Openbaar Ministerie
College van procureurs-generaal Parket-Generaal
Postadres: Postbus 20305, 2500 EH Den Haag.
Bezoekadres: Prins Clauslaan 16
Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH 'S-GRAVENHAGE
Telefoon +31 70 33 99 600 Telefax +31 70 33 99 851
Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.
Onderdeel Contactpersoon Doorkiesnummer(s) Datum
2595 AJ Den Haag
9 april 2013
Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlage(n)
1
Onderwerp
Geachte heer Opstelten, In gevolge het instellingsbesluit van de Task Force Mensenhandel heb ik het genoegen u te berichten over de resultaten die de Task Force sinds het voorjaar van 2011 heeft bereikt. De Task Force werkt, zoals u weet, onder het motto ‘de integrale aanpak van mensenhandel verder versterken’. En dat is ook precies wat er in de afgelopen periode is gebeurd. Voordat ik in ga op concrete resultaten, wil ik graag mijn tevredenheid en waardering uitspreken over het functioneren van de Task Force in algemene zin. De leden van de Task Force zijn zeer gecommitteerd. Door de ervaringen die inmiddels zijn opgedaan en de successen die zijn behaald, zoekt men elkaar steeds vanzelfsprekender op en spreekt men elkaar ook steeds vanzelfsprekender aan. Verheugd ben ik over de toetreding van twee nieuwe leden in het bijzonder. In 2012 trad burgemeester Van der Laan toe tot de Task Force en begin 2013 accepteerde mevrouw Zuiderwijk, bestuurder van de nieuwe organisatie die voortkomt uit de Kamers van Koophandel, de uitnodiging om de Task Force te komen versterken. Ook de rol van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel noem ik hier graag. Door haar kennis, ervaring en netwerk, speelt zij een belangrijke rol in de Task Force. Aan menig resultaat ligt direct of indirect een aanbeveling of observatie van haar kant ten grondslag. In wat volgt geef ik u een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Task Force. Ze zijn gerangschikt onder een aantal kopjes, die elk staan voor een deelaspect van de
9 april 2013 PaG/B&S/16728
de integrale aanpak. Zoals bekend gaat het er daarbij om de strijd tegen mensenhandel zo breed mogelijk te voeren. Het gaat dus om seksuele en arbeidsuitbuiting en om het betrekken van zoveel mogelijk partners bij de aanpak ervan. Die aanpak kan bestaan uit zorg, preventie, bestuurlijke of strafrechtelijke aanpak. En het kan, tot slot, gaan om operationele acties, maar ook om het creëren van de randvoorwaarden daarvoor. Integrale acties In 2012 en 2013 hebben OM, politie en bestuur in een aantal steden grootschalige integrale handhavingsacties uitgevoerd in raamprostitutiegebieden. Ook andere partners, zoals KMar, CoMensha, Belastingdienst en GGD werkten daaraan mee. De eerste actie vond plaats in de Doubletstraat in Den Haag (april 2011), de tweede op het Baekelandplein in Eindhoven (maart 2012). Het recentste voorbeeld is de actie op de Achterdam in Alkmaar van 15 maart jl. Aan al deze acties is ruim aandacht besteed door de media. De acties zijn bedoeld om als één overheid aan slachtoffers van mensenhandel te laten weten dat we er voor hen zijn. Dat we ieder moment dat ze onze hulp inroepen, voor hen klaarstaan. Naar de georganiseerde misdaad in deze steden is de boodschap dat de overheid weet wat er speelt en uitbuiting niet tolereert. Uit de acties zijn inmiddels meerdere strafrechtelijke onderzoeken en veroordelingen voortgekomen. Op het moment van schrijven van deze brief worden op initiatief van de politie in samenwerking met andere partners een landelijke actie voorbereid en uitgevoerd op het vlak van uitbuiting in de onvergunde en niet-locatiegebonden prostitutie. Slachtoffers Bij de opvang van slachtoffers zijn flinke stappen gezet. Ten eerste bij de opvang specifiek voor buitenlandse slachtoffers van mensenhandel. De zgn. pilot categorale opvang, is verlengd als categorale opvangvoorziening. Het aantal opvangplaatsen is uitgebreid van vijftig naar zeventig. Voor wat betreft de opvang van groepen slachtoffers van arbeidsuitbuiting, die bijvoorbeeld worden aangetroffen bij handhavingsacties in de tuinbouw, heeft CoMensha structureel de beschikking gekregen over een budget waarmee de opvang van deze groepen kan worden geregeld. Het is inmiddels een aantal keren naar tevredenheid ingezet. Het gaat bij deze groepen veelal om slachtoffers die niet veel behoefte hebben aan zorg- en hulpverlening en vaak weer aan de slag willen bij een andere werkgever of terug willen naar het land van herkomst. Internationaal Er is veel internationale activiteit ontplooid, zowel operationeel als niet-operationeel. Nederland is co-driver van het EMPACT-project mensenhandel, dat de operationele 2/6
9 april 2013 PaG/B&S/16728
samenwerking tussen de EU-lidstaten moet versterken. Er zijn vier zogenaamde Joint Investigation Teams opgezet met Bulgarije in verband met opsporingsonderzoeken inzake seksuele uitbuiting. Tussen het Landelijk Parket van het Nederlands OM en het Roemeense OM is een Memorandum of Understanding overeengekomen, om de samenwerking op het terrein van o.a. mensenhandel te intensiveren. De gemeente Amsterdam en de IND nemen namens Nederland deel aan een Europees project dat richtlijnen zal opleveren voor het identificeren van slachtoffers. Het her- en erkennen van slachtoffers is van groot belang voor het kunnen verlenen van zorg, maar vaak ook een startpunt voor opsporing en vervolging. In een groot internationaal project dat tot doel heeft een impuls te geven aan opsporing en vervolging van arbeidsuitbuiting in Centraal- en Zuidoost-Europese landen, hebben medewerkers van de Inspectie SZW presentaties gegeven. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in 2012 een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd voor het personeel van ambassades en consulaten van de vijfentwintig belangrijkste herkomstlanden van in Nederland aangetroffen mensenhandelslachtoffers. Waar nodig zijn de deelnemers bewust gemaakt van het feit dat onderdanen van hun land in Nederland worden uitgebuit. De ambassades zijn uitgenodigd om signalen van mensenhandel aan de Nederlandse autoriteiten door te geven. Onder de vlag van de Task Force vindt op 17 en 18 april aanstaande in Amsterdam een grote Europese conferentie plaats over de multidisciplinaire operationele samenwerking bij de aanpak van mensenhandel. Centraal daarbij staat het uitwisselen van kennis en best practises tussen professionals van zeven verschillende organisaties uit de lidstaten. Vanuit de Task Force is in de afgelopen periode met de autoriteiten in de VS regelmatig kennis en ervaring gedeeld op alle aspecten van de aanpak van mensenhandel. Op 25 april as. vindt in Washington een miniconferentie plaats waarin o.l.v. een aan Harvard gelieerde wetenschapper de Sneep-zaak door leden van de TF en vertegenwoordigers van Amerikaanse autoriteiten gezamenlijk zal worden geanalyseerd. De organisatie is in handen van de Nederlandse ambassade in Washington. Breder dan de Task Force Met de Kamer van Koophandel is in de afgelopen periode een mooie samenwerking van de grond gekomen. In vijf pilots is ervaring opgedaan met het doorgeven van signalen van seksuele of arbeidsuitbuiting aan politie, Inspectie SZW, EMM. Zoals ik eerder in deze brief al aangaf is deze samenwerking bezegeld door het toetreden van mevrouw Zuiderwijk tot de Task Force. Zij is bestuurder van de nieuwe organisatie die voortkomt uit de Kamers van Koophandel. Ook de samenwerking met de hotelbranche, in verband met het voorkomen en signaleren van uitbuiting in 3/6
9 april 2013 PaG/B&S/16728
hotelprostitutie, heeft in de afgelopen tijd een forse impuls gekregen. Zie daarover ook onder het kopje ‘Innovatie’. Specialisatie, kennis, awareness In oktober 2012 ging een belangrijke wens in vervulling met een aankondiging, vanuit de Rechtspraak, van het Landelijk Overleg van Voorzitters van Strafsectoren (LOVS). Dat gaf aan in de vermindering van het aantal rechtbanken, als gevolg van de wet herziening gerechtelijke kaart, aanleiding te zien om per gerecht de mensenhandelzaken te laten behandelen door een beperkt aantal rechters en juridisch medewerkers. Hierdoor kunnen de gerechten ervoor zorgen dat de rechters en medewerkers over voldoende vakinhoudelijke kennis beschikken om de vaak gecompliceerde mensenhandelzaken te behandelen. Aan OM-zijde is al enige jaren sprake van specialisatie. In ieder arrondissementsparket, bij het Functioneel Parket en bij het Landelijk Parket zijn mensenhandelofficieren aangesteld. Onder aanvoering van de landelijk officier mensenhandel, werken zij doorlopend aan het ontwikkelen van kennis en expertise. Met als doel om meer eenheid te brengen in de straffen die worden gevorderd in zaken van arbeidsuitbuiting, is in 2011 een richtlijn strafvordering voor deze vorm van uitbuiting vastgesteld. Op het vlak van seksuele uitbuiting bestond een dergelijke richtlijn al langer. De Inspectie SZW blijft investeren in de training van medewerkers. In 2012 is een groep rechercheurs is in 2012 aanvullend getraind in het horen van en omgang met slachtoffers van arbeidsuitbuiting en in 2013 zal dat opnieuw gebeuren. De IND heeft geïnvesteerd in de sensitiviteit van medewerkers m.b.t. het herkennen van signalen van mensenhandel, o.a. middels een professionaliseringsbijeenkomst en een conferentie. Er is een fenomeenoverleg ingericht waarin IND-breed gerichte bestuurlijke acties worden geïnitieerd en uitgevoerd. Verder heeft de IND het LIECconvenant ondertekend en samenwerkingafspraken gemaakt met ketenpartners, met name waar het gaat om het signaleren, voorkomen en aanpakken van misbruik van verblijfsprocedures. De afspraken met UWV en Buitenlandse Zaken zien vooral op het delen van informatie en over een betere aansluiting van de werkprocessen. Met o.a. de Inspectie SZW, OM, OCW en de Onderwijsinspectie is kennis uitgewisseld over misbruik van procedures voor studie, au-pair, kennismigratie en arbeid in loondienst. Loverboys De pilot in Rotterdam en, de publicatie van een handreiking voor alle ketenpartners zijn de belangrijkste resultaten rond het thema loverboys. Eind mei werd tijdens een groot congres de tweejarige Rotterdamse Pilot ‘loverboys zijn laffe boys’ afgesloten. Het gelijknamige rapport van de Politie Rotterdam-Rijnmond, met tal van aanbevelingen op het vlak van preventie, opsporing, bestuurlijke en fiscale aanpak, werd die dag gepresenteerd. Ook werd tijdens de conferentie een door het CCV in 4/6
9 april 2013 PaG/B&S/16728
opdracht van het Ministerie van VenJ opgestelde ketenbrede handreiking voor de aanpak van loverboys en de opvang van slachtoffers gepresenteerd. Die is inmiddels breed verspreid. Een opvallend onderdeel van de pilot in Rotterdam was een voorlichtingscampagne met de naam loverboys 2.0, gericht op meisjes van 12-18 jaar, hun ouders en leerkrachten. De Rotterdamse rapster Reshmay is binnen dit project ingezet. Onderdeel van de campagne was een scholentour. Uiteraad is er ook gebruik gemaakt van social media. Innovatie In april 2012 heeft de Nationale Recherche actrices ingezet als nepcallgirls om aandacht te vragen voor de meldplicht van hotels bij een vermoeden van illegale prostitutie. Alle drie de gecontroleerde hotels vermoedden dat er sprake was van illegale praktijken, maar geen van hen deed aangifte. Hotels die illegale prostitutie faciliteren, kunnen strafrechtelijk worden vervolgd. Ook kan bestuurlijk worden opgetreden op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Omdat het om een lokactie ging, zijn hieraan geen juridische consequenties verbonden. De controle van de hotels vloeit voort uit een strafrechtelijk onderzoek van de Nationale Recherche naar mensenhandel. De politie sloot in 2011 de websites van twee escortbureaus die betrokken waren bij gedwongen prostitutie. De overwegend Tsjechische en Hongaarse prostituees bleken slachtoffer te zijn van mensenhandel. Ze werden veelal onder dwang of chantage tewerkgesteld in kamers van grote hotelketens langs de autosnelwegen. In samenwerking met Koninklijke Horeca Nederland en de hotelbranche zullen de Nationale Recherche en het Landelijk Parket enkele honderden receptionisten en portiers gaan voorlichten over het herkennen van signalen van mensenhandel. De KMar heeft in de periode tot en met mei 2011 i.s.m. OM en EMM een pilot uitgevoerd in het werkgebied van de KMar brigade Oostgrens-midden. In controles volgens de taakstelling van de KMar is daarbij gefocust op signalen van het ‘over de grens brengen van een persoon met het oogmerk die persoon in Nederland in de prostitiutie te laten werken’. Dat is binnen het mensenhandelartikel (273f sr) een strafbaar feit, nl. in lid 1 sub 3. De pilot heeft goede resultaten opgeleverd: opgevangen slachtoffers, maar ook opsporingsonderzoeken en veroordelingen en, belangrijke informatie voor gemeenten en politie, o.a. om toekomstige opsporingsonderzoeken op te kunnen bouwen. De pilot is inmiddels landelijk uitgerold. Strafrechtelijke aanpak In 2012 zijn er van politie, inspectie SZW en KMar ruim 300 mensenhandelzaken bij het OM binnengekomen. Dat aantal is sinds 2008 niet zo hoog geweest. Datzelfde geldt voor het aantal van ruim 140 veroordelingen in mensenhandelzaken. Ook als we specifiek kijken naar georganiseerde mensenhandel, laat 2012 goede resultaten zien. 5/6
9 april 2013 PaG/B&S/16728
Het aantal strafrechtelijke onderzoeken steeg naar 150 en bereikte daarmee het hoogste niveau sinds 2009. Voor een overzicht van de voortgang op de andere onderdelen van het Plan van Aanpak van de Task Force, verwijs ik u naar de bijlage. Het is uiteraard onze ambitie om in het resterende deel van de tweede termijn van de Task Force zoveel mogelijk van de (deels) nog openstaande voorgenomen maatregelen uit het Plan van Aanpak te verwezenlijken. M.n. het creëren van awareness en het betrekken van het lokale bestuur bij de aanpak van mensenhandel staat daarbij hoog op de agenda. Deze ambitie is vertaald in diverse maatregelen in het Plan van Aanpak. Hoewel ik niet genoeg kan benadrukken dat in een heel aantal gemeenten veel positiefs in beweging is gezet, o.a. naar aanleiding van het ketenonderzoek1 van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, zijn er aan de andere kant van het spectrum ook nog steeds gemeenten die moeite hebben te onderkennen dat er in hun gemeente van mensenhandel sprake is of kan zijn. In deze context merk ik ook graag nog op dat een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de Wet Regulering Prostitutie gemeenten een belangrijk instrument in handen zou geven om binnen een landelijk kader misstanden in de prostitutie tegen te gaan. De leden van de Task Force zijn dan ook verheugd over het feit dat u de Eerste Kamer onlangs heeft verzocht de behandeling van het wetsvoorstel voort te zetten. Tot slot vraag ik nog uw aandacht voor het volgende. De huidige, tweede, termijn van de Task Force Mensenhandel loopt af in februari 2014. Later dit jaar zal ik u namens de Task Force in verband hiermee een aanbeveling doen. Hoogachtend, De voorzitter van de Task Force Mensenhandel
H.J. Bolhaar
1
Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2012). Mensenhandel. Effectieve aanpak op
gemeentelijk niveau. Lessen uit de praktijk. Den Haag: BNRM 6/6