Competent in de zorg voor personen met dementie. Hoe staat het er voor? Expo 60+, 2009
Waarom en hoe van het competentieprofiel Het onderzoek Het competentieprofiel als instrument
Complexe zorg § Wat maakt de zorg aan personen met dementie complex? § § § § § §
Syndroom Gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen Persoon én familie Organisatie van de zorg Regelgeving Spanningsvelden autonomie/zorg – vrijheid/begrenzing – structuur/ritme 3
Complexe zorg § ‘Ik heb 8 minuten om een bewoner te wassen. Hoe kan ik dan persoonlijke aandacht geven?’ § ‘Ochtendspits: voor 9u moet alles klaar zijn. Alles volgens klok en schema, vreselijk vind ik dat.’ § ‘Het contact, het gevoel dat je iets betekent, dat geeft voldoening. Maar soms is het moeilijk, als ze zich vreemd of boos gedragen of de ganse dag roepen’ Uitspraken van verzorgenden
4
Complexe zorg § De ‘competente’ zorgverlener
§ De schaarste op de arbeidsmarkt § De lage status van het zorgberoep (iedereen kan het)
5
Maatschappij en dementie
§ Ontkenning van ouderdom
§ Onaanvaardbaarheid van ouderdom
6
MAATSCHAPPIJ EN OUDERDOM § Ageless body, timeless mind (Deepack Chopra, 1993) § Age markers
Maatschappij en dementie
Angst voor Alzheimer
8
Alzheimer-angst § Overgewicht op middelbare leeftijd verhoogt het risico op Alzheimer
§ Ginkgo beschermt tegen beginnende dementie
Nadenken halveert kans op dementie
Alzheimer-angst § Spreken tweede taal stelt dementie uit
Middagdutje heeft positief effect op geheugen
§ Hersentraining verbetert informatieverwerking bij ouderen
Complexe zorg en competenties § § § § § § § §
‘Belevingsgericht benaderen’ ‘Zorg op maat’ ‘De bewoner staat centraal’ ‘Warme zorg’ ‘Validation’ ‘Familie, partner in zorg’ ‘Zelfsturend team’ ……..
11
Competent worden § § § § § § § § § §
Levenslang leren Ervaringsleren Werkplekleren Lerende organisatie Intervisie Supervisie Coaching Vorming Opleiding …….. 12
Competentieprofiel als leidraad § Basisvragen te stellen aan :
§ Opleiders § ‘Praktijk’mensen
13
Competentieprofiel als leidraad § Einde 2005 oprichting werkgroep onderwijs en dementie binnen ECD Tandem te Turnhout § Samenstelling werkgroep:
§ Vertegenwoordigers werkveld (residentiële sector, thuiszorgsector, ziekenhuissector) § Vertegenwoordigers onderwijs (hogescholen, secundair onderwijs)
§ Formuleren knelpunten onderwijs en werkveld § Formuleren van doelstellingen
14
Competentieprofiel als leidraad § Knelpunten onderwijs (verslag ) § “Weinig goed materiaal over dementie” § “Binnen lessentabellen weinig ruimte om studenten adequaat voor te bereiden” § “Jonge leeftijd studenten” § “Vertaling theorie naar praktijk soms moeilijk . Goede voorbeelden in de praktijk?” § “Zorginstellingen zeer verschillend. Andere visie en accenten” § “Behoefte eenduidig competentieprofiel. Wat wordt er van de student verwacht?”
15
Competentieprofiel als leidraad § Knelpunten zorg (verslag) § “Soms een tekort aan basisrespect voor bewoners” § “Visie op zorg waarbij bewoner niet centraal staat. Flexibiliteit?” § “Stage erg gericht naar verzorgende aspecten, minder naar begeleidende en communicatieve aspecten” § “Stage-evaluatie sterk taakgericht, minder gericht naar zelfreflectie” § “Kritiekloze aanpassing van studenten aan heersende zorgcultuur” § “Sterke invloed van huidige negatieve beeld over ouderen en personen met dementie” § “Sommige studenten hebben belangrijke hiaten: respectvol handelen, zelfreflectie, bredere context van de bewoner zien..” § “Groot verschil tussen scholen onderling”
16
Competentieprofiel als leidraad § Vrije vertaling naar behoeften onderwijs: § Wij willen studenten adequaat voorbereiden op de reële zorgsituatie § Onze studenten hebben nood aan houvast d.m.v. goede voorbeelden en gemeenschappelijke basisvisie op zorg aan personen met dementie
17
Competentieprofiel als leidraad § Vrije vertaling behoeften werkveld: § Wij willen studenten met een attitude van respect voor en centraal stellen van de bewoner § Wij willen studenten die oog hebben voor de bredere context van de bewoner en hier ook mee kunnen omgaan § Wij willen studenten met een kritische ingesteldheid die kunnen reflecteren over hun handelen 18
Competentieprofiel als leidraad § Unieke sectoroverschrijdende samenwerking met gemeenschappelijk doel: § De persoon met dementie optimaal tegemoet treden in de zorgverlening § Het ‘optimale ‘bekomen we door de behoeften van beide sectoren een nieuwe ‘gestalt’ te laten vormen § De kracht van dialoog! 19
Competentieprofiel als leidraad § Aflevering competentieprofiel mei 2007 § Competentieprofiel verzorgenden § Competentieprofiel verpleegkundigen → werkinstrument! → dynamisch! → creatief hanteren!
20
Competentieprofiel als leidraad § Competenties met betrekking tot: § § § §
Zorgvrager Familie Team Eigen persoon
zorgvrager en zorgverlener in hun eigenheid en context 21
Competentieprofiel
§ Een
op het competentieprofiel
22
Competentieprofiel als leidraad § Competentieprofiel als dynamisch instrument § Nood aan toetsing en draagvlak
§ Onderzoek naar het competentieprofiel van verpleegkundigen en verzorgenden werkzaam in de zorg aan personen met dementie
23
Het onderzoek § Doelstellingen § Traject § Resultaten
24
Doelstellingen 1. Afstemming van basisopleidingen verpleegkunde/verzorgende op de noden in het werkveld 2. Afstemming van vervolgopleidingen dementie voor verpleegkundigen/verzorgenden op de noden in het werkveld 3. Formuleren van voorstellen omtrent de opleiding naar de overheid 4. Bieden van een concreet instrument (competentieprofiel) aan zorg- en onderwijsinstellingen 25
Traject § Fase 1: Validering van het profiel § Fase 2: Belangrijkheid van de competenties § Fase 3: Aanwezigheid van de competenties Specificiteit – genericiteit Via een cross sectionele mail survey
26
Competentieprofiel § Werkwijze − Wiskundige benadering via rangschikking: − Generiek − Belangrijkheid − Aanwezigheid
§ Definiëring niveau − A = basis (beginnend, courante situaties) − B = verdieping (zoekend, nood aan coaching) − C = expert (vertrouwend, weet waarom wat)
§ Bespreking in werkgroep 27
Conclusie § Indeling in niveaus zet bakens uit § Gedragen door werkveld § Competentieprofiel leert dat
− competenties in begeleiding en zorg voor de persoon met dementie zelf
en competenties op vlak van reflectie en leren uit ervaringen centraal staan binnen basisopleidingen − voor competenties op vlak van omgaan met moeilijk hanteerbaar gedrag, begeleiding van familieleden en het werken binnen een multidisciplinair team een basis wordt gelegd binnen de basisopleiding, maar dat rond deze thema’s vervolgopleiding en bijscholing gewenst is − reflectie en intervisie als belangrijk worden beschouwd in begeleiding en zorg voor personen met dementie maar ook hier nog nood is aan
bijscholing.
28
Competentieprofiel als werkinstrument, vertaling § Thuiszorg § Residentiële zorg
29
Thuiszorg
30
Casus: Jef en Maria § Jef is mentaal en fysisch nog vrij goed § Maria heeft polyarthrose en begint veel te vergeten § Ze hebben 1 dochter die voltijds werkt § Thuissituatie – haalbaar? § Dochter overleg met huisarts § Maria ondergaat enkele onderzoeken § Diagnose: De ziekte van Alzheimer § Specifieke medicatie wordt opgestart § Hulp inschakelen? Opstarten thuiszorg 31
De zorgverlening wordt opgestart ... § Thuisverpleging: alle dagen (toilet, medicatie) § 3x/week gezinszorg § Problemen: Maria weigert soms haar medicatie te nemen, laat soms het gasvuur open staan en verstopt papier tussen de was. Kan erg opstandig zijn tegenover de verzorgende, de verpleegkundige en Jef.
32
De zorgverlener ... § Anticipeert op situaties die mogelijks tot conflicten kunnen leiden (ZV3): − In deze situatie is het erg belangrijk om conflicten of
onnodige confrontaties te vermijden.
§ Reageert gepast op moeilijk hanteerbaar gedrag, vertrekkende vanuit een ruimere context (ZV4): − niet teveel confronterende vragen stellen en vooral
niet op fouten wijzen. Proberen te achterhalen waarom iemand kwaad wordt of hevig reageert.
33
De zorgverlener ... § Stimuleert de zelfstandigheid in functie van de mogelijkheden en beperkingen van de persoon met dementie (ZV7): − De verzorgende betrekt Maria is haar dagelijkse taken
zoals koken, boodschappen doen waardoor ze de zelfstandigheid stimuleert.
§ Richt aangepaste activiteiten in (ZV9): − De verzorgende gaat samen bepaalde taken
opnemen die Maria vroeger ook deed en zeker geen nieuwe dingen aanleren.
34
De zorgverlener ... § Werkt aan een vertrouwensrelatie met de familie (ZVF2): − Regelmatig praten met Jef en dochter, gevoelens
opvangen, noden aanhoren
§ Overlegt met familie naar een benadering waarbij zowel familie als persoon met dementie zich goed voelt (ZVF10): − De verzorgende gaat in overleg met de familie om zo
tegemoet te komen aan behoeften en noden van Maria en Jef.
35
De zorgverlener ... § Participeert in een teamoverleg en levert een bijdrage tot een lerend team door ervaringen, weerstanden met anderen te delen (MT2): − Tijdens de wekelijkse wijkwerking deze cliëntsituatie
bespreken.
§ Neemt deel aan intervisie- en uitwisselingsmomenten (MT4): − Indien intervisie is uitgebouwd, regelmatig
cliëntsituaties inbrengen
36
De zorgverlener ... § Vertaalt opgedane kennis en inzichten met betrekking tot dementie en omgaan met personen met dementie naar individuele noden/behoeften van de persoon (zorg op maat) (ZB6): − Zich blijvend afvragen wat deze persoon (Maria) in
deze situatie, vanuit haar context nodig heeft? Wat is passend voor haar?
37
Residentiële zorg § Casus : dementerende vrouw (Julia) in het WZC op stap met bewoner in rolstoel. Stapt de gangen door. § Beschouwt bewoner als haar kind § Wil niet te bed gelegd worden § Wil haar kind thuis te bed leggen § Quid?
38
Competenties § Reageert gepast op moeilijk hanteerbaar gedrag, vertrekkende vanuit een ruimere context (ZV4): Tijd nemen om contact te maken, af te stemmen op de belevingswereld van Julia, meegaan in de aanwezige behoefte en zoeken naar een bevredigende reactie.
§ Anticipeert op situaties die mogelijks tot conflicten kunnen leiden (ZV3): Ingaan tegen deze basale moederlijke behoefte kan heftige emoties teweeg brengen.
39
Residentiële sector § Casus : verschillende bewoners klampen de poetsvrouwen aan, en ‘pikken’ materiaal van de poetskar § ZV7: de zorgverlener stimuleert de zelfstandigheid in functie van de mogelijkheden en beperkingen van de persoon met dementie Is er hier verveling, gebrek aan zinvolle dagbesteding? Hoe kan de persoon iets bijdragen?
40
§ ZV9: de zorgverlener richt aangepaste activiteiten in, waaruit de persoon een gevoel van zelfwaarde kan putten Kan de bewoner meehelpen met het poetsen? Wat wel, wat niet?
§ ZV10: de zorgverlener formuleert voorstellen mbt een aangepast woon-en leefklimaat en hulpmiddelen om het gevoel van zelfwaarde voor de persoon met dementie te ondersteunen § Bespreking in het team naar hoe bewoners ingeschakeld kunnen worden in het poetsgebeuren.
41
Inspiratie?
42
Inspiratie instrument − Zelfevaluatie personeel ahv competentieprofiel en
formuleren noden aan bijscholing
− Werving en selectie
− Functioneringsgesprekken
43
Inspiratie instrument
− VTO-beleid
− Stagebegeleiding
− Casusbespreking
44
Inspiratie instrument
− Intervisie
− Profiel bespreken in werkgroep kwaliteit van zorg
of werkgroep dementie: uitbouw werking dementie ……………………… 45