communiactie
333 | Museumbezoek pagina 1
Tijdsduur: menu Functie: spiegelspelen Voorbereidingstijd: lang 333 | Museumbezoek Heb een leuke dag ondanks dat u een museum bezoekt. Dit miniproject bestaat uit een voorbereidende les en een bezoek aan het museum. Welk museum? Dat maakt in dit geval niets uit. Verantwoording Een museumbezoek wordt hier gepresenteerd als een spiegelspel. In een museum is het altijd te doen om oog te krijgen voor iets dat in het dagelijkse leven amper te zien is. Het doel is door dit bezoek in een andere wereld te stappen. Liever zou er hier een museumbezoek gepresenteerd worden zònder voorbereidingstijd en eigenlijk is dat ook de bedoeling, want u hoeft zich ter voorbereiding niet inhoudelijk te verdiepen. U wordt gevraagd om u te verdiepen in interactieve rondleidingen. De achterliggende gedachte is dat het beleven van een collectie deuren kan openen. Uw deuren. Niet per se de deuren die het museum voor ogen heeft. Men wordt geacht te fluisteren, rustig te lopen, niets aan te raken, respect te hebben voor... oude troep, en vaak nog kapot ook... Laat men zich bewust worden van de ‘codes’ van het museum, zoals ook computerspelletjes hun eigen codes hebben. Trouwens, ‘zonder voorbereidingstijd’ is geen optie, aangezien een museum graag groepen ontvangt op afspraak. Bovendien zult u strippenkaarten en ouders moeten regelen. Begeleiding is nou eenmaal noodzakelijk. Recept 2 lessen 1. Bereid een museumbezoek voor. – Kies een ‘tip’ en probeer er één uit in de klas. 2. Bezoek het museum. – Kies een ‘tip’ en probeer er slechts één uit in het museum. – Succes is alles behalve verzekerd, maar... een eerste voet is over de drempel gezet. Benodigdheden: • een museum in de buurt
Versie: 2011-01
Reflectie De ene persoon komt in het museum beter aan zijn trekken dan de ander. Alle ideeën hebben tot doel het museum toegankelijk te maken voor een publiek, dat niet gewend is aan het bezoeken ervan. Het verleggen van de focus is een ‘ongebruikelijke’ ingreep en wordt misschien niet door het museum in kwestie in dank afgenomen. Natuurlijk wordt de stilte in acht genomen, evenals alle andere codes. Deels uit liefde voor het instituut, en deels uit kritiek (omdat de mooiste collecties om zeep gebracht kunnen worden als je er niet vanuit je eigen belevingswereld naar mag kijken) wordt er aan dit bezoek een draai gegeven. Per saldo wordt de collectie bekeken en het museum bezocht.
communiactie
333 | Museumbezoek pagina 2
Inspiratie voor dit recept kwam voort uit veranderingen in het museumwezen, waarin men in toenemende mate een educatieve rol wil vervullen. Er wordt steeds meer rekening gehouden met de verschillende leerstijlen waarmee mensen informatie opnemen. Volgens de theorie van Kolb zijn er, gelet op de manier waarop zij informatie tot zich nemen, vier soorten mensen te onderscheiden. De dromer zoekt naar betekenis en ondergaat de tentoonstelling op een betrokken en affectieve manier. De denker zoekt naar informatie en plaatst die in een logisch kader. De beslisser is pragmatisch en toetst datgene wat hem gepresenteerd wordt aan het praktische nut. De doener zoekt naar een ervaring waarin hij wordt opgenomen; hij wil graag experimenteren en iets kunnen doen. Zie: De leertheorie van Kolb in het museum, door Els Hoogstraat en Annemarie Vels Heijn. De ideeën in dit recept hebben minder van doen met het opnemen van informatie, dan met het toegankelijk maken van het instituut voor een doelgroep die anders misschien snel wordt afgeschrikt. Niveau Het is grootspraak als er hier gesteld wordt dat het niet uitmaakt welk museum een bezoek wordt gebracht. Om kinderen van 8 jaar het belastingmuseum te laten bezoeken, waar de collectie op ooghoogte van een volwassene staat uitgestald, getuigt van een iets te groot experiment. Daaraan wil dit kookboek zich niet spreekwoordelijk de vingers branden. Dat is laf. Want het is hier wel degelijk te doen om een brug te slaan tussen een expositie en de beleving van een groep. U, als kundig docent, wordt van harte aangemoedigd om een tot mislukken gedoemd bezoek tot een onvergetelijke ervaring om te toveren. Om op één tip vooruit te lopen: als de belevingswereld niet aansluit kunt u de groep benoemen tot museum-inspectie. Dan maken zij het museum geschikt voor hen zelf door te fantaseren wat het museum allemaal moet verbouwen en aanpassen. Tips en variaties Veel musea hebben zelf een programma om leerlingen het museum te laten zien door middel van een speurtocht of een kijkwijzer. Er zijn veel ontwikkelingen daarin gaande. Informeer bij het museum van uw keuze. Hieronder volgen wat variaties en alternatieve methoden. Les 1 [in de klas]: Een inhoudelijke voorbereiding Dit miniproject bestaat uit een voorbereidende les en een bezoek aan het museum. Het ligt voor de hand om vooraf gaande aan een tentoonstelling over schilderkunst iets over een kunststroming te vertellen. En bij een bezoek aan een archeologisch museum iets over geschiedenis. U kiest uw doelstellingen vanuit uw curriculum en het type museum dat u wilt bezoeken. In de lessen beeldende vorming kunt u ongetwijfeld wat creatiever omgaan met uw doelstellingen. Immers, u wilt uw groep voorbereiden op kijk-ervaringen. We leren op school lezen, maar wanneer leren we nou kijken? We leven toch in een beeldcultuur. Of was dit al gezegd?
Versie: 2011-01
communiactie
333 | Museumbezoek pagina 3
Les 1: Hoe herken je een museum? Een Sokratisch gesprek Een museum, wat is dat eigenlijk? In een filosofisch gesprek worden de kenmerken van een museum benoemd. U bent gespreksleider; u mengt zich niet inhoudelijk in het gesprek. U probeert de kritische beschouwing te stimuleren door vragen te stellen en samen te vatten: de Sokratische methode. Als iemand een stelling poneert, vraagt u naar de algemene houdbaarheid daarvan. Kent iemand een tegenvoorbeeld? Als er unaniem overeenstemming is bereikt over de kenmerken van een museum, kan de groep op zoek gaan naar een ander aspect van een museum. Bijvoorbeeld het belang. Het resultaat van de discussie zou kunnen zijn: ‘Een museum leidt je langs de kassa, maar je ‘krijgt’ niets voor je geld, je mag in de meeste gevallen niet eens wat aanraken.’ Wat is een collectie? Wat is het nut van verzamelen? Wanneer gooi je iets weg? Als de groep in de contramine is, kunt u het protest serieus nemen op een filosofische manier. Als iedereen het erover eens is dat een museum geen belang dient, kunt u vragen of er een museum denkbaar is dat dat wel doet. Hoe verhoudt zich dat belang tot het belang van bijvoorbeeld merk-kleding. Of is de beleving van een museum niet te vergelijken met de belevenis van een Diesel-shirt? Dit gesprek kan al met heel jonge kinderen worden gevoerd. Misschien kan het gesprek worden ingeleid met het boek: Nijntje in het museum, of een ander verhaal. Het enige probleem is dat een dergelijk gesprek niet vaak wordt gevoerd, waardoor de groep - en mogelijk ook u - moet wennen aan de methode. Berrie Heesen: Kinderen filosoferen, of Klein maar dapper.. Les 1: Het inrichten van een expositie Musea tonen een collectie. Soms werd die collectie opgegraven, soms gedurende een lange periode verzameld. De collectie wordt met zorg beheerd en in stand gehouden, omdat het misschien voorwerpen betreffen die vroeger gewoon waren maar nu niet meer worden gebruikt. De collectie is gerelateerd aan de geschiedenis. Een archeoloog zou dolblij zijn als hij dingen aantreft waarvan hij weet dat ze bij elkaar horen. Meestal concludeert hij dat aan de hand van datering of de vindplaats. Stel uw groep voor als archeologen en tentoonstellingsmakers anno 2159 die een tentoonstelling moeten samenstellen over schoolgaande jeugd uit het begin van de 21e eeuw. Het lokaal is een schat aan informatie. Wat zou alles te betekenen hebben? Hoe kunnen de verzamelaars het materiaal dat in het lokaal aanwezig is, ordenen, rubriceren en presenteren om een indruk te geven van ‘de jeugd van toen’. Men kan ook een doelgroep in gedachten nemen voor wie de expositie bedoeld is. Sommigen hebben opa’s en oma’s, al dan niet in verre landen, die misschien helemaal niets begrijpen van de attributen en afbeeldingen die in het lokaal aanwezig zijn. Of neem de ouders van hen als doelgroep in gedachten. Zij vermoeden dat de draadjes van een koptelefoon een modern zweepje is dat iedereen al klaar heeft liggen. Aan hen zal echt iets moeten worden uitgelegd. Deze les kunt u goed combineren met de volgende les in het museum:
Versie: 2011-01
communiactie
333 | Museumbezoek pagina 4
Les 2 [in het museum]: De inspectie Soms is een museum een drie-dimensionaal boek: plaatjes met lappen tekst. Als je geluk hebt, wordt het afgewisseld met een echt voorwerp. Waarin onderscheidt het museum zich van een boek? Uw groep is ‘de inspectie voor kindvriendelijke musea’. Laat een lijst samenstellen met mogelijkheden, waardoor het museum aan aantrekkelijkheid wint. Alle ideeën zijn welkom. Haalbaarheid en realiteit zijn op dit moment niet het criterium. Door zo het museum zo te bekijken, wordt het ze meer eigen. Betrokkenheid en affectiviteit is immers vaak wat wij bij kinderen / jongeren missen in een museum. Het is een kunst op zich om een lijst met punten op te stellen waardoor een wachtruimte, een aula of een speelplaats in kwaliteit kunnen toenemen. Jongeren worden zelden gestimuleerd om zo naar hun omgeving te kijken. Les 2: De associatie Voor deze variatie verdient het aanbeveling om op de hoogte te zijn van de inhoud van de tentoonstelling. Verzamel een aantal krantenfoto’s of stel een mandje samen met attributen en deel die uit in tweetallen. Laat in een bepaalde ruimte zoeken naar een (kunst)werk waarmee de foto of attribuut op de een of andere manier verwantschap heeft. Dat kan te maken hebben met kleur, compositie, een bepaald attribuut, een betekenis, land van herkomst, een periode uit de geschiedenis. De keuze is vrij. Laat de keuze toelichten. Waarop is die associatie gebaseerd? Het is belangrijk dat de associaties ergens op gebaseerd zijn, dus is een goede voorbereiding is in dit geval belangrijk. U kunt de presentatie laten begeleiden door een manier van expressie, in de vorm van dans en beweging, een liefdesgedicht of een rap-tekst. (Laat in deze gevallen de suppoost even weten dat het om een experiment gaat om jongeren met de collectie in contact te brengen.) Les 2: de omgekeerde wereld Laat uw groep in groepjes van 3 of 4 door het museum lopen en laat elk groepje een rondleiding verzorgen. De rondleiding mag over alles gaan, behalve over het onderwerp dat in de tentoonstelling aan bod komt. Het komt dus aan op fantasie en verbeelding, want daar hoort het in een museum over te gaan. Een schilderijententoonstelling gaat over de slechte kwaliteit van de verf: deze kleur rood is niet dekkend te krijgen, de kleur eronder is helaas nog zichtbaar; bovendien droogt de verf streperig op en de kleurechtheid is minimaal: ‘Deze kleur groen was twee weken geleden nog blauw.’ In het streekmuseum gaat de rondleiding over de verkeerde manier waarop mensen naar het verleden kijken: door een bordje van Ikea in scherven te gooien met het bijschrift ‘Hollands porselein 1650 - 1700’ is iedereen blij, maar niemand heeft oog voor dit blusapparaat dat gemaakt is in de vroege middeleeuwen. Een heks bracht dit apparaat mee om het leven van haar collega te redden die op de brandstapel terecht was gekomen. Daarin had ze een brandbaar brouwseltjes gedaan, dat onmiddellijk vlam vatte. De omstanders dachten dat ze een getemde draak bij zich had en zagen uit angst af van de executie. Men werd dus eigenlijk afgebluft. Vandaar onze huidige naam: blus-apparaat.
Versie: 2011-01
communiactie
333 | Museumbezoek pagina 5
Les 2: Wat, Waarom en vooral: HOE In het museum gaat het om drie dingen. 1. Men heeft een collectie. 2. Men hecht daar belang aan. 3. Men brengt dat onder uw aandacht door... te presenteren. Behalve de collectie bestaat de tentoonstelling uit een heleboel dingen die te maken hebben met de manier waarop ze de collectie laten zien: lampjes, lijsten, vitrines, maquettes, modellen, bewegende beelden, geluid (let eens op het geluid!!) Organiseer halverwege een gesprek hierover. Worden de belangrijkste attributen en voorwerpen ook op een speciale manier gepresenteerd? Wat zíjn eigenlijk de belangrijkste werken die getoond worden? Waar kun je dat aan herkennen, behalve dat ze op het affiche staan afgedrukt en als ansichtkaart worden verkocht? Les 2: De gids (tegen beter weten in) Sommige musea hebben een topstuk. Iedereen in het Louvre moet de Mona Lisa hebben gezien. Van wie dan? Maar ieder mens heeft ook zijn persoonlijke verhaal. En dat is geen kleinigheid. Vraag aan een bezoeker wat het werk is dat hij het mooiste heeft gevonden of het meeste indruk heeft gemaakt. De groep vraagt daarmee iets heel persoonlijks en het is uiteraard belangrijk om de ander respectvol te benaderen. Misschien wil de bezoeker het kwijt aan uw groep. Les 2: Een slechte keuze Elke collectie heeft een topstuk. Welk stuk vindt uw groep de mooiste en waarom? Het kan voorkomen dat uw keuze ongelukkig is en het museum niet aanspreekt bij uw groep. Wat zou u kunnen doen? a. U stelt: Er is een monster verborgen in deze zaal. Misschien heeft het zich wel vermomd. Kun je zien waar het zich heeft verborgen? b. U stelt: Een ding hoort er niet thuis in deze zaal. Welk ‘ding’ is dat en waarom? c. U vraagt: Kies uit elke zaal een voorwerp dat je aan je oma zou willen geven of aan iemand die je onaardig vindt. Wat zou je diegene geven? En waarom juist dat? Bijgerechten In deze tips wordt met name gefocust op het instituut museum. Het meest voor de hand liggende is om een les ter voorbereiding te geven over hetgeen men specifiek te zien krijgt. Wat gaat men zien en wat verwacht men daarvan? U kan uw groep verrassen om na het maken van de Uitvergroting het museum te bezoeken waarin het werk dat werd uitvergroot in het echt te zien is. Men kan ook de Reconstructie geven waardoor men aan een bepaald werk al de nodige aandacht heeft besteed. Kunst, omdat het moet In de rubriek Rumoer, Volkskrant, 17 januari 1997
Versie: 2011-01
Opnieuw iets vreemds aan doek van Jan steen Conservator Wouter Kloek van het Rijksmuseum in Amsterdam, wordt er een beetje moe van. Eerst is er die grote ‘onzinkoek’ over de vrouw met zes tenen. En nu denkt alweer iemand iets vreemds te hebben ontdekt aan een van de schilderijen van Jan Steen. ‘Gedoe’, vindt-ie het maar. Directeur Thissen van basisschool De Regenboog vindt van niet. De ophef over
communiactie
333 | Museumbezoek pagina 6
Het Morgentoilet bood juist een prachtige mogelijkheid om zijn leerlingen eindelijk eens enthousiast te krijgen voor kunst. Hij gaf de scholieren zondag op de laatste dag van de Jan Steen-tentoonstelling de opdracht om ‘óók iets te vinden dat nog niet eerder is opgemerkt’. Hij had het nog niet gezegd of het was al raak. In het schilderij In weelde siet toe ontdekte een leerling tussen de speelkaarten op de vloer een zwarte ruiten vier. Dat klopt niet; ruiten speelkaarten zijn niet zwart, maar rood. Op De Regenboog vraagt men zich nu daarom af of ‘in de loop der eeuwen niemand is opgevallen wat leerling Xander Vledder zag’. Blijkbaar niet. Zelfs conservater Kloek, een van de samenstellers van de expositie, weet aanvankelijk niets over en opmerkelijke ruiten vier. ‘De vorm van dergelijke details is vaak niet goed te onderscheiden’, sust hij. Kloek wil maar zeggen: misschien is het wel helemaal geen ruiten kaart. Bovendien, zegt hij, is een schilderij geen foto. ‘Ze is een schijnwereld. Dat soort bedrog is in de schilderkunst aan de orde van de dag. Wat Rob Scholte in Nagisaki heeft gemaakt, daar deugt ook geen moer van.’ Nietemin is Kloek even later niet op zijn plaats. Hij kijkt toch even naar het schilderij, dat binnenkort weer teruggaat naar het Kunsthistorisches Museum in Wenen. ‘Er ligt inderdaad een zwarte ruiten vier naast een andere, rode ruiten kaart’, beaamt de voorlichter. De conservator heeft er meteen maar een verklaring voor gevonden. Wat eerst ‘gedoe’ en ‘onzin’ heette, is in geen half uur opgewaardeerd tot symbool voor het bedrog van kaartspelers in het algemeen’. Contact Op de weblog http://communiactie.web-log.nl/ kunt u reageren op deze opdracht. Misschien kunt u voorafgaand aan uw les al uw voordeel doen met reacties van anderen. Via de weblog kunt u in ieder geval contact opnemen met Karel Kindermans; hij staat open voor uw feedback. Resultaten van uw lessen kunt u sturen aan:
[email protected]. Graag zelfs. Wel moge het u bekomen.
Versie: 2011-01