0.1
Controleprotocol Basisregistratie Kadaster Kwaliteit authentieke gegevens
Datum
Mei 2015 Versie
2.0 DefinitiefHoofdbewaarder van het KadasterJ.W.C. NonMateriebeleid JBLLandregistratie en Geografie
¿
Controleprotocol Basisregistratie Kadaster Kwaliteit authentieke gegevens
Versiehistorie Versie
datum
1.0
3 juli 2009
2.0
mei 2015
Versie 2.0 ¿ Mei 2015
locatie
omschrijving
vervallen
2/7
¿
Controleprotocol Basisregistratie Kadaster Kwaliteit authentieke gegevens
Inhoudsopgave
1
Inleiding ........................................................................................................................................ 4
2
Controleprotocol opstellen........................................................................................................... 4
3
Controleresultaten publiceren...................................................................................................... 4
4
Uitgangspunten ............................................................................................................................ 4
5
Beschrijving meetmethode of controleprotocol........................................................................... 4
6
Meting kwaliteit authentieke gegevens BRK ................................................................................ 5
6.1
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Rechten’..................................................................................... 5
6.2 6.3
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Rechthebbenden tot die rechten’................................................. 5 Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Subjectgegevens van rechthebbenden’ ....................................... 5
6.4
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Kadastrale aanduiding’ ............................................................... 5
6.5
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Kadastrale grenzen’.................................................................... 6
6.6
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Oppervlakten’ ............................................................................. 7
Versie 2.0 ¿ Mei 2015
3/7
¿
Controleprotocol Basisregistratie Kadaster Kwaliteit authentieke gegevens
1
Inleiding
In de Kadasterwet wordt in artikel 7u bepaald dat er driejaarlijks een externe controle plaatsvindt met betrekking tot de juistheid en volledigheid van de authentieke gegevens genoemd in de artikelen 48, tweede lid, onderdelen a tot en met e, en derde lid, onderdelen a tot en met c, 98a, eerste tot en met derde lid, en bedoeld in artikel 7g, eerste lid. De driejaarlijkse controle wordt voorafgegaan door een controleprotocol.
2
Controleprotocol opstellen
Het bestuur van het Kadaster stelt voorafgaand aan de controle een controleprotocol op dat de elementen van de controle bevat, dat wil zeggen welke authentieke gegevens landelijk of voor een daarbij aan te geven beperkt geografisch gebied, worden onderzocht. Dit controleprotocol wordt in de Staatcourant bekendgemaakt of er wordt in de Staatcourant een kennisgeving gedaan op welke plaatsen en gedurende welke tijden dat protocol ter inzage ligt.
3
Controleresultaten publiceren
Na uitvoering van de driejaarlijkse controle wordt in de Staatscourant bekendgemaakt op welke plaatsen en gedurende welke tijden een afschrift van de resultaten van de controle ter inzage ligt.
4
Uitgangspunten
Conform artikel 7j draagt het bestuur van het Kadaster er zorg voor dat de weergave van een authentiek gegeven in overeenstemming is met het gegeven zoals dat opgenomen is in het brondocument, ingeschreven in de openbare registers. Wijzigingen in de rechtstoestand door bijvoorbeeld verjaring of vererving worden pas na inschrijving van een brondocument in de openbare registers opgenomen in het desbetreffende authentiek gegeven. Dit leidt ertoe dat de meting van de kwaliteit van de authentieke gegevens van de BRK zich slechts uit kan strekken tot een controle of een authentiek gegeven in overeenstemming is met het brondocument. In deze beschrijving van het controleprotocol wordt uitgegaan van de metingen van de kwaliteit van de mutaties in de BRK op basis van de brondocumenten. Er vindt geen veldonderzoek plaats.
5
Beschrijving meetmethode of controleprotocol
Het Kadaster heeft meerdere processen voor kwaliteitscontrole ingericht voor het verwerken in de registratie van stukken die ingeschreven zijn in de openbare registers. Eén daarvan is de 5% kwaliteitsmeting die elke maand uitgevoerd wordt en waarbij minimaal 5% van alle verwerkte stukken van de maand daarvoor via een aselecte steekproef worden gecontroleerd op een scala van mogelijke fouten. Dit wordt gedaan op basis van een checklist door een team dat niet verantwoordelijk is voor de mutaties in de database. De steekproef is statistisch uiterst verantwoord qua nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Daarnaast worden er verzamelingen bijgehouden van klachten, bezwaren en terugmeldingen op gegevens in de registratie. De meting kan als volgt worden herleid tot een bepaling van het foutenpercentage van de gegevens in de BRK. Vanuit de 5% kwaliteitsmetingen wordt een berekening gemaakt van alle ongecorrigeerde mutatiefouten. Dit aantal wordt verminderd met het aantal fouten dat binnen twee maanden na een gegronde klacht, een bezwaar of een terugmelding wordt hersteld. Wat resteert is het aantal fouten dat gedurende langere tijd in de registratie blijft zitten. Vervolgens wordt een inschatting gemaakt van de levensduur van een gegeven, dat wil zeggen de termijn in jaren tot dat bepaalde gegeven wordt ververst. Door het aantal resterende fouten per jaar te
Versie 2.0 ¿ Mei 2015
4/7
¿
Controleprotocol Basisregistratie Kadaster Kwaliteit authentieke gegevens
vermenigvuldigen met deze termijn wordt een totaal aantal fouten berekend dat wordt uitgedrukt als percentage van het totaal aantal gegevens van de betreffende gegevenssoort. Van het aantal actuele percelen per 1 april 2015 is 44% ontstaan na 1 januari 2008 – datum van ingang van de basisregistratie Kadaster. Deze percelen zijn steekproefsgewijs gecontroleerd op de kwaliteit van de mutatie in de BRK. Daarnaast zijn er nog mutaties geweest waarbij geen perceelsvorming hoefde plaats te vinden, deze zijn eveneens steekproefsgewijs gecontroleerd. Het uitgangspunt is dat na verloop van een aantal jaren een zodanig groot aantal gegevens in aanraking is gekomen dat de kwaliteit van de BRK met voldoende betrouwbaarheid bepaald kan worden.
6
Meting kwaliteit authentieke gegevens BRK
De authentieke gegevens in de BRK kunnen worden verdeeld in juridisch/administratieve gegevens en geometrisch/technische gegevens. Bij de juridisch/administratieve gegevens gaat het om de kadastrale registratie van: - rechten; - rechthebbenden tot die rechten; - subjectgegegevens van die rechthebbenden; - kadastrale aanduiding; Bij geometrisch/technische gegevens gaat het om vermelding op kadastrale kaart van: - kadastrale aanduiding; - kadastrale grenzen; - oppervlakten. 6.1
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Rechten’
Bij dit gegeven gaat het er om of op basis van ingeschreven stukken bij de juiste objecten zekerheids- en genotsrechten zijn opgevoerd en of de juiste combinatie van rechten in de kadastrale registratie is opgevoerd. Dit op basis van de hiervoor beschreven meetmethode. 6.2
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Rechthebbenden tot die rechten’
Bij dit gegeven gaat het er om of op basis van ingeschreven stukken de juiste personen als rechthebbenden zijn opgevoerd. Dit op basis van de hiervoor beschreven meetmethode. 6.3
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Subjectgegevens van rechthebbenden’
Bij dit gegeven gaat het er om of van subjecten (personen) de in de akten vermelde gegevens juist in de registratie zijn opgenomen. BRK gebruikt de gegevens van personen die in andere basisregistraties (BRP en NHR) als authentiek gegeven zijn opgenomen. Gegevens van personen die niet in de BRP of in het NHR zijn opgenomen, zijn in de BRK een authentiek gegeven. Meting geschiedt op basis van de hiervoor beschreven meetmethode. 6.4
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Kadastrale aanduiding’
De kadastrale aanduiding is de unieke aanduiding van een onroerende zaak, die door het Kadaster wordt vastgesteld. Bij dit gegeven gaat het er om hoe vaak bij het ontstaan van nieuwe percelen een verkeerde aanduiding werd opgevoerd (d.w.z. perceelnummer, sectie of gemeentenaam op zich verkeerd of perceelnummer aan het verkeerde object). De door het Kadaster ontwikkelde software dwingt af dat elk
Versie 2.0 ¿ Mei 2015
5/7
¿
Controleprotocol Basisregistratie Kadaster Kwaliteit authentieke gegevens
perceel een unieke aanduiding heeft in zowel de administratieve database als in de kadastrale kaart. Daarom is als uitgangspunt gekozen het aantal gegronde klachten over percelen te nemen als maat voor het aantal fouten. Percelen worden kadastraal aangeduid door vermelding van achtereenvolgens de kadastrale gemeente (naam of code) en sectie, waarin de percelen en gedeelten van percelen zijn gelegen waarvan het grondgebied tot die zaak behoort, evenals de nummers van die percelen. Voor een onroerende zaak die zich krachtens een opstalrecht op, in of boven de grond van een ander bevindt, geldt dezelfde kadastrale aanduiding als van de onroerende zaak die met dat opstalrecht is bezwaard. Dit is van overeenkomstige toepassing op een onroerende zaak die zich op, in of boven de grond van een ander bevindt krachtens een recht als bedoeld in het vóór 1 januari 1992 geldende artikel 5, derde lid, onder b, laatste zinsnede, van de Belemmeringenwet Privaatrecht. Appartementsrechten worden kadastraal aangeduid door de vermelding van achtereenvolgens de kadastrale gemeente en sectie, waarin de in de splitsing betrokken percelen zijn gelegen, de complexaanduiding en de appartementsindex. Ingeval de in de splitsing in appartementsrechten betrokken percelen in verschillende kadastrale gemeenten zijn gelegen bepaalt de bewaarder van welke van de betrokken kadastrale gemeenten de naam wordt vermeld in de vast te stellen kadastrale aanduiding van de appartementsrechten waarin die percelen worden gesplitst. Deelpercelen worden kadastraal aangeduid door de vermelding van achtereenvolgens de kadastrale gemeente en sectie, en het deelperceelnummer. Deze zijn medio 2015 uitgefaseerd en vervangen door percelen met voorlopige kadastrale grenzen. 6.5
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Kadastrale grenzen’
De afbeelding van de begrenzing van een perceel is een authentiek gegeven, gebaseerd op de digitale kadastrale kaart. Deze kadastrale kaart is afgestemd op de GBKN. Bij de afstemming zijn de (hoofd)gebouwen uit de GBKN overgenomen in de kadastrale kaart. En de kadastrale grenzen zijn daarbij relatief op de juiste plaats gelegd ten opzichte van die gebouwen. Onder de begrenzing van een perceel wordt verstaan het geheel van lijnketens waarmee de vlakomtrek van een perceel wordt gevormd. Een perceel is een (2D) vlakvormig ruimtelijk object dat "opdelend" van structuur is. Dit betekent dat Nederland altijd naadloos en volledig is bedekt met perceelsvlakken, die elkaar niet mogen overlappen en waartussen geen gaten mogen bestaan. De begrenzingen worden in het terrein gemeten als gevolg van een overdracht van een gedeelte van een perceel en ze worden daarna ingepast in de kadastrale kaart. Bij elke mutatie die door middel van een inmeting van een nieuwe grens in de kadastrale kaart wordt verwerkt ontstaat een aantal sluitvectoren. Dit zijn verschilvectoren die ontstaan bij de inpassing van de meting in de kaart bij de zogenaamde tweede fase vereffening. De grootte van die sluitvectoren geven een indicatie van de nauwkeurigheid van de kadastrale kaart. Alle sluitvectoren samen geven voor een bepaald gebied aan of en in hoeverre de kadastrale kaart voldoet aan de norm. De norm is opgenomen in het kwaliteitshandvest: de relatieve precisie tussen twee punten op de kadastrale kaart heeft een standaardafwijking van 20√2 cm in bebouwd gebied en 40√2 cm in landelijk gebied. Dit geldt alleen voor goed identificeerbare punten. Zijn de punten minder goed identificeerbaar dan moet bij deze norm de idealisatieprecisie worden opgeteld. De meting voor de kwaliteit van dit gegeven is als volgt opgezet: naast de meting op basis van de 5% kwaliteitsmetingen is ter controle een nieuwe meetmethode opgezet. De meetresultaten van het
Versie 2.0 ¿ Mei 2015
6/7
¿
Controleprotocol Basisregistratie Kadaster Kwaliteit authentieke gegevens
landmeetproces worden in relazen van bevinding digitaal opgeslagen. Gemeten wordt het percentage relazen dat een herziening (redres) van de afbeelding van de grenzen van percelen bevat. In principe kunnen alle percelen in aanraking komen, dus zowel recent ontstane percelen als reeds lang in de BRK bestaande percelen. 6.6
Definitie meting kwaliteit gegeven ‘Oppervlakten’
De kadastrale grootte van een perceel betreft de oppervlakte van het grondstuk binnen de kadastrale grenzen van een kadastraal perceel. Het vaststellen van de grootte wordt afgerond op gehelen van centiaren, tenzij dit niet mogelijk is. In dat geval wordt afgerond op vijf- of tienvouden van centiaren. De verkregen grootte wordt niet afgerond indien bij een ingeschreven stuk een onroerende zaak van slechts enkele centiaren is overgegaan en deze wordt toegevoegd aan een ander perceel dat niet is veranderd en waarvan de grootte niet onjuist wordt bevonden. De kadastrale grootte van een perceel wordt door het Kadaster vastgesteld tijdens het proces van de perceelsvorming. Deze grootte is een afgeleide van de berekende oppervlakte in de digitale kaart en wordt als vastgestelde oppervlakte ook in de kadastrale registratie opgenomen. De norm is opgenomen in het kwaliteitshandvest: de oppervlakte van gehele kadastrale percelen mag een maximale afwijking hebben ter grootte van 10√a in bebouwd gebied en 20√a in landelijk gebied waarbij a de oppervlakte in aren bedraagt. De afwijking is het verschil tussen de (grafisch) berekende oppervlakte in LKI en de vastgestelde oppervlakte in AKR. Oppervlakten van percelen met verschillen kleiner dan deze norm worden als goed beschouwd. De meting voor de kwaliteit van dit gegeven is als volgt opgezet: naast de meting op basis van de 5% kwaliteitsmetingen is ter controle een nieuwe meetmethode opgezet. De meetresultaten van het landmeetproces worden in relazen van bevinding digitaal opgeslagen. Gemeten wordt het percentage relazen dat een herziening (redres) van de oppervlakte van percelen bevat. In principe kunnen alle percelen in aanraking komen, dus zowel recent ontstane percelen als reeds lang in de BRK bestaande percelen.
Versie 2.0 ¿ Mei 2015
7/7