KONINKLIJKE NEDERLANDSE LAWN TENNIS BOND
COMPETITIEREGLEMENT 2010
UITGAVE 2010 e 35 druk
Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond Postbus 1617 3800 BP Amersfoort
INHOUDSOPGAVE I.
Definities, algemene bepalingen en afkortingen 01. Competitiereglement en reglement eredivisie 02. Definities en afkortingen 03. Aanduidingen in de marge 04. Bijlagen
6 6 6 11 11
II.
Organisatie van de competitie 01. Soorten competities 02. Beslissingsbevoegdheden 03. Data, klassen en afdelingen, aantal partijen en spelers, promotie en degradatie, aantal banen, begintijden en telmethoden 04. Indeling van de ploegen 05. Wedstrijdschema 06. Competitieprogramma 07. Spelregels en rustperioden 08. Uitstel van wedstrijden of partijen 09. Competitiegedelegeerde, hoofdscheidsrechter en arbitrage 10. Winnen, verliezen of gelijkspelen van een competitiewedstrijd 11. Winstpunten en opmaken van de competitiestand 12. Eerste en laatste plaats 13. Terugtrekking en uitsluiting van deelname 14. Onderlinge volgorde bij gelijk aantal winstpunten 15. Kampioen van Nederland 16. Promotie en degradatie 17. Niet (uit-) spelen van een competitiewedstrijd 18. Consul Competitie
13 13 13
III.
Verplichtingen van de verenigingen, de aanvoerders en de ploegen 01. Inschrijving van competitieploegen en verplichting tot het hebben van een gecertificeerde verenigingscompetitieleider (vcl) 02. Terugtrekking competitieploegen 03. Eisen banen en accommodatie 04. Ballen 05. Arbitrage 06. Speeldatum 07. Aanvoerder 08. Begintijd en planning van een competitiewedstrijd 09. Spelen en afspelen van competitiepartijen 10. Onvoltalligheid, niet speelklaar zijn en niet opkomen 11. Wachten bij slechte weersomstandigheden 2
13 14 14 14 15 17 17 18 18 18 19 19 20 20 20 21
22
22 22 23 24 24 25 25 26 27 28 29
12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. IV.
V.
VI.
Terrein, banen en kunstlicht Volgorde van de partijen Afspelen niet-beëindigde partijen Uitwisseling van ploegopstelling en tonen van ledenpas Uitwisseling van ploegopstelling bij inhaalwedstrijden Uitvallen van een speler Invullen van het wedstrijdformulier Opsturen van het wedstrijdformulier Kopieën van het wedstrijdformulier Correct gedrag van spelers Coachen Reclame
Het gerechtigd zijn om in de competitie of in een bepaalde competitiewedstrijd uit te komen 01. Ledenpas 02. Overschrijvingsbepalingen 03. Buitenlanders 04. Spelen voor meer verenigingen 05. In een ploeg hebben gespeeld of geacht worden te hebben gespeeld 06. Aantal malen dat in hogere ploeg mag worden gespeeld 07. Aantal malen dat in een competitieweek gespeeld mag worden 08. Welke en hoeveel partijen mag een speler spelen 09. Speelgerechtigdheid bij inhaalwedstrijden 10. Speelgerechtigdheid bij wedstrijden om het landskampioenschap 11. Speelgerechtigdheid bij een beslissingswedstrijd 12. Speelgerechtigdheid voor junioren 13. Samenval competitie en toernooien Opstelling volgens sterkte van ploegen en van spelers 01. Puntentoekenning aan de spelers 02. Sterktevolgorde van ploegen 03. Sterktevolgorde binnen één ploeg in enkel- en dubbelspel 04. Ploegopstelling bij inhaalwedstrijden 05. Uitwisselen van ploegen Regio-/Districtscompetitie 01. Welke ploegen kunnen deelnemen aan de regio-/districtscompetitie 02. Regio-/Districtscompetitiereglement 03. Speelgerechtigdheid bij wedstrijden om het landskampioenschap van de regio-/ districtscompetitie 04. Competitiesoorten 3
29 30 31 31 32 32 32 33 33 34 34 34
35 35 35 36 36 37 37 37 38 38 38 39 39 39 40 40 40 41 41 41 42 42 42 42 43
VII.
Bekercompetitie 01. Algemeen 02. Categorieën 03. Inrichting 04. Aantal ploegen per vereniging 05. Aantal spelers per ploeg 06. Lidmaatschap KNLTB 07. Spelen voor één vereniging 08. Aantal partijen per competitiewedstrijd 09. Wedstrijdschema 10. Vervolgwedstrijden 11. Aantal thuiswedstrijden per vereniging 12. Speelperioden 13. Speeldag 14. Aanvang van de wedstrijd 15. Ploeguitwisseling en ledenpassen 16. Wachten bij slechte weersomstandigheden 17. Afspelen van bekerwedstrijden 18. Inhalen
44 44 44 44 44 44 44 44 44 44 45 45 45 45 45 45 45 46 46
VIII. Indoorcompetitie 01. Algemene bepaling 02. Inschrijving van competitieploegen 03. Wedstrijdschema 04. Spelregels en rustperioden 05. Partijpunten en winstpunten 06. Opmaken van de competitiestand 07. Onvoltalligheid, niet speelklaar zijn en niet opkomen 08. Uitvallen van een speler 09. Speelgerechtigdheid
47 47 47 47 47 48 48 48 49 49
IX.
51
X.
Onderzoeken en protesten 01. Het indienen van een verzoek bij de CL om een onderzoek in te stellen 02. Hoe een verzoek om een onderzoek in te stellen door de CL wordt behandeld 03. Het indienen van een protest bij de CL 04. Hoe een protest door de CL wordt behandeld Strafbepalingen 01. Straffen die de CL kan opleggen 02. Boete bij herhaling van overtreding 03. Straffen die de LCW kan opleggen 04. Berechting door de strafcommissie 05. Bestraffing volgens het SPS
4
51 51 52 52 54 54 55 55 55 56
XI.
Beroepsprocedure 01. In beroep gaan bij de LCW tegen uitspraak CL 02. Hoe een beroep door de LCW wordt behandeld 03. Niet-ontvankelijkheid van een beroep 04. Uitspraken die de LCW kan doen 05. In beroep gaan tegen uitspraak LCW 06. In beroep gaan bij de Commissie van Beroep tegen uitspraak LCW 07. Wijze van behandeling in de Commissie van Beroep
58 59
Dispensatie en publicatie 01. Artikelen met dispensatie 02. Verzoek om dispensatie 03. Artikelen die publicatie vereisen
60 60 60 60
XIII. Slotbepalingen 01. Ingangsdatum van dit reglement 02. Wijziging van dit reglement
62 62 62
XII.
Bijlage-A: Richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter Bijlage-B: Correct gedrag van spelers Bijlage-C: Strafpuntensysteem (SPS) Bijlage-D: Kledingreclamecode Bijlage-E: Coachen Bijlage-F: Eisen tennisbanen Bijlage-G: Taken en bevoegdheden verenigingscompetitieleider (VCL) Bijlage-H: Systeem van variabele begintijden van competitie wedstrijden Lijst van trefwoorden
57 57 57 58 58 58
63 64 66 68 71 73 75 77 79
5
HOOFDSTUK I I-01 1. 2.
3.
4.
I-02
Definities, algemene bepalingen en afkortingen
Competitiereglement en reglement eredivisie Dit reglement is genaamd: het Competitiereglement van de KNLTB. De inhoud van dit reglement mag niet in strijd zijn met die van de Statuten, noch met die van het Algemeen Reglement van de KNLTB. Volgens het gestelde in artikel 16 lid 6 van het Algemeen Reglement wordt in het Eredivisiereglement alles vermeld wat betreft de organisatie van en de deelneming aan de Eredivisie. Wanneer in dit reglement voor een persoon de mannelijke vorm van een zelfstandig naamwoord wordt gebruikt, wordt tevens de vrouwelijke vorm hiervan bedoeld, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. Definities en afkortingen
In dit reglement wordt, voor zover daarin niet uitdrukkelijk anders is bepaald, verstaan onder: 1. a. ITF: International Tennis Federation. b. KNLTB: Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond. c. Bond: KNLTB. d. Statuten: de Statuten van de KNLTB. e. Algemeen Reglement (AR): het Algemeen Reglement van de KNLTB. f. Competitiereglement (CR): het reglement bedoeld in artikel 16 lid 4 van het AR. g. Reglement voor de Tennisarbitrage (TAR): het reglement bedoeld in artikel 16 lid 7 van het AR. h. Spelregels: de regels, vastgesteld door de ITF, volgens welke het tennisspel dient te worden gespeeld. i. "Tennisspelregels": de officiële door de KNLTB gepubliceerde vertaling van de door de ITF vastgestelde spelregels. j. Tuchtreglement: het Reglement bedoeld in artikel 16 lid 11 van het AR. 2. a. Bondsbestuur: het bondsbestuur van de KNLTB. b. Landelijke Commissie Wedstrijdtennis (LCW): een commissie van het bondsbestuur, belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de competitie en op de wedstrijden en toernooien. c. Competitieleider (CL): de door het bondsbestuur benoemde functionaris, die onder toezicht en verantwoordelijkheid van de LCW is belast met de uitvoering van de organisatie van de competitie. d. Landelijke Werkgroep Arbitrage (LWA): een werkgroep van de LCW, belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde 6
e. f. g. h.
i.
j.
3.
a. b. c.
d.
e.
f.
g. h. i.
taken, voor zover deze betrekking hebben op de arbitrage bij wedstrijden. Strafcommissie: de commissie, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub a. van het AR. Commissie van Beroep: de commissie, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub b. van het AR. Districtsbestuur: het bestuur, bedoeld in artikel 16 lid 5 van de Statuten. Commissie Wedstrijdtennis van een district: een commissie van het districtsbestuur belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de competitie en op de wedstrijden en toernooien. Regio-/Districtscompetitieleider (RCL/DCL): de door een (aantal) districtsbestu(u)r(en) benoemde functionaris, die onder toezicht en verantwoordelijkheid van de commissie(s) Wedstrijdtennis van dat/die district(en) met de uitvoering van de organisatie van de regio-/districtscompetitie is belast. Districts Werkgroep Arbitrage (DWA): een werkgroep van de commissie Wedstrijdtennis in het district, belast met de in artikel 17 van de Statuten bedoelde taken, voor zover deze betrekking hebben op de arbitrage bij wedstrijden. Bondsjaar: de periode van één januari tot en met éénendertig december. Bondsorgaan: het tijdschrift, bedoeld in artikel 1 van het Reglement Begripsbepalingen KNLTB. Wedstrijdbulletin: het jaarlijkse bulletin, dat de mededelingen van bondswege bevat met betrekking tot de landelijke competitie en toernooien. Bondskaarthouder: degene, die zonder lid van de KNLTB te zijn, het recht heeft verkregen deel te nemen aan één of meer door de KNLTB goedgekeurde wedstrijden en die als zodanig door de KNLTB is ingeschreven. Ledenpas: het jaarlijks door de KNLTB aan elk van zijn leden af te geven bewijs van lidmaatschap, waarop ook de voor het deelnemen aan wedstrijden en toernooien relevante gegevens zijn vermeld. Wedstrijdformulier: het (elektronische) formulier waarop de door de LCW verlangde gegevens betreffende het resultaat van een competitiewedstrijd worden vermeld. Junioren: degenen, die vóór de eerste januari van enig bondsjaar de zeventienjarige leeftijd niet hebben bereikt. Senioren: degenen, die vóór de eerste januari van enig bondsjaar de zeventienjarige leeftijd hebben bereikt. Veteranen: diegenen die vóór de eerste januari van het desbetreffende bondsjaar de vierendertigjarige leeftijd hebben bereikt.
7
4.
a.
b.
c.
d. e.
f.
g.
h.
i. j.
Competities: de jaarlijks door de KNLTB georganiseerde wedstrijden voor ploegen van verenigingen en van met goedkeuring van het bondsbestuur gevormde combinaties van verenigingen en andere combinaties, voor zover deze wedstrijden niet vallen onder lid 4 sub i. De KNLTB competities omvattende voorjaarscompetitie, de najaarscompetitie, de wintercompetitie, de indoorcompetitie en de bekercompetitie. Competitiewedstrijd: een wedstrijd van de onder lid 4 sub a bedoelde competities, bestaande uit een aantal competitiepartijen. Een competitiewedstrijd is aangevangen als een van de competitiepartijen van die wedstrijd is aangevangen. (Competitie)partij: een partij van een bepaalde spelsoort, die deel uitmaakt van een competitiewedstrijd. Een competitiepartij is aangevangen op het moment dat de eerste opslag voor het eerste punt in die partij is geslagen. Inspelen hoort nadrukkelijk niet tot de partij. Competitieprogramma: het geheel van competitie-indeling en wedstrijden per speeldag voor een bepaalde competitie. Competitiesoort: een jaarlijks door de KNLTB georganiseerde reeks van wedstrijden voor ploegen van verenigingen en/of combinaties van verenigingen op een specifieke dag en/of specifiek tijdstip, met specifieke competitiepartijen. Inhaalwedstrijd: competitiewedstrijd, die geheel of gedeeltelijk op een latere datum dan die van het competitieprogramma of het gewijzigde competitieprogramma wordt gespeeld. Hogere klasse: een klasse, die in de jaarlijkse door de LCW op te maken volgorde van afnemende sterkte, een hogere plaats inneemt. 1e Hogere ploeg in het geval van de gepubliceerde klassenvolgorde (artikel IV-06): een ploeg van dezelfde vereniging, die een gemiddelde sterkte heeft die meer dan 0,5 punt lager is dan de gemiddelde sterkte van een lagere ploeg. e 2 Hogere ploeg in het geval van de sterktevolgorde van ploegen (artikel V-02) een ploeg van dezelfde vereniging, die 1. ofwel in een hogere klasse speelt 2. ofwel in dezelfde klasse maar met een lager ploegnummer is aangeduid. Klassenvolgorde: de jaarlijks door de LCW vast te stellen volgorde in klassen op basis van afnemende speelsterkte. Regio-/Districtscompetities: het geheel van wedstrijden voor ploegen, als onder lid 4 sub a. omschreven, georganiseerd door een (aantal) districtsbestu(u)r(en), genoemd in artikel VI-01 van dit reglement. 8
k.
l.
m.
n.
o.
p.
q.
r. s. t.
5.
a.
Regio-/Districtscompetitiewedstrijd: een ploegenwedstrijd van de onder lid 4 sub i. bedoelde regio-/districtscompetities, bestaande uit een aantal competitiepartijen. Competitiegedelegeerde: de door de LWA aangewezen hoofdscheidsrechter, die door de LCW is belast met de algehele leiding van een competitiewedstrijd en aan wie door de LCW specifieke bevoegdheden kunnen worden toegekend. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin wordt door of namens de LCW een functionaris aangewezen als competitiegedelegeerde, die belast is met de algehele leiding van een indoorcompetitiewedstrijd. Consul Competitie: de door of namens de LCW aangewezen functionaris die als gevolmachtigd vertegenwoordiger van de competitieleider, is belast met het toezicht op de naleving van de regels uit het Competitiereglement en het wedstrijdbulletin. Hoofdscheidsrechter: degene, die door de LWA namens de LCW is belast met de algehele leiding van de arbitrage bij een bepaalde competitiewedstrijd, alsmede degene, die door de LWA of krachtens delegatie door de commissie Wedstrijdtennis van een district is belast met de taken genoemd in artikel III-51 van het Wedstrijd- en Toernooi- reglement. Scheidsrechter: degene, die een partij leidt, het toezicht heeft op de naleving van de spelregels, de stand afroept en de puntentelling bijhoudt. Arbitrage-assistenten: degenen, die de scheidsrechter bij het leiden van een partij behulpzaam zijn als lijnrechter, voetfoutrechter en netrechter. Bondsscheidsrechter: scheidsrechter, die is benoemd tot bondsscheidsrechter volgens de regels daaromtrent vermeld in het Reglement voor de Tennisarbitrage. Beslissend Punt Systeem: telmethode conform Bijlage IV van de Tennisspelregels. Korte sets: telmethode conform Tennisspelregels 5 en 6 en Bijlage IV van de Tennisspelregels. Beslissende wedstrijdtiebreak (7 of 10 punten): telmethode conform Tennisspelregels 5 en 6 en Bijlage IV van de Tennisspelregels. (i) Verenigingscompetitieleider: degene, die onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de vereniging waarvan hij lid is, belast is met de uitvoering van de organisatie van een bepaalde competitie en in het bezit is van een geldig VCL-certificaat. (ii) VCL certificaat: het certificaat dat door de commissie Wedstrijdtennis van het desbetreffende district aan de VCL wordt toegekend op grond van gebleken deskundigheid ter zake van de verenigingsorganisatie van de competitie. 9
b.
c.
d.
e.
f.
6.
a.
b. c. d.
e.
Aanvoerder: degene, die al dan niet zelf meespelend in een ploeg, deze ploeg met betrekking tot een bepaalde competitie wedstrijd vertegenwoordigt tegenover de KNLTB en de tegenpartij en die zich als zodanig kenbaar heeft gemaakt. Ploegopstelling: opgave van de namen van de spelers, die in een bepaalde competitiewedstrijd in de verschillende spelsoorten uitkomen in volgorde van afnemende speelsterkte in die spelsoorten. Speelsterkte: de basistennisvaardigheid ingeschaald in een bandbreedte variërend van 1 tot en met 9. De toekenning wordt jaarlijks bepaald aan de hand van een speelsterktesysteem dat beoogt iedereen in te schalen in de juiste bandbreedte. Dit systeem wordt jaarlijks door de LCW vastgesteld en gepubliceerd in het wedstrijdbulletin en op de website van de KNLTB. Categorie 1-, 2-, 3-, 4-, 5-, 6-, 7-, 8-, 9-enkelspelspeler: degene, aan wie onder verantwoordelijkheid van de LCW voor het enkelspel de speelsterkteaanduiding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 respectievelijk 9 is gegeven. Categorie 1-, 2-, 3-, 4-, 5-, 6-, 7-, 8-, 9-dubbelspelspeler: degene, aan wie onder verantwoordelijkheid van de LCW voor het dubbelspel de speelsterkteaanduiding 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 respectievelijk 9 is gegeven. Tennisbaan: het speelveld, zoals beschreven in de regel 1 van de Tennisspelregels, alsmede de uitlopen achter de achterlijnen en naast de zijlijnen van het speelveld. Speelvlak: het materiaal, waarvan het oppervlak van een tennisbaan is vervaardigd. Spelsoorten: damesenkelspel, herenenkelspel, damesdubbelspel, herendubbelspel en gemengddubbelspel. Competitieweek: de week van maandag tot en met zondag, waarin de door de competitieleider vastgestelde datum van de competitiewedstrijd valt. Tennisdomicilie: het domicilie, dat een tennisser geacht wordt te hebben als gevolg van: (1) de plaats van vestiging van de vereniging, waarin hij voorjaarscompetitie speelt. ofwel, als (1) niet van toepassing is: (2) de plaats van vestiging van de vereniging, waarvan hij lid is. ofwel, als (1) en (2) niet van toepassing zijn: (3) de gemeente, waarin hij woonachtig is. In afwijking van het bepaalde onder (1) en (2) kunnen de desbetreffende districtsbesturen na onderling schriftelijk overleg een tennisser toestaan zijn domicilie te kiezen in de plaats waar hij woonachtig is. Indien hij geen voorjaarscompetitie speelt en van meer dan één vereniging lid is, dient 10
f.
g.
I-03
hij zelf aan te geven, welke vereniging bepalend is voor zijn tennisdomicilie. Nederlandse tennisser: de tennisser, die de Nederlandse nationaliteit bezit, tenzij hij in overeenstemming met de bepalingen van de ITF een andere tennisnationaliteit heeft verkregen alsmede de tennisser, die een andere nationaliteit bezit, maar ten minste de laatste drie jaren metterwoon in Nederland gevestigd is geweest en die met goedkeuring van het bondsbestuur de Nederlandse tennisnationaliteit heeft gekozen, door hieromtrent een schriftelijke verklaring aan dat bestuur af te leggen. Competitie-combinatie: een met goedkeuring van het Bondsbestuur gevormde combinatie van verenigingen, met als doel om met alle ploegen van de betreffende verenigingen onder één gezamenlijke naam deel te nemen aan de competitie. Aanduidingen in de marge
1.
De aanduiding "D" in de marge naast een artikel of een onderdeel van een artikel betekent dat van het bepaalde in dit artikel of in het onderdeel van dit artikel dispensatie door de LCW mogelijk is. 2. De aanduiding "P" in de marge naast een artikel of een onderdeel van een artikel betekent dat publicatie van de aldaar aangekondigde beslissing in het bondsorgaan dan wel in het wedstrijdbulletin of op de website van de KNLTB dient te geschieden. Wanneer de desbetreffende aanduiding ter hoogte van het nummer van het artikel is geplaatst, heeft de aanduiding betrekking op het gehele artikel. Wanneer de desbetreffende aanduiding ter hoogte van een bepaald lid of een bepaalde alinea is geplaatst, heeft de aanduiding alleen betrekking op dat lid of die alinea van het artikel. I-04 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bijlagen In Bijlage-A zijn opgenomen de richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter. In Bijlage-B is opgenomen wat onder correct gedrag wordt verstaan. In Bijlage-C is het strafpuntensysteem (SPS) opgenomen. In Bijlage-D is de kledingreclamecode opgenomen. In Bijlage-E is de regeling met betrekking tot coaching opgenomen. In Bijlage-F is opgenomen hoe het KNLTB-NOC*NSF keurmerk voor tennisbanen kan worden verkregen. In Bijlage-G is opgenomen wat de taken en bevoegdheden van een verenigingscompetitieleider (VCL) zijn.
11
8. 9.
In Bijlage-H is het systeem van variabele begintijden van competitiewedstrijden opgenomen. De inhoud van deze bijlagen wordt vastgesteld door het Bondsbestuur, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de overeenkomstige internationale wetgeving.
12
HOOFDSTUK II P
II-01 1.
2.
II-02 1.
2.
P
II-03
Organisatie van de competitie
Soorten competities De KNLTB organiseert jaarlijks verschillende soorten competities. In het wedstrijdbulletin en op de website van de KNLTB wordt gepubliceerd welke soorten competities in een bepaald bondsjaar zullen worden georganiseerd. Wanneer in dit reglement wordt gesproken over de competities, dan worden alle verschillende soorten competities bedoeld, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. Beslissingsbevoegdheden Behoudens hetgeen krachtens het bepaalde in artikel 12 lid 1 sub c., d. en h. van de Statuten tot de bevoegdheden van het bondsbestuur behoort, is uitsluitend de LCW inzake de competities tot het nemen van beslissingen bevoegd, tenzij dit reglement anders bepaalt. Besluiten van de LCW, de competities betreffende, worden slechts genomen nadat de CL ter zake is gehoord. Data, klassen en afdelingen, aantal partijen en spelers, promotie en degradatie, aantal banen, begintijden, klassenvolgorde en telmethoden.
De LCW bepaalt jaarlijks: a. de uiterste datum voor inschrijving voor een competitie; b. de data waarop de competitie- en de inhaalwedstrijden zullen worden gespeeld, alsmede de wedstrijden om het landskampioenschap; c. in welke verschillende klassen de betreffende competitie zal worden gespeeld en wat de volgorde van sterkte van die klassen is; d. het aantal ploegen per afdeling, zo mogelijk 8 ploegen per afdeling; e. het aantal partijen in de verschillende spelsoorten in de verschillende klassen; f. het maximale aantal spelers per ploeg in de verschillende competitiesoorten; g. de promotie- en degradatieregeling; h. het minimum aantal buitenbanen waarover een vereniging op de competitiedag moet beschikken in verband met het aantal ploegen van die vereniging, rekening houdende met de verschillende klassen waarin deze spelen; i. welke regeling met betrekking tot het begintijdstip van een competitiewedstrijd geldt; j. regels met betrekking tot het spelen van wedstrijden om het landskampioenschap. 13
k.
l.
welke regeling met betrekking tot telmethoden conform Tennisspelregels 5 en 6 en Bijlage IV van de Tennisspelregels in de verschillende spelsoorten, in de verschillende klassen geldt. de klassenvolgorde.
De beslissing genoemd onder e. van dit artikel behoeft, voor zover zij niet betrekking heeft op de hoogste klasse van de gemengde voorjaarscompetitie, de goedkeuring van de Ledenraad. II-04 P
1.
2.
3.
4.
5.
P
II-05
Indeling van de ploegen De LCW bepaalt de verdeling van de ingeschreven ploegen over de klassen en de afdelingen en maakt deze indeling ten minste twee weken voor het begin van de competitie bekend. De indeling van de ploegen in de verschillende klassen geschiedt met inachtneming van de eindstanden en de promotie- en degradatieresultaten van het voorafgaande bondsjaar. Een ploeg, die in het voorafgaande bondsjaar niet aan de betreffende competitie heeft deelgenomen, wordt ingedeeld in de laagste klasse. De LCW kan een ploeg in een hogere klasse indelen dan waarop de vereniging recht heeft op basis van een door de vereniging ingediend gemotiveerd promotieverzoek of wanneer het aantal vrije plaatsen in een klasse het aantal promotieverzoeken overtreft. Bij fusie of combinatie van twee of meer verenigingen behoudt de nieuwe vereniging of combinatie het recht te spelen in de klassen, waarin de oude verenigingen speelden. Bij splitsing van een vereniging in twee of meer nieuwe verenigingen of bij beëindiging van een combinatie beslist de LCW over de indeling van de ploegen. Wedstrijdschema
De LCW stelt het schema vast dat bij het spelen van competitiewedstrijden wordt gevolgd, met dien verstande dat in beginsel per afdeling elke ploeg tegen elke andere ploeg één wedstrijd speelt en wel zodanig dat de aantallen uit- en thuiswedstrijden van die ploegen ten hoogste één verschillen. II-06 P
1.
Competitieprogramma De CL is belast met de samenstelling van het competitieprogramma. Het gehele programma wordt ten minste veertien dagen voor het begin van de betreffende competitie op de website van de KNLTB bekendgemaakt.
14
2.
3.
4.
5.
II-07 1.
Na deze bekendmaking kan de CL in het competitieprogramma wijzigingen aanbrengen. De mededeling omtrent een wijziging moet ten minste tweemaal vier en twintig uur voor het begin van de wedstrijd door de CL rechtstreeks aan de betrokken verenigingen zijn bekendgemaakt. Wanneer in dit reglement over het competitieprogramma wordt gesproken, wordt hieronder tevens het gewijzigde competitieprogramma verstaan, tenzij uit de strekking van het artikel anders blijkt. Competitiewedstrijden, inhaalwedstrijden en wedstrijden om het landskampioenschap worden als regel op zondag gespeeld. De CL kan deze wedstrijden om redenen van urgentie op een avond, een zaterdag of een erkende feestdag vaststellen. Een dergelijke vaststelling geschiedt steeds na overleg met de betrokken RCL/DCL en, voor zover het een vaststelling op een avond of een zaterdag betreft, slechts met goedvinden van de betreffende verenigingen. In de hier bedoelde gevallen kan de CL regels geven, die afwijken van dit reglement, onder meer wat betreft het aantal banen, dat beschikbaar moet zijn en de begintijd van de wedstrijd. Wanneer een competitiewedstrijd op de datum vermeld in het competitieprogramma niet of slechts gedeeltelijk is gespeeld, stelt de CL een nieuwe datum (inhaaldatum) vast. De op de inhaaldatum gespeelde of voortgezette partijen worden geacht te zijn gespeeld op de aanvankelijke datum van het competitieprogramma. De CL kan vaststellen dat een bepaalde wedstrijd niet behoeft te worden ingehaald of afgespeeld, indien de uitslag voor promotie of degradatie niet meer van doorslaggevende betekenis kan zijn. Een vereniging, die een ploeg heeft waarop een zodanig besluit van toepassing is, kan binnen viermaal vier en twintig uur nadat dit besluit is genomen, het origineel van het wedstrijdformulier alsnog aan de CL toezenden en daarop vastleggen dat de op dit formulier vermelde spelers geacht worden aan de betreffende wedstrijd te hebben deelgenomen. Spelregels en rustperioden De competitiepartijen worden gespeeld volgens de Tennisspelregels. Er wordt gespeeld om twee gewonnen sets, met dien verstande dat: a. in alle sets, wanneer de stand 6-6 is bereikt, het tiebreaksysteem dient te worden toegepast, behalve indien volgens artikel II-03 sub k. anders is bepaald. b. geen rustpauze is toegestaan in de partij. c. een speler tijdens een partij de baan gedurende een redelijke tijd mag verlaten voor sanitaire doeleinden dan wel - voor wat vrouwen betreft - het verwisselen van kleding. 15
2. 3.
Sanitaire onderbrekingen moeten in principe tijdens een setpauze worden opgenomen en mogen voor geen enkel ander doel worden gebruikt. Het verwisselen van kleding door vrouwen moet tijdens een setpauze plaatsvinden. In het damesenkelspel heeft een speelster recht op twee (2) onderbrekingen. In een herenenkelspel heeft een speler recht op een (1) sanitaire onderbreking gedurende een partij om twee gewonnen sets en twee (2) sanitaire onderbrekingen in een partij om drie gewonnen sets. In alle dubbelspelpartijen mag elk team in totaal twee (2) onderbrekingen opnemen. Indien partners samen de baan verlaten, telt dit als een van de toegestane onderbrekingen. Elke keer dat een speler de baan voor een sanitaire onderbreking verlaat, wordt beschouwd als een van de toegestane onderbrekingen, ongeacht of de tegenstander de baan al dan niet heeft verlaten. Elke sanitaire onderbreking die wordt opgenomen nadat het inspelen is begonnen, wordt beschouwd als een van de toegestane onderbrekingen. Een speler mag daarenboven zonodig alle speelhelftwisselingen gebruiken voor sanitaire doeleinden. Overschrijdt de betrokken speler echter de maximaal toegestane tijd van 90 seconden (bij speelhelftwisseling) resp. 2 minuten (bij setpauze), dan wordt hij volgens het Strafpuntensysteem (zie Bijlage C) direct gestraft voor het begaan van een gedragsovertreding. Indien de gezondheidstoestand van een speler het noodzakelijk maakt dat hij op enig moment naar het toilet moet kunnen gaan, moet hij hierover vóór de partij contact opnemen met de hoofdscheidsrechter. Indien deze zijn verzoek toestaat, moet de scheidsrechter hierover -voor de partij- worden geïnformeerd en wordt de speler toegestaan zijn sanitaire onderbreking op een ander moment dan tijdens een setpauze op te nemen. Voorts kunnen er in het vrouwentennis andere redenen zijn dat een speelster dringend de baan moet verlaten. In deze situaties moet de scheidsrechter de speelster vragen of het inderdaad dringend is en haar zonodig toestaan de baan te verlaten voor een onderbreking op een ander moment dan tijdens een setpauze, mits zij haar twee toegestane onderbrekingen nog niet heeft opgenomen. Een speler heeft het recht om, voorafgaande aan zijn partij, van een inspeeltijd van vijf minuten gebruik te maken. Bij onderbreking van een partij ten gevolge van de weersomstandigheden of overmacht geldt dat wanneer deze onderbreking a. minder dan 15 minuten heeft geduurd, een speler geen recht heeft op inspeeltijd; 16
b.
4.
II-08 1. P
2.
II-09 1.
2.
3.
P
4.
5.
minimaal 15 maar minder dan 30 minuten heeft geduurd, een speler recht heeft op een inspeeltijd van 3 minuten; c. 30 minuten of langer heeft geduurd, een speler recht heeft op een inspeeltijd van 5 minuten. Een speler heeft na het beëindigen van een partij recht op een rust van een half uur alvorens hij met een volgende partij moet beginnen. Uitstel van wedstrijden of partijen De LCW beslist jaarlijks voor welke tennisevenementen uitstel van het spelen van competitiewedstrijden of -partijen wordt verleend. De in lid 1 bedoelde beslissing wordt schriftelijk medegedeeld aan de desbetreffende verenigingen. Wanneer het uitstel één of enkele partijen van een competitiewedstrijd betreft dient de dienaangaande mededeling te kunnen worden getoond bij de ploeguitwisseling conform het bepaalde in artikel III-15 Competitiegedelegeerde, hoofdscheidsrechter en arbitrage De LCW bepaalt jaarlijks voor welke competitieklassen competitiegedelegeerden en scheidsrechters dienen te worden aangewezen. De LCW kan voorts besluiten dat voor een bepaalde competitiewedstrijd een competitiegedelegeerde en scheidsrechters moeten worden aangewezen. De aanwijzing van de in lid 1 en lid 2 bedoelde competitiegedelegeerden en scheidsrechters alsmede van de eventuele arbitrageassistenten geschiedt door de LWA. De bevoegdheden van de competitiegedelegeerde worden jaarlijks door de LCW vastgesteld en gepubliceerd in het wedstrijdbulletin. Daarnaast worden deze bevoegdheden voor het begin van de wedstrijd ter kennis gebracht aan de betrokken ploegen, de scheidsrechters en de (eventuele) arbitrage-assistenten. De competitiegedelegeerde neemt te allen tijde de bevoegdheid, als bedoeld in artikel III-10 lid 2 sub a. en b. van de aanvoerder van de ontvangende ploeg over. De competitiegedelegeerde beslist in alle geschillen, die zich tijdens de wedstrijd mochten voordoen en is bevoegd andere scheidsrechters aan te wijzen dan die welke eventueel door de ontvangende vereniging werden aangewezen. De beslissingen van de competitiegedelegeerde tasten het recht van een vereniging niet aan om overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IX om een onderzoek te verzoeken of een protest in te dienen, alsmede om conform het bepaalde in hoofdstuk XI in beroep te gaan bij de LCW en/of bij de Commissie van Beroep.
17
6.
7.
8.
II-10 1. 2. 3.
II-11 1. 2.
II-12 1.
D
2.
(Hoofd)scheidsrechters en arbitrageassistenten, die optreden bij een competitiepartij, zijn gehouden aan de bepalingen vermeld in het Reglement voor de Tennisarbitrage. In competitiewedstrijden is vervanging van een bondsscheidsrechter tijdens een door hem geleide partij niet mogelijk, behalve op last van de hoofdscheidsrechter van deze wedstrijd. Vervanging van een niet-bondsscheidsrechter kan ook plaats hebben door een gemeenschappelijk besluit van de aanvoerders van beide ploegen. De kosten verbonden aan het optreden van de competitiegedelegeerde, de hoofdscheidsrechter, de scheidsrechters en de (eventuele) arbitrageassistenten kunnen geheel of gedeeltelijk op de betrokken verenigingen worden verhaald. Indien zij op verzoek van de betrokken verenigingen zijn aangewezen, zijn de kosten geheel voor rekening van de aanvragers. Winnen, verliezen of gelijkspelen van een competitiewedstrijd Een ploeg heeft een competitiewedstrijd gewonnen, wanneer zij het merendeel van alle te spelen partijen heeft gewonnen. Een ploeg heeft een competitiewedstrijd verloren, wanneer zij het merendeel van alle te spelen partijen heeft verloren. Een ploeg heeft een competitiewedstrijd gelijk gespeeld, wanneer zij de helft van alle te spelen partijen heeft gewonnen. Winstpunten en opmaken van de competitiestand Voor iedere gewonnen partij wordt aan een ploeg een winstpunt toegekend. De competitiestand in een afdeling wordt opgemaakt naar het totaal door elk van de ploegen behaalde aantal winstpunten. Eerste en laatste plaats De eerste plaats in een afdeling wordt ingenomen door de ploeg, die na beëindiging van de competitie het grootste aantal winstpunten heeft behaald. De laatste plaats in een afdeling wordt ingenomen door de ploeg, die het kleinste aantal winstpunten heeft behaald. In afwijking van het in lid 1 bepaalde neemt de ploeg, die alle competitiewedstrijden heeft gewonnen, ongeacht het behaalde aantal winstpunten, de eerste plaats in en neemt de ploeg, die alle competitiewedstrijden heeft verloren, ongeacht het behaalde aantal winstpunten, de laatste plaats in haar afdeling in, behoudens het bepaalde in artikel II-13 en artikel X-01, lid 1 sub b en sub g.
18
D
II-13 1.
2.
II-14 1.
2.
Terugtrekking en uitsluiting van deelname Een ploeg die voor of tijdens de competitie wordt teruggetrokken neemt in haar afdeling de laatste plaats in. Het eventueel behaalde aantal winstpunten tegen deze ploeg komt te vervallen. Deze ploeg mag door haar vereniging in het volgende bondsjaar uitsluitend in de laagste competitieklasse worden ingeschreven. Een ploeg die van deelneming of van verdere deelneming aan de competitie is uitgesloten neemt in haar afdeling de laatste plaats in. Het eventueel behaalde aantal winstpunten tegen deze ploeg komt te vervallen. Deze ploeg mag door haar vereniging in het volgende bondsjaar uitsluitend in de laagste competitieklasse worden ingeschreven. Onderlinge volgorde bij gelijk aantal winstpunten Wanneer in een afdeling twee ploegen met een gelijk aantal winstpunten zijn geëindigd neemt in de onderlinge volgorde van deze ploegen die ploeg de eerste plaats in die in de desbetreffende competitie de wedstrijd tegen de andere ploeg heeft gewonnen. Wanneer de beide ploegen, bedoeld in de vorige alinea, in de onderling gespeelde wedstrijd gelijkgespeeld hebben, dient hun onderlinge volgorde te worden bepaald door vergelijking van het aantal gewonnen sets in die onderling gespeelde wedstrijd. Wanneer hierdoor hun volgorde niet kan worden vastgesteld dient de volgorde te worden bepaald door vergelijking van het aantal gewonnen spellen in die onderling gespeelde wedstrijd. Wanneer ook hierdoor geen beslissing kan worden verkregen en hun volgorde zou van belang zijn voor de vaststelling welke ploeg promoveert of welke ploeg moet degraderen of welke ploeg zich plaatst voor deelname aan een lands/regio/districtskampioenschap, dan zullen de betrokken ploegen een beslissingswedstrijd tegen elkaar spelen op een door de CL vast te stellen datum en op een door de CL (eventueel door loting) aan te wijzen terrein, tenzij door de betrokken verenigingen in onderling overleg wordt overeengekomen die wedstrijd op een ander terrein te spelen. Zou ook door deze beslissingswedstrijd hun volgorde niet kunnen worden vastgesteld, dan beslist hieromtrent het lot. a. Wanneer in een afdeling drie of meer ploegen met een gelijk aantal winstpunten zijn geëindigd wordt hun onderlinge volgorde bepaald door vergelijking van het totaal aantal winstpunten die deze ploegen in de onderling gespeelde wedstrijden hebben behaald. Zou dit aantal winstpunten gelijk zijn, dan wordt de onderlinge volgorde bepaald door vergelijking van de verschillen tussen het aantal gewonnen en verloren sets en (zo nodig) daarna door vergelijking van de verschillen tussen het aantal gewonnen en verloren spellen. 19
b.
3.
P
II-15
Wanneer in een afdeling drie of meer ploegen met een gelijk aantal winstpunten zijn geëindigd en hun volgorde zou door de onder a. genoemde bepalingsmethode slechts ten dele kunnen worden vastgesteld, dan dient t.a.v. die ploegen, waarvan de volgorde nader moet worden bepaald, de onder lid 1 beschreven methode respectievelijk de onder lid 2 sub a. beschreven methode te worden toegepast. Als één van de in lid 1 of 2 bedoelde ploegen een wedstrijd heeft gespeeld waarbij een partij vooraf is opgegeven of opgeëist, dan dient hiervoor bij de bepaling van het aantal gewonnen sets 2 en bij de bepaling van het aantal gewonnen spellen 12 te worden bijgeteld bij de ploeg aan welke de partij reglementair is toegekend en dient bij de bepaling van het aantal verloren sets 2 en bij de bepaling van het aantal verloren spellen 12 te worden bijgeteld bij de ploeg welke de partij reglementair heeft verloren. Kampioen van Nederland
Kampioen van Nederland in een bepaalde competitiesoort is de ploeg, spelende in de hoogste klasse van deze competitiesoort, die volgens door de LCW vast te stellen regels dit kampioenschap heeft behaald. II-16 1.
2.
II-17
Promotie en degradatie In alle competitieklassen, behalve de hoogste, geldt dat de ploeg die op de eerste plaats is geëindigd automatisch promoveert, tenzij volgens artikel II-03 sub g. een andere regeling geldt. In alle competitieklassen, behalve de laagste, geldt dat de ploegen degraderen, die op de laatste twee plaatsen zijn geëindigd, tenzij volgens artikel II-03 sub g. een andere regeling geldt. Niet (uit)-spelen van een competitiewedstrijd
Indien een competitiewedstrijd niet of niet volledig wordt gespeeld, dan dient het extra formulier te worden ingevuld, ondertekend en opgestuurd overeenkomstig het gestelde in artikel III-18, lid 5. Een afgebroken of niet-gespeelde wedstrijd moet uiterlijk op de eerstvolgende inhaaldag worden (uit)gespeeld. Indien een wedstrijd niet wordt (uit)gespeeld, dan wordt de tussenstand omgezet in een eindstand. Het is verboden gefingeerde uitslagen in te vullen. Indien gefingeerde uitslagen worden ingevuld is de CL bevoegd één of meer van de straffen ingevolge het bepaalde in artikel X-01, lid 1 sub a. en g. op te leggen.
20
II-18
Consul Competitie
De consul competitie is op alle competitiedagen bevoegd bij een vereniging inzage te verkrijgen in de uitgewisselde ploegopstellingen en wedstrijdformulieren van competitiewedstrijden en in de ledenpassen van de spelers in betrokken competitiewedstrijden om zich op de hoogte te stellen van de aanwezigheid en samenstelling van ploegen in betrokken competitiewedstrijden en het op de juiste wijze invullen van wedstrijdformulieren. De consul competitie rapporteert in opdracht aan de CL over geconstateerde overtredingen van het Competitiereglement en over andere ter zake doende bevindingen.
21
HOOFDSTUK III
III-01
P
1.
2.
P
3.
4.
5.
6. 7.
8.
III-02 1.
Verplichtingen van de verenigingen, de aanvoerders en de ploegen
Inschrijving van competitieploegen en verplichting tot het hebben van een gecertificeerde verenigingscompetitieleider (VCL) Een vereniging, die aan een competitie wenst deel te nemen, dient haar ploegen schriftelijk aan te melden vóór de door de LCW vastgelegde inschrijfdatum. Bij aanmelding na deze datum beslist de LCW of de inschrijving alsnog kan worden aanvaard, al dan niet tegen een verhoogd inschrijfgeld. Door de inschrijving voor een competitie neemt een vereniging voor de door haar opgegeven ploegen de verplichting op zich de competitie tot het einde uit te spelen volgens het competitieprogramma en geen handelingen en gedragingen te doen of na te laten waardoor een eerlijk verloop van de competitie wordt verhinderd. Een vereniging is voor elke ploeg, die zij voor een competitie heeft ingeschreven een door de LCW vastgesteld inschrijfgeld verschuldigd. Een vereniging die op het moment waarop de inschrijving voor de competitie sluit financiële verplichtingen jegens de KNLTB heeft waarvan de betalingstermijn is verstreken, zal niet eerder voor de competitie worden ingeschreven dan nadat deze verplichtingen volledig zijn voldaan, onverminderd het bepaalde in lid 1 2e zin. Een vereniging, die aan de competitie wenst deel te nemen, is verplicht te beschikken over een verenigingscompetitieleider (VCL). Deze VCL dient jaarlijks voor 1 februari op de door KNLTB voorgeschreven wijze conform artikel 5 lid 3 sub b. van het Algemeen Reglement aan de KNLTB te worden opgegeven Het certificaat VCL wordt verkregen door de cursus VCL in het desbetreffende district te volgen. Indien een vereniging niet beschikt over een gecertificeerde VCL, kan de LCW besluiten deze vereniging een straf op te leggen overeenkomstig het bepaalde in artikel X-03. De VCL is verantwoordelijk voor het uitvoeren of laten uitvoeren van de taken als vermeld in Bijlage-G. Terugtrekking competitieploegen In bijzondere gevallen kan de LCW terugtrekking van een of meer ploegen toestaan, al dan niet onder bijzondere voorwaarden. Diegenen, die in geval van terugtrekking van een ploeg aan reeds gespeelde wedstrijden met of tegen die ploeg hebben deelgenomen of geacht worden te hebben deelgenomen, blijven evenwel gerechtigd tot het spelen in een ploeg bedoeld in de artikelen IV-06 22
2.
D
3.
III-03 D
1.
D
2.
3.
of IV-10 lid 1. Dit geldt eveneens voor diegenen, die als gevolg van het terugtrekken van een ploeg niet de mogelijkheid hebben aan de desbetreffende wedstrijden van het competitieprogramma deel te nemen, mits de vereniging, waartoe hun ploeg behoort binnen een door de CL te bepalen termijn het origineel van het wedstrijdformulier, bedoeld in artikel III-19, alsnog aan de CL toezendt en daarop vastlegt dat de op dat formulier vermelde spelers geacht worden te hebben deelgenomen aan die wedstrijden van het competitieprogramma, die zijn uitgevallen. Het in het vorige lid bepaalde is eveneens van toepassing in geval een ploeg van deelneming respectievelijk van verdere deelneming aan de competitie is uitgesloten. Bij terugtrekking van een ploeg uit een competitie of bij uitsluiting (als strafmaatregel) van deelneming aan een competitie blijft de verplichting tot het betalen van het inschrijfgeld bestaan. Bij terugtrekking van een ploeg kan de LCW besluiten de betreffende vereniging een straf op te leggen overeenkomstig het bepaalde in artikel X-03. Eisen banen en accommodatie Op elke competitiedag moet per ontvangende ploeg het vereiste aantal buitenbanen, overeenkomstig artikel II-03 sub h., beschikbaar zijn tot het tijdstip van beëindigen respectievelijk afbreken van de wedstrijd, één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel III-12 lid 1 sub b, artikel III-12 lid 2 en in artikel III-11. De banen moeten voldoen aan de eisen gesteld in de Tennisspelregels en in goede staat verkeren. Bovendien moeten banen die na 1 januari 1997 zijn aangelegd, gerenoveerd of omgebouwd het KNLTB-NOC*NSF keurmerk hebben verkregen. Hoe dit keurmerk kan worden verkregen staat vermeld in Bijlage-F. Bij de banen dienen behoorlijke kleedkamers met was- en douchegelegenheid, een toilet en een kantine aanwezig te zijn. Voor de maatvoering van deze ruimten wordt verwezen naar de normen die hiervoor zijn vastgelegd in de uitgave “Normen en Richtlijnen voor Clubhuizen”. De vereiste kleedkamers met was- en douchegelegenheid, het toilet en de kantine moeten ten minste beschikbaar zijn van een half uur voor het begin van de wedstrijd tot een half uur na het tijdstip van beëindigen respectievelijk afbreken van de wedstrijd. De LCW kan de inschrijving van een ploeg voor de competitie weigeren, wanneer het aantal beschikbare banen te gering is of wanneer de kwaliteit van de banen of van de accommodatie onvoldoende is.
23
4.
P
5. 6.
7.
P
III-04
De ontvangende vereniging dient ervoor zorg te dragen dat bij de banen aanwezig zijn: de meest recente uitgaven van het wedstrijdbulletin, het Competitiereglement, de Tennisspelregels, alsmede een EHBO-doos. De LCW geeft jaarlijks voorschriften, waaraan de in het vorige lid bedoelde EHBO-doos moet voldoen. De ontvangende vereniging is verplicht om, zo de mogelijkheid hiertoe bestaat, behalve het minimum aantal banen, genoemd in artikel II - 03 sub h., extra banen ter beschikking te stellen, teneinde een competitiewedstrijd op tijd te kunnen doen eindigen. Deze extra banen dienen hetzelfde speelvlak te hebben als die, waarop de competitiewedstrijd is begonnen. De bezoekende ploeg is verplicht eraan mee te werken dat ook op die extra banen partijen worden gespeeld. Indien de vereniging voor het spelen van competitiewedstrijden gebruik maakt van kunstlicht dient dit te voldoen aan de normen zoals gesteld door de Nederlandse Stichting van Verlichtingskunde (NSVV). De gebruikswaarde van deze verlichting dient minimaal 300 lux te bedragen. Ballen
De LCW bepaalt jaarlijks voor elke klasse het aantal nieuwe, door de bond goedgekeurde, ballen, dat de ontvangende vereniging per wedstrijd ter beschikking moet stellen. Op één competitiedag mag per competitiewedstrijd slechts gespeeld worden met ballen van één bepaald handelsmerk en soort en van één kleur. Een bezoekende ploeg is niet verplicht om een competitiewedstrijd te spelen met ballen die niet voorkomen op de lijst van goedgekeurde ballen. Kan de ontvangende ploeg echter op een andere wijze aantonen dat de betreffende ballen door de KNLTB of ITF zijn goedgekeurd, dan dient de bezoekende ploeg hiermee akkoord te gaan. Wanneer een competitiewedstrijd wordt gespeeld met ballen die niet zijn goedgekeurd dan heeft dit tot gevolg dat een eventueel protest hiertegen niet ontvankelijk is. III-05 1.
Arbitrage Indien voor een competitiewedstrijd door de LCW geen competitiegedelegeerde of hoofdscheidsrechter is aangewezen, kan de ontvangende vereniging een verzoek om arbitrage indienen bij haar Districts Werkgroep Arbitrage (DWA). Indien dit verzoek wordt gehonoreerd, zal de door de DWA benoemde (districts-) hoofdscheidsrechter dezelfde bevoegdheden hebben als een competitiegedelegeerde als bepaald in artikel II-09 lid 4 tot en met 8.
24
2.
3.
D
III-06 1.
2.
3.
III-07 1.
2.
3.
4.
De DWA heeft, indien het verzoek wordt gehonoreerd, de taak de bezoekende vereniging(en) en de LWA ten minste 5 dagen voor de datum van de competitiewedstrijd schriftelijk te berichten over de inzet van een competitiegedelegeerde en arbitrage. Indien voor een competitiewedstrijd door de LCW geen competitiegedelegeerde of hoofdscheidsrechter is aangewezen en door de vereniging geen verzoek bij de DWA is ingediend c.q. gehonoreerd, dan heeft de ontvangende vereniging tot taak om voldoende scheidsrechters beschikbaar te stellen. Hieronder dient te worden verstaan dat indien vóór of tijdens een partij een of meer betrokken spelers verzoeken om een scheidsrechter, deze door de ontvangende vereniging ter beschikking moet worden gesteld. Speeldatum Een competitiewedstrijd moet in zijn geheel worden gespeeld op de datum, vermeld in het competitieprogramma. Uitstel tot het spelen van competitiewedstrijden wordt niet verleend. Bij ongeoorloofd uitstel heeft de CL de bevoegdheid overeenkomstig het bepaalde in artikel X-01 een straf op te leggen. De betrokken verenigingen kunnen overeenkomen een competitiewedstrijd geheel of gedeeltelijk te spelen op één of meer dagen voorafgaande aan de in lid 1 bedoelde datum. Van een dergelijke afspraak moet de CL vóór de werkelijke speeldag door beide verenigingen schriftelijk in kennis zijn gesteld. Een aldus op een eerdere datum gespeelde competitiewedstrijd wordt geacht te zijn gespeeld op de datum bedoeld in lid 1. Aanvoerder Een vereniging is verplicht voor elk van haar ploegen per competitiewedstrijd een aanvoerder aan te wijzen. Deze dient zich voor het begin van de wedstrijd als zodanig aan de tegenpartij bekend te maken. Wanneer de aanvoerder van een ploeg, in zijn functie als aanvoerder, een bepaling van het CR overtreedt, wordt deze overtreding geacht te zijn begaan door zijn vereniging. Wanneer de aanvoerder van een ploeg ervan kennis neemt dat een bepaling van het CR is overtreden door de tegenpartij, wordt deze overtreding geacht op de dag van de wedstrijd ter kennis van zijn vereniging te zijn gekomen. De aanvoerder van een ploeg is verplicht de aanwijzingen van de verenigingscompetitieleider op te volgen, voorzover deze aanwijzingen voortvloeien uit de taken en bevoegdheden van een verenigingscompetitieleider, zoals beschreven in artikel III-21 lid 2 en Bijlage-G.
25
5.
De aanvoerder van de bezoekende ploeg is verplicht om voor elke uitwedstrijd van zijn ploeg zich op de hoogte te stellen van de aanvangstijdstip van deze wedstrijd, alsmede van alle overige relevante informatie over deze wedstrijd. Deze informatie is te raadplegen op MijnKNLTB.
III-08 1.
Begintijd en planning van een competitiewedstrijd a.
b.
c. d.
e.
2.
a. b.
c.
3.
a.
Een vereniging kan voor haar thuisspelende ploegen de begintijd van hun competitiewedstrijden bepalen door gebruik te maken van het systeem van variabele begintijden (zie Bijlage H). Indien een vereniging geen gebruik maakt van het onder a. genoemde systeem, dienen de wedstrijden van alle thuisspelende ploegen om 10.00 uur te beginnen. De CL is bevoegd zowel in de onder a. als in de onder b. bedoelde situatie een andere begintijd vast te stellen. Wanneer volgens de regels van artikel III-06 lid 2 is overeengekomen de wedstrijd op een eerdere datum te spelen, wordt de begintijd door de aanvoerders van beide partijen in onderling overleg vastgesteld. De VCL is verplicht om een planning te maken zodanig dat wedstrijden bestaande uit 8, 6 5, resp. 4 partijen in ten hoogste 5, 4, 3, resp. 2 speelronden worden gespeeld. Een ploeg wordt geacht aanwezig te zijn indien ten minste de aanvoerder aanwezig is, ongeacht of de ploeg voltallig is. Indien een ploeg een half uur na de in lid 1 bedoelde begintijd nog niet aanwezig is, wordt die ploeg geacht niet te zijn opgekomen, tenzij er sprake is van overmacht, d.w.z. als gevolg van een niet toerekenbare onmogelijkheid om deze verplichting na te komen. De andere ploeg dient te wachten met het verlaten van het terrein waar de competitiewedstrijd gespeeld dient te worden tot ten minste één uur na de in lid 1 bedoelde begintijd. Indien een ploeg door overmacht een half uur na de in lid 1 bedoelde begintijd nog niet aanwezig is, maar alsnog binnen één uur na deze begintijd verschijnt, dient de competitiewedstrijd op die dag zo spoedig mogelijk begonnen te worden. Als de overmachtsituatie, bedoeld in het vorige lid, niet door de aanvoerder van de andere ploeg wordt erkend, dient deze dit kenbaar te maken door vermelding ervan op het wedstrijdformulier bij de invulling, conform het bepaalde in artikel III-18 lid 3, van het tijdstip waarop de competitiewedstrijd had dienen te beginnen. De wedstrijd dient in een dergelijke situatie wel zo spoedig mogelijk begonnen te worden. 26
b.
III-09 1.
2.
3.
4.
5.
De CL neemt naderhand een beslissing of er al dan niet sprake is geweest van overmacht. Indien een ploeg één uur na de in lid 1 bedoelde begintijd nog niet aanwezig is, mag de andere ploeg het terrein verlaten. De aanvoerder van de wel aanwezige ploeg dient hiervan melding te maken op het extra wedstrijdformulier bij de invulling van het tijdstip waarop de competitiewedstrijd had dienen te beginnen. De CL beslist in een dergelijke situatie later of er sprake is geweest van overmacht en óf, en zo ja wanneer, de wedstrijd op een latere datum opnieuw wordt vastgesteld. Spelen en afspelen van competitiepartijen
Van het in artikel III-08 lid 1 bedoelde begintijdstip af en eventueel rekening houdende met de in artikel III-08 lid 2 genoemde overmachtsituatie, dienen de partijen van een competitiewedstrijd aaneensluitend te worden gespeeld in de volgorde vastgelegd conform het bepaalde in artikel III-13 lid 2 of 3, met inachtneming van artikel II-07 lid 4. De aanvoerder van de ontvangende ploeg is verantwoordelijk voor het toezicht op het naleven van de bepaling genoemd in lid 1. Zodra een baan gereed is voor het spelen van een (volgende) competitiepartij is hij verplicht de desbetreffende spelers op te roepen, met inachtneming van artikel II-07 lid 4. Indien de ontvangende vereniging uiterlijk één uur na het vastgestelde aanvangstijdstip van de competitiewedstrijd nog geen baan beschikbaar heeft gesteld waarop de betreffende wedstrijd kan worden aangevangen, mag de bezoekende ploeg het terrein verlaten. De aanvoerders van de beide ploegen dienen van dit feit aantekening te maken op het wedstrijdformulier. De CL beslist in een dergelijke situatie later of de wedstrijd aan de bezoekende ploeg gewonnen wordt gegeven dan wel of, en zo ja wanneer de wedstrijd op een latere datum opnieuw wordt vastgesteld. Deze bepaling is niet van toepassing als de competitiewedstrijd vanwege de weersomstandigheden niet kan worden aangevangen. Competitiepartijen - met uitzondering van de in lid 5 genoemde - die voor 20.30 uur zijn begonnen maar nog niet zijn geëindigd, moeten na dat tijdstip worden voortgezet en afgespeeld. Het is niet verplicht om na 20.30 uur met een nieuwe partij te beginnen. Competitiepartijen van de jeugdcompetities, die voor 19.00 uur zijn begonnen maar nog niet zijn geëindigd moeten na dat tijdstip worden voortgezet en afgespeeld. Het is niet verplicht om na 19.00 uur met een nieuwe partij te beginnen.
27
III-10 1.
2.
3.
Onvoltalligheid, niet speelklaar zijn en niet opkomen a.
Een ploeg is onvoltallig indien in de in artikel III-15 bedoelde ploegopstelling één of meer van de in te vullen spelersnamen op grond van artikel III-15 lid 2 niet kan worden ingevuld. b. Als een ploeg door onvoltalligheid niet alle partijen van een competitiewedstrijd kan spelen, moeten door die ploeg in de daarvoor in aanmerking komende spelsoorten de in volgorde van afnemende sterkte laatste partijen gewonnen worden gegeven. Als partij-uitslag moet in dat geval “opgave thuis” respectievelijk “opgave uit” worden doorgegeven. Bovendien kan bij de ploeg die onvoltallig is voor iedere door onvoltalligheid opgegeven partij een winstpunt in mindering worden gebracht, onverminderd de bevoegdheid van de CL één of meer van de straffen ingevolge het bepaalde in artikel X-01 lid 1 op te leggen. c. Indien door onvoltalligheid van beide ploegen niet alle partijen van een competitiewedstrijd kunnen worden gespeeld en die ploegen moeten, volgens de in het vorige lid genoemde procedure, één of meer van dezelfde partijen gewonnen geven, dan ontvangt geen van beide ploegen voor die desbetreffende partij(en) een winstpunt. d. Indien, bij een wedstrijd bestaande uit 5 partijen, een ploeg onvolledig opkomt, mogen de enkelspelspelers niet samen dubbelen. a. Als met inachtneming van artikel II-07 lid 4 en met inachtneming van de volgorde, bedoeld in artikel III-13, een partij niet kan worden begonnen doordat één of meer spelers van één van beide ploegen niet binnen vijftien minuten, na daartoe te zijn opgeroepen door de aanvoerder van de ontvangende ploeg overeenkomstig het bepaalde in artikel III-09 lid 2, speelklaar is of zijn, dan kan de andere ploeg die partij opeisen. Als de partij-uitslag moet in dat geval “opgave thuis” respectievelijk “opgave uit” worden doorgegeven. b. Als met inachtneming van de volgorde, bedoeld in artikel III-13, een partij niet kan worden gespeeld doordat één of meer spelers van beide ploegen niet binnen vijftien minuten, na daartoe te zijn opgeroepen door de aanvoerder van de ontvangende ploeg overeenkomstig het bepaalde in artikel III-09 lid 2, speelklaar is of zijn, dan wordt voor die partij aan geen van beide ploegen een winstpunt toegekend. Wanneer een ploeg niet is opgekomen of geacht wordt niet te zijn opgekomen, in de zin van artikel III-08 lid 2 sub b., dan kan bij deze ploeg het maximum in de desbetreffende wedstrijd te behalen winstpunten in mindering worden gebracht en kan de CL de desbetreffende wedstrijd opnieuw vaststellen, onverminderd de bevoegdheid van de CL één of meer van de straffen ingevolge het 28
4.
5.
bepaalde in artikel X-01 lid 1 sub a., c. en d. op te leggen. Wanneer een ploeg, die niet is opgekomen of geacht wordt niet te zijn opgekomen, voor de in het vorige lid bedoelde opnieuw vastgestelde wedstrijd wederom niet is opgekomen of geacht wordt niet te zijn opgekomen, dan kan deze ploeg uit de competitie worden genomen. Deze ploeg wordt dan beschouwd niet aan de competitie te hebben deelgenomen en de winstpunten, die andere ploegen tegen deze ploeg mochten hebben behaald, komen te vervallen. Wanneer een ploeg vaker dan drie maal niet of onvolledig opkomt, wordt deze ploeg teruggezet naar de laatste plaats. De winst-/verliespunten, die ander ploegen tegen deze ploeg mochten hebben behaald, komen te vervallen.
III-11 1.
2.
D
Wachten bij slechte weersomstandigheden Wanneer een competitiewedstrijd ten gevolge van de weersomstandigheden niet op de in lid 1 van artikel III-08 bedoelde tijd kan beginnen, zijn beide ploegen verplicht te wachten tot de omstandigheden zodanig wijzigen dat spelen mogelijk is. Indien dit echter drie uur na de officiële begintijd nog niet het geval is behoeft met de wedstrijd die dag niet begonnen te worden. Een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel III-09 lid 4 en 5 betreffende het uiterste aanvangstijdstip van een competitiepartij. Wanneer een competitiewedstrijd is begonnen, doch wegens de weersomstandigheden is onderbroken, zijn beide ploegen verplicht te wachten tot de omstandigheden zodanig wijzigen dat spelen mogelijk is. Indien dit echter drie uur na het moment van onderbreken van de wedstrijd nog niet het geval is, behoeft de wedstrijd die dag niet te worden voortgezet. Een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel III-09 lid 4 en 5 betreffende het uiterste aanvangstijdstip van een competitiepartij.
III-12 1.
Terrein, banen en kunstlicht a.
b.
Alle partijen moeten worden gespeeld op het terrein waar de ontvangende vereniging is gevestigd. Wanneer een competitiewedstrijd op de in artikel III-06 lid 1 bedoelde datum niet kan worden beëindigd, mogen de resterende partijen in onderling overleg en met schriftelijke kennisgeving door beide verenigingen aan de CL, elders worden gespeeld. Een vereniging die voor aanvang van de competitie concludeert dat men de voor de competitie bestemde banen niet tijdig speelklaar zal hebben, dient hierover uiterlijk drie dagen voor de eerste competitiewedstrijd contact op te nemen met de CL. In deze gevallen dienen de voor deze en volgende data in de periode dat de banen nog niet speelklaar 29
2.
3.
4.
5.
III-13 1.
2.
zijn geplande wedstrijden ofwel gespeeld te worden op het terrein van de tegenstander, ofwel op neutraal terrein. De CL beslist of er voor de ontvangende vereniging sprake is van overmacht. Indien de overmacht niet door de CL wordt erkend, kan de LCW overeenkomstig het bepaalde in artikel X-03 lid 1 sub d. aan een vereniging die niet aan deze bepalingen voldoet een straf opleggen. a. De opeenvolgende partijen dienen aaneensluitend te worden gespeeld op de banen die daarvoor door de aanvoerder van de ontvangende ploeg worden aangewezen. Deze banen dienen alle hetzelfde speelvlak te hebben. b. Indien de bezoekende ploeg van mening is dat de aangewezen banen niet voldoen aan de kwaliteitseisen zoals bedoeld in artikel III-03 lid 2, waarbij sprake zou zijn van een bovenmatig blessure risico, dan wel van een ernstige belemmering van een normaal spelverloop, kan voor aanvang van de partijen protest worden aangetekend en geweigerd worden te spelen. Als van dit recht geen gebruik wordt gemaakt vervalt de mogelijkheid protest aan te tekenen tegen de kwaliteit van de banen. Alleen met goedvinden van de aanvoerders van beide ploegen kunnen partijen op overdekte banen worden gespeeld. Wanneer van deze mogelijkheid gebruik gemaakt wordt, dienen alle nog resterende partijen in deze overdekte accommodatie te worden afgespeeld. In onderling overleg kunnen aanvoerders hiervan afwijken als de weersomstandigheden het spelen op buitenbanen weer toestaan. Van dit afwijken moet op het wedstrijdformulier melding worden gemaakt. Indien reeds een aantal partijen op buitenbanen is gespeeld, is, ingeval lid 3 wordt toegepast, het bepaalde in lid 2 ten aanzien van het speelvlak niet van toepassing. Beide ploegen zijn verplicht om, indien de mogelijkheid daartoe bestaat, partijen bij kunstlicht te spelen, een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 2 en artikel III-03 lid 7. Volgorde van de partijen Voor het begin van de wedstrijd dienen de aanvoerders van beide ploegen te overleggen over de volgorde, waarin de partijen van de desbetreffende competitiewedstrijd zullen worden gespeeld. Indien door de beide aanvoerders geen overeenstemming wordt verkregen over de volgorde van de partijen, dan dient voor de volgorde van die partijen waarover geen overeenstemming wordt bereikt onderstaande volgorde aangehouden te worden: a. damesenkelspelen in volgorde van afnemende sterkte; b. herenenkelspelen in volgorde van afnemende sterkte; c. damesdubbelspelen in volgorde van afnemende sterkte; 30
3.
III-14
d. herendubbelspelen in volgorde van afnemende sterkte; e. gemengddubbelspelen in volgorde van afnemende sterkte. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de bevoegdheden van de aanvoerder van de ontvangende ploeg zoals genoemd in artikel III-12 lid 2. In afwijking van het bepaalde in lid 2 van dit artikel dient in een gemengde competitie bestaande uit 5 partijen de volgende volgorde te worden aangehouden: a. damesenkelspel b. herenenkelspel c. gemengd dubbelspel d. damesdubbelspel e. herendubbelspel Afspelen niet-beëindigde partijen
Een competitiepartij, die op een bepaalde dag slechts gedeeltelijk is gespeeld moet, indien wordt besloten haar voort te zetten, worden vervolgd door dezelfde spelers en op de verkregen stand. III-15 1.
2.
Uitwisseling van ploegopstelling en tonen van ledenpas De aanvoerders van beide ploegen zijn verplicht vóór het begin van de competitiewedstrijd en rekening houdende met de in artikel III-08 lid 1 genoemde begintijd van deze wedstrijd: a. de ploegopstelling volgens het bepaalde hieromtrent in artikel V-03 schriftelijk uit te wisselen (hieronder wordt verstaan het door de beide aanvoerders aan elkaar gelijktijdig overhandigen van de door hen ondertekende ploegopstellingen); b. de ledenpassen van de spelers aan elkaar ter inzage te geven; a. In de in lid 1 genoemde ploegopstelling mogen alleen spelers worden opgenomen die op dat moment daadwerkelijk aanwezig zijn, tenzij met goedvinden van de aanvoerders van beide ploegen hiervan wordt afgeweken, in welk geval dit afwijken op het wedstrijdformulier afzonderlijk moet worden vermeld en door de aanvoerders voor akkoord moet worden getekend. b. De aanvoerders van beide ploegen zijn verplicht om, na het uitwisselen van de ploegopstellingen en voordat de wedstrijd is begonnen, te controleren of de ploegopstelling van de andere ploeg niet in strijd is met bepalingen betreffende speelgerechtigdheid. Indien blijkt dat een opstelling in strijd is met deze bepalingen, dan is de aanvoerder van de desbetreffende ploeg verplicht om de opstelling te wijzigen. Er mogen echter geen nieuwe spelers aan de opstelling worden toegevoegd. 31
3.
4.
5.
III-16 1.
2.
III-17
Indien de ledenpas van een speler bij de uitwisseling van de ploegopstellingen niet aanwezig is of indien de ledenpas niet is voorzien van zijn pasfoto heeft de andere ploeg het recht de partijen, waarin deze speler staat opgesteld op te eisen. Als partijuitslag moet in dat geval “opgave thuis” respectievelijk “opgave uit” worden doorgegeven. Als van dit recht geen gebruik wordt gemaakt vervalt de mogelijkheid om alsnog protest aan te tekenen tegen speelgerechtigdheid en/of volgorde van speelsterkte. Door ondertekening van het wedstrijdformulier volgens het bepaalde in artikel III-18 lid 2, verklaren de beide aanvoerders tevens aan de in lid 1 genoemde verplichtingen te hebben voldaan. Het niet-voldoen aan de in lid 1 en lid 2 sub b. genoemde verplichtingen heeft tot gevolg dat een protest wegens het spelen in strijd met bepalingen betreffende de speelgerechtigdheid niet ontvankelijk is, tenzij dit niet-voldoen te wijten is aan de aanvoerder van de ploeg waartegen dit protest wordt ingediend. Uitwisseling van ploegopstelling bij inhaalwedstrijden Wanneer een competitiewedstrijd op de datum van het competitieprogramma niet is gespeeld, gelden op de inhaaldatum alle verplichtingen genoemd in artikel III-15 lid 1. Wanneer een competitiewedstrijd op de datum van het competitieprogramma slechts gedeeltelijk is gespeeld, gelden op de inhaaldatum zowel de verplichtingen genoemd in artikel III-15 lid 1 als het bepaalde in artikel III-14. Uitvallen van een speler
Wanneer een speler door een ongeval, ziekte of een andere vorm van overmacht, optredend nadat de uitwisseling van de ploegopstellingen heeft plaatsgehad, niet in staat is (verder) te spelen, mag met goedvinden van de aanvoerders van beide ploegen en met inachtneming van het gestelde in artikel V-03 van de ploegopstelling worden afgeweken. Dit afwijken moet op het wedstrijdformulier afzonderlijk worden vermeld en door de aanvoerders voor akkoord worden getekend. Wanneer de aanvoerders niet tot overeenstemming kunnen komen, moeten de partijen van de speler, die niet in staat is te spelen, voor zover zij nog niet of niet geheel zijn gespeeld, gewonnen worden gegeven. De uitslag van een dergelijke partij wordt vastgesteld door alle nog te spelen punten verloren te verklaren voor de speler die niet in staat is te spelen. III-18 1.
Invullen van het wedstrijdformulier De aanvoerder van de ontvangende ploeg is verplicht het wedstrijdformulier volledig in te vullen volgens de voorschriften van de LCW. 32
2.
3.
4.
5.
6.
D
III-19
Het aldus ingevulde wedstrijdformulier dient door de aanvoerders van beide ploegen te worden ondertekend. Hierdoor verklaren zij dat deze invulling op een juiste wijze heeft plaatsgehad en dat de uitslagen correct zijn weergegeven. De aanvoerder van de ontvangende ploeg is verplicht op het wedstrijdformulier het tijdstip, waarop de wedstrijd begint, in te vullen. Indien nodig dienen de vermeldingen, bedoeld in artikel III-08 lid 3 sub b., artikel III-15 lid 2, artikel III-17 en artikel IV-05 lid 2, op het formulier te worden opgenomen. Daarna dienen de aanvoerders van beide ploegen deze vermeldingen, uitgezonderd die bedoeld in artikel III-08 lid 3 sub b. en artikel IV-05 lid 2, voor akkoord te paraferen. Indien van een competitiewedstrijd niet alle partijen zijn gespeeld door onvoltalligheid van een ploeg, dienen ook de door onvoltalligheid niet gespeelde partijen op het wedstrijdformulier te worden vermeld. Indien van een competitiewedstrijd niet alle partijen zijn gespeeld om andere redenen dan onvoltalligheid of afwezigheid van een ploeg, dient de aanvoerder van de ontvangende ploeg het extra wedstrijdformulier in te vullen. Op dit extra wedstrijdformulier moeten de uitslagen van de geheel en die van de gedeeltelijk gespeelde partijen alsmede de voorlopige totaaluitslag zijn ingevuld en 0-0 indien de betreffende wedstrijd nog niet is begonnen. Het formulier moet door de aanvoerders van beide ploegen zijn ondertekend. Indien een competitiewedstrijd niet is gespeeld door afwezigheid van één der ploegen, dient het extra wedstrijdformulier door de aanvoerder van de aanwezige ploeg te worden ingevuld, na invulling van zijn ploegopstelling, met vermelding van de afwezigheid van de andere ploeg, en na ondertekening. Opsturen van het wedstrijdformulier
De aanvoerder van de ontvangende ploeg is verplicht de uitslagen van elke, geheel of gedeeltelijke gespeelde, dan wel afgelaste of reglementair niet gespeelde competitiewedstrijd op de wedstrijddag elektronisch aan de KNLTB door te geven. III-20 P
1. 2.
Kopieën van het wedstrijdformulier De LCW geeft jaarlijks voorschriften omtrent aantal en bestemming van de kopieën van het wedstrijdformulier. De aanvoerder van een competitieploeg is verplicht zowel bij thuisals bij uitwedstrijden de kopieën van de wedstrijdformulieren van alle door zijn ploeg in dat bondsjaar gespeelde competitiewedstrijden bij zich te hebben en desgevraagd aan de belanghebbenden ter inzage te geven. 33
3.
III-21 1.
2.
3.
III-22
Het bestuur van een vereniging is verplicht de kopieën van de wedstrijdformulieren tot het einde van het bondsjaar te bewaren en aan iedere belanghebbende ter inzage te geven. Correct gedrag van spelers Een speler dient zich op het terrein van zijn vereniging en op dat van zijn tegenstander correct te gedragen. Dit houdt onder meer in hetgeen is vastgelegd in Bijlage-B. Bij ernstig wangedrag van een speler heeft de verenigingscompetitieleider de bevoegdheid een partij of wedstrijd te staken. Hiervan dient hij binnen 3 dagen na afloop van de dag waarop dit ernstige wangedrag heeft plaatsgevonden schriftelijk melding te maken bij de CL. Deze melding dient vergezeld te gaan van een duidelijke motivering van de beslissing. De CL zal naar aanleiding van deze melding een onderzoek instellen en hierna uitspraak doen. De in dit lid bedoelde bevoegdheid komt slechts toe aan de VCL voorzover de betreffende competitiewedstrijd niet door een vanwege de KNLTB aangestelde hoofdscheidsrechter en/of scheidsrechter wordt geleid. Bij ernstig wangedrag van één of meer spelers, coaches of begeleiders van een competitieploeg heeft de CL de bevoegdheid de afvaardigende vereniging mede verantwoordelijk te stellen. De CL heeft daarbij de bevoegdheid een onderzoek in te stellen en overeenkomstig het bepaalde in artikel X-01 een straf op te leggen. Coachen
Overeenkomstig Tennisspelregel 30 is coachen tijdens een competitiewedstrijd toegestaan. Dit houdt onder meer in hetgeen is vastgelegd in Bijlage-E. P
III-23
Reclame
De LCW bepaalt jaarlijks in welke klassen de Kledingreclamecode (zie Bijlage D) voor spelers verplicht is. Spelers van eenzelfde competitieploeg zijn verplicht om tijdens een competitiewedstrijd, indien zij reclame-uitingen voeren als bedoeld in artikel 1 sub c. van Bijlage D, ervoor zorg te dragen dat deze reclame-uitingen gelijk zijn aan de door hun ploeggenoten gevoerde reclame-uitingen. Conform artikel III-03 lid 2 dient reclame geplaatst op, achter en aan de zijkanten van de baan te voldoen aan Bijlage III van de Tennisspelregels.
34
HOOFDSTUK IV
D
IV-01
Het gerechtigd zijn om in de competitie of in een bepaalde competitiewedstrijd uit te komen.
Ledenpas
Gerechtigd om in een competitiewedstrijd voor een bepaalde vereniging te spelen is uitsluitend diegene die: a. op het moment van spelen in het bezit is van een geldige ledenpas waarop het KNLTB-nummer van die vereniging staat vermeld. b. op het moment van spelen geen financiële verplichting jegens de KNLTB heeft openstaan waarvan de betalingstermijn is verstreken. c. niet later dan twee weken voor aanvang van de speeldag waarop de speler competitie wil spelen en niet later dan twee weken voor de één na laatste speeldag in de betreffende competitie als lid van die vereniging bij de KNLTB staat ingeschreven. IV-02 1.
2.
3.
Overschrijvingsbepalingen Diegene die in enig bondsjaar voor een bepaalde vereniging voorjaarscompetitie heeft gespeeld mag in het daaropvolgende jaar voor een andere vereniging spelen indien hij het lidmaatschap van eerstgenoemde vereniging vóór 1 november van eerstgenoemd bondsjaar schriftelijk heeft opgezegd. Heeft hij dit lidmaatschap niet vóór 1 november opgezegd, dan mag hij in het daaropvolgende jaar slechts voor een andere vereniging voorjaarscompetitie spelen indien: a. hij vóór 1 november van dat bondsjaar zowel eerstgenoemde vereniging schriftelijk heeft medegedeeld het daaropvolgende jaar niet beschikbaar te zijn om voor die vereniging voorjaarscompetitie te spelen, ofwel b. voor het begin van de competitie eerstgenoemde vereniging tegenover de LCW schriftelijk, door middel van het daarvoor bestemde KNLTB overschrijivingsformulier, heeft verklaard er geen bezwaar tegen te hebben dat betrokkene voor een andere vereniging voorjaarscompetitie gaat spelen. In afwijking van het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel geldt dat de speler voor wie op grond van het bepaalde in artikel IV-04 lid 2 dispensatie is verleend voor het spelen voor twee verenigingen alleen aan de in lid 1 respectievelijk lid 2 genoemde bepalingen dient te voldoen ten aanzien van die vereniging(en) waarvoor hij geen voorjaarscompetitie meer gaat spelen.
35
IV-03 1.
2.
IV-04 1.
D
2.
Buitenlanders Spelers, die niet onder de definitie "Nederlandse tennisser" vallen, mogen aan de landelijke competitie en de regio-/districtscompetitie deelnemen, mits zij voldoen aan de bepalingen van dit reglement. Verenigingen zijn verplicht om bij aanmelding van buitenlanders als lid bij de KNLTB nadrukkelijk aan te geven of de betreffende speler over een internationale ATP-, WTA- of ITF-jeugdranglijstpositie geschikt. Het is ook verplicht om voor een speler die niet over een dergelijke internationale ranglijstpositie beschikt, maar in enig land een positie op de nationale ranglijst inneemt, en/of in enig land een speelsterkte heeft, dit bij de aanmelding nadrukkelijk aan te geven. Tevens zijn verenigingen verplicht de CL te melden wanneer aan een als lid aangemelde buitenlander een speelsterkte is toegekend die in relatie tot zijn ATP-, WTA- of ITF-jeugdranglijstpositie, danwel zijn ranglijstpositie en/of speelsterkte in enig land en de richtlijnen hierover onjuist is. Bij het niet nakomen van deze verplichting kan de CL overeenkomstig het bepaalde in artikel X-01 een straf opleggen. Spelen voor meer verenigingen Behoudens het bepaalde in lid 2 van dit artikel mag een speler in een bepaald bondsjaar voor niet meer dan één vereniging hier te lande in één bepaalde competitie en/of regio-/districtscompetitie spelen, ook niet wanneer een ploeg waarin hij speelde uit de competitie en/of regio-/districtscompetitie is teruggetrokken of van (verdere) deelneming is uitgesloten. Onder één bepaalde competitie wordt verstaan: voorjaarscompetitie, zomercompetitie, najaarscompetitie, wintercompetitie, indoorcompetitie en bekercompetitie. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel is het aan een speler voor wie door de VCL’s van beide verenigingen dispensatie bij de KNLTB is aangevraagd en verkregen, toegestaan voor maximaal twee verenigingen competitie en/of regio-/ districstcompetitie te spelen. Deze dispensatie wordt slechts verleend als de betreffende speler voor beide verenigingen minimaal in vier competitiewedstrijden wordt opgesteld. Aan deze dispensatie kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. Ondertekening van de dispensatie-aanvraag door de VCL’s van beide verenigingen ontslaat de betreffende speler van de verplichtingen als genoemd in lid 1 en 2 van artikel IV-02.
36
IV-05
1.
2.
IV-06 1.
2.
IV-07
1.
2. D
3.
In een ploeg hebben gespeeld of geacht worden te hebben gespeeld Een speler heeft in een bepaalde ploeg gespeeld, wanneer hij in die ploeg een competitiepartij geheel of ten dele heeft gespeeld, ook al zou deze partij achteraf wegens een begane overtreding voor die ploeg of die van de tegenpartij verloren zijn verklaard. Een speler wordt geacht in een bepaalde ploeg te hebben gespeeld, wanneer zijn naam op het wedstrijdformulier van de desbetreffende wedstrijd als speler is vermeld, ook al is (zijn) de partij(en) van die speler niet gespeeld. Wanneer in het geval dat geen van de partijen van een speler zijn gespeeld, de aanvoerder van die ploeg alsnog op het wedstrijdformulier aangeeft dat de vermelding van de naam van die speler als niet gedaan moet worden beschouwd, wordt die speler geacht niet in die ploeg te hebben gespeeld. Aantal malen dat in hogere ploeg mag worden gespeeld Gerechtigd tot het spelen in een bepaalde ploeg zijn uitsluitend zij, die in het betreffende bondsjaar in een bepaalde competitie niet meer dan éénmaal in een hogere ploeg hebben gespeeld of geacht worden te hebben gespeeld. Voor wat onder een bepaalde competitie wordt verstaan, wordt verwezen naar de laatste zin van artikel IV-04 lid 1. Het bepaalde in lid 1 van dit artikel is niet van toepassing indien dispensatie is verleend op grond van artikel IV-04 lid 2 of artikel IV-07 lid 3. Aantal malen dat in een competitieweek gespeeld mag worden Behoudens het bepaalde in lid 3 van dit artikel mag een speler niet uitkomen in twee of meer competitiewedstrijden of regio-/ districtscompetitiewedstrijden, die zijn vastgesteld in dezelfde speelweek. Onder de in het vorige lid bedoelde speelweek, wordt verstaan de kalenderweek die loopt van maandag tot en met zondag. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van dit artikel, is het aan een speler, waarvoor door zijn vereniging voorafgaande dispensatie bij de KNLTB is aangevraagd en verkregen, toegestaan om in maximaal twee competitiewedstrijden of regio-/ districtscompetitiewedstrijden die zijn vastgesteld in dezelfde speelweek, uit te komen. Deze dispensatie wordt slechts verleend als de betreffende speler in beide competitiesoorten in minimaal vier competitiewedstrijden wordt opgesteld. Aan deze dispensatie kunnen nadere voorwaarden worden gesteld. 37
Voor de speler waarvoor aldus dispensatie is verkregen gelden de bepalingen van artikel IV-06 niet ten aanzien van de competitiesoort waarvoor hij dispensatie heeft verkregen. IV-08 1. 2.
3.
IV-09 1.
2.
3.
D
IV-10
1.
2.
Welke en hoeveel partijen mag een speler spelen Een speler mag in één competitiewedstrijd in verschillende partijen uitkomen, echter niet in partijen van dezelfde spelsoort. Het is niet toegestaan een speler op te stellen in de helft of meer van het totale aantal partijen van een competitiewedstrijd als bepaald in artikel II-03 sub e. In tegenstelling tot het bepaalde in lid 1 en 2 is het toegestaan in de dubbelcompetitie één of meer spelers op te stellen in maximaal twee partijen van dezelfde spelsoort. Het is tevens toegestaan één of meer spelers op te stellen in maximaal de helft van het totaal aantal partijen van een competitiewedstrijd, zoals bepaald in artikel II-03 sub e. Het is een aanvoerder niet toegestaan om in een dubbelcompetitie twee spelers twee keer in dezelfde dubbelcombinatie op te stellen. Speelgerechtigdheid bij inhaalwedstrijden Het is verboden bij een inhaalwedstrijd iemand in een ploeg op te stellen, die op de oorspronkelijke dag van het competitieprogramma in een andere ploeg heeft gespeeld of wordt geacht te hebben gespeeld. Als een competitiewedstrijd op de dag van het competitieprogramma niet of slechts ten dele is gespeeld, blijft de speler, die op die dag gerechtigd was in deze wedstrijd te spelen dat ook op de inhaaldatum, ongeacht of die speler tussen deze beide data in andere competitiewedstrijden heeft gespeeld. Een op een inhaaldatum gespeelde partij wordt geacht te zijn gespeeld op de oorspronkelijke dag van het competitieprogramma. Speelgerechtigdheid bij wedstrijden om het landskampioenschap Gerechtigd om in een bepaalde ploeg een wedstrijd om het landskampioenschap van de landelijke competitie te spelen zijn uitsluitend zij, die in dat bondsjaar ten minste drie competitiewedstrijden van de landelijke competitie voor hun vereniging hebben gespeeld of geacht worden te hebben gespeeld, echter niet meer dan eenmaal in een hogere ploeg. Aan het hebben deelgenomen aan de regio-/districtscompetitie kan geen recht worden ontleend om een wedstrijd om het landskampioenschap van de landelijke competitie te mogen spelen.
38
3.
4.
IV-11 1.
2.
D
IV-12
De LCW kan met betrekking tot het gerechtigd zijn om in een bepaalde ploeg een wedstrijd om het landskampioenschap te spelen afwijkende bepalingen maken indien: a. een speler door de KNLTB is aangewezen uit te komen in een wedstrijd, waarin hij zijn land vertegenwoordigt; b. een speler door de KNLTB is aangewezen uit te komen in een wedstrijd ter voorbereiding van een onder a. bedoelde wedstrijd. Een ploeg, die in een wedstrijd om het landskampioenschap een niet-gerechtigde speler opstelt, wordt geacht deze wedstrijd te hebben verloren. Speelgerechtigdheid bij een beslissingswedstrijd Voor het gerechtigd zijn om in een beslissingswedstrijd, als in artikel II-14 lid 1 bedoeld, te spelen gelden dezelfde regels als die in artikel IV-10 zijn vastgelegd met betrekking tot het gerechtigd zijn in een wedstrijd om het landskampioenschap te spelen. Een ploeg, die in een beslissingswedstrijd als in artikel II-14 lid 1 bedoeld een niet-gerechtigde speler opstelt, wordt geacht deze wedstrijd te hebben verloren. Speelgerechtigdheid voor junioren
In de laagste klasse van de gemengde seniorencompetitie en de herencompetitie mag op iedere competitiedag per ploeg slechts één speler worden opgesteld die junior is. In alle overige klassen van deze en alle overige competitiesoorten mag een onbeperkt aantal junioren worden opgesteld, tenzij aan deze competitiesoort een leeftijdsgrens/ minimumleeftijd is verbonden. IV-13
Samenval competitie en toernooien
Wanneer zich een situatie voordoet waarbij een speelgerechtigde speler op een of meer van de vooraf gepubliceerde data van de voorjaarscompetitie als bedoeld in artikel II-03 sub b. tevens een wedstrijd dient te spelen in een door de KNLTB goedgekeurd toernooi, dan kan de speler zich terugtrekken uit het toernooi. De administratieve overtreding bedoeld in artikel III-17 lid 1 van het Wedstrijd- en Toernooireglement zal dan niet worden gemeld, op voorwaarde dat de terugtrekking uit het toernooi heeft plaatsgevonden voordat de speler een wedstrijd in het betreffende toernooi heeft gespeeld.
39
HOOFDSTUK V
V-01 1.
2.
3.
V-02 1.
2.
3.
Opstelling volgens sterkte van ploegen en van spelers
Puntentoekenning aan de spelers Aan de individuele spelers worden op basis van hun speelsterkte in het enkelspel en op basis van hun speelsterkte in het dubbelspel afzonderlijk punten toegekend en wel als volgt: categorie 1-speler: 1 punt categorie 2-speler: 2 punten categorie 3-speler: 3 punten categorie 4-speler: 4 punten categorie 5-speler: 5 punten categorie 6-speler: 6 punten categorie 7-speler: 7 punten categorie 8-speler: 8 punten categorie 9-speler: 9 punten Op de ledenpas van elke speler wordt vermeld welke speelsterkte in het enkelspel en welke speelsterkte in het dubbelspel aan die speler is toegekend. De in lid 1 genoemde volgorde van 1 t/m 9 geeft een afnemende speelsterkte aan. Sterktevolgorde van ploegen Een vereniging is verplicht om alle ploegen in elke competitiesoort in volgorde van sterkte zo te nummeren en op te stellen, dat op iedere wedstrijddag het puntengemiddelde van een lagere ploeg niet meer dan 1 punt lager mag zijn dan het puntengemiddelde van een hogere ploeg. Het puntengemiddelde van een ploeg op een bepaalde wedstrijddag wordt op de volgende wijze bepaald: a. Het puntentotaal van een speler, ongeacht de partijen waarin deze speler staat opgesteld, is de som van zijn enkelspel- en dubbelspelspeelsterkte volgens artikel V-01 lid 1. b. Het puntentotaal van een ploeg is de som van de puntentotalen van de spelers opgesteld in die ploeg, toegekend overeenkomstig sub a. c. Het puntengemiddelde van een ploeg op een bepaalde wedstrijddag is het puntentotaal van die ploeg gedeeld door het aantal spelers van die ploeg. In afwijking van het bepaalde in lid 2 wordt het puntengemiddelde van een ploeg in een dubbelcompetitie op de volgende wijze bepaald: a. Het puntentotaal van een speler is de som van twee maal de dubbelspelspeelsterkte volgens artikel V-01 lid 1.
40
b.
c.
V-03 1.
2.
V-04
Het puntentotaal van een ploeg is de som van de puntentotalen van de spelers opgesteld in die ploeg, toegekend overeenkomstig sub a. Het puntengemiddelde van een ploeg op een bepaalde wedstrijddag is het puntentotaal van die ploeg gedeeld door het aantal spelers van die ploeg. Sterktevolgorde binnen één ploeg in enkel- en dubbelspel
Een aanvoerder is verplicht in het enkelspel de spelers van zijn ploeg in volgorde van afnemende speelsterkte op te stellen. Spelers met dezelfde speelsterkte worden geacht van gelijke sterkte te zijn. Een aanvoerder is verplicht de dubbelspelcombinaties van de spelers van zijn ploeg in volgorde van afnemende speelsterkte op te stellen. Het bepalen van de speelsterkte van een dubbelspelcombinatie geschiedt door optelling van de volgens artikel V-01 lid 1 aan elk van beide spelers toegekende punten in het dubbelspel. Dubbelspelcombinaties waaraan een zelfde totaal aantal punten is toegekend worden geacht van gelijke sterkte te zijn. Ploegopstelling bij inhaalwedstrijden
Wanneer een competitiewedstrijd op de datum van het competitieprogramma niet of slechts ten dele is gespeeld dient ook op de inhaaldatum de ploegopstelling zodanig te zijn dat wordt voldaan aan de bepalingen van artikel V-02 van dit reglement. V-05
Uitwisselen van ploegen
Het is een vereniging op de laatste twee speeldagen van een ploeg niet toegestaan om spelers die al minimaal 3 keer zijn uitgekomen in een ploeg in dezelfde competitiesoort in een andere hoger genummerde ploeg te laten spelen, tenzij het om niet meer dan 2 spelers gaat.
41
HOOFDSTUK VI D
VI-01
Regio-/Districtscompetitie Welke ploegen kunnen deelnemen aan de regio-/ districtscompetitie
Het bestuur/De besturen van een (aantal) district(en) kan/kunnen regio-/ districtscompetities organiseren, waaraan kunnen deelnemen: a. ploegen van verenigingen, die tot de regio/het district behoren; b. ploegen van verenigingen, behorende tot een aangrenzend(e) regio/district, mits met toestemming van de respectieve districtbesturen; c. ploegen van, met toestemming van districtsbestu(u)r(en), gevormde combinaties van verenigingen; d. ploegen van, met toestemming van districtsbestu(u)r(en), gevormde combinaties van bondskaarthouders, met dien verstande dat aan een bepaalde bondskaarthouder slechts één jaar toestemming wordt gegeven aan de regio-/districtscompetitie deel te nemen en dat hij in die regio/dat district woonachtig moet zijn. VI-02 1.
2.
D
VI-03
1.
2.
Regio-/Districtscompetitiereglement De bepalingen, waaronder de regio-/districtscompetities worden gespeeld, dienen te worden vastgelegd in een regio-/ districtscompetitiereglement, dat de goedkeuring heeft van het districtsbestuur/ de districtsbesturen. Het regio-/ districtscompetitiereglement is eveneens onderworpen aan de goedkeuring van de LCW. In een regio-/districtscompetitiereglement dient in ieder geval te worden vastgelegd: dat regio-/districtscompetitiewedstrijden slechts met toestemming van de besturen van de beide betrokken verenigingen op zondag kunnen worden gespeeld, afgespeeld of ingehaald; Speelgerechtigdheid bij wedstrijden om het landskampioenschap van de regio-/districtscompetitie Gerechtigd om in een bepaalde ploeg een wedstrijd om het landskampioenschap van de regio-/ districtscompetitie te spelen zijn uitsluitend zij, die in dat bondsjaar ten minste drie competitiewedstrijden van de regio-/districtscompetitie voor hun vereniging hebben gespeeld of geacht worden te hebben gespeeld, echter niet meer dan eenmaal in een hogere ploeg. Een ploeg, die in een wedstrijd om het landskampioenschap een niet-gerechtigde speler opstelt, wordt geacht deze wedstrijd te hebben verloren.
42
VI-04
Competitiesoorten
Het bestuur van een district respectievelijk de besturen van de districten mogen competitiesoorten met als speeldag zondag organiseren, echter alleen na voorafgaande goedkeuring van de LCW . De LCW kan aan de organisatie van deze districts- respectievelijk regiocompetitie(soorten) voorwaarden verbinden.
43
HOOFDSTUK VII
Bekercompetitie
01.
Algemeen Op de bekercompetitie zijn de artikelen in de overige hoofdstukken van dit reglement van toepassing tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is bepaald, dan wel uit de strekking, aard en/of samenhang van de artikelen een andere bepaling of uitleg voortvloeit.
02.
Categorieën De CL/RCL/DCL bepaalt jaarlijks in welke (samengevoegde) categorieën een bekercompetitie wordt georganiseerd.
03.
Inrichting De bekercompetitie voor categorie 1 t/m 3-spelers wordt georganiseerd door de CL. De RCL/DCL is belast met de organisatie van de bekercompetitie voor de lagere categorieën.
04.
Aantal ploegen per vereniging Iedere vereniging mag met maximaal één ploeg per categorie aan de bekercompetitie deelnemen.
05.
Aantal spelers per ploeg Een ploeg bestaat uit minimaal 2 personen, die allen lid zijn van de betreffende vereniging en die qua leeftijd en qua speelsterkte behoren tot de desbetreffende categorie of lager. Per wedstrijd kunnen dat andere spelers zijn.
06.
Lidmaatschap KNLTB Alle spelers van een ploeg in de bekercompetitie dienen te voldoen aan de bepalingen van artikel IV-01 van het Competitiereglement.
07.
Spelen voor één vereniging In de bekercompetitie mag men in een bepaal bondsjaar slechts voor één vereniging in één ploeg uitkomen.
08.
Aantal partijen per competitiewedstrijd Een bekerwedstrijd bestaat uit drie partijen: twee enkelspelen en een dubbelspel. Ten aanzien van het aantal partijen dat een speler per wedstrijd mag spelen is artikel IV-08 lid 2 niet van toepassing.
09.
Wedstrijdschema In eerste instantie wordt een bekercompetitie bij voorkeur begonnen in poules van 4 ploegen. In de poule wordt een halve competitie gespeeld.
44
10.
Vervolgwedstrijden De nummers 1 uit iedere poule gaan over naar een schema van in principe maximaal 32 ploegen, waarin volgens afvalsysteem verder wordt gespeeld. Wanneer het maximum aantal in te schrijven ploegen wordt overschreden zullen ploegen op volgorde van binnenkomst van de inschrijving worden geaccepteerd.
11.
Aantal thuiswedstrijden per vereniging De CL/RCL/DCL bepaalt, afhankelijk van het aantal inschrijvingen, de indeling, waarbij zo veel mogelijk de thuiswedstrijden per vereniging evenredig worden verdeeld.
12.
Speelperioden De poulewedstrijden worden door de CL/RCL/DCL vastgesteld in een periode gelegen tussen het einde van de voorjaarscompetitie en het begin van de zomervakantie. De wedstrijden in het afvalsysteem worden na de zomervakantie gespeeld.
13.
Speeldag Door de CL/RCL/DCL wordt een vaste dag of avond vastgesteld per categorie. Deze speeldatum wordt bij de uitschrijving van de bekercompetitie gepubliceerd.
14.
Aanvang van de wedstrijd Bekerwedstrijden die op zaterdag en/of zondag worden gespeeld vangen aan om 13.00 uur. Hiervoor dient de vereniging per wedstrijd één baan ter beschikking te stellen. Bekerwedstrijden die doordeweeks worden gespeeld vangen aan om 19.00 uur. Daarvoor dienen gelijktijdig 2 banen beschikbaar gesteld te worden. Bijlage H is niet van toepassing op de bekercompetitie.
15.
Ploeguitwisseling en ledenpassen Bij de ploeguitwisseling overhandigen de aanvoerders van beide ploegen elkaar tegelijk met de ploeguitwisselingsformulieren ook de ledenpassen van de spelers.
16.
Wachten bij slechte weersomstandigheden Wanneer een bekerwedstrijd ten gevolge van de weersomstandigheden niet op de in artikel 14 bedoelde tijd kan beginnen, zijn beide ploegen verplicht te wachten tot de omstandigheden zodanig wijzigen dat spelen mogelijk is. Indien dit op zaterdag of zondag om 16.00 uur of op een doordeweekse dag om 20.30 uur nog niet het geval is, behoeft met de wedstrijd die dag niet begonnen te worden.
45
17.
Afspelen van bekerwedstrijden Op zaterdag en zondag is het niet verplicht om na 18.00 uur met een nieuwe partij te beginnen. Doordeweeks is men daartoe na 21.30 uur niet meer verplicht.
18.
Inhalen Wanneer een bekerwedstrijd op de vastgestelde dag of avond niet of slechts gedeeltelijk is gespeeld, dient de wedstrijd de volgende dag of avond te worden gespeeld of voortgezet. Indien de wedstrijd ook dan niet (volledig) kan worden gespeeld, dient te worden uitgeweken naar de dag of avond daarna. Indien ook dan de wedstrijd niet wordt (af-)gespeeld en het een wedstrijd volgens afvalsysteem betreft plaatst de vereniging die op dat moment voorstaat zich automatisch voor de volgende ronde. Indien de wedstrijd nog in het geheel niet is aangevangen of de stand in partijen, sets en games gelijk is beslist het lot. Indien de niet (af-) gespeelde wedstrijd een poulewedstrijd betreft, heeft men een week de tijd om de wedstrijd (af) te spelen. Indien het binnen die termijn niet gelukt is om de wedstrijd (af) te spelen, wordt de tussenstand als eindstand vermeld.
46
HOOFDSTUK VIII VIII-01
Indoorcompetitie
Algemene bepaling
Op de indoorcompetitie zijn de artikelen in de overige hoofdstukken van dit reglement van toepassing tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is bepaald, dan wel uit de strekking, aard en/of samenhang van de artikelen een andere bepaling of uitleg voortvloeit. VIII-02 1.
2.
Inschrijving van competitieploegen
In aanvulling op artikel III-01 kunnen ook ploegen worden ingeschreven die bestaan uit spelers van meer dan één vereniging of ploegen die bestaan uit spelers van een tennisschool. In deze gevallen is de aanmelder van die ploeg aansprakelijk voor de verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen III-01 lid 2 en 3. De aanmelder van een ploeg is verplicht voor een door de LCW te bepalen datum een ploegenformulier in te leveren, waarin de namen en de speelsterktes van de spelers van die ploeg worden vermeld.
VIII-03
Wedstrijdschema
In afwijking van artikel II-05 stelt de LCW het schema vast dat bij het spelen van indoorcompetitiewedstrijden wordt gevolgd. Dit schema hoeft niet te voldoen aan de voorwaarde van één wedstrijd tegen elke andere ploeg en ook niet aan de voorwaarde van aantallen uit- en thuiswedstrijden. Voor iedere partij kan een bepaalde begintijd worden vastgesteld. VIII-04
Spelregels en rustperioden
In de indoorcompetitie geldt dat in afwijking van artikel II-07: 1. In elk spel overeenkomstig het beslissend puntsysteem conform Bijlage IV van de Tennisspelregels wordt gespeeld. 2. De sets worden gespeeld conform de korte sets als is omschreven in Tennisspelregels 5 en 6 en Bijlage IV van de Tennisspelregels. 3. Bij de stand één set gelijk een beslissende wedstrijdtiebreak conform Tennisspelregels 5 en 6 en Bijlage IV van de Tennisspelregels wordt gespeeld. 4. Een partij een minimale tijdsduur heeft van een uur (tenzij de partij op grond van lid 5 eerder wordt beëindigd). De LCW bepaalt jaarlijks per competitieklasse, competitiesoort en competitiepartij de maximale tijdsduur.
47
5.
Een partij kan op twee manieren worden beëindigd: ofwel door het uitspelen van de partij conform lid 2 en 3, ofwel doordat de met inachtneming van lid 4 bepaalde tijdsduur is verstreken. Het verstrijken van de tijdsduur wordt aangegeven middels een duidelijk waarneembaar eindsignaal, op welk moment de partij onmiddellijk wordt afgebroken en een nog niet beëindigde slagenwisseling wordt stopgezet.
VIII-05
Partijpunten en winstpunten
In afwijking van artikel II-11 geldt: a. Voor iedere gewonnen set worden aan een speler of dubbelspelcombinatie 3 partijpunten toegekend; b. Voor een tengevolge van het verstreken zijn van de tijdsduur niet afgespeelde set geldt: Als het verschil in spellen 2 of meer is, krijgt een speler of dubbelspelcombinatie die in deze set de meeste spellen heeft behaald 2 partijpunten; als het verschil in spellen 1 of 0 is, dan krijgen beide spelers of dubbelspelcombinaties elk 1 partijpunt. c. Een speler of dubbelspelcombinatie die in zijn partij de meeste partijpunten heeft behaald wint de partij en verdient daardoor voor zijn ploeg 2 winstpunten. Bij een gelijk aantal partijpunten krijgt iedere ploeg 1 winstpunt. VIII-06 1. 2. 3.
Opmaken van de competitiestand
Het opmaken van de competitiestand geschiedt conform het bepaalde in artikel II-11 lid 2. De eerste en de laatste plaats in een afdeling worden bepaald conform artikel II-12. De onderlinge volgorde in een afdeling bij een gelijk aantal winstpunten wordt conform de artikelen II-11 en II-14 opgemaakt, waarbij in afwijking van de genoemde artikelen voor de indoorcompetitie in plaats van het woord set(s) het woord partijpunten dient te worden gelezen.
VIII-07
Onvoltalligheid, niet speelklaar zijn en niet opkomen
In afwijking van artikel III-10 gelden de volgende bepalingen voor onvoltalligheid, niet opkomen en niet speelklaar zijn in de indoorcompetitie: 1. a. Indien een ploeg niet of niet volledig komt opdagen, krijgt de wel aanwezige ploeg voor iedere niet gespeelde partij 6 partijpunten.
48
b.
2.
3.
Bovendien kan aan een ploeg die niet of niet volledig komt opdagen door de CL een boete opgelegd worden van maximaal 113 euro. Indien een speler of dubbelspelcombinatie op de vastgestelde begintijd te laat komt of niet speelklaar is, vervalt het recht van inspelen voor die speler of dubbelspelcombinatie en geldt bovendien het volgende: a. meer dan 5 maar minder dan 15 minuten te laat: de tegenstander begint die partij met een voorsprong van 2-0; b. 15 minuten tot minder dan 30 minuten te laat: de tegenstander krijgt de eerste set met 4-0 gewonnen; c. 30 minuten of meer te laat: de tegenstander krijgt de partij gewonnen met 4-0, 4-0. De competitiegedelegeerde kan afwijken van het bepaalde in lid 2 indien er naar zijn mening sprake is van overmacht. In dat geval dienen de partijen zo spoedig mogelijk te beginnen en kan de competitiegedelegeerde beslissen dat er gespeeld wordt met een kortere (in)speeltijd.
VIII-08
Uitvallen van een speler
In aanvulling op artikel III-17 dienen alle resterende punten van een speler die niet in staat is verder te spelen gewonnen te worden gegeven. Voor de berekening van het aantal partijpunten wordt hierbij van het volgende uitgegaan: a. dat een partij die reeds is begonnen en waarbij de maximale tijdsduur op meer dan één uur is bepaald 3 sets duurt; b. dat een partij die reeds is begonnen en waarbij de maximale tijdsduur op één uur of minder is bepaald 2 sets duurt. VIII-09 1.
2.
Speelgerechtigdheid In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk IV mag een ploeg in een competitiewedstrijd slechts die spelers opstellen die voorkomen op het voor aanvang van de competitie ingevulde ploegenformulier. a. In afwijking van het in lid 1 bepaalde mag een speler die niet voorkomt op het ploegenformulier toch worden opgesteld in het enkelspel indien zijn enkelspelspeelsterkte niet hoger is dan de gemiddelde enkelspelspeelsterkte van de spelers die wel voorkomen op het ploegenformulier. Berekening van de gemiddelde speelsterkte geschiedt met behulp van artikel V-01.
49
b.
3.
In afwijking van het in lid 1 bepaalde mag een speler die niet voorkomt op het ploegenformulier toch worden opgesteld in het dubbelspel indien zijn dubbelspelspeelsterkte niet hoger is dan de gemiddelde dubbelspelspeelsterkte van de spelers die wel voorkomen op het ploegenformulier. Berekening van de gemiddelde speelsterkte geschiedt met behulp van artikel V-01. Een speler dient in het bezit te zijn van een geldige ledenpas. Ook een speler die niet valt onder de definitie "Nederlandse tennisser" mag aan de indoorcompetitie deelnemen mits hij voldoet aan de bepalingen van dit reglement.
50
HOOFDSTUK IX IX-01
1.
2.
3.
4.
5.
IX-02
Onderzoeken en protesten
Het indienen van een verzoek bij de CL om een onderzoek in te stellen Een belanghebbende vereniging, die eraan twijfelt of een speler van een ploeg van een tegenpartij gerechtigd is in die ploeg te spelen, of dat een aanvoerder van een tegenpartij de bepalingen omtrent het opstellen van spelers volgens speelsterkte in acht heeft genomen, dan wel eraan twijfelt of de vereniging van een tegenpartij haar ploegen in volgorde van sterkte heeft opgesteld kan aan de CL verzoeken hieromtrent een onderzoek in te stellen. De indiening van een zodanig verzoek houdt tevens in dat wanneer de CL een overtreding van het reglement terzake constateert, hij wordt verzocht een straf op te leggen, overeenkomstig het bepaalde in artikel X-01. Een verzoek als in lid 1 bedoeld dient namens die vereniging schriftelijk te worden ingediend door haar bestuur of door de VCL en wel niet later dan 14 dagen na de dag waarop de gedraging of handeling, naar aanleiding waarvan dit verzoek wordt ingediend, ter kennis is gekomen van die vereniging of door de CL geacht wordt te zijn gekomen. Niet inachtneming van deze termijn kan niet-ontvankelijkheid van het verzoek tot gevolg hebben. Tegelijk met het indienen van het verzoek dient de vereniging een bedrag van 23 euro aan de KNLTB te betalen. Een kopie van de op naam van de KNLTB gestelde, getekende giro- of bankoverschrijving dient te worden ingesloten bij het schriftelijke verzoek. Niet inachtneming van deze verplichting kan niet-ontvankelijkheid van het verzoek tot gevolg hebben. Het in het vorige lid genoemde bedrag zal aan de vereniging worden gerestitueerd wanneer blijkt dat de vereniging het onderzoek niet zelf had kunnen (doen) verrichten. Van het in lid 1 bedoelde verzoek om een onderzoek in te stellen wordt door de CL mededeling gedaan aan de vereniging, waartoe de ploeg behoort, waarop dit onderzoek betrekking heeft. Hoe een verzoek om een onderzoek in te stellen door de CL wordt behandeld
Indien uit een onderzoek als bedoeld in artikel IX-01 blijkt dat een bepaling van dit reglement is overtreden of een in dit reglement opgenomen verplichting niet is nagekomen, zendt de CL een afschrift van het desbetreffende verzoek alsmede van het resultaat van het onderzoek
51
aan de vereniging waartoe de ploeg behoort, die bij het gevraagde onderzoek is betrokken. De CL informeert zo nodig de andere verenigingen waarvan ploegen in dezelfde afdeling spelen over het ingediende verzoek en over het resultaat van het onderzoek. IX-03 Het indienen van een protest bij de CL 1.
2.
3.
4.
5.
IX-04 1.
Een belanghebbende vereniging kan bij de CL protest aantekenen tegen gedragingen of handelingen van een andere vereniging respectievelijk tegen die, waarvoor een andere vereniging aansprakelijk is, wanneer die gedragingen of handelingen naar haar mening in strijd zijn met het bepaalde in dit reglement. Dit protest dient namens die vereniging schriftelijk te worden ingediend door het bestuur of door de VCL en wel binnen 14 dagen na de dag waarop de gedraging of handeling ter kennis is gekomen van die vereniging of door de CL geacht wordt te zijn gekomen. Niet inachtneming van deze termijn kan niet-ontvankelijkheid van het protest tot gevolg hebben. In tegenstelling tot het bepaald in lid 2, worden protesten die later dan 42 dagen na de laatste speeldag volgens het competitieprogramma worden ingediend, niet meer in behandeling genomen. Tegelijk met het indienen van het protest dient de vereniging een bedrag van 23 euro aan de KNLTB te betalen. Een kopie van de op naam van de KNLTB gestelde, getekende giro- of bankoverschrijving dient te worden ingesloten bij het schriftelijke protest. Niet inachtneming van deze verplichting kan niet-ontvankelijkheid van het protest tot gevolg hebben. Het in lid 4 genoemde bedrag zal aan de vereniging worden gerestitueerd wanneer zij door de CL in het gelijk wordt gesteld. De CL kan tot gedeeltelijke restitutie van dit bedrag besluiten, wanneer de vereniging, die het protest indiende, gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld. Hoe een protest door de CL wordt behandeld Indien uit het onderzoek, als bedoeld in artikel IX-01 lid 1, blijkt dat een bepaling van dit reglement is overtreden of een in dit reglement opgenomen verplichting niet is nagekomen, zendt de CL een afschrift van het desbetreffende protest aan de vereniging, waartoe de ploeg behoort, die bij dit protest is betrokken, alsmede van de door hem gedane uitspraak. De CL informeert zo nodig de andere verenigingen, waarvan de ploegen in dezelfde afdeling van de competitie spelen over het ingediende protest en over de gedane uitspraak. 52
2. 3.
Bij de behandeling van een protest kan de CL de betrokken verenigingen horen. De CL zendt een afschrift van het protest, bedoeld in artikel IX-03 lid 1, aan de vereniging, waartoe de ploeg behoort, die bij dit protest is betrokken, alsmede van de door hem gedane uitspraak. De CL informeert bovendien de andere verenigingen, waarvan de ploegen in dezelfde afdeling van de competitie spelen over het ingediende protest en over de gedane uitspraak.
53
HOOFDSTUK X X-01 1.
2.
Strafbepalingen
Straffen die de CL kan opleggen De CL is bevoegd bij overtreding van één van de bepalingen van dit reglement of bij niet-nakomen van een in dit reglement opgenomen verplichting, al dan niet naar aanleiding van een ter zake ingediend protest: a. aan een vereniging een boete op te leggen van ten hoogste 227 euro ook indien de overtreding of het nietnakomen van de verplichting moet worden toegeschreven aan de aanvoerder van een ploeg; b. één of meer winstpunten bij een ploeg in mindering te brengen; c. één of meer partijen, die een ploeg op een bepaalde datum van het competitieprogramma ten onrechte niet speelt, voor die ploeg verloren te verklaren, in welk geval de uitslag van elk van die partijen administratief op 0-6, 0-6 voor die ploeg wordt vastgesteld; d. een ploeg op de laatste plaats van haar afdeling te laten eindigen, ongeacht het eventueel door haar behaalde aantal winstpunten, indien deze ploeg het verloop van de competitie in ernstige mate heeft verstoord; e. een partij, die door een niet-gerechtigde speler is gespeeld, voor zijn ploeg verloren te verklaren, in welk geval de uitslag van die partij administratief op 0-6, 0-6 voor die ploeg wordt vastgesteld; f. andere partijen van dezelfde spelsoort als die onder e. bedoeld, die als gevolg van het meespelen van een niet-gerechtigde speler niet door de juiste speler(s) worden gespeeld, voor die ploeg verloren te verklaren, in welk geval de uitslag van die partijen administratief op 0-6, 0-6 voor die ploeg wordt vastgesteld. g. een ploeg die een gefingeerde uitslag heeft ingevuld of voor juist heeft ondertekend op de laatste plaats te zetten. h. niet (uit)gespeelde wedstrijden/partijen alsnog op een andere datum en onder bepaalde voorwaarden vast te stellen. i. de (tussen)stand van een onreglementair uitgestelde wedstrijd om te zetten naar een eindstand en/of de eindstand van een onreglementair uitgestelde wedstrijd aan te passen. De CL kan één van de onder b., c., d., e., f. en g. van het vorige lid genoemde straffen opleggen tezamen met de in dat lid onder a. genoemde boete. 54
X-02
Boete bij herhaling van overtreding
De CL is bevoegd bij herhaalde overtreding van één van de bepalingen van dit reglement of bij herhaald niet-nakomen van een in dit reglement opgenomen verplichting een vereniging een boete op te leggen van ten hoogste 454 euro, ook indien de overtreding of het niet-nakomen van de verplichting moet worden toegeschreven aan de aanvoerder van een ploeg. X-03 1.
2.
X-04
Straffen die de LCW kan opleggen De LCW is bevoegd aan een vereniging een boete van ten hoogste 454 euro op te leggen, dan wel een vereniging of een ploeg van een vereniging van deelneming of van verdere deelneming uit te sluiten bij het niet-voldoen aan de verplichting: a. het voor deelneming aan de competitie verschuldigde inschrijfgeld aan de KNLTB te voldoen (artikel III-01 lid 3); b. het minimum voor de competitie vereiste aantal buitenbanen beschikbaar te stellen (artikel III-03 lid 3); c. buitenbanen en kleedkamers met was- en douchegelegenheid, toilet en kantine van voldoende kwaliteit beschikbaar te stellen (artikel III-03 lid 2 en 3); d. de onder c. genoemde accommodaties gedurende de in artikel III-03 lid 1 en 2 genoemde tijd beschikbaar te stellen. e. te beschikken over een gecertificeerde VCL overeenkomstig het bepaalde in artikel III-01 lid 7. f. een eenmaal ingeschreven ploeg de gehele competitie te laten spelen, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen III-01 lid 2 en III-02 lid 3. De LCW is bevoegd de aanvoerder van een ploeg, die een bepaling van dit reglement heeft overtreden of een verplichting in dit reglement genoemd niet is nagekomen het recht te ontzeggen gedurende een bepaalde tijd als aanvoerder op te treden. Berechting door de strafcommissie
Een speler die zich niet gedraagt overeenkomstig het bepaalde in artikel III-21 lid 1 en in Bijlage-B, kan worden berecht door de strafcommissie conform de regels hieromtrent in artikel 24 van de Statuten en in het Tuchtreglement.
55
X-05
Bestraffing volgens het SPS
Ongeacht het bepaalde in artikel X-04 heeft een bondsscheids-rechter alsmede een scheidsrechter, geen bondsscheidsrechter zijnde, die door de commissie Wedstrijdtennis van een district voor het leiden van een bepaalde competitiewedstrijd is aangewezen, tevens de plicht om tijdens het leiden van een partij op te treden tegen wangedrag als vermeld in artikel 2 van de gedragsregels opgenomen in Bijlage-B, alsmede tegen overtreding van het bepaalde in artikel 1 van deze gedragsregels onder toepassing van het strafpuntensysteem (SPS). Dit strafpuntensysteem is opgenomen in Bijlage-C. Van elke hier bedoelde overtredingen wordt door de desbetreffende scheidsrechter een rapport opgemaakt, dat ter inzage aan de betrokken aanvoerder wordt gegeven en vervolgens voor kennisneming wordt geparafeerd door de hoofdscheidsrechter, waarna het overeenkomstig het Tuchtreglement zoals bedoeld in artikel 24 van de Statuten kan worden voorgelegd aan de strafcommissie.
56
HOOFDSTUK XI XI-01 1.
2.
3.
4.
5.
XI-02 1.
2.
Beroepsprocedure
In beroep gaan bij de LCW tegen uitspraak CL Een belanghebbende vereniging kan tegen een beslissing, die door de CL ingevolge dit reglement is genomen, waaronder ook te verstaan de oplegging van een straf ingevolge het bepaalde in artikel X-01 en X-02, in beroep gaan bij de LCW. Deze beroepsmogelijkheid vervalt wanneer de beslissing door de CL uitsluitend een boeteoplegging van ten hoogste 45 euro inhoudt. Een dergelijk beroep dient namens die vereniging schriftelijk te worden ingediend door het bestuur of door de VCL binnen 14 dagen na de dag waarop de bedoelde beslissing ter kennis is gekomen van die vereniging of door de LCW geacht wordt te zijn gekomen. Tegelijk met het indienen van het beroepschrift dient de vereniging een bedrag van 23 euro aan de KNLTB te betalen. Een kopie van de op naam van de KNLTB gestelde, getekende giro- of bankoverschrijving dient te worden ingesloten bij het beroepschrift. Het in het vorige lid genoemde bedrag zal aan de vereniging worden gerestitueerd wanneer zij door de LCW in het gelijk wordt gesteld. De LCW kan tot gedeeltelijke restitutie van dit bedrag besluiten, wanneer die vereniging gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld. Door het instellen van beroep wordt de tenuitvoerlegging van de uitspraak waartegen het beroep wordt ingesteld opgeschort, tenzij de voorzitter van de LCW anders besluit. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk aan de belanghebbende ter kennis gebracht. Hoe een beroep door de LCW wordt behandeld De LCW zendt een afschrift van het beroepschrift, bedoeld in artikel XI-01, aan de vereniging, waartoe de ploeg behoort, die bij dit beroep is betrokken, alsmede van de door haar gedane uitspraak. De LCW informeert zo nodig de andere verenigingen, waarvan de ploegen in dezelfde afdeling van de competitie spelen over het ingestelde beroep en over de gedane uitspraak. Bij de behandeling van een beroep kan de LCW de betrokken verenigingen horen. Indien de CL en/of een betrokken vereniging daarom verzoeken, worden zij in ieder geval door de LCW gehoord.
57
3.
De LCW kan behalve de CL en de vertegenwoordigers van de betrokken verenigingen ook anderen oproepen om bij de behandeling van een beroep te worden gehoord.
XI-03 1.
2.
Niet-ontvankelijkheid van een beroep Indien een vereniging, die bij de LCW in beroep is gegaan, door de LCW is opgeroepen zich bij de behandeling van deze beroepszaak te doen vertegenwoordigen en zonder geldige redenen -zulks ter beoordeling van de LCW- aan deze oproep geen gehoor geeft, kan de LCW het door die vereniging ingediende beroep niet-ontvankelijk verklaren of afwijzen. Niet-inachtneming van het bepaalde in artikel XI-01 lid 2 en 3 kan niet-ontvankelijkheid van het beroep tot gevolg hebben.
XI-04
Uitspraken die de LCW kan doen
De LCW kan in een beroep dat wordt aangetekend tegen een door de CL opgelegde strafmaatregel de uitspraak van de CL handhaven, vernietigen of wijzigen en zelf een strafmaatregel opleggen als genoemd in artikel X01, met dien verstande dat de LCW dan een boete kan opleggen van ten hoogste 454 euro. XI-05 1.
2.
3.
In beroep gaan tegen uitspraak LCW Met betrekking tot een ingesteld beroep tegen een door de CL opgelegde strafmaatregel doet de LCW uitspraak, die voor beroep vatbaar is volgens de regels in lid 3, behoudens wanneer lid 2 van toepassing is. Met betrekking tot een ingesteld beroep tegen een door de CL opgelegde straf doet de LCW uitspraak in hoogste instantie, indien de LCW uitsluitend een boete oplegt van ten hoogste 227 euro. Een belanghebbende vereniging kan uitsluitend tegen een door de LCW gedane uitspraak, bedoeld in artikel XI-04, alsmede tegen een beslissing genoemd in artikel X-03 in beroep gaan bij de Commissie van Beroep. XI-06
1.
In beroep gaan bij de Commissie van Beroep tegen uitspraak LCW
Beroep tegen een uitspraak of beslissing van de LCW, bedoeld in artikel XI-04, wordt ingesteld door toezending van een met redenen omkleed beroepschrift of van de aankondiging van het in te stellen beroep, beide per aangetekend schrijven aan de Commissie van Beroep.
58
2.
3.
4.
5.
XI-07
Deze toezending dient niet later te geschieden dan drie dagen na de dag, waarop de uitspraak of beslissing, waartegen beroep wordt ingesteld, ter kennis van de vereniging is gekomen of door de Commissie van Beroep geacht wordt te zijn gekomen. Een eventuele aankondiging van het in te stellen beroep dient binnen drie dagen na de toezending ervan te worden gevolgd door de toezending per aangetekend schrijven van het formele beroepschrift. Tegelijk met de toezending van het beroepschrift respectievelijk de aankondiging van het in te stellen beroep dient een bedrag van 45 euro aan de KNLTB te worden betaald. Een kopie van de op naam van de KNLTB gestelde, getekende giro- of bankoverschrijving dient te worden ingesloten bij het beroepschrift of de aankondiging hiervan. Het in het vorige lid genoemde bedrag zal aan de vereniging worden gerestitueerd wanneer zij door de Commissie van Beroep in het gelijk wordt gesteld. De Commissie van Beroep kan tot gedeeltelijke restitutie van dit bedrag besluiten, wanneer de vereniging gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld. Niet-inachtneming van het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel kan niet-ontvankelijkheid van het beroep tot gevolg hebben. Door het instellen van beroep wordt de tenuitvoerlegging van de uitspraak waartegen het beroep wordt ingesteld opgeschort, tenzij de voorzitter van de Commissie van Beroep anders besluit. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk aan de belanghebbende verenigingen ter kennis gebracht. Wijze van behandeling in de Commissie van Beroep
De Commissie van Beroep regelt de wijze waarop het beroep zal worden behandeld, met dien verstande dat in ieder geval degene die in beroep is gekomen en de LCW in de gelegenheid zullen worden gesteld inlichtingen te geven; in ieder geval heeft degene die in beroep is gekomen, het recht zich te laten bijstaan door hetzij een advocaat hetzij enig ander persoon die de voorafgaande toestemming behoeft van de voorzitter van de Commissie van Beroep.
59
HOOFDSTUK XII XII-01 1.
2.
3.
Dispensatie en publicatie
Artikelen met dispensatie
De LCW kan van de volgende artikelen of onderdelen van artikelen dispensatie verlenen: II-13 lid 1 tweede alinea III-02 lid 3 III-03 lid 1 en lid 2 III-06 lid 1 III-12 lid 1 III-19 IV-01 IV-04 lid 2 IV-07 lid 3 IV-10 IV-12 VI-01 sub d VI-03 Aan deze dispensatie kunnen door de LCW financiële voorwaarden worden verbonden De in het vorige lid genoemde artikelen of onderdelen van artikelen worden door een "D" in de marge naast het artikel of onderdeel van het artikel voorafgegaan. De LCW stelt de belanghebbenden schriftelijk in kennis van de verleende dispensatie en van de eventueel daaraan verbonden financiële consequenties.
XII-02
Verzoek om dispensatie
Een verzoek om dispensatie dient door de belanghebbende vereniging schriftelijk en met redenen omkleed bij de LCW te worden ingediend. XII-03 1.
Artikelen die publicatie vereisen
De besluiten, aangekondigd in de volgende artikelen of onderdelen van artikelen, worden in het bondsorgaan, in het wedstrijdbulletin en/of op de website van de KNLTB gepubliceerd: II-01 lid 1 II-03 II-04 lid 1 II-05 II-06 lid 1 II-08 lid 2 II-09 lid 4 II-15 60
III-01 lid 1 en lid 3 III-03 lid 5 III-04 III-20 lid 1 III-23 XII-01 lid 1 Bijlage-B artikel 1 sub b. laatste alinea 2.
De in het vorige lid genoemde artikelen of onderdelen van artikelen worden door een "P" in de marge naast het artikel of onderdeel van het artikel voorafgegaan.
61
HOOFDSTUK XIII XIII-01
Slotbepalingen
Ingangsdatum van dit reglement
Dit reglement is in werking getreden op 1 januari 2010. XIII-02 1.
2.
Wijziging van dit reglement
Dit reglement kan uitsluitend worden gewijzigd door de ledenraad volgens de regels genoemd in artikel 21 lid 2 van de Statuten. Het bondsbestuur is bevoegd in dit reglement wijzigingen aan te brengen en deze voorlopig geldig te verklaren op de voorwaarden genoemd in artikel 21 lid 8 van de Statuten.
62
BIJLAGE-A
Richtlijnen voor het spelen van partijen zonder scheidsrechter
Als een partij wordt gespeeld zonder scheidsrechter dienen de spelers zich aan de volgende uitgangspunten te houden: • Iedere speler is verantwoordelijk voor alle beslissingen aan zijn kant van het net. • De speler moet onmiddellijk nadat de bal de grond buiten de lijn heeft geraakt "uit" of "fout" roepen, en wel zo luid dat de tegenstander het kan horen. • Bij twijfel moet de speler zijn tegenstander het voordeel van de twijfel geven. Dit betekent dat -op banen waarop geen balafdruk is te zien- elke bal die niet met zekerheid "uit" kan worden gegeven, als "goed" moet worden beschouwd en dat het spel dus doorgaat. • Als een speler ten onrechte een bal "uit" geeft en zich dan realiseert dat de bal "in" was, moet het punt de eerste keer worden overgespeeld, tenzij de bal voor hem onbereikbaar was ( een "scorend punt"), in welk geval het punt voor de tegenstander is. Bij elke volgende onterechte uit-call verliest de betrokken speler het punt. • De serveerder moet, hoorbaar voor de tegenstander, vóór iedere eerste service de stand afroepen. Voor partijen gespeeld op gravelbanen en op andere baansoorten, waarop balafdrukken zijn te zien, dienen de spelers zich, in aanvulling op het bovenstaande, te houden aan de volgende procedures: • Alleen de balafdruk van de laatste slag van een slagenwisseling mag worden gecontroleerd. Controleren van een balafdruk mag ook als een speler het spel onderbreekt maar in een reflex de bal nog heeft teruggeslagen. • Als een speler twijfelt aan de juistheid van een beslissing van zijn tegenstander kan hij de tegenstander vragen de balafdruk aan te wijzen. De speler mag dan naar de andere kant van het net gaan om de balafdruk te bekijken (dus niet om een andere balafdruk aan te wijzen!). • Als een speler de balafdruk uitveegt geeft hij daarmee aan dat het punt voor zijn tegenstander is. • Als de speler een bal “uit” geeft, moet hij, onder normale omstandigheden in staat zijn om de balafdruk aan te wijzen. • Als een speler ten onrechte een bal "uit" geeft en zich dan realiseert dat de bal "in" was, verliest de speler die "uit" riep het punt.
63
BIJLAGE-B 1.
2.
Correct gedrag van spelers
Correct gedrag van een speler, zoals bedoeld in artikel III-21 lid 1, houdt onder meer in: a. dat hij, na daartoe te zijn opgeroepen door de aanvoerder van de ontvangende ploeg of door de voor deze competitiewedstrijd aangewezen hoofdscheidsrechter, binnen 15 minuten gereed is om te spelen op de daarvoor aangewezen baan; b. dat hij gekleed is in schone algemeen aanvaarde tenniskleding. Andere sport- of vrijetijdskleding is niet toegestaan, noch tijdens de partij, noch tijdens het inslaan. Wat onder "algemeen aanvaarde tenniskleding" dient te worden verstaan wordt jaarlijks in het wedstrijdbulletin of op de website van de KNLTB bekend gemaakt; c. dat hij schoeisel draagt dat speciaal voor tennis is ontworpen en dat het speelvlak van de tennisbaan niet kan beschadigen; ten aanzien van een gravelbaan betekent dit dat de zool van het schoeisel vlak dient te zijn, doch een ingewerkt profiel mag hebben, waarbij de afzonderlijke profielranden niet verder uit elkaar mogen liggen dan maximaal 2 mm. Onder correct gedrag wordt voorts verstaan dat een speler zich niet te buiten gaat aan: a. opzettelijk tijdrekken (hieronder dient onder meer te worden verstaan het niet binnen 20 seconden hervatten van het spel nadat de scheidsrechter respectievelijk de hoofdscheidsrechter of de competitiegedelegeerde daartoe opdracht heeft gegeven); b. vloeken, schelden en dergelijke; c. het (hoorbaar) uiten van onbehoorlijke taal; d. het maken van obscene gebaren; e. het uit woede en/of teleurstelling gooien met een racket of een ander uitrustingsstuk, dan wel het opzettelijk en krachtdadig beschadigen of vernielen van een racket, een ander uitrustingsstuk of enige vaste hindernis, het net met toebehoren, de baan, de stoel van de scheidsrechter of van een arbitrageassistent dan wel enig ander aanwezig voorwerp; f. het uit woede wegtrappen, gooien of zonder noodzaak wegslaan van een bal, waaronder te verstaan is het opzettelijk wegslaan van een bal over de omheining of in de richting van enig persoon (official, ballenkind of publiek) met een verwijtbaar gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef ten aanzien van de eventuele gevolgen; 64
g.
h.
het bedreigen of molesteren van of het spuwen naar een tegenstander, official, toeschouwer of enig ander persoon (onder molesteren zal onder meer worden verstaan het zonder toestemming overlast aandoen door aanraking van een persoon); onsportief gedrag (hieronder dient onder meer te worden verstaan het niet respecteren van de rechten van een tegenstander, het niet aanvaarden van de autoriteit van een official, het beledigen van een toeschouwer en elke andere vorm van wangedrag door een speler, waardoor de goede naam van de tennissport wordt aangetast en voor zover nog onvermeld is in voorgaande regels).
65
BIJLAGE-C 1.
2.
3.
Strafpuntensysteem (SPS)
Het strafpuntensysteem geeft de scheidsrechter zoals bedoeld in artikel X-05 de mogelijkheid wangedrag en opzettelijk tijdrekken te bestraffen. Onder wangedrag wordt verstaan: gedragingen zoals vermeld in Bijlage B artikel 2 van dit reglement. Onder opzettelijk tijdrekken wordt verstaan: het opzettelijk overtreden van de in Tennisspelregel 29 en Bijlage V van de Tennisspelregels toegestane tijdslimieten. De op te leggen straffen zijn: - voor de eerste overtreding - een waarschuwing; - voor de tweede overtreding - puntverlies; - voor de derde en elke volgende overtreding - spelverlies. Na de derde overtreding zal echter de hoofdscheidsrechter bepalen of een volgende overtreding tot diskwalificatie (partijverlies) zal leiden. Indien een zeer ernstige overtreding wordt begaan kan de hoofdscheidsrechter beslissen over te gaan tot onmiddellijke diskwalificatie. Met uitzondering van het bepaalde in artikel 9 worden aan een speler die de gedragsregels overtreedt en hiervoor volgens het strafpuntensysteem wordt bestraft zogenaamde suspensiepunten gegeven en wel als volgt: Waarschuwing Puntverlies 2,
4. 5.
1 inclusief een reeds toegekend suspensiepunt in verband met een waarschuwing Spelverlies 3, inclusief reeds toegekende suspensiepunten in verband met een waarschuwing én een puntverlies Elk volgend spelverlies Plus 1 suspensiepunt Diskwalificatie Aantal reeds behaalde suspensiepunten plus 1 suspensiepunt. Minimaal 4 suspensiepunten Suspensiepunten die in verschillende partijen aan eenzelfde speler worden gegeven worden bij elkaar opgeteld. Wanneer aan een speler vier of meer suspensiepunten zijn gegeven wordt dit bij de strafcommissie aanhangig gemaakt volgens de regels hieromtrent in het Tuchtreglement.
66
6.
7.
8.
9.
10.
Ongeacht het bepaalde in dit artikel wordt de zaak van een speler, wiens in hoge mate onsportieve daad tot onmiddellijke diskwalificatie heeft geleid, bij de strafcommissie aanhangig gemaakt. De strafcommissie doet uitspraak volgens de regels hieromtrent in het Tuchtreglement. Tegen deze uitspraak staat beroep open bij de Commissie van Beroep volgens de regels in het Tuchtreglement. Wanneer de strafcommissie uitspraak heeft gedaan in een bij haar aanhangig gemaakte zaak vervallen die suspensiepunten naar aanleiding waarvan de betrokken speler voor de strafcommissie is gedaagd. Suspensiepunten vervallen een jaar na de dag waarop de overtreding die aanleiding was tot het geven van die suspensiepunten werd begaan. Deze termijn wordt gestuit op het moment dat een strafzaak aanhangig wordt gemaakt bij de strafcommissie. De competitiegedelegeerde/hoofdscheidsrechter bij een competitiewedstrijd is bevoegd bij wangedrag van onsportief, partijdig publiek de onder artikel 2 van deze Bijlage genoemde straffen toe te passen bij de speler van de betreffende competitieploeg. Deze straffen worden onafhankelijk toegepast van de straffen door overtreding van de gedragsregels door de speler zelf. Op grond van de rapportage van de competitiegedelegeerde/hoofdscheidsrechter kan het bondsbestuur de vereniging, waartoe de competitieploeg van de bestrafte speler(s) behoort, dagen voor de strafcommissie volgens de regels hieromtrent in het Tuchtreglement. Het strafpuntensysteem geeft de scheidsrechter ook de mogelijkheid om onopzettelijke tijdsoverschrijdingen te bestraffen met een tijdsovertreding, achtereenvolgens met: - een waarschuwing - puntverlies - puntverlies, enz., enz. Deze straffen hebben geen consequenties voor hetgeen omschreven is in de artikelen 3 tot en met 9 van deze Bijlage.
67
BIJLAGE-D
Kledingreclamecode
De kledingreclamecode die voor een speler geldt, tijdens de wedstrijd en tijdens het inspelen, houdt in dat reclame-uitingen en fabrikanten-logo’s * op kleding, schoeisel en uitrusting moeten voldoen aan de volgende voorschriften: 1. a. Een speler mag op elke mouw van zijn shirt, trui of trainingsjack een (1) fabrikantenlogo van maximaal 52 cm², alsmede een (1) uiting van maximaal 19,5 cm² dragen. Indien het fabrikantenlogo tekst bevat, mag deze tekst in het logo maximaal 26 cm² bedragen. Indien spelers mouwloze kleding dragen, mogen zij de twee uitingen op de voorkant van het shirt voeren. Deze twee uitingen mogen elk maximaal 13 cm² bedragen. b. Een speler mag op de voorkant, op de achterkant en/of op de kraag van zijn shirt, trui of trainingsjack dragen: Twee (2) fabrikantenlogo’s van maximaal 13 cm² elk d.w.z.: • of twee (2) logo’s op de voorkant • of een (1) logo op de voorkant en een (1) logo op de achterkant • of een (1) logo op de voorkant en een (1) logo op de kraag • of een (1) logo op de achterkant en een (1) logo op de kraag Ofwel in plaats van twee (2) logo’s van elk 13 cm² : • een (1) fabrikantenlogo van maximaal 19,5 cm² op de voor- of achterkant of op de kraag. c. Een speler mag op de voorkant en op de achterkant van zijn/haar shirt, trui of trainingsjack een (1) uiting van maximaal 300 cm² dragen. d. Een speler mag op de voorkant of achterkant van zijn/haar tennisbroek, tennisrok of trainingsbroek twee (2) fabrikantenlogo’s van maximaal 13 cm² of een (1) fabrikantenlogo van maximaal 19,5 cm² dragen. Indien spelers compressiebroeken (zgn. Lycra shorts) dragen, mogen zij daarenboven hierop een (1) fabrikantenlogo van maximaal 13 cm² dragen. e. Een speler mag op elke sok fabrikantenlogo’s van elk maximaal 13 cm² dragen. f. Een speler mag op elke schoen fabrikantenlogo’s dragen. g. Een speler mag op zijn racket en op de snaren van zijn racket fabrikantenlogo’s hebben. h. Een speler mag op zijn hoofddeksel, hoofdband of polsband een (1) fabrikantenlogo van maximaal 13 cm² dragen. i. Een speler mag op zijn tas, handdoek of ander uitrustingsstuk fabrikantenlogo’s dragen, alsmede op zijn tas twee (2) afzonderlijke uiting van elk maximaal 26 cm² .
68
2.
3.
a.
* Een fabrikantenlogo is een bedrijfs- of product beeldmerk (onafhankelijk of dit geregistreerd is) dat als lapje stof, opdruk of borduursel op de kleding zit. Dit behoeft geen leverancierslogo te zijn. Een logo kan tekst bevatten. b. Naast de in artikel 1 genoemde maximaal toegestane uitingen, is het geoorloofd dat daarnaast de verenigingsnaam wordt gevoerd in tekst en met embleem/logo. De verenigingsnaam en het embleem/logo mag gevoerd worden op de voorkant van het shirt, de trui en het trainingspak, en mag maximaal 19 cm² bedragen. Een speler, die de kledingreclamecode overtreedt, kan door de Competitieleider, de competitiegedelegeerde, de (hoofd)scheidsrechter of de verenigingscompetitieleider worden opgedragen zich binnen 15 minuten te verkleden of zijn uitrusting te verwisselen. Het niet opvolgen van zo'n opdracht kan onmiddellijke diskwalificatie tot gevolg hebben. Het binnenste buiten dragen of afplakken van kleding is niet toegestaan.
69
70
BIJLAGE-E
Coachen
Overeenkomstig artikel III-22 is coachen tijdens een competitiewedstrijd toegestaan. Het begrip coachen omvat het in woord en/of gebaar geven van technische en/of tactische aanwijzingen. Aanmoedigingen zijn geen coaching. Coachen dient te geschieden volgens onderstaande regels. 1.
2.
3.
4.
5.
a.
Indien een (hoofd)scheidsrechter aanwezig is: Voor het begin van iedere partij dient aan de (hoofd)scheidsrechter te worden opgegeven wie bij de desbetreffende partij als coach optreedt. b. Indien geen (hoofd)scheidsrechter aanwezig is: Voor het begin van iedere partij wordt aan de aanvoerder van de tegenpartij opgegeven wie bij de desbetreffende partij als coach optreedt. Coachen is alleen toegestaan door iemand die op de baan zit en dan uitsluitend wanneer van speelhelft wordt gewisseld (met uitzondering van een wissel tijdens een tiebreak). De coach dient op de baan, naast en schuin achter de scheidsrechtersstoel, te zitten. Op andere wijze coachen is niet toegestaan, ook niet door het geven van tekens. Wanneer het spel wordt onderbroken en de speler verlaat het speelveld (bijvoorbeeld als verder spelen door weersomstandigheden niet mogelijk is) dan mag de speler door iedereen van advies worden voorzien. Indien meer dan één partij van een bepaalde competitie- wedstrijd tegelijk wordt gespeeld, mogen de coaches bij deze partijen tussentijds onderling wisselen. Tevens is het mogelijk dat voor deze partijen één persoon coach is. Deze coach mag dan uiteraard afwisselend bij de ene of bij een andere partij coachen. Het wisselen (en betreden) van baan door de coach is alleen toegestaan wanneer de spelers van speelhelft wisselen (tiebreak uitgezonderd). De coach mag de scheidsrechter aanspreken (niet een lijnrechter), over een genomen beslissing. Ook kan de coach de scheidsrechter verzoeken een balinspectie te doen (de coach mag zelf geen balinspecties doen; de speler wel, maar alleen op zijn eigen speelhelft). De scheidsrechter moet op eventuele vragen van de coach antwoord geven. De speler kan zijn coach verzoeken om de scheidsrechter over een beslissing aan te spreken of de scheidsrechter te verzoeken een balinspectie te doen; hij kan niet zelf met de scheidsrechter in discussie gaan. De coach dient zich sportief te gedragen en mag (buiten de speelhelftwisselingen) niet coachen.
71
6.
7.
Bij onsportief gedrag van de coach heeft de hoofdscheidsrechter de bevoegdheid om een coach tweemaal een formele waarschuwing te geven. Bij de derde overtreding wordt de coach verwijderd als coach van de aan de gang zijnde partij en/of volgende partijen; in dit geval mag de coach wel door een ander worden vervangen. Indien er bij een competitiewedstrijd geen (hoofd)scheids- rechter aanwezig is dienen de aanvoerders een eventueel geschil over onjuiste coaching gezamenlijk op te lossen.
72
BIJLAGE-F 1.
Eisen tennisbanen
Voor het verkrijgen van het KNLTB-NOC*NSF keurmerk van tennisbanen, zoals bedoeld in artikel III-03 lid 2, dienen aanleg, renovatie en ombouw als volgt plaats te vinden : a. De werkzaamheden worden door het NOC*NSF of gelijkwaardige instantie begeleid, inhoudende praktijken laboratoriumonderzoek. b. De eindkeuring wordt gezamenlijk door de KNLTB en het NOC*NSF of gelijkwaardige instantie uitgevoerd en omvat de sporttechnische keuring door het NOC*NSF of gelijkwaardige instantie en de reglementaire keuring door de KNLTB. c. De sporttechnische keuring vindt plaats op basis van de sporttechnische normen voor tennisbaanconstructies, die de volgende aspecten omvatten: - sportfunctionaliteit; - medische aspecten; - bruikbaarheid; - duurzaamheid; - beheersbaarheid. d. De reglementaire keuring vindt in hoofdzaak plaats op basis van de Tennisspelregels, waarbij ten aanzien van de maatvoering van de uitlopen de volgende aanvullende bepalingen gelden: I. Bij nieuwaanleg, renovatie of ombouw van banen dient de achteruitloop ten minste 6.40 m. en de zijuitloop ten minste 3.66 m. te bedragen. II. In afwijking van het bepaalde onder I. dient de tussenuitloop tussen twee naast elkaar gelegen banen ten minste 5.00 m. te zijn. III. De zij- en achteruitlopen dienen vrij te zijn van obstakels (bijvoorbeeld lichtmasten en onderhoudsmateriaal), met uitzondering van a. De ruimte pal achter de netpaal ter grootte van 1.5 m² ten behoeve van de scheidsrechtersstoel; b. Aan beide zijden van het speelveld, maar zo dicht mogelijk bij de scheidsrechtersstoel een ruimte van maximaal 1 (b) x 2 (l) meter ten behoeve van spelersbanken. Deze spelersbanken moeten zo dicht mogelijk tegen de grens van de uitloop bij de betreffende baan worden geplaatst. Bij de aanwezigheid van een toegangspoort mogen deze ruimten worden verplaatst tot naast deze toegangspoort. In de tussenuitloopruimten dienen deze ruimten zodanig in het midden van de uitloopruimte geplaatst te worden dat er aan weerszijden minimaal 2 meter resteert. 73
2.
Op het bondsbureau van de KNLTB en bij NOC*NSF is een lijst verkrijgbaar van de bedrijven die de aanleg, renovatie en ombouw van tennisbanen onder keur van de KNLTB-NOC*NSF uitvoeren.
74
BIJLAGE-G
1.
Taken en bevoegdheden van een verenigingscompetitieleider (VCL)
De VCL heeft voor het begin van de competitie de volgende taken: a. Het zich op de hoogte stellen van de inhoud van het CR en het wedstrijdbulletin. b. Het aan de KNLTB digitaal aanleveren van relevante informatie over elke thuiswedstrijd van ploegen van zijn vereniging. Deze informatie moet ten minste 8 dagen voor de datum van de betreffende wedstrijd gepubliceerd zijn op MijnKNLTB en dient in ieder geval het volgende te bevatten: (i) het tijdstip waarop op de betreffende speeldag met de wedstrijd wordt begonnen en het tijdstip waarop de bezoekende ploeg wordt verwacht; (ii) de naam en het telefoonnummer van de aanvoerder van de ontvangende ploeg; (iii) de baansoort waarop de competitiewedstrijd zal worden gespeeld c. Het maken van een planning, overeenkomstig het gestelde in artikel III-08 lid 1 sub e., voor elke speeldag met daarop voor elke thuisspelende ploeg vermeld op welke banen die ploeg haar partijen zal spelen. d. Het doorgeven aan de aanvoerders van de ploegen van de eigen vereniging van: (i) het wedstrijdprogramma; (ii) een overzicht met adressen en telefoonnummers van de verenigingen met ploegen in dezelfde afdeling; (iii) brieven, plattegronden etc., ontvangen van andere ploegen in dezelfde afdeling; (iv) de wedstrijdformulieren en verder van de KNLTB ontvangen informatie. e. Het organiseren van een bijeenkomst met de aanvoerders van de ploegen van de eigen vereniging om deze te instrueren over de gang van zaken op de competitiedagen en deze te informeren over het Competitiereglement en het wedstrijdbulletin. Deze instructie dient o.a. te gaan over: (i) het invullen van de wedstrijdformulieren en het elektronisch verzenden van de uitslag aan de KNLTB; (ii) tijdige aanwezigheid bij zowel thuis- als uitwedstrijden; (iii) de gedrags-, kleding- en reclameregels; (iv) de coaching; (v) de verantwoordelijkheden van de aanvoerder; (vi) de baanindeling bij thuiswedstrijden.
75
2.
3.
De VCL heeft op de speeldagen de volgende verantwoordelijkheden (deze taken kunnen bij delegatie door een ander worden uitgevoerd): a. Zorgen dat het CR, de "Tennisspelregels", de ballen en de EHBO-doos aanwezig zijn. b. Controle op de banen (o.a. nethoogte en enkelspelpaaltjes) en kleedkamers voor het begin van de speeldag. c. De bezoekende ploegen ontvangen, zich als VCL bekend maken, iets vertellen over de gang van zaken en de ploeg introduceren bij de (aanvoerder van de) ontvangende ploeg. d. Het ontvangen en begeleiden van scheidsrechters (indien van toepassing). e. Controle op het door de aanvoerder controleren van de speelsterkte en (indien van toepassing) de leeftijd van de spelers van de tegenpartij. f. Controle houden op de onderhoudstoestand van de banen (o.a. wanneer er gespoten moet worden). g. (Eventueel) publicatie van tussenstanden van die dag gespeelde wedstrijden. h. Bij wijziging van het banenschema (bijvoorbeeld door weersomstandigheden of uitloop van partijen) dit tijdig doorgeven aan de desbetreffende aanvoerders. i. verantwoordelijk voor controle op de tijdige elektronische verzending van de uitslagen aan de KNLTB. j. Beslissen (na overleg met parkeigenaar en/of groundsman) over het stopzetten van een wedstrijd i.v.m. de weersomstandigheden en over het kunnen hervatten van de wedstrijd. k. Toezicht houden op het naleven van de gedrags-, kledingen reclameregels. l. Beslissen over wat er moet gebeuren bij het niet op tijd aanwezig zijn van een ploeg of een speler, overeenkomstig de artikelen III-08 en III-10. De VCL heeft (direct) na de speeldagen de volgende taken: a. Het (eventueel) indienen van protesten bij de KNLTB overeenkomstig het CR. b. Het (eventueel) rapporteren aan de KNLTB van wangedrag dat zich heeft voorgedaan. (III-21) c. Het voeren van correspondentie met de KNLTB over alle zaken die de competitie betreffen en het daarover informeren van het verenigingsbestuur.
76
BIJLAGE-H
Systeem van variabele begintijden van competitiewedstrijden
Wanneer een vereniging heeft gekozen voor het systeem van variabele begintijden van competitiewedstrijden is dit systeem van toepassing op alle thuisspelende ploegen gedurende de gehele competitie. 1.
2.
3.
Bij het bepalen van de begintijd van de wedstrijd van een thuisspelende ploeg dient rekening te worden gehouden met de volgende voorwaarden: a. als begintijd kunnen alleen worden gekozen hele of halve uren, niet vroeger dan 9.00 uur en niet later dan 14.00 uur, behoudens het onder c. en d. bepaalde; b. indien de reisafstand van de bezoekende ploeg 80 of meer kilometer bedraagt, mag geen begintijd vroeger dan 10.00 uur worden gekozen (onder de reisafstand wordt verstaan de afstand over de weg tussen de parken van de desbetreffende verenigingen); c. in de jeugdcompetities en dubbelcompetities mag geen begintijd later dan 12.00 uur worden gekozen; d. in de gemengde competitie, met uitzondering van de gemengde 35+-competitie, mag geen begintijd later dan 13.00 uur worden gekozen. De VCL van de vereniging van een ontvangende ploeg is verplicht de begintijd van een wedstrijd van die ploeg te publiceren op MijnKNLTB. Deze informatie dient uiterlijk 8 dagen voor de betreffende speeldag te zijn doorgegeven. Indien deze informatie niet vóór de gestelde termijn is doorgegeven dient de betreffende wedstrijd om 10.00 uur aan te vangen. Op elke competitiedag dient de VCL van de vereniging van de thuisspelende ploegen, dan wel een door hem aangewezen persoon, zich aan de bezoekende ploeg bekend te maken als degene, die de toewijzing van de banen aan de verschillende ploegen regelt en deze regeling ter kennis brengt aan de verschillende aanvoerders. In verband met deze regeling dient hij: a. rekening houdende met de volgorde van de partijen die per competitiewedstrijd door aanvoerders van beide ploegen conform het bepaalde in artikel III-13 zijn vastgelegd een planning te maken voor alle partijen van de thuisspelende ploegen van zijn vereniging en wel zodanig dat: I voor elke partij anderhalf uur wordt gereserveerd; II iedere ploeg steeds over ten minste één baan kan beschikken; III de laatste partij van een wedstrijd niet later dan om 18.00 uur kan beginnen;
77
IV
b.
c.
conform artikel III-08 lid 1 sub e. van het CR, wedstrijden bestaande uit 8, 6, 5, resp. 4 partijen in ten hoogste 5, 4, 3, resp. 2 speelronden worden gespeeld. Een nieuwe planning te maken indien door (weers)omstandigheden de partijen ten minste twee uur later worden gespeeld dan onder a. was gepland. Bij deze nieuwe planning gelden de volgende randvoorwaarden: I afgebroken partijen hebben voorrang boven partijen die nog moeten aanvangen; II partijen van ploegen die een reisafstand van 80 of meer kilometer hebben, hebben voorrang boven andere partijen; III het kunnen laten verspelen van alle (resterende) partijen van een bepaalde wedstrijd heeft voorrang boven het laten verspelen van slechts een deel van de (resterende) partijen. Zowel bij de onder a. als de onder b. bedoelde planning artikel III-09 toe te passen.
78
LIJST VAN TREFWOORDEN aanvoerder aanwezigheid ploeg accommodatie afspelen van partijen arbitrage ballen banen, aantal banen, eisen begintijd, algemeen begintijd, variabele bekercompetitie beroepsprocedure beroep, commissie van beslissend punt systeem beslissende wedstrijdtiebreak beslissingswedstrijd boete(s) bondsbestuur bondskaarthouders bondsorgaan buitenlanders
I-02 lid 5 sub b; hoofdstuk III, met name artikel III-07 II-18; III-08 lid 2; III-15 III-03; X-03 III-09; III-14 II-09; III-05 III-04 II-03; II-06 III-03; III-12; Bijlage-F II-03; II-06 lid 3; III-08 III-08; Bijlage-H Hoofdstuk VII Hoofdstuk XI I-02 lid 2 sub f; hoofdstuk XI I-02 lid 4 sub r; VIII-04 lid 1 I-02 lid 4 sub t; VIII-04 lid 3 II-14; IV-11 VIII-07 lid 1 sub b; hoofdstukken X en XI I-02 lid 2 sub a; I-04 lid 9;II-02 lid 1; XIII-02; Bijlage-C I-02 lid 3 sub d; VI-01 sub d. I-02 lid 3 sub b; I-03 lid 2; XII-03 lid 1 IV-03
coachen competitiecombinatie competitiegedelegeerde
III-22; Bijlage-E I-02 lid 6 sub g.; II-04 lid 5; VI-01 sub c. I-02 lid 4 sub l; II-09; III-05; VIII-07 lid 3; Bijlage-B; Bijlage-C; Bijlage-D competitieleider (CL) I-02 lid 2 sub c; II-02 lid 2; II-06; II-14; II-17; II-18; III-02; III-06; III-08; III-09; III-10; III-12 lid 1; III-19; III-21 lid 2 en 3; IV-03 lid 2; VII-02, 03, 11, 12 en 13; VIII-07 lid 1 sub b.; hoofdstuk IX; X-01; X-02; hoofdstuk XI; Bijlage-D -regio-/districts-(RCL/DCL) I-02 lid 2 sub i; II-06; VII-02, 03, 11, 12 en 13 -verenigings-(VCL) I-02 lid 5 sub a; III-01 lid 5 t/m 8; III-07 lid 4; III-08 lid 1 sub e. III-21 lid 2; IX-01 lid 2; IX-03 lid 2; X-03 lid 1 sub e.; XI-01 lid 2; Bijlage-D; Bijlage-G; Bijlage-H competitieprogramma
I-02 lid 4 sub d; II-06; III-01; III-02; III-06; III-16; IV-07; IV-09; V-04; IX-03;X-01 79
competitiesoort competitieweek consul competitie correct gedrag
I-02 lid 4 sub e; II-03; II-15; IV-07; IV-12; V-02; VI-04; VIII-04 I-02 lid 6 sub d; IV-07 I-02 lid 4 sub m; II-18 III-21; Bijlage-B
degradatie dispensaties dubbelcompetitie
II-03; II-06; II-16 IV-04-lid 2; IV-07 lid 3;XII-01 IV-08 lid 3, V-02 lid 4
hogere ploeg
I-02 lid 4 sub h
inhaalwedstrijden inschrijving competitie inspelen internationale ranglijstpositie
I-02 lid 4 sub f; II-03; II-06 lid 3; III-16; IV-09; V-04 II-03; III-01; III-03; VIII-02 I-02 lid 4 c; II-07; VIII-07; Bijlage-D IV-03 lid 2
kampioen van Nederland klassenvolgorde kleding korte sets kunstlicht
II-15 I-02 lid 4 sub i III-23; Bijlage-B; Bijlage-D I-02 lid 4 sub s; VIII-04 lid 2 III-03 lid 7; III-12 lid 5
landelijke commissie Wedstrijdtennis (LCW)
landelijke werkgroep Arbitrage (LWA) landskampioenschap ledenpas
maximum aantal partijen per speler niet-ontvankelijkheid
I-02 lid 2 sub b; I-03; II-02; II-03; II-04;II-05; II-08; II-09; II-15; III-01 t/m -05; III-12; III-18; III-20;III-23; IV-02; IV-10; VI-02; VI-04; VIII-02 t/m 04; X-03; XI-01 t/m -07; XII-01; XII-02 I-02 lid 2 sub d.; II-09 II-03; II-06 lid 3; IV-10; IV-11; VI-03 I-02 lid 3 sub e; II-18 III-15; IV-01; V-01; VII-15; VIII-09 lid 3
IV-08
niet-opkomen
III-04; III-15 lid 5; IX-01 lid 2 en 3; IX-03 lid 2 en 4; XI-03; XI-06 lid 4 III-10; VIII-07
onderzoek onvoltallig(heid) overschrijving
II-09 lid 5; III-21 lid 2 en 3; hfdstuk IX III-10; III-18 lid 4 en 5; VIII-07 IV-02
80
ploegopstelling promotie(wedstrijd) - bij keuze protest publicaties reclame regio-/districtscompetitie -reglement samenval competitie en toernooien scheidsrechter
hoofd-
bondsschoeisel speelgerechtigdheid speelsterkte
spelregels spelsoorten SPS sterktevolgorde straf(bepalingen) strafcommissie straf(fen) tennisdomicilie tennisspelregels
I-02 lid 5 sub c; II-18; III-10; III-15; III-16; III-17; III-18; V-04 II-03; II-06; II-16 II-04 lid 4 II-09 lid 5; III-04; III-12 lid 2; III-15 lid 3 en 5; hoofdstuk IX; X-01 XII-03 III-23; Bijlage-D I-02 lid 4 sub j; IV-03; IV-04; IV-07; IV-10 lid 2; hoofdstuk VI VI-02
IV-13 I-02 lid 4 sub o; II-07 lid 1 sub c; II-09; III-05; III-21 lid 2; X-05; Bijlage-A; Bijlage-B; Bijlage-C; Bijlage-D; Bijlage-E; Bijlage-G I-02 lid 4 sub n; II-07 lid 1 sub c.;II-09; III-05; III-21 lid 2; X-05; Bijlage-B; Bijlage-C; Bijlage-D; Bijlage-E I-02 lid 4 sub q; II-09; X-05 Bijlage-B; Bijlage-D III-02; III-15;IV-01; IV-06; IV-09;IV-10; IV-11; IV-12; VI-03; VIII-09 I-02 lid 5 sub d, e en f; III_15 lid 3; IV-03 lid 2; VII-05; VIII-02 lid 2; VIII-09; IX-01 lid 1; Hoofdstuk V I-02 lid 1 sub h; II-07; VIII-04 I-02 lid 6 sub c; II-03; III-10 II-07; X-05; Bijlage-C V-02; V-03 Hoofdstuk X; Bijlage-C I-02 lid 2 sub e; X-04; X-05; Bijlage-C hoofdstuk X
terrein terugtrekking
I-02 lid 6 sub e I-02 lid 1 sub i.; I-02 lid 4, sub q., r. en s.; I-02 lid 6 sub a.; II-03 sub k.; II-07 lid 1; III-03 lid 2 en 4; III-22; III-23; VIII-04 lid 1 t/m 3; Bijlage C lid 1; Bijlage G lid 2 sub a. II-14; III-08 lid 2 en 3; III-12 II-13; III-02; IV-04
uitvallen (van speler)
III-17; VIII-08 81
uitwisseling ploegopstelling
III-15; III-16; III-17; VII-15
volgorde, - van partijen - van de eindstand - van competitieklassen
III-09; III-10; III-13; Bijlage-H II-14 II-03
wangedrag wedstrijdbulletin
III-21; X-05; Bijlage-B; Bijlage-C I-02 lid 3 sub c; I-02 lid 5 sub d.; I-03 lid 2; II-01 lid 1; III-03 lid 4; XII-03 lid 1; Bijlage-B, Bijlage-G
wedstrijdformulier
I-02 lid 3 sub f; II-06 lid 5; II-08 lid 2; II-18; III-02 lid 1; III-08 lid 3; III-09 lid 3; III-15 lid 2 en 4; III-17; III-18; III-19; III-20; IV-05; Bijlage-G II-07 lid 3; III-09 lid 3; III-11; VII-16; Bijlage-E; Bijlage-G II-05; VII-09; VIII-03
weersomstandigheden wedstrijdschema
82