Convenant Naleving cao en arbeidswet- en regelgeving op bouwprojecten van de gemeente Rotterdam 24 februari 2014 De ondergetekenden: 1. De gemeente Rotterdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Wethouder van Wonen en Ruimtelijke Ordening van de gemeente Rotterdam, de heer H. Karakus, daartoe gemachtigd door de burgemeester, hierna te noemen: gemeente Rotterdam; 2. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid De Nederlandse Bond voor de Bouw- en Houtnijverheid, statutair gevestigd te Woerden, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C. Ramdas, hierna te noemen: FNV Bouw; 3. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Bouwend Nederland, statutair gevestigd te Zoetermeer, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer M. van Brecht, hierna te noemen: Bouwend Nederland; 4. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Aannemersfederatie Nederland Bouw en Infra, statutair gevestigd te Nieuwegein, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H. Klein Poelhuis, hierna te noemen de Aannemersfederatie Nederland; 5. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid CNV Vakmensen, statutair gevestigd te Utrecht, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer G. Lokhorst hierna te noemen: CNV Vakmensen; Considerans: a) Werknemers- en werkgeversorganisaties constateren al langere tijd dat op bouwlocaties naleving van arbeidswet- en regelgeving (waaronder de voorschriften omtrent arbeidsomstandigheden en arbeidstijden), alsmede naleving van collectieve arbeidsovereenkomsten (hierna te noemen: cao’s) onder grote druk staan. Het gaat om problemen als onderbetaling en ongezonde en onveilige arbeidsomstandigheden. b) Daarnaast leidt de toenemende flexibilisering in de arbeidsverhoudingen tot oneerlijke concurrentie door schijnzelfstandigheid, waarbij bijvoorbeeld bemiddelingsbureaus ‘zelfstandigen zonder personeel’ aanbieden tegen prijzen die ver onder de cao-lonen liggen. Van echte zelfstandigen is in deze gevallen geen sprake. Deze ‘zelfstandigen’ werken in een gezagsverhouding, bepalen niet zelf de eigen tarieven en contracteren en factureren ook niet zelf. Een ander voorbeeld betreft de zelfstandige zonder personeel die zich voor een te groot project inschrijft en vervolgens weer zelf uitzendkrachten en (schijn)zelfstandigen in onderaanneming inschakelt. FNV Bouw en CNV Vakmensen bestrijden dit soort malafide constructies en zijn hierin niet de enige. Bouwend Nederland heeft Gelijk aan de streep,
1
aanpakken van concurrentievervalsing gepubliceerd. De Aannemersfederatie Nederland heeft een zwartboek aangelegd. Bij brief van 11 april 2013 heeft minister Asscher het actieplan ´bestrijden van schijnconstructies´ gepresenteerd met als een van de speerpunten het aanpakken van schijnzelfstandigheid. c) De gemeente Rotterdam hecht in haar rol als publiek opdrachtgever van bouwprojecten aan maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen. Maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen heeft een sociale dimensie. Bouwend Nederland en Aannemersfederatie hechten belang aan een realistisch prijsniveau bij bouwopdrachten, omdat onrealistisch lage prijzen aanleiding kunnen zijn voor misstanden zoals bedoeld in dit convenant. Ervan uitgaande dat de verantwoordelijkheid voor een realistisch prijsniveau primair bij de markt ligt, vindt de gemeente Rotterdam het in haar rol als professioneel opdrachtgever van belang dat de wijze van marktbenadering en contractering niet (mede) leidt tot onrealistische prijsvorming maar tot gezonde scherpe prijzen. d) Het ILO verdrag nr. 94 (C094 – Labour Clauses (Public Contracts) Convention) betreft de arbeidsvoorwaarden in publieke contracten, zoals aannemingscontracten. Geregeld moet zijn dat werknemers, die bij de uitvoering van die contracten zijn betrokken, op het punt van lonen, arbeidstijden, vakantie- en ziekteverlof en andere arbeidsvoorwaarden, worden behandeld in overeenstemming met wat daarover is bepaald in toepasselijke wetten en cao’s. Het verdrag is ook van toepassing op werken die door onderaannemers en uitvoerders van de contracten worden uitgevoerd. Artikel 5 schrijft sancties voor (bijvoorbeeld weigering om contracten af te sluiten of anderszins), indien de bepalingen ter regeling van de arbeidsvoorwaarden niet worden nageleefd of toegepast. Tevens moeten maatregelen worden genomen (bijvoorbeeld het niet uitbetalen van de in het contract overeengekomen bedragen) om de werknemers in staat te stellen de lonen te ontvangen waarop zij recht hebben. e) Overheidsopdrachten zijn in EU-verband in Richtlijn 2004/18 geregeld. In deze Richtlijn is opgenomen dat tijdens de uitvoering van de overheidsopdracht zowel de nationale als de communautaire wetten, regelingen en cao’s inzake arbeidsvoorwaarden en veiligheid op het werk van kracht zijn (overweging 34 Richtlijn 2004/18). In artikel 26 van de Richtlijn is opgenomen dat de aanbestedende diensten bijzondere voorwaarden kunnen bepalen waaronder de opdracht wordt uitgevoerd. Deze voorwaarden kunnen met name verband houden met sociale of milieuoverwegingen. f)
Partijen hebben op grond van het voorgaande als gemeenschappelijke doelstelling dat op bouwprojecten, waar de gemeente Rotterdam als publiek opdrachtgever optreedt, de (wettelijke) voorschriften betreffende arbeidsomstandigheden en arbeidstijden en andere arbeidswet- en regelgeving alsmede de van toepassing zijnde (algemeen verbindend verklaarde) collectieve arbeidsovereenkomsten (hierna te noemen: cao’s) door alle betrokken partijen in de bouwketen (hoofdaannemers, onderaannemers en overige partijen) worden nageleefd. In het verlengde hiervan hebben partijen als doelstelling het bestrijden van schijnconstructies waaronder schijnzelfstandigheid.
g) Partijen hebben tevens als doelstelling het bevorderen van duurzame werkgelegenheid voor langdurig werklozen en mensen met een arbeidsbeperking zonder dat dit leidt tot verdringing van (vast) personeel. Bij duurzame werkgelegenheid horen elementen als scholing en maatwerk. De gemeente Rotterdam heeft beleid voor Social Return. 2
Definities Onder ‘cao’ wordt begrepen: de (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de toepasselijke cao. Onder ‘bouwproject’ wordt begrepen: opdracht voor “werken” in de zin van Richtlijn 2004/18. Werkingssfeer convenant Het convenant behelst die bouwprojecten waar de gemeente Rotterdam als (mede)opdrachtgever optreedt. Afspraken 1) De gemeente Rotterdam heeft in alle opdrachtovereenkomsten naleving van alle geldende wet- en regelgeving vastgelegd. De gemeente Rotterdam zal in het kader van dit convenant extra aandacht vragen voor de naleving van cao en arbeidswet- en regelgeving op de wijze zoals hieronder uiteengezet. 2) Partijen hechten aan het belonen van ondernemers / (hoofd)aannemers, die cao en arbeidswet- en regelgeving naleven. Partijen hechten tevens aan het belonen van ondernemers / (hoofd)aannemers, die bij inschakeling van derden, gebruik maken van derden die cao en arbeidswet- en regelgeving naleven. Deze ondernemers / (hoofd)aannemers dienen voorrang te krijgen bij opdrachten boven ondernemers / (hoofd)aannemers die cao en/of arbeidswet- en regelgeving niet naleven, dan wel gebruik maken van derden die cao en/of arbeidswet- en regelgeving niet naleven. Daarnaast hechten partijen aan het actief bestrijden van ontduiking van cao en arbeidswet- en regelgeving. Beide aspecten komen in het navolgende gedeelte aan de orde. 3) De gemeente Rotterdam hanteert de systematiek “Past Performance” (prestatiemeting). Partijen zullen bijdragen aan de ontwikkeling van deze systematiek, voor zover het de doelstellingen van dit convenant betreft en voor zover deze past binnen de kaders van de gemeente Rotterdam. Het evalueren en verder ontwikkelen van de systematiek maakt hiervan onderdeel uit. 4) Het Technisch Bureau Bouwnijverheid heeft op grond van de cao voor de Bouwnijverheid en de cao voor de Bedrijfstak Eigen Regelingen voor de Bouwnijverheid een belangrijke taak inzake het bewerkstelligen van naleving van genoemde cao’s. Meldingen over niet naleving worden door het Technisch Bureau Bouwnijverheid in behandeling genomen. a. In geval van een gegrond vermoeden van overtreding van genoemde cao’s, heeft de gemeente Rotterdam het recht een melding te doen bij het Technisch Bureau Bouwnijverheid. b. Werknemers- en werkgeversorganisaties zullen actief bevorderen dat werknemers en ondernemers, werkzaam op bouwprojecten van de gemeente Rotterdam, ontduiking van genoemde cao´s melden aan hun vertegenwoordigers dan wel rechtstreeks aan het Technisch Bureau Bouwnijverheid. c. Het voorgaande geldt evenzeer voor meldingen van misstanden aan instanties als de Belastingdienst en de Inspectie SZW. 3
d. Werknemersorganisaties kunnen en zullen, zoals gebruikelijk, daar waar nodig zelf naleving vorderen van genoemde cao’s en arbeidswet- en regelgeving.
5) Voor zover sprake is van ernstige niet naleving van genoemde cao’s en arbeidswet- en regelgeving door de ondernemer / (hoofd)aannemer komt de betreffende ondernemer / (hoofd)aannemer niet in aanmerking voor opdrachten van de gemeente Rotterdam bij onderhandse aanbestedingen. Dit geldt ook ingeval van ernstige niet naleving van genoemde cao’s en arbeidswet- en regelgeving door ingeschakelde derden, voor zover dit toegerekend kan worden aan de ondernemer / (hoofd)aannemer. 6) Teneinde een extra impuls te geven aan naleving zal de gemeente Rotterdam in de overeenkomst met de hoofdaannemer de volgende zaken vastleggen: a. De aannemer dient alle geldende wet- en regelgeving na te leven. Hiertoe behoort mede de geldende wet- en regelgeving betreffende arbeidsomstandigheden en arbeidstijden en de overige arbeidswet- en regelgeving. b. De aannemer dient de (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de toepasselijke cao onverkort toe te passen op alle individuele arbeidsovereenkomsten van, bij hem in dienst zijnde, werknemers die op bouwprojecten werken waar de gemeente Rotterdam (mede)opdrachtgever is. c.
De aannemer dient alle op het project in te zetten werknemers (van hemzelf en eventueel door hem in te schakelen onderaannemers) en zelfstandigen zonder personeel te wijzen op de site www.nlconstruction.info
d. Conform de cao voor de Bouwnijverheid draagt de aannemer er zorg voor dat bij de inleen van uitzendkrachten van in Nederland en in het buitenland gevestigde uitzendbureaus, door hemzelf of door hem ingeschakelde onderaannemer(s) alleen gebruik wordt gemaakt van gecertificeerde uitzendbureaus in het Register Normering Arbeid. De Stichting Normering Arbeid beheert het register van gecertificeerde en voor certificering aangemelde ondernemingen (www.normeringarbeid.nl). e. De aannemer dient het Technisch Bureau Bouwnijverheid, op aanvraag van het Technisch Bureau Bouwnijverheid, toegang te verschaffen tot de bouwplaats. f.
De aannemer dient te allen tijde mee te werken aan een nalevingsonderzoek door het Technisch Bureau Bouwnijverheid bij een gegrond vermoeden van overtreding van cao of arbeidswet- of regelgeving.
g. Teneinde in het belang van de naleving van dit convenant toegang te kunnen krijgen tot de bouwplaats kan de vertegenwoordiger van FNV Bouw dan wel van CNV Vakmensen zich tijdig met een verzoek hiertoe richten tot de verantwoordelijke (hoofd)uitvoerder. Deze verantwoordelijke (hoofd)uitvoerder bepaalt onder welke voorwaarden toegang wordt verleend, waarbij overwegingen van onder meer het moment en duur van de toegang alsmede de veiligheid op de bouwplaats een rol kunnen spelen. h. In geval van inschakeling van derden door de aannemer (zoals onderaannemers) is de 4
aannemer verantwoordelijk voor het nakomen van de verplichtingen zoals genoemd onder b), c), d), e), f) en g) door deze onderaannemer(s). Niet nakomen van de verplichtingen door een onderaannemer wordt aangemerkt als het niet nakomen door de aannemer.
i.
Het bepaalde onder h) is van overeenkomstige toepassing bij inschakeling van een uitzendbureau, payrollorganisatie of soortgelijke organisatie die arbeidskrachten ter beschikking stelt. Onder arbeidskrachten wordt ook begrepen: zelfstandigen zonder personeel.
Het bevorderen van duurzame werkgelegenheid voor langdurig werklozen en mensen met een arbeidsbeperking / social return 7) Partijen hechten aan het belonen van ondernemers, die aantoonbaar langdurig werklozen en mensen met een arbeidsbeperking duurzaam in het eigen bedrijf hebben geplaatst dan wel op andere wijze duurzame plaatsing hebben bevorderd, mits er geen sprake is van verdringing. Deze ondernemers dienen in de visie van partijen voorrang te krijgen bij opdrachten vanuit de gemeente Rotterdam. 8) De gemeente Rotterdam hanteert de systematiek “Past Performance” (prestatiemeting). Partijen zullen bijdragen aan de ontwikkeling van deze systematiek, voor zover het de doelstellingen van dit convenant betreft en voor zover deze past binnen de kaders van de gemeente Rotterdam. Het evalueren en verder ontwikkelen van de systematiek maakt hiervan onderdeel uit.
Overleg 9) Partijen verklaren zich bereid over de toepassing van het convenant alsmede over die gevallen waarin het convenant niet voorziet, zo nodig regelmatig overleg te plegen. 10) Nieuwe wet- en regelgeving die consequenties hebben voor het convenant, kunnen partijen aanleiding geven tot tussentijds overleg. 11) Aanvullingen of wijzigingen op dit convenant vinden slechts plaats na overeenstemming hierover tussen alle partijen Looptijd convenant: 12) Het convenant is van toepassing met ingang van 01-01-2014 tot 31-12-2016. 13) Na zes maanden na ingang van het convenant vindt een eerste evaluatie plaats. 14) Uiterlijk drie maanden voor afloop van dit convenant nemen partijen een besluit over voortzetting van het convenant.
5
6
Aldus overeengekomen op 24 februari 2014, te Rotterdam,
Dhr. H. Karakus, _________________________________________________
Dhr. C. Ramdas _________________________________________________
Dhr. M. van Brecht _________________________________________________
Dhr. H. Klein Poelhuis _________________________________________________
Dhr G. Lokhorst
_________________________________________________
7