Bijlage bij Provinciaal Blad 2012/0203512
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP AANVRAAGPERIODE 2010-2013
Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Dienst Regelingen Uitvoeringsbeleid Team Kennis Kaders en Advies II
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 2
Colofon Uitgebracht De provincies aan: Opgesteld door: UB KKA II, Dienst Regelingen Adres: Dienst Regelingen, Backoffice Roermond Slachthuisstraat 71 6041 CB Roermond telefoon: 0475-355485 Versie 2.0 definitief dd 11 juli 2012 Bijlagen Integrale risicoanalyse versie 1.0 Bestandsnaam CM SKNL
Versiehistorie Versie
Status
Datum
0.1 0.2 1.0 2.0
Concept 25-10-2011 Concept 15-12-2011 Definitief 18-01-2012 Definitief 11-07-2012
Opmerkingen Tekstueel Geen
Beoordeling en validatie van dit controlememorandum Procestoets Inhoudelijke toets
Interne auditdienst DR Intern Roermond (R&R, P&C, PIM, PPU) Provincies via de BALG werkgroep NLP
Goedkeuring
BALG werkgroep
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 3
INHOUDSOPGAVE Versiehistorie Beoordeling van dit controlememorandum (conform Goedkeuringskader CM)
2 2
1. INLEIDING
5
1.1 DIT CONTROLEMEMORANDUM
5
1.2 LOOPTIJD
5
1.3 TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
5
1.4 INTERNE (CONTROLE) RISICO’S
5
1.5 UITVOERINGSORGANEN
6
1.6 WET INRICHTING LANDELIJK GEBIED
6
2. OVERZICHT WETTELIJK KADER EN JURISPRUDENTIE
6
2.1 COMMUNAUTAIR
6
2.2 NATIONAAL
6
3. DOEL VAN DE REGELING SKNL
6
4. SYSTEMATIEK VAN DE UITVOERING
6
4.1 DOELGROEP
6
4.2 OPENSTELLING, SUBSIDIEPLAFOND EN NATUURBEHEERPLAN
7
4.3 SUBSIDIEVORMEN
7
4.3.1 INVESTERINGSSUBSIDIE 4.3.2 SUBSIDIE FUNCTIEVERANDERING
7 7
4.4 SUBSIDIEVERLENING
7
4.5 WIJZIGING IN DE SUBSIDIEVERLENING
8
4.6 SUBSIDIEVASTSTELLING
8
4.7 BEZWAAR EN/OF BEROEP
8
5. INDICATIE VAN HANDELSSTROMEN EN KENGETALLEN
9
5.1 2010
9
5.2 2011
9
5.3 2012
9
6. SAMENWERKING
9
7. RISICOANALYSE
9
7.1 INLEIDING
9
7.2 NORMENKADER EN TOETSINGSKADER
10
7.3 WEGING VAN DE BEDREIGINGEN
10
7.4 CONTROLEMAATREGELEN OP RISICO’S
11
7.5 AFDEKKEN RISICO’S DOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLES UITGEVOERD DOOR DR 11 7.6 AFDEKKEN RISICO’S DOOR FYSIEKE CONTROLES
12
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 4
7.7 RESTRISICO’S
12
8. WIJZIGINGEN T.A.V. HET VORIGE CONTROLEMEMORANDUM
12
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 5
1. Inleiding 1.1 Dit controlememorandum Dit controlememorandum (CM) is opgesteld om de risico’s die het uitvoeren van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) met zich meebrengt in kaart te brengen en daar adequate maatregelen voor te nemen. Het gaat om de risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik van de regeling door derden (doorgaans zijn dit de aanvragers van subsidie) en de controlemaatregelen die genomen moeten worden om deze risico’s te minimaliseren. In de risicoanalyse staan de risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik per artikel van de regeling en per bijlage van de regeling. Ook staat in voorkomend geval aangegeven dat het een intern risico betreft en wordt een verwijzing naar de AO/IC gemaakt. De investeringsaanvragen voor de SKNL van gecertificeerde aanvragers worden door de provincies zelf uitgevoerd. Hier wordt dus niet ingegaan op mogelijke risicobestrijding door of namens DR.
1.2 Looptijd Dit CM heeft betrekking op de SKNL voor de aanvraagperioden 2010-2013. Al naar gelang eventuele regelingswijzigingen per 2014 zal bekeken moeten worden of er dan een aangepast controlememorandum nodig is, of dat deze versie ongewijzigd kan worden verlengd.
1.3 Taken en verantwoordelijkheden Het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie (hierna: Ministerie van ELI), de betaalorganen en de delegated bodies1 zijn gezamenlijk vanuit ieders taakstelling verantwoordelijk voor een rechtmatige en zowel voor de betrokken sectoren als voor de overheid doelmatige uitvoering van het ILG. Dit brengt mee dat maatregelen moeten worden getroffen om rechtmatig, efficient en effectief gebruik van communautaire middelen te garanderen. Tot bedoelde maatregelen behoort het beleid betreffende het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van middelen door derden. Hiertoe dient voor elke regeling een controlememorandum te worden opgesteld. Het controlememorandum moet onder meer inzicht geven in de risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik van de regeling en de maatregelen die kunnen worden getroffen om deze risico’s tot een aanvaardbaar minimum terug te brengen, alsmede aan welke (controle)organen die maatregelen zijn opgedragen. De totstandkoming van het controlememorandum vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het betrokken betaalorgaan (i.c. Dienst Landelijk Gebied, hierna DLG genoemd). Het controlememorandum behoeft de goedkeuring van het Ministerie van ELI en wordt ter kennisname voorgelegd aan de provinciale opdrachtgevers. Daarbij zullen (rest)risico’s die voortvloeien uit een handelen of nalaten van de provinciale opdrachtgevers en de daarop te nemen beheersmaatregelen aan hen ter goedkeuring worden voorgelegd. Het controlememorandum wordt opgesteld volgens het zgn. Goedkeuringskader Controlememoranda van het Ministerie van ELI en zal aan de hand van dat goedkeuringskader vanuit diverse oogpunten worden beoordeeld en goedgekeurd.
1.4 Interne (controle) risico’s In de uitvoering van werkzaamheden door het betaalorgaan en de controle-instanties kunnen zich belangrijke fouten en/of omissies voordoen. Door een adequate inrichting van de administratieve organisatie, met daarin opgenomen interne controlemaatregelen is de kans groot dat bedoelde fouten en/of omissies worden voorkomen en/of tijdig gesignaleerd en gecorrigeerd. Binnen het betaalorgaan dient het betaalorgaan zelf de nodige maatregelen te treffen. Bij het ingeschakelde controleorgaan kan er sprake zijn een intern controlerisico. Dit dient door maatregelen te worden beperkt. Interne risico’s binnen de gedelegeerde controleorganen (en dus ook DR als gedelegeerd uitvoeringsorgaan) blijven binnen dit controlememorandum daarom buiten beschouwing. Dat betekent niet dat deze risico’s niet in kaart zullen worden gebracht. Dit geschiedt echter in een afzonderlijke interne risicoanalyse. In voorkomend geval wordt dit aangegeven door een verwijzing naar de AO/IC van het betreffende orgaan.
1
Delegated body: een orgaan dat bepaalde taken in opdracht van het betaalorgaan uitvoert.
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 6
1.5 Uitvoeringsorganen De regeling wordt (administratief) uitgevoerd door Dienst Regelingen. Dienst Landelijk Gebied (DLG) is naast het betaalorgaan voor deze regeling ook de partij die de fysieke controles uitvoert.
1.6 Wet Inrichting Landelijk Gebied Per 1 januari 2007 is de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) van toepassing. Deze wet is de wettelijke basis voor het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Met de komst van het ILG voeren de 12 Nederlandse provincies per 1 januari 2007 zelf de regie over de ontwikkelingen in het landelijk gebied. Daarvóór fungeerde Directie Natuur (thans: de Directie Natuur, Landschap en Platteland) van het ministerie van ELI niet slechts als de verantwoordelijke beleidsdirectie, maar tevens als inhoudelijke opdrachtgever. Momenteel is de rol die van verstrekker van en toezichthouder op het uitvoeringsbudget.
2. Overzicht wettelijk kader en jurisprudentie 2.1 Communautair
Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007 – 2013
2.2 Nationaal
Algemene wet bestuursrecht Wet inrichting landelijk Gebied (WILG). Deze wet is per 1 januari 2007 van kracht geworden en vormt het wettelijk kader voor het Investeringsbudget Landelijk gebied2 (ILG), alsmede de bevoegdheidsoverdracht van Rijk naar provincies. RILG, zijnde een uitvoeringsregeling van de Minister van ELI op de WILG; Provinciewet Provinciale mandaatregelingen Comptabiliteitswet/Regeling buiteninvorderingstelling en kwijtschelding Nationale Plattelandsstrategie (NPS) Algemene provinciale subsidieverordeningen; Provinciale SKNL-verordeningen. De verordeningen zijn in de periode medio september 2009 tot medio november 2009 gepubliceerd in de provinciale bladen van de verschillende provincies. In juni 2010 heeft de Minister van LNV de provinciale SKNL verordeningen afgekeurd. In het najaar van 2010 hebben de provincies een herziene SKNL verordening vastgesteld en gepubliceerd; De Index Natuur en Landschap. In deze Index is de in Nederland voorkomende natuur beschreven. Bovendien moet de Index ervoor zorgen dat er één uniforme “natuurtaal” wordt gesproken.
3. Doel van de regeling SKNL De belangrijkste doelstelling van de SKNL is het stimuleren van de ontwikkeling van natuur, bos en landschap. De SKNL kan gezien worden als een samensmelting van de inrichting en subsidie functieverandering van de PSAN en de PSN tot één regeling.
4. Systematiek van de uitvoering 4.1 Doelgroep Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op grond van een zakelijk of persoonlijk recht beschikt over het recht tot gebruik van de betreffende grond kan aan de SKNL deelnemen. In de praktijk gaat het hier voornamelijk om agrariërs, particulieren en terreinbeherende organisaties. Samenvattend: Actoren, locaties en (uitvoering) subsidiabele activiteiten Het ILG vormt het instrument voor provincies om het landelijk gebied in te richten, gronden te verwerven, natuurbeheer en agrarisch natuurbeheer te realiseren binnen en buiten de Ecologische Hoofd Structuur.
2
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 7 Wie? Doet wat? Waar? Op welke wijze?
Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die over het eigendom of recht tot erfpacht van de grond beschikt Het ontwikkelen van een natuurbeheertype, agrarisch beheertype en/of landschapstype en het omvormen van landbouwgrond naar natuurgrond Op landbouwgronden en in natuurterreinen Door het uitvoeren van vastgestelde investeringsmaatregelen en het omvormen van landbouwgrond naar natuurgrond
4.2 Openstelling, subsidieplafond en natuurbeheerplan In het zgn. openstellingbesluit bepaalt een provincie wanneer voor welke subsidie kan worden aangevraagd, en wat het beschikbare subsidieplafond is. Tevens zijn in het openstellingbesluit eventueel (deel)gebieden of categorieën van (uitgesloten) begunstigden opgenomen. Door het opnemen van (deel)gebieden in het openstellingbesluit kan de provincie gericht sturen op de realisatie van het voorgenomen natuurdoeltype. Door het vaststellen van één of meerdere subsidieplafonds kan de provincie ook budgettair sturen. In het natuurbeheerplan is op de ambitiekaart de begrenzing vastgelegd van alle bestaande en nog te realiseren natuur waarvoor investeringssubsidie en/of subsidie functieverandering kan worden aangevraagd. Het natuurbeheerplan in combinatie met het openstellingbesluit bepaalt per jaar waar wat mogelijk is. Herziening SKNL en toets op natuurbeheerplan Vanaf januari 2010 is de SKNL door de provincies opengesteld. In juni 2010 heeft de Minister de provinciale verordeningen echter afgewezen. In het najaar van 2010 hebben de provincies een herziene verordening vastgesteld. Deze herziene verordening dient als basis voor alle ingediende aanvragen. Om de ontvangen aanvragen tussen januari 2010 en november 2010 aan de herziene verordening te kunnen hangen, hebben de aanvragers een herzieningsbrief ontvangen. Hierin is uitgelegd wat de situatie was, en is de aanvragers de mogelijkheid geboden om hun aanvraag te laten behandelen conform de herziene verordening. Het gevolg van deze actie was dat de 2010 aanvragen pas vanaf december 2010 konden worden opgepakt voor beoordeling. Inmiddels waren de natuurbeheerplannen 2011 van kracht geworden. Bij toetsing van de aanvragen bleek in sommige gevallen dat de aanvraag niet voldeed aan het natuurbeheerplan van 2010, maar wel aan het natuurbeheerplan van 2011. Volgens de verordening dient een aanvraag te worden getoetst aan het plan, zoals dat van kracht was zes weken voor indiening van de aanvraag. Aangezien door de lange behandeltijd de aanvragen inmiddels waren ‘ingehaald’ door het nieuwe natuurbeheerplan, is door de provincies akkoord gegeven op deze afwijkende werkwijze voor de 2010 aanvragen.
4.3 Subsidievormen De SKNL kent de volgende subsidievormen: 4.3.1 Investeringssubsidie Dit is subsidie voor het uitvoeren van investeringsmaatregelen voor de ontwikkeling van een agrarisch beheerpakket, beheerpakket landschap, natuurbeheertype of landschapselement. 4.3.2 Subsidie functieverandering Dit is subsidie voor de waardedaling van grond ten gevolge van de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein.
4.4 Subsidieverlening Aanvragen worden gecontroleerd op volledigheid. De ingediende aanvragen worden beoordeeld op volgorde van de datum waarop ze (volledig) zijn ontvangen (de zgn. ‘datum compleet’). Vanwege het gestelde budget geldt het principe ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’.. Indien essentiële gegevens en/of documenten in de aanvraag ontbreken wordt het aanvraagformulier teruggestuurd naar de aanvrager met het verzoek om de aanvraag aan te vullen. Na ontvangst van de ontbrekende informatie c.q. stukken wordt de ‘datum compleet’ bepaald. Voordat de subsidieaanvraag inhoudelijk wordt beoordeeld, wordt gecontroleerd of er voldoende budget is voor de aangevraagde oppervlakte bij de betreffende subsidievorm. Elke aanvraag wordt beoordeeld op: Inachtneming van de SKNL- voorwaarden; Voorwaarden m.b.t. openstelling(besluiten) en subsidieplafonds,
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 8 -
het betreffende natuurbeheerplan. In de natuurbeheerplannen is opgenomen in welk deelgebied doelen worden nagestreefd op het gebied van natuurbeheer, (collectief) agrarisch natuurbeheer en landschapsbeheer. Deze doelen kan de provincie realiseren door het subsidiabel stellen van bepaalde natuur- en landschapsbeheertypen (binnen natuurterreinen), agrarische beheerpakketten (op landbouwgrond) of beheerpakketten landschap (buiten natuurterreinen).
Naast de administratieve controles van Dienst Regelingen worden fysieke controles uitgevoerd. Fysieke controles worden uitgevoerd door de DLG. De fysieke controles kunnen bestaan uit veldcontroles en/of administratieve controles. Op basis van de resultaten van de administratieve controles en in voorkomend geval fysieke controle(s) wordt de subsidieaanvraag goedgekeurd (eventueel na wijziging) dan wel afgewezen. Indien investeringssubsidie is verleend met een tijdvak dat meer dan één jaar duurt, dan kan jaarlijks een verzoek tot deelbetaling worden gedaan. BBL gronden Een van de SKNL voorwaarden is dat subsidie functieverandering alleen kan worden toegekend aan de eigenaar van landbouwgrond (artikel 16). In de SN regeling is hierop vanaf 2006 een uitzondering gemaakt voor Bureau Beheer Landbouw gronden, indien er een koopovereenkomst is tussen BBL en de aanvrager. De koopovereenkomst moet bij de subsidie aanvraag worden meegestuurd. Binnen een jaar na afgifte van de subsidieverlening dient een kwalitatieve verplichting te worden aangegaan door de eigenaar van de grond. Betaling van subsidie vindt plaats nadat deze overeenkomst is aangegaan. De aanvrager dient dus binnen een jaar na afgifte van de subsidiebeschikking eigenaar te zijn om de subsidie te kunnen ontvangen. In de (P)SN zijn hiermee een aanzienlijk aantal hectares landbouwgrond omgevormd naar natuur. Deze uitzondering is daarom ongewijzigd gecontinueerd in de SKNL.
4.5 Wijziging in de subsidieverlening Onder bepaalde voorwaarden kunnen aanvragers hun aanvraag gedurende het tijdvak wijzigen. Verzoeken van de aanvrager om de subsidieverlening te wijzigen kunnen ingediend worden naar aanleiding van gewijzigde omstandigheden zoals overdracht, overlijden, verwerving, onteigening of werken van algemene nutte (bijv. het aanleggen van pijpleidingen of een autoweg). Tenslotte kan de subsidieverlening worden gewijzigd naar aanleiding van de uitkomsten van een administratieve controle of een fysieke controle. Intrekking van (een gedeelte van) de aanvraag gebeurt op grond van artikel 4:48 AWB of rechtstreeks op basis van de betreffende EGverordening. Dit betekent dat de subsidieverlening vanaf het begin van het tijdvak wordt ingetrokken. Deze drastische maatregel wordt toegepast als duidelijk is dat de subsidieverlening onjuist is en de onjuistheid is ontstaan door misbruik en/of oneigenlijk gebruik van de aanvrager. Dit kan zijn door het verstrekken van onjuiste informatie maar bijv. ook doordat de verplichtingen opgenomen in de subsidieverlening worden geschonden of niet worden nageleefd.
4.6 Subsidievaststelling Binnen 6 maanden na afronding van de investeringsmaatregelen of na afloop van de goedgekeurde looptijd wordt de subsidie vastgesteld. De subsidie wordt in beginsel in overeenstemming met de subsidieverlening vastgesteld. De subsidie kan lager worden vastgesteld als uit bevindingen van administratieve en/of fysieke controles gedurende de vaststelling is gebleken dat de subsidievoorwaarden of de subsidieverplichtingen niet zijn nageleefd. In de (P)SN was het verplicht om bij meer dan € 25.000,- aan gemaakte kosten een accountantsverklaring op te laten stellen. In de SKNL wordt naast een overzicht van gemaakte kosten ook gevraagd om betalingsbewijzen daarvan. Dit was in de (P)SN niet nodig. In het Provinciale Coördinatoren Overleg (PCO, voorloper van de BALG werkgroep) van 15 april 2010 is besloten dat een accountantsverklaring niet meer opgeleverd hoeft te worden.
4.7 Bezwaar en/of beroep Tegen elk besluit, i.c. (de wijziging van) de subsidieverlening, de toekenning van de deelbetalingen en de subsidievaststelling kan de aanvrager binnen zes weken na de dagtekening van het besluit bezwaar aantekenen. Een belanghebbende kan, indien hij/zij het niet eens is met een beslissing op bezwaar (BOB) binnen 6 weken na ontvangst van de BOB een beroepschrift indienen.
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 9
5. Indicatie van handelsstromen en kengetallen 5.1 2010 In 2010 heeft DR 400 aanvragen SKNL ontvangen. Het hiermee gemoeide budget (programma uitgaven) bedraagt 68 miljoen euro.
5.2 2011 In 2011 heeft DR 250 aanvragen SKNL ontvangen. Het hiermee gemoeide budget (programma uitgaven) bedraagt 62 miljoen euro.
5.3 2012 De aanvragen 2012 kunnen per 1 januari 2012 worden ingediend. Het ziet er op dit moment naar uit dat alleen in Overijssel openstelling voor SKNL plaatsvindt.
6. Samenwerking Provincies Met de komst van het ILG voeren de 12 provincies per 1 januari 2007 zelf de regie over de ontwikkelingen in het landelijk gebied. De provincies zorgen voor de regelingsteksten, de natuurbeheerplannen, de openstellingbesluiten en de budgetten die behoren bij de regeling SKNL. DLG en nVWA Voor de SKNL werkt Dienst Regelingen onder meer samen met de opdrachtgevende provincies en met het betaalorgaan en controledienst DLG. Overige instanties Samenwerking met overige externe instanties komt bv. grotendeels voor m.b.t. het opvragen van informatie bij gemeentes, provincies en overige (lokale) subsidieverlenende instanties. Dergelijke informatieverzoeken omvatten gegevens met betrekking tot verleende subsidies en eventueel persoon- en/of adresgegevens. Hierbij wordt de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) in acht genomen.
7. Risicoanalyse 7.1 Inleiding Om tot een afgewogen inschatting te komen van risico’s als gevolg van misbruik en oneigenlijk gebruik door derden en de daarbij behorende maatregelen om misbruik en oneigenlijk gebruik van de regeling te voorkomen, worden vier stappen gevolgd: 1. mogelijke bedreigingen worden geïdentificeerd; 2. de bedreigingen worden gewogen (hierbij wordt de kans bepaald dat de bedreiging zich voordoet, gecombineerd met het gewicht van de bedreiging); 3. de controlemaatregelen worden benoemd en toegewezen aan de verantwoordelijke organen; 4. de bestaande restrisico’s3 worden beschreven. De termen misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) zijn als volgt te omschrijven: Misbruik: Onder misbruik wordt verstaan: het bewerkstelligen van geen of te geringe betaling van verplichte bijdragen aan de overheid en het verkrijgen of genieten van een te hoge uitkering door niet, niet tijdig, niet juist of niet volledig verstrekken van gegevens en inlichtingen. Oneigenlijk gebruik: Onder oneigenlijk gebruik wordt verstaan: Het door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsHet is van belang dat een expliciete afweging kan worden gemaakt tussen enerzijds de uitvoeringslasten en anderzijds het financiële risico dat verbonden is aan de implementatie van de regelgeving.
3
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 10 uitkeringen, of het niet, dan wel tot een te laag bedrag, betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoording van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan.
7.2 Normenkader en toetsingskader Uitgangspunt voor de risicoanalyse is een opgesteld normenkader en toetsingskader. In het normenkader wordt alle voor de regeling relevante wet- en regelgeving weergegeven. Het toetsingskader omvat alle relevante wet- en regelgeving die rechtstreeks van toepassing is op de regeling en van waaruit een risicobeschrijving nodig is. Bij uitwerking van de risicoanalyse (risicoschema) wordt een opsomming gegeven van alle wet- en regelgeving die rechtstreeks van invloed is op de uitvoering van de regeling alsmede van bestaande risico’s (bedreigingen). Hier is dus een opsomming gegeven van die verordeningen en andere wetten en regels waarvoor aanwijsbare risico’s zijn te benoemen i.c. de provinciale regelingstekst en de ‘verticale’ Europese uitvoeringsverordeningen
7.3 Weging van de bedreigingen De weging van de bedreigingen bestaat uit twee componenten: Hoe groot is de kans dat de bedreiging zich voordoet (wat is de kans / waarschijnlijkheid dat de bedreiging zich voordoet); Hoe ernstig zijn de (financiële) gevolgen wanneer de bedreiging zich daadwerkelijk voordoet en indien er geen maatregelen zouden worden genomen (hoe zwaar weegt de bedreiging). Hierbij wordt gebruik gemaakt van onderstaand schema met een weergave van de kans en het gewicht. Bij de bepaling van het financiële risico wordt het gewicht in het onderstaande schema telkens benaderd vanuit de positie van de subsidieverlener en niet vanuit de positie van de begunstigde.
Kans
Gewicht
Onwaarschijnlijk (L) Het gaat slechts om enkele gevallen. Misbruik en oneigenlijk gebruik zijn nagenoeg onmogelijk of niet realiseerbaar.
Laag (L)) Bij misbruik of oneigenlijk gebruik zou de beoordeling ongewijzigd blijven en de geldelijke gevolgen zouden nihil of miniem zijn.
Gemiddeld (M) Het gaat om meer dan 10% van de aanvragen. Misbruik en oneigenlijk gebruik zijn met enige inspanning realiseerbaar en rendabel.
Midden (M) Bij misbruik of oneigenlijk gebruik zou de beoordeling hetzelfde blijven (meestal: toewijzen), maar de verplichting zou beduidend hoger worden.
Waarschijnlijk (H) Het gaat om meer dan 25% van de aanvragen. Misbruik en oneigenlijk gebruik zijn eenvoudig te realiseren en rendabel.
Hoog (H) Bij misbruik of oneigenlijk gebruik zou de beoordeling wijzigen. Dit betekent dat de aanvraag afgewezen had moeten worden. De verplichting valt fors hoger uit.
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 11 De bedreigingen leiden nadat de weging en de kansinschatting hebben plaatsgevonden tot onderstaande risicobepalingen. Gewicht Kans Laag (Onwaarschijnlijk) Midden (Gemiddeld) Hoog (Waarschijnlijk)
Laag (L)
Midden (M)
Hoog (H)
LAAG risico
LAAG risico
MIDDEN risico
LAAG risico
MIDDEN risico
HOOG risico
MIDDEN risico
HOOG risico
HOOG risico
7.4 Controlemaatregelen op risico’s Nadat de bedreigingen zijn benoemd en gewogen en hebben geleid tot een reële inschatting van de zwaarte van het risico (hoog, laag of midden), wordt bepaald welke controlemaatregel(en) nodig is /zijn om de bestaande erkende risico’s te bestrijden. Tevens wordt in voorkomend geval het daarop aansluitende handhavinginstrument (zoals voorlichting, strafrechtelijke maatregelen, extra controlemaatregelen e.d.) vermeld. De controlemaatregelen kunnen worden onderverdeeld als volgt: administratieve controles door Dienst Regelingen administratieve controles (controle met bijvoorbeeld GIS en met bestaand controlemateriaal dat niet van de aanvrager afkomstig is, zoals bodemkaarten of vegetatiekaarten) door nVWA (subsidies aan landbouwers) en DLG (subsidies natuur en landschap binnen natuurterrein aan niet gecertificeerde begunstigden) als gedelegeerde controleorganen; fysieke controles door DLG of gespecialiseerde teledectiebedrijven; systeemcontroles.
7.5 Afdekken risico’s door administratieve controles uitgevoerd door DR Naast controles om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen waarbij regelingsinhoudelijke toetsingen in het uitvoeringsproces plaatsvinden, bevat de controle- en beheersstructuur van Dienst Regelingen tevens controle- en beheersmaatregelen ter voorkoming van interne risico’s. Alle administratieve controles zijn geïntegreerd in beoordeelformulieren en deels ook in geautomatiseerde controles. In de uitvoeringsinstructies voor de SKNL wordt beschreven welke voorwaarden er gelden, wie deze moet controleren, op welke wijze en tijdstip dit moet gebeuren en of er integraal dan wel steekproefsgewijs wordt gecontroleerd. De te controleren aspecten worden op de toetsingslijsten overgenomen, die onderdeel uitmaken van de uitvoeringsinstructies.
CONTROLEMEMORANDUM SUBSIDIEREGELING KWALITEITSIMPULS NATUUR EN LANDSCHAP versie 2.0 (11 juli 2012) Pagina 12
7.6 Afdekken risico’s door fysieke controles Alle SKNL aanvragen die door DR positief administratief zijn beoordeeld, worden aan DLG voorgelegd voor inhoudelijke beoordeling. DLG bepaalt of de voorgestelde investeringsmaatregelen subsidiabel zijn. Indien nodig wordt er ook een veldbezoek gedaan. In een aantal gevallen is dit veldbezoek niet meer nodig, omdat de aanvrager zich in het voortraject bij DLG heeft gemeld en de aanvraag inhoudelijk is besproken. Om de waardedaling voor de subsidie functieverandering te bepalen wordt een taxatie ter plaatse uitgevoerd. Alle ingediende aanvragen tot subsidievaststelling worden na administratieve controle aan DLG voorgelegd. In een aantal gevallen zal DLG ter plaatse de opgevoerde werkzaamheden controleren op realisatie. Bij wijzigingsverzoeken gedurende het subsidietijdvak kan aan DLG gevraagd worden om ter plaatse de impact/ nut/ noodzaak te bepalen.
7.7 Restrisico’s Met de beschreven controlemaatregelen zouden er voor bepaalde onderdelen restrisico’s kunnen zijn op het misbruik en oneigenlijk gebruik van de subsidieregeling. Voor de onderdelen van de regeling waar dit voor geldt, is dit vermeld in de risicoanalyse. Bij de risicoanalyse van de SKNL zijn geen restrisico’s benoemd.
8. Wijzigingen t.a.v. het vorige controlememorandum Dit is het eerste CM voor de SKNL en betreft de aanvraagperiode 2010 – 2013.