KENNISCENTRUM VLAAMSE STEDEN interlokale vereniging
COMPLEXE STADSPROJECTEN draaiboek Naam website KCVS ONTWERP
Oorspronkelijke naam document
PTT Oostende, reconversie van het voormalige postgebouw tot cultuur- en kunstencentrum Hendrik Serruyslaan in Oostende
Project
Triptiek Oostende
PTT OOSTENDE
RECONVERSIE VAN HET VOORMALIG POSTGEBOUW TOT CULTUUR - EN KUNSTENCENTRUM HENDRIK SERRUYSLAAN IN OOSTENDE
NOTA VOORONTWERP 07 03 08
architecten Borgerhoutsestraat 22/01 2018 Antwerpen België t ++ 32 (0) 3 231 82 28 f ++ 32 (0) 3 231 92 49
[email protected] www.b-architecten.be
INHOUD 1. INLEIDING 2. CONCEPT PTT - Oostende EEN OPEN HUIS 3. CIRCULATIE 4. PROGRAMMA 5. ZALEN A. Grote zaal - 429 personen B. Kleine zaal - 180/240 personen C. Amfitheater D. Auditorium 6. DUURZAAM BOUWEN 7. ERFDIENSTBAARHEDEN BELGACOM 8. BIJLAGE: TECHNISCHE NOTA’S A. Arsis B. Studieburo Mouton C. TTAS D. Boydens E. Daidalos-Peutz 9. RAMING 10. TIMING
1 INLEIDING Bijlage bij het voorontwerp voor de reconversie van het voormalige postgebouw tot cultuur- en kunstencentrum. In dit voorontwerp worden de uitgangspunten van het wedstrijdconcept en het schetsontwerp verder uitgediept. Het definitief voorontwerp werd tussentijds besproken met de brandweer van Oostende, met Westkans en met Onroerend erfgoed West-Vlaanderen.
2. CONCEPT PTT-OOSTENDE – EEN OPEN HUIS Om van het bestaande postgebouw een bruisend cultuurhuis te maken en maximaal te verankeren haar omgeving positioneren we in het hart van het gebouw een publieke ruimte (het amfitheater). Onder dit plein bevindt zich de grote theaterzaal. Deze grote zaal biedt plaats aan 429 personen en is direct bereikbaar vanuit de centrale geklasseerde ontvangstruimte – de voormalige lokettenzaal. Het amfitheater volgt de dakhelling van de theaterzaal en is een open publieke ruimte bij uitstek. Deze zonrijke plek, akoestisch beschermd van het stadlawaai door de omringende gebouwen, wordt bij het kloppend hart van PTT-Oostende. Deze buitenruimte wordt gegarandeerd geactiveerd door de nieuwe circulatieslurven die het publiek brengt tot in één van de theaterzalen, de feestzaal op de vierde verdieping of het amfitheater zelf. Rond het amfitheater bevinden zich verder de verschillende tentoonstellingsruimtes, de productie -en repetitielokalen en de kantoren. Het amfitheater wordt naast de geklasseerde lokettenzaal de ontmoetingsplaats tussen de verschillende gebruikers van PTT-Oostende : de cultuurliefhebber, de artiest, de medewerker en de technici.
FASE 1
FASE 2 BESTAANDE TOESTAND
Bij de voorgestelde ingrepen hebben we maximaal rekening te houden met de geschiedenis van het gebouw en de bestaande structuur. Belangrijk is dat bij het omvormen van een postgebouw tot cultuurfabriek de originele structuur leesbaar blijft. In ons ontwerpvoorstel zijn we nergens afgeweken van de bestaande structuurlijnen of bouwdelen. In grote lijnen bestaat het bestaande gebouw uit twee duidelijk te onderscheiden fasen: de eerste fase waar we maximaal de bestaande ruimtes restaureren en gebruiken en een tweede fase waarvan vooral de zijbeuken langs de straat een monumentale waarde hebben. Dit laat ons toe om voor de twee nieuwe zalen en het amfitheater (op het dak van de grote zaal) een technisch ideale oplossing te voorzien in nieuwbouw. Het gelijktijdig gebruik van deze drie ruimtes is hierdoor mogelijk.
3. CIRCULATIE Er zijn verschillende toegangen om het PTT-gebouw te betreden. De medewerkers van PTT-Oostende bepalen in tijd en ruimte, afhankelijk van de geplande activiteiten welke delen, geopend of gesloten blijven, tot waar de bezoekers mogen komen. Alle gebruikers van het gebouw, publiek, kunstenaars, administratie en techniek, kunnen on afhankelijk van elkaar, elk met hun specifieke snelheid, door het gebouw circuleren, zonder contact te verliezen met de andere gebruikers maar zonder elkaar fysisch te hinderen. Publiek : De hoofd -publiekstoegang bevindt zich aan het nieuwe PTT-plein aan de Hendrik Serruynslaan. Via de gerestaureerde lokettenzaal wordt het publiek geleid naar één van de voorstelling -of tentoonstellingsruimtes. Nieuwe traag hellende transparante passerelles brengen de bezoekers geleidelijk met een ‘promenade architectural’ tot in de feestzaal annex tentoonstellingszaal op de bovenste verdieping. Aan de Hendrik Serruynslaan wordt op en discrete wijze een toegang voorzien voor mindervaliden. In de Witte Nonnenstraat bevindt zich een tweede optionele publiekstoegang aan de bestaande trap en lift. Deze biedt ook direct toegang tot het café en het amfitheater.
FASE 1
FASE 2 NIEUWBOUW NIEUWE TOESTAND
Administratie : De toegang voor het personeel bevindt zich in de Poststraat. Via de bestaande trappenkern en lift kunnen de medewerkers onafhankelijk van het publiek naar hun respectievelijke werkplek gaan. Artiesten : De artiesten kunnen onafhankelijk van de publieke openingsuren van het gebouw naar de verschillende productielokalen en repetitielokalen gaan via de toegang in de Witte Nonnenstraat. De bestaande twee liften worden omgevormd tot één ruimere lift. Deze lift kan gebruikt worden door het publiek, ook door personen met beperkte mobiliteit, om naar één van de podia of de ruimtes op de hogere verdiepingen te gaan. Laden en lossen: In de basisversie van het voorontwerp gebeurt het laden en lossen gelijk-vloers in de Poststraat. Omwille van de beperkte breedte van de Poststraat en de historische gevel van het postgebouw is het niet mogelijk om op straatniveau met een vrachtwagen het gebouw binnen te rijden of een volwaardig loading-dock te voorzien. De vrachtwagens rijden achterwaarts de straat in, alles wordt via de laadklep op straatniveau gebracht en vervolgens binnen in het gebouw. Vanaf de technische toegang kunnen decors ed. geleverd worden en met een goederenlift onmiddellijk naar de zijtonelen van de verschillende podia (grote en kleine zaal) gebracht worden. Om voor beschutting te zorgen worden de grote poorten in de gevel voorzien als een uitschuifbaar element. Deze manier van laden en lossen kan geluidshinder voor de bewoners van de Poststraat met zich meebrengen: achteruitrijden vrachtwagen, uitladen goederen, verplaatsen goederen naar lift,...vooral wanneer na een voorstelling nog vrachtwagens ingeladen worden. Om de geluidshinder vanwege laden en lossen naar de buurt te verminderen wordt als optie bij het voorontwerp het plaatsen van een vrachtwagenlift in de Poststraat voorgesteld. Deze vrachtwagenlift sluit aan op een ondergronds loading dock. Hierdoor wordt geluidshinder vanwege laden en lossen tot het minimum herleid. Het wordt tegelijkertijd mogelijk om ook kleinere leveringen met bestelwagens uit te voeren op het straatniveau. Vanaf de technische toegang kunnen zonder probleem decors ed. geleverd worden en met een goederenlift onmiddellijk naar de zijtonelen van de verschillende podia (grote en kleine zaal) gebracht worden.
4. PROGRAMMA De verschillende programmaonderdelen zijn helder in het bestaande volume ingeplant. Dit versterkt de leesbaarheid van en vereenvoudigt de circulatie in het gebouw: Onthaal-foyer: De geklasseerde lokettenzaal wordt het onthaal van de cultuurfabriek. Hier kunnen bezoekers terecht om een overzicht te zien van het cultuuraanbod, informatie krijgen over de architectuur van het gebouw, surfen op internet of kaartjes te kopen. De foyer – tentoonstellingsruimte sluit naadloos aan bij de lokettenzaal. Het publiek kan hier verzamelen voor, na, of tijdens de pauze van een voorstelling. Naast het onthaal bevindt zich het café met krantenhoek. Door de positie van het dagcafé-restaurant aan de Witte Nonnenstraat wordt de relatie tussen de nieuwe cultuurfabriek en haar onmiddellijke omgeving versterkt, de Witte Nonnenstraat is een strategische verbindingstraat naar het commerciële centrum van de stad. Ateliers/studio’s: De verschillende ateliers, werkruimtes en repetitieruimtes zijn ondergebracht op de verschillende verdiepingen van het gebouw aan de Witte Nonnenstraat. Door al deze productielokalen compact te stapelen zijn de loopafstanden minimaal. In functie van het toekomstige gebruik worden de bestaande ruimten aangepast en/of verbeterd wat betreft akoestiek. In de kelderverdieping zijn er drie audio- en videostudio’s voorzien met regie. De theaters: Er zijn vier uitgeruste voorstellingsruimtes voor podiumkunsten voorzien: de grote zaal voor 429 personen, de kleine zaal voor 180/240 personen, het amfitheater en het te restaureren auditorium. Hierdoor ontstaat in deze cultuurfabriek een complementair aanbod van grote, kleine en binnen- en buitenzalen. De loges voor beide zalen zijn gesitueerd aan de Poststraat in directe relatie met de zalen en met de foyer voor artiesten en medewerkers. Café-restaurant : Naast het onthaal aan de zijde van de Witte Nonnenstraat bevindt zich het café-restaurant met krantenhoek. Hier kunnen de bezoekers van het gebouw terecht. Het restaurant kan onafhankelijk werken van de rest van het gebouw. Administratie : De kantoorruimtes, de vergaderruimtes en het archief zijn ondergebracht in de bestaande ruimtes aan de Poststraat. Door de kantoren van de verschillende organisaties samen te brengen in één gebouwdeel zitten de verschillende gebruikers vlak bij elkaar en zijn de communicatielijnen tussen de medewerkers kort. Culturele ruimtes: De twee bestaande ruimtes aan de Hendrik Serruyslaan worden ingericht als culturele ruimtes. Op de tweede verdieping aangepast en ingericht voor muziek, theater en dans, op de derde verdieping worden ze gebruikt als een opdeelbare vergaderruimte. Feestzaal: Op de bovenste verdieping – de voormalige kantine- zal een feestzaal annex tentoonstellingszaal voorzien worden met een opwarmkeuken. Het aansluitend dakterras biedt een prachtig zicht over de zuidzijde van Oostende.
5. THEATERZALEN Er worden vier uitgeruste ruimtes voor podiumkunsten voorzien: de grote zaal voor 429 personen, de kleine zaal voor 180/240 personen, het amfitheater en het auditorium. Hierdoor ontstaat in deze cultuurfabriek een complementair aanbod van grote, kleine en binnen -en buitenzalen. Samen met het Kursaal zal ook in Oostende het volledige culturele aanbod kunnen gepresenteerd en gecreëerd worden.
A. Grote zaal – 429 personen De nieuwe theaterzaal bevindt zich in het hart van het complex. Het podium meet 13m bij 24m en heeft één zijtoneel. Het comfort en de zichtlijnen van het publiek zijn uitstekend. Het plafond en de wanden zijn sculpturaal uitgewerkt in hout. Gezien de sterke link tussen de te restaureren lokettenzaal, de foyer en de nieuwe grote zaal wordt hier in de vormentaal sterk verwezen naar de architectuur en tijdsgeest van architect Eysselinck. De golvende houten wanden en plafonds versterken bovendien de intimiteit en het karakter van de grote theaterzaal. Dit is belangrijk voor de ruimteakoestiek (spreiding van geluidsgolven). B. Kleine zaal – 180/240 personen Op de derde verdieping wordt de kleine zaal voor 180 personen zittend en 240 personen staand voorzien. Er is een vaste tribune voorzien met een ruim podium van 11m80 bij 11m 50, zodat er staande optredens voor 240 personen kunnen doorgaan. Aansluitend bij deze zaal bevindt zich een foyer met mobiele bar en vestiaire. Via de goederenlift is de kleine zaal rechtstreeks verbonden met de zone voor laden en lossen aan de Poststraat, met de scène van de grote zaal en met de bergruimten in de kelder. De lift wordt ter hoogte van de zalen afgesloten met een zware akoestische schuifdeur zodat beide zalen gelijktijdig gebruikt kunnen worden. Deze zaal is een black-box type, volledig uitgerust met een technisch plafond met lichtbruggen. B. Amfitheater De open buitenruimte in het hart van het gebouw wordt uitgerust als amfitheater. Deze omsloten buitenruimte doet overdag dienst als terras en vormt een culturele oase van rust in het centrum van de stad. Ook hier kunnen theater-, dansvoorstellingen of films getoond worden op ruime beton trappen. Andersoortige optredens kunnen hier doorgaan, waardoor weerom een ander publiek wordt aangesproken, wat past in het 24/24 uur actieve gebouw. De gevel van de theatertoren werkt als een akoestische achtergrond voor de activiteiten. Een specifiek ontworpen open baksteen textuur wordt voorzien als nieuwe gevelafwerking. C. Auditorium Het bestaande en beschermde auditorium wordt terug in ere hersteld. Binnen dit bestaande kader kan deze ruimte dienst doen voor lezingen, voordrachten, voor- en/of nabesprekingen, boekpresentaties, persconferenties en opleidingen …
6. DUURZAAM BOUWEN Bij dit project is van bij de ontwerpfase getracht rekening te houden met de ecologische randvoorwaarden om een minimale milieubelasting te bekomen. We realiseren dit door rekening te houden met de volgende aspecten: - Minimaal materiaalgebruik door kleine ingrepen te doen en door zoveel mogelijk bestaande ruimtes te recupereren. - Minimaal materiaal gebruik door optimale gebouwindeling. - Zoveel mogelijk geprefabriceerde elementen gebruiken om minder afval tijdens het bouwproces te hebben. - Gebruik van secundaire bouwmaterialen zoals puingranulaat beton, … - Door de bevordering van daglichttoetreding, waardoor er minder energie verbruikt kan worden. - Door de keuze van de compartimentering. - Door actief gebruik te maken van de gebouwmassa en door de verdringingsventilatie is het mogelijk om een comfortabele gebouw te maken zonder teveel gebruik te maken van koeling, dus met minder energieverbruik. Met betrekking tot dit restauratiedossier wordt er zeer specifiek omgegaan met de technieken, gezien we werken in een monument. De thermische optimalisatie vanuit bouwfysisch oogpunt moet zeer omzichtig worden benaderd. Buitenisolatie is uitgesloten, binnenisolatie is wel mogelijk als we het monument niet raken. Een ingreep op de beglaasde delen van de buitenschil is vanuit monumentenzorgoogpunt enkel mogelijk indien dit gebeurt door het plaatsen van voorzetramen. Momenteel zijn in fase 01 enkel voorzetramen voorzien waar ook akoestische verbeteringen nodig zijn. De grote ruimten aan de voorgevel zijn in de bestaande toestand al voorzien van een ontdubbelde gevel. Het thermisch comfort wordt verbeterd door het elimineren van koudeval en –straling aan de buitenschil, de energieverliezen door transmissie en infiltratie kunnen sterk worden gereduceerd. Een ingrijpende energetische optimalisatie is te bekomen door de doordachte invulling van functies in het gebouw, de groepering van gebruikers die dezelfde tijdzones innemen is een pluspunt in het concept. Een volgende stap is een doorgedreven optimalisatie van de automatische regeling. Bij de opbouw van de installatie worden energie-efficiënte systemen voor productie, verdeling en afgifte aangewend. De complexiteit wordt evenwel begrensd, zodat onderhoud en interventies door de normaal opgeleide vakman kan worden uitgevoerd. Actieve koeling is te vermijden door toepassing van efficiënte ventilatiesystemen, met uitzondering van specifieke lokalen belast met intensieve warmteafgifte van apparatuur, zonder een comfortabel binnenklimaat in de zomer te moeten missen. Verdringingsventilatie, nachtkoeling, adiabatische koeling, … zijn hier bewandelbare concepten. De prestatievereisten van het ventilatieconcept zullen zich baseren op EN13779 en IDA2 als streefklasse vooropstellen. Onder duurzaamheid wordt vooral gefocust op verbruik, regenwaterrecuperatie -potentieel en milieu -belastingsindex van de aangewende materialen.
7. ERFDIENSTBAARHEDEN BELGACOM Het postgebouw heeft verschillende erfdienstbaarheden ten opzichte van het aanpalend gebouw van Belgacom. In de eerste plaats loopt er een kabeltracé dwars door het gebouw ter hoogte van het plafond van de kelderverdieping. Belgacom is bereid deze kabels te verplaatsen naar het openbaar domein. De bouwheer en Belgacom hebben een principe akkoord over een aanvaardbaar financieel voorstel van Belgacom. Ten tweede zitten in het postgebouw drie ruimtes die door Belgacom gebruikt worden. Een eerste ruimte zit in de kelder ter hoogte van de voorgevel. Deze ruimte kan ook in de toekomst door Belgacom bezet blijven. Twee andere ruimtes bevinden zicht ter hoogte van de scheimuur tussen het postgebouw en het gebouw van Belgacom op niveau -1 en niveau 0. In het voorontwerp bevinden deze ruimtes zich voor een groot deel in de toneeltoren en op de scène van de grote zaal. Om een werkbare toneeltoren van 13 bij 24 m en een podium van 13 bij 14 m te bekomen wordt voorgesteld deze ruimtes gedeeltelijk af te breken. In deze ruimtes zitten momenteel op -1 een kabelkelder en op +0 een verdeler. Op dit ogenblik laat Belgacom weten dat het verplaatsen van de kabelkelder en de verdeler een enorme kostprijs heeft. Belgacom sluit het gedeeltelijk verplaatsen van de verdeler en de kabelkelder momenteel uit. De bouwheer en Belgacom hebben momenteel een principe akkoord dat Belgacom de kabelkelder en de verdeler tegen 2015 kan ontruimen. In bijlage bevindt zich het plan van -1 en +0 waarop de twee bewuste lokalen volledig behouden ingetekend zijn. De toneeltoren van de grote zaal wordt gereduceerd tot 8m50 bij 24m en de scéne tot 8m50 bij 14m. Deze afmetingen zijn niet werkbaar voor een theaterzaal van 429 personen. In de volgende fase van de studie zullen dan ook onderstaande zaken verder onderzocht worden: 1. Is het gedeeltelijk verplaatsen van de kabelkelder en de verdeler van Belgacom mogelijk? 2. Voor het geheel of gedeeltelijk verplaatsen van de kabelkelder en de verdeler worden prijsoffertes opgevraagd, zodat een prijsvergelijking kan gebeuren. 3. Er wordt nagegaan of het haalbaar is om de kabelkelder en de verdeler te behouden tot 2015. Is dit stuctureel mogelijk? Wat is de meerprijs?... 4. Indien het structureel mogelijk is om de twee ruimtes te behouden tot 2015 wordt onder- zocht welke consequenties er zijn: 4A. Als de grote zaal niet gebruikt wordt tot na 2015: gebruik van het gebouw, financieel,... 4B. Als in de (verkleinde) ruimte van de grote zaal tijdelijk een tweede kleine zaal wordt ingericht naar het gebruik toe, financieel, .... Deze verdere onderzoeken hebben invloed op de planning van het project voor de reconversie van het postgebouw.
8. BIJLAGE B-architecten heeft voor deze opdracht z’n team versterkt met een aantal studiebureau’s: Arsis uit Brussel, specialist restauratie, een bureau dat een grote kennis heeft van modernistische gebouwen en hun specifieke restauratieaanpak, Studieburo Mouton en TTAS uit Gent, Boydens uit Loppem-Zedelgem en Daidalos-Peutz uit Leuven. Vanuit hun vakgebied hebben deze studiebureau’s de meer technische nota’s in bijlage opgemaakt. A. B. C. D. E.
Arsis: Bedenkingen en antwoorden vanuit patrimoniumstandpunt Studieburo Mouton: Toelichtingsnota structuur TTAS: Uitrusting theatertechnieken Boydens: Nota technische installaties Daidalos–Peutz: Nota akoestiek
A.
Arsis: Bedenkingen en antwoorden vanuit patrimoniumstandpunt
0. Algemeen De vraag rijst zich vanuit alle technieken in hoeverre nieuwe elementen en wijzigingen mogen aangebracht worden aan de beschermde delen van het monument om te voldoen aan de nieuwe en specifieke technische eisen. De basisregel bij monumentenbeheer is conservering en onderhoud. Restauratie is mogelijk voor zover goed gedocumenteerd. En tenslotte, zijn verbeteringen, restituties en zelfs aanpassingen mogelijk voor zover kan aangetoond worden dat de keuze in het voordeel is van het monument. Tevens neemt men aan dat monumenten waarvoor de oorspronkelijke bestemmingen niet meer actueel zijn, in het belang van de conservering, beter herbestemt worden. De keuze van de nieuwe bestemming is dan van kapitaal belang, en wordt liefst gemaakt op basis van een compatibiliteitscriterium: welke bestemming past bij het monument? Deze stappen werden in het geval van het Postgebouw al doorlopen. De bestemming en het programma zijn gekend. De huidige gangbare criteria voor dit nieuwe programma zijn vrij extreem, op z’n minst zeer specifiek. Dat heeft gevolgen voor de attitude bij eventuele ingrepen. In zo’n gevallen worden ingrepen geval per geval bekeken, in functie van de oplossingen van het minste kwaad. Maar enkele algemene principes kunnen helpen om richting te geven. Die principes hebben te maken met het volgende. • • • • • • • •
Het belang en de waarde van monumenten neemt toe met de tijd; het is een niet hernieuwbaar goed. Het belang van programma’s en bestemmingen neemt snel af; het is zeer tijdelijk. De relatieve neutraliteit van een monument ten aanzien van programma’s is een kostbaar goed om succesvol wisselende programma’s te kunnen hosten. Het enige wat blijvend is aan een monument is z’n materie, niet z’n beeld of uitzicht, vermits dat afhangt van de (tijdsgebonden) perceptie. De aanpak bij ingrepen aan een monument omwille van het hosten van een zeer extreem programma is als volgt te omschrijven: Eerst de materie behouden en dan het uitzicht Vermijdt ingrepen die de neutraliteit van het monument verminderen. Zodoende worden de ingrepen in de loop van de tijd een natuurlijk deel van het monument, en hebben ze een goede kans ook te blijven duren. (dat is ook een aangenaam idee voor de ontwerpers en bouwheren die de ingrepen doen). Zoniet, zorg dat ingrepen omkeerbaar zijn. Behoudt zoveel mogelijk de ruimtelijke of architecturale kwaliteiten, want dat is het dagdagelijkse bewijs van de verdienste van het gebouw, en zorgt ervoor dat een monument meer is dan een archeologisch object.
Deze gedragsregels zijn vaak niet te verzoenen; keuzes moeten gemaakt worden, en die zijn altijd betwistbaar.
1. Algemeen voor het Postgebouw Eysselinck heeft in de verdediging van zijn project, de atypische vorm geargumenteerd vanuit de functie, de context en het programma. Niettegenstaande dat bezit het gebouw een vrij hoog niveau van neutraliteit. Het is een architectuur van ruimten, lokalen met bruikbare proporties en afwisselende afmetingen, die worden omsloten door een voldoende redundant distributiesysteem. Door de verschillende ingangen en trapkokers kan je het gebouw herverkavelen en hergroeperen. Eysselinck heeft op een zeer specifieke manier de materie gebruikt. Ramen, gevelelementen, trapelementen, en binneninrichting is specifiek gedesigned voor dit gebouw en voor de specifieke eisen. Hij is in de studie van de detailering zeer ver gegaan, voorbij de grens van de traditie van het bouwen. De elementen zijn uniek; ze hebben veelal geen specifieke gebreken die een “tijdloos” gebruik voor niet-extreme programma’s in de weg staan. Zelfs het kleurengebruik is ondanks de bij-wijlen-hoge-verzadiging, niet dominant en niet extreem. Het gebouw van Eysselinck kan tegemoet komen aan vrij uitzonderlijk hoge mechanische belastingen, en kan alsdusdanig gebruikt worden voor een zeer uiteenlopende waaier van bestemmingen.
2. Opmerkingen bij de nota akoestiek
3. Opmerkingen bij de nota structuur
“Voorzetramen zijn misschien nodig voor het beperken van de geluidsoverlast naar de omgeving”. Waar zitten de grootste geluidslekken? Glas, ramen, sluiting, ? Mogelijk ook via de luchtspouw van de gevel en de slag van de ramen. De drainerende gevelelementen zijn immers “koud” gemonteerd, zonder voegsel. Het plaatsen van binnenramen vangt het probleem op ter hoogte van het binnenspouwblad en vermijdt andere ingrepen op het gevelsysteem. Niettemin, men zou moeten kunnen weten waar er zich specifiek een probleem stelt om alleen op die plaatsen die elementen toe te voegen. De technische uitwerking van de toevoeging moet de ingreep omkeerbaar maken, zonder schade aan de bestaande elementen (bv. aan de vensterbanken).
FASE 01: “Draagkracht van de bestaande constructie” Zie plan AS00_D0159OOS.jpg en AS00_D0259OOS.jpg d.d. 10/06/1987, uitgegeven door de technische diensten van de RTT, met vermelding van de nuttige toegelaten overlasten. De aangegeven toegelaten overlasten zijn behoorlijk hoog.
“Maskeergeluid is een oplossing voor de interne geluidsoverlast” Het “ontwerpen” van maskeergeluid (door achtergrondgeluid van buiten toe te laten) impliceert ook dat de geluidsuitstraling van het gebouw naar de omgeving “ontworpen” is. Het lijkt een moeilijke evenwichtsoefening. Mag men niet vrezen dat het gebouw sowieso deze contradictorische extreme eisen niet aankan? “Bestaande constructie aanpakken en de geluidsisolatie opwaarderen” Is het mogelijk om op voorhand te weten ( te meten ) welke ingrepen succesvol zullen zijn? Kan men de zwakke punten opsporen en ad hoc handelen? Ingeval van een monument is dat zeker nodig. Is een step by step aanpak te overwegen om geen financiële en patrimoniale opofferingen te moeten doen, zonder zeker te zijn van de effectiviteit? Metingen op een raam na proefrestauratie? Opsporen van de lekken in het gevelconcept? “Nagalmtijd in de polyvalente zalen” Volgens de oude plannen waren er valse zolderingen aanwezig onder de ribbenvloeren. Deze kunnen dienen om de nagalmtijd te corrigeren. Over deze details is nog niets bekend op basis van het lopende bouwhistorisch onderzoek. “In hoeverre mogen nieuwe elementen aangebracht worden om de akoestische prestaties te verbeteren?” In zoverre dat ze omkeerbaar zijn als ze dienen om aan extreme en tijdelijke programmatische eisen te voldoen.
“Brandweerstand van de ribbenvloeren?” De eventuele verbetering kan misschien ook via de valse plafonds of het bekleden (bespuiten) van de onzichtbare onderzijde. “Trillingsgevoeligheid van de ribbenvloeren” Kan de resonantiefrequentie worden bepaald (gerekend, gemeten) van de bestaande constructie? FASE 02 EN MIDDENZONE: “Nieuwbouw” De nieuwbouwwerken in de middenzone zijn werken in het beschermde deel van het gebouw. De nieuwbouwingrepen zijn ingrepen die de flexibiliteit en bruikbaarheid van het monument sterk reduceren. Toneeltoren, kleine zaal, patio, .. . De wijze waarop deze ingrepen vandaag moeten gerealiseerd worden (dikke betonnen wanden, gesloten doos voor kleine zaal, ..) zijn zware ingrepen. De technische opvatting van deze werken zou het verwijderen ervan moeten mogelijk maken, zoniet zit het gebouw voor de toekomst in een dead end situatie. Normen en eisen, en de maatschappelijke vraag m.b.t. deze programma’s kunnen veranderen. Stel bv. dat niet alleen de normen voor de geluidsuitstraling van het gebouw veranderen, maar ook de geluidsproductie aan de bron (wat waarschijnlijk is). De vraag dringt zich dus op – want ze stelde zich al bij andere monumenten - of de wijze waarop de werken worden uitgevoerd en de detaillering wordt opgevat toelaat om het meterdikke beton later terug te verwijderen zonder de oorspronkelijke elementen te beschadigen. De akoestische eisen vergen een loskoppeling van oud en nieuw; zodoende mag men aannemen dat de latere afbraak van de zware en zeer specifieke structuren moet mogelijk zijn. Nog vooraleer zich de vraag naar de omkering van de ingreep stelt, stelt zich meestal het probleem van het uitvoeren van de werken en de noodzakelijke tussenstappen. Het concept van de gevels (vooral buitenkant) is zeer gevoelig aan vervormingen. De minste beweging zou schade aan de gevelelementen kunnen veroorzaken vanwege de droge montage en stapeling van de grote arduinen elementen.
B.
Studieburo Mouton: Toelichtingsnota structuur
A. TOELICHTINGSNOTA STRUCTUUR 1. ALGEMEEN: FASE 1 De structurele ingrepen in ‘fase 1’ van het gebouw worden zoveel mogelijk beperkt. Daarnaast is het belangrijk te verifiëren of het voorziene toekomstige gebruik van de bestaande gebouwdelen compatibel is met de constructie ervan. Belangrijke aspecten daarbij zijn o.m. draagkracht, brandweerstand en trillingsgevoeligheid. Een globale inschatting hiervan is inmiddels gebeurd. - brandweerstand van de bestaande structurele elementen De bestaande structurele elementen (vnl. beton) hebben vermoedelijk niet de brandweerstand die volgens de huidige normen gevraagd wordt (voor nieuwe gebouwen). De brandweerstand van de relatief lichte ribbenvloeren is wellicht in de grootteorde van 1/2 h. Voor de hoofdstructuur mag een brandweerstand verwacht worden van ca. 1 h. Dit kan geverifieerd worden adhv de betondekking (door plaatselijk wegnemen van deze betondekking). Het terugbrengen van valse plafonds (die ook oorspronkelijk aanwezig waren) biedt mogelijkheden om voor de vloeren een extra brandweerstand te halen. - draagkracht van de bestaande vloeren Zolang het voorziene gebruik past binnen de beschikbare vloerlasten stelt zich geen probleem. Er zijn plannen beschikbaar met aanduiding van de nuttige vloerlasten voor de meeste lokalen. Bovendien zijn in fase 1 in de meeste lokalen de nuttige lasten expliciet aangegeven. Deze nuttige lasten zijn doorgaans voldoende voor het voorziene nieuwe gebruik. Vooral de relatief zwaar belaste lokalen voor (theater)technieken in de te behouden delen van fase 2 zijn op dit vlak nog een aantal zaken te onderzoeken. - trillingsgevoeligheid van de bestaande constructie (vloeren) Relatief lichte betonconstructies (zoals ribbenvloeren) zijn doorgaans nogal gevoelig voor trillingen, zeker bij grotere overspanningen. Voor de belangrijkste lokalen van fase 1 werd een nazicht gedaan van de eigenfrequenties van de vloeren. Van alle onderzochte vloeren is de laagste eigenfrequentie hoger dan 7 Hz, wat deze in principe geschikt maakt voor ritmische activiteiten. De berekende waarden lopen trouwens gelijk met een aantal in-situ-metingen. Meer details zijn te vinden in een extra hoofdstuk achteraan deze nota. In de huidige stand van het ontwerp zijn volgende ingrepen voorzien: - verhogen van de draagkracht van het lokaal ‘achter de horloges’ om de technische installaties te kunnen huisvesten - verwijderen van de kluis - aanpassingen ten gevolge van de afbraak van de zaal op de binnenzone (toekomstig zitgedeelte van de grote zaal) - ondergrondse technische gang - diverse doorbraken
FASE 2 Interactie met fase 3 (‘Belgacom’). Een aantal delen van de ‘fase 2’ is en blijft in gebruik door Belgacom: - kabelkelder op -1 (in te perken) - schakelruimte op 0 (in te perken) - circulatiezone achteraan fase 2. Een aantal ingrepen zijn nodig om deze gebouwdelen te beveiligen tijdens en na de werken: - door het realiseren van een dubbelhoog zijtoneel vermindert de draagkracht van de naastliggende vloer, wat gecompenseerd moet worden - de circulatiezone moet definitief verankerd worden aan het hoofdvolume van ‘fase 3’ Kant Witte Nonnenstraat De structurele ingrepen in deze zone blijven beperkt tot het niveau -1/0 (dubbelhoog zijtoneel) en een strook die over de volledige hoogte (scharnierend) de verbinding maakt tussen het te behouden deel en de akoestische voeg. Er moet afgewogen worden of het kostenefficiënt is extra funderingen te voorzien voor het Belgacom-volume, de techniekenruimte en de hoogspanningscabine. Als alternatief kan dit eventueel ook via ingrepen in de bovenbouw opgelost worden (‘ophangen’). Daarnaast moet de draagkracht van een aantal te behouden vloeren (met nieuwe functie) verder onderzocht worden; zie ‘fase 1’. Kant Poststraat De realisatie van de circulatiezone (goederenlift en trap) maakt dat maar weinig van deze zijde nuttig bewaard kan worden. In de buitenste strook van 2 à 3 m kunnen de vloerplaten wel instaan voor het schoren van de gevel tijdens de werken. De fundering van de liftput wordt (om akoestische redenen) onafhankelijk uitgevoerd van de fundering onder de scène. Trap- en liftschacht worden in beton uitgevoerd. Deze smalle verticale strook is ter hoogte van de technische ruimte verbonden met de middenzone (en de nieuwe technische schacht aan de kant van de Witte Nonnenstraat) Middenzone: scène, theatertoren, ‘kleine’ zaal De middenzone van ‘fase 2’ maakt plaats voor een nieuwe constructie, die akoestisch volledig losstaat van zowel fase 1, 2 als 3. De diktes van de betonwanden zijn voornamelijk ingegeven door akoestische randvoorwaarden. Daarnaast mogen de wanden de maximaal toelaatbare slankheid (λ=140) niet overschrijden. Wanden op plaatsen die niet tweezijdig bereikbaar zijn (zoals de achterwand van de scène), worden geconcipieerd als premuur (holle wand, dus deel geprefabriceerd), waarbij de beperkte tussenruimte (met fase 3) geen probleem vormt. Andere wanden zijn hetzij premuur, hetzij ter plaatse gestort. De betonwand boven de scène-opening wordt nagespannen om de doorbuiging te beperken (nog in studie). De (zware) ontdubbelde vloeren worden gerealiseerd met een combinatie van voorspangewelven en een ter plaatse gestorte druklaag. Op deze wijze wordt een vlak plafond bekomen. Indien gewerkt kan worden met een inspringende console is de toneeltoren volledig ‘structuurvrij’. Om de totale vloerdikte te beperken (en zo de nuttige hoogtes van de ruimtes te optimaliseren) kan overwogen worden de holtes (kanalen) van de welfsels te laten vollopen met een zeer vloeibaar beton (bv. F4). De tweede vloer (binnendoos) steunt via akoestische steunblokken op de onderliggende en kan op vergelijkbare wijze gerealiseerd worden. De wanden van de ‘binnendoos’ van de ‘kleine zaal’ worden uitgevoerd volgens het premuur-principe.
De zijwanden en dak van de technische ruimte op het dak zijn opgevat als staalstructuur. Het dak steunt via een aantal kolommen op de (zware) vloer van de technische ruimte. Uit overwegingen van ruimte- en materiaalbesparing heeft de ‘buitendoos’ ter plaatse van de kleine zaal geen zijwanden. Inklemming van de wanden in de onder- en/of bovenliggende vloer is niet aangewezen bij het gebruik van voorspanelementen. De stabiliteit van de bovenbouw (kleine zaal + technische ruimte) wordt verzekerd door de buitenwanden bovenaan in te klemmen op een ‘alternatieve manier’, namelijk door de deze wanden door te trekken ter hoogte van de technische ruimte en gebruik te maken van de horizontale stijfheid van de vloer onder de technische ruimte (betonschijf) en het dak erboven (windverband). Voor de fundering kan voor een groot deel gebruik gemaakt worden van de bestaande paalfundering. MIDDENZONE In de middenzone komt het zitgedeelte van de grote theaterzaal, met het bovenliggende amfitheater. Daartoe wordt de bestaande bebouwing afgebroken. De plannen geven aan dat tussen de portieken van de voormalige back-office (te behouden) en deze van de achterliggende zaal een constructieve voeg aanwezig is (nog ter plaatse te verifiëren). Daardoor kan deze afbraak gebeuren zonder zware impact op de naastliggende gebouwdelen. De wanden van de zaal zijn in beton en volledig ontdubbeld. Ook het dak is ontdubbeld om een akoestische ontkoppeling met het amfitheater te verkrijgen. De constructie is opgebouwd met staalprofielen (ca. HEM1000, alle 2m80) en betonelementen (dunne voorspanwefsels die de tussenliggende overspanning overbruggen. De opstort met beton maakt van het geheel een soort hoogwaardige ribbenvloer, met grote stijfheid en de vereiste akoestische massa. Het dak is voorzien voor een zware (eveneens akoestische) afwerking en een gebruiksbelasting van 5 kN/m2 (in overeenstemming met het geplande gebruik). De tribune van de zaal wordt opgebouwd uit geprefabriceerde T-vormige betonelementen, waar met een zelfde type toch de ideale (licht parabolische) curve gerealiseerd kan worden. CIRCULATIEZONE De circulatiezone wordt opgebouwd uit licht-hellende loopvlakken/trappen. In de onderste zone (tot aan het amfitheater) zijn deze opgevat als betonelementen. Vanaf het amfitheater gaan ze verder als transparante glazen tube. Een eerste voorstel wordt toegelicht in een apart hoofdstuk. Andere opties die momenteel onderzocht worden, zijn: - meer kolommen (bv. 4 i.p.v. 2), waardoor het vierendeelvakwerk in de langsrichting duidelijk lichter kan (of zelfs overbodig wordt) - het vervangen van de dunne trekkers aan de buitenzijde door stijvere profielen, waardoor vloer en dakdikte ev. kunnen verminderen - het weglaten van de dunne trekkers aan de buitenzijde - het werken met een vierendeelligger of vakwerk aan beide zijden van elke tube
2. TRILLINGSGEVOELIGHEID BESTAANDE VLOEREN: INLEIDING Het PTT-gebouw krijgt een nieuwe functie als cultuur- en kunstencentrum. Het is aangewezen na te gaan in welke mate de bestaande constructie qua trillingsgevoeligheid geschikt is voor bepaalde geplande activiteiten, zoals dans – hetzij amateursdanslessen, een feest of repetities van een professioneel dansgezelschap. Daarbij is vooral de eigenfrequentie van de vloeren van belang. Een ritmische activiteit met een frequentie die gelijkaardig is als die van de constructie leidt tot resonantie, wat nefast kan zijn voor zowel het gebouw (schade aan structuur en/of afwerking) als voor het comfort van de gebruikers. EIGENFREQUENTIE VLOEREN Met het softwarepakket Powerframe werd een modale analyse uitgevoerd op de huidige constructie, in het bijzonder op de verdiepingsvloeren van de voorbouw. We baseerden ons daarbij de op beschikbare betonplannen. De constructie bestaat uit 6 portieken: 4 portieken van het type P2 en 2 randportieken van het type P1. De onderkant van de portieken bevindt zich op niveau +1.00 en de bovenkant bevindt zich op +25.70. Hiertussen bevinden zich 3 ribbenvloeren respectievelijk op de niveaus +9.40, +15.00 en +20.42 (telkens gemeten op de as van de hoofdbalken). De ribbenvloeren werden ingevoerd als afzonderlijke T-balken, waardoor er geen diafragmawerking ontstaat in de vloeren. Aangezien we geïnteresseerd zijn in de eigenfrequenties van de constructie die een op en neer gaande beweging van de vloeren veroorzaken, werden de horizontale vrijheidsgraden van de portieken ter hoogte van elke vloer vastgezet, zodat we niet verkeerdelijk op zoek gaan naar lage eigenfrequenties door het ontbreken van die diafragma-werking. (Deze ingreep heeft geen noemenswaardige invloed op de berekende eigenfrequenties) De kolommen van de portieken zijn onderaan ingeklemd en lopen in 1 stuk door tot boven. De balken van de portieken zijn momentvast verbonden met deze kolommen en de ribben tussen de portieken lopen door over de ganse breedte van het gebouw. - In eerste instantie werd gezocht naar de eigenfrequentie van de verschillende vloeren enkel onder invloed van hun eigengewicht (naakte betonconstructie). Daarbij werden volgende eigenfrequenties van de verschillende verdiepen gevonden: dak: 5.77 Hz vloer +21.07: 8.32 Hz vloer +15.50: 9.20 Hz vloer +9.90: 9.46 Hz vloer +1.45: niet onderzocht - Het betreft hier telkens een trilling van de globale vloer, ingegeven door de trilling van de hoofdbalken. - In tweede instantie werd de invloed van een extra permanente last van 200kg/m² op de vloeren onderzocht (benadering voor chape + vals plafond). Zoals verwacht liggen de eigenfrequenties iets lager: dak: 5.38 Hz vloer +21.07: 7.30 Hz vloer +15.50: 7.83 Hz vloer +9.90: 8.00 Hz vloer +1.45: niet onderzocht
- Ook hier betreft het telkens een trilling van de globale vloer, ingegeven door de trilling van de hoofdbalken. - Tenslotte werd nog gezocht naar de eigenfrequentie van de ribbenvloer zelf, dus van het vloerdeel tussen de hoofdbalken. Daarvoor werd een modale analyse uitgevoerd op één enkele rib met lengte gelijk aan de typische as-afstand tussen de portieken: 6,40 m. Dit geeft volgende eigenfrequenties: - onder eigengewicht: 26.8 Hz - onder eigengewicht + 200 kg/m² permanente last: 20.42 Hz Zijvleugels fase 1: Om een idee te hebben van de eigenfrequentie van de vloeren van de zijvleugels werd als voorbeeld de portiek P8 (2de verdieping) geanalyseerd, samen met de aanpalende vloervelden (ribbenvloer). De ribben werden hier scharnierend gemodelleerd om een realistische vloerlast op de hoofdbalk over te brengen (half vloerveld). Dit geeft volgende eigenfrequenties: - onder eigengewicht: 14.28 Hz - onder eigengewicht + 200 kg/m² permanente last: 12.55 Hz EVALUATIE De literatuur is niet eensluidend wat betreft de minimaal aan te houden eigenfrequenties voor vloeren. Bovendien hebben ook de massa van de vloer (d.i. de massa die in beweging gebracht moet worden) als de demping van de constructie invloed op de trillingsgevoeligheid van de vloer. De norm NBN B 03-003:2002 stelt volgende minimumwaarden voorop, die o.i. als referentie kunnen gelden: - 7 Hz voor “sport-, turn-, dans- en concertzalen” - 3.5 Hz voor “gewone constructies met mensen”. Dit betekent dat de bestaande verdiepingsvloeren op +9.90, +15.50 en +21.07 in principe geschikt zijn voor ritmische activiteiten. Op basis van de steekproef lijken ook de vloeren in de zijvleugels weinig gevoelig te zijn voor trillingen. Dit alles in de veronderstelling dat de uitvoering gebeurde conform de geraadpleegde plannen. N.B.: Naast de trillingsgevoeligheid moeten de vloeren natuurlijk ook nog voldoende draagvermogen hebben. Op basis van de beschikbare uitbatingsplannen zou dit geen probleem mogen zijn. Dit kan desgewenst nog verder gecontroleerd worden a.h.v. wapeningsplannen (momenteel niet allemaal beschikbaar).
3. CONCEPT TUBES: De tubes worden opgevat als een combinatie van glas en een dragend staalskelet. Het stalen skelet steunt via 2 kolommen (ca. HEM 450) op de structurele wand naast de zaal (en dus akoestisch gescheiden van de zaal). Iedere tube is gedragen door een vierendeelligger die zijdelings aan de steunkolommen is vastgemaakt. Een vierendeelligger is een tweedimensionale ligger opgebouwd uit vierkante – in dit geval parallelvormige – mazen. Dit kan men bekomen door stijve (hoge EI/l) kolommen en balken te nemen waarbij de verbindingen eveneens zeer stijf (gelast) worden uitgevoerd. Deze ligger heeft het voordeel de (architecturaal storende) schuine trekkers en drukkers te vermijden. De ‘horizontale’ liggers (HEB 320/340) zijn onzichtbaar in de vloer en plafond verwerkt, zodat enkel de verticale stijlen (HEB en HEM 240) zichtbaar zijn.
De vloeren worden uitgewerkt met een composietvloer bestaande uit een geplooide staalplaat (steeldeck), opgestort met beton. Het dak wordt licht uitgevoerd (ev. als lichte staalbetonplaat). De dak’consoles’ worden even zwaar uitgevoerd als de vloer’consoles’. Een verbinding (fijne stalen trekkers) tussen de vloer en dakligger verdeelt de last over beide. Op deze manier wordt de vloer dunner. Omdat de vierendeelliggers niet in het midden van iedere tube afzonderlijk zijn geplaatst ontstaat een grote wringende kracht op de ligger die de ligger zijdelings doet vervormen. Dit wordt opgevangen door het dak- en vloervlak als stijve schijven uit te voeren (nl. als staalbetonplaat, zie hierboven) die de verwringing vertalen in horizontale krachtswerkingen.
y x z
y
x z
y x z
y
Die horizontale (en secundaire verticale) krachten worden opgenomen daar waar de tubes verankerd worden aan het bestaande gebouw. In die punten moet de krachtswerking verder worden onderzocht.
x z
Op de vierendeelframes, die in één gelast geheel worden aangebracht en over het gebouw worden getild, zijn momentvast consoles (HEB 160/200) gebout die de vloer en het plafond dragen. Ze zijn onzichtbaar in de vloer en plafond verwerkt.
89.21
51.78
1.85
77.67
21.04 29.43 9.96 24.20 67.79 8.22 20.74 17.68
7.68
16.35
52.57
23.26 2.30 108.01
y x
1001.04
19.66
z
0.81 1018.09
y x
z
y x z
y
x z
De vervorming van de tubes onder de vaste belastingen en gebruiksbelasting (5 kN/m2) is momenteel nog ter studie. Het is raadzaam om de bovenste koker die de verbinding vormt naar de polyvalente zaal niet breder uit te voeren dan de andere.
31.28 29.33 27.37 25.42 23.46 21.51 19.55 17.60 15.64 13.69 11.73 9.78 7.82 5.87 3.91 1.96 0.00
y x z
y
x z
Hierboven is de vervorming te zien onder ‘quasi-permanente’ belasting, waarbij enkel een gebruiksbelasting in de twee tubes wordt gerekend aan dezelfde zijde van het hoofdframe.
Een impressie van het geheel, waarbij men moet bedenken dat ‘horizontale’ vlakken in de constructieve opbouwen van vloer en dak worden opgenomen en dus niet zichtbaar zijn.
C.
TTAS: Uitrusting theatertechnieken
1. Theatertechnische uitrusting grote zaal.
Wegens de beperkte hoogte van de zaal is er geen loop grid (rollenzolder voorzien). Er is geen portaalbrug voorzien : De huidige manier van produceren van dans en theatervoorstellingen laten gemakkelijk toe om zonder portaalbrug te werken, naar belichting toe is het zelfs beter en laat het toe om de voorstelling zo dicht mogelijk naar de toeschouwers op te bouwen. Er zijn voldoende zijbruggen voorzien. De trekken zijn computergestuurde trommeltrekken met een hijsvermogen van 500 kg. Hijssnelheid is 0 tot 1,2 m/sec. Trekkenroede is een tralieligger die grote puntlasten toelaat. Motoren, sturing, veiligheidsvoorzieningen, hijsmaterialen, alles is opgebouwd volgens de Europese norm voor hijswerktuigen en de Europese norm voor veiligheid SIL 3. Dit houd onder andere in dat er een volledig back - up systeem voor de sturing ingebouwd is, zodat bij het eventueel falen van de hoofdbediening het reservesysteem de voorstelling kan draaien. Er zijn ongeveer 240 dimmers voorzien volgens het principe 1 stekker 1 dimmer. Alle stopcontacten zijn CEE norm stopcontacten. Alle bekabeling ligt in kabelgoten zodanig ingeplant dat het steeds mogelijk is om later kabels bij te trekken of te verwijderen. Er is een audio en video bekabeling met matrixbord voorzien. Dmx en ethernet netwerk is tevens voorzien. Het voordoek is een vast voordoek wat net achter de manteaumuur opgehangen wordt. Het brandscherm is een stalen scherm iets groter dan de vaste manteauopening. Het scherm wordt door middel van een elektromotor op en neer bewogen. Bij brand kan het scherm ook in vrije val naar beneden komen. De verende podiumvloer is opgebouwd uit houten liggers met daaronder verende elastomeerblokjes. Tussen de houten liggers is een akoestische isolatie aangebracht. Op de houten iggers worden twee lagen platen aangebracht, deze moeten het mogelijk maken om te schroeven in de vloer. De toplaag kan gemakkelijk na enkele jaren vervangen worden bij eventuele grote slijtage. 2. Theatertechnische uitrusting kleine zaal. De zaal is voorzien van loop en lichtbruggen zowel dwars als zijdelings, die dienen voor de ophanging van de belichting, doeken enz. Er zijn ongeveer 200 dimmers voorzien volgens het principe 1 stekker 1 dimmer. Alle stopcontacten zijn CEE norm stopcontacten. Alle bekabeling ligt in kabelgoten zodanig ingeplant dat het steeds mogelijk is om later kabels bij te trekken of te verwijderen. Er is een audio en video bekabeling met matrixbord voorzien. Dmx en ethernet netwerk is tevens voorzien. De verende podiumvloer is opgebouwd uit houten liggers met daaronder verende elastomeerblokjes. Tussen de houten liggers is een akoestische isolatie aangebracht. Op de houten liggers worden twee lagen platen aangebracht, deze moeten het mogelijk maken om te schroeven in de vloer. De toplaag kan gemakkelijk na enkele jaren vervangen worden bij eventuele grote slijtage. De zittribune is een vaste tribune voorzien van comfortabele zetels.
3. Lijst van vaste technieken: - Computergestuurde elektrische trekken met hun bedieningsapparatuur. - Zijbruggen en laterale bruggen. - Brandscherm. - Geluidschermen van goederenlift - Dimmers - Alle elektrische bekabeling voor de theaterbelichting. - Alle bekabeling voor audio-video. - Stoelen voor de kleine zaal. 4. Lijst van losse technieken: - Spots. (basispakket) - lichtcomputers. - Doeken - Genieliften. - Audio apparatuur (basispakket) - Podiumelementen. - Hijsmaterialen. 5. Vrachtwagenlift: Als optie om het laden en lossen in de Poststraat te verbeteren naar gebruiksgemak en akoestisch confort wordt een vrachtwagenlift voorzien. Deze vrachtwagenlift is een lift opgebouwd uit een stalen frame met daarop de zelfde toplaag als de afwerking van de straat. De aandrijving van de lift gebeurd door elektromotoren en of duwkettingen of spiraliften of hydraulische cilinders. Hierdoor is het mogelijk om de lift naar om het even welke positie te sturen. De lift is steeds automatisch vergrendeld. De lift heeft een hefvermogen dynamisch en statisch van 300 kN.
D. NOTA TECHNISCHE INSTALLATIES Deze zones worden bepaald in functie van de bezetting en sluiten zones uit waar tochtverschijnselen of koude en warme luchtstromingen onvermijdbaar zijn (transitzones, vaak opendraaiende deuren, blaasmonden, …) Door het WTCB wordt volgende afbakening voorgesteld
ONTWERPPARAMETERS 1. Bouwfysica en K-peil Onderstaande grafiek geeft het aandeel in het primaire energiegebruik van diverse energiestromen weer berekend op een voorbeeldgebouw. Dit dient in het achterhoofd gehouden te worden tijdens de ontwerpfase.
Ventilatoren, 5.9%
Hulpenergie RV, 4.6%
Koeling, 3.4%
Warm tapwater, 14.7%
In/exfiltratie, 13.2%
Transmissie, 38.9%
Transmissie In de eerste plaats beschouwen we hier het nieuw te bouwen deel. Het realiseren van een compact gebouw met een performante gebouwschil is cruciaal om de energieverliezen door transmissie te minimaliseren. K-peil Prestaties De berekening van het K-peil en het Belgische rekenmodel EPB is meer dan enkel een administratieve verplichting dit dient ook als evaluatiemiddel om de voorstellen uit het schetsontwerp te toetsen aan het gewenste energiemodel. Hiermee worden techniek en bouwfysica op elkaar afgestemd en geoptimaliseerd. Voor het nieuw gedeelte : De gevraagde isolatie diktes hangen af van de materiaalkeuze. Onderstaande tabel geeft enkele voorbeelden aan van betreffende cijfers en isolatiewaarden voor de verschillende warmteverliesoppervlaktes.
Muur Plat dak Vloer op grond/boven kelderruimte Vloer boven kelderruimte Beglazing Ramen
Typische waarden 20-24°C 23-26°C
Aanname ontwerp 21°C 25,5°C
De comforttemperatuur wordt bepaald door het gemiddelde van de luchttemperatuur en de gemiddelde oppervlaktetemperatuur van de omgevende wanden. De temperaturen die in bovenstaande tabel zijn opgenomen zijn gebaseerd op een maximale aantal ontevredenen van 10% (bij een theoretisch maximaal comfort is dit 5%).
Hieruit kunnen we duidelijk afleiden dat de transmissieverliezen en het energieverbruik voor warmwater en ventilatie een groot aandeel van het totale energieverbruik vertegenwoordigen. Vandaar dat wij tijdens het vastleggen van de allereerste uitgangspunten voor deze nieuwbouw deze hoofdrubrieken willen gebruiken als leidraad.
Isolatie materiaal
2.1 Comforttemperatuur Situatie Winter (verwarming) Zomer (koeling)
Bewuste Ventilatie, 19.3%
Oppervlakte
Afstand tot het binnenoppervlak van de wand (of tot de radiator) Afstand in m Standaardafstand in m Vensters, deuren en radiatoren 0,50 tot 1,50 1,00 Buitenmuren (1), binnenmuren 0,25 tot 0,75 0,50 Vloer (ondergrens, voetcomfort) 0,00 tot 0,20 0,10 Vloer (bovengrens, hoofdcomfort) 1,30 tot 2,00 1,80 (1) voor buitenmuren met vensters geldt het criterium voor vensters Wanden van de ruimte
Mineraal Wol Mineraal Wol PUR
Isolatie dikte 10cm 20cm 10cm
k-waarde isolatie 0.04W/mK 0.04W/mK 0.025W/mK
Gem. U-waarde oppervlakte (W/m²) U=0.3W/m²K U=0.18W/m²K U=0.25W/m²K
PUR
10cm
0.025W/mK
U=0.24W/m²K
-
-
-
U=1,1 W/m²K U=1,9 W/m²K
2. Thermisch comfort: Naast de compactheid zal ook de inplanting en grootte van de ramen besproken worden ifv thermische verliezen, daglichttoetreding en oververhitting in de zomer. In de samenstelling van de gevel zal het soort schrijnwerk en type beglazing een grote invloed hebben op het thermisch comfort. Tenslotte zijn ook koudebruggen absoluut te vermijden, alle detailleringen van de gebouwenschil zullen worden geconcipieerd en onderzocht om zowel koudebruggen als luchtlekken te vermijden. Het uitgangspunt voor het comfort is een comfortklasse B – comfortabel. De onderstaande parameters zijn hierop gebaseerd. Alle criteria met betrekking tot het thermisch comfort zijn van toepassing op een comfortzone of bezette zone. De comfortzone wordt gedefinieerd als een luchtvolume dat afgebakend wordt door horizontale en verticale vlakken.
2.2 Temperatuuroverschrijdingen Voor de bevordering van het rationeel energiegebruik is het niet realistisch om de gewenste comforttemperatuur steeds te willen houden, zelfs in extreme omstandigheden van het buitenklimaat. Daarom is het redelijk om een (in tijd en grootte beperkte) afwijking op de comforttemperatuur toe te staan. In principe betreffen deze afwijkingen zowel te hoge als te lage temperaturen, maar de meeste aandacht gaat uit naar te hoge temperaturen in zomeromstandigheden. Voor een kantoor bijvoorbeeld wordt als richtwaarde voor het maximaal aantal overschrijdingsuren op jaarbasis 100 uren vastgelegd voor een overschrijding van 25,5°C en 20 uren voor een overschrijding van 28°C. Deze waarde n zijn gebaseerd op een normale bezetting van het gebouw. Voor een theaterzaal zouden we op eenzelfde manier overschrijdingen kunnen vastleggen. 2.3 Temperatuurschommelingen Voor temperatuurfluctuaties geldt evenals voor andere aspecten van het thermisch comfort dat de individuele regelbaarheid door de gebruiker van groot belang is. Wanneer men is overgeleverd aan autonome invloeden neemt de kans op klachten toe. Daarom is de mogelijkheid tot individuele regeling zeker aan te raden, maar het is een onzeker en individueel aspect dat de verfijning van de prestatie-eisen in de weg staat. Er is geen algemene richtlijn die een grens stelt aan aantal of omvang van temperatuurfluctuaties. Voor de opdeling van het gebouw en de graad van individuele regeling stellen wij volgende zones voor : o Grote zaal – eventueel opgedeeld in zaal & scène o Kleine zaal (+3) o Lobby, foyer, tentoonstellingsruimte (+0) o Café, bar (+0) o Polyvalente zaal vooraan (+2) o Polyvalente zaal vooraan (+3) o Feestzaal (+4) o Secundaire ruimtes (repetitie, bergingen, kantoor sanitair,…) volgens oriëntatie van het gebouw, waarbij meerdere niveaus samen worden beschouwd. 2.4 Luchtsnelheden en tochtverschijnselen Klachten over tocht ontstaan ten gevolgen van een plaatselijk te hoge luchtsnelheid bij een bepaalde luchttemperatuur. De mate van hinder door tocht wordt bepaald door de gemiddelde luchtsnelheid, de luchttemperatuur en fluctuaties in de luchtsnelheid. Een luchtstroming wordt eerder als tocht ervaren in een enigszins koude omgeving dan in een warme. Luchttemperatuur (°C) Luchtsnelheid (aanname bij ontwerp) in m/s
20 0,13
22 0,15
24 0,18
26 0,22
Bovenstaande waarden voor maximale luchtsnelheden in functie van de temperatuur zullen aangenomen worden voor het ontwerp. Voor de zalen dienen deze ook met adviesbureau akoestiek gecheckt.
Zalen : Kantoren : Gangen, trappen : Sanitair : Berging : Polyvalente zaal : Repetitieruimte :
2.5 Relatieve vochtigheid Een relatieve vochtigheid lager dan 30-35% (winter) en hoger dan 70% (zomer) kan bij de mens klachten opleveren in verband met uitdroging van de slijmvliezen enerzijds en bevonden worden als ‘zwoel’ anderzijds. Er dient dus gestreefd te worden naar waardes die hiertussen liggen door te bevochtigen in de winter en te ontvochtigen in de zomer. Aangezien het hier om ‘occasioneel gebruik’ van het gebouw gaat, en eerder zelden buiten de hierboven gestelde waarden gegaan wordt, stellen wij voor niet te bevochtigen of te ontvochtigen. 3. Luchtkwaliteit De norm NBN EN 13779 onderscheidt vier klassen van binnenluchtkwaliteit. Als basis uitgangspunt gaat met een bepaald ventilatiedebiet toewijzen per persoon om deze luchtkwaliteit te bepalen volgens onderstaande tabel: IDA1 IDA2 IDA3 IDA4
Hoge luchtkwaliteit Middelmatige luchtkwaliteit Aanvaardbare luchtkwaliteit Lage luchtkwaliteit
> 54 m³/h pp 36-54 m³/h pp 22-36 m³/h pp < 22 m³/h pp
Een tweede methode gaat uit van een luchtkwaliteitsmeting op basis van het CO2-gehalte in de lucht en legt een maximum verschil op tussen het gehalte binnen en buiten. De luchtkwaliteit buiten is hier dus mede bepalend voor de luchtkwaliteit binnen. IDA1 IDA2 IDA3 IDA4
Hoge luchtkwaliteit Middelmatige luchtkwaliteit Aanvaardbare luchtkwaliteit Lage luchtkwaliteit
< 400 ppm 400-600 ppm 600-1000 ppm > 1000 ppm
In het algemeen wordt er een aanname gedaan voor de luchtkwaliteit van de buitenlucht en wordt hierbij de waarde die correspondeert met de kwaliteitsklasse opgeteld. Deze waarde is dan de grenswaarde waarop de sturing van de ventilatie via een CO2 meting zal verlopen. Wij stellen voor te werken met klasse IDA3 – aanvaardbare luchtkwaliteit - bij een normale bezetting van het gebouw. Hiervoor worden de luchtdebieten per regelzone variabel geregeld in functie van de luchtkwaliteit (dus in functie van de bezetting). Om de energievereisten voor het realiseren van deze gezonde verluchting tot een minimum te beperken dienen verschillende ingrepen onderzocht te worden. o De luchtgroep die de verse lucht in de zalen brengt en de bedorven lucht afvoert zal voorzien worden van een recuperatie-eenheid die de warmte uit de bedorven lucht recupereert; hier zijn rendementen mogelijk tot 80%. o Er zal een CO2 meting gebeuren op de terugnamelucht zodat het verse luchtdebiet per zone kan aangepast worden aan de noodzaak. Zo kan de luchtkwaliteit in de zaal voortdurend gemeten en op het gewenste niveau gehandhaafd worden. 4. Visueel comfort Aangezien het onmogelijk is om gedurende het hele jaar voldoende daglicht te garanderen zal men bij een tekort steeds beroep moeten kunnen doen op kunstlicht. Een goed uitgangspunt mbt daglicht is daarom dat de hoeveelheid daglicht zodanig is dat tenminste een bepaald percentage van de tijd geen kunstlicht nodig is voor het verrichten van de taak. Daglicht is de lichtbron die in het algemeen het meest tegemoet komt aan de menselijke behoefte aan licht. Daartegenover staat dat bepaalde daglichtsituaties (direct zonlicht, zeer heldere hemels) hinderlijk kunnen zijn. Om hinder te vermijden dient in de meeste gevallen zonwering of lichtwering voorzien te worden. Deze maakt het op zijn beurt dikwijls nodig om alsnog kunstverlichting in te schakelen. Een optimale afstemming van daglicht en kunstlicht is zowel vanuit ergonomisch als vanuit energetisch oogpunt noodzakelijk. 4.1 Daglicht In het algemeen stelt men dat de verlichtingssterkte-eis voor daglicht iets lager wordt genomen dan deze voor kunstlicht om de afmetingen van de daglichtopeningen te beperken ifv thermische verliezen en problemen van oververhitting in de zomer. Voor een verlichtingsniveau van 500 lux dmv kunstlicht wordt een niveau van 300 lux door daglicht vooropgesteld (daglichtfactor 3%). Dit zal toelaten om gedurende 60% van de tijd meer dan 300 lux te bereiken en gedurende 40% van de tijd 500 lux. Hierbij dient opgemerkt dat deze werkwijze een onderschatting van de reële daglichtbeschikbaarheid zal geven, gezien enkel rekening gehouden werd met de diffuse verlichtingssterkte bij een bewolkte dag. 4.2 Kunstlicht 4.2.1. Verlichtingssterkte (volgens de norm EN12464-1) Ontwerpwaarde verlichtingssterkte: 450 lux Deze waarde houdt rekening met de onderhouden verlichtingssterkte, hetgeen impliceert dat deze verlichtingssterkte moet aangehouden worden bij een normale veroudering van de installatie. Bij het gebruik van fluorescentielampen met een elektronische ballast (die hier vooropgesteld worden), geldt een onderhoudsfactor van 0,9. De installatie zal dus ontworpen worden voor een verlichtingssterkte van 500 lux om steeds de drempel van 450 lux te kunnen garanderen.
300 lux 500 lux 200 lux 150 lux 150 lux 300 lux 250 lux
4.2.2. Lichtkleur Voor deze toepassing stellen we lichtkleur 4000 K voor. 4.2.3. Luminantieverhouding De luminantie (uitgedrukt in candella/m²) is een maat voor de helderheid van een oppervlak. Om een goed comfort te bereiken is het belangrijk dat de verhouding tussen de luminantie van het werkvlak en deze van de directe omgeving binnen de perken blijft. Het meest geciteerde voorschrift is dat de verhouding ‘helderste periferie : taak : donkerste periferie’ binnen de 10:1:0.1 verhouding moet blijven. Dit voorschrift is evenwel heel wat minder strikt op te vatten en luminantieverhoudingen tot 30:1:0.03 kunnen nog aanvaardbaar zijn. Dit is vooral belangrijk in kantooromgeving en dus niet echt bij dit gebouw. 4.2.4. Verblinding en reflecties Dit is vooral belangrijk in een kantooromgeving en dus niet echt van toepassing bij dit type gebouw. 4.2.5. Armatuurrendementen In onderstaande tabel zijn de rendementen van verschillende toestelcombinaties opgenomen. De keuze voor hoogfrequente ballasten en hoogrendementsoptieken leidt tot een besparing tot 50% tov de eenvoudigste armaturen met fluorescentielampen. Soort lamp
Type voorschakelapparaat
Standaard fluorescentielampen
Conventioneel Elektronisch Conventioneel
Gemiddeld geïnstalleerd vermogen 15 W/m² 12 W/m² 12 W/m²
Elektronsich
9 W/m²
T5 fluorescentielampen met hoogrendementsoptiek
4.2.6. Regeling van de verlichting Met daglichtafhankelijke verlichtingsregelingen (DAV) is veel energie te besparen. Zeker als deze in combinatie met een aanwezigheidsdetectie wordt toegepast. Een lichtsensor in het armatuur bepaalt het verlichtingsniveau onder het armatuur (daglicht plus kunstlicht). Wanneer het verlichtingsniveau boven een bepaalde (vooraf) ingestelde waarde komt, regelt het systeem de hoeveelheid kunstlicht geleidelijk terug tot de ingestelde waarde. Gebruikers ervaren de regeling, waarmee 30 tot 70% energiebesparing op verlichting is te realiseren, als comfortabel. Dit kunnen we toepassen in de circulatieruimtes per in gebruik zijnde zone van het gebouw. BESCHRIJVING TECHNISCHE INSTALLATIES 1
HVAC installatie
1.1 Warmteproductie De bestaande stookplaats moet verdwijnen voor de grote zaal. Daarom stellen wij voor een nieuwe in te planten bovenop de kleine zaal. Op dit niveau +5 kan een deel van de technische ruimte gecompartimenteerd worden als stookplaats. (Rf=2h) Voordeel van deze inplanting is de beperkte hoogte van schouwen, en een gemakkelijk verbinding met de buitenlucht voor de onder- en bovenverluchting. Minimum vrije hoogte voor een stookplaats is 2,5m. Aardgas wordt als brandstof aangewend en wordt tot in het gebouw aangebracht. De gasleiding verloopt bij voorkeur in een aparte verluchte verticale koker tot in de nieuwe stookplaats. De stookplaats wordt uitgerust met 2 condenserende gasketels (HR-TOP), om het verblijvende verwarmingsvermogen op te vangen. Deze wordt voorzien van een modulerende brandersturing. Dit geeft een energiebesparend resultaat door automatische aanpassing van het vermogen aan de energievraag. De warmteproductie is voorzien van een dynamische keteltemperatuurregeling welke afhankelijk van de berekende temperatuur/belasting de aanvoertemperatuur aanpast, aan- en uitschakelt. Vermogenraming Aantal kW : 2.000 kW
Gasteller – druk : huidige gascabine (nr. P293) zal in overleg met nutsmaatschappij verplaatst moeten worden. Normaliter krijgt het gebouw een aansluiting op 5 bar, waarbij in de tellerkast ontspannen wordt naar 300 of 100 mbar.
Voor de zalen : pulsie en extractie via luchtgroep met recuperatie; koeling en verwarming. Voor secundaire ruimtes : enkel extractie – luchttoevoer via roosters in schrijnwerk of gevel.
1.2 Koudeproduktie Voor de grote en kleine zaal, waar een niet te onderschatten interne warmtelast aanwezig is, is actieve koeling aangewezen. Eventueel zullen andere speciale lokalen zoals opnamestudio ook koeling nodig hebben. Deze wordt geproduceerd door een ijswatermachine die opgesteld staat in een buitenruimte tussen de technische lokalen op niveau +4 (bovenop kleine zaal).
In fase 1, waar vooral gestreefd wordt naar een restauratie van het monument, zal de ventilatie ook verlopen op de traditionele manier door bijvoorbeeld het raam open te zetten. 1.8. RWA
1.3 Verdeling en regeling Er worden diverse kringen voorzien, volgens oriëntatie, gebruiksprogramma en bouwdeel.
Voor de toneeltoren is een installatie voor Rook- en Warmte Afvoer vereist. 2.
De centrale automatische regeling van de HVAC-installatie is gebaseerd op een DDC-regeling (Direct Digital Control) zodat energiebeheer en comfortbeheer op eenvoudige wijze realiseerbaar wordt. Deze wordt tevens voorzien van een foutmelding via modem. Indien de bouwheer dit wenst kan aangesloten worden op een gebouwenbeheerssyteem. Elke kring wordt voorzien van een weersafhankelijke regeling zodat de vertrektemperatuur naar de radiatoren aangepast is aan de buitentemperatuur. De distributie gebeurt op lage temperatuurregime 70/50. Het temperatuurregime voor de bestaande installatie is in onderzoek. Van deze weersafhankelijk geregelde kringen worden de pompen uitgeschakeld met de ecofunctie, voor kringen met driewegkraan worden de pompen bovendien uitgeschakeld met een gesloten driewegkraan. Een algemene nachtverlaging wordt toegepast op de primaire regeling met binnenvoeler. De fijnregeling per lokaal wordt verkregen door de radiatoren uit te rusten met thermostatische radiatorkranen. Voor de kringen met variabel debiet zullen pompen voorzien worden met toerentalregeling. 1.4 Leidingnet Vanaf de stookplaats worden de hoofdleidingen primair verticaal verdeeld via de koker, en verder horizontaal afgetakt hetzij in verlaagde plafond, hetzij in opbouw. Bij de nieuwbouw wordt de eindverdeling in de dekvloer naar de verwarmingslichamen geplaatst. In het deel renovatie wordt de bestaande installatie terug ‘opgepikt’ als het ware, mist grondige check-up en eventuele noodzakelijke herstellingen. De oorspronkelijke stookplaats moet plaats maken voor de grote zaal en voor bergingen. Hier wordt tevens wat ruimte voorzien voor een onderstation van waaruit de bestaande verdeling terug zo goed als mogelijk kan benut worden. Materialen: CV:
Gas:
Hoofdleidingen in staal volgens TB 105/90, de verdeelleidingen in meerlagenbuis VPE-Alu-VPE via verdeelcollectoren, alle stalen leidingen in de niet-verwarmde ruimtes worden voorzien van rotswol isolatie schalen voorzien van versterkte alu-folie, waar beschadiging kan optreden worden deze bijkomend voorzien van alu-plaat bekleding. Kraanwerk en pompen zijn eveneens te isoleren. Leidingen voor vloerverwarming geplaatst in de dekvloeren uit vernet polyethyleen. Staal naadloos
2.1 Leidingsnet De leidingen koud-, warm- en bluswater worden horizontaal verdeeld in de kelder en vervolgens verticaal in de daartoe voorziene kokers geplaatst, voorzien van de nodige afsluiters en bijhoren. Voeding naar keukens, sanitair, douches edm. wordt voorzien van voldoende afsluitkranen. De installatie zal in zijn geheel en volledig voldoen aan het “legionelladecreet”. Een afzonderlijk lokaal wordt voorzien voor de aankomst van water en plaatsing van de waterontharder. Een afzonderlijk afvoerstelsel wordt voorzien voor fecaliën- en vuilwater, type gescheiden rioleringsstelsel. Ze worden uitgevoerd in hard polyethyleen. 2.2 Brandblusinstallatie De brandleidingen wordt voorzien in een afzonderlijk net en uitgevoerd in gegalvaniseerd staal. Brandhaspels en schuimblussers worden voorzien volgens de reglementering ter zake en aangepast aan het verslag van de brandweer. 2.3 Sanitaire toestellen Toiletten zijn van het type hangcloset met ingebouwde spoelreservoir en waterspaartoets 3/6 liter en automatische individuele spoeling voor de urinoirs. De gemeenschappelijke sanitaire ruimtes zijn verder voorzien van in/opbouwwastafels met een zelfsluitende koudwaterkraan, voor de kamers wordt de wastafel uitgerust met een eengreepsmengkraan voorzien van thermostatische beveiliging. De baden /douches uitgerust met thermostatisch kraanwerk en spaardouchekoppen van 6l/min. Eveneens zijn de toebehoren zoals toiletrolhouders, kleerhaken, spiegels,… en steunbaren voor mindervaliden voorzien. Dit zal het geval zijn voor de nieuwe sanitairen; sommigen zullen gerestaureerd worden (beschrijving daarvan terug te vinden in dossier restauratie-architect). 2.4 Regenwaterhergebruik 2.4.1 Regenwaterrecuperatie Regenwaterrecuperatie is een manier om het milieu te sparen en opnieuw de verbruikskosten van een gebouw te reduceren. Door middel van een afzonderlijk regenwaterleidingnet wordt de spoeling van de toiletten en urinoirs zo gevoed. De installatie wordt gerealiseerd met regenwaterreservoirs welke voorzien worden van met peilbewaking. De overschakeling gebeurt zonder bijvulling van stadswater in het reservoirs tijdens de droge perioden. De drukverhoginginstallatie met verschillende pompen in alternerende werking zal een bedrijfszekerheid waarborgen. 3
1.5 Warmwaterbereiding Wordt bekomen d.m.v. een gesloten gasgestookte warmwaterbereider met buffervat tevens voorzien van circulatieleiding. Boilers, circulatiepompen en bijhoren worden in de stookplaats opgesteld.
Sanitaire en brandblusinstallatie
Elektrische- en oproepinstallatie
Een waterontharder (ionenwisselaar) wordt voorzien voor het voedingswater van de warmwaterbereiding.
3.1 Stroomvoorziening De stroom wordt voorzien door de nieuw te plaatsen hoogspanningsaansluiting. (kant Witte Nonnenstraat). Gezien de noodzaak van een RWA-installatie is er noodvoeding te voorzien; dit kan door ofwel een dieselgroep of een bijkomende laagspanningsaansluiting exclusief voor noodgevallen. Dit is te onderzoeken met de nutsmaatschappijen.
In functie van het legionelladecreet wordt de retourtemperatuur steeds op minimaal 55°C gehouden en af takkinglengten zonder circulatie tot het vereiste minimum beperkt.
3.2 Verdeelborden Voor elke gebouwvleugel wordt een verdeelbord opgesteld, voorzien van de nodige beveiligingen en bijhoren.
1.6 Verwarmings- en koellichamen 1.6.1. Radiatoren of convectoren Er wordt algemeen in fase 2 gebruik gemaakt van plaatstalen radiatoren. Verwarmingsvermogen bepaald bij een regime 70/50 EN 442. Opstelling nog te bepalen; best onder het raam.
De voedingen voor contactdozen worden verder verdeeld via de vloer en/of het verlaagd plafond. Waar mogelijk wordt gewerkt in de wanden met inbouwcontactdozen, in de burelen met computerwerking wordt de nodige flexibiliteit gerealiseerd d.m.v. wandgoten en inbouwdozen. Dit telkens aangepast aan de vast te leggen opstellingen in het lokaal.
1.6.2. Via luchtbehandeling In de 2 hoofdzalen hebben we door het grote aantal personen reeds een behoorlijk luchtdebiet wat moet circuleren, zodat we door het plaatsen van een verwarmingsbatterij en koelbatterij in de luchtgroep, deze ruimtes klimatiseren. Bijkomend wordt klimatisatie voorzien in de zone waar opname studio, geluidsregie en de videostudio plaats vinden. 1.7. Ventilatie Om de vooropgestelde comforteisen te bereiken stellen we verschillende soorten ventilatie voor :
3.3 Keuze van de verlichtingstoestellen 3.4 Zwakstroominstallaties De centrale apparatuur van de zwakstroominstallaties wordt geconcentreerd in een lokaal in de kelder. 3.4.1 Oproepinstallatie Zal ook gebruikt worden voor evacuatie (in combinatie met sirenes)
3.4.2 Telefonie/data Gestructureerd netwerk – wireless Telefooncentrale : kopen, huren of leasen ? -
klassiek of IP ?
Voor de gemeenschappelijke gedeelten wordt een telefooncentrale ISDN met alle mogelijke hedendaagse faciliteiten voor teleen data verkeer voorzien. De omvang van de centrale wordt aangepast aan het aantal gebruikers. 3.5 Brandmelding Het gebouw wordt uitgerust overeenkomstig de wettelijke voorschriften met een automatische brandmeldinginstallatie, ontworpen volgens de vigerende normen NBN S 21-100 aangevuld met het KB 12 maart 1974 en geheel volgens de voorschriften van BOSEC. Brandcentrale vindt zijn onderkomen in het lokaal zwakstroom op kelderniveau en een herhaalbord ter hoogte van straatniveau kant Witte Nonnenstraat, direct toegankelijk van buitenaf voor de brandweer. 4
Lift installatie
4.1 Goederentransport Goederentransport voor zowel kleine als grote zaal geschiedt via een grote hydraulische goederenlift kant Poststraat. Deze is voorzien van bijhorende machinekamer volgens de voorgeschreven normen. In onderzoek is of deze kan dienen als transportmiddel naar eventueel bijkomende bergruimte op het technisch niveau voor de kleine theaterzaal. Tevens kan deze dan benut worden als transportmiddel voor stukken met bestemming technische ruimte. 4.2 Personentransport De oorspronkelijke inplanting van de 2 liften bestemd voor publiek blijft behouden maar worden beiden voorzien van nieuwe liften met bijhorende up-to-date technieken. 4.3 Mindervalidentransport Om mindervaliden ook toegang te bieden aan dit publiek gebouw, wordt aan de voorzijde aan de hoofdingang een hefplatform ingewerkt. Nog te bespreken punten - Overleg met nutsmaatschappijen (eerste afspraak voorzien 28/02/08) - Vermogenbalans opmaken; theatertechniek (+- 200kW) - Energiezuinige buitenverlichting - Comforteisen - Keukentoestellen (verdieping +3) maken geen deel uit van de loten technieken - Concept RWA met brandweer bespreken
E. NOTA AKOESTIEK Samenvatting Deze tekst is een toelichtingsnota bij de akoestische opties voor de reconversie van het voormalig postgebouw te Oostende. Het gaat om een eerste versie, waarin we de belangrijkste opties toelichten en verantwoorden. De nota is ingedeeld volgens vier akoestische thema’s: • • • •
Deel I: De geluiduitstraling naar de omgeving (conformiteit met Vlarem). Deel II: De geluidisolatie tussen ruimten in het gebouw. Deel III: Het geluid van technische installaties. Deel IV: De zaalakoestiek in de diverse ruimtes.
Voor deze onderwerpen bespreken we telkens eerst de (wettelijke) eisen en vervolgens de principiële maatregelen die in het ontwerp werden genomen. De voorgestelde maatregelen zijn principieel, in die zin dat ze niet tot in detail zijn uitgewerkt of gematerialiseerd. De belangrijkste bedoeling is de grote lijnen van het ontwerp correct te sturen: schikking, vorm en afmetingen van de ruimtes, afmetingen van de wand- en vloerpakketten, afwerkingen in de diverse ruimtes. Er zijn echter nog geen definitieve keuzes inzake technieken, materialen, afwerkingen, detaillering. De beschrijving van de werkelijk te nemen akoestische maatregelen is dan ook eerder beknopt. Er zijn ook nog een aantal onzekerheden inzake de wensen en verwachtingen van de gebruikers. De vragen voor de toekomstige gebruikers, die van belang zijn voor het akoestische concept, hebben we samengevat in een laatste deel V.
I
I. De geluiduitstraling naar de omgeving (conformiteit met Vlarem) Het geluid veroorzaakt door activiteiten in het toekomstig cultuurcentrum, moet bij de buren, zowel binnen als buiten, beperkt blijven tot wettelijk vastgestelde grenswaarden. In dit deel geven we aan welke deze wettelijke eisen zijn, en op welke manier we er aan tegemoet komen in het gerenoveerde gebouw. Voor de gebruikers is dit deel van belang in volgende zin: we gaan uit van een bepaalde maximale geluidproductie in de zalen, en de gebruiker is het best geplaatst om te oordelen of dit overeenstemt met de activiteiten die hij wil organiseren. I.1 Wettelijk kader en eisen De onderstaande wetten en decreten hebben betrekking op de eisen inzake geluid in openbare inrichtingen en inzake de beheersing van de geluidhinder in de omgeving. KB 24/02/1977
Vaststelling van geluidnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen
Vlarem I
Titel I van het VLAREM Besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning. Huidige versie: 03/06/2005 (Belgisch Staatsblad 24/06/2005).
Vlarem II en bijlagen
Titel II van het VLAREM Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne. Huidige versie: 27/01/2006 (Belgisch Staatsblad 24/02/2006).
Tabel 1 toont de eisen inzake de maximaal toelaatbare geluidniveaus in de buurt, veroorzaakt door activiteiten in het nieuwe cultuurcentrum in het Postgebouw. Bij de opmaak van deze tabel gaan we er van uit dat muziekgeluid een tonaal karakter heeft. De eis is daarom 5 decibel strenger dan voor het installatiegeluid. Situatie: gebied type 4 volgens Vlarem II woongebieden
dag 7u-19u
Periode avond 19u-22u
oorspronkelijke omgevingsgeluid richtwaarde volgens Vlarem II, woongebieden 45 dB(A) 40 dB(A) buiten maximaal toegelaten geluiddrukniveau, gemeten voor de gevel van 40 dB(A) 35 dB(A) nabijgelegen gebouwen vreemd aan de inrichting, veroorzaakt door de technische installaties maximaal toegelaten geluiddrukniveau, gemeten voor de gevel van 35 dB(A) 30 dB(A) nabijgelegen gebouwen vreemd aan de inrichting, veroorzaakt door muziekgeluid in de lokalen binnen (in het aanpalende Belgacom gebouw) maximaal toegelaten geluiddrukniveau, gemeten in gebouwen die 30 dB(A) 25 dB(A) een gemene muur hebben met het Postgebouw, veroorzaakt door de technische installaties maximaal toegelaten geluiddrukniveau, gemeten voor de gevel van 25 dB(A) 20 dB(A) nabijgelegen gebouwen vreemd aan de inrichting, veroorzaakt door muziekgeluid in de lokalen Tabel 1. Samenvatting van de belangrijkste richtinggevende geluidniveaus volgens Vlarem II
nacht 22u-7u 35 dB(A) 30 dB(A)
25 dB(A)
25 dB(A)
20 dB(A)
I.2 Aannamen omtrent het gebruik van zalen – maximale geluidniveaus De geluiduitstraling naar de buren, aanpalende zowel als overliggende buren, hangt af van de geluidisolatie van het gebouw, maar ook van de geluidproductie in het gebouw. Om bijgevolg de grenswaarden uit tabel 1 te respecteren, moet men een voldoende geluidisolatie voorzien en de geluidniveaus in de ruimte beperken tot vooraf afgesproken waarden. Beiden gaan steeds samen. We doen op dit ogenblik geen bindende uitspraken over de geluidniveaus in de zalen. Om de discussie aan te vatten, presenteren we in tabel 2 de gangbare, te verwachten maximale geluidniveaus die we in zalen bij verschillende evenementen meten. In de meeste gevallen hangen de geluidniveaus niet samen met het type zaal (vorm, volume, geluidabsorptie), wel met de aard van de activiteit.
De geluidproductie heeft 2 aspecten: • •
Het geluidniveau (= de geluidsterkte) Het spectrum (= de verdeling van de geluidsterkte over de frequenties). Figuur 1 geeft voorbeelden van standaard muziekspectra. Roze ruis is kenmerkend voor stemgeluid. Het standaard popmuziek spectrum is kenmerkend voor de meeste muziekuitvoeringen, live of elektronisch versterkt. Het standaard housemuziek spectrum is eerder kenmerkend voor fuiven.
Beide kenmerken moeten vastgelegd worden in onderling overleg, eventueel na een meting van enkele evenementen. Het maximale geluidniveau en het spectrum kunnen ook op voorhand vastgelegd worden en dan in de praktijk beperkt worden door een limiter en een toonregeling, tenminste bij elektrisch versterkte spraak en muziek.
gebruikers van het cultuurcentrum moeten weten 90 dB(A) is een belangrijke grenswaarde is voor de beperking van gehoorschade. Er is een tendens, onder druk van de arbeidsreglementering, om het eigen personeel en professionele muzikanten tegen hogere geluidniveaus te beschermen door verplicht gebruik van gehoorbescherming. Meestal gaat het om oordoppen of otoplastieken, vervormbare, op maat gemaakte oordoppen met een goed gecontroleerde verzwakking. Het geluid wordt uniform verzwakt voor alle frequenties, en klinkt even natuurlijk en niet vervormd, alleen stiller.
I.3 Voorzieningen in het ontwerp Uit de voorziene maximale geluidniveaus in zalen (tabel 2) en de toelaatbare geluidniveaus in de omgeving (tabel 1) leiden we af dat de gewenste geluidisolatie van de gebouwschil varieert van minimaal 65 dB(A), voor geluiduitstraling naar buiten, tot 80 dB(A), voor de geluidoverdracht naar het aanpalende Belgacom kantoorgebouw. In de volgende paragrafen geven we aan op welke manier het ontwerp hiermee rekening houdt.
110 housemuziek 100 dB(A)
Geluiddrukniveau (dB)
100
popmuziek 100 dB(A)
90 roze ruis 100 dB(A)
80
Onder meer de akoestische eisen leggen deze keuze op. Het is onmogelijk om in het bestaande gebouw twee zalen boven elkaar te realiseren met een voldoende geluidisolatie. Dit wordt in detail behandeld in deel II, ‘De geluidisolatie tussen ruimten in het gebouw’. Het is ook onmogelijk om met de bestaande constructie een voldoende geluidisolatie naar het aanpalende Belgacom kantoorgebouw te realiseren. Een meting van de luchtgeluidisolatie in de huidige situatie geeft waarden van 55 - 60 dB (voor een popmuziek spectrum) tussen lokalen langs weerszijden van de gemene muur. Ten opzichte van de streefwaarde is dit een tekort van ongeveer 20 decibel. Dit is een tekort dat men onmogelijk kan wegwerken wanneer men de bestaande gebouwstructuur langs de gemene muur behoudt. De bestaande scheidingsmuur, die ontdubbeld is, bevat wellicht nog vele contactbruggen. Ook de breedte van de luchtspouw is te gering, en de massa’s van beide spouwbladen zijn te klein.
70
60 62.5
Figuur 1.
I.3.1 Gedeelte nieuwbouw (grote zaal en kleine zaal) In het wedstrijdontwerp is geopteerd voor een nieuwbouw voor de beide zalen. Hoewel de limiet van deze nieuwbouw nog niet definitief vastligt, zullen zowel de grote zaal met haar toneeltoren als de kleine zaal erboven nieuwe constructies zijn.
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, 1/3 octaafbanden)
Standaard spectra
type ruimte geluidniveau spectrum (1) fuif 100 – 110 dB(A) housemuziek (2) concert: elektrisch versterkte muziek 100 – 110 dB(A) popmuziek (3) ) concert: groot symfonisch orkest, harmonie, ... 100 dB(A) popmuziek theater, dans 90 dB(A) popmuziek polyvalente zaal, feestzaal 100 dB(A) popmuziek (4) repetitieruimte voor muziek 100 - 110 dB(A) popmuziek repetitieruimte voor theater of dans 90 dB(A) popmuziek studio: opnamegedeelte: zoals repetitie muziek 100 dB(A) popmuziek studio: regiegedeelte 90 dB(A) popmuziek Tabel 2. Maximaal toelaatbaar geluidniveau in de verschillende ruimten. Waarden gebaseerd op ervaring en op metingen tijdens evenementen. Wanneer twee getallen zijn opgegeven, gaan we uit van de laagste waarde. Opmerkingen: (1), (2) Enkel wanneer men het geluidniveau bewust beperkt; oefent men geen controle uit, dan is een waarde van 110 dB(A) een veiliger uitgangspunt. (3) Enkel in een aangepaste ruimte, met een voldoende groot volume, waardoor de luidheid correct is voor de toehoorders. (4) In kleinere ruimten is minder geluidabsorptie en is een waarde van 110 dB(A) een veiliger uitgangspunt. Het Koninklijk Besluit KB 24/02/1977 ‘houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen’, bepaalt dat in openbare inrichtingen het maximale geluidniveau voortgebracht door elektronisch versterkte muziek niet hoger mag zijn dan 90 dB(A). Dit geluidniveau wordt gemeten op gelijk welke plaats in de inrichting waar zich in normale omstandigheden personen kunnen bevinden. Voor sommige activiteiten gaan we uit van een geluidniveau hoger dan 90 dB(A), omdat de ervaring leert dat deze grens gewoonweg niet gerespecteerd wordt. Dit betekent niet dat we deze hoge geluidniveaus aanmoedigen. De uitbaters en de
De basisoptie van het ontwerp is daarom te werken met een volledig nieuwe draagmuur langs de bestaande gemene muur. Deze zware nieuwe muur is de achterwand van de zaal, maar draagt ook de verend opgestelde kleine zaal en de technische ruimte op het hoogste niveau. Deze wand steunt op de bestaande fundering. De massa van de wand, en de omloopweg van de trillingen, maken dat het verantwoord is om de constructie op de bestaande fundering te laten rusten. Hogerop wordt echter elk contact tussen de nieuwe constructie en de bestaande constructie – zowel deze van het Belgacom gebouw als van het Postgebouw – vermeden. De afstand tot het Belgacom kantoorgebouw bedraagt typisch zo’n 30 cm. De nieuwe constructies van de grote zaal, de kleine zaal en de technische ruimtes, kunnen als het ware gewoon uit het gebouw ‘gelicht’ worden, zonder de andere gebouwdelen te beschadigen. Deze nieuwe constructies zijn bijgevolg niet nuttig om het bestaande gebouw te helpen ondersteunen. Mocht dit nodig zijn, dan moet men daarvoor nieuwe constructies voorzien. I.3.2
Gedeelte renovatie (Postgebouw)
In het gedeelte renovatie is het veel minder duidelijk op welke manier we moeten omgaan met de problematiek van de geluiduitstraling naar de omgeving. De problematiek betreft uitsluitend de geluiduitstraling naar de woongebouwen in de aanpalende straten, in het bijzonder de Poststraat en de Wittenonnenstraat. De afstand van de meest nabije woongebouwen tot het postgebouw bedraagt hooguit 20 m. Inzake geluidoverdracht naar aanpalende gebouwen is er geen probleem, want het enige aanpalende gebouw is het Belgacom kantoorgebouw, en de zalen langs de gemene muur tussen beide gebouwen zijn nieuwe constructies. De geluiduitstraling van de bestaande, te restaureren ruimten in het Postgebouw naar de tegenoverliggende appartementen gebeurt uitsluitend door de gevel, en, met de huidige beglazing, volledig door de vensters. Een aantal gevels hebben relatief zware enkelvoudige beglazing, met een dikte van ongeveer 10 mm. Er zijn ook ruimten met minder zware, enkelvoudige beglazingen. En tenslotte zijn er ruimten met een dubbele gevel, met enkelvoudige beglazing in de beide ramen. De geluidisolatie van deze drie typologieën kunnen we op basis van metingen en berekeningen als volgt kenmerken:
gevelopbouw ramen met lichte enkelvoudige beglazing (dikte van de glasplaat: enkele mm)
akoestische isolatie zeer lage geluidisolatie het toegelaten geluidniveau in de ruimte is beperkt tot 65 – 70 dB(A) – zie (1) ramen met zware enkelvoudige beglazing (dikte van lage geluidisolatie het toegelaten geluidniveau in de ruimte is beperkt tot de glasplaat: ≅ 10 mm) ongeveer 70 – 75 dB(A) – zie (1) dubbele ramen met een grote luchtspouw, beide zeer hoge geluidisolatie ramen met enkelvoudige beglazing het toegelaten geluidniveau in de ruimte is beperkt tot ongeveer 80 – 90 dB(A) – zie (2) Tabel 3. Typologie van de ramen in het bestaande te restaureren Postgebouw, en toegelaten geluiduitstraling naar de omgeving. De waarden zijn gebaseerd op een maximaal toegelaten geluidniveau van 25 dB(A) voor de gevels van de woningen tegenover het Postgebouw, in de Poststraat en de Wittenonnenstraat. Opmerkingen: (1) Dit is afhankelijk van de ligging van de ruimte ten opzichte van de appartementen, en van de oppervlakte van de ramen die naar de appartementen uitkijken. (2) De beperking ligt eerder in de luchtgeluidisolatie intern in het gebouw.
De lage toegestane geluidniveaus in de lokalen langs de Poststraat en de Wittenonnenstraat, maken elke activiteit met versterkte muziek moeilijk, in het bijzonder tijdens de avond- en nachtperiode. De bestaande ramen laten niet toe om bij restauratie de geluidisolatie drastisch te verbeteren. Er is geen verlies langs de randen, de winst kan enkel bekomen worden met een verzwaarde en gelaagde beglazing, eventueel aangevuld met een betere kierdichting (al is dat niet eenvoudig voor dit type raamprofielen). De geluidisolatie wordt zo enkele decibel verbeterd. Het toegelaten geluidniveau in de ruimten zal echter nooit meer dan 75 dB(A) bedragen. In de dag- en avondperiodeperiode mag het buitengeluid hoger zijn, maar zelfs dan is het maximale geluidniveau in de ruimten beperkt tot 80 – 85 dB(A). Gezien de wenselijke maximale geluidniveaus in ruimten (tabel 2), is een verbetering van de luchtgeluidisolatie van de gevel met minimaal 10 dB en bij voorkeur 20 dB nodig. De gesloten geveldelen isoleren voldoende, de oplossing bestaat er in om met een tweede raam langs de binnenzijde een dubbel raam te maken (zoals in de grote ruimten langs de voorzijde).
•
II
immers zo, dat een mobiele uitschuifbare laad- en loszone onvermijdelijk vele voegen zal bevatten, en niet perfect tegen elk type vrachtwagen kan aansluiten. De geluiduitstraling naar de omgeving ligt onvermijdelijk hoger. Het laden en lossen op begane grond niveau zonder enige voorzieningen, tenslotte, laat de geluidbronnen (1) tot (4) onverzwakt uitstralen naar de omgeving.
II. Geluidisolatie tussen ruimten, trillingen II.1 Aannamen De geluidproductie in de diverse ruimten De onderstaande tabel toont de gewenste geluidniveaus in de diverse ruimtes, die we vooropstellen op basis van het gewenste gebruik van de ruimtes. ruimte geluidniveau café 85 dB(A) restaurant 85 dB(A) 90 (100) dB(A) grote zaal 90 (100) dB(A) kleine zaal polyvalent (cursus)lokaal 90 dB(A) repetitielokalen 100 dB(A) tentoonstellingsruimte 80 dB(A) foyer 85 dB(A) kantoren, loges 80 dB(A) 90 (100) dB(A) studio: opnamegedeelte: zoals repetitie muziek studio: regiegedeelte 90 dB(A) Tabel 4. Uitgangspunten voor de maximale geluidniveaus in de verschillende ruimten
spectrum popmuziek popmuziek popmuziek popmuziek popmuziek popmuziek popmuziek roze ruis roze ruis popmuziek popmuziek
Voor de grote en de kleine zaal gaan we in eerste instantie uit van de wettelijk toegelaten geluidproductie van 90 dB(A). Hierop voorzien we een marge zodat men mogelijk naar maximaal 100 dB(A) kan gaan met de geluidproductie. De stiltebehoefte in de diverse ruimten
De lage luchtgeluidisolatie van de gevels langs de Poststraat en de Wittenonnenstraat heeft ook tot gevolg dat buitengeluiden binnen zeer goed hoorbaar zijn. Afhankelijk van de oppervlakte van de beglazing, de grootte en de geluidabsorptie in het ontvanglokaal, bedraagt het verschil tussen het geluidniveau buiten en binnen 25 – 35 dB. Met frequent maximale geluidniveaus van ongeveer 75 dB(A) in de buitenomgeving, resulteert dit in 40 - 50 dB(A) in de lokalen. Dit is voor een aantal functies veel te hoog, zie tabel 5.
De moeilijkheid bestaat er in dat ‘stilte’ geen absoluut begrip is, maar moet gezien worden in relatie tot het achtergrondniveau in de ruimte. Een continu, niet storend achtergrondniveau, bijvoorbeeld veroorzaakt door verkeersgeluid of door ventilatiegeluid, werkt als een maskeergeluid. Andere, mogelijk storende geluiden, worden dan ‘onhoorbaar’ of, beter, ‘niet storend’, indien ze 5 - 10 dB onder het maskeergeluid liggen.
I.3.3 Problematiek van de laad- en loszone De laad- en loszone voor het theater is op dit ogenblik voorzien in de Poststraat. Er zijn weinig alternatieven. Laden en lossen volledig binnen het gebouw – een oplegger rijdt het gebouw binnen – brengt zo veel plaatsverlies mee, dat dit een moeilijk haalbare oplossing is.
Uitgaande van die overwegingen, en van ervaringen inzake het maximaal aanvaarde stoorniveau (door ventilatie) in lokalen, komen we tot de onderstaande maximaal aanvaarde stoorniveaus in ruimten. We herhalen dat deze redenering enkel geldt indien het maskeergeluid daadwerkelijk aanwezig is. Dit pleit er voor om te zorgen dat of het verkeersgeluid, of het ventilatiegeluid, niet volledig onderdrukt worden maar integendeel daadwerkelijk op het aangegeven niveau worden ‘ontworpen’.
Laden en lossen brengt echter storend geluid mee. In de milieureglementering Vlarem II horen laad- en losactiviteiten bij activiteiten op het bedrijfsterrein’. Ook deze activiteiten moeten bijgevolg voldoen aan de bepalingen geluid zoals aangegeven in tabel 1. De volgende geluidbronnen dragen tijdens het laden en lossen bij tot de geluiduitstraling: 1. 2. 3. 4.
Het komen aanrijden of het wegrijden van een vrachtwagen Gestommel en rolgeluiden in de laadbak of de oplegger van de vrachtwagen, tijdens het laden of lossen. Rolgeluiden of stootgeluiden in de laad- en loszone van het theater. Gepraat tijdens laden en lossen.
Al deze geluidbronnen zullen storend zijn voor de omwonenden, en zorgen dat niet aan de eisen van Vlarem voldaan is. Feitelijk kan men op deze locatie met de laad- en losactiviteiten nooit helemaal beantwoorden aan de eisen van Vlarem. Het komt er dus op aan om de best beschikbare technieken in te zetten, om de hinder voor de omgeving zo veel mogelijk te beperken. In volgorde van effect (goede geluidwering naar slechte geluidwering), zijn de volgende maatregelen te overwegen: • Laden en lossen van een vrachtwagen in een volledig overdekte zone, binnen dus. Dan houden we enkel de onvermijdelijke geluidbron (1) over, wanneer een vrachtwagen binnen- of buitenrijdt. • Laden en lossen van een vrachtwagen in een gedeeltelijk overdekte zone. Dan houden we enkel de onvermijdelijke geluidbron (1) over, en gedeeltelijk geluidbron (2), omdat de vrachtwagen niet volledig binnen staat wanneer hij geladen of gelost wordt. De andere geluidbronnen zijn degelijk afgeschermd. De aansluiting tussen de vrachtwagen en het gebouw wordt met een opblaasbare band wind- en geluiddicht afgesloten. • Een uitschuifbare ‘laadcabine’ op het begane grond niveau, die een gedeeltelijke ‘omkasting’ realiseert achter de vrachtwagen. Dan houden we de geluidbronnen (1) en (2) over, maar ook gedeeltelijk de geluidbronnen (3) en (4). Het is
ruimte
stoorniveau maskeergeluid (uit een (verkeersgeluid, ventilatie) in dB(A) in NR andere ruimte) café 30 dB(A) 35 dB(A) 30 kleine zaal 20 dB(A) 25 dB(A) 20 grote zaal 20 dB(A) 25 dB(A) 20 polyvalent (cursus)lokaal 25 dB(A) 30 dB(A) 25 repetitielokalen 30 dB(A) 35 dB(A) 30 tentoonstellingsruimte 25 dB(A) 30 dB(A) 25 foyer 35 dB(A) 40 dB(A) 35 kantoren, loges 35 dB(A) 40 dB(A) 35 studio: opnamegedeelte 15 dB(A) 20 dB(A) 15 studio: regiegedeelte 25 dB(A) 30 dB(A) 25 Tabel 5. Uitgangspunten voor de maximale stoorniveaus in de verschillende ruimten
De geluidisolatie in het gebouw
III
Uit de beide voorgaande delen, ‘De geluidproductie in de diverse ruimten’ en ‘De stiltebehoefte in de diverse ruimten’, volgt in principe de vereiste geluidisolatie. De onderstaande tabel toont de waarden die men op die manier bekomt, voor enkele combinaties van lokalen.
III. Het geluid van technische installaties III.1
Aannamen
Tabel 7 geeft de aannamen inzake het ventilatiegeluid in de diverse ruimtes.
combinaties tussen ruimten zendniveau stoorniveau isolatie 90 dB(A) 20 dB(A) 70 dB grote zaal ↔ kleine zaal 85 dB(A) 20 dB(A) 65 dB foyer → grote zaal, kleine zaal 80 dB(A) 20 dB(A) 60 dB artiestenruimtes → grote zaal, kleine zaal 85 dB(A) 25 dB(A) 60 dB café, restaurant → tentoonstellingsruimte polyvalente (cursus)lokaal 90 dB(A) 35 dB(A) 55 dB ↔ ander polyvalente (cursus)lokaal polyvalente (cursus)lokaal 90 dB(A) 20 dB(A) 70 dB → grote zaal, kleine zaal 90 dB(A) 25 dB(A) 65 dB studio: opnamegedeelte → studio: regiegedeelte 90 dB(A) 15 dB(A) 75 dB tentoonstelling, circulatie → studio: opname 90 dB(A) 25 dB(A) 65 dB tentoonstelling, circulatie → studio: regie Tabel 6. Bepaling van de luchtgeluidisolatie tussen ruimten op basis van de geluidproductie (zendniveau) en de stiltebehoefte (stoorniveau)
maskeergeluid stoorniveau (verkeersgeluid, ventilatie) (uit een in dB(A) in NR andere ruimte) café 30 dB(A) 35 dB(A) 30 grote zaal 20 dB(A) 25 dB(A) 20 polyvalent cursuslokaal 25 dB(A) 30 dB(A) 25 repetitielokalen 30 dB(A) 35 dB(A) 30 tentoonstellingsruimte 25 dB(A) 30 dB(A) 25 foyer 35 dB(A) 40 dB(A) 35 kantoren, loges 35 dB(A) 40 dB(A) 35 Tabel 7. Uitgangspunten voor de maximale ventilatiegeluid in de verschillende ruimten
ruimte
III.2 II.2 Voorzieningen in het ontwerp
Voorzieningen in het ontwerp
III.2.1 Gedeelte nieuwbouw De belangrijkste technische ruimte is geplaatst boven de kleine zaal, in volledig geïsoleerd van de verend opgestelde kleine zaal. Er is een lang tracé tot aan de meest geluidgevoelige delen van het ontwerp, de kleine zaal en de grote zaal. Reeds vroeg in het kanalentraject zijn de nodige geluiddempers ingebouwd.
II.2.1 Gedeelte nieuwbouw In het gedeelte nieuwbouw zijn de grote zaal en de kleine zaal opgevat als volledig onafhankelijke constructies. De grote zaal is enkel op het niveau van de funderingen gekoppeld aan de bestaande funderingen. Het dak van de grote zaal is eveneens volledig ontdubbeld. De kleine zaal is een volledig onafhankelijk verend opgesteld volume. De wanden van deze nieuwe constructies zijn zeer zwaar (25 – 40 cm beton) en zijn gescheiden door zeer brede luchtspouwen, gedeeltelijk gevuld met een geluidabsorberende minerale wol. Met deze constructies kunnen we de geluidisolaties, vooropgesteld in tabel 6, realiseren.
In de geluidgevoelige ruimten gebeurt het inbrengen en wegzuigen van de lucht aan een aangepaste snelheid. Voor de kleine zaal en de grote zaal is dat via roosters onder de stoelen, en ruim bemeten afzuigkanalen op grotere hoogte. III.2.2 Gedeelte renovatie (Postgebouw)
II.2.2 Gedeelte renovatie (Postgebouw) In het bestaande gebouw gaan we op dit ogenblik uit van de bestaande constructie, met geluidisolaties van 40 – 50 dB (popmuziek). Het is een element van discussie in hoeverre we de bestaande constructies moeten aanpakken om de geluidisolatie op te waarderen tot de waarden, vooropgesteld in tabel 6. De laagste waarden meten we tussen de grote zalen vooraan. De vloeren zijn zeer stijf en zeer licht, en de geluidisolatie tussen de ruimten bedraagt slechts 40 – 45 dB. Dit volstaat enkel voor stille activiteiten (vergaderen). Wanneer men werkt met muziek, of een sterk contactgeluid produceert, dan is een gelijktijdig gebruik niet meer mogelijk. Het zwakke punt is de vloer, niet de gevel. De oplossing bestaat uit een zwevende vloer en een verlaagd geluidisolerend plafond. Mogelijk zijn dan ook maatregelen nodig om de dubbele gevel nog meer geluiddicht te maken. Tussen de andere lokalen meten we luchtgeluidisolaties van 45 – 50 dB. Ook dit volstaat niet voor de kritische activiteiten, die veel geluid veroorzaken of die een grote stilte nodig hebben. We denken dan in het bijzonder aan de polyvalente ruimten en de studio’s. De oplossingen hier zijn voorzetwanden, zwevende vloeren, verlaagde plafonds, akoestische deuren. II.3 Gevoeligheid voor trillingen veroorzaakt door activiteiten De bestaande vloerconstructies, in het bijzonder deze in de grote ruimten langs de voorgevel, zijn zeer licht en stijf. Dit is een nadeel voor de lucht- en contactgeluidisolatie, maar eeb voordeel voor de gevoeligheid aan trillingen. Deze vloeren mogen daarom gebruikt worden voor dansactiviteiten. Wel is het noodzakelijk om de extra dode massa op de vloer te beperken, en om de contactgeluidisolatie te verbeteren. Dit laatste moet daarom gebeuren met een lichte zwevende vloerconstructie.
De geluiddempende voorzieningen in het te renoveren gebouw worden verder uitgewerkt wanneer de technieken in dit gebouw gedetailleerd worden.
IV
De zaalakoestiek in de diverse ruimtes IV.1
Aannamen
Tabel 7 toont de aannamen inzake de nagalmtijd in de diverse ruimten. ruimte café foyer polyvalente cursusruimte repetitieruimten tentoonstellingsruimte kleine zaal
nagalmtijd 1.0 s 1.0 s 0.8 s 0.6 s 1.3 s 1.3 s 1.0 s grote zaal 1.3 s 1.0 s kantoren, loges 0.8 s Tabel 7. Nagalmtijd in de belangrijkste ruimtes
opmerking zonder aanwezigen zonder aanwezigen zonder aanwezigen zonder aanwezigen zonder aanwezigen minimale absorptie (doeken), met bezetting maximale absorptie (doeken), met bezetting minimale absorptie (doeken), met bezetting maximale absorptie (doeken), met bezetting
De wat hogere nagalmtijd in de grote zaal is variabel om tegemoet te komen aan de eisen inzake muziek (hogere nagalmtijd) en woord (lagere nagalmtijd).
IV.2.2 Gedeelte renovatie (Postgebouw) IV.2
In het bestaande gebouw gaan we op dit ogenblik uit van minimale wijzigingen aan de bestaande constructie. Vreemde elementen die later zijn toegevoegd zouden zelfs weggehaald worden: het gaat dan in het bijzonder om de geluidabsorberende plafonds.
Voorzieningen in het ontwerp
IV.2.1 Gedeelte nieuwbouw De beide nieuwe zalen zijn opgevat als polyvalente zalen, maar met een nadruk op theater. De akoestiek is niet gericht op niet versterkte (klassieke) muziek, alleen al omdat het volume van deze ruimtes daarvoor te klein is. Ook de vorm van de ruimten leent zicht niet tot het gebruik als een klassieke concertzaal. De akoestiek is geoptimaliseerd voor woord (theater) en alle vormen van versterkte muziek. Concreet betekent dit, dat we een behoorlijke oppervlakte geluidabsorptie voorzien in de beide zalen, om de nagalmtijd te beperken. Indien gewenst kunnen we de optie bestuderen om de akoestiek enigszins variabel te maken, door de oppervlakte geluidabsorptie aan te passen. Dit ligt het meest voor de hand voor de kleine zaal.
Hieruit volgt wel, dat de meeste ruimten erg galmend zullen zijn. In de huidige ruimten meten we nagalmtijden van 2.0 – 3.5 s. In de grote ruimten vooraan, bijvoorbeeld, bedraagt de nagalmtijd 2.2 s. Onze ervaring leert dat dit onhoudbaar is voor de meeste functies die men in het gebouw wenst te huisvesten. Het is een element van discussie in hoeverre we nieuwe (vreemde) elementen mogen toevoegen om de gepaste akoestiek voor elke functie te bekomen. Het zal in de meeste gevallen gaan om grote oppervlakten geluidabsorptie op het plafond of op de wanden.
V. Vragen: gebruik van de verschillende ruimten Op dit ogenblik zijn er in het bestaande gebouw een aantal ruimten gereserveerd voor specifieke functies, die echter niet steeds duidelijk omschreven zijn. Wij vragen aan de gebruikers dat zij op basis van de plannen en de functieomschrijving op het plan in detail zouden aangeven welke activiteiten men in die lokalen plant. Indien mogelijk, vragen wij ook om specifieke akoestische eisen of verwachtingen over die lokalen aan te geven, bijvoorbeeld: zaalakoestiek vooral geschikt voor spraak (muziek,...), hoge geluidisolatie naar de aanpalende lokalen vereist,... De onderstaande tabel is hiertoe een aanzet. lokaal
nadere omschrijving van de activiteit
eisen of verwachtingen inzake de akoestiek
voorontwerp plan -1 grote zaal
absolute voorrang voor theater
de akoestiek is geoptimaliseerd voor het gesproken woord; dit is ook OK voor alle vormen van versterkte muziek akoestisch niet aanpasbaar
geluidsstudio videostudio voorontwerp plan +0 polyvalente ruimte café
voorontwerp plan +1 repetitieruimte 2 (± 129 m ) repetitieruimte 2 (± 168 m ) voorontwerp plan +2 polyvalente zaal 2 (± 77 m ) polyvalente zaal 2 (± 126 m ) polyvalente / opdeelbare zaal 2 (± 374 m ) voorontwerp plan +3 kleine zaal atelier 2 (± 74 m ) polyvalente / opdeelbare zaal 2 (± 375 m ) polyvalente zaal 2 (± 22 m ) voorontwerp plan +4 polyvalente / opdeelbare zaal 2 (± 279 m )
functioneel aanpasbaar voor andere types voorstellingen gebeuren hier geluidsopnamen? gebeuren hier geluidsopnamen?
plant men hier optredens?
verwacht men een aangepaste akoestiek? (niet de mogelijk galmende akoestiek van een bestaand gebouw zonder geluidabsorptie)
Algemeen is de vraag voor het bestaande gebouw in hoeverre we nieuwe elementen moge aanbrengen om de akoestische prestaties te verbeteren. Het gaat dan in het bijzonder om de geluidisolatie tussen lokalen onderling, de geluidisolatie van de beglaasde geveldelen, en de geluidabsorptie in de diverse ruimten.
9. RAMING Deze raming is op basis van eenheidsprijzen (m2), vergeleken met gelijkaardige dossiers en met een controle ten opzichte van enkele beschikbare databases van gekende instanties. De raming voorontwerp is gebaseerd op het programma van eisen. In de raming zijn voor alle functies de budgetten voorzien om een goede technische oplossing te bieden. In de raming wordt ook de optie van het laden en lossen via een vrachtwagenlift in de Poststraat begroot. In een eerste versie wanneer deze lift gelijktijdig met de werken aan het postgebouw kan gepland worden. In een tweede versie wordt aangeduid wat de kostprijs zou zijn indien de aanleg van de vrachtwagenlift al in het gebouw wordt voorzien en pas later in het openbaar domein wordt geïnstalleerd. Onderaan de raming is een voorstel van mogelijke besparingsopties aangegeven. Dit voorstel is richtinggevend en kan het onderwerp zijn van verdere besprekingen. Door een aantal van de voorgestelde besparingen te combineren is het mogelijk om voor de verschillende opties binnen het door de bouwheer vooropgestelde maximumbudget van 20 miljoen euro inclusief BTW en erelonen te blijven. We houden in deze raming ook rekening met toekenbare subsidies ‘restauratiewerken’ van het dossier (onderaan aangeduid in de raming), we moeten aangeven dat de effectieve toekenning van deze subsidies nooit kan gegarandeerd worden tot op het moment van de officiële bevestiging. De specialisten restauratie van het ontwerpteam hebben voldoende ervaring met deze materie om dit goed te begeleiden.
voorontwerp 1/8
2007.21 PTT Oostende Raming dd. 07/04/2008
verdieping
ruimte
-1 fase 01
fase 01
fase 01
restauratie circulatie vluchttrap 01 sas berging sanitair restauratie extra loge/theatertechniekers sanitaire toestellen loge circulatie bestaande traphal 01 lift traphal 01 circulatie bestaande gang lokaal zwakstroom studio 01 audio + video regie audio + video studio 02 audio + video technische ruimte studio bergingen (8 stuks) bergingen (7 stuks) circulatie bergingen circulatie bestaande diensttrap technische ruimte lift circulatie verbinding traphallen lokaal Belgacom repetitieruimte dans, theater sas berging vuilnis circulatie bestaande traphal 02 lift traphal 02 sanitair nieuw sanitaire toestellen circulatie vluchttrap 02 afbraak & fundering nieuwbouw afbraak & fundering uitgraven schacht technieken nieuwbouw grote zaal zetels grote zaal fundering tubes circulatie publiek tubes afbraak & fundering Wittenonnenstraat
fase 02
verbouwing Wittenonnenstraat zijtoneel hoogspanning noodstroomgenerator kabelkelder Belgacom afbraak & fundering Poststraat
fase 02
netto opp
= subsidieerbaar restauratie prijs/m² subtotaal
prijs/m²
stabiliteit subtotaal
prijs/m²
technieken subtotaal
prijs/m²
totaal subtotaal excl BTW
2.802 m²
fase 02
fase 02
bruto opp
architectuur prijs/m² subtotaal
verbouwing Poststraat circulatie intern trap/lift goederenlift machinekamer lift + sas
30 15 10 42 67
m² m² m² m² m²
450 € 450 €
650 €
13.316 € 6.534 €
43.232 €
23 m² 71 25 34 29 59 18 132 128 125 8 4 72 60 216 21 20 41
m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m²
375 € 750 € 375 €
3.769 € 31.403 € 24.941 €
5€ 5€ 5€ 5€ 5€
148 € 73 € 50 € 209 € 333 €
222 € 222 € 222 € 95 € 95 €
750 €
17.370 €
5€
116 €
95 €
500 € 250 € 250 € 375 € 375 € 375 € 375 € 250 € 375 € 500 € 500 €
35.490 € 6.178 € 8.465 € 10.984 € 22.121 € 6.803 € 49.448 € 32.048 € 46.744 € 4.040 € 2.220 €
5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€
355 € 124 € 169 € 146 € 295 € 91 € 659 € 641 € 623 € 40 € 22 € 362 €
95 € 222 € 222 € 222 € 222 € 222 € 222 € 95 € 95 € 95 € 222 € 222 €
2.500 € 2.500 € 3.500 € 2.500 €
84.650 € 73.225 € 206.465 € 45.350 €
125 € 125 €
16.024 € 15.581 €
450 €
32.598 €
950 €
205.295 €
375 € 250 € 250 € 750 €
81.038 € 5.335 € 5.093 € 30.758 €
5€ 5€ 5€ 5€
1.081 € 107 € 102 € 205 €
95 € 95 € 95 € 95 €
71 m²
650 €
46.209 €
250 €
17.773 €
5€
355 €
222 €
38 m²
450 €
16.893 €
5€
188 €
222 €
1.000 m²
35 €
35.000 €
373 m²
800 €
298.712 € 171.600 €
108 m² 108 m²
250 €
27.068 €
119 m²
50 €
5.964 €
62 m² 46 m²
150 €
9.275 €
50 €
14.000 €
37 m²
150 €
5.519 €
51 m²
20.530 € 2.027 € 1.935 € 3.896 € 90.000 € 15.782 € 19.800 € 8.334 €
677 € 677 € 602 € 850 € 1.125 € 850 € 600 € 477 € 2.977 € 3.102 € 4.102 € 3.102 € 602 € 475 € 600 € 600 € 727 € 677 € 1.425 € 350 € 350 € 850 € 1.127 € 677 €
163.184 € 43.583 € 575.573 €
275 €
102.682 €
2.616 €
333 € 308 €
36.000 € 33.358 €
275 €
29.774 €
333 € 833 €
29.473 € 223 € 223 €
13.806 € 10.251 €
20.032 € 9.830 € 6.050 € 35.590 € 74.824 € 8.800 € 19.686 € 120.000 € 42.588 € 11.787 € 100.801 € 90.858 € 241.977 € 56.270 € 79.380 € 60.890 € 74.790 € 4.848 € 3.228 € 49.042 € 307.943 € 7.469 € 7.130 € 34.859 € 90.000 € 80.118 € 19.800 € 25.415 € 198.184 € 43.583 €
1.541 €
22 m² 280 m²
6.569 € 3.223 € 2.231 € 3.978 € 6.318 € 8.800 € 2.200 € 120.000 € 6.743 € 5.486 € 7.517 € 6.502 € 13.096 € 4.027 € 29.273 € 12.178 € 11.842 € 768 € 986 € 16.082 €
976.968 € 171.600 € 36.000 € 90.200 €
35.437 € 180 € 275 €
25.000 €
34.210 € 22.876 € 48.000 € 25.000 €
57.911 €
71.911 €
678 €
24.937 €
275 €
678 €
34.427 €
275 €
11.129 € 12.625 € 48.000 €
10.117 € 170.000 € 13.967 €
553 € 498 €
1.103 € 953 €
40.573 € 170.000 € 48.394 €
voorontwerp 2/8
verdieping
ruimte
fase 02
afbraak & fundering nieuwbouw
fase 02
nieuwbouw scène grote zaal
+0 fase 01
fase 01
fase 02
fase 02
fase 02
bruto opp
netto opp
architectuur prijs/m² subtotaal
2.166 m²
35 €
75.827 €
313 m²
150 €
46.926 €
450 €
5.657 €
= subsidieerbaar restauratie prijs/m² subtotaal
prijs/m²
stabiliteit subtotaal
prijs/m²
technieken subtotaal
prijs/m²
totaal subtotaal excl BTW
203.243 €
279.070 €
1.127 €
352.417 €
180 €
56.311 €
1.457 €
455.655 €
222 € 222 € 222 € 222 € 222 € 95 € 95 € 95 € 95 € 159 € 159 € 222 € 159 €
2.791 € 3.019 € 908 € 5.610 € 29.544 € 1.989 € 1.262 € 1.198 € 1.264 € 50.883 € 6.270 € 56.788 € 4.687 € 20.000 €
677 € 477 € 977 € 977 € 1.452 € 850 € 1.100 € 1.100 € 850 € 2.014 € 1.914 € 1.577 € 914 €
477 €
8.510 € 6.487 € 3.996 € 24.689 € 193.232 € 17.799 € 14.608 € 13.871 € 11.314 € 646.394 € 75.698 € 403.397 € 27.012 € 20.000 € 10.159 € 24.306 € 10.411 € 30.426 € 89.690 € 175.651 € 16.784 € 93.652 € 99.416 € 17.901 € 7.514 € 24.132 € 13.025 € 44.139 € 13.200 € 8.319 €
2.807 m² restauratie vide circulatie vluchttrap 01 circulatie techniek berging circulatie bestaande diensttrap 01 mobiele vestiaire zijfoyer circulatie bestaande traphal 01 backoffice 01 backoffice 02 circulatie backoffice stadslobby/tentoonstelling loketten foyer lokaal postbussen lift draaideuren inkom portaal vide doorgang -1 naar +1 circulatie publiek 01 circulatie publiek 02 café 01 telefooncellen kitchenette / bar café 02 berging bar 01 circulatie bestaande diensttrap 02 circulatie bestaande traphal 02 circulatie publiek 03 sanitair restauratie/nieuw sanitaire toestellen berging bar 02 vide circulatie vluchttrap 02 nieuwbouw vide grote zaal vestiaire circulatie publiek tubes verbouwing Wittenonnenstraat technieken vide zijtoneel verdeler Belgacom verbouwing Poststraat circulatie intern trap/lift laden en lossen toegang personeel en artiesten nieuwbouw vide scène grote zaal
20 13 14 4 25 133 21 13 13 13 321 40 256 30
m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m²
7 28 14 21 105 76 10 49 55 21 9 28 19 50
m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m²
600 €
79.848 €
250 € 250 €
3.320 € 3.153 €
600 € 250 € 600 €
192.618 € 9.890 € 153.480 €
950 €
72.552 €
950 € 950 €
46.170 € 52.412 €
200 € 400 €
3.848 € 20.132 €
17 m² 20 m² 373 m² 16 m² 107 m²
250 € 250 €
3.990 € 26.648 €
37 m² 58 m² 50 m² 37 m² 35 m² 13 m² 313 m²
150 € 150 € 150 €
5.531 € 5.316 € 1.977 €
250 € 750 € 750 € 625 € 750 € 750 € 750 € 750 € 1.250 € 1.500 € 750 € 750 €
3.400 € 3.068 € 18.953 € 83.175 € 15.705 € 9.960 € 9.458 € 9.983 € 401.288 € 59.340 € 191.850 € 22.178 €
5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€
63 € 68 € 20 € 126 € 665 € 105 € 66 € 63 € 67 € 1.605 € 198 € 1.279 € 148 €
1.500 € 875 € 500 € 1.250 € 625 € 1.250 € 1.500 € 750 € 625 € 625 € 750 € 750 € 250 € 250 €
10.125 € 24.168 € 7.160 € 25.750 € 65.794 € 95.463 € 15.735 € 36.450 € 34.481 € 13.131 € 6.630 € 21.293 € 4.810 € 12.583 €
5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€
34 € 138 € 72 € 103 € 526 € 382 € 52 € 243 € 276 € 105 € 44 € 142 € 96 € 252 €
222 € 222 € 222 € 95 € 95 € 222 € 222 € 222 € 95 € 95 € 222 € 222 €
250 €
4.360 €
5€
87 €
222 €
3.179 € 4.573 € 23.370 € 7.255 € 997 € 10.789 € 12.248 € 4.664 € 840 € 2.697 € 4.271 € 11.173 € 13.200 € 3.872 €
1.541 € 308 €
24.602 € 32.840 €
275 € 275 € 275 €
102.682 € 4.389 € 29.312 €
275 € 2.066 € 833 €
102.682 € 32.981 € 88.800 €
223 €
8.248 €
275 € 180 €
10.159 € 10.426 €
498 € 180 €
18.407 € 10.426 €
678 € 678 € 678 €
24.992 € 24.022 € 8.934 €
275 € 275 € 275 €
10.139 € 9.746 € 3.625 €
1.103 € 1.103 € 1.103 €
40.661 € 39.084 € 14.535 €
275 €
86.031 €
275 €
86.031 €
1.505 € 880 € 727 € 1.477 € 852 € 2.300 € 1.600 € 1.927 € 1.802 € 852 € 850 € 850 € 677 € 877 €
voorontwerp 3/8
verdieping
ruimte
+0A fase 01
fase 01
fase 02
fase 02
fase 02
netto opp
= subsidieerbaar restauratie prijs/m² subtotaal
prijs/m²
stabiliteit subtotaal
prijs/m²
technieken subtotaal
prijs/m²
totaal subtotaal excl BTW
337 m² restauratie circulatie bestaande traphal 01 circulatie intern archief constructie koepels lokettenzaal ruimte boven schuifdeur ruimte achter glazen koepels dubbele hoogte cafe circulatie bestaande traphal 02
+1 fase 01
bruto opp
architectuur prijs/m² subtotaal
21 41 30 28 22 24 48 29
m² m² m² m² m² m² m² m²
750 € 500 € 250 € 250 € 250 € 500 €
15.675 € 20.515 € 7.585 € 6.908 € 5.578 € 11.835 €
5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€
105 € 205 € 152 € 138 € 112 € 118 €
95 € 222 € 222 € 95 € 95 € 95 €
1.986 € 9.109 € 6.735 € 2.625 € 2.119 € 2.249 €
850 € 727 € 477 € 350 € 350 € 600 €
17.765 € 29.829 € 14.472 € 9.671 € 7.809 € 14.202 €
750 €
21.458 €
5€
143 €
95 €
2.718 €
850 €
24.319 €
375 € 750 € 500 €
22.886 € 14.963 € 15.765 €
5€ 5€ 5€
305 € 100 € 158 €
222 € 95 € 222 €
977 € 850 € 877 €
500 € 750 € 500 €
4.560 € 15.465 € 40.915 €
5€ 5€ 5€
46 € 103 € 409 €
222 € 95 € 159 €
13.549 € 1.895 € 7.000 € 8.800 € 2.025 € 1.959 € 12.970 €
59.626 € 16.958 € 27.652 € 8.800 € 7.998 € 17.527 € 66.569 €
500 € 250 € 1.000 € 250 € 500 € 625 € 750 € 750 € 750 € 500 €
175.300 € 8.053 € 12.390 € 24.495 € 84.260 € 10.594 € 16.650 € 33.180 € 24.083 € 12.265 €
500 € 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€
12.500 € 1.753 € 161 € 62 € 490 € 843 € 85 € 111 € 221 € 161 € 123 €
222 € 222 € 95 € 222 € 95 € 222 € 95 € 95 € 222 € 222 €
32 m²
750 €
23.925 €
5€
160 €
95 €
77 m²
150 €
11.480 €
5€
383 €
2.179 m² restauratie foyer artiesten & medewerkers circulatie intern sanitair nieuw sanitaire toestellen berging circulatie bestaande traphal 01 kantoor vide foyer passerelle boven foyer stuctuur gewelf lokettenzaal technische ruimte 01 ruimte koepel start tubes technische ruimte 02 repetitie theater berging 01 circulatie bestaande traphal 02 circulatie publiek sanitair restauratie santair nieuw sanitaire toestellen berging 02 dak boven inkom nieuwbouw start amfitheater/vide zaal circulatie publiek tubes verbouwing Wittenonnenstraat repetitieruimte muziek technieken verbouwing Poststraat circulatie intern trap/lift loges sanitaire toestellen loge circulatie intern nieuwbouw vide theatertoren
61 m² 20 m² 32 m² 9 21 82 228 25 351 32 12 98 169 17 22 44 32 25
m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m²
641 m² 109 m²
375 €
22.886 €
150 €
4.730 €
150 €
1.368 €
150 €
12.275 €
250 €
8.053 €
250 € 300 €
24.495 € 50.556 €
150 €
3.680 €
77.833 € 7.151 € 1.177 € 21.752 € 16.009 € 3.763 € 2.109 € 4.203 € 7.128 € 5.446 € 15.400 € 3.031 €
877 € 850 € 814 € 500 € 727 € 727 € 1.100 € 727 € 900 € 852 € 850 € 850 € 977 € 877 € 850 €
12.500 € 254.886 € 23.417 € 13.629 € 71.231 € 151.668 € 14.441 € 18.870 € 37.604 € 31.371 € 21.513 € 15.400 € 27.115 €
155 €
11.862 €
250 €
27.320 €
308 €
33.669 €
275 €
30.052 €
833 €
91.041 €
96 m² 48 m²
950 €
91.257 €
223 € 223 €
21.449 € 10.640 €
275 € 275 €
26.417 € 13.104 €
1.448 € 498 €
139.123 € 23.744 €
38 m² 43 m²
150 € 250 €
5.654 € 10.783 €
678 € 678 €
25.547 € 29.235 €
275 € 275 €
1.103 € 1.203 €
8 m²
150 €
1.143 €
678 €
5.165 €
275 €
10.365 € 11.861 € 8.800 € 2.096 €
41.566 € 51.878 € 8.800 € 8.404 €
313 m²
1.103 €
voorontwerp 4/8
verdieping
ruimte
+2 fase 01
fase 01
restauratie auditorium regiekamer auditorium technische ruimte auditorium sanitair auditorium circulatie auditorium circulatie bestaande traphal 01 backoffice culturele ruimte muziek, theater, dans atelier berging 01 circulatie publiek 01 circulatie bestaande traphal 02 sanitair restauratie circulatie publiek repetitieruimte tekst terras 01 terras 02 dak 01 dak 02 nieuwbouw amfitheater wenteltrap circulatie publiek tubes +2 tot +3 verbouwing Wittenonnenstraat vide +1
fase 02
verbouwing Poststraat circulatie intern trap/lift loge sanitaire toestellen loge circulatie intern nieuwbouw vide theatertoren rook & warmteafvoer theatertoren
+2A fase 01
fase 02
fase 02
netto opp
= subsidieerbaar restauratie prijs/m² subtotaal
prijs/m²
stabiliteit subtotaal
prijs/m²
technieken subtotaal
prijs/m²
totaal subtotaal excl BTW
1.640 m²
fase 02
fase 02
bruto opp
architectuur prijs/m² subtotaal
60 11 9 29 11 21 22 374 73 31 19 40 30 7 68
m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m² m²
25 46 379 170
m² m² m² m²
641 m²
500 € 75 €
30.030 € 840 €
150 € 950 € 150 €
3.260 € 355.547 € 10.884 €
300 €
20.289 €
350 €
1.500 € 375 € 375 € 750 € 750 € 750 € 500 € 1.000 € 500 € 500 € 500 € 750 € 750 € 750 € 500 €
90.090 € 4.200 € 3.405 € 21.818 € 8.025 € 15.900 € 10.865 € 374.260 € 36.280 € 15.495 € 9.530 € 30.158 € 22.515 € 5.063 € 33.815 €
5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€
300 € 56 € 45 € 145 € 54 € 106 € 109 € 1.871 € 363 € 155 € 95 € 201 € 150 € 34 € 338 €
95 € 95 € 222 € 222 € 95 € 95 € 159 € 95 € 95 € 95 € 222 € 95 € 159 € 95 € 159 €
5.706 € 1.064 € 2.016 € 6.458 € 1.017 € 2.014 € 3.444 € 35.555 € 6.893 € 2.944 € 4.231 € 3.820 € 4.758 € 641 € 10.719 €
375 € 375 € 150 € 150 €
9.281 € 17.126 € 56.858 € 25.433 €
5€ 5€ 5€ 5€
124 € 228 € 1.895 € 848 €
275 €
35.926 €
3.758 €
10.134 € 13.866 € 8.800 €
1.103 € 1.203 €
224.497 €
131 m²
1.750 €
228.620 €
1.733 €
22.500 € 226.371 €
37 m² 50 m²
150 € 250 €
5.528 € 12.605 €
678 € 678 €
24.978 € 34.176 €
275 € 275 €
2 m²
150 €
324 €
678 €
1.464 €
275 €
2.100 € 550 € 602 € 977 € 850 € 850 € 814 € 2.050 € 750 € 600 € 727 € 850 € 914 € 850 € 964 €
126.126 € 6.160 € 5.466 € 28.421 € 9.095 € 18.020 € 17.677 € 767.233 € 54.420 € 18.594 € 13.857 € 34.179 € 27.423 € 5.738 € 65.162 €
380 € 380 € 155 € 155 €
9.405 € 17.355 € 58.753 € 26.280 €
350 €
224.497 € 22.500 € 490.917 €
1.103 €
40.639 € 60.647 € 8.800 € 1.788 €
313 m² 120.000 €
120.000 €
164 m² restauratie kantoor circulatie bestaande traphal 01 circulatie bestaande traphal 02 vide bestaande traphal 02 berging 02 atelier verbouwing Wittenonnenstraat technische ruimte theater technieken circulatie intern verbouwing Poststraat circulatie intern trap/lift
62 21 23 17 31 71
m² m² m² m² m² m²
150 €
9.288 €
150 €
10.719 €
500 € 750 € 750 € 250 € 500 € 500 €
30.960 € 15.458 € 17.213 € 4.205 € 15.725 € 35.730 €
5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€
310 € 103 € 115 € 84 € 157 € 357 €
159 € 95 € 95 €
9.814 € 1.958 € 2.180 €
222 € 222 €
24.629 € 3.608 € 3.122 €
24.978 €
110 m² 16 m² 14 m²
150 €
2.097 €
223 € 223 € 223 €
37 m²
150 €
5.528 €
678 €
6.982 € 15.864 €
814 € 850 € 850 € 255 € 727 € 877 €
50.372 € 17.519 € 19.508 € 4.289 € 22.864 € 62.670 €
275 € 275 € 275 €
30.333 € 4.444 € 3.845 €
498 € 498 € 648 €
54.961 € 8.052 € 9.063 €
275 €
10.134 €
1.103 €
40.639 €
voorontwerp 5/8
verdieping
ruimte
+3 fase 01
fase 01
fase 02
fase 02 fase 02
netto opp
= subsidieerbaar restauratie prijs/m² subtotaal
prijs/m²
stabiliteit subtotaal
prijs/m²
technieken subtotaal
prijs/m²
totaal subtotaal excl BTW
1.492 m² restauratie kantoor circulatie bestaande traphal 01 annex vergaderzaal culturele ruimte vergaderen atelier berging circulatie publiek sanitair nieuw sanitaire toestellen circulatie bestaande traphal 02 sanitair restauratie sanitair nieuw sanitaire toestellen circulatie publiek foyer kleine zaal
64 21 22 375 72 23 19 8
m² m² m² m² m² m² m² m²
40 m² 21 m² 17 m²
150 €
9.578 €
150 € 650 € 150 €
3.333 € 243.835 € 10.841 €
150 €
150 €
1.238 €
500 € 750 € 500 € 1.000 € 500 € 500 € 500 € 500 €
31.925 € 15.983 € 11.110 € 375.130 € 36.135 € 11.405 € 9.610 € 4.125 €
5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€
319 € 107 € 111 € 1.876 € 361 € 114 € 96 € 41 €
159 € 95 € 159 € 95 € 95 € 95 € 222 € 222 €
2.498 €
750 € 750 € 500 €
30.233 € 15.945 € 8.325 €
5€ 5€ 5€
202 € 106 € 83 €
95 € 222 € 222 €
625 € 625 €
18.069 € 24.606 €
5€
145 € 7.500 €
222 € 222 €
150 € 375 € 375 €
14.321 € 2.794 € 17.351 €
150 € 5€ 5€
14.321 € 37 € 231 €
29 m² 39 m²
terras 01 terras 02 terras 03 nieuwbouw circulatie publiek tubes +3 tot +4 verbouwing Wittenonnenstraat foyer kleine zaal technische ruimte nieuwbouw Poststraat circulatie intern trap/lift nieuwbouw kleine zaal
+3A fase 01
bruto opp
architectuur prijs/m² subtotaal
10.120 € 2.024 € 3.522 € 35.637 € 6.866 € 2.167 € 4.267 € 1.832 € 8.800 € 3.829 € 4.720 € 3.696 € 8.800 € 6.418 € 8.740 €
814 € 850 € 814 € 1.750 € 750 € 600 € 727 € 877 €
852 € 847 €
51.942 € 18.114 € 18.076 € 656.478 € 54.203 € 13.686 € 13.973 € 7.235 € 8.800 € 34.264 € 20.771 € 14.602 € 8.800 € 24.631 € 40.846 €
500 € 380 € 380 €
47.735 € 2.831 € 17.583 €
850 € 977 € 877 €
95 m² 7 m² 46 m²
200 €
19.094 €
103 m²
1.750 €
179.708 €
1.733 €
177.939 €
275 €
28.240 €
3.758 €
385.886 €
84 m² 57 m²
250 €
21.073 €
223 € 223 €
18.821 € 12.654 €
275 € 275 €
23.180 € 15.584 €
748 € 498 €
63.073 € 28.238 €
37 m²
150 €
5.499 €
678 €
24.849 €
275 €
10.082 €
1.103 €
40.430 €
284 m²
300 €
85.290 €
1.379 €
391.930 €
180 €
51.174 €
1.859 €
528.394 €
150 €
9.131 €
150 €
3.260 €
159 € 95 € 159 € 95 €
9.648 € 2.005 € 3.444 € 2.200 €
1.064 € 850 € 1.064 € 850 € 250 €
64.735 € 17.935 € 23.110 € 19.686 € 4.203 €
380 €
2.846 €
639 m² restauratie personeelsruimte circulatie bestaande traphal 01 kantoor circulatie bestaande traphal 02 vide bestaande traphal 02 terras
61 21 22 23 17
m² m² m² m² m²
7 m²
750 € 750 € 750 € 750 € 250 €
45.653 € 15.825 € 16.298 € 17.370 € 4.203 €
5€ 5€ 5€ 5€
304 € 106 € 109 € 116 €
375 €
2.809 €
5€
37 €
voorontwerp 6/8
verdieping
ruimte
+4 fase 01 fase 01
bruto opp
fase 02 fase 02
afbraak latere toevoeging restauratie kantoor circulatie bestaande traphal 01 annex polyvalente ruimte polyvalente ruimte / feestzaal keuken / bar circulatie publiek berging sanitair nieuw sanitaire toestellen circulatie bestaande traphal 02
nieuwbouw Wittenonnenstraat technische ruimte nieuwbouw Poststraat circulatie intern trap/lift nieuwbouw vide kleine zaal
+4A fase 01
fase 02 fase 02
prijs/m²
stabiliteit subtotaal
prijs/m²
technieken subtotaal
prijs/m²
totaal subtotaal excl BTW
122 m²
150 €
18.233 €
65 21 24 278 43 24 17 43
150 €
9.746 €
150 € 600 € 575 €
3.585 € 166.758 € 24.777 €
275 €
11.910 €
m² m² m² m² m² m² m² m²
18.233 €
877 € 850 € 814 € 1.700 € 1.050 € 602 € 475 € 877 € 850 €
56.979 € 18.046 € 19.443 € 472.481 € 45.245 € 14.611 € 7.847 € 37.983 € 19.800 € 34.672 €
380 € 505 €
64.570 € 61.383 €
500 € 750 € 500 € 1.000 € 375 € 375 € 375 € 375 €
32.485 € 15.923 € 11.950 € 277.930 € 16.159 € 9.101 € 6.195 € 16.241 €
5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€ 5€
325 € 106 € 120 € 1.390 € 215 € 121 € 83 € 217 €
222 € 95 € 159 € 95 € 95 € 222 € 95 € 222 €
41 m²
750 €
30.593 €
5€
204 €
95 €
170 m² 122 m²
375 € 500 €
63.720 € 60.775 €
5€ 5€
850 € 608 €
296 €
4.593 €
275 €
4.271 €
571 €
8.864 €
678 €
24.863 €
275 €
10.087 €
1.103 €
40.452 €
222 € 222 €
13.482 € 8.969 €
677 € 677 €
41.114 € 27.351 €
155 € 155 € 255 € 155 € 155 €
9.223 € 11.456 € 114.337 € 21.962 € 8.161 €
16 m² 37 m²
150 €
5.502 €
200 € 200 €
12.146 € 8.080 €
14.423 € 2.017 € 3.788 € 26.403 € 4.094 € 5.388 € 1.569 € 9.615 € 19.800 € 3.875 €
150 €
284 m²
577 m² restauratie technische ruimte 01 technische ruimte 02 dak 01 dak 02 dak 03 dak 04 dak 05
fase 02
= subsidieerbaar restauratie prijs/m² subtotaal
1.085 m²
terras dak fase 02
netto opp
architectuur prijs/m² subtotaal
nieuwbouw Wittenonnenstraat technische ruimte nieuwbouw Poststraat circulatie intern trap/lift nieuwbouw technische ruimte 03 technische buitenruimte
61 m² 40 m² 60 74 448 142 53
m² m² m² m² m²
250 € 250 €
15.183 € 10.100 €
5€ 5€
304 € 202 €
150 € 150 € 250 € 150 € 150 €
8.925 € 11.087 € 112.095 € 21.254 € 7.898 €
5€ 5€ 5€ 5€ 5€
298 € 370 € 2.242 € 708 € 263 €
296 €
4.492 €
275 €
4.177 €
571 €
8.670 €
678 €
24.863 €
275 €
10.087 €
1.103 €
40.452 €
384 €
100.813 €
275 €
72.229 €
659 €
173.042 €
15 m² 37 m²
150 €
5.502 €
263 m² 70 m²
Gevels restauratie gevels stellingen voor gevelrestauratie
1.254.206 € 350.000 €
1.254.206 € 350.000 €
voorontwerp 7/8
verdieping
ruimte
subtotaal
bruto opp
netto opp
13.722 m² 10% onvoorzien fase schets
Theatertechnieken vaste inrichting: mechanica grote zaal elektriciteit grote zaal mechanica kleine zaal elektriciteit kleine zaal losse inrichting TOTAAL
architectuur prijs/m² subtotaal
= subsidieerbaar restauratie prijs/m² subtotaal
prijs/m²
stabiliteit subtotaal
prijs/m²
technieken subtotaal
totaal subtotaal excl BTW
4.226.662 €
6.259.526 €
3.080.003 €
2.620.837 €
16.187.029 €
422.666 €
625.953 €
308.000 €
262.084 €
1.618.703 €
940.586 € 356.229 € 223.279 € 133.182 € 350.000 € 13.722 m²
prijs/m²
940.586 € 356.229 € 223.279 € 133.182 € 350.000 €
6.652.605 €
6.885.479 €
3.388.003 €
2.882.921 €
921.386 €
953.639 €
469.238 €
399.285 €
1.444 € 19.809.008 € excl BTW en erelonen 2.743.548 €
BTW 21 %
1.590.538 €
1.646.215 €
810.021 €
689.263 €
4.736.037 €
TOTAAL incl BTW en erelonen
9.164.528 €
9.485.332 €
4.667.263 €
3.971.469 €
27.288.593 €
ERELONEN 13,85 %
BEREKENING SUBSIDIE
TOTAAL SUBSIDIEERBAAR
6.259.526 €
BTW 21 %
1.445.951 €
TOTAAL incl BTW
7.705.477 €
mogelijke subsidie 80%
-6.164.382 €
-6.164.382 €
TOTAAL NETTO incl BTW en erelonen 9.164.528 € 3.320.951 € niet inbegrepen: kosten voor aanpassingen aan verdeler en kabelkelder door Belgacom ( wel bouwkost verkleinen ruimte) en aanleg publiek domein OPTIE VRACHTWAGENLIFT extra stopplaats goederenlift op -2 liftput binnen gebouw liftput vrachtwagenlift Poststraat vrachtwagenlift TOTAAL
4.667.263 €
3.971.469 €
10.000 € 240 m²
1.306 €
125.000 € 313.438 €
350.000 €
21.124.211 €
10.000 € 125.000 € 313.438 € 350.000 €
7.002.605 €
6.885.479 €
3.826.441 €
2.892.921 €
969.861 €
953.639 €
529.962 €
400.670 €
20.607.446 € excl BTW en erelonen 2.854.131 €
BTW 21 %
1.674.218 €
1.646.215 €
914.845 €
691.654 €
4.926.931 €
TOTAAL incl BTW en erelonen
9.646.683 €
9.485.332 €
5.271.248 €
3.985.245 €
28.388.508 €
ERELONEN 13,85 %
BEREKENING SUBSIDIE
TOTAAL SUBSIDIEERBAAR
6.259.526 €
BTW 21 %
1.445.951 €
TOTAAL incl BTW
7.705.477 €
mogelijke subsidie 80%
-6.164.382 €
-6.164.382 €
TOTAAL NETTO incl BTW en erelonen 9.646.683 € 3.320.951 € niet inbegrepen: kosten voor aanpassingen aan verdeler en kabelkelder door Belgacom ( wel bouwkost verkleinen ruimte) en aanleg publiek domein
5.271.248 €
3.985.245 €
22.224.127 €
voorontwerp 8/8
verdieping
ruimte
bruto opp
netto opp
architectuur prijs/m² subtotaal
= subsidieerbaar restauratie prijs/m² subtotaal
prijs/m²
stabiliteit subtotaal
OPTIE VRACHTWAGENLIFT GEFASEERD IN DE TIJD EERSTE FASE: binnen gebouw extra stopplaats goederenlift op -2 liftput binnen gebouw meerwerk voor latere aansluiting met liftput Poststraat
TWEEDE FASE: buiten gebouw liftput vrachtwagenlift Poststraat vrachtwagenlift meerwerk voor doorbraak naar liftput binnen gebouw TOTAAL
prijs/m²
technieken subtotaal
12.500 € 125.000 € 75.000 €
240 m²
1.306 €
313.438 €
prijs/m²
totaal subtotaal excl BTW
12.500 € 125.000 € 75.000 €
313.438 € 350.000 € 25.000 €
350.000 € 25.000 € 7.002.605 €
6.885.479 €
3.926.441 €
2.895.421 €
969.861 €
953.639 €
543.812 €
401.016 €
BTW 21 %
1.674.218 €
1.646.215 €
938.753 €
692.252 €
4.951.437 €
TOTAAL incl BTW en erelonen
9.646.683 €
9.485.332 €
5.409.006 €
3.988.689 €
28.529.711 €
ERELONEN 13,85 %
20.709.946 € excl BTW en erelonen
2.868.328 €
BEREKENING SUBSIDIE
TOTAAL SUBSIDIEERBAAR
6.259.526 €
BTW 21 %
1.445.951 €
TOTAAL incl BTW
7.705.477 €
mogelijke subsidie 80%
-6.164.382 €
-6.164.382 €
TOTAAL NETTO incl BTW en erelonen 9.646.683 € 3.320.951 € niet inbegrepen: kosten voor aanpassingen aan verdeler en kabelkelder door Belgacom ( wel bouwkost verkleinen ruimte) en aanleg publiek domein
5.409.006 €
3.988.689 €
22.365.329 €
voorontwerp 1/1
2007.21 PTT Oostende Mogelijke besparingen tot budget
verdieping
ruimte
Mogelijke besparingen: studio's voor audio + video -1 vrachtwagenlift Poststraat koeling theaterzalen losse inrichting theatertechniek TOTAAL
bruto opp
netto opp
architectuur prijs/m² subtotaal
= subsidieerbaar restauratie prijs/m² subtotaal
prijs/m²
stabiliteit subtotaal
prijs/m²
technieken subtotaal
prijs/m²
totaal subtotaal excl BTW
-409.690 € -798.438 € -150.000 € -350.000 € -1.708.128 € excl BTW en erelonen
ERELONEN 13,85 %
-236.576 €
BTW 21 %
-408.388 €
TOTAAL incl BTW en erelonen
-2.353.091 €
10. TIMING In het item over de erfdienstbaarheden werd aangehaald dat hierover zeker verder onderzoek nodig is vooraleer de fase bouwaanvraag af te ronden. Dit heeft een invloed op de planning, waarvan we momenteel inschatten dat die minimaal met een twee maanden zal verlengen. De planning zal in de periode tussen voorontwerp en bouwaanvraag volgens de evolutie van deze onderzoeken geregeld aangepast worden. Op dit ogenblik zijn de meeste vooronderzoeken met betrekking tot het monument nog niet aanbesteed en bijgevolg nog niet gestart. De resultaten hiervan zijn van belang voor de opties die genomen worden in fase bouwaanvraag. Ook voor deze onderzoeken is momenteel niet duidelijk wat hun invloed op de planning zal zijn. We veronderstellen dat de timing hiervan parallell loopt met de onderzoeken naar de erfdienstbaarheden.
PLANNING PROJECT RESTAURATIE EN VERBOUWINGSWERKEN VOOR DE RECONVERSIE TOT CULTUURCENTRUM-KUNSTENCENTRUM 2007
jaar 6
maand
STUDIE
7
8
2008
9
10
11
12
1
2
3
4
5
6
2009 7
8
9
10
11
12
1
2
3
4
2010 5
6
7
...
7
8
9
2011 10
(bouwheer en architect, adviseurs verzorgen de nodige randinformatie)
Architect vormt visie mbt projectopgave en geeft conceptueel antwoord Doorgronden van wedstrijdopgave om het te vertalen in een ruimtelijk en in eerste fase conceptuele visie Informatiebronnen: bouwheer, wetgevingen, studie-onderzoek, ervaringen, gelijkaardige projecten, …. Controle budgetopgave - globale inschatting adhv. m² prijzen -> beperkingen en ontwerpvrijheden ifv verkregen informatie en wensen van de bouwheer Bouwheer en architect komen na het voeren van verder gesprekken en adhv. verdere informatie komen tot een PvE (de basis verder ontwerp en bouwproces)
Wedstrijdfase analyse programmaopgave verzamelen van (rand)informatie analyse budgetopgave - m² raming Voorstudie analyse bestaande toestand
WE
keuze team
Opmeting en onderzoek ter plaatsen ifv veroudering bouwelementen, achterstallig onderhoud -> inschatting mogelijkheden en kosten betaand gebouw Belangrijk is om een bouwhistorisch en bouwpathologisch vooronderzoek te doen door de specialisten 'restauratie' van het ontwerpteam; aparte subsidiering is hiervoor mogelijk na overleg instanties Diepere en verdere studie en detailonderzoek: stedebouwkundige regels, brandweer, invullen functie ifv gebouwanalyse, …. Uitvoeren grondonderzoek ifv inschatting mogelijkheden funderingen en onderkelderingen kostprijs funderingen/grondwerken Opmaken van uitgedetailleerde raming ifv concrete gegevens mbt randvoorwaarden en budgetverdeling ifv prioritaire punten bouwheer Gesprekken ifv. afstemmen verwachtingen bouwheer, verkregen randinformatie en visie van architectleiden tot een Programma van Eisen
analyse -bouwhistorisch / bouwpathologisch verzamelen van (rand)informatie grondonderzoek detail elementenraming definitieve opstellen PvE
Het programma van eisen vormt de basis van het verder ontwerpproces. Indien er van het PvE wordt afgezien of indien er wijzigingen worden gevraagd, wordt nagegaan of dit invloed heeft op planning en budget. Bouwheer neemt nodige beslissingen.
ONTWERP
(bouwheer (AGSO), ontwerpteam en studieteam volgen het ontwerpproces adhv. besprekingen op maandelijkse vergaderingen)
Adhv. het PvE wordt een detailplanning opgemaakt met vermelding van einddatums van proces fases + duidelijke aanduiding van termijnen voor de verschillende leden van het ontwerpteam De detailplanning wordt door B-arch. Coördinatieteam opgevolgd gedurende het ganse ontwerpproces. Gezien het bouwhistorisch belang van het gebouw zullen in alle fases de specialist restauratie overleg plegen met het ontwerpteam en de instanties M&L en de specifieke subsidie instanties Indien bepaalde termijnen niet haalbaar blijken, onderzoekt B-arch. Coördinatieteam de oorzaak en wordt de probleemstelling aan de bouwheer voorgelegd, in samenspraak wordt de planning bijgestuurd.
Organisatie en planning Schetsontwerp - fase 1 (30 werkdagen) definiteve vormgeving PvE analyse restauratie onderdeel analyse en overleg met brandweer en externen analyse studiebureau's inpassen advies in ontwerp elementenraming goedkeuring
SO 30 werkdagen voorzien
Voorontwerp - fase 2 (50 werkdagen) detailuitwerking bouwk. en techn. inpassen advies restauratie inpassen advies in ontwerp gedetailleerde raming goedkeuring
50 werkdagen voorzien Bouwaanvraagdossier ( 80 werkdagen) uitwerken BA-dossier inpassen advies restauratie
minimaal 80 werkdagen voorzien vergunningsprocedures subsidieprocedures Het Ontwerp - fase 3 (60 + 20 werkdagen) keuzes afwerking uitwerking details draft (technische) plannen implementatie Veiligheids-en Gezondheidsplan goedkeuring opstellen dossier opstellen raming
DO+
Aanbesteding der werken
nazicht dossier verwerking aanpassingen definitief dossier + goedkeuring
80 werkdagen voorzien aanvraag offertes nazicht offertes (20 werkdagen) goedkeuring
BOUW
(ontwerpteam, bouwheer wordt gebriefd adhv. duidelijke overzichtsdocumenten, en woont indien hij dit wenst de werfvergadering bij)
maandelijks overleg tussen AGSO en Ontwerpteam Gunning opdracht Uitvoering werken in fase 01: restauratie aanpassingen aan verdeler/kabelkelder Belgacom
technieken afwerking
CO
werken in fase 02: nieuwbouw en renovatie voorbereiding + ruwbouw (casco+)
buitenaanleg nazicht vorderingstaten (10 kalenderdagen), nazicht der rekeningen (20 kalenderdagen)
Opvolging Technische werfopvolging Planning Budget
LEGENDE Architect Bouwheer + architect Bouwheer (begeleid door onbtwerpteam) Ontwerpteam (architect ism. Specialist architect restauratie, studiebureau technieken, stabiliteit, akoestiek, bouwheer volgt op adhv. regelmatige briefing door architect of door aanwezigheid op vergaderingen) B-architecten coördinatie-team Extern Aannemer(s) Aannemer(s) Aannemer(s) Aannemer(s)
ruwbouw technieken afwerking buitenaanleg
11
12
1
2
...
6
7
8
...
12
B-architecten (algemene coördinatie ontwerpteam) B-architecten (architectuur) Borgerhoutsestraat 22b01 2018 Antwerpen T 03 231 82 28 F 03 231 92 49
[email protected] www.b-architecten.be Arsis (architect restauratie) Edmond de Grimberghestraat 47 B-1080 Brussel T 02 410 84 39 F 02 410 34 31
[email protected] Studieburo Mouton (stabiliteit) Koningin Astridlaan 225 B-9000 Gent T 09 221 49 65 F 09 242 01 30
[email protected] www.studieburomouton.be
Studiebureau R. Boydens (speciale technieken) Autobaan 13 B-8210 Loppem-Zedelgem T 050 83 13 20 F 050 83 13 29
[email protected] www.boydens.com TTAS (theatertechnieken) Blekerijstraat 87 B-9000 Gent T 09 233 79 30 F 09 224 15 31
[email protected] Daidalos-Peutz (akoestiek) Oudebaan 391 B-3000 Leuven T 016 35 32 77 F 016 35 32 78
[email protected] www.daidalospeutz.be