Docentenhandleiding Deze docentenhandleiding is onderdeel van het blended pakket Leren signaleren voor HBO Leraar Basisonderwijs. De handleiding bevat lessuggesties waarmee u de e-learning Leren signaleren kunt verrijken.
Colofon © de Augeo academy, onderdeel van de Augeo Foundation, Driebergen, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag gepubliceerd of (online) verspreid worden zonder schriftelijke toestemming vooraf van de Augeo academy. Auteurs Deze handleiding is ontwikkeld door Daphne Drost van de Marnix Academie Utrecht en Nel Hendriks van de Gereformeerde Hogeschool Zwolle, in samenwerking met de Augeo academy. In opdracht van De ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). In samenwerking met Bij het ontwikkelen van dit leerpakket waren de volgende (hoge) scholen/ docenten betrokken: -- Daphne Drost, Marnix academie Utrecht -- Nel Hendriks, Gereformeerde Hogeschool Zwolle -- Irmgard den Hollander, NHL Hogeschool Leeuwarden -- Marja Wijnen, Hogeschool de Kempel -- Wil Venrooij, Hogeschool de Kempel De Augeo academy bedankt hen hartelijk voor hun kundige bijdrage en enthousiasme tijdens het ontwikkelproces. Heeft u vragen of opmerkingen over dit leerpakket? Neem dan contact op met de Augeo academy. U kunt ons bellen op: 030-692 71 20 of een mail sturen naar:
[email protected].
Inhoudsopgave Inleiding4 Lessuggesties hoofdstuk 1 Huiselijk geweld 7 1.1 Wat is kindermishandeling? 9 1.2 Wat is verwaarlozing? 11 1.3 Bewustwording van de ernst van kindermishandeling 12 1.4 Impact en gevolgen van kindermishandeling 14 Lessuggesties hoofdstuk 2 Signaleren 16 2.1 Signalen van mogelijk kindermishandeling 18 2.2 Signalen die op verwaarlozing kunnen wijzen 20 2.3 Signaleren van en handelen bij vermoedens van kindermishandeling 22 2.4 Wat doe je met signalen? 24 Lessuggesties hoofdstuk 3 Handelen bij signalen 26 3.1 Werken met een meldcode 29 3.2 Taken en verantwoordelijkheden van de leerkracht en IB’er 31 3.3 Objectieve dossiervoering 33 3.4 Gesprek met het kind 35 3.5 Gesprek met ouders 38 3.6 Communiceren met andere professionals 41 Bijlage 1 Competenties 43 Bijlage 2 Overzicht inhoud e-learningcursus 45 Bijlage 3 Literatuur 46
Inleiding DE AUGEO FOUNDATION
Augeo wil ervoor zorgen dat kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien. We streven ernaar dat iedereen die met ouders en kinderen werkt, schadelijke en stressvolle opgroeisituaties kan signaleren en aanpakken. En dat gezinnen in de knel steun krijgen van de mensen om hen heen. Met deze doelen voor ogen ontwikkelt de Augeo academy online cursussen, een gratis online Augeo magazine over veilig opgroeien en innovatieve projecten. Onze producten worden al door meer dan 100.000 mensen gebruikt. Augeo is een particuliere stichting en bestaat sinds 2007.
LEREN SIGNALEREN
Afgestudeerden van zorg-, pedagogische en agogische opleidingen krijgen in hun beroepspraktijk mogelijk te maken krijgen met vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld. Het is daarom belangrijk dat zij leren welke signalen zij kunnen herkennen en wat zij kunnen betekenen voor hun cliënt, patiënt of leerling. Het is nodig dat ze hierbij weten wat hun verantwoordelijkheden zijn volgens de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, die sinds juli 2013 van kracht is. Deze wet verplicht iedere organisatie of instelling die met kinderen, volwassenen of ouderen werkt een meldcode te hanteren. Een meldcode (of protocol) beschrijft wat de professional moet doen bij vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Doordat studenten gezamenlijk aan dit thema werken, zullen zij met meer zelfvertrouwen actie ondernemen bij signalen van huiselijk geweld. In opdracht van de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de Augeo academy per opleidingsrichting een blended leerpakket opgesteld waarmee het thema Geweld In Afhankelijkheidsrelaties (GIA) structureel in opleiding verankerd wordt. Kijk voor meer informatie op lerensignaleren.nl.
INHOUD LEERPAKKET
Deze docentenhandleiding is onderdeel van het leerpakket Leren signaleren en sluit aan op de e-learning Leren signaleren. In Bijlage 2 vindt u een overzicht van de inhoud van de e-learning. De handleiding bevat lessuggesties, onderverdeeld in de hoofdstukken uit de e-learning, die u helpen de kennis, vaardigheden en attitude van uw studenten te verrijken. Zo kunt u tijdens uw lessen dieper ingaan op de kennis en vaardigheden die studenten hebben opgedaan met het bestuderen van de e-learning. In de Generieke Kennisbasis Tweedegraads lerarenopleiding (2011) wordt aangegeven dat de docent de wet meldcode moet kunnen toepassen. De Augeo academy heeft dit uitgewerkt in een aantal concrete competenties die centraal staan in dit leerpakket, zie Bijlage 1.
4
BLENDED LEARNING
Blended learning is vaak een combinatie van individueel online leren en face-to-face onderwijs, waarbij studenten voorafgaand aan de klassikale lessen thuis de e-learning bestuderen. Voordelen hiervan zijn: -- eigen ervaringen, voorkennis en/of belemmeringen worden vooraf geactiveerd; -- basiskennis, vaardigheden en attitudevorming worden op een snelle en effectieve manier overdragen/ geoefend. Hierdoor kunt u uw lestijd efficiënter besteden waardoor u verhoogd leerrendement behaald. Bekijk ook de animatie over Blended leren: http://vimeopro.com/edelements/educationelements/video/29536658. Praktijkvoorbeeld: vraag studenten voorafgaand aan uw college of werkgroep (een gedeelte van) de e-learning te besturen. Zo hebben studenten de benodigde kennis en vaardigheden al opgedaan en kunt u tijdens het college aanvullende informatie geven of vaardigheden oefenen. Studenten doen bijvoorbeeld vooraf kennis op over gesprekstechnieken, in de les kunt hiermee oefenen in een rollenspel. Het komt voor dat studenten de e-learning niet vooraf bestuderen. Sommige docenten zijn dan geneigd om de informatie uit de e-learning te herhalen. Wij adviseren u dit niet te doen! Beloon de studenten die het wel bestuderen door een verrijking te bieden. Waarschijnlijk bereiden de studenten zich de volgende keer wel voor.
LEERPLAN ONDERWIJS
Als toekomstig onderwijs professional hebben uw studenten veel contact met kinderen/ jongeren. Zij hebben dan ook uitgebreide verantwoordelijkheden volgens hun meldcode. Het is daarom raadzaam om minstens drie lessuggesties (ong. 3 x 50min) uit deze handleiding te gebruiken om dit onderwerp zorgvuldig te bespreken. Bouw uw lessen op volgens de structuur van de e-learning hoofdstukken (huiselijk geweld, signaleren en handelen bij signalen). Op de volgende pagina vindt u twee voorbeelden, afhankelijk van uw beschikbare tijd.
5
VOORBEELDEN LEERPLAN
3 LESSEN
1 LES
Les 1 Huiselijk geweld
Les 2 Signaleren
Les 3 Handelen bij signalen
E-learning hoofdstuk 1 (35 min.)
E-learning hoofdstuk 2 (35 min.)
E-learning hoofdstuk 3 (50 min.)
Lessuggestie 1.3 (30-45 min.)
Lessuggestie 2.4 (30-50 min.)
Lessuggestie 3.2 (30-60 min.)
Les 1 Handelen bij signalen
Hele e-learning (2 uur)
Lessuggestie 3.2 (30-60 min.)
EIGEN KENNIS VERGROTEN
Voor docenten is de volgende e-learning beschikbaar: Lesgeven over geweld in afhankelijkheid Hoe behandelt u dit thema in de klas? Waar moet u rekening mee houden? Hoe kunt u zich het beste voorbereiden op de lessen? Ervaren docenten vertellen over hun ervaringen en geven tips. Werken met een meldcode De Wet Meldcode, in werking getreden per 1 juli 2013, eist dat elke docent ook zelf weet hoe te handelen conform de stappen van de verplichte meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld. Communiceren over seksualiteit (docenten- en studentenversie) Wat is een ‘normale’ seksuele ontwikkeling, wat is afwijkend, en hoe bespreekt u een dergelijk beladen onderwerp in de klas (voor docenten) of in de toekomstige beroepspraktijk (voor studenten).
6
Lessuggesties hoofdstuk 1 Huiselijk geweld De lessuggesties in dit hoofdstuk gaan over de definitie, oorzaken en gevolgen van kindermishandeling. Daarbij wordt aan de volgende houdings- en kenniselementen van de competenties gewerkt: Beroepshouding 1. De leerkracht is zich bewust dat kindermishandeling voorkomt en erkent dat hij, binnen zijn taken en mogelijkheden, een verantwoordelijkheid heeft in de aanpak daarvan. 2. De leerkracht heeft inzicht in zijn eigen normen, waarden en dilemma’s rond het thema kindermishandeling. Kennis 1. Kan de vormen, omvang, het ontstaan (balansmodel) en de gevolgen van kindermishandeling benoemen en uitleggen. De lessuggesties uit dit hoofdstuk sluiten aan bij hoofdstuk 1 Huiselijk geweld uit de e-learning. Vraag studenten dit hoofdstuk voorafgaand aan de lessen te bestuderen.
7
LESSUGGESTIES IN DIT HOOFDSTUK Lessuggestie
1.1 Wat is kindermishandeling?
Doel
Kan de definitie en kenmerken van kindermishandeling verwoorden. 1.2 Wat is verwaarlozing? Kan verschillende vormen van verwaarlozing benoemen. 1.3 Bewustwording Kan de gevolgen en impact van de ernst van van kindermishandeling kindermishandeling uitleggen. 1.4 Impact en gevolgen van Heeft inzicht in de kindermishandeling complexiteit en impact van kindermishandeling.
Werkvorm
Lesduur
Casus
30-45 min.
Collage
30-45 min.
Presentatie
30-45 min.
Video bekijken en bespreken
20-70 min.
8
1.1 Wat is kindermishandeling? 30-45 min. Sluit aan op onderdeel 1 Wat is huiselijk geweld? en onderdeel 2 Vormen van mishandeling van de e-learning.
VOORBEREIDING
Bekijk onderdeel 1.2 uit de e-learningcursus. Hang een rood, groen en oranje A4 in het lokaal. Zet het fragment Hans en Arthur (e-learning onderdeel 1.1) klaar.
ACHTERGRONDINFORMATIE
Met deze lessuggestie kijkt u samen met de studenten naar de definitie van kindermishandeling. Aan de hand van verschillende voorbeelden kunt u het met studenten hebben over de definitie van kindermishandeling. Meningen zullen hierbij soms verschillen, normen en waarden spelen hierbij mee. Vooral voorbeelden in het zogenaamde grijze gebied kunnen voor discussie zorgen. Het is goed om uzelf ook te realiseren dat uw eigen ‘gekleurde bril’ meespeelt in wat u wel en niet onder kindermishandeling verstaat. Maar los van uw mening: Kindermishandeling gaat altijd over een grens! De Wet op de jeugdzorg (2005) definieert kindermishandeling als volgt: “Kindermishandeling is elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.” Kindermishandeling gaat dus over het doen én nalaten van handelen. Daarnaast is het belangrijk om bij het beoordelen van situaties rond kindermishandeling na te gaan, of bepaald gedrag van ouders (verzorgers) structureel is: krijgt een kind voortdurend om het minste of geringste slaag, is het geweld zodanig, dat er letsel het gevolg ervan is, etc.
Kindermishandeling heeft een aantal kenmerken: -- er is sprake van een afhankelijkheidsrelatie; -- wordt actief of passief toegebracht; -- is psychisch of lichamelijk; -- is (vaak) structureel; -- met schade tot gevolg.
WERKVORM
Introduceer het leerpakket: Vertel studenten dat de e-learningcursus studenten leert wat kindermishandeling is, welke signalen leerkrachten kunnen herkennen en wat leerkrachten kunnen doen bij een vermoeden van kindermishandeling. Bespreek de opbouw van deze les met de studenten. Vertel dat deze les gaat over het grijs gebied bij kindermishandeling. Samen gaan de studenten bediscussiëren wat zij wel en niet kindermishandeling vinden. Bekijk het fragment van Hans en Arthur. Geef aan het in dit geval heel duidelijk is wat kindermishandeling is. Maar vaak is het best lastig om te bepalen welke signalen iets of niets met kindermishandeling te maken kunnen hebben. Leg uit dat in het lokaal drie kleuren hangen: rechts groen, midden oranje en links rood. De studenten mogen aan de hand van de casus beoordelen of het kindermishandeling=rood, twijfelgeval=oranje, geen kindermishandeling = groen, is. Geef aan dat studenten naar de kleur mogen toelopen, die zij passend vinden bij de casus en geef aan dat vervolgens in gesprek wordt gegaan over de gemaakte keuze. Tijdens dit gesprek mogen studenten ook lopen naar andere kleuren als ze van mening wijzigen.
9
Leg als docent één van de voorbeelden voor en vraag studenten naar de voor hen juiste kleur te lopen en stimuleer de studenten om kritische vragen te stellen naar achterliggende gedachten van andere studenten. Als studenten dit niet doen, stelt u zelf stimulerende vragen. U kunt de volgende voorbeelden voorleggen aan studenten: -- Moeder vindt dat er met Destiny (3) geen afspraken te maken zijn. Als ze niet luistert, krijgt ze een pak voor haar billen, zo leert ze vanzelf wat ze wel en niet mag. -- Mohammed (8) heeft morbide obesitas, zijn ouders vinden dit niet zo’n probleem. -- De ouders van Joris (10) kijken regelmatig porno waar Joris bij is. -- Vrouw rookt (of: gebruikt cocaïne, of: drinkt veel alcohol) tijdens de zwangerschap. -- Marieke (5) moet zonder deken op de grond slapen als ze in haar bed plast. -- Meike (5) mag niet op zwemles, daar is geen geld voor. -- Man heeft seksuele gemeenschap met zijn stiefdochter van 10. -- Bas (10) mag niet op voetbal, zijn ouders vinden dit niet nodig. -- Jan (10) mag geen smartphone van zijn ouders. -- Merel (7) mag iedere avond zelf bepalen wanneer ze naar bed gaat. -- Daan (6) loopt soms alleen naar school U en uw studenten zullen merken dat er verschillen zijn waarom iemand iets wel of geen kindermishandeling vindt.
-- Wat is de ernst van het geweld of de verwaarlozing? Bespreek de oefening na: -- Wat is de studenten opgevallen? -- Welke invloed heeft de opvoedingscultuur van de studenten op hoe zij over kindermishandeling denken? -- Wat doet ‘de tijd’ met wat wij onder kindermishandeling verstaan? (vroeger was een pak slaag heel gewoon, nu mag het niet meer) -- Vat samen, waarbij u de factoren van de definitie van kindermishandeling benoemt, zie ‘Achtergrondinformatie’.
VERDIEPING Als verdere verdieping van deze lessuggestie kunt u de studenten vragen om hun eigen gezinscultuur te beschrijven (hoe werden ze opgevoed: werd er positief beloond, hoe werd er gestraft, hoe is er voorgelicht over seksualiteit?). Als studenten deze hebben beschreven, verdeelt u de studenten en groepen van vier en laat u hen onderling bespreken wat verschillen en overkomsten zijn tussen de gezinsculturen. Vervolgens vraagt u studenten plenair om deel te nemen aan een discussie over gezinscultuur. Daarbij kunt de volgende onderwerpen bespreken: -- Welke invloed heeft de gezinscultuur van een kind in hoe hij of zij denkt over kindermishandeling? -- Welke invloed heeft de tijd op hoe we als land denken over kindermishandeling?
Bespreek wat de studenten en uzelf onder kindermishandeling verstaan. Probeer samen factoren te onderscheiden waarom een voorbeeld onder kindermishandeling valt. Factoren die meespelen bij wat studenten onder kindermishandeling verstaan zijn bijvoorbeeld: -- Is het structureel (bijvoorbeeld elke dag zonder ontbijt naar school)? -- Wat is de verwachte schade (denk aan psychische en lichamelijke schade)?
10
1.2 Wat is verwaarlozing? 30-45 min.
Dit een 1voorbeeld van een Sluit aanis op onderdeel Wat is huiselijk geweld? en onderdeel 2 Vormen van mishandeling van de e-learning. docentenhandleiding. In de volledige versie kunnen herkennen en wat leerkrachten kunnen doen VOORBEREIDING volgen Als docent is hethier verstandigmeer als u vooraf lessuggesties. de hoofdstuk 1 bij een vermoeden van kindermishandeling. (onderdeel 1 en 2) van de e-learningcursus bekijkt. De volgende materialen heeft u nodig tijdens deze lessuggestie: A-3 vellen (1 per student), kranten, viltstiften, lijm, scharen, potloden etc.
ACHTERGRONDINFORMATIE
Bij kindermishandeling wordt vaak gedacht aan lichamelijk mishandeling, Psychische, lichamelijke en pedagogische verwaarlozing worden soms niet opgemerkt of niet als ‘kindermishandeling’ gezien. De gevolgen van verwaarlozing zijn net zo ernstig als die van andere vormen van kindermishandeling. Een verwaarloosd kind wordt lichamelijk onvoldoende verzorgd of krijgt te weinig aandacht en koestering. Soms betekent het dat niet goed gezorgd wordt voor de sociale en cognitieve ontwikkeling van een kind, het kind mag bijvoorbeeld niet naar school. -- Lichamelijke verwaarlozing: De ouder zorgt niet voor de noodzakelijke lichamelijke basisbehoeften van het kind, zoals voeding, huisvesting of medische zorg. -- Psychische verwaarlozing: De ouder geeft het kind geen aandacht of genegenheid. Het kind krijgt onvoldoende liefde, warmte, geborgenheid en steun. -- Pedagogische verwaarlozing: De ouder laat het kind niet regelmatig naar school gaan. In deze les gaan de studenten doormiddel van een creatieve opdracht nadenken over eigen beelden, om deze vervolgens te spiegelen aan en te verdiepen via kennis uit de e-learningcursus.
WERKVORM
Introduceer het leerpakket: Vertel studenten dat de e-learningcursus studenten leert wat kindermishandeling is, welke signalen leerkrachten
Geef studenten de opdracht om individueel op een A3 vel te visualiseren (met woorden, afbeeldingen, krantenknipsels etc.) wat zij verstaan onder kindermishandeling. Laat studenten in groepjes van 4 uitwisselen, aan de hand van de A3, wat zij onder kindermishandeling verstaan. Laat het filmpje over Raquelle en Achmed zien. Dit filmpje vindt u op pagina 2 van het onderdeel “vormen van kindermishandeling” uit de e-learningcursus. In dit filmpje vertelt Raquelle over verwaarlozing. Bekijk en bespreek de drie vormen van verwaarlozing (lichamelijk, psychisch en pedagogisch). U kunt hiervoor de informatie uit de e-learningcursus gebruiken, of de Achtergrondinformatie uit deze lessuggestie Geef studenten de opdracht om uit te wisselen met de buurman/vrouw welke vorm(en) van verwaarlozing terug te zien zijn op hun A3. Koppel dit plenair terug en besteedt aandacht aan het feit dat de meest voorkomende vorm van mishandeling verwaarlozing is. -- Wat verstaan de studenten onder kindermishandeling? -- Dachten studenten ook aan verwaarlozing? -- Wat verstaan de studenten onder verwaarlozing? Blik terug op lesdoelen van deze les. Wat hebben studenten geleerd van deze les?
VERDIEPING
Kijk samen met de studenten het filmpje van Lotje IJzerman onderdeel 1 “Wat is huiselijk geweld”, pagina 1. Ga in gesprek over mogelijke beschermende factoren en risicofactoren in het leven van Hans Dorrestein en Arthur Japin. 11
Bijlage 1 Competenties RESULTAAT
De leerkracht herkent de signalen die mogelijk wijzen op kindermishandeling en handelt adequaat bij een vermoeden van kindermishandeling op basis van de Wet meldcode. Beroepshouding bij de competenties signaleren, handelen en communiceren over vermoedens van kindermishandeling: 1. De leerkracht is zich bewust dat kindermishandeling voorkomt en erkent dat hij, binnen zijn taken en mogelijkheden, een verantwoordelijkheid heeft in de aanpak daarvan. 2. De leerkracht heeft inzicht in zijn eigen normen, waarden en dilemma’s rond het thema kindermishandeling.
COMPETENTIE SIGNALEREN
De leerkracht is in staat om signalen van mishandeling en verwaarlozing bij kinderen en hun ouders te onderscheiden en te benoemen. Kennis 1. Kan de vormen, omvang, het ontstaan (balansmodel) en de gevolgen van kindermishandeling benoemen en uitleggen. 2. Kan signalen (verbaal/ non-verbaal) die kunnen wijzen op kindermishandeling benoemen. 3. Weet wat de Wet meldcode voor hen inhoudt, wat de stappen van het Basismodel meldcode zijn en wat de inhoud van de eigen meldcode is. 4. Weet welk gedrag onder grensoverschrijdend gedrag door een professionals valt en weet hoe te handelen bij signalen van grensoverschrijdend gedrag. Vaardigheden 1. Kan zijn of haar vermoeden van kindermishandeling onderbouwen aan de hand van concrete signalen. 2. Kan observaties (signalen), afspraken en handelingen nauwkeurig en objectief vastleggen in het leerling-dossier.
COMPETENTIE HANDELEN
De leerkracht is in staat te handelen bij vermoedens van mishandeling en verwaarlozing bij kinderen en hun ouders in het primair onderwijs. Kennis 1. Weet wat de taken en verantwoordelijkheden van een leerkracht zijn binnen de Wet meldcode. 2. Weet wanneer anderen ingeschakeld moeten worden en weet waar de eigen verantwoordelijkheid eindigt. 3. Weet hoe te handelen bij een acuut bedreigende situatie. 4. Weet welke professionals aan het zorgteam en zorg- en adviesteam kunnen deelnemen en wat deze professionals kunnen bieden.
43
5. Weet wat belangrijk is als je een kind bespreekt binnen het interne zorgteam en/ of het zorg- en adviesteam. 6. Weten met wie informatie gedeeld mag worden en wanneer toestemming van betrokkenen noodzakelijk is. 7. Kent de taken van Veilig Thuis en weten wat Veilig Thuis voor een school kunnen betekenen. Vaardigheden 1. Kan handelen volgens de stappen van de gebruikte meldcode van de school. 2. Kan bij zorgen of indien eigen mogelijkheden te kort schieten tijdig de hulp inroepen van de IB’er, Veilig Thuis, IB’er, collega of andere professional. 3. Gaat zorgvuldig om vertrouwelijke gegevens van kinderen en kan schriftelijk of mondeling informatie objectief communiceren aan andere beroepskrachten of organisaties. 4. Kan kinderen ondersteunen binnen de grenzen van zijn functie en verantwoordelijkheid.
COMPETENTIE COMMUNICEREN
De leerkracht communiceert over vermoedens van mishandeling en verwaarlozing met ouders van kinderen in het Primair onderwijs. Kennis 1. Kan uitleggen waarom het van belang is om bij signalen zo snel mogelijk in gesprek te gaan met de ouders van het kind. 2. Kent een aantal basisprincipes voor het communiceren over geweld met ouders. Vaardigheden 1. Kan een aantal basisprincipes toepassen om te communiceren over geweld.
44
Bijlage 2 Overzicht inhoud e-learningcursus
Hoofdstuk
Onderdeel
Inhoud van de pagina’s
Hoofdstuk 1: Huiselijk 1. Wat is huiselijk geweld? In dit hoofdstuk wordt besproken wat geweld 2. Vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling kindermishandeling is. Hoe kindermishandeling mogelijk ontstaan wordt aan de hand van het balans uitgelegd. Ook worden de verschillende vormen van kindermishandeling toegelicht waarna de gevolgen van kindermishandeling besproken worden. Hoofdstuk 2: Signaleren
1. Wet meldcode 2. Wat is een signaal?
Allereerst wordt de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling besproken. Vervolgens kijken studenten naar de eigen belemmeringen bij het handelen naar signalen van kindermishandeling. In het tweede onderdeel worden de verschillende signalen bij kinderen en de ouders van kinderen besproken.
Hoofdstuk 3: Handelen bij signalen
1. Wat kun jij doen? 2. Samenwerken
In dit hoofdstuk worden de stappen van de meldcode besproken. De verschillende stappen van het Basismodel meldcode worden behandeld en worden er aandachtspunten benoemd voor gesprekken met professionals, ouders en kinderen. Ook wordt de rol van Veilig Thuis uitgelegd.
Hoofdstuk 4: Grensoverschrijdend gedrag
1. Wat is grensoverschrijdend gedrag?
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat grensoverschrijdend gedrag is en hoe de student kan handelen bij grensoverschrijdend gedrag.
45
Bijlage 3 Literatuur ACHTERGRONDLITERATUUR Huiselijk geweld (algemeen) Dijkstra, S. (2007), ‘Geweld en veerkracht in gezinnen. Over posities, professionals en preventie van overdracht’. Bilthoven, Van Arkel. Ferwerda, H. (2007). Met de deur in huis. Omvang, aard achtergronden en aanpak van huiselijk geweld in 2006 op van landelijke politiecijfers. Arnhem/ Dordrecht: Advies- en onderzoeksgroep Beke. Ferwerda, H. (2009). Huiselijk geweld gemeten – cijfers 2008. Arnhem/ Dordrecht: Advies- en onderzoeksgroep Beke. Groen, M & Lawick, J van (2013), Intieme Oorlog, Over de kwetsbaarheid van familierelaties. Amsterdam Janssen, H Wentzel, W & Vissers, B (2012), Basisboek Huiselijk geweld: Signaleren, melden en aanpakken (2e druk). Bussum: Couthino. Lewis Herman, J (1993), Trauma en Herstel: De gevolgen van geweld van mishandeling thuis tot politiek geweld. Amsterdam MOVISIE (2013). Huiselijk geweld: Aard en omvang, gevolgen, hulpverlening en aanpak. Utrecht: MOVISIE Ethiek Bauduin, D & Kanne, M, (2009), Tijd voor reflectie: Praktische ethiek in psychiatrie en rehabilitatie. Amsterdam Kole, J, Hoven, M van den, Janssens M (red.), (2012), Goed aangepakt, Gesprekken over beroepsethiek bij kindermishandeling. Amsterdam Zimbardo, P (2008), The Lucifer Effect, How good people turn evil. New York Kindermishandeling Baeten, P., Geurts, E. (2002) In de schaduw van het geweld. Kinderen als getuigen van geweld tussen hun ouders. Utrecht: NIZW Baeten, P, Willems, J (2004), De maat van kindermishandeling: Richtlijnen voor het handelen van beroepskrachten. Amsterdam Berge, I ten e.a. (2012), Stoppen en helpen, Een adequaat antwoord op kindermishandeling. Amsterdam Doeven, I. (2008). Meldcodes kindermishandeling. Beschikking, waardering, gebruik en scholing. Amsterdam: Veldkamp. Geurts, E. & Bakker, H. (2007). Kinderen in de keten. Meld- en hulptrajecten voor de getuigen van huiselijk geweld. Utrecht: Nederlands Jeugd Instituut. Pels, T., K. Lünnemann en M. Steketee (2011), ‘Opvoeden na partnergeweld. Ondersteuning van moeders en jongeren van diverse afkomst’. Utrecht, Verwey-Jonker Instituut. Wolzak, A. Huizing, A (2012). ‘Kindermishandeling: signaleren en handelen; basisinformatie voor mensen die werken met kinderen’. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut (NJi)
46
Partnergeweld Koenraadt, F, Lancel, M, Jager, B de (red.). (2013). Gewelddadige vrouwen. De schaduwzijde van Venus. Nijmegen: Wolf Legal Publishers. Mak, J., Steketee,M., & van der Schuur, W. (2012). Moeders en hun kinderen over partnergeweld. (Wmo Essay 12). Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Römkens, Renée (1986). ‘Vrouwenmishandeling : Over geweld tegen vrouwen in heterosexuele partnerrelaties’. ‘s-Gravenhage: DOP Verwijs, R., & Lünnemann, K. (2012). Partnergeweld: Achtergrond en risicofactoren. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Ouderenmishandeling Bavel, M. van, Delft, A. van, Janssens, K., & Goes, A. (2012).Zorg en grenzen. Handreiking voor het werken aan sociale veiligheid in de ouderenzorg. Utrecht: MOVISIE Krediet, G. (2010). Ouderenmishandeling : ervaringen en interventies. Amsterdam : Elsevier gezondheidszorg Messelis, E. (2012). Geweld tegen oudere vrouwen in de thuissituatie. Antwerpen / Apeldoorn: Garant Uitgevers Royers, T., & Bavel, M. van (2012). Oud Leed. Basisboek ouderenmishandeling. Amsterdam: SWP. Boeken (fictie/ non-fictie) Dolan, Y (2000), Stap voor stap: De zoektocht voorbij trauma en therapie op weg naar leven van geluk. Baarn Dorrestein, R, (2013),Verborgen gebreken. Genova, M & Vecht, A. van der , (2013), Het duivelskind: foute ouders en falende jeugdzorg. Mantel der liefde, (met een nawoord van Hilde Bakker, Movisie). Picoult, J (2005), De tweede dochter Roodvoets, C (2011), Het monsterverbond: de aantrekkingskracht van foute mannen. Roodvoets, C (2010), Niemandskinderen: De gevolgen en verwerking van een onveilige jeugd. Haarlem Rosenkamp, J, (2012), Niet voor herhaling vatbaar, Juliette Rosenkamp. Treur, F. (2009), Dorsvloer vol confetti. Wiersma, C, Koestal M, (2011), Kapot, een verhaal over huiselijk geweld. Zee, R. van der, (2012), Bitter avontuur: drie vrouwen in het verborgen Nederland. Voor een overzicht van recente publicaties, zie http://www.huiselijkgeweld.nl/publicaties/ handboeken Voor meer boeken, egodocumenten en romans, zie http://www.huiselijkgeweld.nl/publicaties/ boeken
LESPAKKETTEN
Your Right 2Choose!, Vrije partnerkeuze en huwelijksdwang bespreken. Handleiding voor scholen, Movisie en Ministerie van Justitie, 2010 (http://www.huiselijkgeweld.nl/doc/ huwelijksdwang/yr2c_handleiding_scholen.pdf).
47
WEBSITES
www.huiselijkgeweld.nl www.nji.nl/kindermishandeling www.nji.nl/partnergeweld www.movisie.nl http://onderwijsenkindermishandeling.nl http://huwelijksdwang.info/ www.meldcode.nl
Dit is het einde van het voorbeeld. De volledige docentenhandleiding ontvang je bij de aanschaf van een cursus FILMS ‘Gevaarlijke liefde’ van Julia van Graevenitz & ‘Zicht op huiselijk geweld’, voorlichtingsfilm of lidmaatschap. voor alle beroepsgroepen die met mensen werken. Diverse professionals geven in deze voorlichtingsfilm bruikbare tipse en handvatten. (Dvd met beide films te bestellen bij: www. boschfilm.nl, daar is ook de handleiding te downloaden.) Aangerand of verkracht. De Steps behandeling (2008), Amsterdam, Artsen voor kinderen, 2008. Festen (1998), Thomas Vinterberg (regie). Handleiding bij de documentaires Gevaarlijke liefde en Zicht op huiselijk geweld, Federatie opvang, HERA Vrouwenopvang Gelderland, Vrouwenopvang Rotterdam, Vrouwenopvang Overijssel, 2005. Handleiding bij de video Vergeten kinderen, deel 2, Ligtermoet, I, (2004), NIZW Jeugd (te downloaden via www.nji.nl). Jagten (2012), Thomas Vinterberg (regie). My sisters keeper (2009), Nick Cassavetes (regie). Verborgen gebreken (2004), Paula van der Oest (regie). Vergeten kinderen (2005), Clé Jansen videoproducties. Zie ook: You Tube: kindermishandeling en http://www.huiselijkgeweld.nl/publicaties/videos
48