gezamenlijke partners. Bij dit gezamenlijke initiatief waren de partners van CoPraNet – The Coastal Practice Network (Interreg IIIC West), de partners van Destilink (2) Network on Sustainable Tourism Destination Development: linking rural regions and research institutions in Europe (Interreg IIIC Noord) betrokken en de hoofdpartner van het project Interreg IIIC Zuid: SUVOT (3) – Sustainable and Vocational Tourism . De deelnemers kwamen samen met het doel om onderwerpen te bespreken op het gebied van duurzame ontwikkeling van toerisme. De workshop had veel succes en was nuttig voor alle partnerschappen: de belangrijkste resultaten waren beter inzicht en bereidheid kennis en verdere ontwikkelingen te delen. Het Canarian Institute of Marine Science (onder de overheid van de Canarische Eilanden) en het Centre on Biodiversity and Environmental Management (Universiteit van Las Palmas de Gran Canaria) waren verantwoordelijk voor de organisatie. QualityCoast Keurmerk De partners van CoPraNet hebben het project met het QualityCoast Keurmerk en de Tourism Quality Milestones (‘Kwaliteitsmijlpalen’, TQM’s) voortgezet.

Het werk is erop gericht een internationaal keurmerk te ontwikkelen voor toeristische bestemmingen, waardoor vooral de manier waarop bezoekers van kustplaatsen van informatie worden voorzien, wordt verbeterd. Bij deze workshop presenteerden de partners van het netwerk de resultaten en werden activiteiten van het programma in hun kustgemeenten en -regio’s gepland in verband met de testactiviteiten van het programma. Een aantal partners hebben de TQM’s op verschillende manieren getest (zie: Pilot onderzoek: Tourism Quality Milestones) en hebben verschillende problemen ondervonden bij het zoeken naar informatie. Het is daarom duidelijk dat het gedane werk belangrijk en noodzakelijk is, opdat een toeristische bestemming ter plekke juiste en makkelijk toegankelijke informatie heeft voor de inwoners en toeristen. Daarnaast is er gesproken over verdergaande samenwerking tussen Kustvereniging EUCC en The Cousteau Society met betrekking tot de ontwikkelingen van de QualityCoast en Cousteau Keurmerken, en is dit met de andere partners gedeeld. Study Visits De studiebezoeken waren zo gekozen dat de uitdaging van het combineren van beschermde kustgebieden en bestemmingen voor massatoerisme duidelijk werd. Op die manier heeft men een bezoek aan een beschermd duingebied grenzend aan een zeer populair strand en vakantieoord georganiseerd. Ook werd er een bezoek aan het platteland geregeld, naar landelijke gebieden en het culturele erfgoed van Gran Canaria als bronnen die niet zo bekend zijn bij bezoekers, die vooral komen voor zon en strand.

(1) - INTERREG IIIC is een door de EU gefinancierd project dat de Europese regio’s helpt samenwerkingsverbanden aan te gaan om gezamenlijk aan projecten te werken. Door die projecten kunnen de gebieden hun kennis en ervaring delen, waardoor ze nieuwe oplossingen kunnen ontwikkelen voor economische problemen en problemen op het gebied van milieu en maatschappij. (2) - Voor meer informatie kunt u de website van het netwerk bezoeken op http://www.destilink.net en/of contact opnemen met Nanna Balsby (Project Coordinator, tel: +45 54 84 48 27, e-mail: [email protected]).

De partners van CoPraNet, DestiLink en Suvot bij ICCM. Bron: The Canarian Institute of Marine Science

(3) - Voor meer informatie kunt u de website van het netwerk bezoeken op http://www.iclei-europe.org/index.php?id=1677 en/of contact opnemen met Enzo Finocchiaro (Project Coordinator, tel: +39 0541 716307, e-mail: [email protected]).

2

Toerisme is de belangrijkste bron van inkomsten voor Gran Canaria, en het zuidelijke deel van het eiland is waarschijnlijk wel het grootste toeristische gebied op de Canarische Eilanden. Bij het bezoek aan het Natuurpark Maspalomas Duinen hoorde ook een rondleiding met de beheerder van het park; aldus de kans gevend om ervaringen op het veld uit te wisselen, vooral over het beheer van beschermde gebieden, duingebieden en de relatie met gebruikers ervan. Het duin van Maspalomas ligt in het uiterste zuiden van het eiland, tussen de plaatsen Playa del Ingles en Maspalomas, en beslaat ongeveer 400 hectare zand. Het gebied is sinds het begin van de zestiger jaren drastisch veranderd, toen het toerisme met georganiseerde charterreizen begon op te komen. De meeste activiteiten die verband houden met dit soort toerisme vinden op het strand plaats en hier vooral in de duinen. Er is nu een compacte stedelijke ontwikkeling, met grote hotels en winkelcentra, die het laatste stukje duin omringen. Daarnaast zijn er op het strand verschillende strandpaviljoens en plaatsen met ligstoelen te vinden. De natuurlijke bewegingen van het duin zijn door deze stedelijke ontwikkelingen geremd. Duinen aan de kust zijn gebieden met vele aspecten, vanwege hun verschillende fysieke en ecologische ontwikkelingen, die invloed hebben gehad op hun dynamiek. Het is aangetoond dat massatoerisme in zandduinen de duinen vernielt, en dat het bijna onmogelijk is ze weer te herstellen. Het werk om het duin van Maspalomas te behouden is echter al in 1982 begonnen en is uitgevoerd door talloze rechtspersonen; in 1994 werd het gebied aangewezen als Speciaal Natuurreservaat onder de Canarische Eiland Natuurlijke Gebieden Wet. Toch is er veel massatoerisme in deze regio, en de toeristische branche en het werk voor natuurbehoud hebben dan ook tegenstrijdige belangen. Toeristen vinden het

Jardín Botánico Viera y Clavijo. Foto: Karin Johansson

De zandduinen van Maspalomas. Foto: Tarik Chekchak

moeilijk de borden te begrijpen en te accepteren dat het duingebied kwetsbaar is, waardoor er nog steeds veel werk verzet moet worden. De lunch werd gehouden bij Agüimes Village en gaf ons de mogelijkheid het Interreg III B (Madeira – Azoren – Canarische Eilanden) Project PESCPROF te leren kennen. Bij dit project wordt gewerkt aan het ontdekken, evalueren en bevorderen van nieuwe diepzeesoorten voor menselijke consumptie. Het was een gastronomische week en de deelnemers kregen dan ook de mogelijkheid de diepzeeschaaldieren te proeven die op de markt werden aangeprezen, en konden ondertussen ervaringen uitwisselen met de medewerkers van weer een ander project van Interreg. De landelijke gebieden op Gran Canaria werden ook bezocht, waardoor de deelnemers de kans kregen iets te leren over de ontwikkeling van het toerisme in dit soort gebieden, zo dichtbij maar zo anders dan het massale zon- en strand toerisme. De aanwezigen ontdekten de botanische schatten van de Canarische Eilanden tijdens hun bezoek aan de botanische tuin Viera y Clavijo; de vulkanische gebieden als interessant onderwerp voor toerisme, en ten behoeve van de lokale wijnproductie wordt een toeristische route over dit thema ontwikkeld. Al deze zaken werden toegelicht door verschillende deskundigen op verschillende gebieden. De Botanische Tuin van Gran Canaria, Jardín Botánico ‘Viera y Clavijo’ ligt in het noorden van het eiland, 7 kilometer van de hoofdstad Las Palmas de Gran Canaria. Er groeien daar ongeveer 2000 verschillende soorten, die een groot deel van de vetplanten in de wereld vertegenwoordigen, en waarvan er 500 uitsluitend inheems zijn op de Canarische archipel. De Viera y Clavijo is niet alleen een botanische tuin, waar men probeert te

3

voorkomen dat zeldzame soorten uitsterven, maar ook een plek voor milieu-educatie. Sinds 1975, toen het educatieve project begon, hebben al bijna een miljoen schoolkinderen actief deelgenomen aan verschillende educatieve programma’s. De workshop en internationale resultaten zijn beschikbaar op cd-rom. Cork, april 2006 Het Coastal and Marine Resources Centre (CMRC) van het University College Cork (Ierland) trad op als gastheer voor de eerste workshop van 2006, van 2 tot 5 april. Excursies, workshops en een bijeenkomst van CoPraNet werden gecombineerd met de installatie van het Irish Coastal Network. Er werd één dag gewijd aan een bijeenkomst van CoPraNet, om het werk dat tot nu toe gedaan is samen te vatten en te plannen wat er in het laatste jaar gaat gebeuren, met verspreidingsactiviteiten, de workshop in juni in Griekenland en de laatste conferentie in oktober in Baie de Somme (Frankrijk). Er werd speciale aandacht besteed aan het werk aan QualityCoast, aangezien de meeste partners nu in hun eigen regio’s proeven hebben gedaan. De testen staan op de website van CoPraNet: www.coastalpractice.net. Er zal een film worden gemaakt die het werk aan kustbeheer binnen het project zal beschrijven en die geproduceerd zal worden door onze Poolse partners, de lokale gemeenschap van Stepnica. De workshop die de volgende dag werd gehouden, had tot doel “Addressing Public Perception of Changing Coasts for Improved ICZM”.

Kunstwerk op het eiland Sherkin, Roaringwater Bay. Foto: Karin Johansson

natuurlijke manier blootstaat aan processen als erosie en aanslibbing (kustverandering). Menselijke pogingen de kustlijn te verdedigen om waardevol bezit of landschappen te beschermen leiden vaak tot de ontwikkeling van technologische oplossingen die het natuurlijke evenwicht van sedimentuitwisseling verstoren. Publieke druk om de kustlijn te beschermen, of eisen voor zandstranden, kunnen de kustprocessen in zodanige mate verstoren dat problemen met erosie op bepaalde plaatsen erger worden. De workshop was erop gericht te onderzoeken hoe de mening van het algemene publiek de mogelijkheden van het huidige kustbeheer beïnvloedt en om de mechanismen te ontdekken die de communicatie tussen de wetenschap en het grote publiek kunnen verbeteren, om in de toekomst deze onderwerpen aan te kunnen snijden. Bij de workshop werden casestudies gebruikt om effectieve methoden te laten zien waarmee de publieke opinie over kustverandering aan de orde gesteld kan worden. De onderwerpen van kusterosie en overstroming en de invloed van het toerisme op kustbestemmingen waren de hele week onderwerp van discussie in het UCC, waarbij afgevaardigden aanwezig waren met ervaring in het omgaan met dergelijke problemen, van het omgaan met massatoerisme op de Canarische Eilanden tot de ontwikkeling van duurzame toerisme-strategieën voor de Deense kust. Volgens Valerie Cummins, de manager van CMRC, kunnen we veel leren van onze tegenhangers door heel Europa als het gaat om kustbeheer. Bovendien bestaan er mogelijkheden de dialoog tussen de onderzoekers en de beleidsmakers hier op nationaal niveau te verbeteren over onderwerpen die de kust aangaan. Er was in Ierland geen forum voor communicatie in de vorm van een nationaal kustnetwerk of een nationale conferentie voor de kust. Dat is nu echter veranderd, aangezien de oprichting van de Irish Coastal Network (I-CoNet) tijdens de workshop geïntroduceerd werd. I-CoNet streeft ernaar goede praktijken in het kustbeheer te bevorderen door kustexperts, beleidsmakers, onderzoekers en het algemene publiek met een belang in de duurzame ontwikkeling van de Ierse kust bij elkaar te brengen. Het netwerk zal geleid worden als een partnerschap tussen vertegenwoordigers van het Department of Communications Marine and Natural Resources, het Marine Institute, de Heritage Council, NUIG, de Universiteit van Ulster, Enterprise Ireland en UCC.

Het dynamische karakter van het kustmilieu heeft als gevolg dat de kustlijn op een

4

De introductie van het Irish Coastal Network, I-CoNet. Bron: CMRC

Daarnaast waren twee excursies geregeld. De eerste ging naar West-Cork en de eilanden in Roaringwater Bay. De naam is afgeleid van het geluid van het water, dat zo hard klinkt door Atlantische stormen die tegen de talloze rotsen en eiland beuken. De Golfstroom heeft in dit gebied veel invloed, waardoor het een vochtig en mild klimaat kent. Het gebied wordt ook beïnvloed door harde wind, iets waar de deelnemers kennis mee maakten tijdens een boottocht rond de eilanden. Er worden regelmatig walvisachtigen gespot, waaronder bruinvissen, dolfijnen en walvissen. Wij hebben een zeehond gezien! Vier van de eilanden, namelijk Cape Clear, Sherkin, Heir en Long, worden permanent bewoond door 10-140 mensen op ieder eiland. Roaringwater Bay heeft een hoge beschermingswaarde door de verscheidene mariene habitats en habitats op het land, waarvan er vijf onder de EU Habitatrichtlijn vallen. Het hele gebied is aangewezen als Speciale Beschermingszone (Special Area of Conservation, SAC). De grote ondiepe inhammen en baaien, de mariene grotten en riffen, zijn beschermde mariene

gebieden. Een aantal problemen met kustbeheer in het gebied zijn: terugval van de visserij, toeristische druk (ontwikkeling van huizen op het platteland en jachthaven in Baltimore), zeker stellen van duurzame gemeenschappen, leegloop van de habitat, en omgaan met afval. De tweede excursie ging naar Oost-Cork en het havengebied van Cork. Door dit bezoek aan het veld kreeg men praktijkvoorbeelden van problemen met kusterosie en communicatieproblemen met de haven van Cork. Door de bezoeken ter plaatse zagen we de moeilijkheden omtrent de publieke opinie en het wetenschappelijke aspect, zoals in de presentaties de voorgaande dagen was besproken. De deelnemers kregen bij de excursie de gelegenheid lokale kustexperts vragen te stellen over de besproken problemen en voorbeelden. De resultaten van de workshop zullen binnenkort beschikbaar komen op de website van het project, www.coastalpractice.net.

5

Pilot onderzoek: Tourism Quality Milestones Testactiviteiten van Quality Coast voor Newcastle, graafschap Down, Noord-Ierland “Om de testactiviteiten voor de Tourism Quality Milestones in Down in gang te zetten, werd de badplaats Newcastle uitgekozen als testgebied. Het vakantieoord in het zuiden van Down, tussen de Ierse Zee en de Mountains of Mourne, is de voornaamste vakantiebestemming in het gebied van de Down District Council (districtsraad van Down). Er is een partnerschap opgericht, die de Raad en de Mourne Heritage Trust vertegenwoordigde, om vast te stellen wat de meest relevante TQM’s zijn en wat de efficiëntste manier is om het onderzoek te verrichten. Na beraad over de aanbevolen indicatoren, zoals was overeengekomen tijdens de workshop in Fuerteventura in februari 2005, werd besloten dat de beste benadering voor Newcastle zou zijn de nadruk te leggen op die TQM’s die de mate van tevredenheid van de bezoekers aan zouden geven na een bezoek aan de badplaats, zowel voor langere tijd als voor een dagtocht. We hebben ons daarom gericht op het ontwikkelen van een eenvoudige benadering die gemakkelijk te begrijpen zou zijn voor vakantiegangers en duidelijk technische/wetenschappelijke gebieden zou vermijden. Er werd een eenvoudige bezoekersenquête opgesteld die zich richtte op aspecten zoals de kwaliteit van de omgeving, of het strand en openbare plaatsen schoon waren, en de kwaliteit van de accommodatie. In het hoogseizoen werd bezoekers aan de VVV van Newcastle

Massatoerisme in Gran Canaria. Foto: Tarik Chekchak

gevraagd vragen te beantwoorden die een indicatie moesten geven van de huidige kwaliteit, een duidelijke maatstaf van waar de voorzieningen voor toeristen nog verbeterd moesten worden en vooral om duidelijk aan te geven welke gebieden volgens de bezoekers in de gaten gehouden moesten worden. De resultaten van deze enquête worden op dit moment geanalyseerd en zullen binnenkort beschikbaar zijn. Dan zal worden voorgesteld een overzichtelijke lijst te ontwikkelen van de meest relevante TQM’s, die gebruikt zullen worden voor toekomstige onderzoeken naar de kwaliteit. Daarnaast introduceert de Mourne Heritage Trust een Green Tourism Pilot Scheme, waarbij men zich richt op tien lokale ondernemingen die zich richten op het toerisme en die is opgesteld om de vraag naar en haalbaarheid van een Green Labelling Initiative voor toerisme in Noord-Ierland te onderzoeken. We beschouwen het werk wat hieraan gerelateerd is als bijzonder relevant voor het QualityCoastkeurmerk; een gedetailleerd verslag van het project is verkrijgbaar bij de districtsraad van Down.” Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Margaret Quinn, e-mail: [email protected]. .

Kinderen in Cuba aan zee. Foto: Heidi Pintamo-Kenttälä

Kusterosie in Denemarken. Foto: Karin Johansson

Kustlijn van het eiland Sherkin, Ierland. Foto: Karin Johansson

6

QualityCoast, Testactiviteiten – CCDR-C ECO XXI – Een project van de Portugese Stichting voor MilieuEducatie, in het kader van de Europese Blauwe Vlag “In de context van het decennium van Onderwijs voor Duurzame Ontwikkeling van de Verenigde Naties en de Stichting Blauwe Vlag van Europa (FeePortugal) is de Portugese Stichting van Milieu-Educatie een project, het ECO XXI Project – aan het ontwikkelen dat voldoet aan de doelstellingen van het QualityCoast-programma. Het project ECO XXI heeft ruw gezegd tot doel bij te dragen aan het peilen van indicatoren van lokale duurzaamheid en de pogingen te belonen van gemeenten die programma’s uitvoeren over milieu-onderwijs en hierover regels vastleggen. Die waardering wordt geuit door het ECO XXI keurmerk aan die gemeenten toe te kennen die getoond hebben deze poging gedaan te hebben. Om in aanmerking te komen voor dit keurmerk moeten de gemeenten een dossier samenstellen met een reeks indicatoren, dat wordt beoordeeld door de Nationale Commissie. Het project ECO XXI is voortgekomen uit de bespreking met de gemeenten over de ontwikkeling van duurzame modellen binnen de reikwijdte van het project ECO-SCHOOLS. De formulering van de indicatoren werd sterk bevorderd door de gemeenten en in het bijzonder door deskundigen uit verschillende sectoren (overheidsinstellingen en wetenschappelijke instellingen), waardoor vanaf het begin informatie uitgewisseld kon worden. De Nationale Commissie bestaat uit overheidsinstellingen en wetenschappelijke instellingen. Naast het feit dat de Commissie gemeenten beloont die al een goed niveau van duurzaamheid hebben, wil men speciaal die gemeenten belonen die goede pogingen doen om naar duurzaamheid toe te werken. Enkele van de beoordeelde indicatoren: • implementatie van het Eco-School Programma • informatie van de gemeente over milieuproblemen • samenwerking met de lokale gemeenschap over Milieu en Ontwikkeling • Lokale Agenda 21

• • • • • • • • • •

Beschermde Gebieden Greenways bescherming tegen bosbranden luchtkwaliteit waterkwaliteit voor menselijke consumptie productie en apart inzamelen van afval van de gemeente beoordeling van het energierendement duurzame mobiliteit geluidskaarten duurzaam toerisme

Een van de zorgen bij dit project was dat indicatoren verschaft moesten worden die gemeten en in getallen uitgedrukt konden worden, waarbij kwalitatieve informatie vermeden moest worden. Wetende dat getalsmatige weergaven een verlies aan relevante informatie zouden kunnen opleveren, zijn er grote inspanningen verricht om een formule te ontwikkelen met criteria voor classificatie. De voorbereidingen voor het ECO XXI Project zijn in 2002 begonnen, en 2005 was het proefjaar. Het Project wist een aanzienlijk aantal entiteiten te verzamelen op nationaal, regionaal en lokaal niveau en wordt door een aantal gemeenten aanvaard (ong. 12%). Voor de Portugese casestudy denken we dat de ervaring die is opgedaan met de implementatie van het ECO XXI Project een mogelijkheid kan vormen het QualityCoastprogramma te ontwikkelen en uit te voeren, vooral omdat: • er al een methode is ontwikkeld door de Portugese gemeenten die aangepast kan worden voor het QualityCoastprogramma; • de basisprincipes van het ECO XXI Project (Duurzame Ontwikkeling) al verspreid waren onder de gemeenten, wat toekomstige, nog te ontwikkelen pogingen onder het QualityCoastprogramma vergemakkelijkt; • er al een reeks indicatoren wordt getest en gekwantificeerd; • het ECO XXI Project doorlopend beoordeeld zal worden, zodat elke indicator aangepast en verbeterd wordt; • de Nationale Commissie bereid is het QualityCoast-programma te ondersteunen.” Voor nadere inlichtingen kunt u zich richten tot Margarida Nunes en Teresa Carvalho, e-mail: [email protected] en [email protected].

7

Interreg Forum, Stockholm, Zweden De Nationale Raad van Huisvesting, Bouwen en Planning (Boverket) is door de Zweedse overheid opgedragen te onderzoeken hoe goed planning voor duurzame ontwikkeling in de Zweedse kustregio’s samenvalt met de principes van de aanbeveling van de Europese Unie over ICZM, en zo nodig ideeën aan te dragen over hoe men het werk kan verbeteren. Op basis van dit onderzoek organiseerden zij in februari een conferentie, samen met het Zweedse Agentschap voor Economische en Regionale Groei, het Ministerie van Industrie, Werkgelegenheid en Communicatie, het Zweedse Genootschap van Lokale Overheden en Regio’s, en de Europese Commissie in Zweden, waar ervaringen met goede projecten uitgewisseld werden en er conclusies getrokken werden voor toekomstige samenwerking. De Commissie wilde zich richten op het bestuderen van de planning van de gemeenten, op regionaal beleid en op EU-projecten. Gedurende twee dagen werden de ervaringen samengevat voor het programma voor 2007-2013. Van alle Interreg-projecten over kustproblemen die in Zweden bezig zijn, werd CoPraNet samen met drie andere projecten een succesvol netwerkproject genoemd. Boverket vond het project zeer interessant, met goede resultaten en een aansprekende ontwikkeling van methoden. Daarom werd COMREC uitgenodigd deel te nemen en CoPraNet te vertegenwoordigen bij de workshop “Water en zee: de ontwikkeling van de kustregio, beheer, strategische planning, onderhoud en exploitatie vanuit een duurzaam perspectief”. De bevindingen van de workshop zijn verkrijgbaar bij COMREC: [email protected]. Danuta Hübner, EU-Commissaris voor Regionaal Beleid, woonde de conferentie bij en hield de laatste belangrijke toespraak, en moedigde meer Europese samenwerking aan! De Commissaris moedigde alle betrokkenen aan, zowel op regionaal als nationaal niveau, om het goede werk voort te zetten en tegelijkertijd de voorbereidingen te starten voor de komende periode, die hopelijk begin volgend jaar begint (2007). De EU-Commissaris benadrukte dat het in de tussentijd belangrijk is zo veel mogelijk partners bij het proces te betrekken, in het bijzonder wanneer het om internationale samenwerking gaat. Danuta Hübner, EU-Commissaris voor Regionaal Beleid. Foto: Maria Evertsson

Foto’s van enkele van de CoPraNet workshops. Van links naar rechts: Ierland 2006, Fuerteventura 2005 en Sifnos 2005. Foto’s: Jeremy Gault, Heidi Pintamo-Kenttälä, Michalis Theodoropoulus

8

Komende workshops Samothraki, Griekenland 14-18 juni “De rol van lokale overheden en NGO’s in het plannen van de ontwikkeling van duurzaam toerisme” In samenwerking met MEDITERRANEAN SOS Network organiseert de gemeente Samothraki een vijfdaags Symposium/Workshop om problemen met betrekking tot de ontwikkeling van duurzaam toerisme in kustbestemmingen aan de orde te stellen als onderdeel van het project van het Coastal Practice Network. De meeste aandacht zal in de workshop uitgaan naar succesverhalen en beste praktijken met betrekking tot initiatieven voor de ontwikkeling van duurzaam kusttoerisme (op lokaal, regionaal en transnationaal niveau) die door lokale overheden (en/of hun ontwikkelingsbureaus) en NGO’s ondernomen worden. Speciale aandacht zal uitgaan naar benchmark-activiteiten voor duurzaam kusttoerisme en keurmerken door in te gaan op ervaringen en casestudies uit het verleden en huidige projecten op Europees niveau. Meer informatie over het Symposium op www.coastalpractice.net of via [email protected].

Baie de Somme, Frankrijk 23-24 oktober “Bijdragen van het Coastal Practice Network aan de duurzame ontwikkeling van Europese en Franse kusten” – Cap Hornu, SAINT VALERY SUR SOMME, Baie de Somme Deze bijeenkomst wordt in samenwerking met Kustvereniging EUCC georganiseerd door ‘Rivages de France’ en is bedoeld voor lokale overheden, verenigingen, overheidsorganen, particuliere ondernemingen en alle individuen die betrokken zijn bij natuurlijke kustgebieden. Hierbij worden het National Forum of Shores 2006 en de laatste conferentie van het project Coastal Practice Network gecombineerd. Een van de gezamenlijke doelen van ‘Rivages de France’ en CoPraNet is de uitwisseling van ervaringen en informatie te bevorderen, en te dienen als een kanaal voor reflectie en voorstellen van de leden. Met dit in het achterhoofd vormt het organiseren van dit Europese en Franse Forum of the Coastlines een unieke mogelijkheid om ideeën uit te wisselen met lokale Franse deelnemers, die al integrale projecten van kustzones leiden of die benadering kennen. Het stelt hen in staat ervaringen, vragen en problemen te bespreken die hun Europese tegenhangers tegenkomen. De meeste aandacht zal uitgaan naar drie onderwerpen: duurzaam toerisme, kusterosie en strandbeheer. Door een simultaanvertaling zullen er geen taalproblemen zijn. Zelfs al eindigt het project van CoPraNet in december 2006, dan zal een Europees netwerk verder opgezet worden met de oprichting van Encora, het Europese platform om kennis en ervaringen te delen op het gebied van kustwetenschap, -beleid en –praktijk. Dit Forum is derhalve ook het middel om vooruitgang te boeken met de handhaving van een echt Europees netwerk van mensen die actief bezig zijn met de bescherming van kustregio’s, die aan lokale verwachtingen voldoet en ook de drijvende kracht is achter het integrale kustbeheer op Europees en lokaal niveau. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Francois Pitron van Rivages de France, e-mail: [email protected]; website: www.rivagesdefrance.org.

9

De partners in CoPraNet zijn: Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø

AICSM, de Universiteit van Aberdeen, Groot-Brittannië Web: http://www.abdn.ac.uk/aicsm/ CCDR-C, Portugal Web: http://www.dra-centro.pt CMRC, Coastal and Marine Resources Centre, University College Cork, Ierland Web: http://www.ucc.ie/research/crc/ COMREC, Coastal Management Research Centre, Zweden Web: http://www.sh.se/comrec Down District Council (districtsraad van Down), Ierland Web: http://www.downdc.gov.uk Kustvereniging EUCC, Nederland Web: http://www.eucc.nl ICCM, Institute of Marine Sciences Canary Islands, Spanje Web: http://www.gobiernodecanarias.org/iccm IHE Delft, Nederland Web: http://www.ihe.nl IHRH, Hydraulics and Water Resources Institute, Portugal Web: http://www.fe.up.pt/ihrh Mediterranean SOS Network, Griekenland Web: http://www.medsos.gr Ministerie van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Schleswig-Holstein, Duitsland Web: http://www.landesplanung.schleswig-holstein.de Gemeente Calvia, Spanje Web: http://www.calvia.net Gemeente Samothraki, Griekenland Web: http://www.samothraki.gr Gemeente Zandvoort, Nederland Web: http://www.zandvoort.nl RIKZ, Rijksinstituut voor Kust en Zee, Nederland Web: http://www.rikz.nl Rivages de France, Frankrijk Web: http://www.rivagesdefrance.org Gemeente Sefton, Groot-Brittannië Web: http://www.sefton.gov.uk Provincie Storstrøm, Denemarken Web: http://www.stam.dk Lokale gemeenschap van Stepnica, Polen Web: http://www.stepnica.pl WL Delft, Nederland Web: http://www.wldelft.nl Universiteit van Littoral-Côte d’Opale, Frankrijk Web: http://mreid.univ-littoral.fr/geodal.html

10

Uitbreiding van het netwerk Het huidige CoPraNet bestaat uit 21 partners in 11 landen. CoPraNet wil echter het huidige netwerk graag uitbreiden met Associate Partners om het doel van de Europese Commissie te realiseren van een volledig onafhankelijk Europees netwerk van praktijkmensen aan het eind van het project.

Nu hebben al 150 geassocieerde partners zich ingeschreven om zich aan te sluiten bij het netwerk. Dat kunt u ook doen!

Aansluiten bij het netwerk Als u zich aansluit bij het groeiende Coastal Practice Network als een geassocieerde partner, dan kunt u: •

rechtstreeks aansluiten op een netwerk van gelijkgestemde partners met vergelijkbare doelstellingen;

•

profiteren van Europese deskundigheid door de beste praktijkvoorbeelden op het gebied van kustplanning uit te wisselen en toe te passen;

•

deelnemen aan een Europees programma dat criteria vaststelt voor duurzaam kusttoerisme (QualityCoast Prgramma);

•

contact leggen met het nieuwe Europese netwerk voor kustonderzoek, onder het zesde Framework Programme van de EU (ENCORA – European Network for Coastal Research, a Coordination Action);

•

partners vinden voor nieuwe projecten, partnerships en uitwisselingen;

•

toegang krijgen tot informatie over de beste praktijkvoorbeelden in Europa door de nieuwsbrief van CoPraNet, de website en de helpdesk;

•

meedoen aan het testen van de ICZM (Integrated Coastal Zone Management) Progress Indicator van de EU;

•

deelnemen aan het workshopprogramma 2006 van CoPraNet, tegen kostprijs en door heel Europa (Groot-Brittannië, Ierland, Nederland, Denemarken, Polen, Griekenland, Frankrijk, Spanje etc.).

Door mee te doen in het zich uitbreidende Coastal Practice Network wordt u betrokken bij het gelijktrekken van duurzaam toerisme en verschillende beheermethoden in Europa, bij de introductie van betere beheerpraktijken op het gebied van kust en milieu, en bij de verbetering van de informatiestroom naar belanghebbenden. Kortom, u staat vooraan bij de uitvoering van het kustbeheer door heel Europa. Als u zich wilt aansluiten bij het Coastal Practice Network of uw vakgenoten wilt uitnodigen dat te doen, kunt u het online inschrijfformulier op de website www.coastalpractice.net gebruiken of het formulier op de volgende pagina opsturen naar Kustvereniging EUCC.

11

Coastal Practice Network Inschrijfformulier voor geassocieerde partner Naam: Organisatie: Adres: Postcode: Plaats: Land: E-mail: Telefoon: Fax: URL: Aanvullende informatie: (bv. Betrokkenheid in huidige projecten, ideeën voor projecten, interessegebieden)

Dit formulier per post of fax terugsturen naar: CoPraNet – Network Uitbreiding Kustvereniging EUCC Postbus 11232 2301 EE Leiden Nederland Fax: +31 71 512 40 69

De CoPraNet Nieuwsbrief De CoPraNet Nieuwsbrief is samengesteld door COMREC (Zweden) in samenwerking met de andere partners in het netwerk. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met [email protected]. Nederlandse uitgave Vertaling: Riemke de Heus Samenstelling en redactie: Kustvereniging EUCC

Het project wordt door de Europese Unie (Europees Fonds voor regionale ontwikkeling) binnen het INTERREG IIIC Programma mede-gefinancieerd.

12