Conceptversie
Wijkontwikkelingsplan Donderberg
donderberg Graag!!
Gemeente Roermond Wonen Limburg Wonen Zuid Provincie Limburg
Februari 2012
Voorwoord Pm
Inhoudsopgave Inleiding 0.1 De opdracht 0.2 Situatieschets 0.3 De aanpak 0.4 Participatie als sleutelwoord 0.5 Relatie met de Regionale woonvisie 0.6 Leeswijzer Deel 1: 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
WIJKVISIE DONDERBERG: ‘GRAAG!!’ Wat goed was, kan goed worden Ruimte maken voor samenspel Leven met aandacht Passende zorg, eigen kracht Een wijk die werkt Een aansprekende wijk
2
Van 2.1 2.2 2.3
visie naar concrete maatregelen Wat willen we bereiken? Ingrepen voor de korte termijn: het WOP met een Uitvoeringsprogramma Fase 1 Concrete ingrepen en maatregelen voor de middel lange en lange termijn
3
De bewoner centraal 3.1 Analyse 3.2 Het doel van participatie 3.3 Uitgangspunten 3.4 Hoe ziet participatie eruit? 3.5 Samenwerking
4 4 4 5 6 7 7 9 9 11 12 14 16 17 20 20 21 22 23 23 24 24 25 26
Deel 2: WIJKONTWIKKELINGSPLAN
27
1
Leefbaarheid en Veiligheid 1.1 Inleiding 1.2 Wat willen we bereiken? 1.3 Maatregelen 1.4 Participatie
27 27 29 29 33
2
Wonen 2.1 Inleiding 2.2 Wat willen we bereiken? 2.3 Maatregelen 2.4 Participatie
35 35 36 36 45
3
Leren en werken 3.1 Inleiding
46 46
3.2 3.3 3.4
Wat willen we bereiken? Maatregelen Participatie
46 47 49
4
Jeugd en opgroeien 4.1 Inleiding 4.2 Wat willen we bereiken? 4.3 Maatregelen 4.4 Participatie
50 50 51 51 54
5
Welzijn en Zorg 5.1 Inleiding 5.2 Wat willen we bereiken? 5.3 Maatregelen 5.4 Participatie
55 55 55 56 58
4
Deel 3: UITVOERINGSPROGRAMMA FASE 1
60
4
Deel 3: UITVOERINGSPROGRAMMA FASE 1
60
1
Projectorganisatie
60
2
Financiën
63
3
Communicatie 3.1 Inleiding 3.2 Algemene doelstelling 3.3 Uitgangspunten 3.4 Doelgroepen 3.5 Communicatiestrategie 3.6 Identiteit en communicatiestijl 3.7 Communicatiemiddelen 3.8 Tot slot
64 64 65 65 65 67 69 70 72
4
Monitoring en evaluatie 4.1 Maatschappelijk rendement 4.2 Wat monitoren we? 4.3 Meetbare doelen 4.4 Bijsturen en de wisselwachter
72 73 74 75 76
Bijlage 1 Wijkprofiel Donderberg
77
Inleiding Dit is het wijkontwikkelingsplan voor de wijk Donderberg in Roermond. Het plan is het resultaat van een intensieve samenwerking tussen gemeente Roermond, woningcorporaties Wonen Zuid en Wonen Limburg en de Provincie Limburg en is tot stand gekomen in samenspraak met bewoners en andere belanghebbenden.
0.1
De opdracht
De gemeente Roermond, Wonen Zuid, Wonen Limburg en de Provincie Limburg sloten in januari 2011 een intentieovereenkomst met als doel het concretiseren van de doelstelling om de wijk Donderberg duurzaam te herontwikkelen en te transformeren, zodanig dat de leefbaarheid en veiligheid voor de fysieke, sociale en economische structuur versterkt en verbeterd wordt. Vanaf dat moment is er intensief samengewerkt om tot dit plan te komen. Deze samenwerking is niet vrijblijvend. Bij het vaststellen van dit wijkontwikkelingsplan is herschikking van eerder beleid, middelen of meerjarenplannen aan de orde bij alle partners. Samenwerkingsafspraken liggen vast in een overeenkomst die integraal onderdeel uitmaakt van dit plan. Het plan legt de basis om samen stevig te investeren in een wijk die op allerlei punten alles behalve doorsnee is. Een basis om er samen voor te zorgen dat de Donderberg weer een wijk wordt waar de vraag ‘Wil je er wonen?’ beantwoord wordt met ‘Graag!’
0.2
Situatieschets
De Donderberg is een wijk waar de leefbaarheid ernstig is verstoord. De overwegend goedkope woningen, geconcentreerd in de Sterrenberg en de Componistenbuurt, hebben de afgelopen jaren veel mensen met een laag inkomen aangetrokken. Dit heeft ertoe geleid dat er sprake is van economische homogenisering: een grote groep mensen met weinig kansen op de arbeidsmarkt. Het heeft invloed op de ontwikkeling van kinderen, die veelal kampen met een (onderwijs)achterstand en beperkte ouderlijke betrokkenheid. Het leidt tot beperkte maatschappelijke participatie en oplopende problemen van verwaarlozing, sociale isolatie en onveiligheid. Dit beeld wordt bevestigd door het wijkprofiel dat is opgenomen in bijlage 1 van het wijkontwikkelingsplan. Ook op basis van een onderzoek naar de leefbaarheid in Limburg dat is uitgevoerd door de GEO Groep1 blijkt dat met name de Sterrenberg en in mindere mate de Componistenbuurt een zeer kritische score laten zien. De uitvoering van de wijkvisie zal in 2012, op basis van het wijkontwikkelingsplan, van start gaan. Dit wil echter niet zeggen dat we pas in 2012 starten met het duurzaam ontwikkelen van de Donderberg. De gemeente Roermond, de woningcorporaties, professionals en vrijwilligers zetten zich al jaren in om van de Donderberg een wijk te maken waar het prettig en goed wonen is. De afgelopen jaren zijn we afzonderlijk van elkaar diverse projecten en programma's in de wijk gestart die ieder afzonderlijk hun effect sorteerden. Zo is er fors geïnvesteerd in de woningen en is het contact met bewoners geïntensiveerd. Een algehele verbetering van de leefbaarheid in de Donderberg blijft echter uit, zoals blijkt uit diverse onderzoeken en analyses. Deze analyses laten zien dat de wijk nog steeds te maken heeft met een aantal samenhangende problemen op fysiek, sociaal en economisch gebied die de leefbaarheid en veiligheid fors onder druk zetten. Het veiligheidsgevoel van bewoners in de wijk staat sterk onder druk, onder andere door diverse incidenten.
1 Toelichting GEO Groep op 26 januari 2011 op de resultaten en de diverse toepassingen van meting leefbaarheid voor gemeenten in Midden-Limburg.
Blad 4
De beleving van bewoners wordt ook beïnvloed door het feit dat zij wonen in een wijk die met regelmaat negatief in de publiciteit komt. We zijn er dus nog lang niet. De Donderberg loopt het risico dat de nu al zeer kwetsbare buurten (Sterrenberg en in mindere mate Componistenbuurt) verder afzwakken en dat de beter scorende buurten (Kastelenbuurt en Vliegeniersbuurt) in toenemende mate achteruit gaan. Er zijn vooruitlopend op dit wijkontwikkelingsplan door de partners al twee programma’s met extra investeringen ingezet: Duurzaam Verbinden In februari 2010 heeft de gemeente Roermond in het kader van de regeling 40+wijken van het toenmalige Ministerie van Wonen, Wijken en Integratie voor de wijk Donderberg een subsidieaanvraag ingediend voor het programma ‘Duurzaam Verbinden’. Duurzaam verbinden heeft een geweldige impuls gegeven aan bestaande initiatieven en er zijn nieuwe projecten van start gegaan. In dit programma, dat loopt tot en met 2013, ligt de nadruk op maatregelen die zich richten op de sociale component (wonen, werken, leren en opgroeien, integratie en verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid) van de wijkaanpak in de Donderberg. Tevens maakt de verbouwing van de Donderie deel uit van het programma. De totale kosten voor de uitvoering van ‘Duurzaam Verbinden’ bedragen ruim € 4,7 miljoen. Naast de € 2,1 miljoen subsidie van de rijksoverheid, zijn er bijdragen van de gemeente Roermond, Wonen Zuid, Wonen Limburg, de Provincie Limburg en de Stichting Beheer Koopsom Donderie. Integraal Veiligheidsplan De incidenten die de afgelopen jaren in de Donderberg hebben plaatsgevonden (o.a. steek- en schietpartijen, overlast en vernielingen) hebben de onveiligheidsgevoelens van bewoners verder doen toenemen. Ook de negatieve publiciteit in landelijke en regionale pers heeft het imago van de wijk geen goed gedaan. In de kadernota ‘Integrale Veiligheid Roermond 2012-2014’ en het Uitvoeringsprogramma 2012 is dan ook het terugdringen en voorkomen van criminaliteit, verloedering en overlast als speerpunt opgenomen. De inwoners van de Donderberg moeten zich veiliger gaan voelen in hun wijk. Naast de extra investeringen in de Donderberg vindt er ook reguliere inzet plaats vanuit de gemeente Roermond, Wonen Limburg, Wonen Zuid en andere professionals. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de inzet van opbouw- en jongerenwerk, extra beveiliging en camerabewaking bij de flats, de financiering van de woonkamers in de Sterrenberg en Componistenbuurt en de Zorg- en Adviesteams in het onderwijs.
0.3
De aanpak
In het coalitieakkoord ‘Slagvaardig en Spaarzaam’ (14 april 2010) heeft de gemeente Roermond aangegeven dat een ingrijpende en integrale aanpak van de problemen in de wijk Donderberg een van de belangrijkste prioriteiten voor de coalitieperiode 2010-2014 is. Daarnaast zijn in het kader van de regiovisie ‘Oog voor Midden-Limburg’ strategische opgaven geformuleerd waaronder een programmalijn Wonen. Binnen dit programma vallen o.a. projecten die worden gefinancierd vanuit regionale gelden (met name regiofonds). Een van de projecten die hieronder vallen is de aanpak herstructurering van de Donderberg. Dit was voor de gemeente Roermond, Wonen Zuid, Wonen Limburg en de Provincie Limburg aanleiding om in 2010 de voorbereidingen te treffen om een Wijkontwikkelingsplan voor de Donderberg op te stellen. De ondertekening van de intentieovereenkomst in januari 2011 door de vier partners was de afsluiting van deze voorbereidende fase en het startschot voor het daadwerkelijk ontwikkelen van het wijkontwikkelingsplan Donderberg. Gedurende het voorjaar 2011 hebben we dan ook in tientallen gesprekken en workshops met diverse betrokkenen gezocht naar antwoorden op de vraag hoe van de Donderberg weer een gewilde wijk
Blad 5
met een hechte gemeenschap gemaakt kan worden. Wijkbewoners werkten in enkele scenariogroepen toekomstbeelden uit voor hun wijk en de vier buurten. Die toekomstbeelden presenteerden we tijdens het eerste Grote Gesprek in mei 2011 waaraan ruim 150 mensen deelnamen en waarmee de analysefase werd afgesloten. In de daaropvolgende maanden ontstonden de eerste contouren van dit wijkontwikkelingsplan. In november 2011 namen meer dan 250 mensen deel aan het tweede Grote Gesprek waar de maatregelen op hoofdlijnen gedeeld werden. Nu is het plan klaar en start de uitvoering: we gaan samen aan de slag! Het wijkontwikkelingsplan bestaat uit een aanpak in drie fasen, namelijk op korte (2012-2016), middellange (2017-2020) en lange termijn (2021-2024). Niet in alle buurten van de Donderberg gaan we dus tegelijkertijd en even intensief aan de slag. De Kastelenbuurt en Vliegeniersbuurt zijn buurten die goed functioneren daar waar de Sterrenberg en in mindere mate de Componistenbuurt zeer kwetsbaar zijn. De focus van dit plan ligt in de eerste fase bewust op de Sterrenberg en het centrum als het gaat om ingrijpende fysieke maatregelen. In het hart van de wijk moeten álle wijkbewoners zich thuis voelen. Daar waar voorzieningen en ontmoetingsplekken ondersteuning bieden aan kwetsbare bewoners maar ook ontwikkelkansen bieden aan talentvolle of ondernemende bewoners en zo samen bijdragen aan een krachtigere gemeenschap. Alle sociaal maatschappelijke maatregelen worden ook in de eerste fase nadrukkelijk ingezet ten behoeve van de hele wijk. Voorafgaand aan dit alles zal de Provincie Limburg op korte termijn middels een maatschappelijke kosten-baten analyse (hierna: MKBA) de huidige en toekomstige voor- en nadelen zo objectief mogelijk in kaart brengen. Zodoende verzekeren we ons ervan dat we de goede dingen goed doen.
0.4
Participatie als sleutelwoord
Een ingrijpende en integrale aanpak van de problemen in de Donderberg is een van de prioriteiten van dit wijkontwikkelingsplan. Maar er is meer. Een van de belangrijkste lessen uit de wijkaanpak uit het verleden is het vergroten van de verantwoordelijkheid van bewoners en andere betrokkenen uit de wijk bij hun directe woon- en leefomgeving. We realiseren ons dat dit een omslag is voor zowel bewoners, professionals als de politiek in denken en doen ten opzichte van de wijkaanpak zoals die tot nu toe in de Donderberg heeft plaatsgevonden. Participatie is dan ook een sleutelwoord. In het voortraject hebben bewoners via scenariogroepen en op de ‘Grote Gesprekken’ ideeën of onderwerpen aangedragen die nu weer landen in concrete uitvoeringsmaatregelen van dit plan (bijvoorbeeld de sterke behoefte vanuit de wijk aan een centrale ontmoetingsplek, het zichtbaar maken van ondernemerschap aan huis of de aanpak van huisjesmelkers). Bij elke maatregel in dit plan wordt in het uitvoeringsprogramma uitgewerkt op welke manier bewoners, ondernemers en andere betrokkenen in staat worden gesteld de Donderberg samen duurzaam te ontwikkelen.
Blad 6
0.5
Relatie met de Regionale woonvisie
De regio Midden–Limburg Oost kent een Regionale woonvisie voor de periode 2010–2014. Hierin staat dat de herstructureringsopgave van de regio zich concentreert in de gemeente Roermond en dat het benodigd aantal betaalbare (huur-)woningen binnen de gemeente afneemt als gevolg van de verwachte afname van inwoners die hierop aangewezen zijn. Deze opgave is weliswaar richtinggevend maar is geen kwantitatieve randvoorwaarde voor de ontwikkeling van plannen. Het wijkontwikkelingsplan Donderberg zal niet leiden tot een forse afname van de woningvoorraad in de wijk. Het plan heeft hiermee dan ook nagenoeg geen invloed op het verminderen van de planvoorraad zoals afgesproken in de regiovisie. Wel heeft het uitvoeringsprogramma effect op de kwaliteit van de woningvoorraad en brengt het een verschuiving teweeg die wat invulling betreft past bij de inhoud van de regiovisie (van grondgebonden (eengezins-) sociale huurwoningen naar nultreden woningen, zorgwoningen en woningen voor specifieke doelgroepen in verschillende prijsklassen).
0.6
Leeswijzer
Dit wijkontwikkelingsplan bestaat uit vier delen: Deel 1: Wijkvisie In het eerste hoofdstuk wordt de wijkvisie Donderberg ‘Graag!!’ weergegeven die ten grondslag ligt aan het plan en haar uitvoeringsprogramma. Hoofdstuk 2 beschrijft hoe we van visie naar concrete maatregelen komen en wat we willen bereiken. Hoofdstuk 3 zet de bewoner centraal en laat zien op welke wijze het plan werkelijk van de wijk wordt door de inzet van bewonersparticipatie. Deel 2: Wijkontwikkelingsplan In het tweede deel worden vijf thema’s uitgewerkt die het hart van het plan vormen. Bij elk thema worden na een inleiding met korte analyse, de te behalen resultaten benoemd, alsmede de te nemen maatregelen én de inzet van bewonersparticipatie. De projectenkalender geeft een beknopt overzicht aan van alle maatregelen als opmaat naar de in detail uitgewerkte uitvoeringsprogramma’s. Achtereenvolgens komen aan bod: Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
1: 2: 3: 4: 5:
Leefbaarheid en Veiligheid Wonen Leren en Werken Jeugd en Opgroeien Zorg en Welzijn
Deel 3: Uitvoeringsprogramma Fase 1 In het uitvoeringsprogramma staat beschreven hoe we uitvoering gaan geven aan de verschillende thema's van het wijkontwikkelingsplan in de eerste fase (2012 - 2016). Sommige acties zijn voor de korte termijn, andere hebben een langere weg te gaan via onderzoek, planvorming en uitvoering. Per opgave wordt ingegaan op het te behalen resultaat en de weg ernaar toe . Deel 4: Organisatie en communicatie In het laatste deel worden in hoofdstuk 1 de projectorganisatie rondom het wijkontwikkelingsplan en de financiële consequenties beschreven. In hoofdstuk 2 komt de communicatie en marketing
Blad 7
aan bod. Hoofdstuk 3 beschrijft hoe tussentijds de meetlat langs de resultaten gelegd wordt en op welke manier evaluatie zal plaatsvinden.
Bijlagen In de bijlage is het wijkprofiel van de Donderberg opgenomen.
Blad 8
Deel 1: WIJKVISIE DONDERBERG: ‘GRAAG!!’ De wijkvisie ‘Graag!!’ geeft richting aan de duurzame ontwikkeling van de Donderberg op de lange termijn. We spreken dan van de periode 2012 tot en met 2024. De wijkvisie wordt nader uitgewerkt in het wijkontwikkelingsplan (deel 2) en het uitvoeringsprogramma waarin de te nemen maatregelen nader worden beschreven.
1.1
Wat goed was, kan goed worden
De Roermondse wijk Donderberg heeft veel mee: ruime woningen, veel voorzieningen, een royale buitenruimte met veel groen. De snelweg en het station zijn vlakbij en er zijn volop werkmogelijkheden op fietsafstand. Bij de oplevering was Donderberg dan ook een gewilde wijk en er zijn nog veel bewoners die er al meer dan twintig jaar wonen. Er is dan ook alle reden voor een optimistische visie op de toekomst. Wat eens goed was, kan ooit weer goed worden. De wijk Donderberg heeft voldoende kwaliteiten om een gewilde en gezonde woonwijk te wonen, waar heel verschillende mensen goed samen wonen, werken en leven. De gemeente, twee woningcorporaties en de provincie willen stevig investeren in een wijk, die op allerlei punten alles behalve doorsnee is. Ze voelen zich daarin gesteund door bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties in de wijk. Er zijn verschillende goede redenen om juist nu tot actie over te gaan. Er zijn negatieve aanleidingen: jongerenoverlast, werkloosheid, criminaliteit en sociale problematiek baren de bewoners zorgen en bezorgen de wijk een slecht imago. Maar minstens zo belangrijk zijn de positieve redenen. Roermond heeft in de afgelopen jaren een enorme sprong gemaakt in haar economische ontwikkeling. Die is nog niet afgerond; na ontwikkelingen in de detailhandel liggen er nieuwe kansen in maakindustrie, maintenance, logistiek, zorg en verzorging. Met grote beroepsopleidingen, een groot arbeidspotentieel, een goed draaiend winkelcentrum, een goede bereikbaarheid en veel woningen die geschikt zijn voor ondernemers zou de Donderberg daar een graantje van mee kunnen pikken. In een regio waar een dalende bevolking leidt tot een vermindering van het voorzieningenaanbod, biedt de Donderberg een goede sociale infrastructuur voor mensen die op die voorzieningen zijn aangewezen: gezinnen met schoolgaande kinderen en mensen die zorg en begeleiding nodig hebben, waaronder veel ouderen. En ook in de woningmarkt heeft de Donderberg potentie. Nederlanders zijn de laatste jaren steeds groter gaan wonen. De woning is daarbij steeds vaker de plek geworden waar niet alleen gewoond, maar ook geleerd, gewerkt en gezorgd wordt. De woningvoorraad biedt daarvoor nu al kansen, maar het is ook de moeite waard om ‘nog niet bestaande voorraad’ toe te voegen op plekken waar nu teveel van dezelfde woningen staan. Voor toekomstige woningzoekenden uit Roermond en daarbuiten zijn er goede redenen om voor deze wijk te kiezen. Dat zou ook goed zijn voor de wijk, want hoe bewuster en enthousiaster bewoners kiezen voor een wijk, des te groter is de bereidheid om te investeren in huis, tuin en buurt. De huidige situatie is helaas anders: in de laatste jaren is de Donderberg een wijk geworden waar velen ‘terecht kwamen’ in de goedkope, grote woningen, maar zich nauwelijks realiseerden dat ‘wie een huis kiest, ook zijn buren kiest’2. We moeten dus zorgen dat de Donderberg een wijk wordt waar mensen voor kiezen. Waar de vraag ‘Wil je er wonen’ beantwoord wordt met ‘Graag!’. En ook wie er al lang woont, moet er goed kunnen blijven wonen. In het huidige huis, of in een
2
Een variant op het Turkse spreekwoord: je koopt geen huis, je koopt buren
Blad 9
woning die beter is afgestemd op nieuwe wensen en behoeften. Ook huidige bewoners moeten het wonen in de wijk als een zelf - van harte - gemaakte keuze beschouwen. Ondanks alle zorgen over de problemen die de wijk haar reputatie hebben bezorgd, geloven heel veel mensen in de kracht van de Donderberg. Er is veel nostalgie en er zijn veel dromen over de toekomst. Maar er zijn ook wel eens twijfels over de maakbaarheid. Je kunt, net als tien en vijftien jaar geleden, investeren in nieuwe stenen. Je kunt, zoals in het nu lopende actieprogramma Duurzaam Verbinden gebeurt, heel stevig investeren in programma’s gericht op ontmoeting, educatie en de aanpak van criminaliteit. Maar is dat voldoende om een wijk er echt weer bovenop te krijgen? De voorliggende wijkvisie is geen droombeeld van een ideale toekomst. Het is ondenkbaar dat er straks ruim 7.000 bewoners in een wijk wonen die lief en leed samen delen en altijd voor elkaar klaar staan. Ook kan het succes van een wijk nooit volledig bepaald worden door instanties die er professionele inzet leveren. We leven in een vrije wereld met een open woningmarkt en een wijk wordt uiteindelijk alleen goed als vrije mensen er van harte voor kiezen. Het lot van de wijk is in handen van diegenen, die iets te kiezen hebben: huidige en toekomstige bewoners van huur- en koopwoningen, ondernemers, maatschappelijke organisaties. Willen zij gaan voor de Donderberg, of gaan ze er vandoor? Maar wij kunnen wel alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat de keuze in het voordeel van de Donderberg uitpakt. Door de wijk zo te maken, dat mensen met bijzondere wensen ervaren hoeveel ruimte daarvoor is in deze wijk. Door actief in te grijpen in de structuur van de wijk, waardoor deze overzichtelijker en aantrekkelijker wordt. Door veel aandacht te hebben voor de drive van gewone wijkbewoners en bijzondere professionals, die meer willen doen voor de wijk dan contractueel van ze gevraagd kan worden. Maar ook door nog preciezer te kijken hoe problemen kunnen worden aangepakt op korte termijn, maar ook met goede preventieve maatregelen waardoor uitval en overlast op langere termijn wordt voorkomen. De Donderberg moet en kan een wijk worden, waar mensen graag wonen, werken, zorgen, spelen en leren. Kortom: leven! Dat gaat niet vanzelf. In de eerste plaats moeten we letterlijk en figuurlijk ruimte maken voor samenspel. In de tweede plaats moeten we denken aan een houding die te typeren is als leven met aandacht. In de derde plaats vraagt een wijk als de Donderberg om passende zorg, waarbij de eigen kracht van mensen benut wordt. In de vierde plaats moet de Donderberg een wijk die werkt kunnen worden. Ten slotte moet de Donderberg een aansprekende wijk durven te zijn. Het zijn mooie woorden die niet vanzelf werkelijkheid worden. Bij deze wijkvisie wordt in deel 2 een wijkontwikkelingsplan vastgesteld, waarin de maatregelen worden beschreven die nodig zijn om de gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. Ook wordt daarbij een financieel kader vastgesteld en worden goede afspraken over de samenwerking gemaakt. Maar de idealen voor de Donderberg zijn niet voor geld te koop. Veel belangrijker is dat alle betrokkenen werken vanuit een gedeelde visie op het soort wijk dat de Donderberg moet worden. En zich daarbij altijd realiseren dat het resultaat pas behaald is als huidige en nieuwe bewoners kunnen zeggen: Donderberg, Graag!!
Blad 10
1.2
Ru i m t e
maken voor samenspel
Wegen, pleinen en woningen vormen de biotoop (letterlijk plek om te leven) waarin mensen leven. In de Donderberg wonen heel veel verschillende mensen en de grote uitdaging is om die variatie tot een succesfactor te maken. Er zijn daarvoor verschillende strategieën te bedenken. In het Wijkontwikkelingsplan worden stevige maatregelen ter verbetering van de fysieke en sociale structuur en de veiligheid van de wijk beschreven. In deze visie beschrijven we de gedachte achter die maatregelen. De strategie is samen te vatten als ontmoeting in het centrum, specialisatie in buurten. In de eerste plaats moet in het hart van de wijk heel duidelijk zijn dat dit een wijk voor iedereen is. Dat moet blijken uit de voorzieningen, die veel meer gastvrijheid moeten uitstralen dan nu het geval is. Het moet blijken uit evenementen als een kleurrijke weekmarkt. Het moet blijken uit het ondernemersklimaat, waarin ambachtsmensen, werkers in zorg en verzorging, cateraars, winkeliers en kenniswerkers samen laten zien dat er vele manieren zijn om een eerlijke boterham te verdienen. Het moet blijken uit het activiteitenaanbod, dat zich niet alleen op hen richt die de meeste zorg nodig hebben, maar toegankelijk is voor iedereen die graag met anderen musiceert, sport, schildert, speelt of praat. Ontmoeting Veel actieve bewoners vinden ontmoeting het belangrijkste thema in de wijk. Door de Donderbergweg de uitstraling van een Laan te geven, van de rotonde aan de Oranjelaan tot de kinderboerderij in de Componistenbuurt, wordt die ontmoetingsfunctie zichtbaar gemaakt. De laan en het winkelcentrum moeten zo beheerd worden dat iedereen zich er welkom voelt, maar ook weet dat er basisregels zijn waar iedereen zich aan dient te houden. In het centrumgebied zijn ook voorzieningen voor doelgroepen, maar in de openbare ruimte voelt iedereen zich even welkom. In de buurten is er veel meer plaats voor maatwerk en verwantschap. Ook dat zorgt dat mensen bewust kunnen kiezen voor de wijk; in buurten wonen mensen bij elkaar met gedeelde verwachtingen en belangen, en kunnen ze er ook op worden aangesproken mee te werken aan het leefklimaat in hun buurt.
Er zijn daarvoor flinke ingrepen in de centrale as van de wijk nodig. De vernieuwing van het Winkelcentrum moet een einde maken aan de naar binnen gekeerde structuur van steen en blik die nu het hart van de wijk typeert. Een kleurrijke weekmarkt zou de Donderberg goed op de kaart kunnen zetten. De Donderbergweg moet nog duidelijker de laan worden waarlangs bewoners en bezoekers van de wijk lopend, fietsend of voorzichtig rijdend de voorzieningen kunnen bereiken. Met de verbouwing van de Donderie heeft de eerste voorziening een veel betere uitstraling gekregen, en anderen zullen volgen. Daarbij staat voorop, dat het Hart van de Donderberg de plek is waar iedereen elkaar kan ontmoeten: jong en oud, wit en zwart, werkend en rustend, ondernemer en klant. Die brede toegankelijkheid moet met zorg worden onderhouden, zodat geen enkele groep zich buitengesloten voelt uit het hart van de wijk. Wat voor de centrale as van de wijk geldt, hoeft niet in elke buurt het geval te zijn.
Blad 11
De Donderberg is een zodanig diverse wijk met zulke verschillende bewoners, dat er ruimte moet zijn voor variatie in woonmilieus. De Componistenbuurt wordt verrijkt met een woonvoorziening voor ouderen met een zorgvraag die zeker ook andere bewoners van de wijk van dienst kan zijn. Bijvoorbeeld door dienst te doen als eetpunt, ontmoetingspunt, uitvalsbasis voor wijkverpleegkundigen, het rekruteren van vrijwilligers die zorgbehoevende mensen van de componistenbuurt naar de zorgvoorziening toe brengen. Een outreachende functie dus. De Kastelenbuurt mag zich best als zodanig op de kaart zetten, want het is goed voor de wijk als de mooie woningen kopers aantrekken die zich niet laten afschrikken door het imago van de Donderberg. De Vliegeniersbuurt heeft een prachtig wandelgebied ter beschikking, maar heeft weinig gebouwde ontmoetingsmogelijkheden. In de Van Gogh-school kunnen meer buurtfuncties een plaats krijgen. Op verzoek van veel bewoners wordt gezocht naar manieren om te zorgen dat de Koninginnelaan niet een barrière vormt, maar de bewoners van de Componisten- en Vliegeniersbuurt hebben ook een paar goede voorzieningen aan ‘hun’ kant van deze weg. In de Sterrenberg is meer aan de hand. Er is daar een mismatch tussen de variatie aan bewoners en de eenzijdigheid van de woningvoorraad. Bovendien is het teveel een ‘woonvoorraad’, waarin de mogelijkheden voor werk, zorg en opvoeding te beperkt zijn, zeker als er sprake is van een zorgbehoefte. Ook de openbare ruimte nodigt nu niet uit tot ontmoeting. De Sterrenberg zal gefaseerd worden verbeterd. De strategie is om de slechtste en minst functionele woningen te vervangen of te herontwikkelen tot ‘nog niet bestaande’ nieuwbouw: woningen die je nu nog niet in elke makelaarskrant tegenkomt. Hierdoor ontstaan buurtjes, die steeds een duidelijke profilering op één leefstijl of zorgbehoefte hebben. De zogenaamde niches. Op termijn zal daardoor een wijk ontstaan waarin gezinnen met een ziek of gehandicapt kind, zzp-ers met een gezin, ouderen met een zorgvraag of jongeren met behoefte aan begeleiding goede zorgen krijgen, van professionals, van buren en van elkaar. Daartoe voelen huishoudens met een hoger inkomen zich waarschijnlijk ook aangetrokken. Mensen functioneren soms het beste tussen mensen met een vergelijkbare levensstijl en levensvragen en soms tussen mensen die juist anders zijn en leven. Een jonge Somalische en een oudere Turkse vrouw hebben plekken nodig waar ze kunnen samenwerken, maar zoeken soms ook herkenning in eigen kring. De leden van de Donderböl spreken graag Nederlands bij de Rotterdamse kapper, maar op de Bontje Aovend wordt sappig Remunjs gesproken. Gezinnen met een chronisch ziek kind zoeken soms de aansluiting met anderen met een zorgbehoefte, maar willen ook een gewoon gezin in een gemengde buurt kunnen zijn. In de woningvoorraad moet meer recht gedaan worden aan de diversiteit van de mensen die nu in de wijk wonen, en moeten kansen gecreëerd worden voor mensen die op zoek zijn naar bijzondere combinaties van wonen, zorgen en werken. De openbare en particuliere buitenruimte moet veel overzichtelijker en aantrekkelijker worden.
1.3
Leven met aandacht
De toekomst van de Donderberg komt niet uit een betonmolen. Hoe belangrijk het ook is, een betere fysieke omgeving garandeert niet dat er ook een prettige, zorgzame samenleving ontstaat. Daar is meer voor nodig. In de eerste plaats is het belangrijk meer aandacht te hebben voor mensen die nu al actief zijn in de buurt. Overheid en maatschappelijke organisaties streven naar een samenleving waarin burgers meer verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leven. De beste manier om die boodschap te onderstrepen is aandacht voor de mensen die zich al inzetten voor de wijk. Actieve bewoners moeten kunnen rekenen op een gemeente die met ze meedenkt en zaken mogelijk maakt. Samen met corporaties en scholen kan voor toegankelijke huisvesting van activiteiten gezorgd worden. Gemeente en instanties streven naar zo eenvoudig mogelijke procedures. Er zijn in de Donderberg ook veel professionals die zich graag verder voor de wijk willen
Blad 12
inzetten dan waar ze contractueel verantwoordelijk voor gehouden kunnen worden. Dat zijn cadeautjes waar bewoners blij mee zijn, en daarom willen gemeente en corporaties er heel zorgvuldig mee omgaan. Scholen, zorginstellingen, kerken en moskeeën, ondernemers en brancheorganisaties zijn onmisbare partners in de wijk. De gemeente zal zich een werkwijze eigen moeten maken waarmee wensen en voorstellen van partners snel worden opgepikt en ondersteund. Niet primair met geld, maar met aandacht, ontschotten en ontdrempelen. Ont-willen en ont-drempelen In de traditionele beleidssystematiek bepaalt een gemeente in welke wijken voorzieningen zoals een bibliotheek in stand gehouden wordt. Wie betaalt bepaalt, en wie bepaalt betaalt. Er is dan een democratisch genomen besluit, waarbij de gemeente ‘wil’ en instanties ‘mogen’. Maar als er initiatiefnemers in de wijk opstaan, die manieren zien om op eigen kracht een voorziening te realiseren, dan past de gemeente bescheidenheid (je zou dat ont-willen kunnen noemen). De bal ligt dan bij de initiatiefnemers. Vaak zullen zij een voorziening anders vormgeven dan gebruikelijk is. In plaats van de bibliotheek, die aan allerlei wettelijke voorschriften moet voldoen, komt er dan een leespunt, een ruilwinkel of witte boekenkast. Met bijzondere openingstijden (zondagmiddag?), met bijzonder personeel (scholieren, vrijwilligers of deelnemers aan een reïntegratietraject), op een bijzondere plaats (Niekée of Moskee?) De rol van de gemeente verandert dan van opdrachtgever in ontdrempelaar: zorgen dat mensen met een ambitie voor de buurt deze waar kunnen maken.
De Donderberg heeft een prima wijkkrant die goed gelezen wordt. Het is een prima podium om waardering te tonen voor de goede dingen in de wijk. Toch is er bij veel bewoners een grote verlegenheid. Verlegenheid om hulp te vragen, om hulp te bieden en om hulp te accepteren. Professionals kunnen het goede voorbeeld geven, door mensen mee te vragen bij een bezoek aan informele activiteiten in de wijk. Het WMO-loket verwijst niet alleen door naar professionele zorg, maar ook naar initiatieven van st. Sterrenberg, de Woonkamer, de kerk en de moskee. Een belangrijk aspect in het leven van mensen is hun opleiding en werk. In de eerste plaats is het van belang om meer positieve aandacht te geven aan de mensen die werk hebben. Dan moeten instanties het ook wel (willen) weten als mensen werken, en oppassen met stereotype beelden over werkloosheid. In een arbeiderswijk als de Donderberg mag je gezien worden in een overall of schort. Zowel in de fysieke ingrepen uit het WOP als in de projecten rond welzijn, werk en communicatie zal ambachtelijkheid in de etalage worden gezet. Elke kind mag in zijn basisschooltijd ervaren wat het is om te koken, te timmeren of te metselen en groeit op in een wijk waarin ambachtsmensen zichtbaar hun werk doen. Ook zorgers en verzorgenden krijgen het respect dat ze verdienen. In een wijk als de Donderberg wonen ook veel mensen die niet actief zijn op de arbeidsmarkt. Velen zouden graag anders willen, maar hebben ervaren dat het niet zo eenvoudig is om een plekje te vinden en te behouden. Een positieve ondersteuning van gemotiveerde werkzoekenden kan prima vanuit de wijk gebeuren. Door vrijwilligerswerk kan het CV worden opgewaardeerd. Buurtbewoners kunnen elkaar tips geven, spontaan of bij organisaties als Maximina en Gotcha. De scholen voor beroepsonderwijs in de wijk hebben veel te bieden aan mensen die op weg zijn naar de arbeidsmarkt. Ook kan de wijk ondersteuning bieden aan moeders die de zorg voor kinderen met een (vaak parttime) baan willen combineren. Het is niet mogelijk, en misschien ook niet gewenst, om de bewoners van de Donderberg bijzondere voorrechten te geven bij het vinden van werk. We kunnen wel zorgen dat de Donderberg een wijk is, waar over werk gesproken mag worden en waar mensen die willen zich omringd weten met bondgenoten die ze daarbij steunen. De Donderberg is ook in de toekomst een gemengde wijk. Naast mensen met meer welvaart, treffen we er ook een groep mensen met een laag inkomen aan. Een flink deel van de arme huishoudens kan niet meer werken en een aanzienlijk deel heeft zelfs werk en is alsnog arm. In de aanpak van armoede en de gevolgen daarvan kan het bevorderen van deelname aan het arbeidsproces dan ook niet de enige oplossing zijn (al zal dat een belangrijke bijdrage moeten leveren).
Blad 13
Armoede is een moeilijk op te lossen probleem en we moeten niet de illusie hebben dat het ooit tot het verleden behoort, maar we staan niet helemaal met lege handen. In de eerste plaats, is er een aanzienlijke groep mensen waarbij een lege beurs mede veroorzaakt wordt door ziekte van henzelf of van gezinsleden. De kosten van zorg zijn hoog en de mogelijkheden om lange dagen te werken zijn beperkter dan bij volledig gezonde huishoudens. In onze visie op de Donderberg als ‘wijk met aandacht’ komen er zowel fysieke oplossingen als (formele en informele) structuren om het leven met een last draaglijker te maken. Bij de vernieuwing van de woningvoorraad is ‘wonen met een plus’ een belangrijk aandachtspunt. Met wonen met een plus wordt bedoeld dat slechte woningen van een type dat overdadig aanwezig is bloksgewijs worden vervangen door woningen die speciaal zijn toegerust voor het wonen met een beperking of zorgvraag. Het Wonen met een Plus biedt mogelijkheden om fysieke ingrepen, sociale programma’s en informele krachten aan elkaar te verbinden. De ‘eigen kracht’-formule is niet een manier om mensen in de steek te laten (‘eigen boontjes doppen’), maar een werkvorm waarbij de kracht van sterke buren en familieleden beter tot zijn recht komt. Ook de bestaande en nieuwe voorzieningen hebben aandacht voor mensen die moeten leven met gezondheidsproblemen. Dat lost het probleem van de smalle beurs niet op, maar stelt mensen wel in staat om een min of meer compleet leven te leiden. De Donderberg is een kinderrijke wijk, maar niet alle kinderen groeien probleemloos op. In te veel huishoudens zijn de ouders onvoldoende bij machte om hun kinderen de veiligheid, verzorging en kansen te bieden die we kinderen zouden gunnen. Soms manifesteert zich dat als onwil van de ouders (‘kan mij het schelen’) maar vaak is die onverschilligheid eerder een teken van machteloosheid. In de volgende paragraaf wordt beschreven hoe deze kinderen en ouders nog beter passende zorg kunnen krijgen. Maar naast actief ingrijpen is aandacht een deel van het recept. Professionals kunnen belangstelling tonen voor wat thuis wel goed gaat. Het is belangrijk respect te tonen voor de thuistaal (of dat nu Remunjs, Farsi of Tamazigt is) en deze niet te snel als een bron van problemen neer te zetten - naast goede inspanningen om te zorgen dat iedereen voldoende Nederlands spreekt. In vluchtelingengezinnen, maar ook in autochtone huishoudens, kan sprake zijn van een pijnlijk verleden vol traumatische ervaringen. Dan past geen opgeheven vinger maar een luisterend oor. Waarna er altijd weer een moment kan komen om wat steviger te werken aan het oplossen van problemen. Aandacht voor je bondgenoten in de buurt én voor mensen die door het leven niet zo verwend zijn kosten niet zoveel. Het is meer een kwestie van houding dan van geld. Maar je moet er wel consequent in zijn. Bewoners en professionals moeten erop kunnen bouwen dat ze elkaar niet in de steek laten. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.
1.4
Passende zorg, eigen kracht
Uit de gesprekken en cijfers blijkt, dat een flink aantal bewoners van de Donderberg niet zo’n gemakkelijk leven heeft. Een zwakke lichamelijke en geestelijke gezondheid maken het niet eenvoudig om alle levenstaken naar behoren te vervullen. Het combineren van werk en zorg vraagt veel aandacht. Dat is een last voor de mensen die het treft, maar kan ook een bron van overlast worden. Woonoverlast hangt vaak samen met psychosociale problematiek, en ook jongerenoverlast is in veel gevallen direct of indirect terug te voeren op dergelijke problemen, bij de jongeren zelf of bij hun opvoeders. Mensen met een zorgvraag zijn er in alle soorten en leeftijden. De Donderberg zou zichzelf op de kaart kunnen zetten door een combinatie van excellente professionele zorg en een goede inzet van de eigen kracht van de mensen in de buurt. Met de komst van een gezondheidscentrum in de Componistenbuurt en betere huisvesting van gezondheidszorg in de nabijheid van het vernieuwde winkelcentrum is er een infrastructuur waardoor aan iedereen passende zorg geboden kan worden. Professionals gaan steeds vaker werken vanuit het ‘eigen kracht’-principe,
Blad 14
waarbij ‘informele hulptroepen’ (familie en buren, maar wellicht ook scholieren en maatjes) een bijdrage leveren aan de zelfredzaamheid van mensen. Een bijzondere uitdaging vormt de Sterrenberg. De woningvoorraad is er nauwelijks ingericht op mensen met een beperkte mobiliteit. Wie te oud wordt voor een eengezinswoning moet vertrekken naar een flat. Wonen Zuid en de gemeente gaan op zoek naar partners voor het realiseren van Wonen met een Plus. Het effect gaat altijd verder dan de direct betrokken zelf. De woon-plus-toevoeging wordt ook altijd zo ingezet dat de openbare ruimte in de omgeving een ander karakter krijgt. Zo ontstaan kleine themabuurtjes. In de ene buurt is er een goede rolstoeltoegankelijke speeltuin, in de andere kunnen jongeren onder begeleiding van stagiaires de nieuwste basketballtrucs leren.
Wie in een woonplus-project komt, is nooit alleen maar ‘klant’ of ‘patiënt’. Ook bewoners van aanpalende woningen worden gestimuleerd om een actieve bijdrage in de buurt te leveren. Het kiezen voor meer geprofileerde woon-zorg-combi’s betekent ook, dat er iets minder vrijheden komen voor woningzoekenden die ‘zomaar ergens’ willen wonen. Bij sloop-nieuwbouw geldt bij voorkeur het ‘één keer goed verhuizen’-principe: niet via een wisselwoning terugkeren naar de oude postcode, maar keuze uit doorverhuizen naar een vergelijkbare bestaande woning in de buurt, een passende woning met een plus of - voor wie dat wil - de mogelijkheid om de wijk te verlaten. Dat zorgt ervoor, dat meer mensen bewust voor de wijk kiezen en minder zomaar terecht komen in een omgeving waar ze geen klik met buurt en buren hebben. In de woonruimteverdeling wordt gezocht naar manieren om te bevorderen dat mensen bewust kunnen kiezen voor het wonen op plekken waar ze het best tot hun recht komen. Pas als dat niet voldoende effect oplevert, kunnen meer restrictieve maatregelen worden ingezet. Daarnaast worden de meest succesvolle sociale programma’s uit Duurzaam Verbinden voortgezet. Er liggen kansen in zorg en verzorging, cultuur, communicatie en media. De scholen en (formele en informele) welzijnsorganisaties in de wijk zitten vol ideeën over manieren om jongeren te
Blad 15
activeren. Het is daarbij wel zaak, kinderen al in de jaren des onderscheids op het goede spoor te zetten en te houden. In ‘Leven met aandacht’ beschreven we al, dat het daarbij niet altijd om zware educatieve of agogische aanpakken hoeft te gaan, maar juist om een houding van aandacht voor kinderen en hun ouders. Belangrijk is ook, dat niet alle inzet wordt gericht op de meest problematische kinderen. Er moet ook ruimte zijn voor ontspannende en onderhoudende activiteiten voor kinderen en jongeren waarmee niets aan de hand is. Soms hoeft daarbij niet eens naar leeftijd gekeken te worden, een schilderclub of muziekproject mag best voor mensen van 8 tot 88 zijn. In de toekomst van de wijk is er een goed functionerend netwerk rond jongeren, er zijn zorgnetwerken. Scholen voor beroepsonderwijs werken goed samen met het bedrijfsleven. Al deze partijen zijn bondgenoten in de aanpak van de wijk. Het is niet nodig en effectief om ze bijeen te brengen in zware samenwerkingsverbanden. Wel is het goed om enkele keren per jaar een bijeenkomst te organiseren, waar ze elkaar treffen. Veel goede ideeën zullen ontstaan in duo’s of trio’s van professionele organisaties en organisaties uit de buurt. In Leven met aandacht zagen we dat de gemeente en de corporaties dan het midden moeten vinden tussen overnemen en negeren. Kleur je wijk is een voorbeeld waarbij de bewoners aan zet zijn.
1.5
Een wijk die werkt
In Leven met aandacht zagen we al, dat we moeten uitkijken de Donderberg te beschouwen als een wijk van werklozen. Dat is niet zo, en het is ook uiterst demotiverend voor degenen die werk hebben of degenen die aan het begin van hun carrière staan. De eerste opgave is dan ook, veel beter zichtbaar maken hoe, waar, hoeveel en door wie gewerkt wordt. De Laan voor de Donderberg is vanaf het vernieuwde winkelcentrum tot voorbij de Nedamgarage een zichtbaar ondernemende laan. Er is daarbij geen ruimte voor een grootschalige maak-industrie, maar wel voor kleinschalige bedrijven op het terrein van catering, zorg en verzorging, detailhandel, herstelwerk en onderhoud, en een brede range aan ambachtelijke bedrijvigheid. Een weekmarkt en een goede communicatiestrategie zorgen dat ondernemers op de kaart staan. Scholen en organisaties op het terrein van gesubsidieerde arbeid kunnen zorgen dat ondernemers niet alleen ‘overlevers’ worden, maar een succesvol bedrijf kunnen neerzetten.
Blad 16
Winkelcentrum en Laan kunnen heel goed het decor vormen voor een interculturele, dynamische weekmarkt, waar naast de gebruikelijke producten ook ambachtelijke producten worden geproduceerd en verkocht. In de herstructurering van de Sterrenberg zal ten minste één locatie het profiel ‘wonen en werken’ krijgen. Ondernemers die een bedrijfsruimte aan huis zoeken met een aparte ingang krijgen hiertoe de mogelijkheid. Het kan daarbij gaan om flinke woningen, want je trekt ‘kiezers’ naar de wijk als je een woonmogelijkheid biedt die elders schaars is: veel meters voor een redelijke prijs. Het bieden van een goede fysieke infrastructuur voor ondernemers is belangrijk, maar het is niet voldoende om een wijk die werkt te realiseren. Een paar punten behoeven speciale aandacht. In de eerste plaats, moet steeds goed worden uitgelegd wat het betekent om te wonen in een wijk die werkt. In de communicatie met bewoners moet duidelijk worden gemaakt welke geluidsniveaus er nog bij horen en waar grenzen worden overtreden. De Donderberg is een rustige, maar geen stille woonwijk. In de tweede plaats, is het zaak om alle jonge wijkbewoners op een plezierige manier te laten kennismaken met alle aspecten van de economie. Zelfs wie nog te jong is om naar school te gaan kan in zijn leefomgeving zien hoe brood gebakken wordt en kleding wordt genaaid. De basisscholen worden uitgedaagd om, samen met partners in de wijk, projecten aan te bieden waardoor ieder kind kan kennismaken met allerlei beroepen. De ouders zijn daarbij nadrukkelijk coach en rolmodel, en ook gepensioneerde professionals kunnen een waardevolle rol spelen. Dan zijn er ook mensen, waarvoor de afstand tot de arbeidsmarkt groot is. Er zijn daarvoor stedelijke programma’s, maar ook de wijk heeft ze iets te bieden. Vrijwilligerswerk bij organisaties als Maximina of de kinderboerderij zijn een mooie opstap. Een prachtige formule op het snijvlak van zorg, werk en buurt is het buurtbeheerbedrijf. Werkgelegenheidsvragen kan je nooit alleen in een wijk oplossen. Tijdens het werk aan de wijkvisie ontstond bij veel betrokkenen het gevoel, dat Roermond nog een paar mooie kansen kan pakken. De enorme voorsprong die is opgebouwd op het terrein van retail moet wel leiden tot nieuwe economische kansen voor industrieën die de retail ondersteunen, van marketing en logistiek tot catering en schoonmaakwerk. Ook in de zorg liggen er nog veel kansen. De Donderberg kan zichzelf op de kaart zetten als plek waar wonen, zorg en ondernemen bij elkaar horen. We spannen ons ervoor in om te laten zien dat veel Donderbergers in die bedrijven aan de slag kunnen. De betrokkenen bij de wijk moeten de Donderberg op de kaart zetten in ondernemerskringen, bijvoorbeeld door af en toe een mooi evenement voor ondernemers te organiseren.
1.6
Een aansprekende wijk
We begonnen deze visie met de vaststelling, dat professionals het succes van de wijk niet bepalen. Uiteindelijk zijn het vrije mensen, die kiezen waar ze willen wonen en werken, die bepalen hoe de Donderberg er over 10 of 20 jaar bijstaat. We moeten daarom zorgen voor een aansprekende wijk. Een wijk met een duidelijke boodschap voor iedereen die zich oriënteert: kijk eens, zo’n wijk is de Donderberg. Een wijk waar dingen mogen en ruimte krijgen, maar ook een wijk waarin grenzen gesteld worden en dingen niet thuishoren. Twijfelaars in de woningmarkt spreek je aan met een wijk die meer is dan een woonwijk. Twijfelaars kijken naar de kwaliteit van voorzieningen en stellen zichzelf de vraag of zij zichzelf daar thuis voelen, en of hun kinderen daar op hun plaats zijn. Twijfelaars willen weten of instanties doen wat ze beloven. De aanwezigheid van meer dan 80 nationaliteiten zal sommige woningzoekenden aan het twijfelen brengen. Lukt het om in zo’n diversiteit nog voldoende samenhang te brengen? Zijn al die verschillen een lust of een last? Over al die zaken is in voorgaande gesproken. De Donderberg is nu al een wijk waar op veel plekken mooi gewoond kan worden, die mooi ligt t.o.v. natuur, station, snelweg en binnenstad.
Blad 17
Door het uitvoeren van het wijkontwikkelingsplan wordt het een wijk waar ruimte is voor samenspel, waar we leven met aandacht, waar passende zorg geboden wordt, en eigen krachten benut, en waar bovendien zichtbaar en met plezier gewerkt wordt: dat zou een aansprekende wijk moeten zijn. Maar het is nog niet voldoende. In de eerste plaats, is een slechte fysieke uitstraling van de woonomgeving een afknapper voor vestigers. We moeten er in slagen de wijk een stuk netter, gaver en mooier te maken. Voor de centrale as van de wijk is het mogelijk om ‘van bovenaf’ een masterplan uit te voeren, waarbij de regie bij de partners ligt. Ook de entrees van de wijk kunnen we zelf een stuk fraaier maken. Deze investeringen in het hart van de wijk stralen uit naar de omliggende buurten. Die buurten zelf zijn onderling behoorlijk verschillend. Maar dat geeft vestigers juist iets te kiezen. In de delen van de Sterrenberg waar herstructurering plaatsvindt, wordt de toevoeging van ‘wonen met een plus’ niet alleen gebruikt om de woningvoorraad te veranderen, maar leidt ook tot andere indelingen van de openbare ruimte. Nieuwbouw en aangepaste woningen hebben eerder twee of drie ‘voorkanten’ dan de drie achterkanten die we nu regelmatig aantreffen. In opgeknapte delen behoort de wirwar aan schuttingen tot het verleden. Juist collectieve ruimten in pluscomplexen zijn op de straat of op de groene binnenterreinen gericht. Hoewel in de eerste periode vooral woningen in ‘niches’ worden toegevoegd, is er later ook ruimte voor andere toevoegingen. Als de woningmarkt het toelaat, worden ook woningen in een duurder segment toegevoegd. In eerste instantie zullen die kopers vaak nog verleiden door de relatie met de ‘plus’-projecten in de buurt; maar als de wijk erin slaagt zijn reputatie te verbeteren kunnen ook kritische consumenten met iets meer budget voor de wijk worden gewonnen. In 2012 zijn er wat zorgenkindjes in de particuliere woningvoorraad. Er zijn daarvoor verschillende instrumenten nodig. In de eerste plaats zijn er eigenaarbewoners die best beter zouden willen zorgen voor de uitstraling van gevel, schutting en tuin, maar daarvoor de middelen niet hebben. De mogelijkheid van een fonds particuliere woningverbetering wordt onderzocht. In de tweede plaats zijn er eigenaren, die hun woning onderverhuren. Er wordt regelgeving voorbereid waardoor de kans op nieuwe ‘huisjesmelkers’ steeds kleiner wordt. Daarnaast worden deze eigenaren zeer strak aangesproken op de kwaliteit van hun panden. Dan is er nog de letterlijke betekenis van het woord ‘aanspreken’. Er is in de wijk een grote verlegenheid om buren aan te spreken op hun gedrag. En misschien is dat wantrouwen terecht. In de toekomst van de wijk mag de nadruk weer wat meer op regels, normen en plichten komen te liggen. In Leven met aandacht stelden we, dat we niet te snel moeten oordelen over mensen. Maar dat betekent niet, dat zichtbaar wangedrag getolereerd moet worden. Hardrijders op de Donderbergweg kunnen onder de nieuwe wetgeving heel snel hun rijbewijs in de waagschaal stellen. Laten wij zorgen voor een goede pakkans. Ten slotte moeten we het aanspreken niet beperken tot de huidige bewoners. Als we een wijk willen, waar sterke bewoners bewust voor kiezen, moeten we zorgen dat de Donderberg goed op de kaart staat in de hele regio. De wijk kan zich profileren op een goed zorgaanbod, maar ook op de combinatie van wonen en werken. In steeds meer huishoudens zal één van de partners werken in loondienst (maar deels vanuit huis) en de ander een eigen bedrijf hebben.3 Een wijk die grote woningen biedt in een kindvriendelijke omgeving, dicht bij station en snelweg, daar mag je over opscheppen van Aken tot Amsterdam. Rottigheid haalt vanzelf de krant, dat zal ook in de toekomst zo zijn. Er is dan maar een remedie: zelf mensen aanspreken over de zaken die wel goed gaan. Duidelijk zijn over de dingen die je gaat doen aan de problemen in de wijk, maar vooral laten zien dat de Donderberg een wijk is met veel kwaliteiten.
Blad 18
Mag ik je helpen? Kan je me de weg wijzen? Werk je mee? Kom je hier wonen?
GRAAG!!
3 Bij voorlichtingsdagen van de Kamer van Koophandel zijn de meeste aspirant-ondernemers moeders met kinderen, die een klein eigen bedrijf willen combineren met de zorg voor hun gezin. ZZP-MK!
Blad 19
2
Van visie naar concrete maatregelen
In de wijkvisie ‘Graag!’ is een richtinggevend resultaat op hoofdlijnen opgenomen; We moeten zorgen dat de Donderberg een wijk wordt waar mensen voor kiezen. Waar de vraag ‘Wil je er wonen’ beantwoord wordt met ‘Graag!’.
2.1 Wat willen we bereiken? Er moet iets gebeuren om dit te bereiken. Daarom zijn de volgende hoofddoelstellingen geformuleerd: 1. De hoeveelheid en ernst van de sociale problemen en het onveiligheidsgevoel zijn aanmerkelijk verminderd; 2. De huidige bewoners vinden het prettig wonen in de Donderberg, maar ook nieuwe bewoners, andere doelgroepen en leefstijlen zouden graag in de Donderberg willen wonen; 3. De economische positie van mensen in de wijk is verbeterd; 4. Bewoners voelen zich verantwoordelijk en betrokken bij hun woon- en leefomgeving. Deze doelstellingen zijn sterk met elkaar verbonden. Afname van de sociale problematiek maakt het wonen in de wijk bijvoorbeeld prettiger en verantwoordelijke en betrokken bewoners dragen bij aan het verminderen van problemen. Meten van het resultaat Partijen investeren aanzienlijk in de wijk en maken vooraf afspraken met elkaar over de vraag: wanneer zijn we tevreden in 2024? Wat is er dan bereikt? Zowel tussentijds als aan het einde van het wijkontwikkelingsplan wordt de vinger aan de pols gehouden. Hiervoor zijn diverse bestaande montorings- en onderzoeksinstrumenten beschikbaar. De Donderberg wordt al goed in de gaten gehouden, onder andere als gevolg van bestaand gemeentelijk beleid en in het kader van de 40+ wijkaanpak vanuit het ministerie van Binnenlandse zaken. De belangrijkste parameters voor dit wijkontwikkelingsplan vinden we in de kadernota integrale veiligheid 2012-2015 van de gemeente Roermond en het participatieonderzoek van de gemeente Roermond. De meest recente versies van de genoemde onderzoeken vormen samen de nulmeting voor dit wijkontwikkelingsplan. In hoofdstuk 3 van Deel 3 (monitoring en evaluatie) wordt verder ingegaan op het meten van de resultaten.
Blad 20
2.2
Ingrepen voor de korte termijn: het WOP met een Uitvoeringsprogramma Fase 1
Alleen het formuleren van een wijkvisie met hoofddoelstellingen is onvoldoende om de wijk echt een paar stappen verder te brengen. Daarvoor zijn ook concrete, gezamenlijke inspanningen nodig. Het gaat om maatregelen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid, leren en werken, jeugd en opgroeien en zorg. Maar het gaat ook om ingrepen in de bebouwde omgeving zoals woningen, voorzieningen en de openbare ruimte. Kortom goede sociale programma’s, waardoor kwetsbare mensen worden opgevangen en sterke mensen de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen (vangnet en springplank). Daadkrachtig optreden in het beheer van woningen en woonomgeving is nodig om een leefomgeving te maken waarin mensen zich veilig thuis voelen.
Wijkontwikkelingsplan Donderberg
Dit vraagt om een aanpak op de korte, middellange en lange termijn. In het voorliggende wijkontwikkelingsplan wordt een pakket van maatregelen geschetst waarmee concrete stappen worden gezet naar het verbeteren van de wijk Donderberg.
2012 t/m 2016
2017 t/m 2020
2021 t/m 2024
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Er is vanzelfsprekend het meeste te zeggen over de acties die op korte termijn worden gestart. Van die maatregelen is aan te geven waar ze plaatsvinden, in welke omvang, met welke partners. Deze eerste fase in de wijkontwikkeling wordt daarom zo precies mogelijk beschreven in het Uitvoeringsprogramma Fase 1. Dit Uitvoeringsprogramma is gelijktijdig met het wijkontwikkelingsplan vastgesteld. Na de eerste fase volgen meer maatregelen en ingrepen in Fase 2 en 3. Op dit moment is het moeilijk te voorspellen hoe de wereld er in 2016 uitziet, laat staan in 2024. Een exact uitvoeringsprogramma voor Fase 2 en 3 is daarom nog niet opgesteld. Wel wordt in het wijkontwikkelingsplan in deel 2 per thema in meer of mindere mate richting gegeven aan toekomstige ingrepen en maatregelen voor de middellange en lange termijn.
Blad 21
2.3
Concrete ingrepen en maatregelen voor de middellange en lange termijn
De definitieve uitvoeringsplannen voor Fase 2 en Fase 3 worden gemaakt op basis van het zogenaamde wisselwachtersmodel. De wisselwachter zorgt dat een rijdende trein naar een ander spoor kan worden geleid. Dat kan tot een heel ander eindstation leiden, of de trein rijdt een tijdje op een zijspoor om later alsnog op het hoofdspoor terug te komen. Toegepast op de wijkontwikkeling, is de wisselwachtersbenadering een manier om per vier jaar de meest verstandige keuze te maken. Deze keuzes zijn niet helemaal vrij, het aantal sporen is beperkt, en daarmee ook de mogelijke eindbestemming. Het model biedt geen onbeperkte vrijheid aan de deelnemers (bijvoorbeeld de keuze om de trein stil te zetten en een paar jaar niets te doen). Maar het model biedt wel ruimte om telkens datgene te doen waar bewoners (en andere betrokkenen) van binnen en buiten de wijk het meeste om vragen of de grootste behoefte aan hebben. Het wisselwachtersmodel wordt toegepast op zowel de fysieke als sociaal-economische ingrepen en maatregelen uit het wijkontwikkelingsplan. In het hoofdstuk monitoring en evaluatie in Deel 3 gaan we dieper in op het monitoren van de voortgang van de wijkontwikkeling.
Blad 22
3
De bewoner centraal
De bewoner centraal stellen is méér dan meepraten, meedenken of meebeslissen of het vertegenwoordigen van belangen. Een van de belangrijkste lessen uit de wijkaanpak van de afgelopen jaren is het vergroten van de verantwoordelijkheid van bewoners en andere betrokkenen uit de wijk bij hun directe woon- en leefomgeving. Dit is een omslag voor zowel bewoners, professionals als de politiek in denken en doen ten opzichte van de wijkaanpak die in het verleden in de Donderberg heeft plaatsgevonden. Bewonersparticipatie, zelfregie, zelfsturing, eigen verantwoordelijkheid en burgerkracht zijn termen die de laatste jaren door de overheid, woningcorporaties en andere professionals zijn bedacht om burgers méér te betrekken bij de lokale samenleving. Maar voelt ‘de bewoner’ zich ook betrokken en verantwoordelijk? En wordt de bewoner daadwerkelijk betrokken door de gemeente, woningcorporaties en andere (wijk)professionals bij zaken die spelen in zijn of haar buurt? In het algemeen is het vertrouwen in de overheid en professionals afgenomen. ‘De overheid’ trekt zich terug, luistert onvoldoende en neemt bewoners niet serieus genoeg. Professionals en ambtenaren vinden op hun beurt dat bewoners juist achterover leunen en alles op het bordje van de professionele organisaties en de gemeente schuiven. De uitdaging voor de komende jaren is om het wederzijds vertrouwen (terug) te winnen. De gemeente Roermond wil zich de komende jaren (nog) uitdrukkelijker opstellen als regisseur binnen het netwerk dat wordt gevormd door bewoners, verenigingen, bedrijven en instellingen. De gemeente is niet de oplosser van alle problemen of een geluksmachine. Meer en meer zal een beroep worden gedaan op de actieve, participerende en zelfredzame burger. Ook wordt van bedrijven en instellingen verwacht dat zij hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. De gemeente als regisseur wil als bewaker van het algemeen belang en als centrale speler wel lijnen uitzetten, maar verwacht ook van andere maatschappelijke spelers hoofd- (en bij)rollen. Bewoners, gemeente, woningcorporaties en andere professionals moeten een goede balans vinden in het geven en nemen van de ruimte om invulling te geven aan die eigen verantwoordelijkheid van bewoners voor hun eigen woon- en leefomgeving. Ook past dit binnen de kanteling van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) waarbij participatie van de burger het basisprincipe is. In het wijkontwikkelingsplan wordt uitgewerkt op welke manier bewoners, ondernemers en andere betrokkenen in staat worden gesteld de Donderberg duurzaam te ontwikkelen. Uitgangspunt hierbij is het optimaal benutten en stimuleren van de eigen kracht die in de wijk aanwezig is.
3.1
Analyse
Over wie spreken we als we het hebben over de bewoners van de Donderberg? ‘De bewoner’ bestaat niet, het gaat immers om mensen van verschillende pluimages, afzijdige mensen, afwachtende mensen, actieve mensen en mensen met verschillende belangen. Kortom mensen die met verschillende brillen op naar hun eigen wijk of buurt kijken. Het gaat er om al deze verschillende perspectieven en de kennis te benutten. De kracht van de Donderberg zit in de mensen die er wonen, werken en leren! Tot nu toe heeft de bewonersparticipatie alleen betrekking gehad op meepraten en zich laten informeren over en minder op het actief deelnemen aan het proces om te komen tot het wijkontwikkelingsplan. Als beslisser of initiatiefnemer van een proces of maatregel zijn de bewoners nauwelijks in beeld geweest. Tijdens het proces om te komen tot het wijkontwikkelingsplan is gebleken dat het lastig is om bewoners actief te betrekken bij de toekomst van de Donderberg. Mensen hebben het gevoel dat
Blad 23
niet wordt geluisterd en dat door bestuurders loze beloften worden gemaakt. Het zijn meestal dezelfde toch al actieve bewoners die worden gevraagd om deel te nemen aan werkgroepen en informatieavonden. Dit neemt niet weg dat er veel verborgen talent en kracht in de wijk aanwezig is die nog onvoldoende wordt gebruikt. Bewoners kunnen voor veel taken heel goed zelf de verantwoordelijkheid nemen als het gaat om hun eigen woon- en leefomgeving. Een goed voorbeeld is het project ‘Kleur je wijk’ dat tal van leuke initiatieven bedacht en uitgevoerd door bewoners heeft opgeleverd, zoals de braderie, de wensbollen en de tulpen in de wijk.
3.2
Het doel van participatie
Bewonersparticipatie is geen doel op zich. Het hoofddoel is dat de bewoners, ondernemers en andere betrokkenen uit de Donderberg door de gemeente, woningcorporaties en andere professionals in staat worden gesteld om hun eigen wijk/buurt duurzaam te ontwikkelen op sociaal, economisch en fysiek terrein. Centraal hierbij staat het geven van invulling aan de verantwoordelijkheid voor de eigen woon- en leefomgeving.
3.3
Uitgangspunten
Bewoners hebben vaak een bescheiden beeld wat zij zelf (kunnen) bijdragen aan het verbeteren van hun woon- en leefomgeving. Hoe kunnen we deze (verborgen) kracht aanboren, stimuleren en benutten bij de toekomstige ontwikkeling van de Donderberg? De stip op de horizon is dat de bewoners van de Donderberg in staat zijn hun eigen wijk en buurt duurzaam te ontwikkelen. Het gaat er om dat de Donderberg een wijk is waar bewoners, ondernemers en andere betrokkenen met gemeente, woningcorporaties en andere professionals achterhalen hoe sociale, economische en fysieke vraagstukken en opgaven nog beter aangepakt kunnen worden. Het gaat er ook om dat bewoners, ondernemers en andere betrokkenen méédoen omdat het hun wijk (of buurt) is. Deze uitgangspunten zijn door de gemeente Roermond vastgelegd in de deelnota ‘Proces en organisatie herijking wijkgericht werken’ van 16 november 2010. In het algemeen worden een aantal rollen geformuleerd die bewoners hierbij kunnen aannemen: • initiatiefnemer van een proces of maatregel • opdrachtgever of organisator van een proces of maatregel (actief deelnemen en meepraten/beslissen) • uitvoerder van een proces of maatregel (actief deelnemen) • consument van een proces of maatregel (o.a. zich laten informeren) Bewoners zijn of moeten in staat worden gesteld zelf hun verantwoordelijkheid te nemen en zonodig daartoe te worden gestimuleerd. Elke bewoner moet zelf kunnen bepalen welke rol het beste bij hem of haar past. Het moet geen keurslijf worden. Het activeren en begeleiden van de krachten uit de wijk vereist een meewerkende overheid en professionele organisaties die: • niet de pretentie hebben voor alle problemen de oplossing te hebben en tegelijkertijd zien dat veel initiatieven uit de wijk komen; • randvoorwaarden stellen en bewoners ruimte bieden, faciliteren en binding aanbrengen tussen de verschillende deelbelangen van bewoners onderling; • ruimte bieden voor initiatieven, meedenken en ondersteunen, maar de initiatieven niet overnemen; • actief meewerken aan het wegnemen van belemmeringen om initiatieven van bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties van de grond te krijgen en - waar mogelijk regels schrappen die een initiatief in de weg staan.
Blad 24
3.4
Hoe ziet participatie eruit?
In het wijkontwikkelingsplan wordt per thema aangegeven op welke wijze bewonersparticipatie wordt ingezet. De vorm van de participatie moet passen bij de inhoud van de maatregel. Uitgangspunt is dat bewoners op de eerste plaats zelf initiatiefnemer zijn bij de verdere uitvoering van een proces of maatregel. Is dit niet haalbaar, dan zijn bewoners op zijn minst opdrachtgever/organisator of uitvoerder. De bewoner wordt zo min mogelijk als consument gezien. Een algemene maatregel die wordt ingezet is het instellen van een klankbordgroep. De klankbordgroep heeft als taak de gemeente, de woningcorporaties en de provincie te adviseren bij de (overall) uitvoering van het wijkontwikkelingsplan. Op onderdelen kan het gaan om zich laten informeren, meepraten, actief deelnemen of het zelf ontplooien van initiatieven. De vier rollen kunnen door de klankbordgroep op verschillende onderdelen in het wijkontwikkelingsplan worden aangenomen. De participatie gaat verder dan de klankbordgroep. Per proces, project of maatregel wordt bekeken wie de direct belanghebbenden zijn. Dit kunnen individuele bewoners zijn. Maar bijvoorbeeld ook de manager van de supermarkt, hangjongeren, de voorzitter van de wijkraad of de vrijwilliger van de seniorenvereniging zijn. De uitdaging zit er in om juist de afwachtende en afzijdige bewoners actief mee te nemen in dit proces. De ervaring leert dat het persoonlijk benaderen en uitnodigen van bewoners (ook door bewoners zelf) goed werkt. De klankbordgroep kan hierbij een voortrekkersrol vervullen. Voor maatregelen die een buurt of straat direct raken worden uiteraard de betrokken individuele bewoners actief betrokken. Daarnaast zal op een aantal onderdelen, bijvoorbeeld bij het wijzigen van een bestemmingsplan, in het wijkontwikkelingsplan de formele inspraak- en bezwaarprocedures worden gevolgd.
Blad 25
3.5
Samenwerking
Het centraal stellen van de bewoner is meer dan het geven van inspraak in planvorming. Het gaat om het geven van ruimte door de gemeente, woningcorporaties en andere professionals aan bewoners om de eigen verantwoordelijkheid voor de woon- en leefomgeving ook daadwerkelijk te pakken. Voor bewoners betekent dit ook het nemen en claimen van deze ruimte. Het gaat om een omslag in denken en doen zowel bij de gemeente, woningcorporaties en andere professionals als bewoners die niet altijd zonder slag of stoot zal gaan. De betrokken partijen zijn zich ervan bewust dat het een uitdaging is om dit in de interne organisaties voor elkaar te krijgen. Zij investeren ieder daarom in de ontwikkeling van het bewustzijn en de vaardigheden bij de medewerkers.
Blad 26
Deel 2: WIJKONTWIKKELINGSPLAN 1 1.1
Leefbaarheid en Veiligheid Inleiding
Leefbaarheid is een breed begrip dat op verschillende manieren kan worden ingevuld. Met leefbaarheid bedoelen we ‘de mate waarin de omgeving aansluit bij de eisen en wensen die er door de mens aan worden gesteld’4. De huidige en toekomstige bewoners van de Donderberg bepalen of hun wijk aansluit bij hun wensen. De vraag wat bewoners zelf willen als het gaat om het leefbaarder maken van hun eigen wijk of buurt staat centraal. Het gaat daarnaast om de vraag wat bewoners van de gemeente, woningcorporaties en andere professionals in de wijk kunnen verwachten en welke rol bewoners zelf moeten oppakken om zich (nog) meer betrokken te voelen bij elkaar en hun directe woon- en leefomgeving. Leefbaarheid bestaat uit een aantal componenten die in het wijkontwikkelingsplan in de afzonderlijke hoofdstukken nader worden uitgewerkt. Het gaat om: wonen, leren en opgroeien, werk en inkomen, participatie, veiligheid en welzijn en zorg. In dit hoofdstuk staat het thema veiligheid in relatie tot leefbaarheid centraal en wordt ingegaan op de voorzieningen in het hart van de wijk. Bewoners hebben tijdens diverse momenten in de voorbereiding van het wijkontwikkelingsplan aangegeven dat een centraal Hart in de wijk een goede functie kan vervullen bij het samenbrengen van de vier afzonderlijke buurten. Het Hart wordt gezien als een plek van ontmoeting en verbinding. Uiteraard dient het Hart van de wijk vanuit de vier afzonderlijke buurten goed toegankelijk, herkenbaar en bereikbaar te zijn. De uitstraling van het winkelcentrum Donderberg is velen al jaren een doorn in het oog. Er is leegstand van winkelpanden en het kost veel inspanning om verloedering tegen te gaan. Door intensiever beheer en beveiliging is vooruitgang geboekt, maar een duurzame oplossing is tot op heden niet gerealiseerd. De sociale veiligheid rondom het winkelcentrum laat te wensen over, met name aan die kanten waar geen woningen zijn. Het plein bij het winkelcentrum heeft een nogal rommelig karakter. Groenstroken, parkeervakken, rijbanen, voetpaden wisselen elkaar af. Door deze opbouw is het plein minder geschikt voor het organiseren van evenementen. Over de Donderbergweg wordt veel geklaagd. Er wordt hard gereden, de stoepen zijn onveilig en de uitstraling is niet aantrekkelijk. Daardoor vormt de weg een harde scheiding tussen de Kastelenbuurt en de Sterrenberg, en - voorbij de Koninginnelaan - tussen de Componistenbuurt en de Vliegeniersbuurt. De verdeeldheid van de wijk wordt daarmee gesymboliseerd door deze weg, terwijl deze juist de verbinding tussen de vier wijkdelen zou moeten vormen. Uit diverse analyses blijkt dat de Donderberg de afgelopen jaren te maken heeft met een toegenomen onveiligheid die de leefbaarheid ernstig verstoort. Ook de door bewoners ervaren verloedering van leegstaande panden in het winkelcentrum hebben een slechte uitstraling en zijn mikpunt van vernielingen. Dit alles levert imagoschade op voor het winkelcentrum en stigmatiseert de hele wijk.
4
Deze definitie van het voormalige Ministerie van VROM wordt door de gemeente Roermond gehanteerd bij de herijking van het wijkgericht werken in alle wijken binnen de gemeente.
Blad 27
Roermond en de Donderberg hebben een serieus veiligheidsprobleem. De gemeente heeft dan ook een stevige ambitie om de stad veiliger te maken. In het coalitieakkoord van de gemeente Roermond 2010–2014 is veiligheid het belangrijkste speerpunt. Hierin wordt aangegeven dat ook meer maatregelen in de preventieve sfeer worden ingezet. Mede in het verlengde van het bovenstaande is aangekondigd dat het veiligheidsbeleid nadrukkelijk wordt afgestemd met het jeugd- en jongerenbeleid, het welzijnswerk, de wijkontwikkeling en de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Afstemmen en samen optrekken is daarbij het parool. Als startsein van het (nieuwe) integraal veiligheidsbeleid heeft de gemeenteraad op 22 september 2011 de kadernota Integrale Veiligheid Roermond 2012–2014 vastgesteld. Op 30 januari 2012 heeft de raadscommissie Bestuur en Middelen ingestemd met het Uitvoeringsprogramma 2012. In de genoemde kadernota is geformuleerd dat niet alleen het bestrijden, maar vooral het voorkomen van onveiligheid centraal staat. Nadrukkelijker dan voorheen betrekken wij ook de preventieve partners, die samen met de repressieve partners, onder regie van de gemeente, samenwerken aan een duurzame aanpak van onveiligheid van de stad Roermond. Voor wat betreft de inzet van preventieve maatregelen is het lastig om op korte termijn resultaten te zien. Het duurt vaak jaren voordat deze maatregelen een duurzaam effect laten zien. Ook geldt integrale veiligheid als co-productie. Het voorkomen en terugdringen van verloedering, overlast, en criminaliteit dient integraal en in nauwe samenwerking met alle betrokkenen te worden aangepakt. De gemeente heeft in de totale veiligheidsaanpak de rol van regisseur. Het gaat te ver om in het wijkontwikkelingsplan Donderberg de uitwerking van al deze maatregelen te benoemen. Hiervoor wordt verwezen naar de genoemde Kadernota met bijbehorend Uitvoeringsprogramma. Speerpunt is in ieder geval dat de overlast in de wijk minder moet worden. Hiervoor zijn de volgende doelstellingen opgenomen voor de periode 2012 - 2014: 1. Inwoners van de wijk Donderberg voelen zich veiliger in hun wijk; het aantal inwoners dat zich onveilig voelt is met 10% afgenomen; 2. het veiligheidsgevoel van inwoners op de meest onveilig aangemerkte plekken (omgeving winkelcentrum), is toegenomen met 10%. 3. bewoners dragen bij aan het vergroten van de veiligheid in hun eigen wijk, door deelname aan veiligheidsprojecten; 4. terugdringen van de overlast in de wijken door notoire overlastgevers met 10% t.o.v. 2009. Uit de Veiligheidsmonitor 2010 van de gemeente Roermond5 blijkt dat 30% van de bewoners uit de Donderberg zich (zeer) onveilig voelt. In 2008 was dit 23%. Bewoners uit de wijk hebben in een enquête in het kader van de Veiligheidsmonitor de volgende aandachtspunten genoemd: hangjongeren, allochtone hangouderen, criminaliteit en inbraken, weinig politie op straat, vernielingen en vandalisme, drugsdealers en -overlast, troosteloze aanblik en verloedering openbare ruimtes, zwerfvuil en tot slot te hard rijden. Uit de objectieve veiligheidscijfers van de Veiligheidsmonitor blijkt dat het aantal geregistreerde woninginbraken, bedreigingen en mishandelingen in de Donderberg in relatie tot het inwoneraantal (incidenten per 1000 inwoners) boven het Roermonds gemiddelde ligt.
5
B&A Consulting
Blad 28
1.2
Wat willen we bereiken?
De Donderberg wordt weer een leefbare en veilige wijk waar mensen graag (komen) wonen. De bewoners voelen zich veilig in hun eigen wijk en steeds meer bewoners nemen zelf het initiatief om samen een leefbare en veilige woonomgeving te creëren. Het veiligheidsgevoel van bewoners op de meest onveilig aangemerkte plekken (omgeving winkelcentrum) is toegenomen. Daarnaast zal de overlast van notoire overlastgevers in de wijk worden teruggedrongen. Er is sprake van een goede sociale infrastructuur die professionals ondersteunt en bewoners van dienst is. De Donderie vervult hier als goed bezochte brede maatschappelijke voorziening een belangrijke rol in. Dankzij het centrum van de wijk (winkelcentrum, Donderie, gezondheidscentrum en het aanbod in wonen, werken, leren en zorg) voelen bewoners zich thuis in en zijn trots op hun wijk. De zorgvoorzieningen en ontmoetingsplekken in het hart van de wijk bieden ondersteuning aan kwetsbare wijkbewoners en ontwikkelingskansen voor talentvolle en/of ondernemende bewoners en draagt zo bij aan een beter samenleven. Het centrum van de wijk is een visitekaartje voor aspirant kopers van woningen. Evenementen (mede georganiseerd door bewoners) op het plein en in de daaraan gelegen voorzieningen zorgen ervoor dat mensen de wijk op een andere manier leren kennen. Het centrum van de wijk is het economische hart van de wijk en een broedplaats van ondernemerschap. Kinderen en jongeren maken er kennis met verschillende soorten werk. In de bijzondere voorzieningen in het gebied kunnen ervaren wijkbewoners hun kennis en vakmanschap overdragen aan anderen. Op de Donderbergweg heerst een aangenaam verblijfsklimaat, waarin de automobilist ‘te gast’ is en zorgt voor een kader, van waaruit de verschillende deelbuurten betekenis krijgen en herkend worden.
1.3
Maatregelen
Duurzaam verbinden De ernst en omvang van sociale vraagstukken in de Donderberg was in 2010 aanleiding voor het voormalige ministerie van VROM/WWI om extra middelen toe te wijzen aan het programma Duurzaam Verbinden. In de verantwoording van dit programma is te lezen, dat opvoedvraagstukken, integratieproblemen, onveiligheid en een gebrekkige participatie aan de samenleving en aan de arbeidsmarkt aanleiding vormen voor extra inzet van sociale professionals, nieuwe initiatieven op het terrein van bewonersparticipatie en de verbetering van de sociale infrastructuur, door onder meer de verbouwing van de Donderie. In de loop van 2013/2014 wordt het lopende programma Duurzaam Verbinden afgerond. In de komende jaren (Fase 1) moet alles op alles gezet worden om de eerste successen die bereikt zijn vast te houden en de vraagstukken die nog spelen op de agenda te houden. Het ligt immers niet in de verwachting dat na 2014 de Donderberg weer helemaal vergelijkbaar is met elke andere wijk. Pas na evaluatie van ‘Duurzaam Verbinden’ kan een gefundeerd besluit worden genomen over de voortzetting van maatregelen die hun waarde voor de wijk hebben bewezen. Zie ook deel 1 Hoofdstuk 2 waarin het wisselwachtersmodel wordt toegelicht. Waar mogelijk worden deelprojecten verankerd in het reguliere aanbod van gemeente en organisaties in de wijk.
Blad 29
Wijkgerichte aanpak van veiligheid Gelet op de integrale benadering van het veiligheidsbeleid, zijn binnen het wijkontwikkelingsplan Donderberg verbindingen te leggen met de overige hoofdstukken. Voor wat betreft (hinderlijke, overlastgevende en criminele) jeugdgroepen in de buitenruimte zijn verbindingen te leggen met hoofdstuk 4 Jeugd en Opgroeien. Overige verbindingen zijn gelegd met hoofdstuk 2 Wonen (het Politiekeurmerk Veilig Wonen, het voorkomen van woonoverlast en het verbeteren van de openbare ruimte) en hoofdstuk 3 Leren en Werken (buurtbeheerbedrijf). Binnen de wijkgerichte aanpak van veiligheid is één van de speerpunten het verbeteren van het veiligheidsgevoel van bewoners in relatie tot burgerparticipatie. Een landelijke tendens (die ook in de Donderberg is waar te nemen) is dat de objectieve veiligheid in de afgelopen jaren is verbeterd (de wijk is veiliger geworden), terwijl in de ogen van bewoners de onveiligheid juist is toegenomen. Wij willen in Fase 1 investeren in het verbeteren van de veiligheidsbeleving van de bewoners van de Donderberg. Eind januari 2012 heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie aangegeven dat de Donderberg in aanmerking komt voor een landelijke pilot met betrekking tot het verbeteren van de subjectieve veiligheidsbeleving. Ook is het van belang dat bewoners zien dat meer toezicht op straat aanwezig is. Momenteel vindt extra toezicht plaats door Stadstoezicht van de gemeente Roermond en wordt door Wonen Zuid voorzien in particuliere beveiliging en cameratoezicht bij de hoogbouwflats. De basiseenheid Roermond van de Politie Limburg-Noord is met drie (wijk)agenten aanwezig in het wijkteam Donderberg.
Wijkteam Donderberg Het wijkteam Donderberg is in juni 2010 gestart en is een samenwerkingsvorm van verschillende disciplines van de gemeente Roermond, Wonen Zuid, Wonen Limburg, Stichting Wel.Kom, en de Politie Limburg-Noord. In het wijkteam zitten medewerkers van genoemde organisaties die de Donderberg als geen ander kennen door hun werk als straatcoach, jongerenwerker, wijkboa, wijkagent, opbouwwerker, woonconsulent, wijkmeester of wijkopzichter. Iedere deelnemer van het wijkteam werkt vanuit zijn of haar eigen organisatie en heeft een eigen primaire taak. De kracht van het wijkteam zit in de verbinding, de korte lijnen en de samenwerking. Wijkteamleden staan er niet alleen voor maar kunnen rekenen op een bijdrage vanuit de verschillende disciplines binnen het wijkteam. Het Wijkteam Donderberg heeft nu nog een tijdelijke huisvesting. Vanaf 2012 krijgt het wijkteam een eigen ruimte in de vernieuwde Donderie. Buurtbewoners kunnen bij het wijkteam tijdens de openingstijden en op afspraak terecht voor vragen, meldingen en tips over alles wat in de wijk gebeurt op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. De leden van het wijkteam zijn de ogen en oren in de wijk. De informatie en signalen van bewoners uit de wijk, worden tweewekelijks in de briefing ingebracht en besproken. Het wijkteam investeert in een verbetering van de inzet en samenwerking van partners in de wijk. Ook de verbetering van de communicatie met de buurtbewoners en het bevorderen van burgerschapszin is een serieus aandachtspunt voor het wijkteam. Geregeld worden buurtbijeenkomsten georganiseerd waar bewoners samen met het wijkteam kijken naar concrete acties die de leefbaarheid en veiligheid in de eigen buurt kunnen verbeteren. Het wijkteam wil een bijdrage leveren in het terugdringen van de overlast en verloedering en daarmee ook het verhogen van het subjectieve veiligheidsgevoel van de wijkbewoners.
Blad 30
De belangrijkste opgave voor het wijkteam is eigenlijk dat hun aanwezigheid overbodig wordt doordat de wijk weer “gedragen” wordt door de bewoners. Het wijkteam Donderberg wil hier samen met de wijkbewoners in investeren. Het wijkteam Donderberg wordt gecontinueerd in Fase 1.
Winkelstewards Naar aanleiding van signalen van winkeliers uit het Winkelcentrum Donderberg dat zij zich op diverse momenten van de dag onveilig voelen, zijn in het kader van ‘Duurzaam Verbinden’ in april 2011 twee winkelstewards ingezet. De winkelstewards zijn tijdens openingstijden aanwezig in het winkelcentrum en de nabije omgeving. Zij spreken bezoekers aan, verrichten kleine reparaties en zorgen dat de omgeving van het winkelcentrum schoon blijft. De winkelstewards leveren op deze wijze een bijdrage aan de verbetering van de objectieve en subjectieve veiligheid in en rond het winkelcentrum. Gelet op de eerste ervaringen en positieve reacties van ondernemers en bezoekers van het winkelcentrum wordt de inzet van de winkelstewards in Fase 1 gecontinueerd.
Kleur je wijk Bewoners in de Donderberg hebben invloed op de sfeer en uitstraling van hun buurt en kunnen er een positieve bijdrage aan leveren. Wij willen bewoners stimuleren om betrokken te zijn en te blijven bij hun eigen wijk, buurt of straat. In het kader van Kleur je wijk kunnen bewoners een budget aanvragen om kleinschalige projecten die een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid zelf te realiseren. Het initiatief voor een dergelijk project komt van bewoners zélf en niet van professionele organisaties. Een adviesgroep van wijkbewoners beoordeelt de aanvragen. Het advies wordt voorgelegd aan de gemeente die formeel het besluit neemt om een bewonersbudget toe te kennen. In januari 2011 is in het kader van Duurzaam Verbinden gestart met Kleur je wijk. Er zijn diverse initiatieven gehonoreerd zoals bijvoorbeeld het maken van wensbollen door wijkbewoners, het organiseren van een braderie, het aanleggen van een speelveldje en het planten van tulpenbollen in de wijk. In Fase 1 wordt Kleur je wijk gecontinueerd.
Buurtbemiddeling Buurtbemiddeling wordt vroegtijdig ingezet bij conflicten tussen buren. Het is een simpele en efficiente methode: vrijwillige bemiddelaars helpen bij het oplossen van burenruzies. Zij zijn onpartijdig en helpen bij het vinden van een gezamenlijke oplossing voor de partijen. Buurtbemiddeling voorkomt dat conflicten ontaarden in geweld. Buurtbemiddeling draagt bij aan een veilige en leefbare woonomgeving waarbij de zelfredzaamheid van bewoners wordt bevorderd. Daarnaast heeft buurtbemiddeling als positief effect dat o.a. wijkagenten en woonconsulenten van woningcorporaties minder zwaar worden belast. In juni 2010 is binnen de gemeente Roermond gestart met buurtbemiddeling. De eerste resultaten zijn positief. Dit is dan ook de reden dat buurtbemiddeling in de Donderberg in Fase 1 wordt voortgezet.
Centrumplan en plein Tijdens de ontwikkeling van dit wijkontwikkelingsplan is voor wat betreft het winkelcentrum steeds afgestemd met het al langer lopende traject van de coöperatieve vereniging van eigenaren (CVvE). De planontwikkeling van deze CVvE (in een reeds vergevorderd stadium, benaderd vanuit het winkelcentrum zelf) kent dan ook sinds de eerste helft 2011 samenloop met het wijkontwikkelingstraject. Gestreefd wordt om naast een ‘toekomstvast winkelcentrum’ het gebied vooral ook ‘een hart voor de wijk’ en ‘een plek om te verblijven’ te laten zijn. Het wijkgebouw de
Blad 31
Donderie is in dit kader reeds aangepakt, de verbouwing is voltooid. Het centrumgebied (het gebied aangrenzend aan de Donderbergweg van de Olieslagerstraat tot en met de Kasteel Hornstraat, zie ook de afbeelding) is integraal benaderd, rekeninghoudend met randvoorwaarden en wensen van deelnemende partijen (via onder andere een werkgroep met vertegenwoordigers CVvE, zorg, corporaties, provincie en gemeente). Het winkelcentrum en de relatie van het centrum met zijn omgeving vormt daarin een belangrijk element. Voor het gebied wordt gestreefd naar een goede mix van detailhandel, sociaal-cultureel, jeugd, kleine economie, zorg-welzijn-sport, wonen en een hoogwaardige openbare ruimte. Binnen dit geheel worden deelprojecten vervolgens afzonderlijk opgepakt. Zo is met de CVvE afgesproken met het eerste deel van het winkelcentrum te starten vooruitlopend op de ontwikkeling van de andere projectonderdelen in het centrumgebied. Concrete maatregelen naast het winkelcentrum en de Donderie zijn de sloop van drie panden gelegen achter de Donderie en de aanleg van parkeerplaatsen, waardoor vanuit de wijk zicht op dit gebied ontstaat. Daarnaast een plein tussen het winkelcentrum en de sporthal. Aan dit plein worden pleingevels gerealiseerd met de functies detailhandel, horeca, sociaal-cultureel, zorg en werken-leren. Met op de verdiepingen een woonfunctie. Daarnaast maakt een nieuw gezondheidscentrum onderdeel uit van de plannen en wordt een jeugd- en jongerencluster gerealiseerd in het hart van de wijk waarin een nieuwe basisschool en andere voorzieningen voor deze doelgroep worden gerealiseerd. Voorzieningen dragen bij aan de leefbaarheid van de wijk en de wijze waarop het gebied wordt ingericht moet bijdragen aan het verbeteren van het veiligheidsgevoel en het plein wat hierbij ontstaat moet vooral bijdragen aan het ontmoeten en de plek zijn voor de evenementen van de wijk.
Laan van de Donderberg (incl. kinderboerderij) De Donderbergweg wordt aangepakt ter versterking van de wijkstructuur, herkenbaarheid en aantrekkelijkheid van de wijk. De weg moet de volgende kenmerken krijgen: Een (verkeers)veilige weg Verbindende factor (beleving) Kwaliteit voor alle weggebruikers Wijkontsluitingsweg is ontwerpuitgangspunt Herkenbare buurtontsluitingen Groene beëindiging laan in Componistenbuurt (Maasnielderbeek). De kinderboerderij wordt in deze plannen meegenomen. De ‘Laan van de Donderberg’ die hierdoor ontstaat zal gefaseerd worden aangelegd in verband met de realisering van projecten in woonbuurten. In de eerste fase zal het centrumgebied worden meegenomen. In de derde fase het deel Componistenbuurt-Vliegeniersbuurt en in de derde fase het deel Sterrenberg-Kastelenbuurt.
Blad 32
Sociale infrastructuur (De Donderie) Voorzieningen vormen het kloppend hart van de Donderberg. Het multifunctioneel benutten van maatschappelijk vastgoed en openbare ruimte binnen de Donderberg is een speerpunt voor de komende jaren. Te denken valt aan het gebruik ten behoeve van sport, cultuur, onderwijs en ontmoeting. De gemeente Roermond heeft samen met de bewoners en andere belanghebbenden in 2010 ervoor gekozen om de Donderie - door middel van grootschalige renovatie - het hart van de wijk te laten zijn voor de komende jaren. Hiermee vormt deze accommodatie een van de middelen bij het realiseren van ontmoeting en contact waardoor zij een belangrijke bijdrage levert aan het verbeteren van de leefbaarheid en de sociale samenhang binnen de Donderberg. De Donderie zal concreet een basis bieden voor het organiseren van activiteiten in de wijk, waardoor mensen elkaar kunnen ontmoeten. De Donderie gaat zich daarnaast in de toekomst in ieder geval richten op de functies van informatie en advies, doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen zorgketen, vrijetijdsbesteding en ontmoeting. Of er dan nog ruimte overblijft om ook activiteiten gericht op werken aan werk aan te bieden wordt onderzocht. In de Donderberg wordt efficiënt en samen met partners invulling gegeven aan het maatschappelijk vastgoed door onder meer: • overlap in het aanbod te voorkomen; • daar waar mogelijk het aanbod over te laten aan burgers zelf of commerciële aanbieders; • vraaggericht activiteiten te ondersteunen; • multifunctioneel gebruik te maken van voorzieningen. Een gebouw alleen is niet genoeg. Dat gebouw moet ook op adequate wijze gemanaged worden door de Stichting Wijk Accommodaties Roermond. Om ontmoeting mogelijk te maken, zal er bijvoorbeeld sprake zijn van ruime openingsuren, een gastvrij onthaal, een laagdrempelige uitstraling en actief verhuur van de multifunctionele ruimtes. Vaste gebruikers van de Donderie zijn in ieder geval het wijkteam Donderberg, een horecaondernemer, Wel.kom, een logopediste, het Centrum voor Jeugd en Gezin, de Bontje Aovend Sjtichitng (BAS) en loket De Wegwijzer. Daarnaast biedt de Donderie als ‘hart van de Donderberg’ ruimte aan tal van sociaal culturele activiteiten die organisaties binnen de wijk ontplooien. De renovatie van de Donderie heeft niet alleen als doel om bestaande gebruikers ruimte te bieden maar ook om potentiële nieuwe gebruikers ruimte te bieden met hun activiteiten. De Donderie wordt op deze manier een accommodatie voor alle doelgroepen. Iedereen moet zich er even welkom voelen. Daarnaast zijn er in de wijk ook andere ontmoetingsplekken (zie hoofdstuk 5.3.4). In de eerste fase van het WOP zal een koers gevonden moeten worden tussen ‘alles op één plek’ en een wildgroei aan initiatieven in de wijk. De Stichting Wijk Accommodaties Roermond krijgt de opdracht, te zorgen voor een goede beschikbaarheid van informatie voor en door alle aanbieders van ontmoetingsruimten.
1.4 Participatie 37% van de inwoners van Roermond is het eens met de stelling dat de gemeente de buurt betrekt bij de aanpak van de leefbaarheid. Dit betekent dat maar liefst 63% van de inwoners het niet eens
Blad 33
is met deze stelling6. Dit is een reden om bewoners nog meer en intensiever te betrekken bij de thema’s leefbaarheid en veiligheid. Hierbij staat de versterking van de participatie en het zelfoplossend vermogen van de burgers centraal. Wij zien de inwoners als belangrijke factoren in het veiliger maken van hun directe leefomgeving. Wij verwachten dat inwoners zich (nog) meer betrokken voelen bij elkaar, hun directe omgeving en wij willen dat stimuleren en faciliteren. De eigen verantwoordelijkheid wordt vertaald in burgerschapszin. In het Uitvoeringsprogramma wordt concreet per maatregel uitgewerkt hoe en met welke partijen we dit gaan doen. Het is een uitdaging voor de komende jaren om bewoners (weer) aan het roer te laten staan voor wat betreft het zelf nemen van initiatieven die een bijdrage leveren aan een voor bewoners zichtbare leefbare en veilige wijk. Goed voorbeeld doet immers goed volgen. Op deze manier kunnen bewoners hun talenten gebruiken en laten zien, maar elkaar ook aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor hun eigen woon- en leefomgeving. Met een klein steuntje in de rug (bijvoorbeeld door het wijkteam Donderberg), zijn bewoners vaak over de streep te trekken zodat ze als initiatiefnemer of uitvoerder een bijdrage (hoe groot of klein dan ook) kunnen leveren aan hun eigen buurt.
6
Waarstaatjegemeente.nl Blad 34
2 Wonen 2.1 Inleiding In de Donderberg wonen ruim 7.000 mensen in ongeveer 3.000 woningen. Positieve kenmerken van de wijk zijn de grote woningen met een gunstige prijs, in een ruime en groene woonomgeving met een goed voorzieningenniveau en uitstekende ligging ten opzichte van de A73. De Kastelenbuurt en Vliegeniersbuurt zijn buurten die goed functioneren. De Sterrenberg en Componistenbuurt zijn echter kwetsbare buurten met een matige score op de leefbarometer. Samen met bewoners hebben partijen geconcludeerd dat er binnen het thema Wonen de volgende problemen heersen die moeten worden aangepakt. • Veel particuliere woningen, in met name de Sterrenberg, hebben een negatieve uitstraling als gevolg van achterstallig onderhoud en het ontbreken van juridische middelen om een wildgroei aan schotels, diversiteit aan erfafscheidingen en aanbouwen te reguleren. • Er zijn te veel kamerverhuurpanden in de Sterrenberg. Er is veel sprake van woon- en drugsoverlast. Ook hier is sprake van slecht onderhoud waardoor het straatbeeld in negatieve zin wordt beïnvloed. • De Sterrenberg en Componistenbuurt zijn té eenzijdige woonbuurten, met als gevolg moeilijke oriëntatie en te weinig betrokkenheid van bewoners bij directe woonomgeving. • Er is een tekort aan grondgebonden nultreden huurwoningen en woningen van waaruit (mantel)zorg kan worden geleverd. • Ondernemerschap aan huis wordt onvoldoende gefaciliteerd in de vorm van woon-werk woningen, terwijl de vele ruime woningen tegen een goedkope prijs een kans bieden en het goed is om ‘werken’ te etaleren. • De leefbaarheid in de Sterrenberg, Componistenbuurt en rondom het winkelcentrum is matig. Te veel mensen voelen zich regelmatig onveilig, de uitstraling is op plaatsen onverzorgd. • Er is een te hoge concentratie betaalbare huur gezinswoningen. De wijk scoort op sociaal economisch aspect mager en heeft een negatief imago. Hogere inkomensgroepen en tweeverdieners zijn moeilijk te verleiden om in de Donderberg te komen wonen. In de Sterrenberg en de Componistenbuurt komt dit door het ontbreken van huur- en koopwoningen die op deze doelgroepen zijn afgestemd. De Kastelenbuurt en Vliegeniersbuurt ondervinden hinder van het negatieve imago van de wijk, waardoor woningen vaak moeilijk verkocht worden. • Groen- en speelvoorzieningen zijn er voldoende, maar van matige kwaliteit. In het hart van de Sterrenberg is een groot gebied aan binnenterreinen dat verstopt ligt. Door te weinig sociale controle kan een onveiligheidsgevoel ontstaan. Doordat het groen niet goed is aangesloten bij de woningen voelen de omwonenden zich ook te weinig betrokken. In het vorige hoofdstuk staan de sociale maatregelen en het centrumplan beschreven die een positief effect moeten sorteren op de hele wijk. Met betrekking tot het wonen, is samen met bewoners geanalyseerd dat de problemen zich het sterkst manifesteren in de Sterrenberg. Omdat we niet alles tegelijk kunnen doen, is besloten om de Sterrenberg prioriteit te geven en hier stevig te investeren om een duurzame kwaliteitsslag te kunnen maken. Veel maatregelen die in dit hoofdstuk aan de orde komen hebben dan ook specifiek betrekking op deze buurt. De Componistenbuurt heeft onze tweede prioriteit en zal vooral in Fase 2 en 3 aan bod komen.
Blad 35
2.2 Wat willen we bereiken? De Donderberg is een wijk worden waar huidige bewoners graag wonen, en waar ook nieuwe doelgroepen met andere leefstijlen komen wonen. Er is sprake van waardestijging en woningen verhuren en verkopen beter. De wijk wordt aantrekkelijker en de sociaal economische positie sterker. De buurten hebben een verzorgde uitstraling; woningen en tuinen zijn goed onderhouden en de vele speelplekken en groenvoorzieningen zijn van goede kwaliteit en beter aangesloten op de omliggende woningen. Enerzijds is er meer diversiteit in uitstraling, waardoor verschillende herkenbare woonbuurten ontstaan rondom een thema of leefstijl. Anderzijds zien we juist meer uniforme straatbeelden die de gewenste verzorgde uitstraling geven. De leefbaarheid is goed; buurtbewoners wonen prettig met elkaar samen en er ontstaan vormen van buurtkracht. Nieuwe inwoners hebben bij voorkeur een positief effect op de wijk, een negatieve invloed wordt zoveel mogelijk geremd. Indien nodig krijgen (nieuwe) bewoners begeleiding. De overlast vanuit de kamerverhuurpanden is sterk afgenomen er het aantal kamerverhuurpanden neemt niet verder toe. De woningvoorraad is gevarieerd in uitstraling en afgestemd op de behoefte aan zorgwoningen met een steunpunt, grondgebonden nultreden woningen, woon-werkwoningen en kangoeroewoningen. De wijk is duurzaam; is afgestemd op vergrijzing en bovendien is gemiddeld genomen de energieprestatie verbeterd. De kracht van de wijk is dat er aantrekkelijke woningen zijn voor een aantrekkelijke prijs, in een woonomgeving die schoon en groen is met een uitstekend voorzieningenaanbod. Hoofdzakelijk blijft de wijk een gezinswijk met relatief veel huurwoningen, maar ook voor jongeren, senioren, zorgbehoevenden, zelfstandig ondernemers en tweeverdieners is er voldoende keus.
2.3 Maatregelen Gebiedsmarketing; leefstijlen en branding De Donderberg is een grote wijk, ingedeeld naar vier buurten, waarbinnen ook weer informele deelbuurten bestaan. Er wonen veel verschillende mensen in de wijk, met andere leefstijlen en woongedrag, dat niet altijd optimaal op elkaar aansluit. Aan de andere kant zien we ook juist een eenzijdigheid van mensen; veel mensen met lage inkomens en sociaal-economische problemen. De Donderberg als geheel en de Sterrenberg en Componistenbuurt in het bijzonder kampen met een negatief imago. Het gevolg is dat mensen met bepaalde leefstijlen nu niet in de wijk willen wonen. Dit willen we ombuigen, zodat mensen juist bewust kiezen voor de Donderberg en daarbinnen de buurten hun eigen karakter en herkenbaarheid hebben. Het is belangrijk om de Donderberg en haar buurten krachtig te positioneren, waardoor de wijk zich onderscheidt en juist mensen met bepaalde leefstijlen aanspreekt. Hiervoor moeten kernkwaliteiten worden gekoppeld aan belangrijke waarden en behoeften van een bepaalde leefstijl. Op basis hiervan kan een marketing communicatiestrategie worden uitgewerkt voor de branding van de wijk. Het gaat nadrukkelijk niet alleen om een mooie slogan voor de wijk; maar juist de
Blad 36
integrale afstemming van alle plannen. Niet alleen de woning, maar ook de woonomgeving moet naadloos aansluiten bij de behoeften, normen en waarden van de leefstijl; kortom de belevingswereld. Wonen Zuid heeft positieve ervaringen met het Mentality model van Motivaction en partners willen dit instrument nu ook toepassen voor de gebiedsmarketing van de Donderberg en het thema passend wonen dat verder in dit hoofdstuk aan bod komt. Een marketing communicatiebureau krijgt opdracht om deze gebiedsmarketing op basis van leefstijlen verder uit te werken. Leefstijlen Ieder mens heeft verschillende behoeften, waarden en normen. Deze zijn in te delen naar leefstijlen of belevingswerelden. De een houdt van een rustig bestaan en een goed contact met buren; een standaardrijtjeswoning in een net onderhouden buurt voldoet aan zijn wensen. De ander heeft juist een druk bestaan en is veel buitenshuis en is bovendien veel individualistischer en materialistischer. Een woning en buurt moet voor hem status bieden. Weer een ander wil vooral lol en plezier zonder te veel verplichtingen. Een woning en tuin moeten vooral niet te veel onderhoud vragen. Als Nederland voetbalt is het huis oranje gekleurd. Het toepassen van leefstijlen kent meerdere voordelen. • Door een sterke positionering en vertaling in marketing en communicatie (branding) op leefstijlen kan binnen een wijk of buurt diverse woonmilieus ontstaan. • Meer verschillen binnen een buurt geeft ook meer kwaliteit. Dit levert een bijdrage aan het doel om de eentonigheid in wijken te doorbreken en de herkenbaarheid en oriëntatie in buurten te vergroten. • Ook kan het woongenot en de leefbaarheid positief worden beïnvloed. Meer samenhang binnen een buurt qua leefstijlen geeft wellicht minder aanleiding tot conflicten of overlast in de buurt ('wonen met gelijkgestemden'); of sterker nog er kunnen gemeenschappen ontstaan van actieve bewoners die zich voor elkaar of de woonomgeving inzetten waardoor er nieuwe vormen van buurtkracht ontstaan. • Tot slot kan een betere match ontstaan tussen vraag en aanbod, zowel individueel als per complex of straat.
Beeldkwaliteitsplan Al meerdere malen is het belang van een goede uitstraling benoemd. Het opstellen (én handhaven) van een beeldkwaliteitsplan is een instrument om de kwaliteit van de te realiseren en gerealiseerde woonomgeving te bewaken. Het is een aanvulling op het bestemmingsplan en vormt mede de basis voor de te ontwikkelen bouwplannen. In het beeldkwaliteitsplan zijn bindende randvoorwaarden opgenomen voor de inrichting van de wegen en het groen, de overgang van privégebied naar openbaar gebied, maar óók voor de architectonische vormgeving van de te bouwen woningen. Het beeldkwaliteitsplan is het toetsingskader bij de gemeentelijke en welstand technische beoordeling van de bouw- en inrichtingsplannen. Het beeldkwaliteitsplan is nadrukkelijk niet alleen bedoeld voor nieuwbouw, maar vooral gericht op het verbeteren van de bestaande situatie. Deze maatregel komt voort uit de ergernis van veel bewoners aan de onverzorgde uitstraling van diverse woningen. Denk hierbij aan wildgroei van schotels, onverzorgde aanbouwen of overkappingen (bijvoorbeeld in voortuinen) en het ontbreken aan uniformiteit in tuinafscheidingen. Met een
Blad 37
beeldkwaliteitsplan worden niet alleen nieuwbouwplannen getoetst, maar kan ook opgetreden worden tegen bestaande situaties. Scheefhangende schuttingen en verschillende soorten erfafscheidingen zorgen nu voor een storend onverzorgd straatbeeld. In combinatie met het opstellen van het beeldkwaliteitsplan en de uitvoering van renovaties willen partijen daarom opnieuw invulling geven aan het schuttingenproject. Wonen Zuid en Wonen Limburg hebben hiermee positieve ervaringen opgedaan bij huurwoningen. Huurders blijken vaak niet de middelen te hebben om deze investering zelf in een keer te doen. Door het aanbieden van nieuwe schuttingen tegen een geringe huurverhoging, wordt vervanging van een oude schutting wel haalbaar. Op deze manier kunnen verloederde plekken worden aangepakt en een fraai uniform en overzichtelijk straatbeeld worden gecreëerd. In het kader van de samenwerking wordt bekeken of dit schuttingenproject in combinatie met aanpak van de woningen, niet alleen voor huurwoningen, maar ook voor particulier bezit kan worden ingezet. Deze aanpak kan helpen bij het realiseren van het beeldkwaliteitsplan en is uitermate geschikt voor bewonersparticipatie. Het opstellen van een beeldkwaliteitsplan gebeurt direct in het begin van de eerste fase. Dit plan vormt namelijk de basis voor de gewenste kwaliteit voor de wijk.
Particuliere woningverbetering De slechte uitstraling van gevels, schuttingen en buitenruimte geven de wijk een verloederde uitstraling. Uit onderzoek is bekend dat een slecht verzorgde woonomgeving een van de belangrijkste oorzaken voor het sociaal-economische verval van een wijk is en een belangrijke rem op de vestiging van sterkere huishoudens. Verwaarloosd onderhoud doet zich met name voor in het particuliere bezit en speelt vooral in de Sterrenberg. Het onderwerp is door veel bewoners genoemd als een van de grootste problemen en staat bovenaan op de agenda van de klankbordgroep. Partijen zien de woningverbetering van particulier bezit dan ook als een van de belangrijkste acties in het Wijkontwikkelingsplan, waarvoor voldoende middelen gereserveerd worden. Het is vaak lastig om eigenaren ertoe te bewegen onderhoud te plegen. Soms wil men niet; soms kan men niet omdat men er de middelen niet voor heeft. Als er echter niks gebeurt, betaalt de wijk de prijs. In de aanpak voor de Donderberg worden twee sporen bereden. Waar sprake is van goede wil moeten de drempels voor woningverbetering zo laag mogelijk worden; waar sprake is van onwil moeten alle juridische en fiscale middelen worden gebruikt om eigenaren aan te sporen tot het leveren van een bijdrage aan een betere uitstraling van de wijk. Een concrete maatregel om het particuliere woningbezit aan te pakken is het opstellen van een vereniging van eigenaren op blokniveau en invoeren van een onderhoudsfonds waar partijen een financiële bijdrage aan leveren. Onze insteek is om met behulp van het fonds de façades van woningen aan te pakken en te zorgen voor uniform straatbeeld, waarbij niet langer het particulier bezit negatief afsteekt.
Aanpak kamerverhuur en drugsoverlast De aanpak van kamerverhuurpanden is door bewoners als topprioriteit benoemd, omdat men ernstige overlast ervaart vanuit en rondom deze panden. De klankbordgroep heeft dit signaal direct
Blad 38
opgepakt en het probleem geagendeerd op haar eerste overleg. Partijen vinden de aanpak van deze problematiek dan ook cruciaal voor het slagen van het WOP en het behalen van de hoofddoelstellingen. Voor de bestrijding van de woonoverlast van kamerverhuurpanden zijn voor Fase 1 twee maatregelen benoemd, namelijk de TasckForce Overbewoning en het invoeren van een Huisvestingsverordening om kamerverhuur te reguleren. Uit de monitoring zal moeten blijken of met deze maatregelen voldoende resultaat wordt behaald, of dat het pakket aan maatregelen moet worden uitgebreid. TaskForce Overbewoning In de Donderberg en vooral in de Sterrenberg zijn veel kamerverhuurpanden gevestigd. Roermond heeft in totaal 248 geregistreerde kamerverhuurpanden, waarvan 43 in de Donderberg. Meer dan de helft daarvan ligt in de Sterrenberg. In de Plutolaan en in de Marsstraat zijn respectievelijk 8 en 6 kamerverhuurpanden. Deze panden zijn in het verleden vaak (goedkoop) gekocht, weer doorverkocht en als kamerverhuurbedrijf in gebruik genomen. Kenmerk van deze kamerverhuurpanden is dat er een groot verloop is en dat deze vaak worden bewoond door personen die via het normale circuit niet snel aan een woning of kamer kunnen komen. Het woongenot en de leefbaarheid in de wijk wordt door de aanwezigheid van de vele kamerverhuurpanden negatief beïnvloed. Tot op heden is de aanpak repressief en in handen van de TaskForce Overbewoning. Deze multidisciplinair samengestelde Taskforce, onder regie van de gemeente Roermond, controleerde tot 2012 minimaal 4 keer per jaar een groot aantal kamerverhuurpanden en lette daarbij vooral op bouwkundige gebreken, illegale bewoning en brandveiligheid. De TaskForce Overbewoning zal worden geïntensiveerd. Er zullen méér controles worden uitgevoerd en de aanpak wordt steeds verder verbreed. Naast de controles op veiligheid wordt ook steeds meer aandacht besteed aan de huurders. Hoe en waarom zijn zij hier terecht gekomen? Is begeleiding nodig en kunnen zij ook via het reguliere woningmarktcircuit andere huisvesting krijgen? Huisvestingsverordening Willen we stimuleren dat mensen graag wonen in de Donderberg, dan moet het uitgangspunt zijn dat er geen nieuwe kamerverhuurbedrijven meer worden gevestigd in deze wijk. Daarnaast moeten alle (bestuurlijke) mogelijkheden onderzocht en benut worden om het aantal te reduceren zodat er een nieuw evenwicht ontstaat. Een van de mogelijkheden hiertoe is het hebben van een huisvestingsverordening ter regulering van het maximum aantal kamerverhuurpanden in de wijk (en andere wijken) op basis van een vergunningstelsel. Het primaire doel van een dergelijke huisvestingsverordening is het reguleren van de woonvoorraad. Een bijkomstigheid is dat hiermee impliciet op preventieve wijze overlast kan worden tegengegaan en het daarmee een bijdrage levert aan de verbetering van de leefbaarheid in de wijk. De gemeente Roermond bereidt op dit moment een huisvestingsverordening voor. Uitgangspunt is dat er geen nieuwe kamerverhuurbedrijven bijkomen in het postcodegebied van de Donderberg. Drugsoverlast Drugsoverlast is een andere vorm van woonoverlast in de wijk. Bij drugsoverlast wordt door de gemeente, de politie en de woningcorporaties een strikt beleid gevoerd. Het sanctiebeleid van de gemeente is vastgelegd in beleidsregels van de burgemeester. De sancties variëren afhankelijk van het aantreffen of het handelen in soft- dan wel harddrugs van een waarschuwing tot het sluiten van een woning. De woningcorporaties volgen het gemeentelijke beleid en gaan in principe bij hennepkweek in de woning of drugsdeal vanuit de woning over tot een procedure die leidt tot huurontbinding. In 2010 heeft de burgemeester vier keer het sanctiebeleid toegepast in de wijk Donderberg. In 2011 was dit maar liefst 11 keer het geval. Deze stijging is geen goed signaal en
Blad 39
vraagt om een aanpak. De aanpak van deze vorm van woonoverlast in de Donderberg heeft ook de komende jaren een hoge prioriteit.
Niches van Wonen met een plus Om de eenzijdigheid in de wijk te doorbreken en om nieuwe doelgroepen aan te trekken willen we invulling geven aan niches door het invoeren van wonen met een plus. Deze bijzondere woonvoorzieningen zijn schaars in Roermond en omgeving en voldoen daarmee aan een specifieke behoefte. Een succesvol voorbeeld dat we al kennen vanuit de Componistenbuurt zijn de fokuswoningen. Wonen met een plus is het ontwikkelen van kleinschalige geclusterde woonvoorzieningen met eventueel een bijpassende buitenruimte die aan de bewoners daarvan en aan anderen in de directe omgeving extra mogelijkheden bieden voor zelfstandig wonen met een zorg- of ondersteuningsvraag. Dit op zodanige wijze dat de wijk als geheel gevarieerder wordt, een gevarieerdere doelgroep aantrekt en meer herkenningspunten en kleinschalige ondersteuning biedt aan alle bewoners. De bijzondere woonvoorzieningen bieden kansen voor huidige bewoners van de wijk op een passende woonomgeving maar moeten ook leiden tot een instroom van sociaal-economisch sterkere huishoudens in de wijk. Er zijn diverse mogelijkheden voor Wonen met een plus. Voor de eerste fase wordt concreet gedacht aan de niches ‘wonen-werken’ en ‘wonen-zorg’: • Wonen en werken o Een nadere uitwerking hiervan leest u in hoofdstuk 3 “Leren en werken” • Wonen en zorg o Boven het winkelcentrum worden levensloopbestendige appartementen gerealiseerd, die inspelen op een mogelijke toekomstige combinatie met zorg. o In de nabijheid van het winkelcentrum wordt een kleinschalig nieuwbouw zorgcluster van zorgappartementen met een steunpunt en daaraan verbonden grondgebonden nultredenwoningen gerealiseerd. o Kangoeroewoningen zijn aan elkaar gekoppelde, zelfstandige woningen of wooneenheden met een inpandige verbinding voor ouderen of mensen met een handicap en hun familie. Ze faciliteren daarmee mantelzorg. Deze woningen worden vraaggestuurd gerealiseerd door middel van transformatie van bestaande gezinswoningen. Kangoeroewoningen kunnen verspreid worden gerealiseerd en hoeven geen aan één gesloten cluster te vormen. o Als er vragen uit de markt komen van partijen en woongroepen die een woon-zorg vraagstuk hebben, zal onderzocht worden of in de Donderberg op deze vraag kan worden ingespeeld. Omdat het om specifieke vragen gaat, kan uitvoering pas starten als zich een concrete vraag of partij aandient, zodat optimaal kan worden afgestemd op de wensen en behoeften van de toekomstige bewoners. Wonen met een plus bedient dus een bredere doelgroep dan alleen senioren. Deze maatregel anticipeert op de aanstaande wetswijzigingen (waaronder de AWBZ). De professionele zorg voor mensen die langer thuis blijven wonen zal in de toekomst alleen maar minder gaan worden. In het kader van wonen, welzijn en zorg zal gezocht moeten worden naar andere arrangementen.
Blad 40
Aanpak huurwoningen Sterrenberg De Sterrenberg willen we transformeren door in gestaag tempo alle eengezinswoningen van Wonen Zuid aan te pakken. Dit zal voornamelijk gebeuren door middel van een uitgebreid renovatiepakket en in beperkte mate door middel van sloop en nieuwbouw. Hierbij is van belang dat het wooncomfort en de uitstraling van de woningen worden verbeterd en de monotonie wordt doorbroken. Een nauwe betrokkenheid met bewoners individueel en op blok-niveau is hierbij noodzakelijk om een goede aansluiting te vinden met de behoeften, waarden en normen en leefstijlen van huidige en toekomstige bewoners. De ingrepen aan de woningen moeten ook leiden tot een verbetering van de energieprestatie. Dit geeft een betere geluids- en warmte-isolatie, maar leidt ook tot vermindering van energielasten. Op die manier genieten bewoners van een hogere woonkwaliteit, terwijl de woonlasten toch betaalbaar blijven. De sterke punten van de wijk moeten behouden en zelfs versterkt worden: veel ruime huurwoningen tegen een gunstige prijs. Maar daarnaast wordt ook aan senioren de mogelijkheid geboden om binnen de buurt te verhuizen naar een grondgebonden nultredenwoning. Op dit moment wordt niet aan deze vraag voldaan. Er is geen enkele grondgebonden nultredenhuurwoning in de buurt, maar ook in de wijk en op stedelijk niveau is een tekort aan levensloop bestendige woningen. De Sterrenberg is met haar gunstige ligging ten opzichte van het winkelcentrum en zorgaanbieders de ideale locatie om op deze woningbehoefte in te spelen. Gedacht wordt aan een kleinschalig (maximaal 3 hoog) appartementencomplex met een steunpunt, verbonden met grondgebonden nultreden huurwoningen voor senioren in de vorm van een hof. Voor deze nieuwbouw is sloop op kleine schaal noodzakelijk. Voorlopig worden er geen huurwoningen verkocht. In de toekomst, na uitvoering van de maatregelen, zal verkoop van huurwoningen weer worden hervat. Hierover maken partijen in gezamenlijkheid afspraken om te voorkomen dat verkoop een negatieve invloed heeft op de wijk, maar juist duurzaam een positief effect bewerkstelligt. De insteek is dat huurwoningen pas worden verkocht nadat het aangezicht van de woningen is aangepakt en uitstraling is verbeterd. Een andere voorwaarde voor verkoop van huurwoningen is dat er een sluitend systeem moet zijn om verloedering in de toekomst tegen te gaan. Voorstel is om per blok een Vereniging van Eigenaren op te stellen die met elkaar de kwaliteit vastleggen en borgen.
Aanpak huurwoningen Componistenbuurt Zoals in de inleiding is beschreven is prioriteit gegeven aan de woonbuurt Sterrenberg. Dat betekent dat er voor Fase 1 slechts in beperkte mate fysieke ingrepen worden verricht in de Componistenbuurt. Partijen zullen deze periode wel benutten om aan de slag te gaan met bewoners voor een nadere studie op de Componistenbuurt. Onderzocht wordt of de woningen nog goed aansluiten bij de wensen en eisen die huidige en toekomstige klanten. Hiervoor moet de woontevredenheid, technische staat, functionele staat en verhuurbaarheid gemonitord worden. Er worden ook ‘gesprekken aan de keukentafel’ gevoerd met huurders om de (mis)match tussen wensen en woningen te leren kennen. Op basis hiervan moet voor de toekomst worden bepaald óf en welke ingrepen noodzakelijk zijn. Specifiek wordt daarbij onderzocht of enkele van de drive-in woningen kunnen worden getransformeerd naar vernieuwde concepten. Op die wijze wordt enerzijds ingespeeld op speciale behoeften uit de markt en anderzijds meer variëteit geboden.
Blad 41
In de Componistenbuurt ervaren bewoners vochtoverlast in hun woningen. Deze vochtproblematiek is onderzocht. In Fase 1 worden ventilatiemaatregelen aangebracht in gezinswoningen waar dit nog onvoldoende aanwezig is, om eventuele vochtproblemen te verhelpen dan wel te voorkomen. In het kader van de ondertekende realiseringsovereenkomst voor de herontwikkeling van de voormalige Tuba-locatie, zijn er onlangs aan de Sweelinckstraat door Wonen Zuid 18 energiezuinige eengezinswoningen opgeleverd. In de volgende fase van deze realiseringsovereenkomst zijn nog 21 koopappartementen voorzien. De Componistenbuurt heeft echter al een groot aanbod aan huuren koopappartementen. Net als in de Sterrenberg is er ook in de Componistenbuurt een tekort aan levensloop bestendige woningen. Deze heroverweging leidt er mogelijk toe dat er nieuwe plannen worden ontwikkeld voor de 2e fase (binnen de ondertekende realiseringsovereenkomst voor de herontwikkeling van de voormalige Tuba locatie). Partijen zullen in Fase 1 van dit Wijkontwikkelingsplan de heroverweging nader concretiseren.
Politiekeurmerk veilig wonen Het Politiekeurmerk Veilig Wonen is een instrument dat een bijdrage levert aan de sociale veiligheid in en rond woningen, wooncomplexen en buurten en wijken. Woningen met dit keurmerk hebben tot 90% minder kans op een geslaagde inbraak. Door eisen te stellen aan het ontwerp van de woonomgeving, wooncomplex en individuele woning werkt het keurmerk preventief tegen inbraken, overlast, vandalisme en criminaliteit op straat. Het keurmerk stelt ook eisen aan de openbare ruimte (bijvoorbeeld verlichting en begroeiing) of een beheerplan. Bewoners kunnen uiteraard ook zelf veel doen om inbraken te voorkomen door het nemen van preventieve maatregelen. Binnen het Politiekeurmerk Veilig Wonen wordt onderscheid gemaakt in nieuwbouw en bestaande bouw. Het keurmerk nieuwbouw omvat een totaalpakket aan veiligheidseisen op planologisch en stedenbouwkundig niveau aan openbare ruimte, kavels, complex en aan de woning zelf. Het keurmerk bestaande bouw bestaat uit drie deelcertificaten: veilige woning, veilig complex en veilige omgeving. Vaak is het lastig om dit keurmerk te halen omdat het om bestaande bouw en inrichting van een gebied gaat. Wij hebben de ambitie om het Politiekeurmerk Veilig Wonen te behalen voor zowel bestaande bouw en nieuwbouw (inclusief de openbare ruimte). Uitgangspunt is het behalen van een keurmerk bij nieuwbouw en bij bestaande bouw willen wij aan zoveel mogelijk eisen voldoen zodat minimaal deelcertificaten behaald kunnen worden.
Passend wonen Bewoners functioneren het beste als ze wonen in een woning, woonomgeving en buurt die bij ze past. We noemen dit passend wonen. In de huidige woonruimteverdeling is het beperkt mogelijk om passend wonen te faciliteren: • De variatie aan woningtypes is beperkt en zal de eerstkomende jaren niet grootschalig wijzigen. • Woningzoekenden reageren nu op één of meerdere specifieke woningen, en weten niet altijd alles over de locatie en de buurtcultuur. • Woningzoekenden accepteren een minder optimale woning vaak toch, want ‘dan hebben ze in elk geval iets’.
Blad 42
•
Woningzoekenden kiezen een woning, maar niet hun buren. En omwonenden kiezen niet hun nieuwe buren.
Bij bewonersbijeenkomsten worden zorgen geuit over de aard van de instroom in de wijk: veel mensen met een laag inkomen, een grote afstand tot de arbeidsmarkt en weinig sociale competenties. Dat geldt beslist niet voor alle nieuwe bewoners, maar er zijn zorgen over de verhouding tussen betrokken buurtbewoners en mensen met minder geneigdheid tot prettig samenleven. Er zijn - moeilijk te kwantificeren - signalen dat dit ook tot het vertrek van mensen leidt die graag in de wijk woonden en zich daarvoor wilden inzetten. Om die reden wordt gezocht naar mogelijkheden om passend wonen te faciliteren. In de eerste plaats door creëren van woonmilieus en een woningaanbod met een duidelijke identiteit en leefstijl of door middel van wonen met een plus. Een goede positionering en branding kunnen helpen de gewenste doelgroepen en leefstijlen aan te trekken, zodat er een goede match ontstaat met de buren. In de tweede plaats onderzoeken we de speelruimte om te komen tot een betere match tussen woningzoekende en buurt via nader uit te werken toewijzingsbeleid. Er zijn in den lande voorbeelden waarbij het verbeteren van de match tussen instromers en buurt leidt tot ‘buurtkracht’, het prettig en actief samenleven van mensen en het samen zorgen voor buurtbewoners die extra ondersteuning nodig hebben. Het op te stellen toewijzingsbeleid mag geen negatief sturingsinstrument worden. Nieuwe bewoners worden passend gehuisvest en daar waar nodig gestimuleerd in hun persoonlijke groei en kans van slagen in de maatschappij. Te denken valt aan het koppelen van het huren van een woning aan meedoen met sociale programma’s (bijvoorbeeld op het gebied van taal of werk). Daarnaast moeten er mogelijkheden (blijven) tot afspraken die ervoor zorgen dat instromers met een duidelijk negatieve houding of woongedrag niet gehuisvest worden. Hiertoe worden nieuwe of aanvullende toewijzingscriteria opgesteld. Hierbij is het zoeken is naar een pakket dat maximale keuzevrijheid van de woningzoekende koppelt aan minimale belasting van buurtgemeenschappen door mensen die zich niet willen aan- en inpassen. Daarvoor moet onderzocht worden welke speelruimte de huidige regelgeving biedt, en kunnen experimenten inzicht geven in het effect van nieuwe oplossingen, ook als die binnen de huidige kaders niet zijn toegestaan.
Verbeteren openbare ruimte, groen en speelvoorzieningen In gesprekken met bewoners blijkt telkens het belang van een aantrekkelijke, overzichtelijke maar vooral ook veilige openbare ruimte. De ruime opzet van de wijk en de vele groen- en speelvoorzieningen zijn een belangrijk pluspunt van de wijk, waarmee deze zich ook kan onderscheiden van andere wijken. Voorwaarde is dat de kwaliteit goed is. Er moet een stedenbouwkundige visie komen die hier richting aan geeft. De verdere uitwerking van de aanpak van de openbare ruimte vindt plaats op basis van twee hoofd criteria. Enerzijds de technische staat van de openbare ruimte (beheer en onderhoud) en anderzijds de leefbaarheid (herkenbaarheid, aantrekkelijkheid en met name veiligheid). Hierbij wordt gekeken naar de ‘centrale voorzieningen’ van de wijk (het centrum van de wijk en de Donderbergweg die de woonbuurten en het centrum met elkaar verbindt) en naar de openbare ruimte in de vier woonbuurten zelf.
Blad 43
Centrale voorzieningen De rol en beleving van de Donderbergweg in de wijk wordt voor de toekomst anders gezien (zie ook paragraaf 1.3.7 en 1.3.8). Voor alle bewoners van de wijk wordt geïnvesteerd in een aantrekkelijk hart van de wijk. Een centraal plein wordt ontwikkeld en de Donderbergweg krijgt waar mogelijk een ‘laanfunctie’ waaraan herkenbare wijkontsluitingen zijn gelegen en waarmee de woonbuurten en het centrumgebied met elkaar worden verbonden. Het centrumgebied is voorzien in Fase 1, de Donderbergweg in noordelijke en zuidelijke richting vanaf het centrum zal pas worden aangepakt nadat de (bouw)projecten in de woonbuurten zijn afgerond. Dit in verband met beschadigingen en bereikbaarheid. Deze aanpak is met name gebaseerd op het aspect leefbaarheid en veiligheid. Woonbuurten In de woonbuurten is allereerst van belang dat het kleine onderhoud en het schoonhouden prioriteit krijgen. Vervolgens is per woonbuurt onderscheid te maken in de noodzakelijke aanpak. De openbare ruimte in de Vliegeniersbuurt is, met uitzondering van de Terbaansweg, in redelijk tot goede staat. In de Kastelenbuurt moet met name de infrastructuur worden aangepakt in verband met de technische staat en de gebrekkige inrichting van de infrastuctuur. In de Componistenbuurt en de Sterrenberg moet de openbare ruimte op de middellange termijn vanuit beheer en onderhoud worden aangepakt. Tevens is in de deze buurten aanpak noodzakelijk in verband met de leefbaarheid, veiligheid en de voorgenomen aanpak van de woningvoorraad. De aanpak van de openbare ruimte zal worden afgestemd en volgend zijn op de aanpak van de woningvoorraad. In de Sterrenberg is de opgave het grootst in verband met de noodzakelijke verbeteringen in de structuur van de wijk (herkenbaarheid en relatie groen – woningen vraagt veel aandacht). Belangrijk is dat in de verdere uitwerking de inrichting van de openbare ruimte aansluit bij de woonthema’s en leefstijlen. De aanleiding van de aanpak in de woonbuurten is dus vanuit meerdere invalshoeken. Het eerste deel van de Sterrenberg waar tevens de aanpak van de woningvoorraad start wordt als eerste aangepakt. Vervolgens wordt in de Kastelenbuurt gestart in combinatie met de Terbaansweg (Vliegeniersbuurt en Componistenbuurt) in verband met de technische staat en zal de aanpak in de Sterrenberg en de Componistenbuurt verder de planning van de aanpak woningvoorraad volgen. In alle gevallen geldt dat het inrichten van de openbare ruimte in samenspraak met bewoners plaatsvindt. Zo wordt gewaarborgd dat de openbare ruimte aansluit op de wensen en behoeften van gebruikers. Hierdoor wordt deze optimaal benut en voelen bewoners zich ook meer ‘eigenaar’ van publieke ruimte, waardoor zij hier trots op kunnen zijn en zich ook meer verantwoordelijk voelen voor het beheer ervan.
Componistenbuurt Oost In de Componistenbuurt Oost wordt de Componistenstaete gerealiseerd. Deze 30 appartementen zijn geschikt voor senioren met zorg op maat, geleverd door de Zorggroep. Tevens vestigen een huisarts en een fysiotherapeut zich in dit gebouw. De gemeente Roermond heeft een realiseringsovereenkomst gesloten voor de ontwikkeling van dit gebied. Het programma bestaat naast de Componistenstaete uit grondgebonden koopwoningen. Op dit moment is er echter onvoldoende vraag vanuit de markt om deze woningen conform oorspronkelijke planning uit te voeren. De ontwikkeling van de Componistenbuurt-Oost en de aanpak van de rest van de wijk kan echter niet geheel los van elkaar worden gezien. Het is dan ook noodzakelijk om in de komende periode nader onderzoek te doen naar de relatie en samenhang voor de
Blad 44
(middel)lange termijn. In overleg met alle betrokken partijen (initiatiefnemer en partners wijkontwikkeling) zal een voorstel worden gedaan hoe hiermee om te gaan en indien nodig de bepalingen uit de realiseringsovereenkomst voor dit gebied te herzien.
2.4 Participatie We zien de bewoners van de wijk als de experts op het gebied van wonen. Hun participatie is dan ook van groot belang. Samen kunnen slimme ideeën worden bedacht die in de praktijk ook écht goed werken en draagvlak hebben. Door middel van participatie wordt betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor de woning en woonomgeving bevorderd. Bij de gebiedsinrichting zal onder andere de klankbordgroep worden betrokken, maar natuurlijk ook de bewoners van het betreffende gebied. Uit ervaring blijkt dat mensen zich vooral betrokken voelen bij hun directe woonomgeving. We willen dan ook niet zo zeer op wijk- of buurtniveau maar vooral op blokniveau met bewoners aan de slag.
Blad 45
3
Leren en werken
3.1 Inleiding In de Donderberg zijn relatief meer mensen werkloos dan volgens het stedelijk gemiddelde het geval zou moeten zijn. Voor een deel is dat te verklaren doordat er huishoudens zijn waarin het vinden en vasthouden van een baan al generaties lang niet zo wil lukken en het hebben van werk niet veel status heeft. Ook zijn er veel huishoudens met een combinatie van problemen en daardoor een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Maar er zijn ook andere oorzaken zoals ontbrekende sociale en taalvaardigheden die van groot belang zijn bij het vinden van werk. Aan de andere kant heeft de Donderberg zeker ook kansen. Er zijn nog weinig zelfstandige ondernemers, maar culturen waarin talent aanwezig is voor zelfstandig ondernemerschap zijn wél ruimschoots aanwezig. Er is volop bedrijvigheid aan huis hoewel dit veelal niet zichtbaar, maar ‘achter de voordeur’ plaatsvindt. De huidige bestemming van de voormalige Nedamgarage door een gereedschapsverhuurbedrijf is een prima uithangbord voor een wijk die werkt. De wijk is zeer goed gelegen ten opzichte van de historische binnenstad van Roermond en de regio. Daarnaast is de wijk ook nog eens prima bereikbaar door de directe nabijheid van de autosnelweg en het centraal station ligt slechts op 5 minuten fietsen. Er zijn goede beroepsopleidingen, primair, voortgezet en MBO–onderwijs liggen in de wijk of direct tegen de wijk aan. Ook het vernieuwde winkelcentrum kan een boost geven aan het ondernemerschap in de wijk. Wil de wijk zich in de toekomst economisch positief ontwikkelen dan moeten de bewoners zich kunnen ontplooien en een stap voorwaarts kunnen zetten. Het bevorderen van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid geldt ook voor diegenen die economisch hogerop willen komen. Deelname aan het arbeidsproces is hierbij van wezenlijk belang. Dit begint bij de ambitie van individuele bewoners uit de wijk of de regio. Het verrichten van arbeid door middel van onderwijs of via kleine maatschappelijke en sociale participatie, moet bereikbaar zijn voor de wijkbewoner van jong tot oud. Betrokkenheid en het hebben van een uitdaging spelen hierbij een wezenlijke rol. Onderwijs en werk is lokaal en regionaal georganiseerd en daarmee toegankelijk voor bewoners uit de wijk. Door de combinatie van onderwijs en diverse vormen van arbeid kan iedereen op elk willekeurig niveau deelnemen aan de maatschappij.
3.2 Wat willen we bereiken? Met de maatregelen bij het thema leren en werken wordt de sociale problematiek deels opgelost doordat we ervoor zorgen dat mensen zich onderdeel gaan voelen van het economische leven in de wijk en de stad. Jonge ouders moeten zich gesterkt voelen in hun rol van opvoeder en worden nadrukkelijk betrokken bij opvoedcursussen en taalactiviteiten via peuterspeelzalen en in het basisonderwijs. Jonge leerlingen krijgen zo een betere startpositie. Het aantal jongeren uit de Donderberg dat maatschappelijk participeert of een startkwalificatie haalt moet toenemen; jongeren verlaten vaker met diploma het onderwijs om zo te kunnen deelnemen aan het arbeidsproces.
Blad 46
Met name deze jongeren uit de wijk hebben een positiever beeld nodig van de arbeidsmarkt en moeten zich gestimuleerd voelen om daaraan deel te nemen. Er wordt ingezet op het (zichtbaar) stimuleren van bedrijvigheid in de wijk en versterking van de werkgelegenheid. We willen bereiken dat de werkloosheid in de wijk daadwerkelijk daalt en het aantal arbeidsplaatsen toeneemt. Starters en zzp’ ers moeten er beter in slagen hun bedrijf vol te houden en soms zelfs een groei door kunnen maken.
3.3 Maatregelen Steunpunt voor ondernemers/dependance Retailacademy Het ondersteunen van startende ondernemers is per definitie een stedelijke aangelegenheid. Toch zal in de Donderberg een laagdrempelig steunpunt worden opgezet waar ondernemers uit de wijk elkaar kunnen ontmoeten en informatie kunnen uitwisselen met elkaar en met professionals. Ook als startende ondernemers uit andere wijken komen, is het goed om evenementen in de Donderberg te organiseren waarmee werken in de wijk op de kaart gezet wordt. Onderzocht wordt of dit steunpunt een dependance van de Retailacademy kan zijn (bijvoorbeeld in de vorm van een ambulant spreekuur in de wijk). De Retail & Business Academy is een kennis- en opleidingsinstituut voor de retailsector en staat ten dienste aan de ondernemer en de (potentiële) werknemer. Het doel is de kwaliteit van de dienstverlening en klantgerichtheid op een hoger niveau te brengen in het belang van zowel de ondernemer als de werknemer, als ook van de klant. Door middel van betrokkenheid van onder andere Hogeschool Zuyd, Gilde opleidingen, SRO, Gemeente Roermond, Cita Verde, Service Punt Detailhandel, Citymanagement, Provincie Limburg en het UWV worden opleidingen, trainingen en diensten aangeboden om zowel de ondernemer als de medewerker te faciliteren en te ondersteunen. Hiermee wordt zowel de (startende) ondernemer als de (toekomstige) werknemer in de gelegenheid gesteld zich te ontwikkelen in de retailsector door middel van cursussen en opleidingen. Zo creëren we interesse in ondernemerschap en in het bijzonder in de retailsector. Aanvullend bestaat de ambitie om te onderzoeken of enkele succesvolle Roermondse ondernemers vanuit betrokkenheid met de Donderberg de verbinding kunnen leggen met de wijk en zo als vliegwiel zouden kunnen fungeren. Gesprekken hierover worden opgestart.
Kansmakelaar Om de individuele bewoner een stap voorwaarts te laten zetten is de kansmakelaar bij uitstek geschikt om in te zetten op het gebied van Leren en Werken. De kansmakelaar houdt zich bezig met sociaal maatschappelijke aspecten in de wijk zoals onderwijs en arbeidsmarkt. Hij fungeert als ‘aanjager’ en is in staat bij individuele bewoners ‘achter de voordeur’ te komen. Hij bouwt en onderhoudt sociale netwerken met bewoners en organisaties. Daarbij erkent en herkent hij de mogelijkheden, vaardigheden, capaciteiten en interesses van individuele bewoners en inspireert, stimuleert en faciliteert (mede) initiatieven van bewoners en verbindt hun verschillende initiatieven. De kansmakelaar wordt specifiek ingezet voor de wijk Donderberg.
Social Return On Investment De ervaring leert dat ondernemers graag de maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen om werkloze werkzoekenden, jongeren zonder startkwalificatie en andere mensen die ver van de
Blad 47
arbeidsmarkt staan een kans te geven. Bovendien hebben ondernemers met Social Return zelf de mogelijkheid om vakkrachten op te leiden en daarmee voldoende vakmanschap op de arbeidsmarkt beschikbaar te houden. Social Return On Investment wordt in de Donderberg zowel toegepast op (ver)bouwprojecten en infrastructurele werken als levering van diensten. Toekenning van een opdracht gebeurt onder voorwaarde dat de aannemende partij 5% van de bruto aanneemsom of 7,5% van de loonsom aanwendt voor de inzet van SROI - doelgroepen.
Wonen en werken Werken aan huis Bepaalde beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten zijn van zodanige kleine omvang, dat zij kunnen samengaan met een woonfunctie. Hierbij moet echter wel voorkomen worden dat dit ten koste gaat van een goed woon- en leefklimaat in de omgeving. Gezien de werkloosheidsproblematiek van de wijk is het belangrijk dat de vrijheid om aan huis te werken niet al te zeer wordt ingeperkt. Werk moet in de wijk gezien worden. Het maakt het concept werken als zodanig zichtbaar en benaderbaar voor degenen die dit nog moeilijk vinden. De woonomgeving mag niet verstoord worden, maar enige tolerantie van economische activiteiten is wel nodig. In geen geval kan in woningen detailhandel plaatsvinden. Daarmee zou de positie van het winkelcentrum in gevaar kunnen worden gebracht en wordt het karakter van de wijk aangetast. Zowel kwaliteit als kwantiteit is dus van belang om bedrijvigheid aan huis en voorzieningen in het hart van de wijk in balans te houden. Door de ligging van de wijk zouden er kansen moeten liggen om een bijzonder type tweeverdiener aan te trekken: huishoudens waarvan de ene partner werkt aan huis, en de andere forens is. Dit type huishouden zoekt een grote woonwerkwoning met relatief lage lasten. Er zal een verkenning worden uitgevoerd om deze doelgroep in beeld te brengen en de mogelijkheden om bestaande woningen hiervoor aan te passen. Kleine economie Overige bedrijvigheid, die niet valt onder de aan huis gebonden beroepen, maar in bepaalde gevallen wel daarmee gelijk te stellen is, wordt aangemerkt als kleine economie. De activiteiten die hiertoe behoren passen niet rechtstreeks binnen de woonbestemming. De zogenaamde kleine economie kan geclusterd plaatsvinden in daarvoor aangewezen aangepaste woonhuizen of op speciaal daarvoor ingerichte locaties (onder andere in de nieuwe plint aan het winkelcentrum). Zo kunnen er combinaties ontstaan van wonen en kleinschalige bedrijvigheid of van werken en leren via stages tussen kleine bedrijven en scholen. Dit laatste biedt jongeren de mogelijkheid toe te treden of zich verder voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Werkruimte wordt tegen een betaalbare vergoeding ter beschikking gesteld. Onderzocht moet worden of voor delen van de wijk de bestemming moet worden gewijzigd zodat wonen en werken gecombineerd kan worden. De locatie ‘op het grasveld’ grenzend aan het winkelcentrum wordt volgens het concept wonen - leren werken met behulp van expertise en inbreng van omwonenden ingevuld. Er wordt gezocht naar een aansprekende fysieke vorm waarbij wonen gecombineerd wordt met zichtbare activiteiten op het gebied van ambachten. De invulling van deze locatie mag niet ten koste gaan van ontmoetingsactiviteiten die hier op dit moment plaatsvinden (zoals de Koninginnemarkt en kermis). Voor het nader inrichten van de kleine economie hebben we enkele randvoorwaarden afgesproken:
Blad 48
Wel: • speciaalzaken met op kleine schaal verkoop van eigen producten • eenmanszaken met als basis het ter plekke uitvoeren van een ambacht of het leveren van persoonlijk advies • plaats voor jonge ondernemers om ervaring op te doen / studentbedrijfjes • kunstenaars (woonateliers of atelier en winkel in één) • ondernemers bij gebleken succes door laten stromen naar duurder / hoger huursegment Geen: • ondernemers die huren kunnen opbrengen zoals in het winkelcentrum • concurrenten van ondernemers in het winkelcentrum • branches die duistere zaken aantrekken of daarmee gelieerd kunnen worden • geen horeca uitbreidingen zoals frituur, shoarma, snackbars etc.
Buurtbeheerbedrijf Het Productiehuis is een concrete uitwerking van het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid voor heel Roermond. Met het budget 40+wijken zijn we gestart met een wijkgerichte uitbreiding via de inzet van het Buurtbeheerbedrijf, waar mensen uit de wijk werkzaam zijn in de wijk. De activiteiten van het Buurtbeheerbedrijf in de wijk worden verder uitgebreid. Samen met het Productiehuis wordt een programma opgesteld om onder andere werkloze (hang)jongeren op een positieve manier in te zetten in en voor de wijk. Het Buurtbeheerbedrijf is dan ook een van de onderdelen van ‘Duurzaam Verbinden’ welke voortgezet worden in deze planperiode. Actuele wetgeving (Wet Werken naar Vermogen) verwacht een tegenprestatie van uitkeringsgerechtigden en biedt daarmee kansen om wijkbewoners te activeren.
3.4 Participatie Bij de totstandkoming van concrete projecten in het kader van Leren en Werken is het essentieel dat bewoners, ondernemers, onderwijs en andere belanghebbenden (zoals bijvoorbeeld sleutelpersonen van diverse culturen) uit de wijk/regio bij de projecten worden betrokken en actief deelnemen. We zoeken onder andere samenwerking met partijen zoals onderwijsinstellingen en werkgeversorganisaties. We investeren in het opbouwen en in stand houden van netwerken en leggen zo de verbinding tussen bewoners en de arbeidsmarkt.
Blad 49
4
Jeugd en opgroeien
4.1 Inleiding De Donderberg is een zeer kinderrijke wijk. De verwachting is dat dit de komende 10 tot 15 jaar niet noemenswaardig zal veranderen: de ruime, betaalbare woningen zijn zeer geschikt voor huishoudens met kinderen en trekken ook jonge stellen aan die later mogelijk kinderen krijgen. Ook is de Donderberg een kindvriendelijke wijk. Er is veel groen en ruimte om te spelen. Een flink deel van de huidige kinderen behoort tot de zogenaamde ‘gewichtenleerlingen’: het lage opleidingsniveau van de ouders leidt ertoe dat extra inspanningen verricht moeten worden om de kinderen gelijke kansen te geven. Idealiter zijn er daarvoor zowel goede mogelijkheden onder schooltijd als in de verlengde schooldag. Een bijkomend (landelijk) probleem dat ook in de Donderberg speelt, is de lage betrokkenheid van ouders bij schoolactiviteiten en de opvang van kinderen na schooltijd. Bij veel gezinnen ontbreken de financiële middelen om kinderen te laten deelnemen aan verenigingen of sportclubs, waardoor het gevaar bestaat dat ze na schooltijd uit ‘het blikveld’ verdwijnen. In een basisschool wordt de toekomst van kinderen in belangrijke mate gevormd. Om die reden is het belangrijk dat kinderen in de basisschoolleeftijd gebruik kunnen maken van een zo breed mogelijk scala aan voorzieningen waaronder een goed uitgeruste basisschool die voldoet aan de huidige onderwijskundige eisen. In 2006 is het jongerencentrum Gotcha! geopend, dat door een specifieke groep jongeren goed wordt bezocht. Het beeld van Gotcha! in de wijk is echter negatief: het jongerencentrum bereikt slechts een beperkte groep, heeft beperkte openingstijden en de aangrenzende sportkooi wordt nauwelijks benut. Ook geeft een groep (hang)jongeren aan behoefte te hebben aan een eigen plek waar ze kunnen ‘chillen’. Vanuit het wijkteam Donderberg worden signalen afgegeven dat met name een deel van de groep jongeren vanaf 15 jaar uit het oog wordt verloren, o.a. omdat deze jongeren geen alternatieve vrijetijdsbesteding hebben. De beschikbare cijfers over jongerenwerk, maatschappelijke hulpverlening en jeugdzorg tonen aan dat kinderen en jongeren in de Donderberg een grotere hulpvraag hebben ten opzichte van het gemeentelijk gemiddelde. Dit is dan ook de reden dat met inzet van een groot aantal maatregelen binnen het programma Duurzaam Verbinden extra is geïnvesteerd in deze kinderen, jongeren en hun gezinnen. Het gaat dan om o.a: het intensiveren van de individuele begeleiding van jongeren, het aanstellen van straatcoaches, het verbreden van de pilot ketenzorg 0-12 jarigen, het aanstellen van straatcoaches en het aanbieden van kortdurende gezinsbegeleiding.
Blad 50
4.2 Wat willen we bereiken? Voor de economische ontwikkeling van de wijk is het van belang dat jongeren goed zijn opgeleid, lekker in hun vel zitten en ervaring hebben met maatschappelijke dienstverlening. Ieder kind krijgt de kans gezond en veilig op te groeien, zijn talenten te ontwikkelen, plezier te hebben en zich goed voor te bereiden op de toekomst. De basis van gezinnen (huis, inkomen, werk en ontplooiing) dient hiervoor op orde te zijn. Dit moet leiden tot een significante daling van de hulpvraag bij instellingen zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk en instellingen voor (geïndiceerde) jeugdzorg. Een hoogwaardige opvang, onderwijs, ontplooiing en ontmoeting van kinderen en hun ouders door de realisatie van een combinatie van gebouwen en buitenruimten levert hier een bijdrage aan. Samen met de voorzieningen in het centrum van de wijk bieden deze accommodaties onderdak aan maatschappelijke organisaties en initiatieven uit de wijk waardoor kinderen en jongeren zich onderdeel van de samenleving voelen en ouders zich gesteund weten in hun inspanningen om hun kinderen voor te bereiden op de toekomst. Meer jongeren zullen actief zijn als initiatiefnemers van activiteiten op het gebied van o.a. sport en cultuur. Hierdoor is ook sprake van een afname van de jongerenoverlast in de wijk.
4.3 Maatregelen Centrum voor Jeugd en Gezin De gemeente zal het aanbod voor kinderen en jongeren en ouders die behoefte hebben aan opgroei- en opvoedondersteuning gebundeld aanbieden via het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Dit in aanvulling op het reguliere aanbod van o.a. het consultatiebureau, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. De gemeente Roermond hecht groot belang aan een vroege signalering en verdere begeleiding van gezinnen met jonge kinderen die worstelen met (ondersteunings)vragen rond opvoeden en opgroeien. Het • • •
CJG biedt iets extra’s op basis van de volgende functionaliteiten: het bieden van een laagdrempelig informatie- en adviesloket; een opvoed- en opgroeipraktijk; netwerkorganisatie: de verbindende factor tussen de verschillende bestaande ketenstructuren gericht op de facilitering en de verbetering van de samenwerking.
Begin 2012 zal het fysieke CJG in de nieuwe Donderie worden gevestigd waardoor het een natuurlijke aanloop heeft vanuit de Donderberg en er sprake is van intensieve samenwerking met het wijkteam Donderberg en de WegWijzer. In het voorjaar van 2012 start een pilot in de Donderberg om geïndiceerde (jeugd)zorg zonder indicatie van Bureau Jeugdzorg aan te bieden maar middels een advies van de Zorg- en Advies Teams.
Jeugdcluster De twee basisscholen in de wijk zijn momenteel gehuisvest in enigszins verouderde gebouwen. Hoewel er zeker ouders zijn die bewust kiezen voor een gemengde school, werkt de uitstraling van de scholen niet mee om kritische ouders over de drempel te halen. Als zij hun kinderen niet meer naar de scholen in de wijk zouden doen, is dat ook in het nadeel van zwakkere leerlingen, die immers de beste ontwikkelingskansen hebben in een gemengde klas. Uit andere gemeenten en uit het buitenland is bekend dat zogenaamde ‘magneetscholen’ (scholen met een paar sterke troeven,
Blad 51
zoals extra aandacht voor kunstonderwijs, voor hoogbegaafden, voor sport of natuur) erin kunnen slagen sterke huishoudens te binden. Door afname van de leerlingenaantallen in Roermond en omgeving, staat de gemeente aan de vooravond van een lichte afname van het aantal scholen. In het kader van een recent onderzoek naar de gemeentebrede onderwijshuisvesting heeft de gemeente voor de Donderberg gekozen voor kwaliteit op één locatie, in plaats van een verdeling over twee onderwijslocaties. Hoewel de onderhoudstoestand van de gebouwen van de in de wijk gelegen basisscholen Ankertje Kompas en Vincent van Gogh nog redelijk is, voldoen deze gebouwen niet meer aan de huidige onderwijskundige eisen. Nieuwbouw voor deze scholen is dan ook zeer belangrijk. Deze keuze is inmiddels met het schoolbestuur besproken. Een jeugdcluster wordt dan ook gerealiseerd in de Vliegeniersbuurt, dicht bij het hart van de wijk en in een omgeving met veel groene buitenruimte. Door renovatie is de huidige sporthal in elk geval nog tot 2020 bruikbaar. Er is gebleken dat sport een belangrijk middel is voor het bevorderen van gezond samenleven. Ongeacht de toekomst van de sporthal zou het waardevol zijn, als er in het jeugdcluster goede ruimtes worden ontwikkeld om binnen en buiten te bewegen. Dat hoeft geen volwaardige nieuwe sporthal te zijn, maar kan ook een ruimte zijn waar dans, fitness, yoga en judo kunnen plaatsvinden. In de wijk wonen ook veel jongeren. Voor hen is enkele jaren geleden de voorziening Gotcha! ontwikkeld. In verband met de beoogde ontwikkeling van het centrumplan zou het wenselijk zijn als Gotcha! en de naastgelegen sportkooi kunnen verhuizen naar een toegankelijke locatie in de nabije omgeving van het jeugdcluster met uitstekende voorzieningen. In het jeugdcluster kunnen ruimten meervoudig gebruikt worden, onder schooltijd en daarbuiten. En hoewel de naam suggereert dat alleen de jeugd er welkom is, kan een gebouw met verschillende publieksfuncties ook voorzien in de behoefte van andere bewoners van Vliegeniersbuurt en Componistenbuurt aan een ontmoetingsplek op loopafstand. In het ontwerp van het jeugdcluster moet dit nevengebruik daarom goed worden meegenomen, waarbij in acht moet worden genomen dat geen concurrentie met de Donderie optreedt. Het jeugdcluster is niet alleen een verzameling gebouwen. De buitenruimten nodigen uit tot activiteit: cultuur, sport en bewegen en ontmoeten. De uitwerking van de plannen en de realisatie van het jeugdcluster vindt plaats in Fase 1.
Begeleiding gezinnen en (risico)jongeren In de Donderberg blijven de komende jaren huishoudens met kinderen wonen die niet in staat zijn de regie over hun eigen leven te houden. Het gaat daarbij om zowel multi-problem gezinnen als om gezinnen die net staande blijven, maar er hoeft maar iets te gebeuren en zij lopen een groot risico op ontsporen (de combi-problem gezinnen). Deze gezinnen hebben kortdurend een extra steuntje in de rug nodig bij het opvoeden en laten opgroeien van hun kinderen. Begeleiding aan deze gezinnen in afwachting van of aanvullend op een regulier hulpverleningstraject kan voorkomen dat zij in problemen komen. Uitgangspunt is dat de eigen kracht van de gezinnen wordt vergroot zodat zij in de toekomst in staat zijn zelf met steun uit het eigen netwerk de problemen het hoofd te bieden. De begeleiding van risicogezinnen zoals ook al is opgenomen in het programma Duurzaam Verbinden wordt in Fase 1 geïntensiveerd.
Blad 52
De methodiek Triple P wordt in 2012 onder andere in de Donderberg verder geïmplementeerd. Triple P is een laagdrempelig, integraal programma gericht op positief opvoeden met als doel (ernstige) emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen door het bevorderen van competent ouderschap. Uit de eerste voorlopige resultaten Duurzaam Verbinden is gebleken dat individuele begeleiding van jongeren (normen stellen en perspectief bieden) zijn vruchten begint af te werpen. Het gaat dan om individuele begeleiding gericht op participatie: school, werk, stage, toezicht en vrijetijdsbesteding om te voorkomen dat (risico)jongeren verder afglijden. De begeleiding van risicojongeren wordt in Fase 1 geïntensiveerd.
Sport- en culturele activiteiten Bij jongeren die spijbelen, agressief, regelovertredend en overlastgevend gedrag vertonen is niet alleen het stellen van normen van belang, maar ook het bieden van perspectief voor hun toekomst. Het bieden van mogelijkheden tot een goede invulling van de vrije tijd als aanvulling op individuele begeleiding is dan ook noodzakelijk. De ervaring in de Donderberg leert dat het inzetten van deze risicojongeren als bijvoorbeeld vrijwilliger bij sport- en andere culturele activiteiten een positieve gedragsverandering laat zien. De jongeren leren vaardigheden aan en maken een ontwikkeling door die een positieve invloed heeft op hun ambities, prestaties, toegenomen eigen waarde en zelfvertrouwen. Tevens wordt gewerkt aan een positieve beeldvorming over jongeren in de wijk, waarbij ze kunnen laten zien dat ze ook hun steentje bijdragen. In Fase 1 wordt deze aanpak geïntensiveerd.
Regionaal Expertisecentrum Met de vorming en de huisvesting van dit Regionaal Expertise Centrum op één locatie (Kasteel Hillenraedtstraat 36) wordt een voorziening gerealiseerd die passend is voor jongeren van 4 tot 24 jaar met complexe leer- en gedragsproblemen zodat zij daarmee de beste mogelijkheid krijgen om op volwassen leeftijd zo zelfstandig mogelijk te functioneren in de samenleving. Het verzorgingsgebied van het Expertisecentrum is Midden-Limburg en dient qua orthopedagogische aanpak een landelijke uitstraling te hebben. Het initiatief wordt genomen door een aantal onderwijsinstellingen en een jeugdzorginstelling die zich bezighouden met het onderwijs, zorg en begeleiding aan deze jongeren. Het initiatief om te komen tot de oprichting van het Regionaal Expertisecentrum is ingegeven vanuit de noodzaak om, als gevolg van de aangekondigde bezuinigingen van de Rijksoverheid op de AWBZ, Jeugdzorg en het passend onderwijs, door bundeling van deskundigheid te komen tot een efficiënter en op maat gesneden onderwijs- en zorgaanbod voor deze jongeren.
Jongerenhuisvesting Al geruime tijd ontvangt de gemeente Roermond signalen dat er behoefte is aan huisvesting voor jongeren binnen de gemeente. Partijen hebben de intentie uitgesproken dat in Fase 1 van het wijkontwikkelingsplan het realiseren van jongerenhuisvesting in de Donderberg prioriteit heeft. Het betreft jongeren in de leeftijd van 18 tot 23 jaar. Het gaat niet om jongeren die behoefte hebben aan een vorm van begeleid wonen. In 2012 wordt gestart met een haalbaarheidsonderzoek. Het initiatief hiertoe wordt door de woningcorporaties genomen.
Blad 53
4.4 Participatie De doelgroep ‘jongeren’ is een lastige doelgroep om te bereiken laat staan een doelgroep die op dit moment op actieve wijze participeert binnen de wijkontwikkeling van de Donderberg. De doelgroep jongeren zal met name bij het thema Jeugd en Opgroeien intensief betrokken worden. Het gaat hier immers om thema’s die jongeren en hun toekomst direct aangaan. Absolute voorwaarde is dan ook om een maximale mix van jongeren uit de wijk daadwerkelijk te bereiken. In deel 3 van het Wijkontwikkelingsplan (Hoofdstuk 2 Communicatie) wordt hier verder aandacht aan besteed. Belangrijk is dat jongeren ook in de klankbordgroep vertegenwoordigd zijn. Deze jongeren kunnen weer andere jongeren betrekken bij de uitwerking van de concrete maatregelen binnen het thema. Ook kunnen jongeren bevraagd worden hoe zij zelf hun rol zien als initiatiefnemer, organisator of uitvoerder bij de concrete uitvoering van de maatregelen binnen het thema jeugd en opgroeien. Er zijn overigens al goede voorbeelden van jongeren die zelf activiteiten organiseren in de Donderberg (bijvoorbeeld vanuit het jongerencentrum of het organiseren van sportactiviteiten voor de jeugd). Deze jongeren moeten we vooral stimuleren en een podium bieden om hun talenten verder te ontwikkelen. De klankbordgroep van bewoners heeft in januari 2012 het initiatief genomen om met een aantal ‘hang’jongeren in gesprek te gaan en met hen van gedachten te wisselen over hun rol en ideeën bij de verdere concretisering van het thema Jeugd en Opgroeien. Ouders zijn op de eerste plaats verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Als ouders ondersteuning nodig hebben bij de opvoeding richt deze zich op de eerste plaats op het versterken van de eigen mogelijkheden binnen hun eigen netwerk. Hierbij wordt aangesloten bij het volgende afwegingskader: • ouders zijn verantwoordelijk voor het opvoeden en laten opgroeien van hun kinderen (eigen netwerk); • mensen zorgen voor elkaar (informele zorg, mantelzorg); • collectieve voorzieningen waar nodig; • inzet van professionals als achtervang en sluitstuk. In de inleiding werd geconstateerd dat participatie van ouders verbeterd kan worden. Ook dit punt wordt uitdrukkelijk meegenomen bij de uitwerking van de maatregelen in het Uitvoeringsplan en verdere implementatie van de maatregelen. Ook hier geldt het uitgangspunt dat ‘de ouder’ als initiatiefnemer, organisator of uitvoerder van maatregelen wordt gezien. Wij bevragen hierbij partijen zoals ouderraden van scholen, cliëntenraden van hulp- en dienstverlenende instellingen en de stichting Jeugd Zorgvragers Limburg op ‘goede voorbeelden’.
Blad 54
5
Welzijn en Zorg
5.1 Inleiding In een wijk als de Donderberg vinden we veel mensen met fysieke of psychische gezondheidsklachten. Deze mensen zijn vaak aangewezen op de goedkopere huurwoningen en daarvan zijn er in de Donderberg veel te vinden. Er is een aanzienlijke groep bewoners met psychosociale problemen. Hoewel de Donderberg statistisch een ‘jonge’ wijk is, heeft de vergrijzing de wijk ook bereikt. Zowel in koop- als in huurwoningen wonen veel ouderen met fysieke beperkingen of een beperkte zelfredzaamheid. Er zijn ook veel gemengde huishoudens, waarin meer generaties samenwonen en één of meer leden van het huishouden verzorging nodig hebben. Positief is dat de Donderberg een goede zorg-infrastructuur heeft. ‘t Roosendael voor zelfstandig wonende ouderen, de Fokuswoningen in de Componistenbuurt. Eén gezondheidscentrum is al in aanbouw (ComponistenbuurtOost), het tweede is voorzien in de herontwikkeling van het hart van de wijk (zie Hoofdstuk 1 Leefbaarheid en Veiligheid). Op geringe afstand van de wijk ligt het Laurentius Ziekenhuis. Uit het onderzoek ‘Maatschappelijke participatie in Roermond onderzocht’ (2011) van SGBO dat in opdracht van de gemeente Roermond is uitgevoerd, blijkt dat de Donderberg een lage participatiegraad en een hoge eenzaamheidsscore kent. De lage participatiescore is toe te schrijven aan een lage participatie in het verenigingsleven, vrijwilligerswerk en culturele participatie. Bijna driekwart van de mensen die hun begeleiding vanuit de AWBZ hebben verloren en twee op de vijf niet-westerse allochtonen in de Donderberg ervaart in enige mate eenzaamheid. De mensen die hun begeleiding vanuit de AWBZ hebben verloren ervaren de hoogste mate van eenzaamheid. Maar liefst 25% voelt zich sterk tot zeer sterk eenzaam. Er zal in de Donderberg geen specifiek armoedebeleid worden gevoerd, omdat alle burgers van Roermond op dat punt dezelfde rechten en kansen verdienen. In het stedelijk beleid is zowel sprake van een ‘vangnet’ als een ‘springplank’. Het door de gemeente geboden vangnet moet in alle wijken hetzelfde zijn, maar in de wijkaanpak is er wel ruimte om te stimuleren dat buurtbewoners elkaar door moeilijke tijden helpen. Juist voor ouderen en werkende ouders met een zeer laag inkomen is het belangrijk dat er goede informele structuren zijn waar mensen op terug kunnen vallen.
5.2 Wat willen we bereiken? We willen bevorderen dat mensen met een ziekte of beperking, die eenzaam zijn of om een andere reden niet kunnen participeren in de samenleving, leven in een fysieke en sociale omgeving waarin ze zich gesteund en gewaardeerd voelen. Dit voorkomt individuele problematiek en spanningen tussen bewoners. De uitstekende zorg- en welzijnsvoorzieningen in de wijk zouden een troef in de woningmarkt kunnen zijn, zeker als er ook zorgwoningen voor elke portemonnee in de wijk staan en vormen van collectief opdrachtgeverschap mogelijk zijn.
Blad 55
Zorg- en welzijnsvraagstukken hebben ook economische gevolgen; door een optimaal afgesteld zorgaanbod krijgen ouders en mantelzorgers meer ruimte om aan het arbeidsproces deel te nemen. De Donderberg wordt een wijk waar mensen met een zorg- of andere hulpvraag optimaal zelfstandig kunnen wonen en op een evenredige en volwaardige wijze maatschappelijk kunnen participeren. Daarbij is er een goed evenwicht tussen de zelfredzaamheid van mensen, de bereidheid om hulp en verzorging te geven en te ontvangen en het aanbod van professionals. Door goede relaties tussen mensen worden fysieke en psychische gezondheidsklachten en psychosociale problemen op tijd waargenomen en wordt voorkomen dat onnodige complicaties optreden.
5.3 Maatregelen Zorgeloos wonen (twee gezondheidscentra, wonen en zorg) De ontwikkeling van de twee gezondheidscentra (Componistenbuurt-Oost en Centrumplan) biedt een goede gelegenheid om de communicatie over, en samenwerking rond de zorg een extra impuls te geven. In de fysieke investeringen in de wijken (Wonen met een Plus) zal nadrukkelijk gekeken worden naar initiatieven die het wonen met beperkingen tot thema hebben. De uitdaging is om daarvan geen ‘zorg’-project te maken, maar een vorm van hoogwaardig samenwonen met bondgenoten die samen willen zorgen voor elkaar. Daarbij kan ook gekeken worden naar bewoners uit de economische middenklasse. Voor oudere eigenaarbewoners van de duurdere woningen in de Kastelen- en Vliegeniersbuurt zouden grondgebonden seniorenwoningen heel aantrekkelijk kunnen zijn.
Begeleiding bij wonen en zorg Het Rijk heeft besloten om met ingang van 2013 voor nieuwe aanvragen en voor her-indicaties en vanaf 2014 alle aanvragen voor begeleiding vanuit de AWBZ over te hevelen naar de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het gaat behalve om individuele begeleiding om groepsbegeleiding zoals momenteel wordt aangeboden in dagactiviteitencentra en ontmoetingsruimten in woon-zorg complexen. Als gevolg van de overheveling van de AWBZ zal met ingang van 1 januari 2013 de gemeente beleid moeten hebben vastgesteld ten aanzien van deze doelgroep. Deze wetswijziging gaat tevens gepaard met een korting van 5%. Voor cliënten betekent dit dat zij hun dagbestedingsactiviteiten en daarmee hun structuur, netwerk en steun in de rug kunnen verliezen. De overgang van AWBZ naar Wmo ligt in de lijn van het ingezette traject ‘De Kanteling’. Hiermee wordt een groter beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid en het eigen netwerk en de nadruk wordt verlegd van individuele voorzieningen naar collectieve en algemene voorzieningen of het eigen netwerk van betrokken burgers. Om de gevolgen van het wegvallen van de ‘begeleiding’ uit de AWBZ op te vangen zal in Fase 1 een pilot starten waarbij de uitgangspunten van ‘De Kanteling’ centraal staan. Deze pilot wordt gecombineerd met het project wonen-zorg aan het Plein binnen het Programma Centrumplan (Zie uitvoeringsprogramma Fase 1).
Blad 56
Ruilwinkel Tijdens de voorbereiding om te komen tot een wijkontwikkelingsplan is door bewoners aangegeven dat een ruilwinkel in de Donderberg een goed initiatief kan zijn. Mensen brengen bij de ruilwinkel goederen (boeken, kinderspeelgoed, -kleding en meubilair, gereedschap etc.) of een dienst in (bv. hulp bij klusjes in huis) en krijgen daar punten voor. Met deze punten kunnen weer goederen of diensten ingekocht worden bij de ruilwinkel. Het ruilen brengt mensen met elkaar in contact en kan zo de sociale samenhang en de maatschappelijke participatie in de Donderberg verbeteren. Daarnaast is de Ruilwinkel een instrument dat kan bijdragen aan sociale activering en armoedebestrijding. Onderzocht wordt of een ontmoetingspunt in de vorm van een ruilwinkel kan worden gestart. Bewoners krijgen een belangrijke rol bij het opstarten van de ruilwinkel. Hierbij wordt aangesloten bij het thema Leren en Werken (hoofdstuk 3) en participatie van wijkbewoners bij de uitvoering van maatregelen in het wijkontwikkelingsplan. De Ruilwinkel start in Fase 1 en wordt bij voorkeur in het centrale hart van de wijk gerealiseerd.
Overige accommodaties in de wijk De Donderie is de centrale accommodatie voor ontmoeting in de wijk. Iedereen moet er zich welkom voelen. De vernieuwing van De Donderie is uitgebreid beschreven in hoofdstuk 1. Daarnaast zijn er in de wijk ook andere plekken voor ontmoeting voor specifieke doelgroepen zoals bijvoorbeeld jongeren bij Gotcha! en vrouwen bij Maximina. Verder zijn er twee huiskamers één in de Sterrenberg en één in de Componistenbuurt. Ook is er in de Sterrenberg het ‘Bij Bosschardthuis’. In het kader van de kerntakendiscussie bij de gemeente Roermond is besloten de huiskamerprojecten niet meer te faciliteren. Momenteel vindt binnen de gemeente een onderzoek plaats in de vorm van een herijking van het accommodatiebeleid. De resultaten van dit onderzoek worden meegenomen bij de verdere invulling van laagdrempelige accommodaties in de Donderberg in Fase 1 van het wijkontwikkelingsplan. Uitgangspunt is dat de accommodatie aansluit bij de behoefte van bewoners en andere betrokkenen uit de wijk. Zij worden dan ook bij de verdere concretisering actief betrokken.
Maatschappelijke participatie specifieke doelgroepen Naar aanleiding van de resultaten van het in paragraaf 5.1 genoemde onderzoek naar maatschappelijke participatie, wordt in Fase 1 (vanaf 2013) van het wijkontwikkelingsplan een extra impuls gegeven aan de maatschappelijke participatie van o.a. niet-westerse allochtonen en mensen die hun begeleiding vanuit de AWBZ verloren hebben. Op deze wijze kunnen o.a. sociaaleconomische achterstanden en achterstanden op het gebied van onderwijs, dagbesteding/werk en het gebruik van voorzieningen worden aangepakt. Momenteel worden middels het programma Duurzaam Verbinden maatregelen ingezet om maatschappelijke participatie van met name nietwesterse allochtonen te bevorderen. Concrete maatregelen om maatschappelijke participatie te bevorderen worden eind 2012 met de betreffende doelgroepen ontwikkeld.
WegWijzer De WegWijzer (het WMO-loket), een stedelijke voorziening die in de wijk is gehuisvest, kan prima dienst doen als steunpunt voor het verbinden van hulpvragers en hulpverleners (ook vrijwilligers en zelforganisaties). Het gaat dan om extra functies zoals o.a. het opvangen, bundelen en doorverwijzen van signalen van burgers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. In 2012 worden vanuit de Wegwijzer ‘keukentafelgesprekken’ geïnitieerd. Tevens zal vanuit het loket
Blad 57
behalve signalering ook vraagverwijzing en doorverwijzing naar verschillende hulp- en dienstverlenende instanties plaatsvinden. Er liggen goede kansen om daarbij ook de samenwerking met de kerken, met Maximina en met de opleidingen Gilde en Niekée op te pakken.
Eigen Kracht Conferenties In de wijk worden momenteel in het kader van het Programma Duurzaam Verbinden experimenten met Eigen Kracht Conferenties uitgevoerd (in de context van schuldenproblematiek). Tijdens een Eigen Kracht Conferentie maakt een familie samen met vrienden/bekenden of buurtgenoten een plan dat een oplossing biedt voor de hulpvraag die zij hebben. In het plan worden afspraken vastgelegd over wie, wat doet. In eerste instantie worden de oplossingen in het eigen sociale netwerk van de familie gezocht. Ondersteuning van professionals kan deel uitmaken van het plan. Na de evaluatie van het Programma Duurzaam Verbinden wordt bekeken of deze methodiek vaker en breder kan worden toegepast.
Cultuur in de wijk De gemeente Roermond heeft de laatste jaren nadrukkelijk ingezet op centralisering van de culturele infrastructuur. Het gaat dan o.a. om een bibliotheekvoorziening met één centrale hoofdlocatie en de ECI Cultuurfabriek. Groot belang wordt gehecht aan de combinatie wijk-cultuuronderwijs binnen de Donderberg. Met de keuze voor de ECI Cultuurfabriek komen verschillende culturele functies vanaf 1 september 2012 samen op één centrale locatie aan de rand van de Binnenstad. Met de ECI Cultuurfabriek worden afspraken gemaakt over projecten en activiteiten die in de wijken worden uitgevoerd. Daarnaast is vastgesteld dat de vraag in de wijken naar culturele activiteiten verder zal worden geïnventariseerd. Tevens kan een actieve inzet van community arts de betrokkenheid van mensen met elkaar en hun leefomgeving vergroten. Het thema cultuur en onderwijs in de wijk wordt in Fase 1 van het wijkontwikkelingsplan verder geconcretiseerd. Kinderen en jongeren, de scholen, verenigingen en culturele instellingen worden hier uitdrukkelijk bij betrokken. Wanneer toekomstige ontwikkelingen in de Donderberg mogelijkheden met zich meebrengen om specifieke ruimtes voor culturele activiteiten te verwezenlijken bijvoorbeeld in combinatie met het jeugdcluster (zie hoofdstuk 6) zal hierbij vanuit cultuur aansluiting worden gezocht. De gemeente hecht aan een goede dienstverlening voor jeugd en ouderen. In de nieuwe basisschool in de Donderberg wordt een volwaardige schoolbibliotheek gerealiseerd en biedt een leesconsulent ondersteuning zal ten behoeve van de leesbevordering. Een financiële bijdrage van de school is daarbij noodzakelijk. Verder kan in de Donderie een leesvoorziening worden gerealiseerd met mogelijkheid tot ontmoeting, en kunnen senioren door gebruik te maken van de BoodschappenPlusBus de bibliotheek in Roermond bereiken. Senioren die fysiek niet in staat zijn om de haal- en brengvoorziening of de vestiging in Roermond te bereiken kunnen gebruik maken van de ‘Boekendienst aan Huis’.
5.4 Participatie Eén van de uitgangspunten is dat mensen zoveel mogelijk verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leven. Dit betekent dat bij het oplossen van problemen en het aangrijpen van kansen, wordt
Blad 58
uitgegaan van de eigen kracht van de bewoners van de Donderberg. Indien bewoners en het sociale netwerk hiertoe niet in staat zijn worden er collectieve en individuele voorzieningen geboden. Het is de bedoeling dat mensen zo snel mogelijk zelf (weer) de regie over hun leven in handen hebben. Dit wordt bereikt door ondersteuning en activering. Daarnaast moet er aandacht te zijn voor mantelzorgers en vrijwilligers. Zij zullen ondersteuning nodig hebben bij het uitoefenen van hun taak. In de Uitvoeringsprogramma’s wordt concreet aangegeven welke rol de bewoner en andere betrokkenen hebben bij de verdere ontwikkeling en uitvoering van de afzonderlijke maatregelen.
Blad 59
Deel 3: UITVOERINGSPROGRAMMA FASE 1 1 Projectorganisatie Het WOP Donderberg bestaat uit een groot aantal projecten en activiteiten. De uitvoering van het programma moet gebeuren op basis van wederzijds vertrouwen en met grote betrokkenheid van alle deelnemers. Het programma voor de Donderberg bevat een groot aantal kaderstellende en concrete projecten, die variëren in aard, omvang, ligging en looptijd. Bij de uitvoering van deze projecten is het essentieel om overzicht en inzicht te houden op het totale programma om te kunnen sturen. Voor het realiseren van het programma wordt een passende organisatie ingericht. In deze organisatie gaan de samenwerkende partijen met respect en gelijkwaardigheid werken aan de gestelde doelen. De wijkbewoners en andere belanghebbenden worden participerend betrokken bij de deelprojecten en de activiteiten. De inspanningen voor de wijkvernieuwing Donderberg worden geleid en uitgevoerd met hulp van een organisatie waarbij het programmamanagement centraal staat en de programmamanager verantwoordelijk is voor het coördineren en leiden van het uitvoeringsprogramma. Daarnaast geldt dat voor elk project een (deel)-projectleider wordt benoemd, die verantwoordelijk is voor het opstarten, uitvoeren, participatieproces, bewaken, samenwerken, rapporteren en evalueren van het betreffende project. De samenhang en voortgang in de projecten wordt bewaakt door de programmamanager. De programmamanager houdt het overzicht, stuurt op samenhang, zorgt voor het ontwikkelen van het uitvoeringsprogramma, behoudt en implementeert de programmamethodiek, stuurt de interne en externe communicatie, levert stuurinformatie en legt verantwoording af op programmaniveau. Voor het slagen van het uitvoeringsprogramma is een goede binding met de partners noodzakelijk. Door het opnemen van de programmamanager in de Regiegroep en de Stuurgroep is dit gewaarborgd en kan hij de samenhang en de consistentie binnen het programma bewaken. Het op deze wijze inrichten van de organisatie, die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het programma, moet de Stuurgroep in staat stellen om het programma effectief aan te sturen. De Regiegroep, is verantwoordelijk voor de coördinatie van de processen in het programma en de programmarapportage aan de Stuurgroep. De organisatiestructuur (zie bijgaand schema) die voor het programma is opgezet, maakt helder wat de positie is van elke partij en wie welke verantwoordelijkheid draagt.
Blad 60
Blad 61
Daarbij geldt dat sturing door de programmamanager op de onderlinge afhankelijkheden tussen de activiteiten en projecten en de focus op het realiseren van de beoogde doelstellingen van belang is om de volgende voordelen te kunnen realiseren: • een integrale aanpak van de verschillende projecten en activiteiten met behulp van het programma als een eenduidig strategisch kader; • een onderbouwde prioriteitsvolgorde van de activiteiten en projecten; • goed risicomanagement doordat de activiteiten en projecten in samenhang te beoordelen; • een goede kosten/baten afweging binnen het strategische kader bij de uitvoering van een activiteit binnen het strategisch kader; • participatie voor draagvlak en sturing. De exacte rolverdeling, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden worden nog nader vastgelegd, en voor de regiegroep en de te benoemen programmamanager verder vormgegeven. Zoals aangegeven vormt participatie een essentieel onderdeel van de taken van zowel de programmamanager als de (deel-)projectleiders. Participatie zal dan ook een apart onderdeel vormen van de overleggen met stuur- en regiegroep. Ook de bij de verantwoording die wordt afgelegd aan de gemeenteraad, het college van B&W, provincie Limburg, Wonen Zuid en Wonen Limburg zal speciale aandacht worden gegeven aan de wijze waarop de participatie heeft plaatsgevonden.
Blad 62
2 Financiën Op basis van een eerder dit jaar door partijen ondertekende intentieovereenkomst is er een samenwerkingsovereenkomst getekend met bijbehorend financieel arrangement. De uitvoering van het Wijkontwikkelingsplan Donderberg, gericht op het realiseren van deze doelstellingen, behelst een totale investering van ongeveer 110 miljoen euro (prijspeil 2012) tot en met 2024. Voor Fase 1 (2012 t/m 2016) hebben de betrokken partijen afspraken gemaakt en vastgelegd in het uitvoeringsprogramma. Het betreft een intensief programma waarbij een actief participatieproces met alle betrokken partijen in de Donderberg een belangrijke succesfactor is. In deze fase wordt in totaal 45 miljoen euro geïnvesteerd. Deze investering kan worden gegenereerd doordat partijen overeenstemming hebben bereikt over het afdekken van de onrendabele top van deze investering. De woningcorporaties nemen, met het realiseren van nieuwe sociale huurwoningen en vernieuwbouwinvesteringen in bestaande woningen, een aanzienlijke onrendabele top voor hun rekening en de gemeente investeert fors in de openbare ruimte. Naast deze reguliere taken zijn alle partijen overeengekomen dat er op enkele gebieden in Fase 1 extra inzet en investeringen nodig zijn om er voor te zorgen dat het wijkontwikkelingsplan Donderberg zal leiden tot succes. Deze inzet en investeringen leiden tot een tekort in de exploitatie. Dit tekort ontstaat door: • Een sterk sociaal programma, aanvullend op het reguliere sociaal programma. Naast een forse fysieke investering is het nodig om ook op sociaal gebied maximaal te investeren. Alleen een sterke combinatie van fysieke en sociale inspanningen kan en zal leiden tot het behalen van de beoogde doelstellingen; • Het opzetten van een daadkrachtige organisatie om het uitvoeringsproces te managen met extra aandacht voor het participatieproces; • Het oprichten van een fonds particuliere woningverbetering om er zorg voor te dragen dat ook de particuliere woningen van degenen die dit niet kunnen betalen, verbeterd worden; • De noodzakelijke aankoop van particulier bezit; • Een negatief resultaat van de gebiedsexploitatie. De extra investeringen worden gedragen door de vier partners. De hoogte van de bijdrage van elke partner moet nog worden vastgesteld.
Blad 63
3 Communicatie 3.1 Inleiding In dit Wijkontwikkelingsplan is een groot aantal projecten en activiteiten opgenomen waarvan de uitvoering al is gestart of de komende tijd gaat starten. De uitvoering van het WOP moet ervoor zorgen dat de wijk Donderberg een leefbare wijk wordt én blijft. Een wijk waar kinderen samen gezond en veilig kunnen opgroeien, leren en spelen, waar mensen prettig wonen en samenleven en waar veel activiteiten plaatsvinden op het gebied van sport, onderwijs, cultuur en recreatie. Centraal in de aanpak staat dan ook het ‘verder brengen van mensen’. Enerzijds gaat het om het stimuleren en gebruik maken van talenten en bestaande netwerken. En daar waar die netwerken niet aanwezig zijn om het opzoeken van mensen en smeden van nieuwe verbindingen. Het WOP bestaat uit grote en minder grote activiteiten en projecten. Daarbij gaat het om zowel fysieke projecten (sloop, nieuwbouw, renovatie van woningen en andere voorzieningen) als om uiteenlopende projecten op sociaal-maatschappelijk en economisch gebied (zorg, openbare ruimte, integratie, veiligheid en buurteconomie). De communicatie concentreerde zich tot nu toe op de totale plannen en de procescommunicatie. Omdat de komende tijd plannen in uitvoering gaan en dus concreet worden, is er behoefte aan andere en meer intensievere vormen van communicatie. Immers, we gaan het ‘product’ zichtbaar maken. De komende jaren gaan we meer investeren in de omgevingscommunicatie waarbij de bewoners een belangrijke rol spelen. Dat betekent; we gaan direct communiceren met inwoners en andere doelgroepen. Het project (product) en de mensen die daar mee bezig zijn worden zichtbaarder en zij gaan vaker contact en samenwerking zoeken met andere organisaties en inwoners. Verder gaan we de afzonderlijke projecten die uit het WOP voortkomen sterker aan elkaar verbinden én nadrukkelijker in verband brengen met het toekomstbeeld dat we nastreven. Huidige bewoners Bij de communicatie met de bewoners houden we er rekening mee dat de bewoners minimaal uitvoerder, opdrachtgever/organisator dan wel initiatiefnemer zijn bij de verdere uitvoering van een proces of maatregel. De bewoner wordt zo min mogelijk als consument gezien. We stellen de bewoners centraal. Immers, zij zijn de kern van de wijk. Bij de diverse vormen van communicatie in de wijkontwikkeling maken wij de vertaalslag naar bewonersparticipatie. De bewoners zijn letterlijk aan het ‘woord’. Hierover leest u meer in hoofdstuk 3 van deel 1 van dit WOP. ‘Branden’ van de Donderberg De afgelopen jaren is de Donderberg in een negatief daglicht komen te staan. Hierdoor heeft de wijk te kampen met een slecht imago. Om dit beeld te veranderen, moet de Donderberg opnieuw op de kaart gezet worden. Daarmee willen we bereiken dat nieuwe doelgroepen graag in de wijk komen wonen. Daartoe willen we de Donderberg herpositioneren, het opnieuw ‘branden’ van de wijk Donderberg. Marketing en communicatie zijn daarbij de belangrijkste instrumenten die ingezet moeten worden.
Blad 64
3.2 Algemene doelstelling Voor communicatie hanteren we de volgende drie doelstellingen die verder worden uitgewerkt in doelen voor proces- omgevings- en gebiedscommunicatie (marketingcommunicatie). • Bewoners, ondernemers en andere betrokkenen uit de Donderberg, worden door de gemeente, woningcorporaties en andere professionals in staat gesteld om hun eigen wijk of buurt duurzaam te ontwikkelen op sociaal, economisch en fysiek terrein. Hierbij wordt de eigen kracht die al in de wijk aanwezig is optimaal gestimuleerd en benut. • De doelgroepen zijn ervan op de hoogte dat de problemen in de wijk Donderberg integraal en samenhangend worden aangepakt om zo de buurten toekomstbestendig te maken en weten dat de partijen daartoe de handen ineen hebben geslagen. Zij kennen de belangrijkste doelstellingen van het project en hebben deze onderschreven. Waar mogelijk sluiten zij zich aan bij projectactiviteiten en nemen ook zelf initiatief. • De Donderberg is een aantrekkelijke wijk voor externe doelgroepen om zich te vestigen.
3.3 Uitgangspunten Het wij(k)gevoel Het wij(k)gevoel gaat niet over de herontwikkeling van de Donderberg en over het WOP, maar vooral over de betrokkenheid bij de eigen woon- en leefomgeving. Het streven is om de binding daarmee te versterken. In een periode van verandering is het extra belangrijk om aandacht te hebben voor dit gevoel. Door deze aandacht groeit het draagvlak van de herontwikkeling van de Donderberg. We proberen de positieve gevoelens aan te boren. Uitgangspunten voor diverse vormen van communicatie zijn: • Strakke regie en regelmaat • Betrokken partijen gaan samen communiceren, in één herkenbare stijl • Bereikbaarheid en beschikbaarheid van partners in de wijk • Intensiveren van de coördinatie • Bij communicatie over afzonderlijke activiteiten wordt zoveel mogelijk aangehaakt bij en verbonden met de centrale communicatieactiviteiten We gaan de verbinding met de leefomgeving versterken en kiezen daarbij voor een bottom-up benadering waarbij de individuele beleving van de inwoners het vertrekpunt is. Dit wordt campagnematig en gefaseerd opgepakt. We richten ons in Fase 1 en Fase 2 primair op de inwoners van de Donderberg. Fase 3 is regiobranding.
3.4 Doelgroepen Om de ontwikkelde communicatiestrategie optimaal uit te voeren, is het van belang de doelgroepen goed in kaart te brengen. In hoofdlijnen zien de doelgroepen er als volgt uit:
Blad 65
Primaire doelgroepen Extern Betrokkenen in en om het gebied • • • • • • • •
Bewoners Donderberg Jongeren in de wijk Donderberg Ondernemers Verenigingen Klankbordgroep Donderberg Wijkraden, bewonersgroepen Wijkteam Maatschappelijke organisaties
Intern Direct betrokkenen • Partijen: provincie Limburg, Gemeente Roermond, Wonen Limburg, Wonen Zuid • Marketingcommunicatiebureau, bouwbedrijven, architecten Beïnvloeders en beslissers • Gemeenteraad, Raden van Toezicht corporaties, huurdersverenigingen Commerciële doelgroepen • Potentiële kopers-huurders woningen
Secundaire doelgroepen Intern Betrokkenen • medewerkers en relaties van de betrokken partijen • adviseurs • verkoopmakelaars Beïnvloeders en beslissers • Overige belangengroeperingen • Subsidieverstrekkers Extern • Betrokken in en om het gebied. • Huidige ondernemers/ bedrijventerrein • Verenigingen
Blad 66
Inwoners • Van Roermond • In- en omliggend gebied • Regio Midden-Limburg • Inwoners uit interessante migratiegebieden Intermediaire doelgroep • Regionale pers (dagbladen, huis-aan-huisbladen enz.) • Landelijk pers
3.5 Communicatiestrategie De communicatie over het project Donderberg samen sterk! kan alleen succesvol zijn wanneer er een duidelijke verbinding wordt aangebracht tussen de verschillende activiteiten en deelprojecten. Daarbij hoort een kernboodschap. Kernboodschap: ‘Het toekomstbestendig maken van de Donderberg’. Hiervoor maken de samenwerkende partijen, de provincie Limburg, de gemeente Roermond, Wonen Zuid en Wonen Limburg zich sterk. Tot 2024 worden er veel projecten en activiteiten uitgevoerd, zowel op sociaal, economisch en ruimtelijk vlak. Hierbij wordt integraal en in samenhang gewerkt en zijn inwoners, bedrijven en organisaties uit de wijk minimaal uitvoerder, opdrachtgever/organisator dan wel initiatiefnemer bij de uitvoering van een proces of maatregel. In de volgende paragrafen worden de strategische uitgangspunten voor de diverse vormen van communicatie beschreven.
Procescommunicatie Externe Procescommunicatie De procescommunicatie gaat over de herontwikkeling en het WOP in zijn totaliteit en de concrete activiteiten/projecten die uit het WOP voortvloeien. Kernboodschap Voor het toekomstbestendig maken van de wijk Donderberg worden tot 2024 veel activiteiten ondernomen. De combinatie van al die activiteiten moet ervoor zorgen dat de wijk een prettige leefomgeving blijft bieden aan iedereen die hier woont en werkt. Interne procescommunicatie Het is van belang dat het WOP intern goed gedragen wordt. Medewerkers van de betrokken partijen fungeren tenslotte als ‘ambassadeurs’. Om het proces succesvol te laten verlopen, is adequate en tijdige interne communicatie essentieel.
Blad 67
Omgevingscommunicatie De omgevingscommunicatie is de communicatie met bewoners en belanghebbenden. Het waar mogelijk betrekken van interne en externe doelgroepen bij verdere invulling van het WOP en de deelprojecten. Het doel van participatie door (toekomstige) bewoners is het verminderen van weerstand en het creëren van draagvlak. Kernboodschap Het toekomstbestendig maken van de wijk Donderberg door versterking van sociale en fysieke structuur is een uitdaging die de samenwerkende partijen aangaan samen met inwoners, organisaties en ondernemers uit de wijk. Samenwerking/Samen Sterk levert meerwaarde op, waarvan uiteindelijk alle doelgroepen profiteren.
Gebiedscommunicatie Om te komen tot een goede wijkbranding en marketingcommunicatiestrategie voor de Donderberg wordt een marketingcommunicatiebureau ingezet. Een traject dat parallel moet lopen aan daadwerkelijke wijkverbetering op het gebied van leefbaarheid, woonklimaat, sociale opbouw en activering, verbetering van woningvoorraad en ondernemerschap in de wijk. Kernboodschap Het toekomstbestendig maken van de wijk Donderberg door het bouwen aan een herkenbaar imago in de markt.
Positionering Het opstellen van een positioneringsrichting die begrijpelijk, geloofwaardig en aantrekkelijk is voor de doelgroep. Op zoek gaan naar die kenmerken van de Donderberg, waarmee het gebied zich onderscheidt en die belangrijk zijn in het keuzeproces van de (potentiële) doelgroep. De positionering wordt bepaald aan de hand van specifieke kenmerken van de Donderberg: A. Gebied: de belangrijkste voordelen van de wijk (fysieke kenmerken, functies, sfeer, geschiedenis, ligging, nu en ambities). B. Gebruikers (zowel toekomstige als huidige bewoners): de wensen van de gebruiker in kaart brengen met behulp van de Mentality leefstijlen. C. Concurrentie: waarin onderscheidt de Donderberg zich van andere gebieden? Marketingcommunicatiestrategie Op basis van de gekozen positioneringsrichting wordt de marketingcommunicatiestrategie (advies en middelen) voor de lange en korte termijn uitgestippeld. Welke koers wordt gevaren en welke doelgroepen worden benaderd, met welke middelen, op welke niveaus en met welke uitgangspunten we welke doelen willen realiseren.
Blad 68
3.6 Identiteit en communicatiestijl Logo en huisstijl Onderdeel van de te volgen strategie is het bouwen aan een eigen identiteit van de wijk. Er is een logo en huisstijl Donderberg ontwikkeld om met de samenwerkende partijen eenduidig en herkenbaar naar buiten te reden. Deze huisstijl is in de huidige fase met name bedoeld voor de herkenbaarheid naar de primaire doelgroepen op het gebied van proces- en omgevingscommunicatie. Beeld en slogan Het icoon staat voor de kracht en de eenvoud van de Donderberg. De handen worden in elkaar geslagen en markeren de gezamenlijkheid van de samenwerkende partijen en de bewoners met als doel verbinden. De duim staat voor een positieve blik en voor vertrouwen. De kleurrijke wijk Donderberg wordt vertaald naar een breed palet aan kleuren waarin het icoon kan worden getoond. De openheid en transparantie naar de burger. Dé hand-tekening van de Donderberg. Het icoon kan worden toegepast op een breed aantal nieuwe communicatiemiddelen en kan ook worden toegevoegd aan reeds bestaande communicatiemiddelen (zoals een toevoeging op reeds bestaande projectborden). Communicatiestijl Parallel aan uitvoering van de deelprojecten groeit ook de huisstijl van de Donderberg mee. Om de Donderberg adequaat te positioneren is het noodzakelijk een gezamenlijke naam en communicatiestijl te ontwikkelen. De communicatiestijl stimuleert herkenning en onderscheidt, biedt gebruiksgemak en laat ruimte voor de identiteit van de betrokken partijen. De partijen liften immers mee op de positieve bekendheid van het project. De communicatiestijl van het project is echter duidelijk leidinggevend, herkenbaarheid en samenhang staan voorop. Bij de uitwerking van een marketingcommunicatiestrategie worden de volgende uitgangspunten meegenomen: • Naam en pay-off voor het gebied • Logo/ beeldmerk • Communicatiestijl/ visuele identiteit (kleuren, typografie, vorm en sfeer) • Beeldmateriaal Fasering en planning Onderdeel van de communicatie is de fasering en de planning in relatie tot de uitvoering van het wijkontwikkelingsplan. Het is van belang dat het marketingcommunicatieplan naadloos aansluit bij de plannen voor de wijkontwikkeling en dat de communicatie zich richt op relevante onderdelen van het wijkontwikkelingsplan. Het heeft namelijk geen zin om al intensief te communiceren met externe woningzoekenden als de wijk nog geen enkele verbetering laat zien. Het gaat hier om een fasering met een lange termijn focus.
Blad 69
3.7 Communicatiemiddelen Op basis van de gekozen communicatiestrategie en doelgroepen ontstaat er een passende mix van in te zetten communicatiemiddelen. Onderstaande middelen worden op dit moment reeds ingezet om op proces- en omgevingsniveau te communiceren met de diverse doelgroepen.
Huidige communicatiemiddelen Website Inmiddels is er een eigen website voor de Donderberg www.donderberg.roermond.nl. Via deze site worden alle doelgroepen van actuele informatie voorzien. De ontwikkeling van de website volgt de ontwikkeling van de Donderberg. Informatiebijeenkomsten: Bewonersavonden Om de plannen voor de Donderberg goed neer te zetten en met name de betrokkenen in en om het gebied op de hoogte te brengen van de stand van zaken, is het organiseren van bewonersavonden een passend middel. Persoonlijke uitnodiging via brief aan betrokkenen in en om het gebied, aankondiging in communicatiemiddelen van partners. Nieuwsbrief digitaal en printversie Voor het informeren van de doelgroepen over het verloop van het project en het proces verschijnt een nieuwsbrief in het wijkblad van de Donderberg. Deze nieuwsbrief is ook digitaal beschikbaar via de website. Beeldkrant Begin 2012komt er een beeldkrant in de vernieuwde Donderie.. Via de beeldkrant wordt informatie gegeven van en over de wijk. Bestaande middelen partners Tot slot wordt de Donderberg, waar mogelijk meegenomen in de communicatiemiddelen van de partners: • Websites met link naar projectwebsite • Artikelen en nieuwsberichten op gemeentepagina in weekkrant • Artikelen in personeels- en relatiemagazines betrokken partijen • Bewonersbrieven van de gemeente Roermond om bewoners direct te informeren en/of uit te nodigen
Aanvullende communicatiemiddelen De verder in te zetten communicatiemiddelen vloeien voort uit de strategie en groeien mee met het proces. De volgende middelen worden daarbij meegenomen: Nieuwe media, digitale media en social media (facebook, twitter) Deze vorm van publiciteit staat nooit alleen, maar biedt wel een interessante toevoeging aan de traditionele media en goede mogelijkheden voor het op de hoogte houden van de pers en overige doelgroepen, via alerts, nieuwsbrieven, twitterberichten etc. Het is van belang de mogelijkheden van deze nieuwe/social media te onderzoeken voor de Donderberg en de betrokken partijen en een passend pakket samen te stellen.
Blad 70
Locatie- en bouwplaats communicatie Voor het genereren van bekendheid voor projecten bij de inwoners en bezoekers van Roermond en voor het opbouwen van een herkenbaar imago voor de Donderberg zetten we buitenreclame in. Bouwborden: met bouwborden op de locatie en langs de invalswegen van Roermond laten we de inwoners kennismaken met de vele mogelijkheden die de Donderberg biedt. We spreken daarbij verschillende doelgroepen aan en benadrukken de sterke punten van het project. Informatiecentrum Er wordt een informatiecentrum ingericht in de Donderberg. Bij het informatiecentrum kunnen doelgroepen op laagdrempelige wijze informatie krijgen en vragen stellen over de deelprojecten van de Donderberg. Dit wordt ondersteund door beeldmateriaal. Evenement Een feestelijk evenement organiseren voor het opbouwen van een goed imago, het genereren van publiciteit en het kweken van good will tijdens de lange ontwikkel- en bouwperiode. Door dat te doen in het gebied zelf, trekken we bovendien bezoekers naar de Donderberg.
Doelgroep-middelenmatrix
Informatiebijeenkomsten
x
x
x
Nieuwsbrief
x
x
x
Beeldkrant
x
Bestaande middelen
x
x
x
x
Pers
x
Intermediaire doelgroep
x
Inwoners regio Roermond
Commerciële doelgroepen
x
Betrokken in en om het gebied.
Betrokken in en om het gebied.
x
Beïnvloeders en beslissers
Beïnvloeders en beslissers
Website
Primaire doelgroepen
Direct betrokken project
Doelgroep
Secundaire doelgroepen
In onderstaande doelgroep-middelenmatrix is overzichtelijk weergegeven met welke communicatiemiddelen we welke doelgroepen bereiken.
Bestaande middelen x x x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
locatie
x
x
Infocentrum
x
x
x
x
x
Evenementen
x
x
Aanvullende middelen Sociale media
x
x x
Blad 71
3.8
Tot slot
In de vorige paragrafen is duidelijk geworden dat we de communicatie rondom de herontwikkeling Donderberg moeten intensiveren. Dit is een kwestie van goed faciliteren door de juiste communicatiemiddelen voor te bereiden. Maar het vraagt ook een voortdurende alertheid van de betrokkenen bij het project voor de (on)mogelijkheden van communicatie. Communicatie is de primaire verantwoordelijkheid van de projectleiding. Zij worden daarin ondersteund door de werkgroep communicatie (of communicatieadviseur). De werkgroep communicatie is de spil en moet ervoor zorgen dat de voorstellen in het strategisch communicatieplan ook daadwerkelijk zo worden uitgevoerd. Communicatie is van ons allemaal. Papier is geduldig. Welke strategie we ook verzinnen, het succes van onze communicatie wordt uiteindelijk vooral bepaald door de manier waarop alle betrokkenen bij het project hun eigen persoonlijke communicatie met de doelgroepen invullen. Het nemen van verantwoordelijkheid is hierbij essentieel. Het gedrag van onszelf en van de mensen met wie we samenwerken zal uiteindelijk het verschil maken. Het is uiteindelijk een kwestie van doen!! (én volhouden)
3
Blad 72
4 Monitoring en evaluatie Het wijkontwikkelingsplan Donderberg wordt uitgevoerd in de periode van 2012 tot en met 2024. In ruim 12 jaar kan er veel gebeuren. Goede bedoelingen alleen zijn onvoldoende, omdat onverwachte effecten de totale opbrengst van een interventie negatief kunnen maken. Monitoring van zowel bedoelde als onbedoelde effecten is dan ook steeds noodzakelijk. Om de richting van de wijkontwikkeling in het vizier te houden en tijdig te kunnen bijsturen als dat nodig is, is het essentieel dat er een vinger aan de pols wordt gehouden. De vier partijen evalueren de voortgang periodiek met elkaar. Centraal staan daarbij de vragen: doen we wat we hebben afgesproken en bereiken we daarmee de beoogde resultaten? Alleen op die manier kunnen we de komende 12 jaar aan het stuur zitten.
4.1 Maatschappelijk rendement Het zichtbaar maken van het maatschappelijk rendement is een cruciaal onderdeel in de voortgangsbewaking van het wijkontwikkelingsplan. Maatschappelijk rendement geeft een beeld van de geleverde prestatie, in verhouding tot de benodigde investering. Door te laten zien dat de maatregelen uit het wijkontwikkelingsplan op een efficiënte en effectieve wijze toegevoegde waarde leveren aan Donderberg, wordt er draagvlak gecreëerd. Voor zowel de bewoners als de partners worden de resultaten van de inspanningen zichtbaar gemaakt. Wat werkt? Dit bevordert ook de onderlinge samenwerking tussen de partners en uiteindelijk de waardecreatie van de wijk. Maatschappelijk rendement wordt bepaald door twee ingrediënten: de input en de outcome. Schematisch is dit als volgt weer te geven7:
De investering (input): De ‘input’ bestaat uit de bronnen die partijen inzetten om de maatregelen uit te voeren. Het gaat om financiële, personele en materiële bronnen, maar ook om immateriële zaken als het beschikbare netwerk en goodwill. Output: De ‘output’ bestaat uit de tastbare resultaten die de partijen via activiteiten voortbrengen en leveren aan klanten of bewoners en de maatschappij in het algemeen.
7
Praktijkboek Maatschappelijk Rendement, SEV.
Blad 73
Outcome: De uiteindelijke effecten die de output weet te bewerkstelligen in de maatschappij, bij de mensen, vormt de ‘outcome’ (te vertalen als de ‘uitwerking’). Wat verandert er bijvoorbeeld in hun gedrag, hun functioneren, hun mogelijkheden of hun kennis? Veranderingstheorie: Tussen output en outcome zit een stap die wel ‘throughcome’ wordt genoemd: de doorwerking van de tastbare resultaten in de maatschappij. Deze doorwerking kan direct plaatsvinden, maar kan ook enige tijd vergen. Sommige outcome is zelfs pas jaren later goed zichtbaar. De inhoudelijke argumentatie van de doorwerking is verwoord in een veranderingstheorie. Beschreven wordt hoe de maatschappelijke effecten die we uiteindelijk willen bereiken, door de output worden bewerkstelligd. Dit geeft antwoord op de vraag: wat werkt, en wat niet? Het is van belang voor het slagen van het WOP dat alle belanghebbenden (de bewoners, samenwerkingspartners, politie, welzijn etc.) hierbij op een lijn zitten.
4.2 Wat monitoren we? We monitoren op input, output en outcome. Onderdeel
Monitoring
Frequentie
Input
Ligt de geplande input op schema (in de tijd)?
Jaarlijks
Is de geplande input conform budget? Dit betreft input in geld, capaciteit, materieel en goodwill.
Jaarlijks en doorlopend in projecten.
Output
Op basis van bestaande instrumenten en methodieken. Zie paragraaf 3.3 voor de meetbare doelstellingen.
Tweejaarlijks, op de momenten dat de genoemde rapporten beschikbaar komen.
Outcome
Bijdrage aan de 4 hoofddoelstellingen
Tweejaarlijks, op de momenten dat de genoemde rapporten beschikbaar komen.
Subjectieve beleving van het wonen in de wijk. Belangrijk is dat we door middel van diverse participatievormen continu met de bewoners van de wijk in gesprek zijn. En hen dus ook kunnen vragen: vind je dat het de goede kant op gaat met de wijk? En zo nee, waar ligt dat aan volgens jou. Dit levert geen statistisch verantwoorde resultaten op, maar wel ontzettend waardevolle informatie en input. Verhalen kleuren de cijfers in.
Jaarlijks
Blad 74
Het participatieonderzoek De gemeente Roermond heeft in 2011 door SGBO een onderzoek laten uitvoeren onder de titel Maatschappelijke participatie in Roermond onderzocht. In dit participatieonderzoek is op verzoek van de gemeente Roermond specifiek ingezoomd op de wijk Donderberg. Van de wijken die in dit onderzoek nader onderzocht zijn, valt de Donderberg op door een lagere participatie op verschillende gebieden. Burgers in de Donderberg voelen zich bovendien een stuk minder betrokken bij de buurt en zetten zich er minder voor in. Daarbij ervaren de inwoners van de donderberg veel belemmeringen bij maatschappelijke participatie. Participatie is een breed begrip dat vele ladingen dekt: arbeidsparticipatie, onderwijsparticipatie, beleidsparticipatie, et cetera. Het participatieonderzoek gaat in op maatschappelijke participatie, en niet zozeer op participatie die te maken heeft met inspraak in beleid. Maatschappelijke participatie staat voor “allerlei positieve aspecten van ons mens-zijn, zoals zelfbeschikking, productiviteit, zelfontplooiing en het vermogen tot betrokkenheid”. Anders gezegd, maatschappelijke participatie wordt gezien als middel tegen eenzaamheid, voor het krijgen van erkenning en als mogelijkheid voor zelfontwikkeling. In het participatieonderzoek wordt ervan uitgegaan dat er vele vormen van maatschappelijke betrokkenheid bestaan: maatschappelijk en economisch waardevol maar niet per se; actieve en passieve betrokkenheid. We komen dan uit bij: • betaalde arbeid; • opleiding; • deelname aan het verenigingsleven; • deelname aan vrijwilligerswerk; • leveren en ontvangen van mantelzorg; • actieve deelname aan buurtactiviteiten; • gebruik van buurtvoorzieningen; • deelname aan ontspanningsactiviteiten; • het hebben van sociale contacten.
4.3 Meetbare doelen De vier hoofddoelstellingen zijn als volgt meetbaar gemaakt. Hoofddoelstelling
Te behalen resultaat
Te meten via
De hoeveelheid en ernst van de
Sociale problematiek: De Donderberg wijkt in
•
sociale problemen en het onveilig-
2016 niet significant af van het stedelijk gemid-
heidsgevoel zijn aanmerkelijk
delde
verminderd
Veiligheid: •
Participatieonderzoek (tweejaarlijks)
•
Kadernota integrale
Inwoners van de Donderberg voelen zich veili-
veiligheid (tweejaar-
ger in hun wijk; het aantal inwoners dat zich
lijks)
onveilig voelt is met 10% afgenomen •
Het veiligheidsgevoel van inwoners op de meest onveilig aangemerkte plekken (omgeving winkelcentrum), is toegenomen met 10%
•
Bewoners dragen bij aan het vergroten van de veiligheid in hun eigen wijk, door deelname aan veiligheidsprojecten
•
Terugdringen van de overlast in de wijk door
Blad 75
notoire overlastgevers met 10% t.o.v. 2009 De huidige bewoners vinden het
De sociale kwaliteit (schaalscore) van de Donder-
prettig wonen in de Donderberg,
berg (5.4 in 2011) zal in 2016 overeenkomen met
maar ook nieuwe bewoners, andere
het stedelijk gemiddelde (6.1 in 2011)
doelgroepen en leefstijlen zouden
De populariteit van de woningen in de Donderberg wijkt in 2016 niet af van het stedelijk gemiddelde
graag in de Donderberg willen wonen.
•
Participatieonderzoek (tweejaarlijks)
•
Verhuisbewegingen, mutatiegraad en reactiegraad (corporaties) (jaarlijks)
•
sen in de wijk is verbeterd
Het aantal bewoners van de Donderberg dat zelfstandig in staat is om in zijn/haar eigen levensonderhoud te voorzien, (40% in 2011) is in 2016 gestegen met 5%.
Bewoners voelen zich verant-
Het aantal bewoners van de Donderberg, dat
•
woordelijk en betrokken bij hun
betrokken is bij de buurt (62% in 2011), is in
woon- en leefomgeving.
2016 gestegen met 5%.
De economische positie van men-
Participatieonderzoek (tweejaarlijks)
Participatieonderzoek (tweejaarlijks)
4.4 Bijsturen en de wisselwachter Er zijn twee momenten in de looptijd van dit wijkontwikkelingsplan waarop uitgebreider wordt stil gestaan bij de koers, voortgang en resultaten. Dat zijn de overgangsmomenten tussen Fase 1 en 2 en tussen Fase 2 en 3. Op die momenten wordt de wisselwachter toegepast, waar in hoofdstuk 2 van deel 1 over is gesproken. De belangrijkste vraag op dat moment is of nog steeds de juiste maatregelen op de juiste manier worden uitgevoerd of dat er andere maatregelen moeten worden ingezet. Een maatregel moet toegevoegde waarde hebben in vergelijking met de oorspronkelijke uitgangssituatie en moet bijdragen aan de hoofddoelstellingen. Tevens moet duidelijk zijn dat de betreffende werkwijze een meerwaarde heeft voor de doelgroep ten opzichte van andere interventies. Elke maatregel geeft kwalitatief en/of kwantitatief inzicht in de behaalde resultaten, effectiviteit en het maatschappelijk rendement.
Blad 76
Bijlage 1 Wijkprofiel Donderberg
Blad 77
Wijkprofiel donderberg
Donderberg
Roermond
Aantal inwoners (per 1-12011)
7124 (12,7%)
56166
oppervlakte
115 ha. (1,6%)
7.118 ha.
De wijk Donderberg is ruim opgezet met veel groen. De helft van de bevolking is van nietwesterse afkomst. Er leven ruim 80 nationaliteit samen in de wijk. De wijk bestaat uit 4 buurten. Vooral de Componistenbuurt en Sterrenberg zijn kwetsbare buurten.
Bevolkingscijfers gemeente Roermond, 2012, Etil 2011 Beethovenstraat
Polluxstraat
Heydnstraat
Komeetstraat
Sweelinckstraat
Titaniastraat
Mozartstraat
Terrastraat
Chopinstraat
Oberonstraat
Diepenbrockstraat
Meteoorstraat
Bachstraat
Neptunusstraat
Schubertstraat
Marsstraat
Ravelstraat
Lunastraat
Lisztstraat
Venussstraat
Donderbergweg
Plutolaan
Ellingtonstraat
Saturnusstraat
Terbaanseweg
Jupiterstraat
Kasteel Hillenraedtstraat
Mercuriusstraat
Kasteel Exaetenstraat
Fokkerstraat
Kasteel Heysterumstraat
Olieslagersstraat
Kasteel Malborghstraat
Langs de Beek
Kasteel Osenstraat
Plesmanstraat
Kasteel Hornstraat
Lindberghstraat
Kasteel Keverbergstraat
Parmentierstraat
Kasteel Verduynenstraat Kasteel Nederhovenstraat Kasteel Hasselholtstraat Kasteel Aldenghoorstraat Kasteel Frymersonstraat Kasteel Wassenbergstraat Kasteel Daelenbroeckstraat Kasteel Annendaelstraat Kasteel Aerwinckelstraat Straten behorende tot de wijk Donderberg volgens de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA)
Kasteel Horionstraat Kasteel Kessenichstraat Apollostraat Castorstraat
Blad 78
Samenstelling bevolking
Leeftijdsopbouw Donderberg-Roermond
35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
Donderberg Roermond
Bevolkingscijfers gemeente Roermond, 2012
0 - 15 jaar
15 - 25 jaar
25 - 45 jaar
45 - 65 jaar
65+ jaar
Bevolkingsprognose Donderberg
Leeftijd
65 e.o. 2025
45 - 64
2020
25 - 44
2015
15 - 24
Etil, 2011
2010
0 - 14 0
1000
2000
3000
Aantal inwoners Bevolkingsprognose Donderberg %2010-2025
% 20102015
% 20102020
%20102025
0-14
-4%
-12%
-14%
15-24
-2%
-4%
-8%
25-44
-3%
-4%
-4%
45-64
-1%
-6%
-14%
65 e.o.
31%
63%
87%
totaal
1%
1%
1%
Etil, 2011
Blad 79
Donderberg Aantal per 1000 inwoners
Roermond Aantal per 1000 inwoners
Ongehuwd
475
443
Gehuwd (incl partnerschap)
382
409
Gescheiden (incl. geregistreerde partner)
107
88
Verweduwden
37
61
Aantal gezinnen % t.o.v. Roermond
1809 12,8%
14150
Bevolkingscijfers gemeente Roermond, 2012
Donderberg
Roermond
Aantal huishoudens (absoluut)
3125
25.110
Eenpersoons
35%
37%
Huishouden met kinderen
39%
32%
Huishouden zonder kinderen
25%
31%
Niet-westerse allochtonen
35%
13%
Etil, 2011
Blad 80
Wonen & leefomgeving
Donderberg Woningbestand (1-1-2011) Woz-waarde (1-1-2011) Sterrenberg Componistenbuurt Vliegeniersbuurt Kastelenbuurt
2973 €119.000,-€113.000,-€141.000,-€189.000,--
Roermond 25.919 € 198.000,--
Woningen bouwjaarklasse tot 2000
100%
89%
Woningen bouwjaarklasse vanaf 2000
0%
11%
Aandeel koopwoningen
38%
49%
Aandeel huurwoningen
62%
51%
CBS, 2009, 2010, Etil, 2011. Wonen Zuid
Wonen Limburg
Gezinswoningen
284
54
Seniorenwoningen
100
---
Bovenwoningen
22
30
Benedenwoningen
22
---
Duplex (vanaf 40 jaar)
---
---
Totaal
428
84
Mutatiegraad
8,78
Bovenwoning: 6,7 Gezinswoning: 1,9
Gemiddelde huurprijs
€453,59
€502,77
Wonen Zuid 2012, Wonen Limburg 2012
Blad 81
Aanwezige voorzieningen Donderberg Basisschool
9
Speciaal onderwijs
9
Voortgezet Onderwijs
9
Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
9
Huisarts
9
Apotheek
9
Fysiotherapeut, osteopathie
9
Kapper/huidverzorging
9
Gemeenschapshuis
9
Winkel dagelijkse boodschappen
9
Pinautomaat
9
Logopedie
9
Sportaccommodatie (incl. fitnesscentrum, sportschool, manege)
-
Cultureel (bibliotheek, bioscoop, theater, museum, galerie/expositieruimte)
-
Dierenarts
9
Donderberg
Roermond
Aantal adressen binnen een straal van 1 km2
2000
1.381
Aantal personenauto’s per huishouden
1
1
Aantal huisartsenpraktijken binnen 3 km
11
8
Afstand tot huisartsenpost in km.
1,8
2,7
Aantal grote supermarkten binnen 3 km
9,2
7,1
Aantal restaurants binnen 3 km
41,2
30,8
Afstand tot bibliotheek
2,5
2,1
Afstand tot zwembad
10
10,2
CBS, 2010
Blad 82
Tevredenheid woning en woonomgeving (% tevreden en zeer tevreden) Hoogvonderen/ Sterrenberg
Donderberg/ Kastelenbuurt
Roermond
Grootte van de woning
95%
86%
92%
Onderhoudsstaat buitenkant
73%
86%
83%
Onderhoudsstaat binnenkant
79%
79%
82%
Geluidsisolatie
62%
67%
74%
Stook- en energiekosten
80%
65%
78%
Prijs-kwaliteitverhouding
73%
72%
83%
Buitenruimte
94%
83%
84%
Verkeersveiligheid
74%
69%
73%
Speelgelegenheid
83%
69%
67%
Hoeveelheid groen
89%
98%
83%
Onderhoud groen
50%
59%
64%
Dagelijkse voorzieningen
82%
91%
76%
Veiligheid in de buurt
55%
56%
69%
Rust in de buurt
74%
65%
73%
Bereikbaarheid per OV
91%
91%
86%
Parkeergelegenheid
86%
77%
72%
Scholen
100%
96%
92%
Netheid van de buurt
70%
60%
73%
Ruimte in de buurt
98%
90%
89%
Onderlinge sociale contacten
77%
77%
83%
Zorgvoorzieningen
78%
82%
80%
Companen, 2008
Blad 83
Meldingen Servicelijn gemeente Roermond Donderberg (aantal meldingen)
Donderberg (% van aantal meldingen)
Roermond (% van aantal meldingen)
Afval, inzamelmiddel algemeen
489
29,2%
18,2%
Afval (klachteninzameling)
52
3,1%
3,8%
Afval /ophalen tuinafval
1
0,06%
0,16%
Afval /versnipperen tuinafval
0
0%
0,06%
Bouw
1
0,06%
0,05%
Dumpingen
364
21,8%
15,6%
Gladheidsbestrijding
10
0,6%
1,7%
Groenvoorziening
176
10,5%
14,0%
Hondenpoep
11
0,66%
0,42%
Kadavers
11
0,66%
0,66%
Milieu
15
0,9%
0,85%
Ongediertebestrijding
34
2%
3,44%
Reiniging
135
8,07%
8,06%
Riolering
100
6%
4,93%
Speelweide
4
0,2%
0,70%
Verhardingen (onderhoud)
97
5,8%
9,08%
Verkeer
83
5%
10%
Verlichting
47
2,8%
4,94%
Water
2
0,1%
0,07%
Overigen
40
2,4%
3,3%
Totaal aantal meldingen
1672
Prevent, 2011
Blad 84
Werk & inkomen
Etil, 2011
Pensioenontvangers stonden niet geregistreerd in CBS
Gemiddeld persoonlijk inkomen per bewoner
2008 Sterrenberg
2006
Kastelenbuurt Vliegeniersbuurt
2004
Componistenbuurt Roermond
2002 0
5000
10000
15000
20000
25000
Etil, 2011
Blad 85
Sterrenberg
Kastelenbuurt
Componistenbuurt
Vliegeniersbuurt
Roermond
Aantal werkzame personen
54%
71%
47%
65%
70%
Aantal zelfstandigen
2%
4%
2%
5%
6%
Algemene bijstandsuitkeringen per 1000 inwoners
199
18
215
139
54
Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen per 1000 inwoners
99
76
132
120
83
WW-uitkeringen per 1000 inwoners
42
25
35
31
29
CBS, 2009, 2010
Recreatie en toerisme
Aanwezige voorzieningen Donderberg (mini)camping/camperplaatsen
-
Hotel/pension/B&B restaurant
9
cafetaria
9
fietsroutes/wandelroutes
-
Leren & opgroeien
Donderberg
Roermond
% 0-23 jarigen
32,66%
25,93%
% 0-23 jarigen zonder Nederlandse nationaliteit
3,45%
4,89%
Aantal speelplaatsen
27 1 speelplaats per 86 kinderen
110 1 speelplaats per 130,3 kinderen
41 29
156 138
Aantal meldingen bij Algemeen Maatschappelijk werk 0-23 jaar 2008 2009
Blad 86
Gemeente Roermond, Op de groei 2010
Kinderopvang, peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang Aantal plaatsen Kids Castle B.V.
Kinderopvang : 64 plaatsen BSO: 43 plaatsen
Donderstenen
VVE-PSZ 2 jaar: 13 plaatsen VVE-PSZ 3 jaar: 18 plaatsen
Blij Begin
BSO: 20 plaatsen
Gemeente Roermond, Op de groei 2010
Aantal leerlingen basisscholen % leerlingen basisschool t.o.v. totaal aantal leerlingen in Roermond
% t.o.v. totaal aantal leerlingen in Roermond
5,60% 5,40% 5,20% Ankertje Kompas
5,00%
Vincent van Gogh
4,80% 4,60% 4,40% 2005/2006
2006/2007
2007/2008
2008/2009
2009/2010
Schooljaar Gemeente Roermond, Op de groei 2010
Blad 87
Gewichtenregeling* Basisschool Ankertje Kompas en Basisschool Vincent van Gogh Aantal leerlingen 1-10-2009
Aantal leerlingen 1-10-2010
Aantal kinderen met weging per 1-102010
% kinderen met weging per school
Basisschool Ankertje Kompas
236
217
113
52,1%
Basisschool Vincent van Gogh
253
245
153
62,4%
Roermond totaal
4195
4145
983
23,7%
Managementinformatiesysteem, afdeling Sociale Zaken, 2010
* De gewichtenregeling in het basisonderwijs bepaalt hoeveel geld een basisschool krijgt voor het wegwerken van onderwijsachterstanden. De gewichtenregeling kent geldbedragen toe aan leerlingen op basis van het opleidingsniveau van de ouders en postcodegebied van de school.
Aantal geregistreerde leerlingen en meldingen Leerplicht (ongeoorloofd verzuim) 5 t/m 12
13 t/15
16 t/m 17
totaal
Donderberg
914 (3 meldingen)
275 (22 meldingen)
147 (34 meldingen)
1136
Roermond
5835
1766
868
8469 (264 meldingen)
Managementinformatiesysteem, afdeling Sociale Zaken, 2010
Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC)* (18 t/m 22 jaar) Aantal registreerde leerlingen
Aantal meldingen
Donderberg
186
50
Roermond
844
204
Managementinformatiesysteem, afdeling Sociale Zaken, 2010 * RMC schept voorwaarden voor jongeren 18 tot 23 jaar om een passende onderwijs- en of arbeidsplaats te vinden.
Blad 88
Jeugdleden voetbalclub 2009 SV EMS Jeugdleden woonachtig in gemeente Roermond: Jeugdleden woonachtig buiten gemeente Roermond:
157 6
1 7
35
1
1
4
5
3
4 2 36
9 18 12 19
Jeugdleden 0-18 jaar SV EMS 2006-2009 2006
2007
2008
2009
SV EMS
105
104
147
110
% Roermond
7,9%
7,9%
11%
8,2%
Gemeente Roermond, Op de groei 2010
Blad 89
Integratie & participatie
Maatschappelijke participatie De wijk Donderberg kent een lage participatiegraad en een hoge eenzaamheidsscore. De eenzaamheidsscore is de hoogste van alle wijken in Roermond, de participatiegraad is alleen in de wijk ’t Roermondse Veld enigszins lager dan in Donderberg. Van de onderscheiden buurten in de wijk Donderberg kent de Sterrenberg de laagste participatiegraad, de Kastelenbuurt kent de hoogste participatiegraad. In de Vliegeniersbuurt is de eenzaamheid het hoogst. De eenzaamheid is het laagst in de Kastelenbuurt.
Participatie en eenzaamheidsscore in de Donderberg; Rapport: Maatschappelijke participatie in Roermond onderzocht.
Vormen van participatie De lage participatiescore van de buurt Sterrenberg is met name toe te schrijven aan de lage participatie in het verenigingsleven, vrijwilligerswerk en culturele participatie. Ook in de Componistenbuurt is de participatie in het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk relatief laag. Daarnaast blijft ook de arbeidsparticipatie achter bij de andere buurt. Mantelzorg komt in deze buurt erg weinig voor.
Vormen van participatie in de Donderberg Rapport: Maatschappelijke participatie in Roermond onderzocht.
Blad 90
Belemmeringen bij maatschappelijke participatie De inwoners van de buurten Sterrenberg, Vliegeniersbuurt en Componistenbuurt ondervinden een hoge mate van belemmering bij maatschappelijke participatie. Twee op de vijf inwoners van deze buurten ervaart maar liefst twee of meer belemmeringen. In Sterrenberg gaat het zelfs om meer dan de helft van de inwoners.
Belemmeringen bij maatschappelijke participatie in de Donderberg Rapport: Maatschappelijke participatie in Roermond onderzocht.
Sociale cohesie De sociale cohesie is het laagst in de Vliegeniersbuurt en het hoogst in de Kastelenbuurt.
Sociale cohesie in de Donderberg Rapport: Maatschappelijke participatie in Roermond onderzocht.
Blad 91
Betrokkenheid bij de buurt In de Componistenbuurt voelen relatief weinig mensen zich betrokken bij hun buurt. De betrokkenheid bij de buurt is het hoogst in de Kastelenbuurt. Wel zijn er relatief veel mensen die in de Componistenbuurt zich inzetten voor de leefbaarheid, veiligheid en onderling contact.
Betrokkenheid bij de buurt in de Donderberg Rapport: Maatschappelijke participatie in Roermond onderzocht.
Overzicht verenigingen Donderberg Sportverenigingen Cultuur- en muziekverenigingen
Aad Prinsegilde VV De Donderböl Bontje Aovend Sjtichting HeDa Hobby Art
Jeugd- en jongerenverenigingen
Kindervakantiewerk Donderberg Hoogvonderen
Vrouwen- en mannenverenigingen Seniorenverenigingen Patiënten- en belangenverenigingen Overige verenigingen
Wijkraad Donderberg Stichting Donderbergse festiviteiten Roermond Orkest De Symphonie Koninklijk Roermonds Mannenkoor
Wordt nog aangevuld
Blad 92
Inburgeringstrajecten in Donderberg Aantal Donderberg
184
Roermond totaal
505
Managementinformatiesysteem, afdeling Sociale Zaken, 2010
Blad 93
Veiligheid
Objectieve veiligheid Incidenten per delict per 1000 inwoners in Donderberg (2010, 2009, 2008 en 2007)
B&A Monitor Gemeente Roermond, 2010.
Overzicht ontwikkeling delicten in Donderberg in aantal incidenten Woninginbraak
Auto-inbraak
Straatroof
Bedreiging
Mishandeling
2008
2010
2008
2010
2008
2010
2008
2010
2008
2010
Donderberg
5
6
6
4
0,8
0,6
13
6
11
22
Roermond
246
301
444
358
56
33
543
280
585
823
B&A Monitor Gemeente Roermond, 2010.
Blad 94
Subjectieve veiligheid Inschatting inwoners Donderberg delicten als veelvoorkomend (in %)
B&A Monitor Gemeente Roermond, 2010. Op alle items scoort Donderberg boven het gemeentelijke gemiddelde. Woninginbraak had in 2008 de hoogste score, is in 2010 sterk gedaald maar is in 2010 het op één na hoogste percentage. Auto-inbraak: door bewoners ingeschat als veel voorkomend, met zowel in 2008 als 2010 hoge scores. Voor bedreiging scoort Donderberg in beide jaren als hoge middenmoter. Ruim boven het gemeentelijke gemiddelde. Mishandeling wordt boven gemiddeld ingeschat door bewoners. Straatroof in 2008 laag ingeschat, in 2010 sterk toegenomen met de op één na hoogste score.
Vergelijking objectief-subjectief Woninginbraak: Objectief rond het gemiddelde voor zowel 2008 als 2010. Subjectief in 2008 de hoogste score en in 2010 de 2e score, wel een daling waarneembaar. Auto-inbraak: Objectief in beide jaren licht onder het gemiddelde, echter subjectief in de middenmoot. Bedreiging: In 2010 sterk gedaald ten opzichte van 2008, thans licht boven het gemiddelde. Subjectief is voor beide jaren stabiel ruim boven gemiddeld. Mishandeling: Objectief als subjectief ruim boven gemiddeld voorkomend en ingeschat door bewoners. Straatroof: Objectief rond het gemiddelde, subjectief zeer hoog ingeschat met een 2e score.
Blad 95
Problemen in de wijk volgens bewoners (enquête onder 350 bewoners; respons 128 bewoners) Hangjongeren (parkeerterrein van de Wijher, achter kasteel Keverbergstraat, winkelcentrum en park) Allochtone hangouderen Criminaliteit/Inbraken Weinig politie op straat Veel leegstaande huizen Vernieling Bushokjes/telefooncellen/vandalisme/bekrassen auto’s Drugsdealers/overlast Troosteloze aanblik/Verloedering openbare ruimte/Zwerfvuil op stoep Hondenpoep Parkeerproblemen (Polluxstraat) Te hard rijden Concept B&A Monitor Gemeente Roermond, 2010.
Blad 96
Welzijn & zorg
Aantal geregistreerde mantelzorgers per 1000 inwoners 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% Donderberg
Roermond
Gemeente Roermond, Managementsysteem Sociale Zaken, 2010
Verstrekkingen per voorziening Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo) Donderberg per 1000 inwoners
Roermond per 1000 inwoners
Collectief vervoer
27,9
41,9
Forfaittair vervoer (o.a. scootermobiel)
11,1
11,4
Hulp bij huishouden
19,7
28,9
Hulpmiddelen (o.a. rolstoel)
22,6
13,9
Woonvoorziening
10,0
8,9
Totaal
92
105
Gemeente Roermond, Managementinformatiesysteem, Sociale Zaken 2010
Blad 97
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Donderberg
Roermond
Aantal positieve indicatiebesluiten (% verdeling)
385
3.573
(5,4%)
(6%)
Aantal cliënten met uitstaand recht op Awbz-zorg (% verdeling)
312
2892
(4,4%)
(5%)
CIZ, 2010
Cliënten Riagg Aantal cliënten Riagg per 1000 inwoners 60
50
40
30
20
10
0 Donderberg
Roermond
Blad 98
www.donderberg.roermond.nl