Colofon
STAD GENT BPA NR. G-04 MOSCOU _________________________________________
Opdrachtgever _________ _______ Stad Gent, dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning Opdrachthouder________ _________________________________________ iris consulting Projectleiding __________ _____________________________________ Lowie Steenwegen Projectmedewerkers_____ ________________________ Greet Mendonck, Sofie Van Hoof, Phillip Vander Waeren, Tine Vanhauwaert Datum________________ _________________________________________Februari 2003
iris consulting
2 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Inleiding
Inhoud 1.
INLEIDING
1.1 1.2
LIGGING VAN HET PLANGEBIED EN HISTORIEK VAN HET DOSSIER BEGRENZING VAN HET PLAN
5 5 5
2.
ANALYSE VAN DE BESTAANDE RECHTSTOESTAND
6
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
HET GEWESTPLAN BIJZONDERE PLANNEN VAN AANLEG IN DE OMGEVING BESTAANDE PLAN VAN AANLEG VERKAVELINGSPLANNEN ROOILIJNEN STATUUT VAN DE WEGEN EN DE WATERLOPEN OPENBARE ERFDIENSTBAARHEDEN TOEGEKENDE MILIEU- EN EXPLOITATIEVERGUNNINGEN BESCHERMDE MONUMENTEN EN STADSGEZICHTEN
6 6 6 7 7 7 8 8 8
3.
ANALYSE VAN DE BESTAANDE FEITELIJKE TOESTAND
3.1 3.2 3.3 3.4 4.
HISTORISCH-RUIMTELIJKE ONTWIKKELING SOCIAAL-ECONOMISCHE SCHETS VAN HET PLANGEBIED STRUCTUUR VAN EN FUNCTIES IN HET PLANGEBIED BESPREKING VAN HET BESTAANDE BIJZONDER PLAN VAN AANLEG BELEIDSVISIES
4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
HET RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN (RSV) BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR VOORSTEL TOT AFBAKENING GROOTSTEDELIJK GEBIED GENT HET PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HET MOBILITEITSPLAN HET VERKEERSLEEFBAARHEIDSPLAN GENTBRUGGE-LEDEBERG VERKEERSLEEFBAARHEIDSNOTA MOSCOU FIETSBELEIDSPLAN HET GEMEENTELIJK NATUUR ONTWIKKELINGSPLAN
iris consulting
9 9 10 12 13 15 15 15 15 16 17 17 19 20 20 21 22
3 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Inleiding
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 6.
PROBLEEMSTELLING KNELPUNTEN VAN HET PLANGEBIED (ZWAKTEN) KWALITEITEN VAN HET PLANGEBIED (STERKTEN) BEDREIGINGEN VAN HET PLANGEBIED KANSEN VOOR HET PLANGEBIED DOELSTELLINGEN
6.1 EEN DUURZAME STEDELIJKE OMGEVING ALS UITGANGSPUNT 6.1.1 NATUURLIJKE SYSTEMEN VERSTERKEN 6.1.2 KWALITEIT VAN DE WOONOMGEVING VERHOGEN 6.1.3 WATER RESPECTEREN 6.1.4 TERUGDRINGEN VAN HET ENERGIEGEBRUIK 6.1.5 AANMOEDIGEN VAN HET BEGROENEN VAN GEBOUWEN 6.1.6 CREËREN VAN HOOGWAARDIGE RUIMTELIJKE KWALITEIT. 6.2 SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN 6.2.1 DOELSTELLINGEN MET BETREKKING TOT HET VOORMALIGE FABRIEKSTERREIN “DE PORRE” 6.2.2 DOELSTELLINGEN VOOR HET VOLLEDIGE PLANGEBIED
iris consulting
24 24 26 28 28 29 29 29 29 29 30 30 30 31 31 39
4 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Inleiding
Opgemaakt door iris consulting in opdracht van de dienst Stedenbouw en ruimtelijke planning van de stad Gent . Stedenbouwkundig ontwerper
Hoofdingenieur-Directeur
Gezien door de ondergetekende wnd. Directeur - Generaal van het Departement Technische Diensten van het Hoofdbestuur
ir. D. Lauwers
ir. N. Dehaene
ir. J. Blanckaert
Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad in de zitting van De Stadssecretaris
De Burgemeester
F. Beke Het college van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het stadhuis werd neergelegd van tot De Stadssecretaris
De Burgemeester
F. Beke Gezien en definitief aangenomen door de Gemeenteraad in de zitting van De Stadssecretaris
De Burgemeester
F. Beke Goedgekeurd bij besluit van de gemeenschapsminister datum :
iris consulting
5 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Inleiding
1. Inleiding 1.1 Ligging van het plangebied en historiek van het dossier De wijk Moscou is zuidoostelijk van de stadskern van Gent gesitueerd. De wijk bevindt zich op minder dan 4 kilometer van het historische centrum en maakt deel uit van de gebied Gentbrugge Ledeberg. Dit deel van de stad wordt omgeven door de verkeerswegen E17, E40 en R4 en de waterwegen Ringvaart en de Schelde. Op een lager schaalniveau situeert het plangebied zich tussen de spoorwegen Gent - Aalst en Gent - Antwerpen en de Brusselsesteenweg. Ten noorden van het plangebied, tussen de spoorweg en de E17, bevindt zich een industriegebied. Aan de overzijde van de E17 is een woongebied (Veldwijk) gesitueerd. Zuidelijk wordt het plangebied omgeven door spoorweginfrastructuur en de woonwijk Flora. Tussen de zuidoostelijke grens van het BPA en de Brusselsesteenweg ligt een gemengde woonwijk en de sociale woonwijk Vogelhoek. Ten oosten van de Brusselsesteenweg bevindt zich het stadion van Gent dat omringd wordt door een woonwijk. Centraal in de wijk bevindt zich een oude textielfabriek. De oorspronkelijke bedrijvigheid is gestaakt, het terrein en de gebouwen zijn gedeeltelijk ingenomen door andere functies (waaronder sociale en gemeenschapsvoorzieningen). De oude fabriek blijft echter een lege plek in de buurt. Verkrotting en verwaarlozing nemen toe. Een nieuwe bestemming kan de gehele buurt mogelijk een nieuw elan geven. De stad Gent besliste daarom om een architectuurwedstrijd uit te schrijven tot het ontwerpen van concepten en het voorstellen van architectuurvormen voor deze site. Het is wenselijk dat er ongeveer zestig woongelegenheden op het terrein gerealiseerd worden. Tegelijkertijd met de beslissing tot het organiseren van een architectuurwedstrijd werd een ontwerper aangesteld tot opmaken van een Bijzonder Plan van Aanleg. Dit nieuwe plan moet de juridische basis scheppen zodat het winnend ontwerp gerealiseerd kan worden.
1.2 Begrenzing van het Plan Het Bijzonder Plan van Aanleg ‘Moscou’ wordt in het oosten begrensd door de spoorweg Gent Antwerpen, in het zuiden door de spoorweg Gent - Aalst en in het Noorden door de as van de Brusselsesteenweg. In het oosten verloopt de grens grillig langsheen de Peter Benoitlaan, Rode Kruisstraat en Werkhuizenstraat. De precieze begrenzing is aangeduid op kaart.
iris consulting
6 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Analyse van de bestaande rechtstoestand
2. Analyse van de bestaande rechtstoestand 2.1 Het Gewestplan Het gewestplan van “Gentse en Kanaalzone” werd goedgekeurd bij K.B. op 14 september 1977 (B.S. 8 oktober 1977). Het plangebied bevindt zich hoofdzakelijk in een woongebied. Het terrein van de NMBS ten noorden van de Jules de Sint Genoisstraat is bestemd als industriegebied. De werkplaats van de NMBS ten zuiden van de Peter Benoitlaan is bestemd als gebied voor openbare nutsvoorzieningen.
2.2 Bijzondere plannen van aanleg in de omgeving Er is één Bijzonder Plan van Aanleg in de nabije omgeving van het plangebied gesitueerd.
BPA Vogelhoek wordt begrensd door de Brusselsesteenweg, waterloop nummer 20, de as van de Désiré Mercierlaan, het terrein van de NMBS en het station van Merelbeke, de achterzijde van de percelen ten oosten van de Werkhuizenstraat en de as van de Rode Kruisstraat.
2.3 Bestaande Plan van Aanleg Het oorspronkelijke plan van aanleg voor Moscou werd goedgekeurd bij K.B. op 26/10/48. Dit plan werd tweemaal gewijzigd (K.B. 19/12/51 en K.B. 16/7/54). Het plan werd volledig herzien in de jaren tachtig en goedgekeurd bij M.B. op 22/5/87. Gelet op de specifieke nood van het herbestemmen van het centrale terrein, wordt het plan opnieuw in wijziging gesteld in 1997. Er wordt een hoofd- en (wanneer van toepassing) een nevenbestemming voor elk van de 21 zones aangeduid. Vier aanduidingen hebben betrekking op de woonzones (gesloten bebouwing, halfopen bebouwing, gekoppelde en / of open bebouwing en open bebouwing). Elk van de woonzones heeft een nevenbestemming waardoor handel, diensten, horeca en kantoren toegelaten worden. De nevenbestemming heeft enkel betrekking op het gelijkvloers. Een minimale bouw- en perceelsbreedte is voor elk van deze zones aangegeven. Een terreinbezetting van maximaal 30% wordt voor de zone voor open bebouwing toegelaten. Voor de andere woonzones is geen maximale terreinbezetting vastgesteld maar wel een minimale bouwbreedte en een minimale en maximale bouwdiepte. Een maximale oppervlakte (250m²) is enkel toepasselijk op de zone voor open bebouwing. De minimale en maximale bouwdiepten op het gelijkvloers bedragen 8 en 18m voor wat de zone voor gesloten bebouwing betreft en 9 en 18m voor de andere zones. Op verdieping werd de bouwdiepte beperkt tot maximum 12 meter. In de zone met open bebouwing is een maximum bouwdiepte vastgesteld op 20 meter. iris consulting
7 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Analyse van de bestaande rechtstoestand
Alle woningen moeten verplicht voorzien worden van een hellend- of zadeldak. Uitbouwen zoals balkons e.d. zijn toegelaten mits het naleven van voorschriften. De zones voor bedrijven zijn opgesplitst tussen een zone voor ambachtelijk niet hinderende bedrijven en een zone voor niet hinderende KMO’s. Voor beide zones gelden dezelfde voorschriften. Er zijn vier zones voor openbaar nut: onderwijs (met nabestemming cultuur); stedelijke diensten (met nabestemming openbaar groen); spoorweg voorzieningen en nutsvoorzieningen. Er is een terreinbezetting van maximaal 50% (onderwijs) en 75% (stedelijke diensten) en een maximum van 2 bouwlagen opgelegd. Het gebied tussen de Jules De Sint Genoisstraat en de Peter Benoitlaan valt onder de zone voor stedelijke diensten met een bestemming voor “overheidsdiensten”. Er zijn geen aanvullende bemerkingen in verband met deze zone. Voor wat de aanhorigheden betreft zijn er beperkte zones voor bijgebouwen, serrebouw en autobergplaatsen voorzien. Een maximale terreinbezetting is aangeduid. In de niet bebouwde gebieden wordt een onderscheid gemaakt tussen zones voor voortuinstroken, koeren en tuinen, buffergroen, schermgroen, openbaar groen, privaat park, wegen en wandelwegen. Er geldt voor elk van deze zones een bouwverbod behalve de zones voor koeren en tuinen en het privaat park gelegen aan de kruising van de Oscar De Gruyterstraat en Peter Benoitlaan. Gebouwen van maximaal 40m² voor gebruik als bergplaatsen, garages of werkplaatsen zijn hier toegelaten. De enige zone in het plangebied met de bestemming openbaar groen is gesitueerd in de Tuinwijk Ter Heide.
2.4 Verkavelingsplannen Er slechts twee verkavelingen binnen het plangebied goedgekeurd en nog altijd rechtsgeldig. De ligging van de verkavelingen zijn weergegeven op het plan van de bestaande rechtstoestand. tabel 1: verkavelingsplannen nummer datum
straat
opmerkingen
G-5, 788/bis/763
26/08/63
Gontrodestraat
2 percelen, waarvan één in halfopen- en één in open bebouwing.
G-12/1 872/bis/44
05/06/65
Werkhuizenstraat
4 percelen in gesloten en halfopen bebouwing.
2.5 Rooilijnen De rooilijn aan de Brusselsesteenweg (K.B. 2/10/84) is aangeduid op het plan van de bestaande toestand. De overige rooilijnen worden bevestigd met dit plan.
2.6 Statuut van de wegen en de waterlopen De Brusselsesteenweg (N9) is een gewestweg. Alle andere wegen in het plangebied zijn gemeentelijke wegen. Er zijn geen geklasseerde waterlopen binnen het plangebied.
iris consulting
8 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Analyse van de bestaande rechtstoestand
2.7 Openbare erfdienstbaarheden De Atlas der Voetwegen vermeldt drie wegen in de omgeving van het plangebied. Deze wegen vallen gedeeltelijk samen met de huidige ligging van de Brusselsesteenweg, de Jules De Sint Genoisstraat (chemin nummer 10) en de Peter Benoitlaan (chemin nummer 8). Er loopt een hoofdgasleiding onder het tracé van de Peter Benoitlaan en een deel van de Brusselsesteenweg. Andere erfdienstbaarheden zijn niet bekend.
2.8 Toegekende milieu- en exploitatievergunningen Volgende milieu- en exploitatievergunningen zijn in het plangebied goedgekeurd. De locaties zijn aangeduid op het plan van met de bestaande rechtstoestand. tabel 2: milieu- en exploitatie vergunningen ligging
aard
datum
duur
Brusselsesteenweg 602
vernieuwen van een werkplaats voor NMBS wagens te herstellen
1994
2014
Gontrodestraat 222
verder exploiteren van een tractiewerkplaats met metaalbewerkingsmachines
1987
31/01/2002
Gontrodestraat 222
uitbreiding van tractiewerkplaats van de NMBS en plaatsing van een waterzuiveringsinstallatie
1998
30/01/2002
J. De Sint Genoisstraat 31
uitbreiden van bestaande garage voor verkoop en onderhoud van personenwagens
1987
2007
J. De Sint Genoisstraat 27
Carwash
1994
2014
2.9 Beschermde monumenten en stadsgezichten Volgens de gemeentelijke administratie zijn er gen beschermde monumenten en stadsgezichten binnen de begrenzing, noch in de onmiddellijke omgeving van het plangebied. De dienst industriële archeologie van de Afdeling Monumenten en Landschappen duidt de twee torens op het fabrieksterrein “De Porre” aan als ‘waardevol’ en ‘te behouden.’
iris consulting
9 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Analyse van de bestaande feitelijke toestand
3. Analyse van de bestaande feitelijke toestand 3.1 Historisch-ruimtelijke ontwikkeling Het BPA gebied Moscou is gelegen op het hoogste gedeelte van Gentbrugge (tot 15 m). Vanwege de zandige ondergrond stond het bekend als ‘de Heide’. Het telde tot het einde van de 19de eeuw slechts enkele boerderijen. De enige wegen in het gebied waren de Brusselsesteenweg (halfweg de 18de eeuw aangelegd onder het Oostenrijks bewind), de Gontrodestraat en de (huidige) Peter Benoitlaan. In de loop van de 19de eeuw werden de spoorwegen aangelegd die het grondgebied van Gentbrugge tot op heden doorsnijden en het BPA gebied in het westen en zuiden begrenzen: GentBrussel/Mechelen en Gent-Antwerpen. Door de aanleg van het station van Merelbeke (op het grondgebied van Gentbrugge) werd de Gontrodestraat in twee stukken verdeeld. Er was eveneens een stationnetje ter hoogte van de Brusselsesteenweg. In 1881-84 werd de centrale werkplaats van de NMBS opgericht. Ten zuiden en oosten hiervan ontwikkelden zich eind 19de eeuw de oudste arbeiderswijken: tussen de Heidestraat en de Gontrodestraat, en langs de Jules de Sint Genoisstraat. In diezelfde periode werd het vormingsstation van Merelbeke aangelegd en ontstond de textielfabriek tussen de Sint Genoisstraat en de Peter Benoitlaan. Na de eerste wereldoorlog breidde de bebouwde oppervlakte sterk uit. In 1922 werd Tuinwijk Ter Heide gebouwd, tussen de textielfabriek en de Gontrodestraat, met homogene huizen met puntgevels in “regionalistische” stijl. De arbeiderswijk tussen de Peter Benoitlaan en het vormingsstation dateert eveneens uit de jaren ’20 en ’30. De bebouwing in het oostelijk deel van het BPA gebied (Werkhuizenstraat, Oscar De Gruyterstraat, noordelijk deel van de Peter Benoitlaan) is jonger en ruimer opgevat (grotere woningen, meer open en halfopen bebouwing). Dit deel sluit aan bij de residentiële woonbuurt Vogelhoek. Het deel van het bouwblok tussen de Jules De Sint Genoisstraat en de Peter Benoitlaan ten noorden van de textielfabriek en de school werd in de jaren ’50 en ’60 ontsloten door de aanleg van de Alfons Biebuycklaan. De belangrijkste wijzigingen onderging het plangebied op het verkeerstechnische vlak, nl. het afsluiten van de gelijkgrondse spoorwegovergangen aan de Gontrodestraat en de Peter Benoitlaan (op een voetgangerstunnel of -brug na). De verbinding met Ledeberg en Merelbeke bleef verzekerd door de aanleg van het zogenoemde Moscouviaduct over de drie spoorlijnen. In de jaren ’70 werd de Brusselsesteenweg verbreed tot 2x2 rijvakken, met tramsporen op de middenberm. Daarbij werden de twee huizenblokken in het plangebied die te ver naar voor stonden volledig afgebroken. Tussen de spoorweg en de Jules De Sint Genoisstraat kwam daar een parking met ca. 300 plaatsen voor in de plaats. De strook ten oosten hiervan wordt op heden grotendeels ingenomen door een grote handelszaak in tweedehands auto’s. Het stationnetje langs de Brusselsesteenweg werd bij de heraanleg afgeschaft.
iris consulting
10 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Analyse van de bestaande feitelijke toestand
3.2 Sociaal-economische schets van het plangebied Het BPA-gebied Moscou strekt zich uit over twee statistische sectoren: F121 Vogelhoek en F172 Arsenaal, die echter allebei een ruimer gebied omvatten. Het BPA Vogelhoek, ten oosten van Moscou, valt immers ook binnen deze sectoren. De sector Arsenaal omvat enkel spoorweginfrastructuur (het rangeerstation Merelbeke en de werkplaats van de NMBS) en telt slechts een handvol inwoners. De hierna volgende cijfers slaan dan ook alleen op de sector Vogelhoek. Alhoewel statistische sectoren in principe dusdanig afgebakend zijn dat ze zo homogeen mogelijke ruimtelijke en socio-economische eenheden vormen, moeten de cijfers toch met enige voorzichtigheid gehanteerd worden. Het oostelijk deel van de sector, dat buiten het BPA-gebied Moscou valt, wijkt immers qua woningkenmerken en dergelijke vrij sterk af van het westelijk deel. Bevolking Bevolkingsevolutie bevolking 1981
bevolking 1996
% evolutie
Vogelhoek
4102
3723
-9,2
Gentbrugge
14598
14370
-1,6
Groot-Gent
238721
225485
-5,5
De sector Vogelhoek telde in 1996 3723 inwoners, wat een afname is t.o.v. 1981 met maar liefst 9,2%. Deze wijk is dus vrij sterk ontvolkt, in tegenstelling tot de rest van Gentbrugge. Er kan bovendien verondersteld worden dat de ontvolking zich vooral in Moscou zelf, en minder in de oostelijke wijken voorgedaan heeft. Leeftijdsopbouw % 0-14 j
% 15-64 j
% 65+ j
VI (1)
Vogelhoek
16,3
65,8
17,9
110
Gentbrugge
16,8
64,4
18,8
112
Groot-Gent
15,9
65,5
18,2
115
(1) VI = verouderingsindex : % 65+ j / 0-14 j
De sterke afname van de bevolking heeft niet geleid tot een sterk verouderde bevolking. De bevolking is zelf iets jonger dan die van Gentbrugge als geheel, en zeker jonger dan die van Groot-Gent. De gemiddelde gezinsgrootte (in feite aantal inwoners per particuliere woning) verschilde in 1991 nauwelijks van het Gentbrugse gemiddelde: 2,46 t.o.v. 2,49 (Groot-Gent : 2,38). De gezinsgrootte is sindsdien ongetwijfeld nog aanzienlijk gedaald, maar dit was overal het geval. Wederom kan, gelet op de aard van de bebouwing, verondersteld worden dat de bevolking van Moscou zelf iets ouder is dan het gemiddelde van de sector Vogelhoek, en dat de gezinsgrootte er iets lager ligt. Slechts 1,5% van de bevolking bestaat uit vreemdelingen, waarvan maar een kwart (0,4%) migranten zijn (Turken en Noordafrikanen).
iris consulting
11 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Analyse van de bestaande feitelijke toestand
Gezinsinkomen gemiddeld inkomen (BEF)
mediaan inkomen (BEF)
% inkomens <500000 BEF
% OCMWgerechtigden
Vogelhoek
828600
702500
25,4
1,4
Gentbrugge
900100
24,1
1,1
Groot-Gent
854600
29,8
2,6
Het gemiddeld gezinsinkomen ligt in de sector Vogelhoek vrij ver onder het gemiddelde van Gentbrugge en iets onder het gemiddelde van Groot-Gent. Het percentage lage inkomens en OCMW-gerechtigden ligt daarentegen nauwelijks boven de gemiddelden van Gentbrugge, wat erop wijst dat de interne inkomensverschillen vrij klein zijn. Dit ligt in een buurt met quasi homogene (sociale) woonwijken ook in de lijn der verwachtingen. Woningen Aantal woningen in 1991 en evolutie 1981-1991 Aantal particuliere woningen
% evolutie 19811991
% eigenaars
% evolutie eigenaars
Vogelhoek
1575
-3,6
55,8
+2,8
Gentbrugge
5801
+3,5
59,9
+5,9
Groot-Gent
96526
-0,7
48,3
+4,4
Het aantal bewoonde particuliere woningen is tussen 1981 en 1991 in mindere mate afgenomen dan het inwonertal (-3,6% tegenover -9,2%), als gevolg van de opgetreden gezinsverdunning. Deze afname van de woningvoorraad gaat wel in tegen de trend van de rest van Gentbrugge, dat een vrij sterke toename kende. Het percentage eigenaars ligt iets onder het gemiddelde van Gentbrugge, maar duidelijk boven dat van Groot-Gent. Dit percentage is wel minder sterk toegenomen dan in de rest van Gentbrugge. Woningen naar grootte van woongebouw ééngezinshuis
huis met 2 woningen
huis met 3-4 woningen
huis met 5-9 woningen
huis met 10+ woningen
Vogelhoek
85,8
3,7
3,5
1,3
4,4
Gentbrugge
82,7
4,2
4,1
3,7
3,9
Groot-Gent
64,4
4,7
6,6
6,8
14,4
Sector Vogelhoek wordt gekenmerkt door een zeer hoog aandeel eengezinswoningen: 85,8%, boven het Gentbrugs en ver boven het Gents gemiddelde. Toch zijn er, gezien de aard van het gebied, nog opvallend veel woningen in grote appartementsgebouwen (70 of 4,4%). Deze zijn zeer recent: in 1981 was er nog geen enkele. Het aandeel van de woningen in appartementen is tussen ’81 en ’91 trouwens met 4,3% gestegen (van 9,9 naar 14,2%). De 1352 eengezinswoningen komen voor het grootste deel in gesloten bebouwing voor, nl. voor 77,6%, hetgeen vrij ver boven het gemiddelde van Gentbrugge ligt iris consulting
12 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Analyse van de bestaande feitelijke toestand
(69,8%; Groot-Gent: 66%). Er zijn 225 woningen in halfopen bebouwing en slechts 78 in open bebouwing. In het eigenlijk BPA-gebied is de dominantie van gesloten bebouwing nog meer uitgesproken. Ouderdom van de woningen (1991) Ouderdom woningen 1991
voor 1919
19191945
19461961
19621970
19711980
19811991
onbekend
Vogelhoek
7,9
19,9
37,5
6,2
9,5
4,2
14,9
Gentbrugge
9,7
20,4
29,7
9,7
9,3
7,4
13,8
Groot-Gent
17,8
15,7
18,5
11,1
12,1
5,3
19,6
Alhoewel er minder woningen van voor WO I zijn, is het woningenbestand van de sector Vogelhoek toch iets ouder dan in de rest van Gentbrugge. Slechts één vijfde van de woningen was in 1991 jonger dan 30 jaar. Het hoge aandeel woningen uit de periode kort na WO II heeft vooral betrekking op het oostelijk deel van de sector (BPA Vogelhoek). De vooroorlogse woningen liggen vrijwel allemaal binnen het BPA-gebied Moscou. 6,8% van de woningen werd tussen 1981 en 1991 verbouwd of gerenoveerd (Gentbrugge: 6,3%; Groot-Gent: 6,5%).
3.3 Structuur van en functies in het plangebied Het plangebied is in het noorden en westen duidelijk gescheiden van de omgeving door de spoorwegen. In het oosten wordt de wijk afgebakend door de Brusselsesteenweg. In het zuiden wordt de grens bepaald door de werkplaats van de spoorwegen. Het plangebied kan opgedeeld worden in drie grote gehelen. Centraal bevindt zich een woonband die in het Noorden en Zuiden omsloten wordt door de werkplaatsen van de spoorwegen. Het zuidelijke deel van de woonband kent de oudste bebouwing. Het betreft vooral gesloten bebouwing. Centraal in dit deel is een architecturaal eenvormige tuinwijk gebouwd. Het noordelijke deel van de woonband kent een meer open structuur met open, halfopen en gesloten bebouwing. Centraal bevindt zich een privaat park. In het midden van de woonband bevindt zich een oude textielfabriek. De bedrijvigheid is jaren geleden stopgezet en de verwaarlozing treedt sterk op. Omheen dit hart van de wijk (dat geaccentueerd wordt door de in onbruik geraakte droogtoren) zijn een aantal publieke diensten gesitueerd: twee basisscholen en een brandweerkazerne. In het voormalige fabrieksterrein zijn een aantal sociale functies gehuisvest: een lokaal van het Rode Kruis, een ontmoetingshuis en sportlokaal. Het terrein wordt ook gedeeltelijk als opslagplaats gebruikt door de stedelijke technische dienst. Aan de noordelijke rand bevindt zich een parkeerterrein (Brusselsesteenweg). In het zuiden reikt een braakliggend terrein van de spoorwegen bijna tot in het centrum van de wijk.
iris consulting
13 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Analyse van de bestaande feitelijke toestand
3.4 Bespreking van het bestaande Bijzonder Plan van Aanleg Het bestaande BPA Moscou is opgemaakt in 1985. Het werd bij K.B. goedgekeurd op 22 mei 1987. In de periode 1993 tot 16 april 1998 werden 78 bouwaanvragen behandeld.1. Slechts 9 aanvragen (waarvan drie regularisaties) werden geweigerd.2 Globaal heeft het Bijzonder Plan van Aanleg de éénvormigheid van de wijk en daarmee haar stedenbouwkundige kwaliteiten kunnen bewaren. Dit zowel naar functies als naar morfologie. Maar de bestemmingen zijn in het algemeen onvoldoende gedefinieerd en kunnen op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Het verschil tussen sommige van de bestemmingen is soms klein en onduidelijk. De voorschriften in verband met de inplanting zijn enkel voor de woonzones volledig uitgewerkt. De voorschriften in verband met de morfologie en architectuur zijn eenvoudig en bondig geformuleerd. Een aantal aanwezige of potentiële kwaliteiten zijn echter ook in de recente periode aangetast. Dit door onduidelijkheden of hiaten in het bestaande Plan van Aanleg, door het niet naleven van de bouwvergunning of door het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor geen vergunning werd aangevraagd. Het BPA vermeldt niets over het plaatsen van een garage in de voorgevel van een woning (bestaande woning of nieuwbouw). Bestaande kwaliteitsvolle gevelwanden worden hierdoor aangetast. De nieuwbouw in de Peter Benoitlaan (foto 1) past zich morfologisch in het straatbeeld in, maar breekt met de typische tuinwijk stijl.
foto 1
foto 2
Het BPA stelt met betrekking tot de gevelopbouw dat ‘volwaardige gevelmaterialen’ gebruikt moeten worden. Deze worden niet gespecificeerd. Er wordt enkel gesteld dat ‘helle kleuren’ niet toegelaten zijn. In de wijk zijn een aantal gevels herbouwd zonder de bestaande gevelgeleding te respecteren. Door dergelijke ingrepen daalt de kwaliteit van het gehele straatbeeld. (foto 2). Het bestaande Plan stelt niets over het bepleisteren van gebouwen of de gevelgeleding (foto 3).
1
Informatie van de stad Gent, Dienstencentrum Gentbrugge
2
Twee hadden betrekking op het plaatsen van publiciteitsborden, twee op het herbouwen van een autobergplaats, één op het plaatsen van een straatafsluiting in betonplaten, één op het oprichten van een méérgezinswoning met 5 woongelegenheden, één op het plaatsen van en tijdelijke containerklas, één op het plaatsen van een zendmast en één voor het oprichten van een hondenhok.
iris consulting
14 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Analyse van de bestaande feitelijke toestand
Uitbouwen zijn volgens het Plan mogelijk. Opgelegde beperkingen gelden slechts voor de afstand van de perceelsgrenzen, de diepte van de uitsprong en de inname van de gevellengte. Gelet op de straatbeelden is het gewenst dat deze voorschriften niet overal op dezelfde wijze toegepast toegepast worden (foto 4).
foto 3
foto 4
Het plan biedt onvoldoende bescherming voor het bewaren van de architecturale eenheid van de tuinwijk (foto 5). Aanpassingen worden hier best onderworpen aan strengere regels. Ook met betrekking tot de bestemmingen wordt de tuinwijk best apart belicht.
foto 5
foto 6
Het bestaande plan vermeldt niets over de aanleg van het openbaar domein, evenmin worden er kwalitatieve eisen voor de invulling van binnengebieden gesteld. Het plan bestendigt de invulling van de garages in het binnengebied van de Vuurstokerstraat (foto 6). De bestendiging van de intekening van de electriciteitscabine in de Gontrodestraat maakt het sluiten van de gevelwand (door het overbouwen van de cabine) niet mogelijk. In het bestaande Plan is de toegang tot de school vanuit de Alfons Biebuycklaan niet opgenomen. Het Plan tekent de berm naar de spoorwegoverbrugging niet als groenscherm in. De opgelegde voorschriften met betrekking tot de afsluitingen in levende hagen worden niet volledig nageleefd. De aangeduide stroken voor buffer en schermgroen zijn niet gerealiseerd. De opdeling tussen beide bestemmingen is overbodig. Beide bufferbeplantingen kunnen in één artikel gevat worden.
iris consulting
15 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Beleidsvisies
4. Beleidsvisies 4.1 Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) 4.1.1 Bestaande ruimtelijke structuur Het RSV duidt een aantal specifieke problemen aan in verband met de stedelijke ontwikkeling. Relevante problemen met betrekking tot het plangebied zijn: de bedreiging van de woonfunctie in centrale stadsdelen; de versnippering van de open ruimte; niet optimaal ruimtegebruik in de periferie; privatisering en banalisering van de openbare ruimte; sociale segregatie; een toenemend aantal verplaatsingen; grote milieuverstoring in steden en een gebrek aan beeldwaarde van en in steden. Het RSV stelt dat binnen de historische steden ruimte is voor nieuwe ontwikkelingen in de woningmarkt. De aanwezigheid van de stedelijke voorzieningen (musea, culturele instellingen, onderwijsinstellingen, ...) en kwaliteitsvolle omgevingen nodigen daartoe uit. Het aantal gezinnen zal volgens het RSV in het arrondissement Gent nog sterk (met 15%) toenemen. De algemene trend naar kleinere gezinnen is sterk aanwezig in Gent.
4.1.2 Gewenste ruimtelijke structuur Relevante doelstellingen van het RSV met betrekking tot het plangebied zijn: het stimuleren en concentreren van activiteiten; het vernieuwen van de stedelijke woon- en werkstructuur door strategische stedelijke projecten; het ontwikkelen van nieuwe woontypologieën en kwalitatieve woonomgevingen; het leefbaar en bereikbaar houden door andere vormen van stedelijke mobiliteit. Het RSV wil dat het ruimtelijk beleid in de grootstedelijke gebieden gericht is op het maximaal benutten de bestaande en toekomstige stedelijke potenties. Gent beschikt over uitzonderlijke potenties om een belangrijk aandeel van de groei inzake bijkomende woongelegenheden, stedelijke voorzieningen en ruimte voor economische activiteiten op te vangen. Enkele ontwikkelingsperspectieven (belangrijk voor het plangebied) voor de stedelijke gebieden zijn: • opvangen 61% van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden (Oost-Vlaanderen). (De precieze woningen die in Gent gerealiseerd moeten worden, worden aangeduid in het provinciaal structuurplan). • nastreven van minimale woningdichtheden. • differentiëren en verbeteren van de woningvoorraad. • kantoorvoorzieningen omwille van hun hoge verkeersgeneratie zoveel mogelijk aan knooppunten van het openbaar vervoer concentreren. • gemeenschapsvoorzieningen maximaal verweven met woonfuncties. • bundelen en verweven van kleinhandel met andere functies. • beter zorgen voor collectieve en openbare ruimten.
iris consulting
16 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Beleidsvisies
• culturele, maatschappelijke en historische waardevolle elementen in de stedelijke gebieden behouden en uitbouwen. • duurzame mobiliteit ontwikkelen.
4.1.3 Voorstel tot afbakening grootstedelijk gebied Gent In uitvoering van de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden de stedelijke gebieden afgebakend om er ruimte te voorzien voor wonen, werken, groen, recreatie en andere stedelijke activiteiten. In het voorstel tot afbakening grootstedelijk gebied Gent (versie augustus 2002) zijn met betrekking tot het plangebied volgende zaken opgenomen: Bij de bestaande ruimtelijke structuur onder 3.3.2.3. Kleinhandel: lezen we bij de Brusselsesteenweg: Strekt zich uit vanaf de Keizerpoort tot aan Melle Leeuw, maar moet echter in 3 delen geïnterpreteerd worden. het deel tussen Keizerspoort en de stelplaats van De Lijn (Hoveniersstraat) wordt gekenmerkt door een aaneengesloten bebouwing met kleinschalige kleinhandel (met uitzondering van een aantal grotere handels- en dienstenzaken welke voor conflictsituaties zorgen). Het tweede deel strekt zich uit vanaf het zesarmig kruispunt aan de NMBS-werkplaatsen tot aan Melle Leeuw. Dit is een zone met grootschalige baanwinkels. Tussen deze twee gebieden, aan beide zijden van het punt waar de E-17 over de Brusselsesteenweg ligt, bevindt zich een zone waar zich zo goed als geen kleinhandelszaken bevinden. De Brusselsesteenweg, is geselecteerd om binnen het stedelijk gebied uitgewerkt te worden voor grootschalige kleinhandel. De groei van bouwmarkten, tuincentra, meubel-verkoop en dergelijke die een grotere ruimtebehoefte kennen en geen plaats vinden in het kern(winkel)gebied - leidt tot een vraag naar stedelijke locaties met een goede autobereikbaarheid voor dergelijke kleinhandelszaken. Daarom worden drie concentraties voor dergelijke specialisaties aangeduid en gestructureerd tot kleinhandelszones. Deze kleinhandelszones zijn gerelateerd aan de bestaande multifunctionele steenwegen nl. de Kortrijkse-, Brusselse-, en Antwerpsesteenweg en zijn ook trekker voor de andere aanwezige stedelijke functies zoals kleinschalige bedrijvigheid en hoogdynamische recreatie die de typologie van de steenweg respecteren. Inbreiding en bundeling staan hierbij voorop. Meer in detail is de site E17 N9 Brusselsesteenweg - Arsenaal geselecteerd als bijkomende kleinhandelszone op grootstedelijk niveau. De NMBS-werkplaatsen en carpoolparking worden als bijkomende kleinhandelszones op grootstedelijk niveau gezien omwille van de goede bereikbaarheid zowel met de wagen als openbaar vervoer. Een MOBER is evenwel noodzakelijk. De opppervlakte is afhankelijk van het overleg met de NMBS. Goed gelegen, visuele uitstraling, zuinig ruimtegebruik zijn enkele kenmerken van een dergelijke kleinhandelszone 'nieuw stijl'.
iris consulting
17 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Beleidsvisies
4.2 Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen is momenteel in fase plenaire vergadering. Het voorontwerp provinciaal ruimtelijk structuurplan geeft een overzicht van de beschikbare informatie met betrekking tot ruimtelijke, economische en sociale fenomenen die relevant zijn op provinciaal niveau. Een aantal klemtonen voor het ruimtelijk beleid worden reeds weergegeven. Knelpunten met betrekking tot Oost-Vlaanderen als geheel (die relevant zijn voor het plangebied) zijn : • verouderde woningvoorraad van een algemeen slechte kwaliteit; • problemen in verband met zonevreemde en historische gegroeide bedrijven. • de nadelige effecten voor het leefmilieu door geluids- en geurhinder, luchtverontreiniging, ruimtebeslag en -versnippering; Specifiek geïdentificeerde knelpunten in verband met Gent (relevant voor het plangebied) zijn : • de overbelasting van de verkeerssituatie door het economisch verkeer van andere regio’s; • plaatselijke verkeershinder door het ontbreken van schakels in weg- en spoorinfrastructuur; • stijgende prijzen veroorzaakt door suburbanisatie; • dichtslibben van de open ruimte; De potentie van Gent, relevant zijn voor het plangebied bestaat uit de aanwezigheid van hoogwaardige woonmilieus; Er wordt een visie geformuleerd voor bepaalde onderdelen van Oost-Vlaanderen. De visie en opties voor wat Gent betreft (die relevant zijn voor het plangebied) zijn : • • • •
voldoende ruimten bieden aan sociale woningbouw een gemengde woningvoorraad voorzien met grote / kleine woningen, koop- / huurwoningen; voldoende ruimte laten voor de bouw van nieuwe woningen; het uitbouwen van een voorstedelijk (metro)net met de trein ook aangesloten op het intercitysysteem en park and ride projecten;
4.3 Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de Stad Gent zit momenteel in een eindfase. De goedkeuring door de minister wordt voorzien voor het voorjaar 2003. In dit document wordt het plangebied ingedeeld bij de randstad, met haar vier lobben. Als gemeenschappelijke kenmerken kennen deze lobben de aanwezigheid van een belangrijke steenweg (hoofdstamlijn, met tram) verdichtingsmogelijkheden voor het wonen, aanwezigheid van regionale bedrijvigheid of mogelijkheden daartoe en van belangrijke (potentiële) natuurwaarden. In de randstad staan vooral een kwaliteitsvolle verdichting van het wonen, het inbrengen van een heldere structuur en een goede afwerking van de stadsrand voorop.
iris consulting
18 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Beleidsvisies
iris consulting
19 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Beleidsvisies
Relevante beleidsdoelstellingen die voor deze deelruimte vooropgesteld worden, zijn: •
de aantrekkelijke woonlobben zijn functioneel zelfvoorzienende stadsdelen;
•
vier hoofdsteenwegen met een tram- en fietsverbinding zorgen voor een hoogwaardige aansluiting tussen het randstedelijk gebied en de kernstad;
•
het realiseren van kwaliteitsvolle woonomgevingen binnen het grootstedelijk gebied door het invullen van bouwreserves;
•
het duurzaam ontwikkelen, goed gespreid, van een kwalitatieve regionale bedrijvigheid;
•
het geven van kansen voor de kwalitatieve ontwikkeling van natuurwaarden in vallei- en bosgebieden en in de samenhangende kleinere groenere ruimten in de randstad (groenassen, groene dwarsrelaties);
•
het afwerken van de stadsrandgebieden.
Het realiseren van kwaliteitsvolle woonomgevingen heeft te maken met de hoge potenties van de randstad om nieuwe woonbehoeften binnen het grootstedelijk gebied op te vangen en zo de grotere open ruimten in de regio van verdere bebouwing te vrijwaren. Hierbij dienen de woonomgevingen een wervend karakter te bezitten voor nieuwe bewoners. De realisatie dient op een kwalitatieve en duurzame wijze te gebeuren. Dit heeft zowel te maken met de ontwikkeling van nieuwe kwaliteitsvolle woontypologieën van voldoende dichtheid en gebaseerd op de bestaande nederzettingsstructuur, als met de afscherming van –in de eerste plaats te vermijdenexterne negatieve invloeden op deze woonomgevingen. De aanwezigheid van een duidelijke ruimtelijke structuur met aanwezigheid van zowel aantrekkelijke groenelementen (wijk- en buurtgroen) als andere basisvoorzieningen en een aangepaste ontsluiting dienen als belangrijke troeven te worden uitgespeeld. Sterke verbindingen met de kernstad en haar sterke verscheidenheid aan grootstedelijke functies versterken de aantrekkingskracht. Bij de klassieke woontypologie van het huis in open, halfopen of rijbebouwing worden twee bouwlagen met zolder in het normale patroon toegepast om te kunnen verdichten. Ook wordt in het RSG als een mogelijke bijkomende kleinhandelszone, de NMBS-werkplaatsen aan de Brusselsesteenweg vernoemd. Hiervan zou 2,3 ha. op korte termijn en 3 ha. op lange termijn ontwikkeld dienen te worden als zone voor grootstedelijke handel. Omdat deze ontwikkelingen het stedelijke niveau overstijgen is er geopteerd om dit aspect niet mee op te nemen in het BPA, maar om hiervoor het gewestelijk RUP af te wachten.
4.4 Het mobiliteitsplan Het mobiliteitsplan is goedgekeurd door de gemeenteraad. Het mobiliteitsplan Gent is een verfijning van de provinciale studie in functie van de specifieke verkeers- en vervoersproblemen in het Gentse. Geïdentificeerde problemen die ook van toepassing zijn op het plangebied zijn: • • • • • •
storend doorgaand autoverkeer verkeersonveiligheid in het algemeen een onvolledig stedelijk openbaar vervoer netwerk een teruglopend fietsverkeer een steeds intenser autoverkeer een tekort aan beveiligde fietsstallingen
iris consulting
20 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Beleidsvisies
Het plan stelt een hiërarchie in het wegennet voor waaronder zes types van wegen onderscheiden zijn:3 Deze hiërarchie wordt vooral bepaald door de functie van de weg binnen de globale structuur en in mindere mate door het huidig uitzicht van de weg. Binnen deze structuur wordt de Brusselsesteenweg opgenomen als een hoofdtoegangsweg. De radiale invalsweg fungeert als schakel tussen de buurgemeenten, de stedelijke ring en de internationale wegen. Doorgaand verkeer zonder bestemming in de randgemeenten wordt hier maximaal opgevangen. Veilige afgescheiden voorzieningen voor het langzaam verkeer zijn noodzakelijk. De Gontrodestraat is deels als lokale- en deels als wijkverzamelingsweg opgenomen. De straat fungeert als laterale verbindingsweg tussen de verschillende hoofdtoegangswegen. Dergelijke straten worden gekenmerkt door een zekere menging van functies en activiteiten maar hebben een overwegend verblijfskarakter. Noordelijk van het plangebied ligt de E17 autosnelweg (internationale weg). Westelijk bevindt zich de Mellestraat. Deze is als lokale ontsluitingsweg (interne ontsluitingsweg) opgenomen.
4.5 Het verkeersleefbaarheidsplan GentbruggeLedeberg Een verkeersleefbaarheidsplan is opgemaakt voor Gentbrugge en Ledeberg. Het plan bestaat uit drie delen. In het eerste deel, de krachtlijnanalyses, wordt een analyse gemaakt van de huidige situatie. In het tweede deel, de krachtlijnopties, wordt aangegeven hoe de verkeersleefbaarheid en de verkeersleesbaarheid van het studiegebied verbeterd of hersteld kunnen worden. In het derde deel, de maatregelen, worden de belangrijkste van deze opties praktisch uitgewerkt. In de krachtlijnenanalyses wordt de ruimtelijke ontwikkeling van het mesogebied beschreven door de aanleg van de verschillende infrastructuren. De Brusselsesteenweg werd aangelegd in de 18de eeuw. Deze verving de oude, bochtige as (Oude Brusselseweg). In de 19de en het begin van de 20ste eeuw werd het grondgebied verdeeld door de hoge spoorwegbermen. De spoorweg van Gent Sint-Pieters naar Brussel loopt door het zuiden van Ledeberg en Gentbrugge. Een derde fase van ruimtelijke verdeling werd veroorzaakt door de aanleg van de autosnelweg E17 jaren ’60 en ’70
4.6 Verkeersleefbaarheidsnota Moscou De verkeersleefbaarheidsnota voor Moscou is opgemaakt door de buurtbewoners in samenwerking met vzw Opbouwwerk Steunpunt Gent. Opzet van het document is het belichten van de verkeersleefbaarheid vanuit het standpunt van de bewoners. De nota wordt als basis gebruikt voor het duiden van de bestaande toestand en de identificatie van knelpunten en potenties voor het verkeersleefbaarheidsplan. De nota is opgebouwd uit informatie verworven op bewonersvergaderingen en een enquête. Problemen als verkeersonveilige straten, parkeergelegenheid, schoolomgevingen, openbaar vervoer en onveilige kruispunten worden geïdentificeerd. 3
Internationale wegen (autosnelwegen en autowegen), stedelijke hoofdwegen (stedelijke ring en hoofd toegangswegen), hoofdstraten, lokale ontsluitingswegen (interne ontsluitingswegen, landelijke verbindingswegen, bedieningswegen centrum, verdeelwegen centrum), wijkverzamelingswegen en specifieke wegen (woonstraten, winkelwandelstraten, industrieweg, havenweg, landbouwweg)
iris consulting
21 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Beleidsvisies
Voor wat onveilige oversteekplaatsen betreft, worden de volgende straten als onveilig voor voetgangers beschouwd: Alfons Biebuycklaan, Peter Benoitlaan, Heidestraat en de Jules De Sint Genoisstraat. Ook het slechte onderhoud van de voetgangersbrug naar Merelbeke over de spoorweg in de Peter Benoitlaan wordt als voetgangers onvriendelijk aangeduid. Fiets onveilig zijn: Peter Benoitlaan (fietsen in beide richtingen wordt voorgesteld), Heidestraat (het éénrichtingsverkeer voor wagens wordt vaak genegeerd), Gontrodestraat (slecht wegdek en smalle straat), Tuinwijk Ter Heide (conflict met geparkeerde wagens), Alfons Biebuycklaan (conflicten met eenrichtingsverkeer en geparkeerde wagens), Jules De Sint Genoisstraat (fietspad is te smal). Bepaalde straten worden teveel belast met het drukke autoverkeer. De schoolomgevingen van de stedelijke basisschool in de Jules de Sint Genoisstraat en de Sint Gregoriuscollege in de Alfons Biebuycklaan worden als onveilig ervaren. Parkeerproblemen zijn aangeduid in de volgende straten: Prosper Van Langendonckstraat, Jan Furnierestraat, Vuurstokerstraat, Arsenaalstraat, Heidestraat, Tuinwijk Ter Heide, Jules de St. Genoisstraat en de Gontrodestraat Een aantal voorstellen zijn in de nota gemaakt om de parkeerproblemen op te lossen. De aanduiding van parkeerplaatsen in de Tuinwijk Ter Heide, de vervanging van het beurtelings parkeren in de Prosper Van Langendonckstraat, Jan Furnierestraat en Vuurstokerstraat door parkeren langs een kant en de aanleg van schuine parkeerplaatsen en de invoeren van bewonerskaarten in de Gontrodestraat. Een zestal gevaarlijke kruispunten worden geïdentificeerd. Dit zijn: het kruispunt Peter Benoitlaan en Gontrodestraat (onduidelijk karakter en gebrek aan een voetgangers oversteekplaats); het kruispunt Werkhuizenstraat en Peter Benoitlaan, de uitgangen van de Tuinwijk Ter Heide, het kruispunt op de Brusselsesteenweg, het kruispunt Alfons Biebuycklaan en Jules De Sint Genoisstraat, de bocht Heidestraat en Gontrodestraat. Deze nota heeft geen bindende macht. Het is een subjectieve analyse van de huidige problematiek vanuit de standpunt van de bewoners en geeft een interessante aanzet tot mogelijke oplossingen voor de aangeduide problemen.
4.7 Fietsbeleidsplan Gent heeft een lange fietstraditie. Het fietsbeleidsplan Gent werd eind 1993 goedgekeurd en maakt deel uit van een breder mobiliteitsbeleid. Iedere jaar wordt ongeveer 50 miljoen BEF vrijgemaakt voor de uitvoering van het fietsplan. De belangrijkste doelstellingen van het plan waren; • • • •
een goede fietsinfrastructuur verzekeren; het beheersen van het autoverkeer; bescherming tegen diefstal; een positief klimaat ten aanzien van de fiets.
De aanleg van fietspaden langs de brede steenwegen vormt enkel een deel van een fietsbeleid. De kwaliteit van de wegen en het creëren van fietsvriendelijke wegen zijn zeer belangrijk. De heraanleg van bepaalde straten met een hoge concentratie van fietsers krijgt prioriteit. De veiligheid van fietsers kan verhoogd worden door de weghalen van het doorgaand verkeer en de invoering van een zone 30. De eerste vermindert het aantal auto’s en dus potentiële conflicten en de tweede zorgt er voor een vermindering in het snelheidsverschil tussen de twee vervoermiddelen. De ontwikkeling van een fietsroutennetwerk, de voorziening van veilige fietsstallingen en het opstarten van een vrij fiets registratieprogramma maken ook een belangrijk deel uit van het beleid. iris consulting
22 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Beleidsvisies
De vier te ontwikkelen fietsroutes zijn : • • • •
de oost-westroute van Sint Amandsberg naar Mariakerke; de studentenroute van De Pintelaan naar het centrum; de Floraroute van de Hundelgemsesteenweg naar Wondelgem; de Leiepromenade vanaf de Beukenlaan naar het stadscentrum.
De enige fietsroute van belang voor het plangebied is de Floraroute die van Gentbrugge tot Wondelgem loopt. De vier fietsroutes zouden tegen eind 2000 gerealiseerd moeten zijn. De fietsroutes zijn een middel om de algemene mobiliteit te verbeteren. Bijna één derde van de auto’s in de ochtendspits hebben een school als bestemming. Veilige fietsroutes en de verbetering van de veiligheid in de schoolomgevingen worden dus als prioriteiten beschouwd.
4.8 Het Gemeentelijk Natuur Ontwikkelingsplan Het Gemeentelijk Natuur Ontwikkelingsplan (GNOP) moet een kader vormen voor de ontwikkeling van de natuur op gemeentelijk vlak. Het opstellen daarvan is een uitvoering van het Milieuconvenant van 1991. Het plan werd in 1996 door de gemeenteraad goedgekeurd. De eerste delen zijn gericht op een inventaris van de bestaande toestand. Het eindrapport bevat een aantal onderdelen. Het eerste hoofdstuk “Kadering” geeft de juridisch- en beleidskader aan. Het volgende hoofdstuk beschrijft de huidige situatie en duidt gebieden aan die bedreigd of beschermd worden. In het derde deel worden doelstellingen geformuleerd. Tenslotte worden een aantal acties opgevat en in een structuurschets geïdentificeerd. De belangrijkste algemene doelstellingen die ook in beperkte mate relevant zijn voor het plangebied zijn: • • • •
het voorzien van een juridisch kader dat de natuurstructuur draagt en vastlegt; het invoeren van het begrip ecologie. het halen van een basismilieukwaliteit; het informeren van de bevolking de noodzaak van een natuurgericht langetermijnbeleid gericht op duurzaamheid; • het stimuleren en ondersteunen van initiatieven van doelgroepen met een belangrijke impact aan het natuurbehoud. Aan een aantal voorwaarden moet worden voldaan om de gewenste natuurlijke structuur te bereiken: Er moet voldoende ruimte zijn om de natuur te laten ontwikkelen en te functioneren én verschillende eenheden moeten met elkaar verbonden worden. Onder de gewenste natuurstructuur zijn een aantal elementen geïdentificeerd, de natuurassen, de groene ring, een ecologische gebufferde zone in Gent-Noord en een aantal groenassen. Naast de gebiedsgerichte benadering worden aan groene elementen natuurgerichte doelstellingen en acties gekoppeld om de natuurwaarde van de verschillende elementen te vergroten. Hierbij wordt aandacht geschonken aan de volgende elementen: wegbermen, parken, tuinen, kleine landschapselementen, water, muren, spoorwegen, restgronden en buffers. Er is één elementgerichte actie vermeld in de omgeving van het plangebied. Actie EA7 heeft betrekking tot overleg met de spoorwegen. Doel hiervan is om gezamenlijk met de NMBS een inventaris op te maken van natuurwaarden om de basis te leggen voor een aangepast ecologisch beheer. De omgeving van de Moscoubrug wordt opgenomen als zeer waardevol. Volgens het
iris consulting
23 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Beleidsvisies
GNOP maken spoorwegvoorzieningen een belangrijk deel uit van de Gentse natuurstructuur maar krijgen op dit ogenblik te weinig aandacht. Voor wat de gebiedsgerichte acties betreft is de omgeving ten noorden van het plangebied opgenomen onder actie GA20. Natuur- en natuurverbindingswaarden moeten hier behouden blijven en vergroot worden. De spoorbermen vormen een belangrijk verbindingsgebied van de groene ring.
iris consulting
24 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Probleemstelling
5. Probleemstelling 5.1 Knelpunten van het plangebied (zwakten)
Het centraal gelegen, verlaten en verwaarloosde fabrieksgebouw, beperkt de omgevingskwaliteiten. Het terrein wordt voor een deel benut voor het uitoefenen van restactiviteiten die beter niet in het centrum van een woongebied ingeplant worden.
De scheidingsmuur tussen de buurt en de werkplaatsen van de spoorwegen verzwakt de ruimtelijke kwaliteit en beleving.
Het openbaar domein is op een aantal plaatsen verwaarloosd of onaangepast. Een aantal voetpaden, fietspaden, parkeerplaatsen en kruispunten leiden tot objectieve en subjectieve verkeersonveiligheid
iris consulting
25 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Probleemstelling
De binnengebieden van de woonblokken (vooral de oudere panden) raken langzaam volgebouwd. Er heerst een onoverzichtelijk geheel van diverse bouwsels van een lage kwaliteit. De tuinen worden verdrongen.
De kwaliteiten van het tuinwijk raken in het nauw door het niet naleven van de voorschriften van het Bijzonder Plan van Aanleg met betrekking tot de hagen en het wijzigen van gevels.
De autobergplaatsen in de binnengebieden verlagen kwaliteit van de leefomgeving. Deze zijn van slechte bouwkundige en architecturale kwaliteit.
iris consulting
26 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Probleemstelling
5.2 Kwaliteiten van het plangebied (sterkten) De sterkten van het plangebied komen tot uiting in de verscheidenheid van de verschillende buurten. De oudste buurt gevormd door de Heidestraat, Arsenaalstraat, Priesterstraat, Vijverhof en Gontrodestraat vormt een sterk geheel. Dit zowel naar architectuur als naar functies. De straten zijn kort, overzichtelijk en herkenbaar. Door de inplanting van de werkplaatsen van de spoorwegen aan de overzijde van de Heidestraat wordt het gesloten karakter van de wijk langsheen deze zijde opengebroken.
De tuinwijk vormt een sterk architecturaal geheel met een éénduidige bestemming en veel groenvoorzieningen. Het verkeer is er beperkt.
De eenheid van de tuinwijk wordt ook ruimtelijk beklemtoond door de poorten.
De wijk gevormd door de Vuurstoker-, Van Langendonck-, Gontrode (deel) en Jan Furnierestraat wordt eveneens gekenmerkt door een sterke morfologische éénvormigheid.. De wijk heeft een open en groen karakter. Aan de straatzijde wordt dit gerealiseerd door de voortuinstroken in de Vuurstoker-, Gontrodeen Jan Furnierestraat. Ook de binnengebieden zijn vrij open en groen.
iris consulting
27 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Probleemstelling
De buurt gevormd door de Alfons Biebuycklaan, Peter Benoitlaan en de Jules de Genoisstraat wordt gekenmerkt door een sterke openheid en een aanwezigheid van groen. Het centraal gelegen park verhoogd de kwaliteit van de omliggende tuinen. Deze openheid wordt gevormd door de voortuinstroken, de laanbeplanting in de Alfons Biebuycklaan en de gekoppelde bebouwing.
Het centrum van het plangebied is tevens een centrum van activiteiten. School, diensten en ontmoetingscentra zijn hier gevestigd. De groepering van deze functies versterkt de eenheid van de wijk. De wijk is goed ontsloten door het openbaar vervoer.
iris consulting
28 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Probleemstelling
5.3 Bedreigingen van het plangebied Mogelijke bedreigingen voor het plangebied zijn: • Het aantrekken van mobiliteitsgenererende en/of belastende functies in het centrum van het plangebied (verlaging leefkwaliteit voor de woon- en schoolomgeving); • het realiseren van een saaie onaangepaste architectuur op het oude fabrieksterrein; • het verschralen van de eigenheid en herkenbaarheid van de tuinwijk (door onaangepaste verbouwen en het verdwijnen van hagen en beplantingen); • het verder dichtslibben van de binnengebieden; • het verharden en of verwaarlozen van de voortuinstroken; • toenemende verkeersdrukte (tijdens de spitsuren) en parkeerproblemen (tijdens avond en nacht).
5.4 Kansen voor het plangebied De invulling van het centraal gelegen fabrieksterrein biedt grote troeven voor de buurt. Het aantrekken van nieuwe functies en woningen kan de draagkracht van de buurt versterken waardoor ook meer handelszaken kunnen groeien. Het herbestemmen van deze zone biedt ook kansen om de schoolomgeving aan te passen en looplijnen doorheen het hart van de buurt te creëren. De omgevingskwaliteiten en de totale leefkwaliteit in het plangebied kunnen vergroot worden door: • • • • • •
het versterken van de kwaliteiten van de tuinwijk (heraanleg van het park); het ontpitten en begroenen van de binnengebieden; het herwaarderen van de voortuinstroken; het herwaarderen van het openbaar domein; het versterken van de laanbeplanting in de Peter Benoitlaan en het aanleggen van een bufferzone langsheen de werkplaatsen (met aanpassing van de betonnen scheidingswand). Daarnaast kunnen initiatieven genomen worden om verkeerssituaties te verbeteren. Dit door: • het verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van de voetgangersbrug en tunnel zodat deze ook door fietsers kunnen gebruikt worden; • het aanleggen van bijkomende parkeerplaatsen langsheen de rand van de werkplaatsen; • het wijzigen van looplijnen en het creëren van nieuwe paden en routes. De herbestemming van het bedrijfsterrein naar woonzone biedt de mogelijkheid om planmeerwaarden te realiseren. Een deel van deze meerwaarde kan gebruikt worden om een aantal sociale woningen op het terrein te realiseren of projecten tot herwaarderen van de buurt te financieren. Een actieplan gekoppeld aan de bebouwing van het centrum van het plangebied kan op een actieve wijze concreet uitwerking geven aan gestelde doelstellingen.
iris consulting
29 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
6. Doelstellingen 6.1 Een duurzame stedelijke omgeving als uitgangspunt Sedert de Conferentie van Rio de Janeiro in 1992 over duurzame ontwikkeling, worden de besliste principes in tal van beleidsterreinen toegepast. Zo ook in de stedenbouw. Bijzonder Plannen van Aanleg vormen een geschikt instrument om de principes van duurzame stedenbouw om te zetten.
6.1.1 Natuurlijke systemen versterken De tuinen, parken en spoorwegbermen vormen de groene elementen binnen het plangebied. Het belang van de spoorwegbermen als natuurverbindingsgebieden moet onderzocht worden om een aangepast ecologisch beheer toe te passen en om de ecologische diversiteit van het gebied te stimuleren. De natuurwaarde van deze elementen moet versterkt worden.
6.1.2 Kwaliteit van de woonomgeving verhogen Eén van de elementen hierin bestaat uit het zo weinig mogelijk belasten van het milieu en het zo goed mogelijk benutten van de beschikbare oppervlakten. Door een aangepaste vergroting van de bouwdichtheid kunnen groene aaneengesloten ruimten binnen en buiten het plangebied beschermd en versterkt worden.
6.1.3 Water respecteren De hoeveelheid verharding wordt binnen het plangebied zoveel mogelijk beperkt. Dit geldt zowel voor de binnengebieden als voor de openbare ruimte. Het verdrogen van de bodem en piekbelastingen van de riolering worden aldus beperkt. Tevens worden er minder grondstoffen en minder energie voor productie en transport gebruikt. Waar een vorm van verharding nodig is, wordt een voorkeur gegeven aan een open verharding zoals beton grastegels. Waar mogelijk wordt hemelwater (van daken, koeren en terrassen) opgevangen en terug afgevoerd naar de bodem. Hemelwater en afvalwater wordt bij grotere nieuwe woonprojecten zoveel mogelijk gescheiden om de nivellering van de kwaliteit van het water te voorkomen. Voor alle nieuwbouw projecten is de opslag van regenwater verplicht.
iris consulting
30 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
6.1.4 Terugdringen van het energiegebruik Duurzame stedenbouw wil het energiegebruik in en om woningen terugdringen. De invloed van een Bijzonder Plan op het toekomstig energiegebruik kan zeer groot zijn. Vooral bepalingen in verband met de oriëntatie op de zon (passieve zonne-energie, op het zuiden gerichte glasoppervlakten en een zo weinig mogelijke beschaduwing en actieve zonne-energie door het gebruik van zonneboilers en zonnepanelen), het isoleren van de woningen (buitenisolatie), het gebruik van collectieve warmtelevering en het compact bouwen (het beperken van de buitenoppervlakte) zijn van grote invloed op de totale energiebehoefte. Door compact te bouwen wordt er minder terrein in beslag genomen voor bebouwing en zijn er minder bouw materialen nodig. Er zijn ook voordelen ten opzichte van de bereikbaarheid en mobiliteit.
6.1.5 Aanmoedigen van het begroenen van gebouwen De esthetische kwaliteit van een buurt kan verhoogd worden door eenvoudige maatregelen te nemen om gebouwen te begroenen. De beleving van de buurt wordt verhoogd door het begroenen van (blinde)gevels. Het gebruik van vegetatiedaken aan (aanhorige) gebouwen in het woongebied en voor gebouwen met een openbare functie (als voorbeeldfunctie) verlengt de levensduur van de dakbedekking, heeft een gunstige invloed op het plaatselijk stadsklimaat, verminderd de piekbelasting van de riolering (door het opvangen van regenwater), verfraait het desbetreffende dak en verbetert de isolatie van de gebouwen.
6.1.6 Creëren van hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit. Ruimtelijke kwaliteit kan voor een deel gecreëerd worden door de gebruiks- en belevingswaarde te verhogen. Dit kan gerealiseerd worden door plannen flexibel, compact en met een positieve identiteit op te stellen. In het Bijzonder Plan worden mogelijkheden gelaten voor het verweven van functies. Het creëren van een positieve identiteit door het eigen karakter en herkenbaarheid van buurten en straten te accentueren verhoogt de waardering van de bewoners voor hun omgeving en leidt hierdoor tot een meer duurzaam karakter van de ruimtelijke omgeving.
iris consulting
31 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
6.2 Specifieke doelstellingen 6.2.1 Doelstellingen met betrekking tot het voormalige fabrieksterrein “De Porre” Voor dit terrein werd een archtiectuurwedstrijd georganiseerd. Uitgangspunt was de creatie van een kwaliteitsvolle inrichting van het centraal gelegen terrein die verder bouwt op de bestaande structuur. Deze structuur wordt gekenmerkt door steeds wisselende zichten, door een verschillende morfologie van de gebouwen, door een afwisseling van open- (pleinen) en geslotenheid (stegen). De site geeft ook een unieke kans om een duurzame woonomgeving te scheppen. Het gebied moet uitgroeien tot een écht centrum van de buurt. Een beperkt aantal buurtgerichte niet-woonfuncties moeten zich hier kunnen vestigen. De bestaande ontmoetingsruimten moeten ook in een nieuw geheel geïntegreerd worden. Dit centrum moet toegankelijk zijn langs de bestaande toegangen. Een toegang naar de tuinwijk wordt gecreëerd zodat het terrein ook vanuit deze wijk door fietsers en voetgangers toegankelijk wordt. Het geheel wordt ook naar woonvormen opgevat als een geheel met verschillende woontypes gericht naar verschillende bewoners: jongeren en alleenstaanden (studio en flat), jonge gezinnen (woning met tuintje), ouderen (bejaardenwoning) en welstellende (loft of luxe appartement). De woningen voor jonge gezinnen vormen echter het grootste aandeel. Het winnend ontwerp van de architectuurwedstrijd behoudt een groot aandeel van de bestaande contructies. Oude muren worden zo tuinmuren. Tussen deze muren worden de nieuwe gebouwen geplaatst. Uiteraard blijft ook de betonnen koeltoren als herkenningspunt bewaard. Enerzijds organiseren de behouden muren de site. Ze definiëren zones; een erbinnen en een erbuiten, een ervoor en een erachter. Anderzijds maken ze het mogelijk zeer dens te bouwen met behoud van privacy door het belemmeren van ongewenste inkijk. De concentratie van woningen met een zeer hoge densiteit op een deel van de site, maakt een groot deel van het terrein vrij voor als publieke recreatieruimte. Deze publieke recreatieruimte wordt nog groter door ze te koppelen aan de buitenruimte van de sportschool die buiten de schooluren zouden worden opengesteld voor het publiek. Op deze manier wordt ze getransformeerd tot school in een 'park'. De polyvalente ruimte en de kinderkribbe worden eveneens gekoppeld aan de sportschool zodat onderlinge interactie en overlappingen in gebruik mogelijk worden. De polyvalente ruimten en de bestaande klaslokalen en turnzaal vullen elkaar immers aan. De kaartende senioren zorgen voor sociale controle bij de ingang van de site, de school en de kribbe. En tegelijk zorgen de kleintjes voor beweging en vertedering bij de ouderen. De structuur van dit winnend ontwerp, dat evenwel nog wat bijgestuurd moet worden, werd als basis genomen voor de BPA-zoneringen en de voorschriften.
iris consulting
32 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
iris consulting
33 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
iris consulting
34 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
iris consulting
35 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
iris consulting
36 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
iris consulting
37 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
iris consulting
38 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
iris consulting
39 STAD GENT BPA NR G-04 MOSCOU ___________________________________________________ Doelstellingen
6.2.2 Doelstellingen voor het volledige plangebied Het BPA wil de woon- en omgevingskwaliteiten in het volledige plangebied behouden en versterken. De Brusselsesteenweg dient ontwikkeld te worden als een drager van stedelijk functies. Kleinhandel, vermengd met een verplichte woonfunctie kan hier ontwikkeld worden. De optie om de terreinen van de NMBS, gelegen langs de Brusselsesteenweg, gedeeltelijk om te vormen tot een kleinhandelszone, voortvloeiend uit het structuurplan Gent, wordt in dit BPA niet toegepast aangezien dit het lokale niveau overstijgt en hiervoor een afzonderlijk RUP zal opgemaakt worden. De oude bestemming (zone voor openbaar nut) blijft bestendigd. Niet efficiënt benutte ruimtes (zoals de oude fabrieksterreinen van “De Porre” en de smalle strook van de NMBS aan de Werkhuizenstraat) worden bestemd als woonzones om de gewenste verdichting te bereiken. Hierbij gaat ook aandacht naar het creëren van bijkomend openbaar groen. De bestaande tuinwijk krijgt een graad van bescherming. Hiertoe worden voorschriften uitgewerkt die enkel betrekking hebben op deze woonwijk. De bepalingen hebben eveneens betrekking op het centraal gelegen park en de parkeervoorzieningen. De voorschriften met betrekking tot de groenaanplantingen worden concreter uitgewerkt. Bestaande gabarieten en morfologieën wordt zo veel mogelijk bestendigd. Binnengebieden in het gehele plangebied worden ontpit zodat de tuinen weer uitgroeien tot volwaardige rustgebieden. De randen van het plangebied worden van een groenscherm voorzien. Deze worden ingeplant langsheen de Moscouviaduct en de afsluitingen met de terreinen van de spoorwegen. De voortuinen worden opgenomen in een apart voorschrift. Deze tuinen oefenen een belangrijke functie uit. Bestaande kwaliteiten moeten worden behouden, verschraling van deze tuinen moet worden vermeden. Verweving van functies wordt nagestreefd. Nevenfuncties zijn altijd mogelijk.
iris consulting