COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
PRISMANT 1 JANUARI 2005- 31 DECEMBER 2006
Prismant
CAO 2005-2006
Tussen de ondergetekenden:
Prismant als partij ter ene zijde en
ABVAKABO FNV De Unie elk als partij ter andere zijde is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan.
© 2006. CAO-partijen Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook en evenmin worden opgeslagen in een databank met als doel een terugzoekmogelijkheid te verschaffen aan derden, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van partijen bij deze CAO.
1
Prismant
CAO 2005-2006
INHOUDSOPGAVE
Artikel 1: Definities ................................................................................................................... 3 Artikel 2: De looptijd................................................................................................................. 4 Artikel 3: Verplichtingen van de werkgever ............................................................................. 4 Artikel 4: Verplichtingen van de werknemer ............................................................................ 6 Artikel 5: Deeltijdarbeid............................................................................................................ 8 Artikel 6: Indienstneming en ontslag........................................................................................ 8 Artikel 7: Arbeidsduur en werktijden ........................................................................................ 9 Artikel 8: Salarissysteem ....................................................................................................... 10 Artikel 9: Bijzondere beloningen ............................................................................................ 12 Artikel 10: Feestdagen............................................................................................................ 13 Artikel 11: Geoorloofd verzuim ............................................................................................... 14 Artikel 12: Vakantie................................................................................................................. 16 Artikel 13: Vakantietoeslag ..................................................................................................... 17 Artikel 14: Arbeidsongeschiktheid .......................................................................................... 18 Artikel 15: Uitkering bij overlijden ........................................................................................... 20 Artikel 16:Arbeidsvoorwaarden à la Carte .............................................................................. 20 Artikel 17: Werknemers van 55 jaar of ouder ......................................................................... 21 Artikel 18: Bedrijfsregelingen.................................................................................................. 22 Artikel 19: Tegemoetkoming ziektekostenverzekering ........................................................... 22 Artikel 20: Kinderopvang ........................................................................................................ 23 Artikel 21: Pensioenregeling................................................................................................... 23 Artikel 22: Uitleg en geschillen ............................................................................................... 23 Artikel 23: Tussentijdse wijzigingen........................................................................................ 23 Artikel 24: Duur van de collectieve arbeidsovereenkomst...................................................... 24 Bijlage I: Wet Verbetering Poortwachter................................................................................. 25 Bijlage II: Functiegroepen...................................................................................................... 26 Bijlage III: Salarisschalen ....................................................................................................... 27 Bijlage IV: Overgangsregeling ................................................................................................ 29
2
Prismant
CAO 2005-2006
Artikel 1 Definities a) Werkgever: Stichting Prismant te Utrecht, in deze CAO partij ter ene zijde. b) Vakvereniging: Elk der partijen ter andere zijde. c) Werknemer: Een bij de werkgever in dienstverband werkzaam persoon, waarvan de functie is ingedeeld in de binnen de onderneming geldende functiewaardering- en salarissystematiek. Stagiaires, oproep- en uitzendkrachten en vakantiewerkers worden niet beschouwd als werknemers in de zin van deze CAO. Voor de werknemer met een dienstverband in het kader van een duale opleiding geldt de CAO, met uitzondering van bijlage III (salarisschalen). d) Opdrachtgever: Klant van de werkgever ten behoeve van wie de werknemer werkzaamheden uitvoert. e) Manager: De verantwoordelijke leidinggevende van het organisatieonderdeel waar de werknemer werkzaam is. f) Partner: Persoon met wie de werknemer gehuwd is of in geregistreerd partnerschap leeft. Onder partner wordt mede verstaan degene met wie de werknemer blijkens een kopie van een notariële samenlevingsovereenkomst duurzaam samenleeft op een zelfde adres en met wie de werknemer de relatie schriftelijk aan de werkgever heeft kenbaar gemaakt en de betrokken persoon geen bloedverwant in de eerste of tweede graad is. g) BW: Burgerlijk Wetboek (Boek 7, titel 10). h) Maand: Een kalendermaand. i) Uursalaris: Uursalaris: het maandsalaris/164,6. j) Maandsalaris: Het vastgestelde bruto salarisbedrag per maand, als opgenomen in bijlage III, vermeerderd met structurele looncompenten (peildatum 1 januari van enig jaar). k) Jaarsalaris: 12 maal het maandsalaris l) Maandinkomen: Het maandsalaris vermeerderd met eventuele vaste maandtoelagen zoals de garantietoelage.
3
Prismant
CAO 2005-2006
m) Jaarinkomen: 12 maal het maandinkomen, vermeerderd met de vakantietoeslag. n) Meeruren: Als meeruren worden beschouwd de uren, die in opdracht van de werkgever worden gewerkt boven de voor de deeltijdwerker geldende arbeidsduur, voor zover deze binnen de normale arbeidsduur van een werknemer met een voltijd dienstverband blijven. Indien de deeltijdwerker met zijn gewerkte uren buiten de grenzen treedt van het dienstrooster van een werknemer met een voltijd dienstverband is er sprake van overwerk. o) Ondernemingsraad: De ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden.
Artikel 2 De looptijd De looptijd van deze CAO is van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.
Artikel 3 Verplichtingen van de werkgever
1. Toepassing CAO De werkgever zal niet in het nadeel van de werknemer afwijken van de bepalingen zoals opgenomen in deze CAO. Uitsluitend in individuele gevallen kunnen aanvullende afspraken worden gemaakt ten gunste van de werknemer. Dergelijke afspraken zullen schriftelijk worden vastgelegd. De werknemer ontvangt bij aanvang van de arbeidsovereenkomst een exemplaar van de CAO en daarna een bijlage/overzicht van de wijzigingen in de CAO.
2. Arbeidsovereenkomst De werkgever zal met iedere werknemer schriftelijk een individuele arbeidsovereenkomst aangaan waarin de in deze CAO beschreven arbeidsvoorwaarden (en de daarbij behorende bijlagen) plus eventuele toekomstige wijzigingen daarop, integraal van toepassing worden verklaard.
3. Geheimhouding De werkgever zal zonder toestemming geen zaken openbaar maken die liggen in de persoonlijke levenssfeer van de werknemer, waarvan de werkgever redelijkerwijs kan weten dat geheimhouding vereist is. De Wet Bescherming Persoonsgegevens zal daarbij in acht worden genomen.
4
Prismant
CAO 2005-2006
4. Non-discriminatie De werkgever voert een non-discriminatiebeleid. Werknemers worden aangetrokken op basis van capaciteiten en kennis zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met geslacht, seksuele voorkeur, ras, huidskleur, godsdienstige overtuiging, nationaliteit, handicap, etc.
5. Arbeidsomstandigheden De werkgever dient vanuit goed werkgeversschap de werknemersbelangen te behartigen in relatie tot de arbeidsomstandigheden. De werkgever zorgt voor voldoende aanwijzingen en voorschriften, stelt zonodig veiligheidsmiddelen ter beschikking en zorgt voor voldoende medische begeleiding.
6. Employability De werkgever hecht grote waarde aan de ontwikkeling van capaciteiten en het vergroten van inzetbaarheid van de werknemers. De werkgever biedt hierbij ondersteuning door het ontwikkelen van relevante programma’s en het voeren van een actief opleidingsbeleid. Daarnaast zullen vacatures binnen de onderneming aan alle werknemers kenbaar worden gemaakt, waarmee hen de mogelijkheid wordt geboden vorm te geven aan de ontwikkeling van de eigen loopbaan.
7. Periodiek overleg tussen partijen De werkgever zal tenminste één keer per jaar overleg plegen met de vakverenigingen over de algemene gang van zaken in de onderneming, waarbij ook overige onderwerpen aan de orde kunnen komen die voor de werkgever en vakverenigingen van belang zijn.
5
Prismant
CAO 2005-2006
Artikel 4 Verplichtingen van de werknemer
1. Goed werknemerschap De werknemer zal de belangen van de onderneming van de werkgever als een goed werknemer behartigen, ook indien geen uitdrukkelijke opdracht daartoe is gegeven.
2. Uitvoering werkzaamheden De werknemer zal alle door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden, voor zover deze redelijkerwijs van hem kunnen worden verlangd, zo goed mogelijk uitvoeren en daarbij alle verstrekte aanwijzingen en voorschriften in acht nemen.
3. Meer- en overwerk Indien het belang van de onderneming dit eist en aan de wettelijke voorschriften is voldaan, is de werknemer verplicht meer uren te werken dan volgens zijn arbeidsovereenkomst is overeengekomen. De werkgever zal naar vermogen rekening houden met de persoonlijke belangen van de werknemer.
4. Employability De werknemer is zelf verantwoordelijk voor het deelnemen aan programma’s en/of opleidingen om de inzetbaarheid voor eigen of andere functies te vergroten en de persoonlijke ontwikkeling en onderhoud van expertise te bevorderen.
5. Nevenwerkzaamheden De werknemer die voornemens is enigerlei arbeid voor derden te verrichten, al dan niet voor eigen rekening, of als zelfstandige een nevenbedrijf te voeren, dient dit vooraf te melden aan de werkgever. Indien, naar het oordeel van de werkgever, de nevenwerkzaamheden schadelijk zijn voor een goede vervulling van het dienstverband of voor de zakelijke belangen van de werkgever, is de werkgever bevoegd de nevenwerkzaamheden te verbieden. De werkgever zal dit schriftelijk en gemotiveerd mededelen aan de werknemer. De werknemer die arbeidsongeschikt wordt als gevolg van verboden nevenwerkzaamheden, of van nevenwerkzaamheden die niet vooraf zijn gemeld zijn, verliest elke aanspraak op het bovenwettelijke deel van de loondoorbetaling of de aanvullingen op de wettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. Overtreding van deze bepalingen kan een dringende reden tot ontslag zijn.
6. Geheimhouding Tijdens het dienstverband en na beëindiging daarvan, verplicht de werknemer zich tot volstrekte geheimhouding omtrent al die ondernemingsaangelegenheden waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat geheimhouding vereist is, ongeacht de wijze waarop deze ter kennis zijn gekomen.
7. Intellectueel eigendom De werkgever heeft het uitsluitende recht op de door de werknemer in het kader van zijn dienstverband, al dan niet in samenwerking met anderen verkregen uitkomsten, uitgedachte werkwijzen, modellen, rekeningen, software, geschreven en/of vervaardigde werken. De werkgever is niet verplicht een andere bescherming aan te vragen voor de bedoelde rechten.
6
Prismant
CAO 2005-2006
In beginsel vindt de werknemer in het krachtens de arbeidsovereenkomst genoten salaris, vergoeding voor het gemis van de aan de werkgever toevallende rechten van intellectueel eigendom.
8. Gebruik e-mail, inter- en intranet De werknemer zal e-mail, inter- en intranet in principe uitsluitend gebruiken in het belang van de klanten en de onderneming. Incidentele toepassing voor persoonlijke doeleinden wordt toegestaan, mits dit gebruik niet in tegenspraak is met of een belemmering vormt voor het zakelijke gebruik, dan wel de waarden en normen van de werkgever schendt.
9. Beïnvloeding derden Vergoedingen, giften, beloningen en dergelijke van derden kunnen uitsluitend worden aangenomen met toestemming van de werkgever.
10.
Medewerking verhalen schade
De werknemer zal in geval van arbeidsongeschiktheid medewerking verlenen aan de werkgever de schade bij een of meerdere derden te verhalen.
7
Prismant
CAO 2005-2006
Artikel 5 Deeltijdarbeid
1. Arbeidsvoorwaarden bij deeltijdwerk Voor deeltijdwerkers gelden alle arbeidsvoorwaarden naar rato van de overeengekomen arbeidsduur met uitzondering van de reiskostenvergoeding, welke naar rato van het aantal gewerkte dagen wordt vergoed.
2. Beloning meeruren Voor de deeltijdwerker geldt de meerurenregeling als genoemd in artikel 9.
3. Wet Aanpassing Arbeidsduur De Wet Aanpassing Arbeidsduur is niet van toepassing voor zover dit het recht van de werknemer op uitbreiding van de arbeidsduur betreft. Een verzoek daartoe wordt echter door de werkgever welwillend beoordeeld en gehonoreerd voor zover organisatorisch en formatietechnisch inpasbaar. Voor deeltijdwerk wordt in principe een ondergrens gehanteerd van 60% van de normale arbeidsduur. Voor deeltijdwerk voor medewerkers in een managersfunctie wordt een ondergrens gehanteerd van 80% van de normale arbeidsduur
Artikel 6 Indienstneming en ontslag
1. Aard en inhoud van de arbeidsovereenkomst De arbeidsovereenkomst kan worden aangegaan voor bepaalde of onbepaalde tijd.
2. Proeftijd De proeftijd wordt schriftelijk vastgelegd in de individuele arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer. Voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, korter dan twee jaar, geldt een proeftijd van één maand. In de overige gevallen geldt een proeftijd van twee maanden. De proeftijd moet voor beide partijen gelijk zijn.
3. Beëindiging van de arbeidsovereenkomst Opzegging De arbeidsovereenkomst kan door de werkgever of door de werknemer door middel van opzegging worden beëindigd. Behoudens tijdens de proeftijd geldt hierbij een opzegtermijn. De opzegtermijn begint op de eerste dag van de maand na de opzegging. De arbeidsovereenkomst eindigt aan het einde van de opzegtermijn. De werknemer en de werkgever zullen een gedane opzegging schriftelijk bevestigen. De opzegtermijn voor de werkgever is afhankelijk van de duur van het dienstverband volgens de volgende staffel (artikel 7:672 lid 2 BW): Dienstverband Opzegtermijn 0 t/m 4 jaren één maand 5 t/m 9 jaren twee maanden 10 t/m 14 jaren drie maanden 15 jaren of meer vier maanden
8
Prismant
CAO 2005-2006
Voor opzegging door de werknemer geldt een wettelijke termijn van één maand (artikel 7:672 lid 3 BW). Indien in uitzonderingsgevallen voor de werknemer ingevolge de individuele arbeidsovereenkomst een langere opzegtermijn geldt dan de wettelijke opzegtermijn volgens artikel 7: 672 lid 3 BW, dan zal -in afwijking van artikel 672 lid 6 BW- de opzegtermijn voor de werkgever gelijk zijn aan de opzegtermijn voor de werknemer.
Pensioen De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op de eerste dag van de kalendermaand, waarin de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van artikel 22 bereikt heeft.
Artikel 7 Arbeidsduur en werktijden
1. Arbeidsduur en werktijden a) De normale feitelijke arbeidsduur bedraagt 40 uur per week en acht uur per dag. b) Tussen de manager en de werknemer worden afspraken gemaakt over arbeidsduur, werktijden, pauzes en rusttijden, per dienst en per week. Daarmee wordt de werktijdenregeling in beginsel bepaald. c) De overlegregeling van de Arbeidstijdenwet is van toepassing, waarin is geregeld dat er maximaal 10 uur per dag, 45 uur per week en 585 uur per kwartaal kan worden gewerkt. Op een eventuele werktijdenregeling is de overlegregeling van de Arbeidstijdenwet van toepassing.
2. Arbeidsduurverkorting Door toekenning van 12 ADV-dagen per jaar bedraagt de gemiddelde arbeidsduur per week 38 uur op jaarbasis. Voor elke kalendermaand waarin de werknemer in dienst is of zal zijn, bedraagt de ADV 1/12 deel van de per jaar vastgestelde ADVdagen. Een maand, waarin het dienstverband voor de 16e is ingegaan of na de 15e is beëindigd, wordt voor de bepaling van de ADV-dagen als een volle kalendermaand beschouwd. Bij ziekte langer dan een maand en zwangerschaps- en bevallingsverlof vindt geen opbouw van ADV-dagen plaats. De herberekening zal achteraf plaatsvinden. De werkgever stelt in de maand januari van ieder jaar maximaal drie collectieve ADV-dagen in overleg met de ondernemingsraad vast. De administratie van de ADV-dagen wordt in uren gevoerd.
3. Incidentele overschrijdingen Een incidentele overschrijding van de normale dagelijkse arbeidsduur van een half uur of minder wordt geacht deel uit te maken van de in het eerste lid bedoelde werkweek.
9
Prismant
CAO 2005-2006
4. Flexibele werktijdenregeling De mogelijkheid van flexibele werktijden bestaat, afhankelijk van de functie. De regeling is opgenomen in de bedrijfsregelingen. In afwijking hierop kan voor bepaalde groepen werknemers in het kader van vereiste beschikbaarheid een andere werktijdenregeling gelden.
Artikel 8 Salarissysteem
1. Algemeen De functies binnen Prismant zijn op basis van het ORBA-systeem ingedeeld in functiegroepen. Een beroepsprocedure functiewaardering is opgenomen in de uitvoeringsregeling functiewaardering. Bij elke functiegroep hoort een salarisschaal met een startsalaris en een eindsalaris. Het maandsalaris is een afgerond bedrag tussen schaalminimum en –maximum. De salarisschalen zijn opgenomen in bijlage III van deze CAO.
2. Indeling in salarisschaal Bij indiensttreding en bij aanvaarding van een nieuwe of herziene functie wordt de werknemer een salaris toegekend in de bij zijn functie behorende salarisschaal. In afwijking hierop kan de werknemer, die nog niet geheel voldoet aan de functievereisten, één salarisschaal lager worden ingedeeld.
3. Beoordelingsafhankelijke salarisontwikkeling Aan het einde van elk salarisjaar wordt per werknemer op basis van de geleverde prestaties beoordeeld of per 1 januari een verhoging wordt toegekend. De beoordeling vindt plaats op basis van een schriftelijke beoordeling conform een in overleg met de ondernemingsraad opgestelde beoordelingsregeling. Bij effectieve prestatie wordt, voor zover het maximum van de salarisschaal niet is bereikt, een salarisverhoging toegekend ter grootte van 3 % van het maandsalaris, bij goede prestatie bedraagt de verhoging 4,5 % van het maandsalaris en bij uitzonderlijke prestatie bedraagt de verhoging 6 % van het maandsalaris. In geval van onvoldoende of matig functioneren wordt in het betreffende kalenderjaar geen salarisverhoging toegekend. Bij indiensttreding op of na 1 september zal in het algemeen per 1 januari daaropvolgend geen verhoging worden toegekend.
4. Bonus voor werknemers op het maximum Aan werknemers, die het maximum van de salarisschaal hebben bereikt en een beoordeling goede prestatie of uitzonderlijke prestatie hebben ontvangen, kan op voordracht van de manager, door de directie een bonus worden toegekend. De bonus bedraagt 4,5% van het maximum van de desbetreffende salarisschaal maal 12 bij goede prestatie en 6% van het maximum van de desbetreffende salarisschaal maal 12 bij uitzonderlijke prestatie. De bonus wordt als éénmalige uitkering in de maand januari uitgekeerd. De bonus is geen onderdeel van het pensioengevend salaris.
10
Prismant
CAO 2005-2006
5. Promotieregeling Indien een werknemer promotie maakt naar een hoger ingedeelde functie, wordt het vóór promotie geldende salaris éénmalig verhoogd met 3 % van het maximum van de oude salarisschaal, waarbij het salaris minimaal wordt verhoogd tot het bedrag waar de hogere salarisschaal mee begint. De verhoging voor de promotie, plus de salarisverhoging naar aanleiding van de beoordeling kunnen tezamen maximaal 6% bedragen. Wanneer dit bedrag, inclusief het verhogingsbedrag uitstijgt boven het maximum van de hogere salarisschaal, ontvangt de werknemer het maximum van de hogere salarisschaal.
6. Plaatsing in een lager ingedeelde functie a) Een werknemer kan als gevolg van bedrijfsomstandigheden, dan wel wegens het opheffen van de functie worden ingedeeld in een lagere functiegroep. Mocht zijn oorspronkelijke salaris niet inpasbaar zijn in de lagere salarisschaal, dan zal hem een garantietoelage worden toegekend ter hoogte van het verschil. Wordt de werknemer nadien in een hogere salarisschaal geplaatst, dan zal de garantietoelage evenveel verminderen als het maandsalaris stijgt. b) Bij indeling in een lagere functiegroep als gevolg van onvoldoende functioneren, dan wel op eigen verzoek wordt het salaris zoveel verminderd als nodig is om dit in overeenstemming te brengen met het maximum van de nieuwe salarisschaal.
7. Resultaatafhankelijke uitkering A. Uitgangspunten voor verdeling resultaat: 1. De continuïteit van de organisatie heeft te allen tijde voorrang, dus eerst dotatie eigen vermogen (minimaal 3%) 2. Wanneer er na de dotatie aan het eigen vermogen nog geld over is, dan dient dit als collectieve uitkering aan medewerkers op het maximaal voor dat jaar geldende percentage van de salarislast (zie B). 3. Wanneer er hierna nog geld over is, kan dit voor de volgende doelen worden gebruikt: - tweede tranche collectieve uitkering; - tweede tranche dotatie eigen vermogen; - overhevelen naar volgend jaar (indien dit fiscaal acceptabel is en door de accountants wordt aanvaard). De keuze van de doelen is ter discretie van de directie.
B.
Voorwaarde voor uitkering aan de individuele werknemer is dat de werknemer minimaal een beoordeling op niveau 3 (‘effectieve prestatie’) heeft ontvangen. Voor de looptijd van deze CAO geldt het volgende met betrekking tot de hoogte van de uitkering: 2005:
2006:
1% éénmalige bruto uitkering over de totaal ontvangen bruto maandsalarissen en maximaal 7,00% afhankelijk van het bedrijfsresultaat zoals onder A. omschreven. 1% éénmalige bruto uitkering over de totaal ontvangen bruto maandsalarissen en maximaal 7,00% afhankelijk van het bedrijfsresultaat zoals onder A. omschreven.
Partijen hebben afgesproken dat de uitkering in de toekomst zal groeien tot een resultaatafhankelijke dertiende maand, waarbij in de nabije toekomst de éénmalige bruto uitkering over de totaal ontvangen bruto maandsalarissen op 0 wordt gezet.
11
Prismant
CAO 2005-2006
8. Uitbetaling salaris Het maandsalaris wordt zodanig uitbetaald, dat de werknemer er uiterlijk twee werkdagen voor het einde van de kalendermaand over kan beschikken.
9. Structurele salarisverhogingen Gedurende de looptijd van deze CAO gelden de volgende structurele salarisverhoging: a. per 1 april 2006 zullen de salarisschalen met 1,50% worden verhoogd.
Artikel 9 Bijzondere beloningen
1. Meeruren deeltijdwerknemer Over meeruren vindt betaling plaats van het voor de werknemer geldende uursalaris per uur. Over deze uren vindt tevens opbouw plaats van onder andere pensioen, vakantie en vakantie-uitkering. Bij voorzienbare structurele verhoging van de contractuele arbeidsduur wordt de arbeidsduur met het hogere aantal uren contractueel aangepast.
2. Overwerk a) Voor de voltijdwerknemer in de salarisschalen 1 tot en met 6 is sprake van overwerk indien deze in opdracht van zijn manager extra uren werkt buiten de voor hem geldende werktijdenregeling op basis van het bepaalde in artikel 7 en daarmee de voor die dag geldende (maximale) arbeidsduur volgens een voltijdrooster wordt overschreden, dan wel de werkzaamheden worden verricht op dagen waarop volgens de werktijdenregeling niet wordt gewerkt. Voor de overige salarisgroepen is deze regeling niet van toepassing. b) Van overwerk is voor een deeltijdwerknemer pas sprake, indien deze werknemer meer werkt dan de voor hem geldende werktijdenregeling aangeeft en daarmee de normale arbeidsduur per dag van een voltijdwerknemer wordt overschreden. c) Overwerk wordt gecompenseerd in tijd, welke overeenkomt met het aantal overwerkuren tenzij de bedrijfsomstandigheden dit niet toelaten. In uitzonderingsgevallen, indien compensatie in tijd geen oplossing biedt, kan in overleg worden besloten overwerk uit te betalen. d) Per gewerkt overuur geldt een toeslag van 40% van het uursalaris. Deze toeslag wordt altijd uitbetaald. e) Het is mogelijk het saldo van de overuren in tijd, dus niet de toeslag, bij te schrijven bij het saldo van verlofsparen. Daartoe dient de, door de afdelingsmanager voor akkoord getekende, aanvraag bij P&O te worden ingeleverd.
12
Prismant
CAO 2005-2006
3. Arbeidsmarkttoelage a) De werkgever kan aan werknemers in bepaalde functies een arbeidsmarkttoelage toekennen. De toelage wordt toegekend voor een bepaalde periode van maximaal twee jaar. Daarna vervalt de toelage automatisch, tenzij deze opnieuw door de werkgever wordt toegekend. De toelage is gelimiteerd tot de periode van actieve functie-uitoefening. Voorwaarde hierbij is dat de werknemer minimaal een normaal/goed beoordeling heeft ontvangen. De hoogte van de toelage wordt door de werkgever vastgesteld. b) De arbeidsmarkttoelage wordt maandelijks uitgekeerd. c) De arbeidsmarkttoelage maakt geen onderdeel uit van het pensioengevend salaris.
4. Toptoelage a) De werkgever kan aan werknemers die een bijzondere waarde voor de organisatie vertegenwoordigen een toptoelage toekennen. b) De toptoelage wordt maandelijks uitgekeerd. c) De toptoelage maakt geen onderdeel uit van het pensioengevend salaris.
5. Gratificatieregeling Voor medewerkers die een buitengewone prestatie hebben verricht (bijv. een grote opdracht binnengehaald) of onder bijzondere omstandigheden hebben gefunctioneerd (bijv. extra inspanningen vanwege extra werkzaamheden) bestaat de mogelijkheid tot het toekennen van een gratificatie. De gratificatie voor kleine verdiensten is een bedrag van € 250,-- bruto (te besteden aan bijv. een diner voor twee). Voor grote prestatie of bijzondere omstandigheden wordt maximaal een bruto maandsalaris (exclusief eventuele toelagen) uitgekeerd.
Artikel 10 Feestdagen Onder feestdagen worden in deze regeling verstaan: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Koninginnedag, 5 mei in lustrumjaren, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste en tweede kerstdag. Op deze dagen wordt in de regel niet gewerkt met uitzondering van werknemers die beschikbaarheidsdienst hebben.
13
Prismant
CAO 2005-2006
Artikel 11 Geoorloofd verzuim In afwijking en met uitsluiting, voor zover wettelijk toegestaan, van het bepaalde in artikel 628 BW en 629b, geldt het volgende:
1. Arbeidsongeschiktheid Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer geldt het bepaalde in artikel 14 van deze CAO.
2. Doorbetaald verlof In onderstaande gevallen kan de werknemer doorbetaald verlof opnemen, indien de gebeurtenis plaatsvindt op een werkdag van de werknemer en de werknemer daardoor niet op het werk aanwezig is. Voor zover het een voorzienbare gebeurtenis betreft, stelt de werknemer de werkgever ten minste twee weken tevoren van het verzuim in kennis. a) Twee dagen bij huwelijk, echter met dien verstande dat voor de ondertrouw één dag extra kan worden opgenomen; b) Bij huwelijk van eigen-, stief-, pleeg- of kleinkind, ouder, schoonouder, stief- of pleegouder, broer, zwager, zuster, schoonzuster: één dag; c) Bij bevalling van de partner: vier dagen; d) Bij 25- of 40-jarig huwelijksfeest van de werknemer: één dag; e) Bij 25-, 40-, 50-, 60-jarig huwelijksfeest van (schoon)ouders of pleegouders: één dag; f) Bij 25- en 40-jarig dienstjubileum: één dag; g) Bij verhuizing dichter naar de standplaats: één dag. In het kader van dit lid wordt geregistreerd partnerschap gelijkgesteld aan het huwelijk.
3. Calamiteitenverlof De werknemer kan doorbetaald calamiteitenverlof opnemen als bedoeld in artikel 4:1 van de Wet Arbeid en Zorg, mits de werknemer zo tijdig mogelijk van te voren aan de werkgever van het verzuim kennis geeft en de gebeurtenis in het desbetreffende geval bijwoont. De werkgever kan achteraf van de werknemer verlangen dat hij bewijsstukken overlegt. Het recht bestaat in ieder geval: a. gedurende de bevalling van de partner; b. Bij overlijden van de partner, een kind, pleegkind, ouder, pleeg- of schoonouder: de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis of crematie; c. Bij overlijden van een broer, zus, grootouder, grootouder van de partner, kleinkind, schoonzus, zwager, schoonzoon, schoondochter; twee dagen.
4. Kraamverlof De werknemer kan doorbetaald kraamverlof opnemen als bedoeld in artikel 4:2 van de Wet Arbeid en Zorg gedurende twee dagen, na bevalling van de partner.
14
Prismant
CAO 2005-2006
5. Adoptieverlof De werknemer kan onbetaald adoptieverlof opnemen als bedoeld in artikel 3:2 van de wet Arbeid en zorg gedurende vier aaneengesloten weken in verband met de adoptie van een kind dan wel bij opname in het gezin van een pleegkind. De werknemer heeft gedurende deze periode recht op een uitkering die hij via de werkgever aanvraagt bij het UWV. De uitkering bedraagt 100% van het (maximum) dagloon.
6. Zorgverlof De werknemer kan kortdurend zorgverlof opnemen als bedoeld in artikel 5:1 van de wet Arbeid en Zorg gedurende twee maal de arbeidsduur per week op jaarbasis ten behoeve van de noodzakelijk verzorging in verband met ziekte van: a. een inwonend (pleeg)kind tot wie de ouder in een familierechterlijke betrekking staat of een van de inwonende kinderen van de onder b genoemde persoon; b. de echtgeno(o)t(e) of (geregistreerde) partner met wie hij samenwoont; c. de ouder van de werknemer. Tijdens het verlof wordt 70% van het maandsalaris (voor zover dit het maximum dagloon niet overschrijdt) doorbetaald.
7. Overige gevallen Buiten de hierboven genoemde gevallen kan de werkgever de werknemer op diens verzoek buitengewoon verlof met of zonder behoud van zijn gehele of gedeeltelijke maandinkomen verlenen, indien persoonlijke omstandigheden van dringende aard dat naar het oordeel van de werkgever rechtvaardigen.
15
Prismant
CAO 2005-2006
Artikel 12 Vakantie
1. Vakantiejaar Het vakantiejaar valt samen met het kalenderjaar.
2. Vakantieduur Per kalenderjaar verwerft de werknemer met een fulltime dienstverband twintig wettelijke vakantiedagen (160 uur), die niet kunnen worden verkocht noch kunnen worden gespaard. Tevens verwerft de werknemer vier bovenwettelijke vakantiedagen (32 uur). Daarenboven verwerft de werknemer bovenwettelijk met ingang van het kalenderjaar waarin hij de leeftijd bereikt van: 45 jaar: 1 dag extra (8 uur) 50 jaar: 2 dagen extra (16 uur) 55 jaar: 3 dagen extra (24 uur) 60 jaar: 4 dagen extra (32 uur)
3. Berekening vakantierechten a) Vakantierechten worden naar boven afgerond op halve of hele uren. De administratie wordt in uren gevoerd. b) De werknemer die slechts een deel van het kalenderjaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft een evenredige aanspraak op vakantierechten. c) Indien de werknemer gedurende het vakantiejaar van arbeidsduur wijzigt, wordt het aantal vakantiedagen proportioneel berekend. d) De werknemer verwerft geen vakantie over de tijd gedurende welke hij wegens het niet verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op loon heeft, met uitzondering van: - volledige arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, veroorzaakt buiten opzet van de werknemer. - zwangerschaps- en bevallingsverlof en de overige in art 635 BW genoemde situaties. e) In geval van volledige arbeidsongeschiktheid wordt nog vakantie verworven over de eerste zes maanden, waarin niet is gewerkt. Tijdvakken die elkaar met onderbreking van minder dan vier weken opvolgen worden hierbij samengeteld. In geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt vakantie verworven naar rato van de gewerkte arbeidsduur. In geval van zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt nog vakantie verworven over de wettelijke periode (tenminste zestien weken).
4. Opnemen van vakantierechten a) De werknemer dient voor het opnemen van vakantiedagen vooraf toestemming te vragen aan de leidinggevende. b) Van de vakantiedagen worden minimaal twee weken aaneengesloten opgenomen. c) De werknemer dient de vakantierechten zoveel mogelijk op te nemen in het jaar waarin zij worden verworven. De werkgever zal de werknemer daartoe zoveel mogelijk in de gelegenheid stellen. Onverminderd het bepaalde in art. 642 BW mogen ten hoogste acht dagen (incl. ADV-dagen) (64 uur) worden meegenomen naar het daaropvolgende kalenderjaar. Gezien alle mogelijkheden tot koop, verkoop en sparen van dagen zal hieraan strikt de hand worden gehouden.
16
Prismant
CAO 2005-2006
d) De naar het volgende kalenderjaar overgeschreven verlofdagen dienen vóór 1 mei van dat jaar opgenomen te worden. Na deze datum is de leidinggevende gerechtigd data vast te stellen waarop de werknemer deze vakantiedagen zal genieten. e) De werknemer kan er ook voor kiezen de resterende vakantiedagen te verkopen dan wel aan te wenden voor verlofsparen (zie artikel 16 Arbeidsvoorwaarden à la Carte).
5. Verlof bij beëindiging dienstverband a) Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst zal de werknemer - voor zover de bedrijfsomstandigheden dit toelaten - in de gelegenheid worden gesteld het hem nog toekomende verlof op te nemen. Deze verlofrechten, maar ook de gespaarde dagen voor het sabbatsverlof volgens artikel 16 lid 1, mogen slechts met toestemming van de werkgever onderdeel uitmaken van de opzeggingstermijn. b) Indien de werknemer het hem toekomende verlof niet geheel heeft kunnen opnemen, zal het resterende verlof worden uitbetaald. c) Teveel genoten verlof wordt op overeenkomstige wijze met het maandinkomen verrekend.
Artikel 13 Vakantietoeslag
1. Vakantietoeslagjaar Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei.
2. Vakantietoeslag In de maand mei ontvangt de werknemer een vakantietoeslag ter grootte van 8% van de som van de in het vakantietoeslagjaar verdiende maandinkomen. Onder maandinkomen wordt in dit verband ook verstaan de loondoorbetaling en/of aanvullingen bij ziekte/arbeidsongeschiktheid. Eventuele vakantie-uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringswetten zijn bij de toeslag inbegrepen.
17
Prismant
CAO 2005-2006
Artikel 14 Arbeidsongeschiktheid De werkgever onderschrijft de inspanningsverplichting om arbeidsongeschikte werknemers te reïntegreren binnen Prismant. Zij heeft hiertoe een actief reïntegratiebeleid ontwikkeld.
1. Loondoorbetaling tijdens ziekte De werkgever zal de werknemer, die recht heeft op loondoorbetaling tijdens ziekte ex artikel 7: 629 BW, gedurende het eerste jaar 100% van zijn bruto maandinkomen bij werken betalen. Gedurende het tweede jaar tijdens ziekte bedraagt de loondoorbetaling 70%, met als minimum 100% van het minimum loon. Over de werkelijk gewerkte arbeidsgeschikte uren gedurende het tweede jaar zal de werkgever de werknemer 100% van het vastgestelde bruto-uurloon betalen.
2. Onkostenvergoedingen en secundaire arbeidsvoorwaarden tijdens ziekte Na aanvang van de arbeidsongeschiktheid wordt een eventuele onkostenvergoeding en/of reiskostenvergoeding tot en met de volgende kalendermaand uitbetaald. Gedurende de periode van zwangerschapsverlof vervalt de vergoeding. Overige secundaire arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld kinderopvang en/of leaseauto, autovergoeding) kunnen na drie maanden worden stopgezet. De directie zal na voorstel van het afdelingshoofd en advies van de afdeling P&O, hierover een beslissing nemen.
3. Onderbroken perioden Indien de arbeidsongeschiktheid door een volledige werkhervatting van minder dan 4 weken wordt onderbroken, worden de perioden van arbeidsongeschiktheid voor de berekening van boven bedoelde periode van 104 weken bij elkaar opgeteld. Wanneer volledige werkhervatting 4 weken of langer duurt, begint de periode van betalen tijdens ziekte ter hoogte van 100%, respectievelijk 70% van het bruto maandinkomen bij een volgende arbeidsongeschiktheid weer opnieuw.
4. Volledige arbeidsongeschiktheid In geval van volledige arbeidsongeschiktheid zal de werkgever de werknemer, die recht heeft op een volledige IVA-uitkering, gedurende ten hoogste één jaar daarop aanvullen tot 100% van het bruto maandinkomen bij werken. Voor de berekening van de aanvulling wordt uitgegaan van een ongekorte uitkering.
5. Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid De werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is en die recht heeft op een gedeeltelijke WGA-uitkering en die bij de werkgever of een derde passende werkzaamheden verricht, afgestemd op zijn mate van arbeidsongeschiktheid, gedurende ten hoogste één jaar, krijgt van de werkgever een aanvulling op de som van loon en WGA-uitkering tot 100% van zijn bruto maandinkomen bij werken. Bij de aanvulling is het uitgangspunt dat werknemer zijn resterende verdiencapaciteit volledig benut. Indien dit niet het geval is, dan beslist de directie na overleg met een van de twee betrokken bonden of en in hoeverre werkgever werknemer hierin financieel tegemoet komt.
18
Prismant
CAO 2005-2006
De werknemer die na afloop van twee jaar ziekte op grond van de claimbeoordeling ingevolge de WIA minder dan 35% arbeidsongeschikt is, heeft aanspraak op 100% van zijn salaris indien hij werkzaam is in zijn functie dan wel arbeid verricht op het niveau van zijn functie. Indien de werknemer een andere functie gaat vervullen, waarop een ander salaris van toepassing is, heeft de werknemer aanspraak op dat salaris. Het feit dat een werknemer voor 0-35% arbeidsongeschikt is verklaard, vormt als zodanig geen reden voor ontslag. Dit is niet gelijk te stellen met een absoluut ontslagverbod; ontslag op een andere grond blijft mogelijk.
6. Opeenvolgende perioden Voor de toepassing van de in lid 4 en lid 5 van dit artikel genoemde periode van één jaar, worden opeenvolgende perioden van volledige en gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid samengeteld.
7. Nadere bepalingen rondom de betaling/aanvulling Op het nettosalaris waartoe wordt zoals genoemd in lid 1, lid 4 en lid 5 worden in mindering gebracht de wettelijke uitkeringen, de verzekeringsuitkeringen, het arbeidsongeschiktheidspensioen ingevolge het Pensioenreglement en de inkomsten uit werkzaamheden, zoals genoemd in artikel 7: 629 vijfde lid BW. Bijstelling van het in lid 1 bedoelde laatstgenoten bruto salaris vindt plaats: a) indien het bruto-maandsalaris wijziging ondergaat ten gevolge van: 1) toepassing van de voor de werknemer geldende salarisregeling, indien hij niet arbeidsongeschikt zou zijn; 2) aanpassing van het bruto-maandsalaris ten gevolge van collectieve verhogingen in deze CAO overeengekomen. b) door fiscale wijzigingen en wijzigingen in de sociale verzekerings- en pensioenpremies, voor zover deze bij de werknemer zouden worden ingehouden in geval van arbeidsgeschiktheid. c) andere door de werknemer aangegane verplichtingen.
8. Sancties De werkgever is niet tot de in lid 4 en lid 5 genoemde aanvullingen verplicht, indien de wettelijke uitkering niet of niet meer wordt toegekend. De werkgever heeft het recht de in dit artikel bedoelde: loondoorbetaling en de aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die: a. door eigen opzet arbeidsongeschikt is geworden; b. zijn genezing heeft belemmerd of vertraagd; c. zonder deugdelijke grond geen passend werk verricht. d. zonder duidelijke grond weigert mee te werken aan door de werkgever gegeven redelijke voorschriften of getroffen maatregelen die erop gericht zijn passend arbeid te laten verrichten. e. zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak.
loondoorbetaling en de aanvullingen op te schorten en de aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die:
19
Prismant
CAO 2005-2006
d. zich niet houdt aan de voor hem geldende regels en aanwijzingen bij ziekte controlevoorschriften.
aanvullingen te weigeren ten aanzien van de werknemer die: e. weigert medewerking te verlenen aan een door de werkgever, met inachtneming van de wettelijke bepalingen, gevraagde second opinion van de Uitvoeringsinstelling; f. weigert gebruik te maken van voorhanden zijnde veiligheidsmiddelen dan wel de voorschriften met betrekking tot veiligheid en gezondheid overtreedt; g. misbruik maakt van de voorziening.
Artikel 15 Uitkering bij overlijden Bij overlijden van de werknemer wordt aan de nabestaande een overlijdensuitkering betaald overeenkomstig artikel 674 BW. Deze uitkering is gelijk aan het bedrag van het maandsalaris, vermeerderd met eventuele vaste toeslagen (artikel 9) en vakantietoeslag, dat de werknemer zou hebben ontvangen vanaf de dag van overlijden tot en met één maand na de dag waarop het overlijden plaatsvond. De uitkering wordt door de werkgever aangevuld tot in totaal drie maandsalarissen, voor zover toegestaan fiscaal onbelast.
Artikel 16 Arbeidsvoorwaarden à la Carte Werkgever biedt werknemers de mogelijkheid ten behoeve van een aantal arbeidsvoorwaarden individuele keuzes te maken tot een andere aanwending. In onderstaand schema staan de verschillende bronnen(= algemeen geldende arbeidsvoorwaarden) en de daarbij behorende doelen(=alternatieve besteding ter individuele keuze) weergegeven. Bronnen: Spaarverlof en/of onbetaald verlof Salaris Dagen(max. 12 ADV/vakantiedagen) Bovenwettelijke vakantiedagen/leeftijdsdagen Bovenwettelijke vakantiedagen/leeftijdsdagen + salaris Salaris
Doelen: Sabbatsverlof Extra verlof(max. 12 dagen) Extra salaris Verlofsparen Extra pensioen vakbondscontributie
1. Sabbatsverlof De werknemer, die tenminste vijf jaar in dienst is bij de werkgever, wordt in de gelegenheid gesteld om éénmalig in een periode van vijf jaar gedurende minimaal twee en maximaal zes maanden aaneengesloten verlof te genieten. Dit verlof kan (deels) betaald (vanuit spaarverlof) of onbetaald zijn. De werknemer die sabbatsverlof wenst op te nemen moet hiertoe minimaal zes maanden voorafgaand aan de verlofperiode een schriftelijk verzoek indienen. De 20
Prismant
CAO 2005-2006
werkgever staat dit verzoek toe, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen dit in de weg staan. Gedurende de periode van onbetaald verlof worden de pensioenopbouw en eventuele verzekeringen, zoals ziektekostenverzekering, geheel voor rekening van de werknemer voortgezet. Bij wisseling van afdeling of verandering van functie na het toestaan van het sabbatsverlof, terwijl het verlof nog niet is ingegaan, wordt zonodig opnieuw overlegd over de duur en het moment van het sabbatsverlof.
2. Het kopen en verkopen van dagen a) De werknemer wordt, tenzij het in strijd is met het belang van de organisatie (dit ter beoordeling van de afdelingsmanager en/of directie), één maal per kalenderjaar in de gelegenheid gesteld maximaal twaalf vakantiedagen (inclusief de niet collectieve ADV-dagen) te kopen of te verkopen. b) De directie stelt de datum vast wanneer deze aanvragen moeten worden ingediend. Het door de afdelingsmanager voor akkoord getekende formulier dient voor het jaar 2005 vóór 15 januari 2005 en voor het jaar 2006 vóór 15 januari 2006 bij de afdeling P&O te worden ingeleverd. c) Bij een voltijd dienstverband bedraagt het maximum aantal te kopen of te verkopen dagen twaalf (96 uur). Bij een deeltijddienstverband is dit een evenredig deel van het hiervoor genoemde aantal dagen/uren. d) De waarde van een gekochte of verkochte dag bedraagt: het voor de werknemer geldende uursalaris op datum van de aanvraag voor het desbetreffende jaar maal acht. Dit bedrag zal in maandelijkse termijnen met het salaris worden verrekend.
3. Verlofsparen De werknemer wordt in de gelegenheid gesteld verlof te sparen ten behoeve van sabbatsverlof, als genoemd in artikel 16 lid 1. Verlofsparen is jaarlijks mogelijk vanuit de bovenwettelijke vakantiedagen, leeftijdsdagen en eventueel saldo niet verkochte vakantie/ADV-dagen die voor dat doel gewaarmerkt worden. Dagen sparen is toegestaan gedurende maximaal vijf jaren. Uiterlijk in het vijfde jaar moeten de dagen worden opgenomen.
4. Extra pensioen Zie voorwaarden Pensioenfonds.
Artikel 17 Regeling oudere werknemers (55-plusregeling) Prismant kent voor haar werknemers die de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt een zogenaamde 55-plusregeling. Het doel van deze regeling is de werknemers van 55 jaar of ouder te ontlasten en tegelijkertijd zijn kennis en ervaring te behouden voor de organisatie. Onderdeel van deze regeling is de mogelijkheid tot verlaging van de gemiddelde arbeidsduur van 38 uur per week naar 36 uur per week. De werknemer van 55 jaar of ouder en werkzaam op een fulltime arbeidsovereenkomst kan met behoud van het volledige salaris in overleg met de
21
Prismant
CAO 2005-2006
leidinggevende 8 uur per maand vrij opnemen (= 12 extra dagen per jaar); deze uren mogen niet worden opgespaard. De werknemer kan op deze wijze – in combinatie met zijn ADV-dagen – de gemiddelde arbeidsduur bijvoorbeeld per week verkorten. Indien voor de betreffende functie een productienorm is vastgesteld daalt de productienorm naar rato. Voor werknemers die in deeltijd werken geldt bovenstaande naar rato.
Artikel 18 Bedrijfsregelingen Werkgever heeft op een groot aantal onderwerpen bedrijfsregelingen die niet inhoudelijk in de CAO zijn geregeld. Ter informatie worden onderstaande regelingen hier genoemd: - Reiskosten woon-werkverkeer; - Reiskosten zakelijke reizen; - GSM-regeling; - Leaseregeling; - Onkostenvergoeding; - Spaarloonregeling; - Verhuisregeling; - Flexibele werktijdenregeling; - Regeling bereikbaarheidsdienst; - Regeling Resultaatgericht Beoordelen; - Studiefaciliteiten; - Zwangerschaps- en bevallingsverlof; - Kinderopvang en buitenschoolse opvang; - Ouderschapsverlof; - Jubileum- en afscheidsregeling; - Afdelingsuitjes.
Artikel 19 Tegemoetkoming ziektekostenverzekering De werknemer ontvangt in 2006 van de werkgever een maandelijkse tegemoetkoming in de premie zorgverzekering van € 75,-- bruto, deeltijders naar rato.
22
Prismant
CAO 2005-2006
Artikel 20 Kinderopvang Het budget bedraagt voor de looptijd van deze CAO € 90.000,-- per jaar.
Artikel 21 Pensioenregeling Voor de daarvoor in aanmerking komende werknemers van Prismant is een pensioen verzekerd bij de PGGM conform het daarvoor geldende pensioenreglement. De premieverdeling tussen de werkgever en werknemer wordt vastgesteld op 50% werkgever en 50% werknemer. In de pensioenverzekering is een voorziening getroffen voor dekking van het ANW- en het WAO-hiaat.
Artikel 22 Uitleg en geschillen De uitleg van deze CAO berust bij partijen. Indien de partijen van mening zijn dat er een geschil bestaat omtrent de toepassing van deze CAO, zal de meest gerede van hen de andere partij(en) uitnodigen voor nader overleg, teneinde een oplossing voor het geschil te vinden.
Artikel 23 Tussentijdse wijzigingen Indien een van de partijen tijdens de duur van deze overeenkomst door bijzondere omstandigheden, hetzij van sociale of economische aard, wijziging in de overeenkomst nodig acht, zal zij de andere partij daarvan onverwijld in kennis stellen.
23
Prismant
CAO 2005-2006
Artikel 24 Duur van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Deze Collectieve Arbeidsovereenkomst treedt in werking per 1 januari 2005 en eindigt van rechtswege per 31 december 2006 zonder dat opzegging is vereist. Aldus overeengekomen en getekend op 18 september 2006 te Utrecht. Partij ter ene zijde:
Partij ter andere zijde
Prismant
ABVAKABO FNV
-------------------De heer M.A. Dutree
-------------------De heer W. van der Hoorn
De Unie
-------------------De heer C. Hoendervangers
24
Prismant
CAO 2005-2006
Bijlage I Wet Verbetering Poortwachter Indien in het kader van de reïntegratie van de arbeidsongeschikte werknemer een aanbod tot passend werk wordt gedaan, dan zal de werkgever in eerste instantie trachten een aanbod tot intern passend werk te doen, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met opleiding, ervaring en vaardigheden van de werknemer. De werkgever is verplicht een aanbod tot passende arbeid zowel naar een interne als externe functie schriftelijk te (laten) doen. Het aanbod vermeldt tevens het wettelijk recht van de werknemer een second opinion aan te vragen bij het UWV. De werknemer dient deze second opinion binnen 10 dagen aan te vragen. De werknemer kan zich bij een aanbod tot intern of extern passend werk van de werkgever laten bijstaan door een medewerker van de afdeling Bedrijfsmaatschappelijk werk, dan wel door een eigen vertrouwenspersoon van de werknemer. Indien de werknemer een aanbod tot passend werk heeft geweigerd wordt de loonbetaling vanaf dat moment stopgezet. Indien het UWV aansluitend tot het oordeel komt dat deze weigering op terechte gronden is geschiedt, zal de werkgever met terugwerkende kracht het maandinkomen tot 100% (1ste jaar arbeidsongeschiktheid) danwel 70% (2de jaar arbeidsongeschiktheid) aanvullen. De werkgever draagt zorg voor voorlichting aan de werknemer over de rechten en plichten voortvloeiende uit de Wet Verbetering Poortwachter. Dit betekent onder meer voorlichting over moment van ziekmelding, plan van aanpak, reïntegratieverslag, aanvraag IVA-uitkering en aanvraag persoonsgebonden budget. De werkgever zal in overleg met de OR komen tot de selectie van één of meer reïntegratiebedrijven waarmee kan worden samengewerkt in het kader van het reïntegratieproces van de werknemers. Eventueel kunnen de reïntegratiediensten ook worden geleverd door de Arbodienst van de werkgever. Bij de keuze van het reïntegratiebedrijf zal onder meer aandacht worden besteed aan zaken als privacyreglement, maatwerk per werknemer en andere kwaliteitseisen.
25
Prismant
CAO 2005-2006
Bijlage II Functieraster Op basis van een evaluatie van het huidige functieraster is geconcludeerd dat een herziening gewenst is. De systematiek van beschrijven en waarderen zal gehandhaafd blijven, evenals de huidige range van vijftien schalen. Het functieraster en de beroepsprocedure zullen niet in de CAO worden opgenomen, maar op andere wijze aan de medewerkers bekend gemaakt worden.
26
Prismant
CAO 2005-2006
Bijlage III Salarisschalen Algemene salarismaatregelen:
2006
per 1 april 1,50% loonsverhoging over de schaalbedragen
27
Prismant
CAO 2005-2006
Salarisschaal per 1 april 2006 (inclusief een verhoging van 1,5%, bedragen in euro’s) Salaris schaal
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
ORBAscore
30- 50 50- 70 70- 90 90-110 110-130 130-150 150-170 170-190 190-210 210-240 240-270 270-300 300-330 330-360
Maandsalarissen minimum
Maandsalarissen maximum
1.634 1.673 1.736 1.809 1.906 2.020 2.163 2.342 2.554 2.889 3.424 4.023 4.636 5.342
1.996 2.043 2.181 2.326 2.517 2.728 2.927 3.262 3.663 4.336 5.187 6.131 7.100 8.118
28
Jaarsalarissen (maand x 12,96) minimum 21.177 21.682 22.499 23.445 24.702 26.179 28.032 30.352 33.100 37.441 44.375 52.138 60.083 69.232
Jaarsalarissen (maand x 12,96) maximum 25.868 26.477 28.266 30.145 32.620 35.355 37.934 42.276 47.472 56.195 67.224 79.458 92.016 105.209
Prismant
CAO 2005-2006
Bijlage IV Overgangsregeling Deze overgangsregeling is van toepassing op de medewerkers die op 1 januari 2001 in dienst zijn van Prismant. Voor definities wordt verwezen naar artikel 1.
1. Garantietoelage 1. 2.
De garantietoeslag zal structureel worden geïndexeerd met de in bijlage III overeengekomen structurele salarisverhogingen. De in lid 1 van dit artikel genoemde garantietoelage komt te vervallen: a) bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst met de werkgever; b) indien de salariëring van de werknemer zoals bedoeld in lid 1, de garantietoelage overschrijdt, anders dan ten gevolge van uitbreiding van de overeengekomen arbeidsduur; c) als de werkgever op een later tijdstip aan de werknemer een functie aanbiedt waarvan het salarisniveau hoger ligt dan het maximum van de oude schaal plus de garantietoelage en die functie in overeenstemming is met de opleiding en ervaring van de werknemer.
2. Inschaling Bij toekomstige verhogingen van het maandsalaris door overplaatsing in een hoger ingedeelde functie of als gevolg van wijzigingen in de salarissystematiek, wordt de garantietoelage afgebouwd met het bedrag dat het maandsalaris stijgt.
3. Niet onder de netto-nettogarantie vallen: Wachtgeldregeling Voor alle werknemers in dienst op 31 december 2000 worden de oude rechten bevroren conform de toen voor hen geldende regeling. De rechten worden niet verder opgebouwd. Recht op wachtgeld ontstaat alleen bij opheffen van de functie en/of reorganisatie en niet meer vanwege onbekwaamheid.
29