COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOF Archeon Novum 1 januari 2016 tot 1 januari 2018 Tussen de ondergetekenden: VOF Archeon Novum te Alphen aan den Rijn als partij ter ener zijde en Ondernemingsraad Archeon Novum als partij ter andere zijde, is de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan. De bijlagen maken integraal deel uit van deze CAO.
1
Inhoud Artikel 1 Definities........................................................................................................ 3 Artikel 2 Werkingssfeer .............................................................................................. 5 Artikel 3 Algemene verplichtingen partijen .............................................................. 6 Artikel 4 Algemene verplichtingen van de werknemer .......................................... 7 Artikel 5 Algemene verplichtingen van de werkgever ........................................... 9 Artikel 6 Rechten en verplichtingen van de werkgever en de werknemer gezamenlijk ................................................................................................................ 11 Artikel 7 Indiensttreding ............................................................................................ 13 Artikel 8 Beëindiging dienstverband ....................................................................... 15 Artikel 9 Dienstrooster, arbeidstijd en rusttijd ....................................................... 17 Artikel 10 Urenadministratie .................................................................................... 20 Artikel 11 Overwerk en vergoeding van overwerk ............................................... 22 Artikel 12 Functie-indeling en beroepsprocedure ................................................ 23 Artikel 13 Toepassing van de salarisschalen ....................................................... 24 Artikel 14 Salaris hulpkrachten, leerlingen, stagiaires, deelnemers regionale arbeidsmarktprojecten .............................................................................................. 26 Artikel 15 Toeslagen en vergoedingen .................................................................. 27 Artikel 16 Vakantietoeslag ....................................................................................... 29 Artikel 17 Vakantie .................................................................................................... 30 Artikel 18 Buitengewoon verlof ............................................................................... 32 Artikel 19 Scholing en educatief verlof ................................................................... 35 Artikel 20 Leerlingen en praktijkbegeleiders ......................................................... 36 Artikel 21 Arbeidsongeschiktheid ........................................................................... 38 Artikel 22 Publicatierecht.......................................................................................... 40 Artikel 23 Duur van deze overeenkomst ............................................................... 41 Bijlage 1A salarisschalen in uren per 01-01-2016 ............................................... 42 Bijlage 1B salarisschalen in uren per 01-01-2017 ............................................... 42 Bijlage1C WETTELIJK MINIMUMLOON .............................................................. 43 Bijlage 2 Functiematrix ............................................................................................. 44 Bijlage 3 Controleregels ........................................................................................... 45 Bijlage 4 Model arbeidsovereenkomst ................................................................... 49 Bijlage 5 Bedrijfsopleiding en training bij VOF Archeon Novum ........................ 53 Bijlage 6 Voorbeeld administratie flexitimer .......................................................... 56
2
Artikel 1 Definities In deze CAO en de daarvan deel uitmakende bijlagen wordt verstaan onder: Partijen: de werkgever VOF Archeon Novum gevestigd te Alphen aan den Rijn en de Ondernemingsraad Archeon Novum te Alphen aan den Rijn Werkgever: de vennootschap gevormd door 2 of meer rechtspersonen gezamenlijk, die het bedrijf exploiteert waarvan de activiteiten bestaan uit het verrichten van werkzaamheden in Archeologisch Museum- en Themapark Archeon en daartoe werknemers in dienst heeft. Werknemer: de natuurlijke persoon (m/v) die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de werkgever. Archeon: het bieden van een product en/of dienst op het gebied van recreatie, educatie en/of cultuur, dat voor de consument binnen één dag kan worden afgenomen. Bedrijf: de onderneming, al dan niet bestaand uit verschillende bedrijfsonderdelen, waarin activiteiten in Archeon, zoals bij lid 4 omschreven, worden verricht. Flexitimer: de werknemer (m/v) die werkzaam is op basis van een onregelmatig urenpatroon en met wie een gegarandeerde arbeidstijd is overeengekomen, zoals geregeld in artikel 9. Hulpkracht: de werknemer (m/v), zijnde scholier of student, die op onderwijsvrije tijden gedurende vakanties en op één of meer vaste dag(-en) in de week werkzaamheden kan verrichten volgens functiegroep 0. Leerling: de werknemer (m/v) werkzaam in een erkend leerbedrijf (zoals bedoeld in artikel 20) die op basis van een praktijkovereenkomst een opleiding volgt in de beroepsbegeleidende leerweg bij een Regionaal Opleidingscentrum (ROC) of een Agrarisch Opleidingscentrum (AOC). De beroepsbegeleidende leerweg is gedefinieerd in de artikelen 7.2.8 en 7.2.9 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (Staatsblad 501, 31-10‘95). Stagiair/ Deelnemer: de natuurlijke persoon (m/v) die op grond van een leerplan van een Regionaal Opleidingscentrum (ROC) of een Agrarisch Opleidings Centrum (AOC) een opleiding volgt in de beroepsopleidende leerweg (BOL) en bij een erkend leerbedrijf (zoals bedoeld in artikel 20) onder begeleiding werkzaam is, ten einde de voor de opleiding noodzakelijke beroepspraktijkvorming op te doen. De beroepsopleidende leerweg is gedefinieerd in de artikelen 7.2.8 en 7.2.9 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (Staatsblad 501, 31-10-‘95). Schaalsalaris: het salaris per uur als geregeld in bijlage 1.
3
Maand salaris: het uursalaris vermenigvuldigd met de overeengekomen jaaruren gedeeld door 12 vormt het maand salaris vermeerderd met een eventuele persoonlijke toelage. Bruto jaarinkomen: 12 maal het maandsalaris salaris vermeerderd met de vakantietoeslag. Uursalaris: schaalsalaris zoals vastgesteld in de bijlage 1. Maand: kalendermaand. Jaaruren: aantal uren met de werknemer in de arbeidsovereenkomst overeengekomen. Feestdagen: Nieuwjaarsdag, 1ste en 2de Paasdag, Koninginnedag, 5 mei in lustrumjaren, Hemelvaartsdag, 1ste en 2de Pinksterdag, 1ste en 2de Kerstdag. CAO: Collectieve arbeidsovereenkomst Archeon. Branche erkend diploma: het aanbod van cursorisch onderwijs bij het Sociaal Fonds Recreatie alsmede van rijkswege geaccrediteerde opleidingen op het gebied van horeca, recreatie en toerisme. L!nda is het roosterplanning programma waarin ook de daadwerkelijk gewerkte roosteruren worden verwerkt ten behoeve van de salarisbetaling.. Werktijden worden automatisch bijgewerkt zodra de planning wijzigt.
4
Artikel 2 Werkingssfeer 1. Toepassing van de CAO De bepalingen van de CAO zijn van toepassing op de arbeidsovereenkomst die is gesloten tussen de werkgever, en de werknemer. 2. Uitzondering De bepalingen van de CAO zijn niet van toepassing op: a. de werknemer die is ingedeeld in een functie op functieniveau 0 en boven functieniveau 5 (zoals bedoeld in de functiematrix bijlage 2); b. de leerling/stagiair/deelnemer. 3. Toepassing van de CAO naar evenredigheid Voor een werknemer met een dienstverband van minder dan de normale arbeidstijd worden de in de CAO opgenomen arbeidsvoorwaarden naar evenredigheid toegepast. 4. Minimum karakter Werkgever is verplicht ten minste de in de CAO opgenomen bepalingen toe te passen. 5. Overgangsregeling In overleg met de Ondernemingsraad is een overgangsregeling overeengekomen voor implementatie van de CAO. In de overgangsregeling is overeengekomen om in de CAO genoemde arbeidsvoorwaarden geleidelijk te implementeren in bestaande, van de CAO afwijkende, arbeidsvoorwaarden zodat deze in overeenstemming gebracht kunnen worden met de CAO al dan niet door uitruil van arbeidsvoorwaarden. De looptijd van de overgangsregeling duurt niet langer dan 2 jaar en de arbeidsvoorwaardelijke afspraken in de overgangsregeling dienen na deze looptijd gelijkwaardig zijn aan die van de CAO, met dien verstande dat de invoering van de CAO voor de werkgever in beginsel budget-neutraal zal plaatsvinden.
5
Artikel 3 Algemene verplichtingen partijen Bevordering nakoming CAO Partijen verbinden zich met alle hun ten dienste staande middelen nakoming van deze overeenkomst te zullen bevorderen.
6
Artikel 4 Algemene verplichtingen van de werknemer 1. De werknemer is verplicht: a. de hem opgedragen arbeid goed, ordelijk en op verantwoorde wijze te verrichten volgens de aanwijzingen, welke hem worden verstrekt door de werkgever en met inachtneming van de bepalingen van het eventueel in de onderneming geldend huishoudelijk reglement. In geval van strijdigheid gelden de bepalingen van de CAO. De vaststelling, wijziging en intrekking van dit huishoudelijk reglement is onderworpen aan het instemmingsrecht van de Ondernemingsraad of de Personeelsvertegenwoordiging; b. op de vastgestelde uren volgens dienstrooster de arbeid te beginnen respectievelijk te beëindigen; c. als hem dit door of namens zijn werkgever wordt opgedragen, ook andere dan zijn gewone dagelijkse arbeid te verrichten, voor zover die kan worden gerekend tot de in de onderneming gebruikelijke arbeid of daarmee rechtstreeks verband houdt, en dit in redelijkheid aan de betrokken werknemer kan worden opgedragen; d. over de veiligheid en gezondheid van zichzelf en de andere in de onderneming aanwezige personen naar vermogen te waken; e. naar vermogen al datgene te doen wat het behoud, het herstel en de bevordering van de arbeidsgeschiktheid in positieve zin kan beïnvloeden; een geneeskundig onderzoek is hierbij niet uitgesloten; f. behoorlijk zorg te dragen voor gereedschappen, kleding, werktuigen, machines, goederen en gebouwen, die aan de onderneming toebehoren of onder haar berusting zijn; g. ook op buiten het dienstrooster aangegeven uren in opdracht van de werkgever arbeid te verrichten, mits dit tijdig met de werknemer wordt overlegd en voor zover de werkgever de desbetreffende wettelijke voorschriften en de bepalingen van de CAO in acht heeft genomen. 2. Aansprakelijkheid bij schade De werknemer die bij de uitvoering van de werkzaamheden schade veroorzaakt voor de werkgever is tegenover de werkgever niet aansprakelijk, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. 3. Nevenarbeid De werknemer is gehouden de werkgever schriftelijk in kennis te stellen van het voornemen in loondienst van een andere werkgever arbeid te gaan verrichten dan wel uit te breiden, dan wel als zelfstandige een bedrijf te voeren. Indien deze werkzaamheden of de uitbreiding daarvan naar het oordeel van de werkgever het verrichten van een goede arbeidsprestatie kan belemmeren, dan wel als concurrerend zijn te beschouwen, heeft de werkgever het recht het verrichten van deze werkzaamheden te verbieden. 4. Geheimhoudingsplicht De werknemer is zowel tijdens als na beëindiging van het dienstverband verplicht tot geheimhouding van feiten en bijzonderheden tegenover iedereen waarvan hij uit hoofde van zijn dienstbetrekking kennis heeft en waarvan hij
7
redelijkerwijze kan begrijpen dat deze als geheim dienen te worden beschouwd. 5. Intellectueel eigendom Het auteursrecht van werken in de zin van de Auteurswet, door de werknemer tot stand gebracht en in de uitoefening van zijn functie tot stand gekomen, komt toe aan de werkgever. Alle overige werken die binnen werktijd tot stand gebracht worden, zullen in de individuele arbeidsovereenkomst, worden overgedragen aan de werkgever. 6. Bedrijfseigendommen Het eigendom van goederen (artikelen, huisraad, gebruiksvoorwerpen, gereedschappen, kleding etc.), planten en vruchten door de werknemer tot stand gebracht en in de uitoefening van zijn functie tot stand gekomen, komt toe aan de werkgever. Alle goederen, planten en vruchten die binnen werktijd tot stand gebracht worden, zullen in de individuele arbeidsovereenkomst, worden overgedragen aan de werkgever.
8
Artikel 5 Algemene verplichtingen van de werkgever 1. Medezeggenschap a. De werkgever bevordert de medezeggenschap van werknemers in het bedrijf. b. Zodra de werkgever ten minste 25 werknemers in dienst heeft is deze verplicht een Personeelsvertegenwoordiging in te stellen conform het gestelde in de Wet op de Ondernemingsraden. c. Zodra de werkgever geen Ondernemingsraad en geen personeelsvertegenwoordiging heeft omdat meer dan tien werknemers in dienst zijn, dient ten behoeve van het overleg over de invulling en uitwerking van in deze CAO opgenomen bepalingen overleg te voeren met een uit het personeel gekozen Personeelsvertegenwoordiging. d. Bij afwezigheid van een Ondernemingsraad dan wel Personeelsvertegenwoordiging overlegt de werkgever met het betrokken personeel. e. Het door de werkgever als zodanig gedefinieerde werkoverleg wordt beschouwd als werktijd. f. De Wet op de Ondernemingsraden blijft onverminderd van toepassing. Bij wijziging van de Wet op de Ondernemingsraden blijft rechtspositie van Ondernemingsraad dan wel Personeelsvertegenwoordiging onverminderd van toepassing. 2. Veiligheid en gezondheid a. De werkgever draagt er zorg voor dat de omstandigheden waaronder wordt gewerkt optimaal veilig en gezond zijn. b. De werkgever voert een arbobeleid op basis van een op schrift gestelde risico-inventarisatie en evaluatie. c. De werkgever draagt er zorg voor dat het onderwerp werkdruk periodiek wordt besproken met de Ondernemingsraad, dan wel de Personeelsvertegenwoordiging, dan wel bij ontbreken van deze organen, met het personeel zelf. In dit overleg kunnen tevens de volgende onderwerpen aan de orde komen: 1. werkweek, arbeids- en rusttijd en dienstrooster; 2. wijze waarop flexibiliteit wordt vormgegeven; 3. arbeidsomstandigheden; 4. scholing; 5. sociaal beleid. d. De werkgever draagt er zorg voor dat in het Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek van werknemers, het zogenoemde PAGO-onderzoek, het onderwerp werkdruk wordt meegenomen. 1. Overleg met vakorganisaties bij reorganisatie a. De werkgever zal bij overname, overdracht van zeggenschap of fusie van het bedrijf, inkrimping van de activiteiten, sluiting dan wel een reorganisatie anderszins, waarbij meer dan 10 werknemers betrokken zijn, overleg voeren met de Ondernemingsraad. Wanneer de plannen gevolgen hebben voor de werknemers zal de werkgever in overleg met de Ondernemingsraad een sociaal plan opstellen.
9
b. Bij de toepassing van deze bepaling blijft het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden, de Wet Melding Collectief Ontslag en de SERFusie-gedragsregels onverminderd van kracht. 2. Vermindering/vermeerdering van arbeidstijd a. Een werknemer heeft het recht op grond van de Wet aanpassing arbeidsduur zijn werkgever om een vermindering van de overeengekomen arbeidstijd te vragen. b. Het verzoek om aanpassing kan slechts worden gedaan door een werknemer die één jaar voorafgaande aan het tijdstip van ingang van de aanpassing in dienst is van de werkgever. c. Het verzoek kan ten hoogste één keer per 2 jaar worden gedaan en moet door de werknemer uiterlijk 4 maanden voor het tijdstip van ingang van de aanpassing schriftelijk worden ingediend. d. In dit verzoek moet worden aangegeven wat de datum van ingang is, de omvang van de aanpassing en de spreiding van de uren. e. De Wet aanpassing arbeidsduur is niet van toepassing als er minder dan 10 werknemers in dienst zijn. 3. Werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen De werkgever is in beginsel verplicht om aan de werknemer de noodzakelijke werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen te verstrekken. Indien werknemer hierin zelf wenst te voorzien dan is het vooraf ter beoordeling aan de werkgever of dit aan de te stellen eisen voldoet. Het Hoofd Kledingatelier heeft de supervisie over alle thematische kleding die in Archeon wordt gedragen. Indien werknemer zelfgemaakte kleding wenst te dragen dan is overleg en toestemming van het Hoofd Kledingatelier vereist. Het Hoofd Kledingatelier verstrekt instructies over wasvoorschriften, wijze van dragen etc. 4. Deelnemer / stagiair De werkgever bij wie een deelnemer of stagiaire werkzaam is, dient er zorg voor te dragen dat er een evenwicht is tussen de theorie- en praktijkcomponenten van de opleiding van de deelnemer of stagiaire. De werkgever dient een deelnemer passende werkzaamheden te laten verrichten en er tegelijkertijd voor zorg te dragen dat de deelnemer met het uitvoeren van deze werkzaamheden de voor de opleiding noodzakelijke beroepspraktijkvorming op kan doen. 5. Fiscale regeling vakbondscontributie De werkgever zal op verzoek van de werknemer zijn contributie aan een vakbond in mindering brengen op brutoloon bestanddelen, voor zover dit fiscaal gefaciliteerd wordt en het loon van de werknemer daartoe toereikend is. De werknemer verstrekt de werkgever een opgave van de in te houden vakbondscontributie.
10
Artikel 6 Rechten en verplichtingen van de werkgever en de werknemer gezamenlijk 1. Anti-discriminatie Met inachtneming van objectief aan de functie verbonden eisen is het niet toegestaan om gelijkwaardige werknemers gelijke kansen op arbeid en gelijke kansen in de arbeidsorganisatie te onthouden op grond van factoren als leeftijd, sekse, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, levens- en geloofsovertuiging, huidskleur of etnische afkomst, nationaliteit en politieke keuze. 2. Voorkoming seksuele intimidatie, intimidatie en ongewenst gedrag a. Seksuele intimidatie Van seksuele intimidatie is sprake als iemand in de werksituatie geconfronteerd wordt met gedrag of zaken van (seksuele aard) die hij of zij als ongewenst of bedreigend beschouwt. In alle gevallen gaat het om de wijze waarop het slachtoffer de gedragingen ervaart, niet om hoe de pleger het bedoelt. b. Plichten en rechten van werkgever en werknemer In hun gedrag dienen werkgever en werknemer het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het lichaam te respecteren en tevens te handelen in overeenstemming met de algemene regels van moraal en fatsoen. In dit kader kunnen opmerkingen of gedrag, die voor de wederpartij vernederend en/of belastend zijn, binnen de arbeidsverhoudingen niet worden toegestaan. Indien de werknemer wordt geconfronteerd met seksuele intimidatie door een gast heeft hij het recht om de werkzaamheden voor die gast te onderbreken en de plicht dit zo spoedig mogelijk te melden aan zijn werkgever en, indien aanwezig, de vertrouwenspersoon. c. Vertrouwenspersoon binnen de onderneming De werkgever is verplicht, in overleg met de Ondernemingsraad, een vertrouwenspersoon aan te wijzen. Gelet op de aard van de problematiek zal deze persoon bij voorkeur een vrouw zijn. De vertrouwenspersoon dient in ieder geval ook van het vrouwelijke personeel binnen de onderneming het vertrouwen te genieten in de hoedanigheid van vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon heeft tot taak: de werknemer en/of de werkgever die een klacht heeft op het gebied van seksuele intimidatie, intimidatie of ander ongewenst gedrag bij te staan en van advies te dienen; door onderzoek dat is gebaseerd op hoor en wederhoor van betrokkenen
11
een analyse te maken en overleg met de betrokkenen binnen de onderneming te trachten om tot een oplossing van het gesignaleerde probleem te komen; de werkgever dan wel andere relevante personen (bijv. de personeelsfunctionaris) gevraagd en ongevraagd te adviseren op het gebied van preventie van seksuele intimidatie, intimidatie en ander ongewenst gedrag binnen de onderneming.
De vertrouwenspersoon is in het kader van de uitvoering van haar/zijn taak bevoegd binnen de onderneming gegevens te verzamelen door middel van dossieronderzoek en het voeren van vertrouwelijke en informele gesprekken met betrokkenen. De vertrouwenspersoon past hoor en wederhoor toe om tot een verantwoorde analyse te komen. De vertrouwenspersoon is verplicht tot een strikt vertrouwelijke behandeling van de haar/hem ter kennis gebrachte gegevens. De vertrouwenspersoon verricht geen handeling ter uitvoering van zijn taak dan met instemming van de betrokken werkgever en/of werknemer. De werkgever heeft ten aanzien van de vertrouwenspersoon de volgende verplichtingen: het beschikbaar stellen van de nodige faciliteiten waardoor de vertrouwenspersoon op vertrouwelijke wijze schriftelijk dan wel telefonisch kan worden geraadpleegd, zoals een eigen telefoonnummer en/of postbusnummer; het bieden van bescherming ter garantie van de onafhankelijkheid van de vertrouwenspersoon, die alleen verantwoording verschuldigd is voor de uitvoering van haar/zijn taken aan de werkgever; er zorg voor dragen dat de vertrouwenspersoon niet door het vervullen van deze functie en de daaruit voortvloeiende activiteiten wordt benadeeld in haar/zijn positie, mogelijkheden of kansen binnen de onderneming.
12
Artikel 7 Indiensttreding 1. Arbeidsovereenkomst De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan hetzij voor bepaalde tijd hetzij voor onbepaalde tijd. 2. Inhoud arbeidsovereenkomst De werkgever zal de werknemer in ieder geval een schriftelijke opgave verstrekken met ten minste de volgende gegevens: a. de naam en de woonplaats van werkgever en werknemer; b. de plaats waar de arbeid wordt verricht; c. de functie en de functiegroep van de werknemer; d. het tijdstip van indiensttreding; e. als de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan, de duur van de f. arbeidsovereenkomst; g. de aanspraak op vakantie of de wijze van berekening van deze aanspraak; h. de duur van de door werkgever en werknemer in acht te nemen opzegtermijnen; i. de salarisschaal, het schaalsalaris en de termijn van uitbetaling; j. de overeengekomen arbeidstijd; k. als de werknemer voor een langere termijn dan een maand werkzaam zal zijn in het buitenland, de duur van die werkzaamheid, de geldsoort waarin l. betaling zal plaatsvinden, de vergoedingen waarop werknemer recht heeft en m. de wijze waarop de terugkeer is geregeld; n. de toepasselijkheid van de CAO Archeon; o. of de werknemer gaat deelnemen aan een pensioenregeling en indien een p. pensioenregeling van toepassing is, dient de werkgever hierover informatie te q. verstrekken; r. of een proeftijd is overeengekomen en de lengte van de proeftijd. De werkgever is verplicht tot het aangaan van een schriftelijke arbeidsovereenkomst conform het model dat deel uitmaakt van de CAO (bijlage 4). De werkgever mag aan het model arbeidsovereenkomst extra afspraken toevoegen, mits deze niet in strijd zijn met de wet of met de CAO. 3. Proeftijd a. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste twee maanden. b. Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan een proeftijd worden overeengekomen van ten hoogste: twee maanden, indien de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor minimaal zeven maanden. 13
c. Er kan geen proeftijd overeen worden gekomen wanneer de arbeidsovereenkomst voor ten hoogste zes maanden is afgesloten. d. Uit de schriftelijke arbeidsovereenkomst moet blijken of er een proeftijd is overeengekomen en hoe lang die proeftijd duurt. 4. Werknemer niet werkzaam volgens normale arbeidstijd/dienstrooster Met de werknemer kan op diens verzoek in de individuele arbeidsovereenkomst worden overeengekomen dat hij niet volgens de normale arbeidstijd en dienstrooster werkzaam zal zijn en dat hetgeen in de artikelen 9 en 11 van de CAO is bepaald niet van toepassing is, met inachtneming van de geldende wettelijke bepalingen. De functie van de desbetreffende werknemer moet het, naar het oordeel van werkgever, toelaten dat op afwijkende tijden gewerkt wordt. 5. Inzage CAO De werkgever is verplicht de CAO ter inzage te leggen (bij de leidinggevenden) voor werknemers die onder de werkingssfeer vallen.
14
Artikel 8 Beëindiging dienstverband 1. Burgerlijk Wetboek Voor de beëindiging van het dienstverband gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. 2. Onbepaalde tijd De dienstbetrekking van de werknemer voor onbepaalde tijd in dienst eindigt: a. door schriftelijke vastlegging van de beëindiging van de overeenkomst met b. wederzijds goedvinden; c. door schriftelijke opzegging na verkregen ontslagvergunning onder opgave d. van de reden door de werkgever of de werknemer waarbij de wettelijke e. opzegtermijn in acht wordt genomen (zie bijlage 6). De opzegging van de f. dienstbetrekking vindt plaats tegen de eerste dag van een kalendermaand c.q. betalingsperiode; g. zonder nadere opzegging op de dag dat de betrokken werknemer recht heeft op een uitkering op grond van de AOW, tenzij werkgever en werknemer anders overeenkomen. Werkgever en werknemer kunnen echter besluiten dat de arbeidsovereenkomst niet eindigt dan wel opnieuw wordt gedefinieerd; h. bij overlijden van de werknemer; i. door ontslag op staande voet wegens dringende reden; j. door ontbinding door de kantonrechter wegens een gewichtige reden. 3. Bepaalde tijd De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege na verstrijken van de tijd waarvoor ze is aangegaan, zonder dat enige opzegging is vereist. Werkgever is verplicht minimaal één maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt de werknemer schriftelijk aan te zeggen dat de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk eindigt. 4. Verlenging Op grond van het overgangsrecht inzake de ketenregeling art.7:668aBW mogen tot uiterlijk 1 juli 2016 arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden afgesloten met een maximum van 3 arbeidsovereenkomsten per kalenderjaar, zonder dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. 5. Transitievergoeding Indien de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever is geëindigd door aanzegging (bepaalde tijd) (art.8 lid 3 Cao Archeon), opzegging of ontbinding is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd. De werkgever is (nog) geen transitievergoeding verschuldigd, als hij de werknemer de garantie heeft geboden dat hij binnen 6 maanden weer bij hem aan de slag kan. Die garantie moet bestaan uit een nieuw (tijdelijk of vaste) contract dat ingaat binnen 6 maanden, te rekenen vanaf het moment waarop het tijdelijke contract eindigt. De kosten voortkomende uit een 15
studieovereenkomst (art. 8 lid 6) kunnen voor verrekening met de wettelijk bepaalde “transitievergoeding” in aanmerking worden genomen. 6. Studiekostenovereenkomst Bij Archeon gaat de werknemer een studiekostenovereenkomst aan waarin staat dat (een gedeelte van) de kosten van de opleiding moet worden terugbetaald wanneer de werknemer binnen een bepaalde periode na het afronden van de studie uit dienst gaat. Deze kosten komen in aanmerking voor verrekening met de transitievergoeding (Art. 8 lid 5). 7. Opzegtermijn Bij tussentijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst geldt voor werkgever en werknemer een gelijke opzegtermijn welke termijn in de individuele arbeidsovereenkomst wordt opgenomen.
16
Artikel 9 Dienstrooster, arbeidstijd en rusttijd 1. Voor alle werknemers zijn de volgende bepalingen van toepassing: a. de werknemer werkt op wisselende tijden/dagen; b. in de arbeidsovereenkomst is een gegarandeerde arbeidstijd per jaar opgenomen; c. de minimale omvang van de arbeidsovereenkomst is vastgesteld op 180 uur per jaar; d. de minimale omvang van de arbeidsovereenkomst voor een hulpkracht is vastgesteld op 150 uur per jaar of 12 uur per maand. 2. Salarisbetaling De werknemer ontvangt per maand het voor hem geldende schaalsalaris naar evenredigheid van het gemiddeld overeengekomen aantal uren, afgeleid van het aantal uren per jaar gedeeld door 12 maanden. 3. Dienstrooster De werknemer is werkzaam volgens een dienstrooster. Het dienstrooster wordt door de werkgever, na overleg met de werknemer, vastgesteld met inachtneming van de volgende regels ten aanzien van de arbeidstijd. 4. Normale arbeidstijd a. De normale arbeidstijd bedraagt per volledig kalenderjaar 2080 uren. b. Archeon kan afwijken van de normale arbeidstijd, met in achtneming van het overige in dit artikel bepaalde. c. Archeon kan in overleg met de Ondernemingsraad of Personeelsvertegenwoordiging een refertejaar vaststellen, dat afwijkt van het normale kalenderjaar. Binnen 6 maanden na afloop van het kalenderjaar dan wel het refertejaar moeten de min- en plusuren zijn gecompenseerd. Van de min- en plusuren wordt een registratie bijgehouden. 5. Normale arbeidstijd voor leerlingen De normale arbeidstijd voor leerlingen bedraagt 40 uur per week waarin altijd 6 uren zijn begrepen waarin de leerling onderwijs volgt. De leerling is verplicht om in de schoolvakanties arbeid te verrichten. 6. Maximale roostertijd en rusttijd A. Maximale arbeidstijd voor de werknemer van 18 jaar en ouder: maximaal 12 uur per dag; maximaal 52 uur per week; maximaal 205 uur in de vier weken; maximaal op zeven dagen aaneengesloten arbeid; acht vrije dagen in de vier weken met een minimum van één dag per week. Van deze acht vrije dagen dienen minimaal twee maal twee dagen aaneengesloten te zijn. De in de Arbeidstijdenwet voorgeschreven minimum
17
rusttijden dienen bij de toepassing van deze bepaling in acht te worden genomen. B.
Maximale roostertijden voor de werknemer van 18 jaar en ouder: maximaal 10 uur per dag; maximaal 45 uur per week; maximaal 180 uur per vier weken; acht vrije dagen in de vier weken met een minimum van één dag per week. Van deze acht vrije dagen dienen minimaal twee maal twee dagen aaneengesloten te zijn. De in de Arbeidstijdenwet voorgeschreven minimum rusttijden dienen bij de toepassing van deze bepaling in acht te worden genomen. A.
Maximale arbeidstijd voor de werknemer jonger dan 18 jaar: maximaal 9 uur per dag; maximaal 45 uur per week; maximaal 160 uur in de vier weken; maximaal op zes dagen aaneengesloten arbeid; acht vrije dagen in de vier weken met een minimum van één dag per week. Van deze acht vrije dagen dienen minimaal twee maal twee dagen aaneengesloten te zijn. De in de Arbeidstijdenwet voorgeschreven minimum rusttijden dienen bij de toepassing van deze bepaling in acht te worden genomen. B.
Maximale roostertijd voor de werknemer jonger dan 18 jaar: maximaal 9 uur per dag; maximaal 40 uur per week; maximaal 152 uur in de vier weken; maximaal op zes dagen aaneengesloten arbeid; acht vrije dagen in de vier weken met een minimum van één dag per week. Van deze acht vrije dagen dienen minimaal twee maal twee dagen aaneengesloten te zijn. De in de Arbeidstijdenwet voorgeschreven minimum rusttijden dienen bij de toepassing van deze bepaling in acht te worden genomen. Voor de toepassing van de hier genoemde normen gelden de uren waarop de leerling onderwijs volgt als arbeidstijd. 7. Vrij weekend Op jaarbasis heeft de werknemer recht op 17 maal per jaar een vrij weekend, waaronder wordt verstaan een vrije zaterdag en zondag of een vrije zondag en maandag, of een vrije vrijdag en zaterdag. 8. Onafgebroken rusttijd De onafgebroken rusttijd tussen 2 diensten bedraagt minimaal 11 uur. Voor de werknemer jonger dan 18 jaar geldt: een onafgebroken rusttijd van 18
minimaal 12 uur, waaronder begrepen de uren liggend tussen 23.00 en 07.00 uur. 9. Pauzes Na maximaal 5,5 uur werken is een pauze van een half uur verplicht. Pauzes van minder dan 15 minuten worden tot de arbeidstijd gerekend. Voor personen onder de 18 jaar na 4,5 uur werken pauze verplicht. 10. Vrije feestdagen De werkgever mag de werknemer, met uitzondering van de hulpkracht, op 2 erkende feestdagen per kalenderjaar niet inroosteren. Werknemers mogen een verzoek in dienen bij de werkgever om 2 Christelijke feestdagen om te ruilen voor andere feestdagen op basis van hun religie. Zij dienen de betreffende data wel jaarlijks schriftelijk kenbaar te maken aan de werkgever.
19
Artikel 10 Urenadministratie 1. Mededeling rooster L!nda a. De werknemer ontvangt van de werkgever uiterlijk 2 weken van tevoren, mededeling van het dienstrooster waarin hij zijn werkzaamheden dient te verrichten. Als dit, gezien de aard van het werk of de aard van de arbeidsovereenkomst onmogelijk is, dan ontvangt de werknemer 4 weken tevoren een opgave van de vrije dagen en minimaal 4 dagen tevoren het dienstrooster. b. De flexitimer, met een contract minder 2080 uur per jaar, heeft het recht tot uiterlijk 3 weken voorafgaand aan de roosterweek van werken aan te geven op welke dagen of roostertijden hij niet beschikbaar is, tenzij er vaste (rooster) afspraken zijn. Eén en ander laat onverlet de overeengekomen arbeidstijd. c. De werkgever en de werknemer zijn verplicht met de overeengekomen arbeidstijd rekening te houden. 2. Administratie compensatie-uren L!inda De werkgever dient een administratie bij te houden van de compensatie in vrije tijd, waarop de werknemer op grond van de artikelen 9, 11 en 15 van deze CAO recht heeft. De compensatierechten worden maandelijks dan wel per periode verantwoord. De werknemer dient een afschrift te ontvangen van deze registratie. De werkgever berekent elk jaar op 31 december of op het einde van het vastgestelde refertejaar het saldo van de per die datum nog openstaande compensatie-uren. De per 31 december of op het einde van het refertejaar nog resterende compensatie-uren dienen uiterlijk in de daarop volgende 6 maanden door de werkgever te worden toegekend in vrije tijd. Als het niet mogelijk is om alle compensatie-uren binnen de periode van 6 maanden te compenseren in vrije tijd, moeten uiterlijk in de zevende maand volgende op 31 december of het einde van het refertejaar de nog resterende overuren worden uitbetaald conform het bepaalde in artikel 11 lid 3 sub d. De gecompenseerde uren dienen geregistreerd te zijn, zie boven, anders worden deze uren beschouwd als niet gecompenseerd. 3. Administratie plus- en minuren L!nda De werkgever dient een administratie bij te houden van plus- en minuren van alle werknemers. De algemene norm is uitgewerkt in lid 4 en 5 van dit artikel. 4. Spaarsysteem voor plusuren De werkgever kan voor alle werknemers een spaarsysteem hanteren voor het sparen van plusuren boven het gemiddelde aantal uren, afgeleid van het jaaraantal in de arbeidsovereenkomst overeengekomen uren, per maand/periode. 5. Administratie uren L!nda De werkgever dient, binnen de gestelde regels van dit artikel, een administratie bij te houden van gewerkte uren (zie bijlage 6) De jaaruren zijn in het contract vastgesteld en de werkgever dient per maand of periode voor 20
werknemer de gewerkte uren ten opzichte van de jaaruren inzichtelijk te maken. 6. Bindend verklaring L!nda De door werkgever bij te houden administratie van gewerkte uren worden geregistreerd via de applicatie L!nda. Voor de werknemer en werkgever zijn de in L!nda geregistreerde gewerkte uren bindend zodra deze door de daartoe door werkgever aangestelde en bevoegde leidinggevende zijn goedgekeurd. Werknemer wordt in de gelegenheid gesteld om tot en met de dinsdag volgende op een afgesloten week bij zijn leidinggevende eventuele fouten in de urenregistratie door te geven. De leidinggevende is bevoegd en verantwoordelijk om eventuele fouten tijdig te herstellen.
21
Artikel 11 Overwerk en vergoeding van overwerk 1. Definitie overuren Als overuren worden beschouwd de door of namens de werkgever opgedragen arbeid waardoor de arbeidstijd van 2080 uur in een kalenderjaar of refertejaar wordt overschreden. Tot overuren worden gerekend de meer dan 2080 uur in een jaar gewerkte uren. 2. Normen Een werknemer mag in een jaar niet meer dan 200 uren overwerken. 3. Compensatie in vrije tijd a. Overuren worden vergoed in de vorm van vrije tijd. Voor ieder uur overwerk geldt een vergoeding van één uur vrije tijd. b. De werkgever kan voor de vergoeding van overuren een spaarsysteem hanteren. c. Het tijdstip waarop de vervangende vrije tijd wordt genoten, wordt na overleg met de werknemer door de werkgever vastgesteld. d. Indien overuren niet gecompenseerd kunnen worden in vrije tijd binnen de 6 maanden termijn, zoals genoemd in artikel 10 lid 2, na 31 december of na het einde van het refertejaar, worden deze uren uitbetaald tegen 100% van het uurloon. 4. Uitzondering Overwerk hoeft niet te worden verricht door zwangere werkneemsters.
22
Artikel 12 Functie-indeling en beroepsprocedure 1. Functie-indeling a. Bij de functie-indeling dient de werkgever gebruik te maken van het Handboek functie-indeling Recreatie. b. De werkgever stelt de functie vast door een omschrijving te maken van de belangrijkste taken en verantwoordelijkheden die aan de werknemer worden opgedragen. c. De werkgever vergelijkt de functieomschrijving met de niveaubeschrijvingen van de op de werknemer betrekking hebbende functiesoort. d. De functie wordt ingedeeld in het, op basis van de onder c beschreven procedure, gevonden functieniveau. e. De werkgever is verplicht de werknemer mede te delen in welk functieniveau de door hem te vervullen functie wordt ingedeeld. 2. Uitzondering De leerling, de stagiair of de deelnemer aan een arbeidsmarktproject worden niet ingedeeld volgens de hierboven beschreven methode. De lonen voor de leerling en de deelnemer aan een arbeidsmarktproject zijn vastgelegd in artikel 14. Stagiaires ontvangen een stagevergoeding die wordt vastgesteld door de opleiding. 3. Beroepsmogelijkheid functie-indeling a. De werkgever is verantwoordelijk voor de juiste indeling van de functie. b. Is de werknemer het niet eens met de indeling of is hij van mening dat de functie zodanig is gewijzigd dat de indeling moet worden herzien, dan probeert de werknemer in goed overleg met de direct leidinggevende dan wel de werkgever, tot een oplossing te komen. Aan deze overlegfase is een termijn gebonden van ten hoogste 30 dagen. c. Wanneer de onder sub b genoemde overlegfase voor de werknemer niet tot een bevredigende oplossing heeft geleid, dan kan de werknemer zich, indien door de werkgever een interne geschillencommissie in het bedrijf is ingesteld, wenden tot deze geschillencommissie. In deze commissie dienen werkgevers en werknemerspartij gelijk te zijn vertegenwoordigd. d. De interne geschillencommissie doet uitspraak binnen 30 dagen in de vorm van een advies aan de werkgever. De werkgever dient vervolgens binnen 14 dagen kenbaar te maken of hij zijn eerdere beslissing herziet dan wel handhaaft.
23
Artikel 13 Toepassing van de salarisschalen 1. Loon vakvolwassen werknemer De vakvolwassen leeftijd bedraagt 22½ jaar. De werknemer die de vakvolwassen leeftijd heeft bereikt, ontvangt het schaalsalaris zoals aangegeven in en behorende bij het functieniveau waarin zijn functie is ingedeeld, zoals weergegeven in bijlage 1A. De werknemer ontvangt bij indiensttreding als regel het minimum schaalsalaris. De werkgever kan de werknemer op grond van kennis en/of ervaring een hoger salaris toekennen dan dat bij het minimum schaalsalaris (zie art.13 lid 3 en 4) 2. Combinatiefunctie Bij een combinatie van werkzaamheden kan het voorkomen dat één en dezelfde functie zodanig verschillende elementen bevat dat deze functie volgens verschillende functiesoorten moet worden ingedeeld. Indien de niveaubeschrijvingen van de betreffende functiesoorten naar hetzelfde niveau verwijzen, dan is dit niveau van toepassing bij de indeling van de functie. Indien de niveaubeschrijvingen niet naar hetzelfde niveau verwijzen, geldt dat het loon wordt berekend als een gewogen gemiddelde van de lonen behorend bij de betreffende niveaus van de verschillende functiesoorten, mits de betreffende werkzaamheden van een afwijkend niveau gedurende een aaneengesloten periode van minimaal 6 weken worden verricht. 3. Wachtperiodieken Een werknemer kan gedurende maximaal 1040 uur worden ingedeeld in een wachtperiodiek. Wanneer de werknemer meer dan 1040 uur heeft gewerkt, wordt deze met ingang van de eerstvolgende salarisbetaling ingedeeld op het niveau van het minimum salaris van de schaal waarin betrokken werknemer is ingedeeld. Bij een functiewijziging mag niet opnieuw wachtperiodieken worden toegepast, wanneer de 1040 uur reeds is overschreden. 4. Relevant branche erkend diploma en salarisindeling Werknemers die in het bezit zijn van een relevant branche erkend diploma worden betaald conform het minimum salaris van de schaal waarin werknemer is ingedeeld. Zij worden geacht “vakvolwassen” te zijn. Onder een relevant branche-erkend diploma worden verstaan het aanbod van cursorisch onderwijs bij het Sociaal Fonds Recreatie alsmede van rijkswege geaccrediteerde opleidingen op het gebied van horeca, recreatie en toerisme. 5. Beoordeling a. De werkgever heeft een beoordelingssystematiek ingevoerd op grond waarvan het mogelijk is dat de hoogte van de functiejaarverhoging afwijkt op grond van een schriftelijk bevestigde en gemotiveerde beoordeling van de werknemer. b. Indien geen beoordeling plaats vindt, de werknemer niet of niet tijdig, over de wijze van beoordelen is geïnformeerd, ontvangt de vakvolwassen werknemer die op 1 januari van enig jaar minstens een vol jaar in dezelfde bedrijfsfunctie in dienst is van een werkgever, 24
telkens een functiejaarverhoging van 2%, totdat het maximum schaal salaris in de functiegroep is bereikt. 6. Jeugdlonen De werknemer die de vakvolwassen leeftijd nog niet heeft bereikt, ontvangt het schaalsalaris behorende bij zijn leeftijd en bij het functieniveau waarin zijn functie is ingedeeld, zoals aangegeven in de leeftijdsschaal en weergegeven in bijlage 1A. Leeftijdsverhogingen worden toegekend met ingang van de maand waarin de werknemer jarig is. 7. Hoger functieniveau Bij indeling in een hoger functieniveau zal het nieuwe schaalsalaris ten minste gelijk zijn aan het oude schaalsalaris vermeerderd met de helft van het verschil tussen de minimumsalarissen van de desbetreffende functieniveaus. Deze verhoging wordt toegepast met ingang van de maand/periode volgend op die waarin de plaatsing in een hoger functieniveau heeft plaatsgevonden. 8. Betaling salaris Het maandsalaris wordt per bank betaalbaar gesteld zodanig dat de werknemer hierover uiterlijk op de laatste dag van de maand of periode kan beschikken. Bij in- en uitdiensttreding, anders dan op de eerste respectievelijk laatste dag van de maand c.q. periode, wordt een evenredig deel van het maand- of periodesalaris betaald.
25
Artikel 14 Salaris hulpkrachten, leerlingen, stagiaires, deelnemers regionale arbeidsmarktprojecten 1. Hulpkracht De hulpkracht ontvangt het salaris op basis van het wettelijk minimumloon (zie bijlage 1C). 2. Leerling De leerling ontvangt gedurende het 1e leerjaar het salaris op basis van salarisschaal 1 bij 0 functieperiodieken en vanaf het 2e leerjaar het salaris op basis van salarisschaal 2 bij 0 functieperiodieken zoals weergegeven in bijlage 1A. 3. Stagiaires Stagiaires ontvangen een stagevergoeding die wordt vastgesteld door de onderwijsinstantie van de stagiaire. 4. Deelnemer arbeidsmarktproject De deelnemer aan een arbeidsmarktproject ontvangt over de dagen dat hij in het bedrijf van de werkgever werkzaam is, het salaris op basis van salarisschaal 1, zoals weergegeven in bijlage 1A.
26
Artikel 15 Toeslagen en vergoedingen 1. Feestdag Als een werknemer werkzaamheden heeft verricht op een erkende feestdag vanaf 02.00 tot en met 02.00 uur van de daaropvolgende dag heeft hij recht op vervangende vrije tijd. Deze compensatie voor het werken op feestdagen geldt niet voor de hulpkracht. 2. Nachtdienst De werknemer ontvangt voor een dienst waarvan minimaal 3 uren vallen tussen 02.00 en 06.00 uur, per gewerkt uur tussen 02.00 en 06.00 uur een toeslag van 20%; de nachttoeslag wordt gegeven in de vorm van vrije tijd. 3. Compensatie in vrije tijd a. De werkgever kan voor de compensatie-uren vanwege de regeling overwerk en/of feestdagen en/of nachtdienst opgebouwde vrije tijd een spaarsysteem hanteren. b. De werkgever berekent elk jaar op 31 december of op het einde van het refertejaar het saldo van de per die datum nog openstaande te compenseren vrije tijd. De per 31 december of op het einde van het refertejaar nog resterende te compenseren vrije tijd dient uiterlijk in de daarop volgende 6 maanden door de werkgever te worden toegekend in vrije tijd. Als het niet mogelijk is om alle te compenseren vrije tijd binnen de periode van 6 maanden toe te kennen in vrije tijd, moet uiterlijk in de zevende maand volgende op 31 december of op het einde van het refertejaar de nog resterende te compenseren vrije tijd worden uitbetaald conform het bepaalde in lid 4 van dit artikel. c. De compensatie in vrije tijd wordt opgenomen in hele uren. Het tijdstip waarop de vervangende vrije tijd wordt genoten, wordt na overleg met de werknemer door de werkgever vastgesteld. 4. Uitbetaling niet-gecompenseerde uren per 1 juli of 6 maanden na het einde van het refertejaar De vanwege de regeling overwerk en/of werken op feestdagen en/of nachtdienst opgebouwde vrije tijd dient, voor zover niet opgenomen binnen de in lid 3 van dit artikel genoemde periode, te worden uitbetaald. De uren vanwege overwerk worden tegen 100% uitbetaald, de uren vanwege het werken op feestdagen worden tegen 100% uitbetaald en de uren vanwege een nachtdienst worden tegen 20% uitbetaald. 5. Keuzemogelijkheid uitbetalen van de feestdag- en de nachttoeslag Het staat de werknemer en werkgever vrij om in onderling overleg afspraken te maken over het uitbetalen van de feestdag- en de nachttoeslag. 6. Consignatievergoeding a. De werknemer die buiten het voor hem geldende dienstrooster beschikbaar dient te zijn voor de werkgever dan wel een
27
bereikbaarheidsdienst heeft, heeft geen recht op een consignatievergoeding. b. Het systeem van beschikbaar staan is in het leven geroepen voor de parkmanager om te kunnen identificeren welke werknemer als eerste opgeroepen kan worden. c. Werknemer kan in L!nda zijn beschikbaarheid aangeven.
28
Artikel 16 Vakantietoeslag 1. Vakantietoeslagjaar Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 juni van het voorafgaande kalenderjaar tot en met 31 mei van het lopende kalenderjaar of een daarmee vergelijkbaar periodejaar. De werkgever kan in de individuele arbeidsovereenkomst een andere periode bepalen dan vorengenoemd. 2. Vakantietoeslag De vakantietoeslag bedraagt 8% van het loon dat de werknemer in het vakantietoeslagjaar (1 juni tot en met 31 mei, tenzij anders vastgesteld) bij werkgever heeft verdiend. Hierin zijn niet begrepen toeslagen, eventuele gratificaties en beloning in natura. De vakantietoeslag wordt uiterlijk 31 mei uitbetaald. 3. Beëindiging dienstverband Indien het dienstverband voor de datum van uitbetaling wordt beëindigd, zal bij de laatste salarisafrekening de vakantietoeslag worden uitbetaald.
29
Artikel 17 Vakantie 1. Burgerlijk Wetboek Voor de opbouw van vakantierechten gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. 2. Vakantiedagen Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar. De werknemer heeft per vol vakantiejaar recht op 25 vakantiedagen met behoud van het salaris. 3. Naar evenredigheid De werknemer die geen vol kalenderjaar heeft gewerkt dan wel korter werkt dan de normale arbeidstijd van 2080 uur per jaar, heeft recht op de in lid 2 genoemde vakantiedagen naar evenredigheid van de voor hem geldende arbeidstijd. 4. Vaststellen van vakantie De werkgever stelt de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vast overeenkomstig de wensen van de werknemer, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. Indien de werkgever niet binnen 2 weken nadat de werknemer zijn wensen schriftelijk heeft kenbaar gemaakt, schriftelijk aan de werknemer gewichtige redenen heeft aangevoerd, is de vakantie vastgesteld overeenkomstig de wensen van de werknemer. De werknemer zal door hem geplande vakanties tijdig, minimaal twee maanden van te voren, schriftelijk aanvragen bij werkgever. 5. (Aaneengesloten) vakantiedagen De werknemer heeft voor zover voldoende opgebouwd, het recht een vakantie van 3 aaneengesloten weken op te nemen. Vakantie wordt als regel niet in het hoogseizoen opgenomen. In de periode van april tot en met september kunnen 2 weken aaneengesloten vakantie worden opgenomen. In dat geval heeft de werknemer nog recht op een aaneengesloten vakantie van één week. 6. Beëindiging dienstbetrekking Bij het beëindigen van de dienstbetrekking zal de werknemer desgewenst in de gelegenheid worden gesteld de hem nog toekomende vakantiedagen op te nemen, met dien verstande, dat deze dagen niet eenzijdig in de opzegtermijn mogen worden begrepen. Indien de werknemer de hem toekomende dagen niet heeft opgenomen, zullen deze dagen worden uitbetaald. De werkgever reikt de werknemer bij het einde van de dienstbetrekking een verklaring uit, waaruit de duur van de vakantie blijkt, welke de werknemer op dat tijdstip nog toekomt. 7. Verjaren van vakantie Resterende vakantiedagen die zijn opgebouwd voor 1 januari 2012 hebben een verjaringstermijn van vijf jaar.
30
Wettelijke vakantiedagen die zijn opgebouwd na 1 januari 2012 hebben een vervaltermijn van een half jaar na het kalenderjaar dat de vakantiedagen zijn opgebouwd. Dit geldt niet, indien de werknemer door de werkgever niet in staat is gesteld om de wettelijke vakantiedagen op te nemen of om een andere reden redelijkerwijs niet in staat is geweest om vakantie op te nemen. Voor de bovenwettelijke vakantiedagen geldt een verjaringstermijn van vijf jaar.
31
Artikel 18 Buitengewoon verlof 1. Verlof met behoud loon a. Iedere werknemer kan in overleg met werkgever aanspraak maken op maximaal 1 dag verlof met behoud van loon, bovenop het recht op vakantie conform artikel 17. Deze dag is per uur in te zetten als verlof met behoud van loon voor diverse belangrijke gebeurtenissen in het leven van de werknemer zoals: huwelijk, geboorte, begrafenis, lustrumvieringen, arts bezoek en dergelijke. De medewerker plant deze uren zo veel mogelijk buiten zijn werkdagen en –tijden. b. Bij het overlijden van echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner of kind van de werknemer heeft de werknemer recht op verlof met behoud van loon vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag na de uitvaart/crematie. De werknemer behoudt daarnaast tevens recht op de maximaal 2 dagen verlof met behoud van loon conform lid a. 2. Onbetaald verzuim Onbetaald verzuim zal in bijzondere gevallen worden toegestaan, mits: 1. de werknemer dit minstens 2 weken van tevoren aan de werkgever verzoekt; 2. er naar het oordeel van de werkgever redelijkerwijze aanleiding toe bestaat; 3. het bedrijfsbelang de afwezigheid toelaat. 3. Kortdurend zorgverlof De werknemer heeft recht op verlof voor de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van: a. echtgeno(o)te, partner of huisgeno(o)t(e) van de werknemer of een andere verzorgingsbehoevende voor wie de werknemer de feitelijke verzorging heeft; b. kind of pleegkind waar de werknemer de feitelijke verzorging voor draagt; of c. een ouder; d. een bloedverwant in de tweede graad; e. degene die, zonder dat er sprake is van een arbeidsrelatie, deel uitmaakt van de huishouding van de werknemer; f. degene met wie de werknemer anderszins een sociale relatie heeft, voor zover de te verlenen verzorging rechtstreeks voortvloeit uit die relatie en redelijkerwijs door de werknemer moet worden verleend . Het verlof bedraagt per kalenderjaar ten hoogste driemaal de arbeidstijd per week (maximaal 15 dagen). De werknemer heeft gedurende de eerste week recht op 100% doorbetaling van het loon. De werknemer heeft gedurende de tweede en derde week recht op 70% doorbetaling van het loon. De 30% loonderving kan gecompenseerd worden door het inhalen van werkuren of door het inleveren van bovenwettelijke vakantiedagen of opgebouwde compensatietijd.
32
4. Palliatief verlof Palliatief verlof (verzorgend verlof in het kader van stervensbegeleiding) is van toepassing bij ziekte van een kind, partner of huisgeno(o)t(e) van de werknemer of een andere verzorgingsbehoevende voor wie de werknemer de feitelijke verzorging heeft. Aan de werknemer wordt palliatief verlof verleend zonder behoud van loon. De duur van het verlof wordt in overleg tussen werkgever en werknemer vastgelegd. Deze zal voldoende dienen te zijn om de eerste opvang te geven en een meer duurzame oplossing te zoeken en mag in totaal niet meer bedragen dan 10 dagen per jaar. 5. Calamiteitenverlof Calamiteitenverlof is bedoeld voor onvoorziene noodsituaties en waarin acuut vrij moet worden genomen om persoonlijke actie te kunnen nemen of wegens zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden. Dit verlof is bijvoorbeeld van toepassing bij het regelen van oppas voor een ziek kind of het noodgedwongen thuisblijven in verband met een gesprongen waterleiding. Aan de werknemer wordt ingeval van een calamiteit buitengewoon verlof verleend zonder behoud van loon voor een naar billijkheid te berekenen tijd, waarbij de werknemer het recht krijgt om de loonderving te compenseren, hetzij door de werktijd in te halen hetzij door het inleveren van bovenwettelijke vakantiedagen of opgebouwde compensatietijd. 6. Adoptieverlof Bij adoptie heeft de werknemer gedurende een tijdvak van 18 weken recht op 4 weken verlof zonder behoud van loon. (Wel bestaat er recht op een uitkering krachtens de Wet Arbeid en Zorg.) Het recht bestaat vanaf 2 weken voor de eerste dag dat de feitelijke opneming ter adoptie een aanvang heeft genomen. 7. Ouderschapsverlof Met betrekking tot ouderschapsverlof is het bepaalde in artikel 7:644 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Deze regeling houdt kort samengevat het volgende in: a. de werknemer die ten minste één jaar in dienst is van de werkgever heeft recht op verlof zonder behoud van loon, als de werknemer in familierechtelijke betrekking staat tot het kind, dan wel blijvend de verzorging en opvoeding van het kind op zich heeft genomen en met het kind op hetzelfde adres woont; b. dit recht op verlof bestaat tot het kind de leeftijd van 8 jaar heeft bereikt; c. het totale aantal uren verlof bedraagt maximaal de arbeidstijd per week, gerekend over een periode van 13 weken (= 13 x arbeidstijd per week) uitgaande van de garantie-uren per week kan de werknemer maximaal de helft van de arbeidstijd per week aan verlofuren opnemen verdeeld over een periode van maximaal 6 maanden; d. de werknemer dient het voornemen tot het opnemen van ouderschapsverlof en de wijze van invulling daarvan ten minste 3 maanden voor de ingangsdatum te melden bij de werkgever;
33
e. de werkgever kan tot 4 weken voor de ingangsdatum van het verlof en na overleg met de werknemer, de spreiding van de uren over de week op grond van gewichtige redenen wijzigen; f. per week kan de werknemer maximaal de helft van de arbeidstijd per week aan verlofuren opnemen verdeeld over een periode van maximaal 6 maanden; g. de werknemer dient het voornemen tot het opnemen van ouderschapsverlof en de wijze van invulling daarvan ten minste 3 maanden voor de ingangsdatum te melden bij de werkgever; h. de werkgever kan tot 4 weken voor de ingangsdatum van het verlof en na overleg met de werknemer, de spreiding van de uren over de week op grond van gewichtige redenen wijzigen. 8. Gelijkstelling met huwelijk De ongehuwde werknemer die duurzaam een gezamenlijk huishouden voert met een partner heeft dezelfde rechten op buitengewoon verlof als de gehuwde werknemer. Indien in deze situatie een wijziging optreedt, is de werknemer verplicht dit aan werkgever mee te delen, bij gebreke waarvan hij geen aanspraak kan maken op buitengewoon verlof.
34
Artikel 19 Scholing en educatief verlof Cursus op verzoek van werkgever Indien de werknemer op verzoek van de werkgever een cursus volgt voor het behalen van bijvoorbeeld een EHBO of BHV-diploma en/of Sociale Hygiëne en Bedrijfshygiëne of een bijscholingscursus voor het onderhoud van deze diploma’s worden de kosten hiervan vergoed door de werkgever. De cursustijd geldt als werktijd.
35
Artikel 20 Leerlingen en praktijkbegeleiders 1. Leerbedrijven De leerling kan werkzaam zijn in Archeon dat als leerbedrijf is erkend door een Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB) of haar rechtsopvolger, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. 2. Arbeidsovereenkomst voor leerlingen a. De werkgever is verplicht met een leerling een schriftelijke arbeidsovereenkomst af te sluiten. Deze schriftelijke arbeidsovereenkomst dient te worden afgesloten voor minimaal 28 uur per week inclusief de 6 uren waarin de leerling onderwijs volgt. b. De schriftelijke arbeidsovereenkomst voor leerlingen wordt in tweevoud opgemaakt. De werkgever is verplicht de leerling voor de aanvang van het dienstverband een exemplaar van de schriftelijke arbeidsovereenkomst te verstrekken. 3. Praktijkovereenkomst Door het bevoegde gezag van de onderwijsinstelling waar de leerling een opleiding geniet dient een praktijkovereenkomst te zijn afgesloten tussen de onderwijsinstelling, de werkgever en de leerling, mede ondertekend door het KBB. of haar rechtsopvolger, de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. 4. Koppeling praktijkovereenkomst/arbeidsovereenkomst voor leerlingen De arbeidsovereenkomst voor leerlingen en de praktijkovereenkomst zijn aan elkaar gekoppeld. Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst voor leerlingen vervalt indien de praktijkovereenkomst eindigt en de praktijkovereenkomst vervalt indien de arbeidsovereenkomst voor leerlingen eindigt. De arbeidsovereenkomst en praktijkovereenkomst dienen eenzelfde looptijd te hebben. Als de praktijkovereenkomst eindigt als gevolg van het afleggen van een examen, wordt het examen als afgelegd beschouwd op de laatste dag van de looptijd van de arbeidsovereenkomst voor leerlingen. 5. Schoolbezoek a. De werkgever is verplicht de leerling in de gelegenheid te stellen het aanvullend theoretisch en beroepsbegeleidend onderwijs te volgen aan de onderwijsinstelling bedoeld in de praktijkovereenkomst. b. De werkgever mag de leerling niet verplichten om op de schooldag, nadat de school is bezocht, nog in het leerbedrijf te komen werken. 6. De praktijkbegeleider en het praktijkbegeleidersoverleg a. De praktijkbegeleider is degene die in een door een KBB erkend leerbedrijf het praktijkgedeelte van de opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg, vallend onder de WEB, verzorgt.
36
b. De praktijkbegeleider is verplicht het praktijkbegeleidersoverleg bij te wonen. c. De werkgever dient de praktijkbegeleider in de gelegenheid te stellen dit praktijkbegeleidersoverleg binnen de arbeidstijd bij te wonen voor maximaal 4 maal een halve dag per jaar. De praktijkbegeleider kan op een dergelijke dag slechts worden verplicht een halve werkdag in het leerbedrijf werkzaam te zijn. Bij het niet naleven van deze verplichting kan het KBB de erkenning van het leerbedrijf intrekken.
37
Artikel 21 Arbeidsongeschiktheid 1. Verplichtingen werknemer De werknemer, die wegens ziekte niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten is gehouden: a. de werkgever direct van de arbeidsongeschiktheid en van de vermoedelijke duur daarvan op de hoogte te stellen; b. zonodig geneeskundige hulp in te roepen; c. zich te houden aan de meldings-, controle- en andere voorschriften zoals opgenomen in bijlage 3, die deel uitmaakt van deze CAO; d. na zijn herstel de werkgever direct daarvan in kennis te stellen en de werkzaamheden te hervatten. 2. Loondoorbetaling De werknemer die wegens ziekte niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten, behoudt gedurende het eerste ziektejaar 70% van het naar tijdruimte vastgestelde dagloon, en ten minste het voor hem geldende wettelijke minimumloon en het tweede ziektejaar 70% van het naar tijdruimte vastgestelde dagloon met uitsluiting van de hiervoor genoemde ten minste bepaling. 3. Wachtdagen De eerste twee ziektedagen gelden als wachtdagen waarop het recht van loondoorbetaling niet van toepassing is. Op wachtdagen is lid 5 van dit artikel van toepassing. Uitzondering De werknemer heeft het in lid 2 van dit artikel bedoeld recht op loondoorbetaling niet wanneer hij op grond van artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek geen recht heeft op doorbetaling van 70% van zijn loon. 4. Controle- en sanctievoorschriften De werkgever is gerechtigd in geval van overtreding van de in bijlage 3 onder A vermelde controlevoorschriften de loondoorbetaling zoals bepaald in lid 2 van dit artikel te korten tot 70% van het loon met een minimum van het wettelijk minimumloon, met inachtneming van de in bovengenoemde bijlage onder B vermelde sanctievoorschriften. In overleg met de Ondernemingsraad of de Personeelsvertegenwoordiging mag van de regels in bijlage 3 worden afgeweken, met dien verstande, dat wat betreft de sancties onder B alleen in voor de werknemer gunstige zin mag worden afgeweken. 5. Opeenvolgende ziektegevallen Voor de toepassing van dit artikel worden ziekmeldingen die elkaar met een tussenpoos van minder dan 4 weken opvolgen, als één ziekmelding gezien. 6. Voor zover dienstverband voortduurt
38
Doorbetaling van loon bij ziekte vindt alleen plaats voor zover en zolang het dienstverband voortduurt. 7. Verhaalsrecht Indien een werkgever op grond van het bepaalde in dit artikel verplicht is tijdens ziekte of arbeidsongeschiktheid het loon van een zieke werknemer door te betalen, heeft hij, indien de ongeschiktheid tot werken van de werknemer het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, ten opzichte van de ander recht op schadevergoeding als gevolg van artikel 6:107a Burgerlijk Wetboek.
39
Artikel 22 Publicatierecht De werkgever zal op verzoek van de Ondernemingsraad, publicatieborden op de daartoe bestemde plaatsen ter beschikking stellen voor: het doen van mededelingen van zakelijke aard ten aanzien van de eigen onderneming of de eigen bedrijfstak; het bekend maken van de namen van de in de onderneming werkzame contactpersonen van vakorganisaties; het aankondigen van vergaderingen van vakorganisaties en de Ondernemingsraad; de kandidaatstelling van leden van de Ondernemingsraad. Een exemplaar van de te publiceren berichten en mededelingen wordt vooraf ter kennis van de werkgever gebracht. In bijzondere omstandigheden, wanneer het bedrijfsbelang dit naar het oordeel van de werkgever vordert, kan het verlenen van faciliteiten worden opgeschort. Dit zal niet geschieden dan na tijdige voorafgaande kennisgeving aan de OR. In overleg met de bedrijfsleiding kan vergaderruimte binnen de onderneming ten behoeve van vergadering en in het algemeen ten behoeve van het onderhouden van contacten met leden van vakorganisaties, beschikbaar worden gesteld. Het gebruik van deze vergaderruimte geschiedt buiten de normale werktijden, op basis van een tijdig ingediende aanvraag bij de bedrijfsleiding.
40
Artikel 23 Duur van deze overeenkomst 1. Verworven rechten Rechtens geldende gunstiger arbeidsvoorwaarden worden gehandhaafd. 2. Looptijd Deze overeenkomst is aangegaan voor een periode van 1 januari 2016 tot 1 januari 2018. 3. Stilzwijgende verlenging Indien geen der partijen uiterlijk 2 maanden voor het tijdstip, waarop deze overeenkomst eindigt, schriftelijk te kennen heeft gegeven dat zij de overeenkomst wenst te beëindigen of te wijzigen, zal de overeenkomst telkens met een looptijd van een half jaar worden geacht te zijn verlengd.
Partij ter ener zijde:
VOF Archeon Novum, J.P. Veldman Plaats: Alphen aan den Rijn
Datum: 30 december 2015
Partij ter andere zijde:
Ondernemingsraad Archeon Novum, R.J. Blom Plaats Alphen aan den Rijn
Datum: 30 december 2015
41
Bijlage 1A salarisschalen in uren per 01-01-2016 Functie niveau
0
1
2
3
5
4
6
Wachtperiodiek maximaal 1040 8,80 uur* Minimum
8,80
8,80
8,80
8,80
9,31
9,57
9,99
10,44 11,31
12,18
Maximum 8.80 schaalsalaris**
9.31
9.91
10.44
10.93 11.91
13.07
schaalsalaris**
* wachtperiodiek is wettelijk minimum uurloon 23 jaar en ouder gebaseerd op 40 urige werkweek per 1 januari 2016 (zie bijlage 1c)
Bijlage 1B salarisschalen in uren per 01-01-2017 Functie 0
1
niveau
2
3
4
5
6
Wachtperiodiek maximaal 1040 8,80 uur* Minimum
8,80
8,80
8,80
8,80
9,36
9,61
10,04
10,49 11,36 12,24
Maximum 8.80 schaalsalaris**
9,36
10.23
10.77
11.28 12.29 13.48
schaalsalaris**
* wachtperiodiek is wettelijk minimum uurloon 23 jaar en ouder gebaseerd op 40 urige werkweek per 1 januari 2017 (zie bijlage 1c) Groep salaris: het bruto bedrag per uur tussen het minimum schaalsalaris en het maximum schaalsalaris vermeld in de schalen. Jeugdlonen: schaalsalaris berekend met onderstaande jeugdloonpercentage op basis van het minimum schaalsalaris. 42
Jeugdloon
15 jaar = 35% 16 jaar = 37,5% 17 jaar = 42,5% 18 jaar = 50% 19 jaar = 60% 20 jaar = 70% 21 jaar = 80% 22 jaar = 90%
De schaalsalarissen worden verhoogd met het percentage dat in de CAO Archeon wordt overeengekomen tot het einde van de looptijd van deze CAO Archeon, m.u.v. de wachtperiodiek. De wachtperiodiek is conform het wettelijk minimum uurloon voor een 23 jarige gebaseerd op een 40-urige werkweek.
Bijlage1C WETTELIJK MINIMUMLOON Het wettelijk bruto minimum uurloon, gebaseerd op een 40 urige werkweek, bedraagt per 1 januari 2016: leeftijd 23 jaar en ouder
8,80
22 jaar
7,48
21 jaar
6,38
20 jaar
5,41
19 jaar
4,62
18 jaar
4,01
17 jaar
3,48
16 jaar
3,04
15 jaar
2,64
In geval van aanpassing van het wettelijk minimumloon gedurende de looptijd van deze CAO gelden de nieuwe wettelijke bedragen.
43
Bijlage 2 Functiematrix
44
Bijlage 3 Controleregels Controleregels in het kader van de bestrijding van ziekteverzuim A. Hieronder volgen de in artikel 21 lid 4 bedoelde controlevoorschriften I. Ziekmelding a. De werknemer dient zich bij ziekte voor aanvangstijdstip van de werkzaamheden ziek te melden bij de personeelsadministratie. Dit dient te gebeuren op de wijze zoals vermeld in het Arbeidsreglement. Hierbij moet melding worden gemaakt van de verwachte duur en het verpleegadres (als dit afwijkend is van het woonadres). b. De werknemer moet binnen 24 uur een zogenaamde “eigen verklaring” invullen en op sturen naar de Arbo-dienst, als de werknemer deze van de Arbodienst ontvangt. II. Maak contact mogelijk a. De werknemer moet beschikbaar zijn voor contact. De werknemer moet thuis blijven tot het eerste bezoek van de controlerende instantie. b. Na het eerste bezoek mag de werknemer (als de controlerende instantie daar geen bezwaar tegen heeft) buitenshuis gaan, maar moet de eerste drie weken wel thuis te zijn ‘s morgens tot 10.00 uur en ‘s middags van 12.00 tot 14.30 uur. In overleg met de arts van de Arbo-dienst kan hiervan worden afgeweken. c. Een eventuele verandering van verpleegadres moet binnen 24 uur aan de werkgever worden doorgegeven. d. Bij een ziekmelding tijdens verblijf in het buitenland moet de werknemer in overleg met de arts van de Arbo-dienst, als het maar enigszins mogelijk is, direct naar Nederland terugkeren. e. Tijdens arbeidsongeschiktheid moet voor een meerdaags verblijf in het buitenland toestemming zijn gegeven door de controlerende instantie. III. Genezing niet belemmeren De werknemer mag zich tijdens de arbeidsongeschiktheid niet zodanig gedragen dat de genezing wordt belemmerd. De beoordeling hiervan is aan de controlerende instantie. IV. Behandeling a. De werknemer moet tijdens de arbeidsongeschiktheid de voorschriften van de behandelende arts opvolgen. b. De werknemer geeft gehoor aan een oproep van de arts van de Arbodienst om op het spreekuur te verschijnen. c. De werknemer verstrekt aan de arts van de Arbo-dienst de nodige inlichtingen en werkt zo nodig mee aan een geneeskundig onderzoek. V. Herintreding De werknemer aanvaardt door de werkgever aangeboden passende arbeid; één en ander in overleg met de arts van de Arbo-dienst. VI.
Hervatten bij herstel 45
a. De werknemer hervat bij herstel het werk. De werknemer meldt zich tijdig bij de personeelsadministratie via de in lid I genoemde procedure voor deze werkhervatting. Als de werknemer het werk niet hervat, wordt dit door de werkgever gemeld aan de Arbo-dienst en moet de werknemer op het eerstvolgende spreekuur van de arts van de Arbo-dienst verschijnen. b. Als de werknemer opnieuw het werk staakt binnen drie dagen na werkhervatting, moet de werknemer op het eerstvolgende spreekuur van de arts van de Arbo-dienst verschijnen. Als de werknemer bezwaar maakt tegen de herstelverklaring zal de werknemer de bezwaren direct aan de arts van de Arbo-dienst kenbaar maken. Als het werk niet wordt hervat, zal de werkgever de loondoorbetaling stopzetten. De werknemer zal vervolgens een UWV-arts om een zogenaamd deskundigenoordeel vragen dat leidt tot inzicht in het geschil. Als de werknemer in het gelijk wordt gesteld, zal met terugwerkende kracht het loon worden doorbetaald. Als de werknemer in het ongelijk wordt gesteld, moet het werk direct worden hervat. B. Hieronder volgen de in artikel 21 lid 4 sancties Van sancties kan alleen sprake zijn wanneer de werkgever is aangesloten bij een Arbo-dienst; sancties kunnen alleen worden toegepast als de werknemer vooraf schriftelijk een exemplaar van de controlevoorschriften en sancties heeft ontvangen. I. a. b.
Ziekmelding te late ziekmelding; eigen verklaring niet/te laat teruggezonden.
II. a. b. c. d. e.
Maak contact mogelijk niet thuis bij het eerste bezoek; niet thuis gedurende de eerste drie weken; onjuiste adres opgegeven; geen overleg tijdens ziekte in het buitenland, tenzij dit gezien de lokale omstandigheden van de werknemer niet kan worden verlangd; verblijf in het buitenland zonder toestemming.
III. a.
Genezing niet belemmeren zonder toestemming arbeid verrichten.
IV. a. b.
Behandeling niet meewerken aan een noodzakelijke behandeling; niet voldoen aan een oproep om te verschijnen bij de arts van de Arbodienst; geen of onvoldoende inlichtingen verstrekken.
c. V.
Herintreding Geen aanvaarding van passende arbeid.
VI. a. b.
Hervatten bij herstel het niet naar het spreekuur van de arts van de Arbo-dienst gaan; het niet beter melden bij de Arbo-dienst.
46
Toepassing van de Wet Verbetering Poortwachter Naast bovenstaande controleregels is de Wet Verbetering Poortwachter van toepassing. Gedurende de ziekteperiode moeten werkgever en werknemer een aantal stappen ondernemen die de (re)integratie naar eigen of ander werk bevorderen. Hieronder is het tijdpad opgenomen met de te nemen stappen. Reïntegratiekalender Van ziekmelding tot reïntegratie 1e – 7e ziektedag: Melding van zieke werknemer aan de bedrijfsarts of Arbodienst uiterlijk week 6:
De bedrijfsarts of Arbodienst moet (dreigend) langdurig verzuim en arbeidsconflicten signaleren en adviseren over de mogelijkheden tot herstel en werkhervatting.
vanaf minimaal zes:Als het dienstverband eindigt, stelt de werkgever weken ziekte samen met de werknemer een reïntegratieverslag op. De werknemer stuurt dit naar het UWV. uiterlijk week 8:
Werkgever en werknemer stellen een plan van aanpak op, op basis van het advies van de bedrijfsarts of Arbodienst.
aansluitend: Werken en reïntegratie, gedurende twee jaar. (week 8–week 104)Activiteiten: bijhouden van het reïntegratiedossier en regelmatig contact tussen werkgever, zieke werknemer en de bedrijfsarts of Arbodienst over de voortgang in het plan van aanpak (elke 6 weken). uiterlijk in week 13: Werkgever geeft de ziekmelding door aan het UWV. Werkgever krijgt van UWV een vragenlijst met een heldere toelichting. Eerstejaars beoordeling:
De werkgever en werknemer evalueren het reïntegratieverloop van het eerste jaar en bepalen eventueel toekomstige stappen.
week 52:
Indien de werknemer nog ziek is, betaalt de werkgever gedurende de eerste zes maanden in het tweede ziektejaar 85% en gedurende de tweede zes maanden in het tweede ziektejaar 80% van het loon door (en ten minste het minimumloon).
uiterlijk week 87:
Werkgever, zieke werknemer en Arbodienst stellen het reïntegratieverslag op, aan de hand van het reïntegratiedossier. 47
in week 91:
Aanvraag WIA (middels reïntegratieverslag) door werknemer bij UWV. UWV toetst of werkgever en werknemer voldoende inspanningen hebben verricht.
vanaf week 104:
1e WIA-jaar of wachttijd bij in gebreke blijven van werkgever of werknemer.
48
Bijlage 4 Model arbeidsovereenkomst De ondergetekenden: 1. de vennootschap onder firma Archeon Novum, gevestigd te Alphen aan den Rijn en kantoorhoudend te Alphen aan den Rijn, Archeonlaan 1 ten deze vertegenwoordigd door J.P. Veldman, hierna te noemen: werkgever; en 2. de heer/mevrouw […], wonende te […] aan de […], geboren op […], burgerservicenummer […], hierna te noemen: werknemer; nemen het volgende in aanmerking: werkgever neemt werknemer met ingang van […] (datum) op oproepbasis in dienst als archeotolk; partijen wensen de daarmee samenhangende voorwaarden in het hierna volgende schriftelijk vast te leggen; op deze overeenkomst is geen CAO van toepassing; werknemer verklaart door het aangaan van deze arbeidsovereenkomst dat er geen belemmeringen bestaan om bij werkgever in dienst te treden, zoals een concurrentie- en/of relatiebeding met een vorige werkgever. en verklaren te zijn overeengekomen als volgt: Algemene afspraken Werknemer treedt met ingang van […..] in dienst bij werkgever in de functie van […..] in functiegroep […..] De werknemer zal in deze functie […..] Het dienstverband is aangegaan op […] voor de duur van […] maanden en eindigt van rechtswege. Tussen partijen geldt een proeftijd van 1 maand. Dit betekent dat zowel werkgever als werknemer gedurende deze periode bevoegd is de arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder inachtneming van een opzegtermijn. Werknemer verplicht zich voorafgaand aan de indiensttreding tot het volgen van een training van vier dagdelen. De daarmee gemoeide uren zullen niet aan werknemer worden uitbetaald. Werkgever is slechts gehouden werknemer op te roepen indien en voor zover daartoe gezien het werkaanbod aanleiding bestaat. Of en in hoeverre er bij werkgever behoefte is aan de inzet van werknemer, is uitsluitend ter beoordeling van werkgever. Werknemer kan daardoor aan deze overeenkomst geen recht op tewerkstelling ontlenen. Werknemer is bereid op deze flexibele basis voor werkgever werkzaam te zijn. De werkdagen en werktijden worden door werkgever vastgesteld tussen 8.00 uur en 20.00 uur.
49
De werknemer is werkzaam volgens een dienstrooster. Het dienstrooster wordt door de werkgever, na overleg met de werknemer, vastgesteld met inachtneming van de regels ten aanzien van de arbeidstijd. Het bedrijf van werkgever is een seizoensmatig bedrijf. De bedrijfstijden zijn overdag en ’s avonds omdat de medewerker juist werkt op dagen en tijden dat de consument, de gast, vrij is. Dit vereist goed overleg over het dienstrooster waarin hij zijn werkzaamheden dient te verrichten. Dit betekent dat de medewerker in het seizoen feestdagen, weekeinden etc. beschikbaar moet zijn voor zijn werkzaamheden. Gedurende de periode november tot april zijn de bedrijfstijden aangepast omdat de openingstijden van het park beperkt zijn. a. De werknemer ontvangt van de werkgever uiterlijk 2 weken van tevoren, mededeling van het dienstrooster waarin hij zijn werkzaamheden dient te verrichten. b. Tenzij er vaste (rooster) afspraken zijn mag de werknemer tot uiterlijk 3 weken voorafgaand aan de roosterweek van werken aangeven op welke dagen of roostertijden hij niet beschikbaar is. In voorkomende gevallen kan van werknemer worden verlangd overwerk te verrichten. Onder overwerk wordt verstaan het werk dat wordt verricht buiten de voor werknemer ingeroosterde werkzaamheden. Overuren worden vergoed in de vorm van vrije tijd. Voor ieder uur overwerk geldt een vergoeding van één uur vrije tijd. Overwerk dat wordt uitbetaald gebeurt tegen het overeengekomen uurloon, tenzij werkgever met werknemer schriftelijk anders is overeengekomen. Werknemer houdt zich beschikbaar om aan een oproep van werkgever gehoor te geven. Bij een daadwerkelijke oproep is werknemer – behoudens in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden – verplicht daaraan gehoor te geven. Bij ziekte zal de oproepkracht dit onverwijld aan werkgever melden, ook indien hij niet is opgeroepen om te komen werken. De werkzaamheden zullen worden verricht op het park van werkgever te Alphen aan den Rijn, Archeonlaan 1, dan wel op een andere door werkgever aan te wijzen locatie. Rechten en verplichtingen Werknemer zal zijn persoon en werkkracht naar beste vermogen inzetten om zijn functie naar behoren te vervullen en de belangen van werkgever te bevorderen. Werknemer verklaart zich bereid tevens andere werkzaamheden te verrichten dan degene die tot de normale uitoefening van zijn functie behoren, indien dit in redelijkheid van hem kan worden verwacht. Werknemer zal tijdens het dienstverband bij werkgever zonder schriftelijke toestemming van de werkgever geen nevenwerkzaamheden verrichten welke geheel of gedeeltelijk overeenkomen met de werkzaamheden die ten behoeve van werkgever worden verricht. Werknemer zal door hem geplande vakanties tijdig, minimaal twee maanden van te voren schriftelijk aanvragen bij werkgever. Beloning
50
Het salaris van werknemer bedraagt € [….] bruto per uur. Werknemer is ingedeeld in functiegroep […] met de daarbij behorende salarisschaal. Daarnaast wordt aan werknemer maandelijks € […] bruto aan vakantiegeld en € […] bruto aan vakantiedagen uitbetaald. Werknemer wordt in de gelegenheid gesteld vakantiedagen op te nemen na overleg met werkgever. Gelet op de vergoeding van die dagen in het salaris vindt over de opgenomen vakantiedagen geen loonbetaling plaats. Gedurende de eerste periode van zes maanden dat werknemer bij werkgever in dienst zal zijn, is artikel 7:628 BW * uitdrukkelijk uitgesloten. De werknemer heeft gedurende maximaal 104 weken aanspraak op doorbetaling van 70% van het overeengekomen loon met als ondergrens het wettelijk minimumloon indien deze wegens ziekte niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten. Onder bedongen arbeid wordt verstaan arbeid die zou zijn verricht wanneer werknemer niet ziek zou zijn geworden. De eerste twee ziektedagen gelden als wachtdagen en worden niet uitbetaald. * uitgesloten wordt het recht op naar tijdruimte vastgestelde loon indien de werknemer de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen. Onkostenvergoeding Werknemer ontvangt per gewerkte dag een onkostenvergoeding voor kleding van € 0,80 netto. Opzegging van de overeenkomst Zowel werkgever als werknemer is bevoegd de oproepovereenkomst tussentijds te beëindigen, met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, waarbij geldt dat door beide partijen slechts tegen het einde van de kalendermaand kan worden opgezegd, desgevraagd onder opgave van de reden van opzegging. Huisreglementen Op deze overeenkomst zijn alle huisreglementen van toepassing waarvan aan werknemer een exemplaar digitaal is uitgereikt en waarvoor de werknemer een verklaring huisreglementen ondertekent. Werknemer is daarbij gebonden aan alle door werkgever doorgevoerde wijzigingen. Eigendommen en bescheiden werkgever Alle (digitale) eigendommen en bescheiden, waaronder (werk)materialen zoals gereedschappen, kleding, schrijfgerei, briefpapier, correspondentie, documenten en andere zaken of kopieën daarvan, welke werknemer van of namens werkgever onder zich houdt, zijn en blijven eigendom van werkgever. Behoudens schriftelijke toestemming is het werknemer niet toegestaan deze zaken voor eigen gebruik of voor derden aan te wenden. Werknemer zal deze zaken op eerste vordering aan werkgever retourneren. Werknemer zal de
51
hem toevertrouwde eigendommen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behandelen. Het auteursrecht van werken in de zin van de Auteurswet, door de medewerker tot stand gebracht en in de uitoefening van zijn functie tot stand gekomen, komt toe aan de werkgever. Alle overige werken die binnen het dienstverband en in relatie daartoe tot stand gebracht worden, zullen worden overgedragen aan de werkgever. Geheimhouding Werknemer zal gedurende de arbeidsovereenkomst, alsmede na beëindiging van de overeenkomst volstrekte geheimhouding betrachten – ook in social media- ten aanzien van alle gegevens welke werknemer bekend zijn omtrent werkgever, de activiteiten van werkgever, alsmede de relaties van werkgever of aan werkgever gelieerde ondernemingen. Indien werknemer handelt in strijd met deze verplichting zal hij aan werkgever zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, voor iedere overtreding een boetesom verbeuren ten bedrage van € 500,00 onverminderd het recht van werkgever om in plaats van de boetes volledige schadevergoeding te vorderen. Partijen komen overeen dat voornoemde boete ten goede zal komen aan werkgever. Meldingsplicht bij ziekte na einde van de overeenkomst Werknemer verplicht zich om, indien en zodra hij binnen vier weken na het einde van deze overeenkomst ziek wordt en een uitkering aanvraagt bij het UWV op grond van de Ziektewet of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, zich te melden bij werkgever en zich beschikbaar te houden voor een controle door de bedrijfsarts. Werknemer verplicht zich om, gedurende een half jaar na het einde van deze arbeidsovereenkomst, de werkgever op de hoogte te houden van de aanvragen van dergelijke uitkeringen en de beslissingen daarop. Artikel 10.
Wijzigingsbeding
De werkgever behoudt zich het recht voor om eenzijdig de arbeidsovereenkomst te wijzigen indien hij daarvoor een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemer dat door de wijziging wordt geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Artikel 11.
Toepasselijk recht
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. De Nederlandse rechter is uitsluitend bevoegd van geschillen kennis te nemen. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt te Alphen aan den Rijn op Werkgever
Werknemer 52
Bijlage 5 Bedrijfsopleiding en training bij VOF Archeon Novum Als werknemer moet je blijven leren, anders kom je buiten spel te staan. Archeon wil graag medewerkers die zich blijven ontwikkelen. Daarom is het bij Archeon mogelijk een bedrijfsopleiding of training te volgen. Bijna alle opleidingen worden in-house verzorgd. Wat verstaan we onder bedrijfsopleidingen of trainingen 'Bedrijfsopleidingen' is een breed begrip. Dit kunnen niet alleen opleidingen zijn, maar ook cursussen of trainingen. Archeon heeft ze zelf ontwikkeld om medewerkers essentiële kennis en vaardigheden bij te brengen. Aanbod De meeste bedrijfsopleidingen en trainingen die Archeon aanbiedt hebben betrekking op: De functie: bijhouden of vergroten van (vak)kennis, aanleren van extra vaardigheden, bijvoorbeeld een geschiedenistraining voor archeotolken of een certificaat voor BHV. Het functioneren: aanleren van aspecten van het functioneren die (nog) niet voldoende worden uitgevoerd, bijvoorbeeld om het presenteren onder de knie te krijgen. Carrière pad: ontwikkelen van vaardigheden ter voorbereiding op toekomstige functies, bijvoorbeeld een opleidingstraject voormuseumbeheerder. Sommige bedrijfsopleidingen staan open voor alle werknemers. Bij andere bedrijfsopleidingen moet je wel aan een aantal criteria voldoen voordat je mag deelnemen. De leidinggevende kan je daarover informeren. Varianten Een opleiding kan bijvoorbeeld intern of extern plaatsvinden. Een interne opleiding volg je samen met medewerkers van Archeon. Naast het voordeel dat je je collega's beter leert kennen door een interne opleiding, kun je jezelf tijdens de opleiding ook op de kaart zetten binnen de organisatie. Externe bedrijfsopleidingen zijn ook voor werknemers van andere organisaties toegankelijk. Het voordeel hiervan is dat je nieuwe ideeën opdoet en je netwerk vergroot. Een opleiding kan in groepsverband plaatsvinden of op individuele basis. Voordeel van scholing in een groep is dat je van elkaar kunt leren en ervaringen kunt uitwisselen. Individuele scholing kan het voordeel hebben dat het gemakkelijker in jouw werk is in te passen. Ook is het mogelijk om de scholingsactiviteit beter aan te passen aan je persoonlijke doelstellingen en wensen. In dat laatste geval is er sprake van maatwerk. De voordelen Betere aansluiting tussen persoonlijke kennis, vaardigheden en functievereisten. 53
Door het volgen van een opleiding kun je jezelf profileren. Bij Archeon ontvang je na het afronden van een opleiding of training een certificaat als bewijs van deelname. Studiekostenovereenkomst Bij Archeon ga je een studiekostenovereenkomst aan waarin staat dat je (een gedeelte van) de kosten van de opleiding moet terugbetalen wanneer je binnen een bepaalde periode na het afronden van je studie uit dienst gaat. De kosten kunnen dan ook voor verrekening met de wettelijk bepaalde “transitievergoeding” worden verrekend. Het opleidingsaanbod Het functioneringsgesprek is bij uitstek een goede gelegenheid om aan te geven dat je een opleiding wilt volgen en te informeren naar de mogelijkheden. Tolkentraining bij in diensttreden Ieder werknemer die in dienst treedt in de functie van Archeo-tolk verplicht zich voorafgaand aan de indiensttreding tot het volgen van een training van vier dagdelen. De daarmee gemoeide uren worden niet aan de werknemer uitbetaald. De training bestaat uit: a. het kennis nemen van de Readers, b. onder begeleiding van een ervaren Archeo-tolk trainen van theatrale vaardigheden (presentatie) en c. het park leren kennen voor rondleidingen en doe-routes. De training wordt afgesloten met een toets. Bij afsluiten van de training met een voldoende ontvangt de Archeo-tolk het certificaat beginnend-gevorderdervaren Acheo-tolk. Tolkentraining tijdens het dienstverband Van medewerkers wordt verwacht dat zij zich willen ontwikkelen binnen hun werkveld. Dit houdt in dat Archeon van medewerkers vraagt om de aangeboden Readers eens keer 2 jaar (nogmaals) door te nemen en in de vrije tijd eventueel zaken op te zoeken die men interessant lijkt, of die onduidelijk zijn gebleken. Hiervoor kan men zich bij voorkeur richtten tot de betreffende leidinggevende. Deze kan vervolgens zorgen voor passende literatuur en/of een adequate doorverwijzing naar deskundigen. Dit is een vorm van begeleide zelfstudie door medewerkers. Bij- en na scholingstrainingen Medewerkers die langer dan twee jaar bij Archeon werkzaam zijn worden bijen nageschoold. Speciaal voor deze groep medewerkers voorziet Archeon in trainingsdagen gedurende het seizoen, waarin specifieke vaardigheden worden getraind en getoetst. De training bestaat uit: a. het actualiseren van de kennis van de Readers, b. onder begeleiding van een ervaren Archeo-tolk trainen van theatrale vaardigheden (presentatie) en
54
c. specifieke onderdelen van het park leren kennen voor rondleidingen en doe-routes. De training wordt afgesloten met een toets. Bij afsluiten van de training met een voldoende ontvangt de Archeo-tolk het certificaat beginnend-gevorderdervaren Acheo-tolk. ARBO gerelateerde trainingen Op het gebied van veiligheid, welzijn en hygiëne is het van groot belang dat iedere medewerker op de hoogte is welke voorzorgsmaatregelen er getroffen moeten worden. Medewerkers worden ARBO gerelateerde cursussen aangeboden op verzoek of in opdracht van de werkgever. Veiligheidstrainingen De werkgever verzorgt jaarlijks een bijeenkomst waarbij veiligheid wordt besproken. De werknemer heeft bij deze training een actieve participatie. Jaarlijks wordt het Veiligheids- calamiteitenplan herzien. De werkgever verzorgt voor een groep hulpverleners de opleiding. Voorlichting en instructie De werkgever verstrekt zogenaamde Persoonlijke Beschermings Middelen en geeft hierover voorlichting en instructie.
55
Bijlage 6 Voorbeeld administratie flexitimer Garantie per jaar: 960 uur; gemiddeld 80 uur per maand. Geen compensatie-uren. Maand Gewerkte uren Garantie uren Minuren Plusuren Saldo plusuren * **
4* 5
6
10
11
12
1
2
3
80
120 140 170 170 140 80
40
0
20
40
20
80
80
80
80
80
80
80
40
80
60
40
60
80
7
80
90
8
80
90
9
80
80
40
60
60
40
100 190 280 340 340 300 220 160 120 60**
.. ... . .. ... ... ... .
Geen kalenderjaar in verband met seizoenpatroon Aan het einde van het jaar 60 plusuren over. Compenseren binnen 6 maanden, anders uitbetalen.
56