10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 1
07-07-09 13:43
Colofon Uitgeverij: Uitgeverij Edu’Actief b.v. Meppel Auteurs: Els Jansen, Hanneke Hoogstraten-Jansen, Liesbeth Veenvliet-Snippe, Quivive Redactie: Uitgeverij Edu’Actief b.v. Meppel Beeldredactie: Uitgeverij Edu’Actief b.v. Meppel Vormgeving: Henri van Santen, Studio Imago, Amersfoort Drukwerk: Oro-Grafisch Project Management, Koekange Deze uitgave is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de VeBON Titel boek: Outdoor Animator Theorie ISBN: 978 9060 53 891 3 NUR: 185 Trefwoord: leermiddelen, mbo, outdoor, sport
Copyright © 2009 Uitgeverij Edu’Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail:
[email protected] Internet: www.edu-actief.nl
Eerste druk/eerste oplage
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 2
07-07-09 13:43
Inhoud Niveau 3 1. Oriëntatie op de sector 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Inleiding Werken in de outdoor Wat wordt verstaan onder outdoor? Outdooractiviteiten Veiligheid en kwaliteit Outdoor op de kaart van Europa
2. De outdoorgast centraal 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Inleiding Omgaan met gasten Wie is de gast? Wat wil de gast? Het begeleiden van deelnemers
3. Communicatie 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Inleiding Wat is communiceren? Bewust communiceren Non-verbale communicatie Gesprekstechnieken Interne en externe communicatie
4. Teambuilding en sfeer 4.1 Inleiding 4.2 Sfeer bepalen 4.3 Omgaan met gewenst en ongewenst gedrag 4.4 Werken met groepen 4.5 Teambuilding 4.6 Bevorderen van teamspirit
5. Leidinggeven, ontvangen en verantwoordelijkheid 5.1 5.2 5.3 5.4
Inleiding Het team Leidinggeven aan een team Resultaatgericht teamwerk
6. Motiveren en gemotiveerd zijn 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Inleiding Je eigen motivatie Gemotiveerd zijn en blijven Een gemotiveerd team Samenwerken
8 8 8 9 10 12 12
7. Flexibel inspelen op veranderingen
14 14 14 15 16 17
8. Professioneel een veilige omgeving creëren
19 19 19 20 22 23 24 25 25 25 25 27 27 29 31 31 31 34 38 39 39 39 40 41 43
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6
45 45 45 47 47 48 49
Inleiding Omgaan met veranderingen Flexibele houding Controlemomenten Reageren op veranderingen Flexibel omgaan met ontwikkelingen
Inleiding Omgaan met regels Omgaan met stress en stressvolle situaties Stress in je werk Een zelfverzekerde uitstraling hebben Omgaan met agressie
58 58 58 59
9. Objectief beoordelen 9.1 Inleiding 9.2 Vaardigheidsbewijzen 9.3 Resultaten bijhouden
61 61 61 61 62 63 64
10. Feedback vragen, ontvangen en geven 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6
Inleiding Wat is feedback? Feedback vragen Feedback ontvangen Feedback geven Je zelfbeeld
66 66 66
11. Evalueren met outdoorgasten 11.1 Inleiding 11.2 Evalueren 11.3 Nabespreken van een activiteit met gasten 11.4 Evaluatievragen stellen aan gasten en medewerkers 11.5 Conclusies trekken, programma aanpassen en verbeteren
66 67 67 69 69 69 70 72 72
12. Jouw ontwikkeling 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5
Inleiding Competenties Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Nadenken over jezelf Aan de slag met een POP
74 74 74 75 76
13. Actief deelnemen aan het werkoverleg 13.1 13.2 13.3 13.4
51 51 51 51 53 55 56
Inleiding Werkoverleg Oplossingsgericht denken Leren argumenteren
3
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 3
07-07-09 13:43
14. Organiseren van activiteiten 14.1 14.2 14.3 14.4
Inleiding Bepalende factoren Een plan van aanpak maken Voorbereiden van een activiteit
15. Presenteer jezelf en het programma 15.1 15.2 15.3 15.4
Inleiding Presenteren Presentatietechnieken Instrueren van medewerkers en vrijwilligers 15.5 Presentatietips
16. Promotie van activiteiten 16.1 16.2 16.3 16.4
Inleiding Marketingcommunicatie Wervingsactiviteiten en promotie De gast informeren
17. Een veilige organisatie van evenementen 17.1 Inleiding 17.2 Veiligheid en kwaliteit 17.3 Samenwerking voor een veilige organisatie 17.4 Veiligheidsplan 17.5 Veiligheid in de praktijk 17.6 Veilig omgaan met materiaal 17.7 Verantwoordelijkheden
18. Onderhoud, zelf doen of uitbesteden? 18.1 Inleiding 18.2 Beheer en onderhoud 18.3 Bepalen van de onderhoudswerkzaamheden
19. Hulp inschakelen bij ongevallen 19.1 19.2 19.3 19.4 19.5 19.6
Inleiding Actie ondernemen in noodgevallen Materialen en middelen Organisatie van de bedrijfshulpverlening Het calamiteitenplan Rapportage van ongevallen en bijnaongevallen 19.7 Preventie en risicobestrijding
20. Zelf eerste hulp verlenen 20.1 20.2 20.3 20.4 20.5
Inleiding Belangrijke stappen bij eerste hulp Bewusteloosheid en stabiele zijligging Beademen en reanimeren Letsel en blessures
78 78 78 79 83 87 87 87 88 89 90 92 92 92 93 96 99 99 99 102 103 103 104 105 106 106 106 108 110 110 110 110 111 112 115 116
21. Gastheer/-vrouw in de outdoor frontoffice 21.1 21.2 21.3 21.4 21.5 21.6 21.7 21.8 21.9
Inleiding Gasten informeren en adviseren Verkopen Reserveringen maken Andere frontofficewerkzaamheden De juiste werkhouding Een flexibele houding voorkomt stress Omgaan met moeilijke gasten Klachtenbehandeling
22. Didactiek en methodiek 22.1 Inleiding 22.2 Didactische en methodische voorbereiding van activiteiten 22.3 Leren als een continu proces 22.4 Inhoud en voorbereiding van de instructie
23. Weerkunde 23.1 Inleiding 23.2 Klimaten 23.3 Weerbouwstenen voor de outdoor animator 23.4 Eigen waarnemingen en eenvoudige weersvoorspellingen voor de outdoor animator 23.5 Weer en seizoenen in Nederland en Europa
24. Outdoorfysiologie en voeding 24.1 Inleiding 24.2 Algemene anatomie: de opbouw van het lichaam 24.3 Warming-up en cooling-down 24.4 Algemene fysiologie: functie en werking van het lichaam 24.5 Voeding en gezondheid 24.6 Outdooractiviteiten en voeding
25. Bijblijven en verdiepen 25.1 Inleiding 25.2 Bijblijven 25.3 Cursussen en trainingen
128 128 128 129 130 130 131 131 132 133 135 135 135 137 139 146 146 146 147
148 153 155 155 155 158 160 162 163 167 167 167 168
118 118 118 120 121 123
4
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 4
07-07-09 13:43
Niveau 4 170 26.1 Inleiding 170 26.2 Goede en veilige arbeidsomstandigheden 170 26.3 Arbobeleid 171 26.4 Arbothema’s op de werkvloer 172 26.5 Opstellen van een risico-inventarisatie & -evaluatie 175 26.6 Goede sfeer 176 26.7 Wet Verbetering Poortwachter en re-integratie 177
26. Welzijn en arbeidsomstandigheden
27. Personeel en arbeid 27.1 Inleiding 27.2 Personeelsbeleid ontwikkelen 27.3 Recruitment en selecteren van medewerkers 27.4 Het voeren van personeelsgesprekken
28. Projectmatig werken 28.1 28.2 28.3 28.4 28.5
Inleiding Wat is een project? Het projectplan Projectbegroting De rol van de projectleider
180 180 180 180 188 193 193 193 194 198 199
29. Marketing en public relations 29.1 Inleiding 29.2 Verschillende analyses 29.3 Het marketingplan voor outdooractiviteiten 29.4 Marketingcommunicatie 29.5 Promoten van activiteitenaanbod 29.6 Promotieplan
30. Financieel outdoorbeheer 30.1 30.2 30.3 30.4 30.5 30.6 30.7
Inleiding Ondernemingsvormen Investeringsbegroting Balans Begroting en budget Beheren van financiën Subsidies, sponsoring en contributies
31. Veiligheid, wet- en regelgeving voor en in de outdoor 31.1 31.2 31.3 31.4 31.5 31.6
Inleiding Het kwaliteitssysteem De VeBON-veiligheidsnorm Kwaliteitscontrole Het veiligheidsplan Een activiteiten-veiligheidsplan opstellen 31.7 Samen werken aan continue kwaliteit
202 202 202 204 207 208 209 211 211 211 212 212 214 217 219 221 221 221 222 223 224 224 229
5
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 5
07-07-09 13:43
6
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 6
07-07-09 13:43
7
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 7
07-07-09 13:43
1. Oriëntatie op de sector 1.1 Inleiding De outdoor is een relatief jonge sector. Een sector die veel overlap heeft met zowel sport als recreatie. Toch staat de outdoor, ondanks het sportieve en recreatieve karakter, echt op zichzelf. Werd de outdoor in de beginjaren nog beschouwd als een tijdelijke trend, gezet door een handjevol avonturiers, vandaag de dag is de outdoorsector een serieuze en snelgroeiende bedrijfstak, waarin meer en meer mensen uitdagend en boeiend werk vinden. De avonturiers van destijds zijn nu professionals en de veelzijdigheid binnen de bedrijfstak is enorm vergroot. Ben je de ene dag nog met een groep aan het raften in de Ardennen, de volgende dag ga je met een groep kinderen op zoek naar bevers in de Biesbosch of begeleid je managers in spe tijdens een survivalkamp.
verschillende soorten bedrijven aangesloten: • groepsaccommodaties • sauna en thermen • kampeer- en bungalowbedrijven • zwembaden • buitensport • dagattracties. De outdoor is binnen RECRON dus als aparte afdeling opgenomen en is actief onder de naam VeBON.
Outdoor breed inzetbaar De groei van de sector komt vooral door veranderingen in de maatschappij. Typische outdooractiviteiten zijn niet alleen voor jongerenkampen of voor kleine groepjes actieve volwassenen, maar worden voor een steeds bredere doelgroep ingezet. Een groeiend en gevarieerd publiek waardeert de outdoor als actieve vrijetijdsbesteding. Outdooractiviteiten worden niet alleen voor recreatieve doeleinden benut, maar worden ook in het onderwijs ingezet. Ook heeft de outdoor een weg gevonden naar de zakelijke markt, waar activiteiten veelal worden ingezet voor managementtrainingen en teambuilding. Daarnaast worden veel outdooractiviteiten als bedrijfsuitje geboekt.
1.2 Werken in de outdoor Wie werkt in de outdoor is actief op het grensvlak van sport en recreatie. Het accent ligt daarbij op de component recreatie. Deelnemers doen vooral voor hun plezier mee en niet zozeer vanuit het oogpunt van training of het leveren van sportieve topprestaties.
Brancheorganisaties De doorslag naar recreatie verklaart waarom de meeste outdoorbedrijven zijn aangesloten bij RECRON (Vereniging van Recreatieondernemers Nederland) en niet bij het Nederlands Olympisch Comité* Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF), waar wel veel sportorganisaties bij zijn aangesloten. Bij RECRON zijn
VeBON (Vereniging van Buitensport Ondernemingen Nederland) adviseert en ondersteunt haar leden bij het organiseren van activiteiten of bij het uitvoeren van hun bedrijf. Naast belangenvertegenwoordiger voor de branche heeft VeBON onder andere tot doel een bijdrage te leveren aan verhoging van de kwaliteit en veiligheid van de outdoor. Aangesloten bedrijven werken dan ook volgens vaste afspraken en richtlijnen die regelmatig worden gecheckt door onafhankelijke personen en instanties.
Brancheorganisatie op Europees niveau Door de toenemende internationalisering van de outdoorsector, groeide ook de behoefte aan een grensoverschrijdende brancheorganisatie. In 2007 is dan ook de basis gelegd voor de Europese werkgeversorganisatie The European Confederation of Outdoor Employers (EC-OE). De belangrijkste doelstellingen van EC-OE zijn onder andere: • belangenbehartiging op Europees niveau met betrekking tot Europese wet- en regelgeving • het organiseren van internationale trainingsdagen • kennisuitwisseling.
Bonden en verenigingen Behalve de overkoepelende brancheorganisaties, zijn er in de outdoor veel bonden en verenigingen actief die belangen behartigen gericht op specifieke activiteiten. Een aantal van deze bonden is:
8
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 8
07-07-09 13:43
• • • • • • • • • • • • •
Survial Bond Nederland Nederlandse Kano Bond Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging Nederlandse Wandelsport Bond Nederlandse Toer Fiets Unie Nederlandse Handboog Bond Nederlandse Kruisboog Bond Skate Bond Nederland Nederlandse Frisbee Bond Nederlandse Raft Bond Nederlandse Waterski & Wakeboard Bond Nederlands Onderwatersport Bond Nederlandse Skivereniging.
partners). De afspraken gaan over arbeidstijden, beloning, scholingsactiviteiten en meer. De outdoorsector valt onder de recreatie-cao. Sociale partners hierin zijn RECRON aan werkgeverszijde en FNV Recreatie, CNV Recreatie en Abvakabo samen aan werknemerszijde.
1.3 Wat wordt verstaan onder outdoor? Als je je met outdooractiviteiten bezighoudt, is het belangrijk te weten wat er precies onder het begrip outdoor verstaan wordt.
Definitie van outdoor In de cao van de recreatie (2006-2008) staat de volgende definitie: ‘Buitensportonderneming: een onderneming die, anders dan in verenigings- of clubverband, meer dan 50% van de omzet genereert uit het organiseren van sportieve en recreatieve activiteiten en waaraan tegen betaling kan worden deelgenomen en welke onder begeleiding, dan wel met voorafgaande instructie plaatsvindt en waarbij lichamelijke inspanning en avontuurlijke beleving een rol speelt en waarbij gebruik wordt gemaakt van hulpmiddelen. Onder buitensportondernemingen vallen niet skihallen, golfbanen, maneges, zeilscholen, dierentuinen, dagattractiebedrijven en kartbanen.’ In de Algemene Voorwaarden van VeBON staat deze definitie: ‘Buitensport of buitensportactiviteiten: alle sportieve of recreatieve activiteiten waarbij de deelnemer zich voornamelijk met spierkracht voortbeweegt, zowel indoor als outdoor.’ Gezien de internationalisering van de bedrijfstak, hanteert dit boek de Engelse benaming ‘outdoor’ en niet het Nederlandse ‘buitensport’. In de praktijk kom je echter beide termen tegen.
Welke activiteiten vallen onder outdoor? Arbeidsvoorwaarden en afspraken Arbeidsvoorwaarden zijn de afspraken die gemaakt worden tussen werkgever en werknemer. Het zijn feitelijk de rechten en plichten die gelden voor werkgever en werknemer. De collectieve afspraken uit de cao gelden voor de hele bedrijfstak en komen tot stand door onderhandelingen tussen vertegenwoordigers van werkgevers en de betrokken vakbonden (sociale
De outdooractviteiten beslaan een breed spectrum van zowel sportieve als recreatieve activiteiten. Toch, zoals ook al uit de definitie van de cao voor de Recreatie blijkt, valt niet alles onder outdoor. Om te bepalen of een bepaalde activiteit wel of niet onder outdoor valt, geldt een aantal criteria: • het gebruik van hulpmiddelen • de aanwezigheid van een instructeur • de activiteit is niet schadelijk voor natuur en milieu.
9
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 9
07-07-09 13:43
Het gebruik van hulpmiddelen Iedere outdooractiviteit maakt in principe gebruik van hulpmiddelen. Zoals een klimuitrusting, sport- en spelattributen, maar ook een kano, mountainbike of skeelers zijn hulpmiddelen.
Ook op Europees niveau zijn definities vastgesteld over wat outdoor is. Dit heeft plaatsgevonden in het Europese project Outdoor Animator. In paragraaf 1.6 wordt dieper ingegaan op dit project.
De aanwezigheid van een instructeur Hierin onderscheidt de outdoor zich van een willekeurig verhuurbedrijf. Iedereen kan ergens een kano huren en gaan varen. Maar de begeleiding door een bekwame instructeur geeft diezelfde activiteit, individueel of in groepsverband, wel het stempel ‘outdoor’. De instructeur koppelt een stukje leren aan sportiviteit en ontspanning en levert daarmee een kwalitatieve meerwaarde aan de activiteit.
1.4 Outdooractiviteiten
De activiteit is niet schadelijk voor natuur en milieu Zonder natuur geen outdooractiviteiten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de outdoorsector natuur en milieu hoog in het vaandel heeft staan. Respectvol omgaan met de omgeving is voor outdoorbedrijven een basisvoorwaarde en speelt een belangrijke rol in de keuze van het activiteitenaanbod. Actviteiten die schade aanrichten aan de natuur of omgevingsoverlast veroorzaken, zoals geluidhinder, zijn daarom ‘not done’ in de outdoor. Het outdoorbedrijf moet hierop toezien en eventueel ontstane schade herstellen.
In de outdoor worden de activiteiten in verschillende categoriëen opgedeeld. Vaak wordt de mate van risico, die je als deelnemer kunt ondervinden, gehanteerd als basis voor de indeling. De activiteiten worden dan ingeschaald als High Risk, Medium Risk of Low Risk. Een nadeel van deze indeling is dat daardoor soms het gevaar van bepaalde activiteiten onderschat wordt. Zo zal wandelen (hiking) ingeschaald worden als zijnde een Low Risk activiteit. Maar wanneer deze activiteit wordt uitgevoerd in de bergen, blijkt dat veel deelnemers geblesseerd kunnen raken wegens een tekortschietende uitrusting en onvoldoende voorbereiding.
Indeling outdooractiviteiten Vaak worden de outdooractiviteiten onderverdeeld in de volgende categorieën: • Lakes & Sea • Snow • Earth • Stream • Air.
10
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 10
07-07-09 13:43
Deze categorieën geven aan om wat voor type activiteit het gaat. In het schema vind je een overzicht van de outdooractiviteiten volgens deze indeling. Door de internationalisering van de bedrijfstak worden in de outdoorsector overwegend Engelse termen gebruikt.
Daarbij is gekeken naar de globale overeenkomsten per subgroep.
Lakes & Sea De activiteiten uit deze categorie hebben betrekking op het water en worden op of in het water, of langs de kust uitgevoerd. Denk aan spelletjes op het strand, kitesurfen, diepzee vissen of waterskieën.
De activiteiten uit groep B hebben als overeenkomst dat de deelnemer zich met een hulpmiddel of per dier voortbeweegt. Denk aan paardrijden, ATB of rollerskaten.
Snow Alle activiteiten die in de sneeuw worden uitgevoerd, vallen onder deze categorie. Dat gaat verder dan skieën of snowboarden. Zo vallen ook ijsvissen, schaatsen en trektochten door de sneeuw onder deze noemer. Earth Deze categorie met grondactiviteiten is zo omvangrijk dat deze categorie in vier subgroepen is opgedeeld.
Groep A staat voor wandelactiviteiten. Van stevige wandeltochten tot ontspannen natuurbelevenissen waarbij de deelnemers met een gids de natuur ingaan.
Groep C staat voor alles wat met hoogte of diepte te maken heeft, zoals abseilen, bungeejumping en bergbeklimmen, maar ook caving en canyoning. In groep D vallen alle activiteiten die met schieten te maken hebben, zoals paintball, handboogschieten en andere schietspellen. Stream Om de activiteiten uit deze categorie te kunnen uitvoeren, is stromend water nodig. Raften, kajakken en
Lakes & Sea
Snow
Earth
Stream
Air
Main Activities
Main Activities
Main Activities
Main Activities
Main Activities
Beach games
Alpine skiing
Group A
Canoeing
Hot air balloon
Board surfing
Crosscountry skiing
Hiking/Walking
Fishing
Parachuting
Body board surfing
Ice fishing
Nature discovering
Hydro speed
Paragliding
Buggy sailing
Ice skating
Nordic walking
Kayaking
Parapenting
Canoeing
Kick sledding
Oriënteering
Rafting
ULM flying
Deep sea fishing
Kite skiing
Group B
Rapid swimming
Diving
Mountaineering
4x4 driving (offroad rijden)
Jet skiing
Musher
ATB
Kayaking
New tools
Cycling
Kite surfing
Ski joering
Horse riding
Parasailing
Ski trekking
Quad riding
Sailing
Sledging
Roller skating
Wake boarding
Snow shoes trekking
Group C
Water skiing
Snowboarding
Abseiling
Wind surfing
Snowmobile
Bungee jumping
Telemark skiing
Canyoning Caving High ropes park Rock climbing Via ferrata Group D Archery Assault courses Paintball Shooting activities
11
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 11
07-07-09 13:44
vissen zijn een paar voorbeelden van activiteiten uit deze categorie. Air Dit betreft alle luchtgerelateerde activiteiten. Denk aan ballonvaren, parachutespringen of paragliding. Veel activiteiten laten zich niet in één categorie onderbrengen, maar passen in meerdere categorieën. Denk maar eens aan kajakken. Je kunt kajakken op vlak water (Lakes & Sea) of op wild water (Stream). Maar om te kajakken op wild water heb je een ander type kajak nodig dan op vlak water. Hetzelfde geldt voor vissen. Ga je vissen op zee (Lakes & Sea), dan heb je een andere uitrusting nodig, dan wanneer je gaat vissen aan de waterkant (Stream). Je kunt dus stellen dat het type benodigd materiaal bepaalt onder welke categorie een activiteit valt.
1.5 Veiligheid en kwaliteit Bedrijven in de outdoorsector hebben voordeel bij een kwalitatief aanbod van diensten en activiteiten. Dit houdt in dat alle activiteiten die geboden worden goed en veilig kunnen worden uitgevoerd. Naast een respectvolle omgang met de omgeving spelen ook zorgvuldig materiaalgebruik en deskundige medewerkers een belangrijke rol bij de kwaliteit en veiligheid. Van tijd tot tijd komen in de media berichten naar voren, waarin melding wordt gemaakt van ongevallen tijdens outdooractiviteiten. Het belang van veiligheid in deze sector kan dan ook niet genoeg benadrukt worden.
Materialen Werken aan kwalititeit houdt in dat je zorgt voor deugdelijke en onbeschadigde materialen. Bedrijven die bij VeBON zijn aangesloten, werken met het TÜV-veiligheidssysteem. TÜV is een onafhankelijke en erkende instantie die volgens vastgestelde standaards het veiligheidsbeleid van outdoorondernemingen beoordeelt. Onderdelen van het veiligheidssysteem zijn onder andere een uitgebreide risicoanalyse van activiteiten, maatregelen om risico’s te vermijden en registraties en controles van gebruikte materialen. Door het in acht nemen van de juiste voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen, kan de deelnemer zonder angst en met een gerust hart deelnemen aan de activiteiten.
Deskundigheid en professionaliteit Goede materialen zijn erg belangrijk, maar uiteindelijk wordt de kwaliteit van de outdooractiviteiten vooral bepaald door de medewerkers van het bedrijf.
Daarom is het belangrijk dat instructeurs en medewerkers goed zijn opgeleid en hun vakbekwaamheid periodiek toetsen. Een snelgroeiende branche als de outdoor vraagt voortdurend om flexibiliteit en de bereidheid om bestaande kennis en vaardigheden steeds op te frissen of uit te breiden.
1.6 Outdoor op de kaart van Europa Ook internationaal gezien wint de outdoor nog steeds aan populariteit. Mensen verplaatsen zich in hun vrije tijd gemakkelijk naar andere landen. Zo vormen de Ardennen bijvoorbeeld al deccenia lang een favoriete outdoorlocatie. Veel Nederlandse outdoorbedrijven zijn in het buitenland actief. Een probleem waar zij dan tegenaan kunnen lopen, is het ontbreken van een internationaal erkende opleidingstructuur binnen de outdoor. Opleidingen die zijn gevolgd in het ene land worden niet zomaar erkend in het andere land. Zo kan het gebeuren dat een Nederlands outdoorbedrijf, dat actieve vakanties voor Nederlandse vakantiegangers in Frankrijk aanbiedt, ter plekke niet kan werken met het eigen (in Nederlands opgeleide) personeel, omdat Frankrijk de opleiding niet erkent. De behoefte aan internationaal erkende diploma’s is dan ook groot.
Internationaal erkende diploma’s In 2006 is het Europese project Outdoor Animator opgestart. Verschillende Europese landen werken in dit project samen om te komen tot één Europese opleidingsstandaard voor het beroep van outdoor animator. In 2008 zijn binnen Europa de opleidingseisen gelijkgesteld en kunnen werknemers uit de branche overal in Europa hun werk doen. Bij de start van het Europese project bestond over het beroep van de outdoor animator geen duidelijk omlijnd beeld. Uiteindelijk is de volgende beroepenstructuur vastgesteld: • Coördinator/Supervisor • Specialised Outdoor Animator • Outdoor Animator • Assistant Outdoor Animator.
Europese indeling van de outdoor Tijdens het Europese project is er gewerkt aan een eenduidige visie op wat outdoor eigenlijk is. Want de verschillende landen hadden hier allemaal een ander idee over. Uiteindelijk is de outdoorsector in zes subgebieden opgedeeld, waarbij de doelgroepen van de verschillende activiteiten de basis vormen.
12
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 12
07-07-09 13:44
1. Outdoor Recreation Dit is de grootste tak en omvat alle activiteiten die gericht zijn op ontspanning en vermaak. De doelgroep is breed en is gericht op zowel de particuliere als de zakelijke markt. 2. Outdoor Education Deze tak wordt ook wel aangeduid met Outdoor Learning en omvat de outdooractiviteiten die vooral een educatief doel hebben. Deze outdoor wordt ingezet om kinderen kennis bij te brengen door middel van ervaren. Samen met de Outdoor Recreation vertegenwoordigt deze tak het overgrote deel van de hele outdoorsector. 3. Development Training Deze tak vertoont sterke overeenkomsten met Outdoor Education, met dit verschil dat de actviteiten zich richten op een volwassen doelgroep. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van outdooractiviteiten ten behoeve van managementtrainingen. 4. Sports Development Deze tak heeft grote raakvlakken met de professionele sporttrainingen. De activiteiten zijn gericht op het
verbeteren van de sportieve prestaties van de deelnemer. De outdoor animator geeft individuele begeleiding of coacht een groep. 5. Expeditions & Exploration Dit is een snelgroeiende tak en heeft een sterke verwantschap met Outdoor Recreation en Outdoor Education. Doorgaans wordt deze tak als meer avontuurlijk beschouwd omdat de elementen ‘trekken’ en ‘ontdekken’ een prominente plek innemen. 6. Adventure Therapy Dit is de jongste en een zich snel ontwikkelende tak. Hier worden outdooractiviteiten ingezet als therapeutisch middel om te leren omgaan met persoonlijke belemmeringen op psychologisch vlak of om deze belemmeringen te overwinnen. In de praktijk bestaan grote overlappen tussen deze zes takken. Het doel en de doelgroep bepalen het subgebied. Zo valt hiken op zich onder Outdoor Recreation. Maar gaat een groep hiken met GPS om te leren navigeren, dan noem je het Expeditions & Exploration. En als een groep kinderen gaat hiken, dan kan dat onder Outdoor Education vallen.
Outdoorsector
Outdoor Recreation
Outdoor Education
Development Training
Sports Development
Expeditions & Exploration
Adventure Therapy
13
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 13
07-07-09 13:44
2. De outdoorgast centraal 2.1 Inleiding Als je in de outdoorsector werkt, vormt de omgang met deelnemers (de gasten) een van de belangrijkste onderdelen van je werk. Hoe goed je zelf ook bent in de activiteiten of in de begeleiding ervan, zonder deelnemers kom je niet ver. Bovendien zie je de deelnemers die vandaag meedoen, graag nog eens terug als deelnemer. De gast staat altijd centraal en je zult als outdoor animator dan ook alles in het werk moeten stellen om te zorgen dat je gasten met een goede herinnering naar huis gaan. Wat daar zoal bij komt kijken, wordt in dit hoofdstuk uitgelegd.
2.2 Omgaan met gasten Of de gast het naar zijn zin zal hebben tijdens zijn bezoek aan het outdoorbedrijf hangt van meerdere factoren af. Niet op alle factoren heb jij invloed. Als een deelnemer spontaan een kaakontsteking krijgt, zal dat zijn plezier op dat moment behoorlijk bederven. Hier kun jij, behalve het aanbieden van een pijnstiller, niets aan doen. Uitgaande van gezonde deelnemers lever jij een belangrijke bijdrage aan de mate waarin zij plezier beleven aan de activiteiten. Dit bereik je door een gastvrije opstelling, door ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen op een niveau dat aansluit bij de wensen en vaardigheden en, niet in de laatste plaats, door een enthousiaste en professionele begeleiding.
Gastvrijheid, wat is dat? Gastvrijheid wil zeggen dat je je gast de ruimte biedt om zich bij jou op zijn gemak te voelen. Een gast moet
niet alleen hóren, maar ook vóelen dat hij gemeend welkom is. Bevestig je welkomstwoorden dan ook met je houding en gedrag. Lichaamstaal zegt vaak meer dan woorden. In de outdoor heb je vaak te maken met anderstalige gasten. Juist dan is die lichaamstaal extra belangrijk. Daarnaast zorg je natuurlijk dat je je talen goed beheerst. Mensenkennis, tact en gevoel voor emoties Gastvrijheid heeft alles met gevoel te maken. Daar komt mensenkennis, tact en gevoel voor de emoties van een ander bij kijken. Let daarom goed op je gasten. Als je merkt dat een deelnemer onzeker is of juist erg overmoedig, dan speel je daar op in. Zonder dat de deelnemer daarbij het gevoel krijgt een bangerd te zijn of als een klein kind te worden aangesproken. Hoe je het best kunt reageren, hangt van de situatie af en valt niet theoretisch voor te schrijven. Dit leer je in de praktijk. Hou in ieder geval voor ogen, dat het hebben en houden van een goed gevoel bij je gasten het belangrijkst is. Het is natuurlijk wel zaak dat je daarbij binnen de door het bedrijf gestelde regels blijft. Je kunt namelijk ook te ver doorschieten in gastvriendelijkheid en dan gaat het ten koste van jezelf en je programma.
Omgaan met groepen In het beroep van outdoor animator heb je vaak te maken met groepen gasten. Naast de individuele begeleiding die je biedt, binnen of buiten de groep, is het dus belangrijk dat je goed kunt omgaan met groepen. Dat vraagt om een specifieke benadering. Je moet je bewust zijn van bepaalde groepsprocessen. Deelnemers gedragen zich in een groep vaak anders dan alleen. Ze durven dan soms meer. Onder druk van de groep overtreffen sommigen hun eigen prestaties. Het gebeurt ook dat mensen juist dichtslaan in een groep. Wanneer je een groep deelnemers instructie geeft, moet je erop letten dat jouw voorbeeld voor iedereen duidelijk te zien is. Ook moet je zorgen dat je luid en duidelijk te verstaan bent. Maak gebruik van je stemvolume, zonder te schreeuwen en articuleer goed.
Niveauverschillen
Zorg ervoor dat iedereen je ziet.
Als de onderlinge verschillen qua vaardigheden in de groep groot zijn, kunnen deelnemers afhaken, omdat ze het niveau van de activiteit te moeilijk of juist te
14
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 14
07-07-09 13:44
makkelijk vinden. Het is aan de outdoor animator om ervoor te zorgen dat de activiteit haalbare kaart is voor de ongeoefende deelnemer, maar dat ook de meer bedreven deelnemer voldoende geprikkeld wordt. Zorg daarom dat je de beginsituatie van de groep kent. Neem vooraf de gegevens uit de intake door en stel ter plekke vragen aan je gasten om je beeld van de groep aan te vullen. Bied deelnemers zo veel mogelijk de kans om activiteiten uit te voeren die passen bij hun niveau.
2.3 Wie is de gast?
Persoonlijke aandacht
Als je van tevoren weet met wat voor personen je te maken krijgt, kun je beter inspelen op de wensen en behoeften van de deelnemers. Ook kun je daardoor je eigen houding en manier van communiceren beter afstemmen op de doelgroep. Als je met een groep kinderen gaat vlotvaren, zul je op een andere manier instructies geven dan wanneer je met een groep ervaren en volwassen klimmers op pad gaat. Kinderen hebben meer uitleg en concrete voorbeelden nodig dan volwassen.
Hoewel er in de outdoor vaak met groepen wordt gewerkt, neemt dat niet weg dat persoonlijke aandacht erg belangrijk is. Want bij gebrek aan persoonlijke aandacht zal de deelnemer zijn motivatie verliezen. Wanneer meerdere deelnemers gedemotiveerd raken, heeft dit direct een negatieve uitwerking op de groep. De kunst is om de juiste balans te vinden in de begeleiding van het individu en de groep. Er wordt nog wel eens gedacht dat persoonlijke aandacht betekent dat je veel aandacht moet besteden aan een persoon. Dit is een misvatting. Vaak bestaat persoonlijke aandacht uit korte momenten waarop je de deelnemer aanmoedigt, prijst, tips geeft of zijn vragen beantwoordt.
In de outdoorsector heb je met een heel gevarieerd publiek te maken. Al die verschillende mensen hebben allemaal weer verschillende redenen om aan outdooractiviteiten deel te nemen. De één komt om te leren samenwerken, de ander vanwege een vrijgezellenfeest en weer een ander om persoonlijke grenzen te verleggen.
Doelgroepen De verschillende doelgroepen, de gemiddelde groepsgrootte en de beweegredenen om aan outdooractiviteiten deel te nemen, zie je in het volgende schema.
Doelgroep
Groepsgrootte
Doel
Schoolinstelling
Vaak grote groepen
Gaat om de beleving
Aandachtspunten Snel flitsend programma
Bedrijfsinstelling
Wisselende omvang van groepen
Gaat om de beleving
Veel aandacht nodig op gebied van veiligheid, niet iedereen is vaak even
Moet vaak exclusief en speciaal
gemotiveerd
uitje zijn, personeel wordt verwend door de baas Kinderen/jeugd
Vaak kleinere groepen
Sportverenigingen
Wisselende omvang van groepen
Gaat om de beleving, het
Hebben veel hulp en aandacht nodig
moet leuk en gezellig zijn Gaat om beleving, op de achtergrond is teambinding vaak een reden Particuliere groepen Vrijgezellenfeesten
Vaak kleinere groepen, familie,
Gaat om de beleving, het moet
Vaak grote verschillen in
vrienden enzovoort
leuk en gezellig zijn
beginsituatie en conditie
Vaak kleinere groepen
Gaat om de beleving, de
Veiligheid is een belangrijk punt,
vrijgezel is het middelpunt
deze groepen zijn vaak erg losbandig en jutten elkaar op, zorg voor duidelijkheid en grenzen
Jeugd met ‘een
Vaak kleinere groepen
achtergrond’ Teamtraining
Vaak kleinere groepen
Er is met iedere activiteit een
Veel aandacht voor ieder individu,
doel, er moet iets bereikt worden
soms zelfs 1 op 1
Ook hier gaat het om een
Zorg voor ruimte en tijd om te
overeengekomen doel te
evalueren
bereiken
15
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 15
07-07-09 13:44
Wie is je doelgroep, jong of oud?
Bijzondere doelgroepen Naast de doelgroepen die in het schema zijn genoemd, zijn er ook nog de bijzondere doelgroepen. Onder bijzondere doelgroepen vallen de groepen die specifieke begeleiding nodig hebben. Met net dat beetje extra aandacht voor de individuele deelnemer, dat ervoor zorgt dat hij toch meedoet. Denk hierbij aan mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, ouderen enzovoort. De sleutel voor succes bij deze groepen is de activiteit aanpassen aan het niveau van de deelnemers.
W2: de sportieve vakantieganger. Hij zoekt het in grotere uitdagingen en houdt wel van een element van competitie.
Recreantentypering van Hahn Doelgroepen worden ook wel ingedeeld volgens de recreantentypering van Hahn. Deze indeling is vooral gebaseerd op het interessepatroon van de gast. S-type De S staat voor Sonne-Sand-See: het zon-, strand- en zeetype. Dit type is betrekkelijk passief en voor hem zijn ontspanning en plezier het meest belangrijk. F-type De F staat voor Ferne und Flirt: het zogenaamde exotische type. Hij reist het liefst naar verre bestemmingen. Er zijn veel overeenkomsten tussen het S- en F-type. Het F-type zoekt alleen iets meer variatie.
A-type De A staat voor Abenteure en Aufregung: het avontuurlijke type. De avonturier (thrillseeker) bij uitstek. Het kan niet gek, hard of hoog genoeg zijn. B-type De B van Besichtigung en Bildung. Dit is de culturele vakantieganger die graag steden, gebouwen en musea bezoekt. Het zal duidelijk zijn dat je in de outdoor het meest te maken zult hebben met deelnemers van het type W en A. De B-types, bijvoorbeeld, zullen niet snel uit eigen beweging deelnemen aan outdooractiviteiten.
W-type De W staat voor Wald. Hiermee wordt het natuurtype bedoeld. Hahn onderscheidt twee W-types:
2.4 Wat wil de gast?
W1: het Wald und Wandertype. Dit type leeft gezondheidsbewust en is graag actief bezig in de natuur, bijvoorbeeld het maken van wandelingen en trektochten.
Om goed in te kunnen spelen op de wensen en behoeften van je gasten, is het niet alleen van belang dat je weet wíe er meedoet (welke doelgroep), maar ook waaróm (motivatie). Door het stellen van vragen
16
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 16
07-07-09 13:44
(voornamelijk open vragen) krijg je een goed beeld van de wensen van de deelnemers. Er zijn verschillende manieren om de wensen van de gast duidelijk te krijgen. Controleer altijd of je alle wensen kent. Pas dan kun je met een reëel voorstel voor de invulling van activiteiten komen.
Interessepatroon
Ruimte
Tijd
De activiteit Motivatie De meest voorkomende motieven zijn: Gezondheidsmotieven De deelnemer wil door de activiteit zijn gezondheid verbeteren. Denk aan afvallen of een beter uithoudingsvermogen (longcapaciteit). Resultaten door uitvoering van de activiteit staan voorop. Sociale motieven De deelnemer wil door deel te nemen aan de activiteit in contact komen of blijven met anderen. Gezelligheid en sfeer staan voorop. Compensatiemotieven De deelnemer wil door deelneming aan de activiteit ontstressen of zich afreageren. De wijze waarop de compensatie (ontlading) plaatsvindt, is per persoon verschillend. De één wil afzien en de ander wil graag ontspannen en genieten van de natuur. Prestatiemotieven De deelnemer wil door training beter worden in de activiteit. Trainingskundige principes staan voorop en bepalen grotendeels welk type activiteit hiervoor geschikt is. Daarnaast kan ook binnen een activiteit een bepaald doel vastgesteld worden. Voorbeelden hiervan zijn: communicatie, samenwerking/competitie, uitdagingen, besluitvorming, leiden/volgen, probleem oplossen, vertrouwen/risico’s nemen.
Goed afgestemde activiteiten Behalve de motieven en doelen van je deelnemers, zijn er nog meer factoren die van invloed zijn op de invulling van de activiteit. Deze factoren zijn in het volgende schema weergegeven. Een juiste afstemming op de verschillende factoren is belangrijk om tot een goede invulling van de activiteiten te komen. Een groep kan het bijvoorbeeld wel leuk vinden om aan canyoning te gaan doen in Portugal, maar als het budget dat niet toelaat, houdt het gauw op. Of een andere groep wil graag alleen met jou gaan
Budget
Leeftijd Groepssamenstelling
abseilen, maar ze zijn wel met zo’n 20 personen. Eén outdoor animator op zo’n grote groep is voor deze activiteit echt te weinig. In een goed afgestemd activiteitenprogramma is met alle factoren rekening gehouden en is een goede balans gemaakt tussen mogelijkheden en beperkingen van de groep. Er is, zogezegd, voor ieder wat wils.
2.5 Het begeleiden van deelnemers Als outdoor animator is het jouw taak om de deelnemers tijdens de activiteiten op de juiste manier te begeleiden. Maar wat is nu de juiste manier? Eigenlijk kun je niet spreken van dé juiste manier. Want de aanpak die bij de ene persoon goed werkt, kan bij een ander helemaal verkeerd uitpakken. De juiste begeleiding is dus sterk afhankelijk van de persoon of groep waar je mee te maken hebt.
Coachingsstijlen Je kunt verschillende stijlen van coachen of begeleiden onderscheiden. Maar in welke situatie pas je ze toe? Counseling De geschikte situatie voor counseling is als een deelnemer voldoende kennis en vaardigheden heeft, maar niet tot een bevredigende uitvoering van de activiteit komt. Vaak komt dit door een gebrek aan zelfvertrouwen. Je zult in zo’n situatie moeten proberen om samen met de deelnemer te achterhalen waar de problemen liggen. Vervolgens bedenk je wat er gedaan kan worden om de deelnemer toch op een bevredigende manier te kunnen laten deelnemen. Vaak helpt het om een opbouw (van makkelijk naar moeilijker) in de activiteiten aan te brengen. Het succes van de makkelijke oefeningen geven vertrouwen in de volgende stap.
17
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 17
07-07-09 13:44
“En toen gingen we dus tokkelen. Het was echt enorm hoog en je valt, zeg maar, in een diepte. Het leek me eng en volgens die man die daar hielp, moest ik op m’n hurken gaan zitten, bij het randje. Toen ik net zat riep de man heel hard: “Spring!” Ik hield nog net een schreeuw binnen. Maar eigenlijk was het heel leuk. Met een enorme vaart tokkel je aan je polsen naar beneden. Toch leer je zo wel je eigen grenzen te overwinnen, wat best cool was.”
Spring je zelf of heb je een duwtje nodig?
Mentoring Er is sprake van mentoring wanneer een deelnemer zowel voldoende kennis en vaardigheden heeft als voldoende zelfvertrouwen om de activiteit uit te voeren. Mentoring betekent dat je in de gaten houdt dat iemand voldoende uitdaging aangeboden krijgt. Confronteren Dit is soms nodig in een situatie waarin jij weet dat een deelnemer een bepaalde activiteit aankan, maar de deelnemer zelf aarzelt. Deze persoon ziet altijd overal beren op de weg. Door de deelnemer direct te confronteren (nú springen!) zorg je dat deze persoon niet de kans krijgt om zichzelf te ontmoedigen. Confronteren kan net dat ene duwtje in de rug zijn, dat sommigen nodig hebben. Een voorbeeld van confronteren vind je terug in het volgende verslag van een meisje dat meedeed aan tokkelen:
Voor dit meisje pakte de aanpak van confronteren goed uit. Toch is confronteren niet zonder risico. Je moet wel erg zeker zijn van je zaak als je hiervoor kiest, want confronteren kan ook heel gemakkelijk verkeerd uitpakken en dan heb je een averechts effect bereikt en durft iemand juist nooit meer zoiets te ondernemen en is zijn of haar vertrouwen geschaad. Tutoring Tutoring is een instruerende stijl van begeleiden. Je demonstreert hoe bepaalde activiteiten moeten worden uitgevoerd. Je laat zien wat je doet, hoe je het doet en waarom je het zo doet. De deelnemer kan het daarna zelf proberen.
Jouw persoonlijke stijl In de praktijk hanteer je vaak meerdere stijlen door elkaar, afhankelijk van de persoon of groep waarmee je werkt. Maar ook afhankelijk van jou zelf. Het is belangrijk dat je een stijl hanteert die bij jou past. Door de ervaringen die je opdoet en jouw persoonlijke groei zul je uiteindelijk vanzelf je eigen stijl ontwikkelen. Welke stijl je ook hanteert, de bedoeling is altijd om deelnemers zo veel mogelijk succeservaringen op te laten doen. Succes maakt dat je gasten met een tevreden gevoel weer naar huis gaan en vergroot de kans dat zij nog een keer terugkomen bij het outdoorbedrijf.
18
10143_BW Outdoor Animator TB Algemeen.indd 18
07-07-09 13:44