COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Van 1 januari 2011 tot 1 mei 2012
Tussen de ondergetekenden
Quanta Services Netherlands B.V. hierna aangeduid als werkgever en ABVAKABO-FNV CNV Publieke Zaak hierna aangeduid als vakbonden is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
Inhoud Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Artikel 2
Algemene verplichtingen van partijen bij deze cao
Artikel 3
Algemene verplichtingen van de werkgever
Artikel 4
Algemene verplichtingen van de werknemer
Artikel 5
Indienstneming en ontslag
Artikel 6
Arbeidsduur en arbeidstijden
Artikel 7
Salariëring en functieniveaus
Artikel 8
Bijzondere beloningen
Artikel 9
Scholing, opleiding en inzetbaarheid
Artikel 10
Vakantie
Artikel 11
Buitengewoon verlof
Artikel 12
Feestdagen
Artikel 13
Vakantietoeslag
Artikel 14
Ziekte en arbeidsongeschiktheid
Artikel 15
Pensioenregeling
Artikel 16
Zorgverzekering
Artikel 17
Kostenvergoedingen en bedrijfsregelingen
Artikel 18
Looptijd
Bijlagen: Protocol behorend bij de Quanta Services Netherlands B.V. bedrijfs-cao 1 2 3 4
Salaristabel als bedoeld in art. 7 lid 1, onder b Reglement ziekmelding Levensloopregeling Verklaring relatiepartnerschap
2
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
Artikel 1 – Begripsomschrijvingen In deze overeenkomst wordt verstaan onder: 1.1
werkgever:
Quanta Services Netherlands B.V.;
1.2
werknemer:
alle personen die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst van de werkgever zijn, met uitzondering van: a. directieleden van Quanta Services Netherlands B.V.; b. senior management leden; c. oproepkrachten; d. stagiaires; e. vakantiewerkers;
1.3
salaris:
het als zodanig vastgestelde bedrag per maand;
1.4
jaarsalaris:
twaalf maal het salaris;
1.5
uurloon:
1/173 deel van het salaris dat gebaseerd is op een volledige dagtaak;
1.6
maandinkomen:
a. het salaris, vermeerderd met een eventuele persoonlijke toelage voor zover deze wordt aangemerkt als inkomen in de zin van artikel 3.1 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, waarop ingevolge deze overeenkomst per kalendermaand aanspraak wordt gemaakt; een bonus zoals bedoeld in artikel 8 behoort niet tot het maandinkomen; b. de vakantietoeslag per kalendermaand;
1.7
jaarinkomen:
twaalfmaal het maandinkomen;
1.8
bedrijfswinstmarge:
het bedrijfsresultaat gedeeld door de netto-omzet, uitgedrukt in een percentage.
1.9
BW:
Burgerlijk Wetboek.
1.10 cao:
collectieve arbeidsovereenkomst.
3
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
Artikel 2 – Algemene verplichtingen van partijen bij deze cao 2.1
Nakoming cao Partijen zullen deze cao naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid nakomen en geen actie voeren of steunen, die beoogt gedurende de looptijd wijziging te brengen in de cao.
2.2
Gelijkstelling relatiepartner Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt met echtgenoot/ echtgenote of weduwe/weduwnaar gelijkgesteld de relatiepartner met wie de niet-gehuwde werknemer samenwoont/samenwoonde en met het oogmerk duurzaam samen te leven/een gemeenschappelijke huidhouding voert/ voerde, wat blijkt uit een schriftelijke verklaring zoals opgenomen in bijlage 4 (verklaring relatiepartnerschap) van deze overeenkomst.
2.3
Belangenbehartiging a. De werknemer heeft het recht zijn belangen bij de werkgever voor te dragen, al of niet bijgestaan door een raadsman/raadsvrouw. b. Indien de werknemer lid is van een organisatie, genoemd onder partij ter andere zijde in deze overeenkomst, kan hij zich bij het voordragen van zijn belangen laten bijstaan door een door die organisatie aangewezen persoon. c. De werknemer heeft het recht zijn belangen te laten voordragen bij de werkgever door een raadsman/raadsvrouw alleen, of door een door zijn organisatie, als bedoeld in dit lid onder b, aangewezen persoon alleen.
2.4
Bijdrage aan de werknemersorganisaties a. De werkgever verleent aan de gezamenlijke vakorganisaties die partij zijn bij de cao een jaarlijkse bijdrage in de kosten van het scholings- en vormingswerk. Deze bijdrage is € 16,- per werknemer met als peildatum 1 januari van het jaar. b. De bijdrage per vakorganisatie die partij is bij de cao, wordt vastgesteld naar rato van het aantal vakbondsleden werkzaam in de sector. De vakorganisaties regelen onderling de verdeling van de bijdragen.
Artikel 3 – Algemene verplichtingen van de werkgever 3.1
Toepassing cao De werkgever zal geen werknemers in dienst nemen of houden op voorwaarden die in ongunstige zin afwijken van deze cao.
4
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
3.2
Arbeidsovereenkomst De werkgever zal met iedere werknemer schriftelijk een individuele arbeidsovereenkomst aangaan waarin deze cao integraal van toepassing wordt verklaard.
3.3
Ter beschikking stelling cao De werkgever zal de werknemer een exemplaar van de cao ter beschikking stellen middels haar interne bedrijfsnetwerk (intranet).
Artikel 4 – Algemene verplichtingen van de werknemer 4.1
Goed werknemerschap De werknemer zal de belangen van het bedrijf van de werkgever als een goed werknemer behartigen.
4.2
Uitvoering opgedragen werkzaamheden a. De werknemer zal alle hem door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden, voor zover deze in richtlijnen en werkinstructies zijn vastgelegd of redelijkerwijze van hem kunnen worden verlangd, zo goed mogelijk uitvoeren en daarbij alle verstrekte aanwijzingen en voorschriften in acht nemen. b. Deze verplichting geldt op elke plaats waar de werkgever haar bedrijf uitoefent, alsmede voor opgedragen werkzaamheden bij daartoe door of namens de werkgever aangewezen andere ondernemingen.
4.3
Nevenwerkzaamheden a. De werknemer die voornemens is enigerlei arbeid voor derden te verrichten of als zelfstandige een nevenbedrijf te voeren, dient dit vooraf te melden aan werkgever. Indien, naar het oordeel van de werkgever, de nevenwerkzaamheden schadelijk zijn voor een goede vervulling van het dienstverband of zakelijke belangen van de werkgever kunnen schaden, is hij bevoegd de nevenwerkzaamheden te verbieden. De werkgever zal dit schriftelijk en gemotiveerd mededelen aan de werknemer. Indien de werknemer deze bepaling niet nakomt, kan de werkgever dit beschouwen als een dringende reden in de zin van artikel 678 BW. b. De werknemer die arbeidsongeschikt wordt als gevolg van niet gemelde of door de werkgever verboden nevenwerkzaamheden, verliest elke aanspraak op de in bijlage 3 geregelde loondoorbetaling of aanvullingen op de wettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid.
5
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
4.4
Geheimhouding a. Tijdens het dienstverband en na beëindiging daarvan, verplicht de werknemer zich tot geheimhouding omtrent al die ondernemingsaangelegenheden waarvan hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat geheimhouding vereist is, ongeacht de wijze waarop deze ter kennis zijn gekomen. b. De werknemer is ter zake tevens gehouden aan de voorwaarden die de werkgever bij het verwerven van opdrachten met de cliënten is overeengekomen voor zover de werkgever deze voorwaarden schriftelijk aan de werknemer heeft medegedeeld.
4.5
Misbruik van positie De werknemer zal zich ervan onthouden: a. via een ander of zelf deel te nemen aan ten behoeve van de onderneming door derden uit te voeren aannemingen, leveringen of werken; b. via een ander of zelf, geschenken met handelswaarde, provisie of beloning aan te nemen van personen of rechtspersonen, waarmee hij door of vanwege zijn functie direct of indirect in aanraking komt; c. andere werknemers van de onderneming te verplichten tot het verrichten van persoonlijke diensten; d. zonder toestemming zaken van de onderneming te gebruiken voor eigen doeleinden.
4.6
Intellectueel eigendom a. De werknemer zal, zowel tijdens als na beëindiging van het dienstverband, ervaringen en onderzoekingen die in verband staan met zijn werkzaamheden niet publiceren zonder schriftelijke goedkeuring van de werkgever. b. De werknemer draagt alle eventueel ontstane intellectuele eigendomsrechten, waaronder met name het auteursrecht en intellectueel eigendomsrecht, voortvloeiend uit werkzaamheden of vindingen in het kader van het dienstverband, bij voorbaat over aan de werkgever. Slechts de werkgever kan schriftelijk ontheffing verlenen van deze verplichting.
4.7
Concurrentiebeding Indien er sprake is van een bedrijfsbelang, dan kan de werknemer worden verplicht zich tegenover de werkgever te verbinden om in geval van beëindiging van de dienstbetrekking gedurende een maximum termijn van twaalf maanden niet werkzaam te zijn op een werkgebied dat door de werkgever regelmatig wordt bestreken. Een daartoe strekkende bepaling kan in de individuele arbeidsovereenkomst worden opgenomen. Deze bepaling zal een nadere omschrijving bevatten van het geografisch gebied en voor
6
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
welke werkzaamheden het beding geldt. Voor het overige zijn de bepalingen van artikel 7:653 BW van toepassing. Artikel 5 – Indienstneming en ontslag 5.1
Proeftijd Bij het aangaan van de dienstbetrekking geldt wederzijds een proeftijd van twee maanden. In de individuele arbeidsovereenkomst kan een kortere termijn worden overeengekomen. Voor het overige gelden de bepalingen van artikel 7:652 BW.
5.2
Aard van het dienstverband a. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt het dienstverband aangegaan: 1) hetzij voor onbepaalde tijd; 2) hetzij voor bepaalde tijd. In de individuele arbeidsovereenkomst wordt vermeld welk dienstverband is aangegaan. Indien deze vermelding ontbreekt, is het dienstverband voor onbepaalde tijd aangegaan. b. In het geval een werknemer, binnen een periode van 3 maanden voorafgaande aan indiensttreding voor bepaalde tijd bij werkgever als stagiair, vakantiewerker of via een derde, waaronder een uitzendbureau of detacheringbureau, al dan niet op basis van een arbeidsovereenkomst, ten behoeve van werkgever werk heeft verricht, wordt, in afwijking van artikel 7:668a lid 2 BW, voor het berekenen van de aantallen arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en de perioden van deze arbeidsovereenkomsten, deze tewerkstelling buiten beschouwing gelaten. In het geval van tewerkstelling op basis van een oproepcontract, nul-urencontract of minmax contract is artikel 668a lid 2 BW niet van toepassing.
5.3
Beëindiging van het dienstverband Inzake de beëindiging van het dienstverband gelden de bepalingen van het BW, met dien verstande dat: a. zowel de werkgever als de werknemer het recht hebben een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussentijds door opzegging te beëindigen, met dien verstande dat de werkgever gebonden is aan de bepalingen van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen en zij voor opzegging voorafgaande toestemming behoeft van het UWV Werkbedrijf. b. het dienstverband eindigt op het moment dat de werknemer gebruik maakt van de in artikel 15 opgenomen mogelijkheden om vervroegd het dienstverband te beëindigen, maar in ieder geval van rechtswege op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.
7
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
5.4
Uitkering bij overlijden Bij beëindiging van het dienstverband door de dood van de werknemer verleent de werkgever aan de nagelaten betrekkingen een uitkering volgens de regels in artikel 674 BW met dien verstande dat de periode waarover deze uitkering wordt toegekend geldt tot en met de laatste dag van de derde maand na die waarin het overlijden plaatsvond en voor loon dient te worden gelezen: maandinkomen.
Artikel 6 – Arbeidsduur en arbeidstijden 6.1
Arbeidsduur voltijd dienstverband De arbeidsduur bedraagt bij een voltijddienstverband gemiddeld 40 uur per week op jaarbasis.
6.2
Deeltijdwerk In geval van deeltijdwerk zullen de in of bij deze overeenkomst vastgestelde arbeidsvoorwaarden zoveel mogelijk naar evenredigheid worden toegepast.
6.3
Arbeids- en rusttijden a. De arbeids- en rusttijden worden - met inachtneming van de normen van de standaardregeling in de Arbeidstijdenwet en van het overigens in dit artikel bepaalde - vastgesteld in overleg tussen werkgever en werknemer, of voor groepen van werknemers in overleg tussen werkgever en ondernemingsraad. b. De normale arbeidstijd bedraagt 8 uur per dag. c. Tenzij het bedrijfsbelang (naar oordeel van werkgever) vordert of specifiek zondagsarbeid is bedongen, verricht de werknemer géén arbeid op: i. zaterdag en zondag; ii. de feestdagen, genoemd in artikel 12 van deze cao. Bij het verrichten van arbeid op een van deze dagen heeft de werknemer aanspraak op een compensatie in tijd.
6.4
Incidentele overschrijdingen a. De werknemer is gehouden ook buiten de reguliere arbeidstijden arbeid te verrichten, voor zover de werkgever de desbetreffende wettelijke voorschriften, de bepalingen van deze cao en de redelijkheid in acht neemt. b. Het salaris voorziet mede in een vergoeding voor een incidentele overschrijding van de reguliere arbeidstijd.
8
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
c. In geval van substantiële overschrijdingen kunnen deze in overleg met de werkgever op een ander moment in tijd worden gecompenseerd.
Artikel 7 – Salariëring en functieniveaus 7.1
Algemeen a. Functies van werknemers worden ingedeeld in volgende functieniveaus: • Principal Consultant • Senior Consultant • Consultant Deze functies en functieniveaus zullen actueel worden gehouden op basis van een erkende methodologie van functiewaardering. b. Bij elk functieniveau behoort een salarisschaal met een begin- en een eindsalaris. De salarisschalen zijn opgenomen in de salaristabel die als bijlage 1 bij deze overeenkomst hoort. De overeengekomen verhogingen gedurende de looptijd van deze cao zijn daarin opgenomen. c. De werknemer ontvangt bij of in zijn arbeidsovereenkomst schriftelijk mededeling van het functieniveau waarin zijn functie is ingedeeld, de salarisschaal waarin hij is ingedeeld, alsmede zijn salaris.
7.2
Indeling in salarisschaal Alle nieuwe medewerkers kunnen tot het midpoint van de juiste schaal instromen, maar zullen in beginsel het beginsalaris (schaalminimum) toegekend krijgen van de bij zijn/haar functie behorende salarisschaal. Alleen in bijzondere gevallen en met overtuigende argumentatie is het mogelijk een hoger salaris aan een nieuwe medewerker toe te wijzen. Dit wordt bepaald door de directie.
7.3
Jaarlijkse bepaling individueel salarisniveau a. Salarisverhoging (groei naar het eindsalaris – schaalmaximum in een schaal) vindt jaarlijks in april plaats. Voor werknemers, die na 30 juni van enig jaar in dienst zijn getreden, vindt de jaarlijkse groei binnen de salarisschaal niet plaats in april van het volgende jaar, maar in april van het jaar daarna. b. Salarisverhogingen worden eenmaal per jaar vastgesteld. Deze vinden plaats door toepassing van een individueel te bepalen percentage, dat afhankelijk is van het functioneren. De leidinggevende van een medewerker doet daartoe een voorstel, waarna definitieve afstemming plaats vindt door de Managing Director. Per functieniveau is een midpointbedrag gegeven, dat na verloop van tijd wordt bereikt bij een normale beoordeling (= goed presteren). Het is mogelijk om het percentage per individu per keer te laten variëren, dit ter beoordeling van degenen, die de salarisaanpassingen vaststellen.
9
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
c. De jaarlijkse groei is afhankelijk van het eindoordeel over het algemeen functioneren. Dit wordt gemeten met behulp van het binnen het bedrijf geldende beoordelingssysteem. d. De directie zal jaarlijks een tabel (merit-matrix) invullen, waarin weergegeven is welke salarisverhoging toegekend wordt aan welk prestatieniveau. Bepalend is ook de huidige salarispositie van een medewerker ten opzichte van het midpoint van de schaal. e. De percentages in de merit-matrix worden jaarlijks vastgesteld aan de hand van een aantal factoren; het beschikbare budget op basis van de financiële resultaten van het bedrijf, salarisverhogingen in de markt en hoe de feitelijke salarissen binnen de werkgever zich verhouden tot de schalen, en algemene instructies van de directie. Wanneer in de cao een algemene salarismaatregel is overeengekomen, wordt deze toegepast naast de in de matrix genoemde percentages. 7.4
Overgang naar een hoger functieniveau a. Wanneer de werknemer een functie gaat bekleden, waarvoor een hoger functieniveau met de daarbij behorende salarisschaal geldt dan de functie waarin de werknemer werkzaam was, dan kan het salaris van de werknemer worden aangepast. b. Als de overgang naar een hoger functieniveau samenvalt met het bepalen van de uitkomst van het eindresultaat beoordeling algemeen functioneren, wordt als eerste het resultaat van de beoordeling algemeen functioneren vastgesteld. c. Indien er sprake is van een promotie, waarbij de nieuwe functie één schaal hoger ligt dan de huidige schaal, dan wordt de medewerker op het schaalminimum van de nieuwe schaal beloond. d. Indien er sprake is van een promotie, waarbij de nieuwe functie minimaal 2 schalen hoger ligt dan de huidige functie, kan een ingroeitraject van maximaal 1 jaar worden overeengekomen vanwege aantoonbare kennishiaten of bij twijfel over geschiktheid. Gedurende het ingroeitraject zijn er twee evaluatiemomenten waarbij een toeslag kan worden toegekend. Deze toeslag is gelijk aan 50% van het verschil tussen het huidige salaris en het schaalminimum van de nieuwe functie. Bij goed functioneren volgt na één jaar de definitieve aanstelling, waarbij de medewerker wordt ingeschaald in de schaal behorend bij de nieuwe functie. e. In het geval van een promotie waarbij het feitelijke salaris in de huidige functie boven het schaalminimum van de nieuwe schaal ligt, wordt een verhoging van 5% toegekend, maar nooit meer dan het midpoint van de nieuwe schaal.
7.5
Uitbetaling van het salaris De uitbetaling van het salaris geschiedt voor het einde van de maand waarover het salaris verschuldigd is.
10
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
Artikel 8 – Bijzondere beloningen Werkgever kent een bonussysteem dat is afgeleid van het AICP (Annual Incentive Compensation Plan) van Quanta Technology. De bonus is gebaseerd op de prestatie van het bedrijf en op individuele prestatie doelen. De basis van het individuele bonussysteem zal in het arbeidscontract worden vastgelegd. De volgende regels zijn hierop van toepassing: a. De bonus bedraagt 3-15% van het salaris, vastgesteld in het contract; b. De werkelijke bonus moet in overeenstemming zijn met de jaarlijkse Corporate richtlijnen en is afhankelijk van individuele en bedrijfsprestaties; c. Prestatie doelen worden aan het begin van iedere jaarlijkse prestatie periode vastgesteld en worden gereviewed tijdens de midjaars evaluatie; d. Bonussen zijn onderworpen van Corporate en Management goedkeuring. Bonus wordt uitgekeerd in het eerste kwartaal van het volgende jaar. In het eerste dienstjaar zal de bonus naar rato van het aantal maanden als Quanta werknemer in dienst zijn worden toegekend. Werknemers die minder dan zes maanden in het eerste kalender jaar in dienst zijn, komen niet in aanmerking voor een bonus.
Artikel 9 – Scholing, opleiding en inzetbaarheid 9.1
Duurzame inzetbaarheid De werknemer is primair verantwoordelijk voor de opleiding en training die hij nodig heeft om duurzaam inzetbaar te blijven op de arbeidsmarkt.
9.2
Persoonlijk opleidingsplan De werkgever faciliteert iedere werknemer door middel van een persoonlijk opleidingsplan waarover afspraken worden gemaakt.
9.3
Persoonlijk ontwikkelingsbudget In het kader van het persoonlijk opleidingsplan reserveert de werkgever voor iederen werknemer een persoonlijk ontwikkelingsbudget van € 500 per jaar. Dit budget heeft tot doel bij te dragen aan de verbetering van employability, dus aan het optimaliseren van het functioneren in de huidige functie, dan wel aan de versterking van zijn/haar positie op de in- of externe arbeidsmarkt. Het bedrag kan maximaal drie jaar gespaard worden en zo oplopen tot € 1.500. Het budget vervalt wanneer het niet binnen deze tijd wordt benut. Het budget vervalt eveneens bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dit budget wordt niet aan de werknemer zelf uitgekeerd.
11
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
Artikel 10 – Vakantie 10.1
Vakantierechten Per kalenderjaar heeft de werknemer met een voltijd dienstverband aanspraak op 20 wettelijke en 5 bovenwettelijke vakantiedagen.
10.2
Berekening vakantierechten a. Werknemer die slechts een deel van het kalenderjaar in dienst van werkgever is (geweest) heeft een evenredige aanspraak op vakantierechten. b. Vakantierechten worden naar boven afgerond op hele uren.
10.3
Opnemen van vakantierechten a. De vrij opneembare vakantie wordt vastgesteld in overleg tussen werkgever en werknemer. De vrij opneembare vakantie-uren worden in de regel opgenomen in blokken van 4 uur. b. De werknemer dient de vakantierechten zoveel mogelijk op te nemen in het jaar waarin zij worden verworven. De werkgever zal de werknemer daartoe zoveel mogelijk in de gelegenheid stellen. c. Aan het einde van het jaar worden niet opgenomen bovenwettelijke vakantiedagen uitbetaald.
10.4
Vakantie bij ontslag Bij het eindigen van de dienstbetrekking zal de werknemer in eerste instantie zijn nog toekomende vakantie opnemen voor zijn ontslagdatum. Mocht dit niet mogelijk zijn dan worden de hem nog toekomende vakantiedagen omgezet in een uitkering in geld tot een bedrag van het maandinkomen over een tijdvak gelijk aan dat verlof. De vakantierechten mogen slechts met toestemming van de werkgever onderdeel uitmaken van de opzeggingstermijn.
Artikel 11 – Buitengewoon verlof 11.1 Onbetaald verlof op grond van de Wet Arbeid en Zorg Tenzij anders is bepaald is de Wet Arbeid en Zorg van toepassing. Gedurende de perioden van onbetaald verlof op grond van de Wet Arbeid en Zorg komen de premies voor pensioen en sociale verzekeringswetten voor rekening van de werkgever.
12
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
11.2 Buitengewoon verlof met behoud van salaris Tenzij het bedrijfsbelang zich daartegen verzet, wordt aan de werknemer buitengewoon verlof met behoud van salaris verleend: a. b. c. d. e. f. g.
op de dag van zijn huwelijksvoltrekking en de daarop volgende dag; op de dag van de huwelijksvoltrekking van zijn kinderen; op de dag van de bevalling van zijn partner en de daarop volgende dag; op de dag van overlijden tot en met de dag van begrafenis of crematie van zijn partner of (pleeg-/stief-) kinderen tot een maximum van 5 dagen; op de dag van overlijden en op de dag van begrafenis/crematie van zijn (schoon-) ouders, broer, zwager en (schoon-)zus; ter uitoefening van het kiesrecht: de daarvoor benodigde tijd, voor zover dit niet buiten werktijd kan plaatsvinden; om te voldoen aan een wettelijke verplichting, tenzij deze is ontstaan door schuld of nalatigheid van de werknemer: de daarvoor benodigde tijd.
Artikel 12 – Feestdagen Onder feestdagen worden in deze cao verstaan: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, de dag waarop de verjaardag van de koningin wordt gevierd, Bevrijdingsdag (5 mei) in lustrumjaren, Hemelvaartdag, tweede pinksterdag, eerste en tweede kerstdag.
Artikel 13 – Vakantietoeslag 13.1
Vakantietoeslagjaar Het vakantietoeslagjaar loopt van 1 juni tot en met 31 mei.
13.2
Toeslagniveau De vakantietoeslag bedraagt 8% van de sedert 1 juni van het voorafgaande jaar ontvangen maandinkomen als bedoeld in artikel 1, lid 6, sub a. De vakantietoeslag bedraagt ten minste het wettelijk minimum. Onder maandinkomen wordt in dit verband ook verstaan de loondoorbetaling en/of aanvullingen bij ziekte of arbeidsongeschiktheid ingevolge artikel 14. Eventuele vakantie-uitkeringen ingevolge de sociale verzekeringswetten zijn in de toeslag begrepen.
13.3
Betalingsmoment De werknemer heeft de keuze uit twee mogelijkheden: a. de toeslag wordt uitbetaald in de maand mei. Bij beëindiging van het dienstverband vindt verrekening plaats; b. maandelijks wordt 1/12e deel van de toeslag met het salaris uitbetaald.
13
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
Artikel 14 – Ziekte en arbeidsongeschiktheid 14.1 Aanspraak op doorbetaling tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid a. Bij arbeidsongeschiktheid zal aan de werknemer, wiens dienstverband tenminste twee maanden als bedoeld in artikel 7:652 BW heeft geduurd, gedurende de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW 70% van het maandinkomen, tot maximaal het voor de werknemer geldende maximum dagloon op grond van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, worden doorbetaald. b. Gedurende de eerste 26 weken van de wettelijke periode als genoemd in artikel 7:629 BW ontvangt de werknemer, boven op de wettelijke loondoorbetaling, een aanvulling tot 100% van zijn maandinkomen, gedurende de tweede 26 weken 90%, gedurende de derde 26 weken 80% en gedurende de vierde 26 weken 70%. c. Indien sprake is van een verlenging van de wettelijke loondoorbetaling als bedoeld in artikel 7:629 lid 11 BW, zal aan de werknemer gedurende deze periode 70% van zijn maandinkomen worden doorbetaald. d. De maximering van het maandinkomen tot de onder lid b en c genoemde percentages geldt over het deel van de individuele arbeidsduur dat de werknemer als gevolg van zijn arbeidsongeschiktheid geen werkzaamheden kan verrichten. e. Voor de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid zoals bedoeld in dit lid, zal het oordeel van de door de werkgever aangewezen bedrijfsarts/Arboarts gevolgd worden. f.
In afwijking van de onder lid b en c bedoelde maximering van het maandinkomen heeft de werknemer over de uren waarin hij activiteiten verricht, waaronder scholing, gericht op re-integratie, recht op een aanvulling tot 100% van het maandinkomen, onder de voorwaarde dat de werkgever hiervoor vooraf, op grond van overeenstemming met de bedrijfsarts/Arboarts inzake nut en noodzaak, toestemming heeft verleend.
g. In afwijking van de onder lid b bedoelde maximering tot 80% en 70% van het maandinkomen heeft de werknemer recht op een aanvulling tot 100% van het maandinkomen voor de tijd waarover hij in de tweede periode van 52 weken een uitkering op grond van de Inkomensvoorziening duurzaam volledig arbeidsongeschikten (IVA) ontvangt, onder de voorwaarde dat het recht op deze uitkering bij aanvang van de tweede periode van 52 weken reeds vaststaat. h. De werknemer geniet ook na afloop van de in de voorgaande leden genoemde termijnen een aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering ter grootte van het verschil tussen zijn maandinkomen en de WAO/WIAuitkering indien de ziekte, uit hoofde waarvan hij ongeschikt is zijn arbeid te verrichten, is veroorzaakt door een bedrijfsongeval of in overwegende mate haar oorzaak vindt in de aard van de hem opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht en niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid is te wijten.
14
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
14.2 Passende en gangbare arbeid a. Aan de werknemer die ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte kan een andere betrekking worden opgedragen. b. Gedurende de eerste 104 weken dat de werknemer ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, is hij verplicht een hem aangeboden betrekking te aanvaarden indien sprake is van passende arbeid als bedoeld in artikel 7:658a lid 4 BW. c. Na de periode van 104 weken, zoals bedoeld in lid 2, is de werknemer die op dat moment ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, verplicht een hem aangeboden betrekking te aanvaarden indien sprake is van gangbare arbeid als bedoeld in artikel 18 lid 5 van de WAO. d. Het bepaalde in dit artikel is op overeenkomstige wijze van toepassing indien aan de werknemer de eigen betrekking wordt opgedragen onder andere voorwaarden. 14.3 Aanspraak van de minder dan 35% arbeidsongeschikte werknemer De werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, blijft in dienst van zijn werkgever, tenzij een zwaarwegend bedrijfsbelang zich hiertegen verzet. Zonodig wordt de werknemer herplaatst in een passende functie. a. De arbeidsovereenkomst en het salaris worden aangepast aan de feitelijke verdiencapaciteit. b. De werknemer heeft aanspraak op een aanvulling van 70% van het verschil tussen het laatstverdiende en het nieuwe salaris. c. Bij urenverlies wordt een eventuele werkloosheidsuitkering met de aanvulling verrekend. d. Er is in elk geval sprake van een zwaarwegend bedrijfsbelang als bedoeld in dit artikel, als: i. de huidige werkplek en het werk in alle redelijkheid en billijkheid niet zodanig kunnen worden aangepast dat de arbeidsongeschikte werknemer zijn functie naar behoren kan blijven uitoefenen; en ii. er geen andere passende arbeid in de organisatie van de werkgever aanwezig is. e. In het geval de arbeidsovereenkomst op grond van een zwaarwegend bedrijfsbelang wordt beëindigd, heeft de werknemer aanspraak op een van de in het hierna volgende onderdeel genoemde aanvullende uitkeringen. f.
De hoogte van de in het vorige onderdeel genoemde uitkering bedraagt een aanvulling van het nieuwe salaris tot 90% van het laatstverdiende salaris, als de werknemer wordt herplaatst in een passende functie bij een andere werkgever. De duur van de aanvullende uitkering is gelijk aan de periode waarover hij in geval van werkloosheid een WW-uitkering zou hebben ontvangen.
15
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
De hoogte van de in het vorige onderdeel genoemde uitkering bedraagt een aanvulling van de loongerelateerde WW-uitkering vermeerderd met het eventuele salaris, tot 70% van het laatstverdiende salaris, als de werknemer geheel of gedeeltelijk werkloos is. 14.4 Re-integratie na arbeidsongeschiktheid Indien in het kader van de re-integratie van de arbeidsongeschikte werknemer een aanbod tot passende arbeid wordt gedaan, zal de werkgever dat in eerste instantie trachten door een aanbod tot intern passende arbeid te doen, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met opleiding, ervaring en vaardigheden van de werknemer. De werkgever is verplicht een aanbod tot passende arbeid zowel naar een interne als externe functie schriftelijk te (laten) doen. De werkgever laat zich in eerste instantie mede adviseren door de Arbo-dienst. Het aanbod vermeldt tevens het wettelijke recht van de werknemer een second opinion aan te vragen bij de UWV. De werknemer dient deze second opinion binnen 10 dagen na ontvangst van het schriftelijke aanbod aan te vragen. De werknemer kan zich bij een aanbod tot interne of externe passende arbeid van de werkgever, laten bijstaan door een HR-medewerker van werkgever of door een eigen vertrouwenspersoon. 14.5 Inspanningen gericht op interne of externe re-integratie De werknemer is in geval van verzuim wegens arbeidsongeschiktheid verplicht om in redelijkheid zijn volle medewerking te verlenen aan inspanningen gericht op interne of externe reïntegratie. Indien de werknemer een aanbod tot passende arbeid heeft geweigerd en de UWV zou aansluitend tot het oordeel komen dat deze weigering op terechte gronden is geschied, zal de werkgever met terugwerkende kracht het maandinkomen tot 100% dan wel 70% aanvullen, afhankelijk van de periode waarin dit geschiedt. 14.6 Opschorting en weigering loondoorbetaling en aanvullingen a. De werkgever heeft het recht de in artikel 14.1 bedoelde loondoorbetaling en aanvullingen op te schorten, dan wel de aanvulling te weigeren ten aanzien van de werknemer die: i. geweigerd heeft gebruik te maken van voorhanden zijnde veiligheidsmiddelen ii. misbruik maakt van deze voorzieningen iii. de controlevoorschriften bij ziekte en arbeidsongeschiktheid overtreedt b.
De werkgever heeft het recht de in artikel 14.1 bedoelde loondoorbetaling en aanvullingen te weigeren over de tijd gedurende welke: i.
de werknemer zonder deugdelijke grond weigert mee te werken aan zijn re-integratie bij de eigen of een andere werkgever;
ii. de werknemer zijn genezing opzettelijk heeft belemmerd of vertraagd;
16
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
iii. de werknemer weigert mee te werken aan geneeskundig onderzoek door een door de werkgever aangewezen bedrijfsarts/Arbo-arts, daaronder begrepen het niet volledig informeren van deze arts en het niet opvolgen van de aanwijzingen van deze arts. 14.7 Einde van het tijdvak van 104 weken Voor het bepalen van het einde van het tijdvak van 104 weken, worden perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte samengeteld, indien de perioden van ongeschiktheid elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. 14.8 Einde doorbetaling maandinkomen/aanvullende (arbeidsongeschiktheid) uitkering De doorbetaling van het maandinkomen, bedoeld in artikel 14.1, eindigt na afloop van de uitkeringsduur, maar in ieder geval; a.
met ingang van de dag waarop de werknemer op grond van artikel 14.2 is herplaatst of;
b.
met ingang van de dag waarop de werknemer ontslag is verleend of;
c.
met ingang van de dag waarop de werknemer de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt of;
d.
met ingang van de eerste kalenderdag van de maand volgende op die waarin de werknemer is overleden.
14.9 Samenloop met andere inkomsten a.
Bij samenloop van een aanspraak krachtens dit hoofdstuk met een uitkering krachtens een wettelijke verzekering, wordt de aanspraak krachtens deze regeling verminderd met het bedrag van de uitkering krachtens de wettelijke verzekering, tenzij het een WAO/WIA-uitkering ingeval van meer dan één dienstbetrekking betreft. In dat geval wordt de WAO/WIA-uitkering naar rato van het salaris toegerekend aan de dienstbetrekking ter zake waarvan het salaris wordt doorbetaald krachtens dit hoofdstuk en de andere dienstbetrekking of dienstbetrekkingen.
b.
De inkomsten die de werknemer geniet in verband met het verrichten van in het belang van zijn genezing door de Arbo-dienst wenselijk geachte arbeid, worden op de aanspraak op de doorbetaling van het salaris of de aanvullende (arbeidsongeschiktheid)uitkering in mindering gebracht. Voor zover deze inkomsten tesamen met de aanspraak op de doorbetaling van het salaris of de WAO/WIA-uitkering vermeerderd met de aanvullende (arbeidsongeschikt-heid)uitkering (hier wordt de aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering bedoeld, verhoogd met de vakantieuitkering), het salaris te boven gaat.
17
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
14.10 Bijzondere voorzieningen a.
Indien de ziekte, uit hoofde waarvan de werknemer ongeschikt is zijn arbeid te verrichten, voortvloeit uit een bedrijfsongeval of in overwegende mate haar oorzaak vindt in de aard van de aan de werknemer opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht en niet aan zijn schuld of nalatigheid is te wijten, worden hem vergoed de naar het oordeel van de werkgever noodzakelijk gemaakte kosten van geneeskundige behandeling of verzorging die voor rekening van de werknemer blijven.
b.
De werkgever kan omtrent het bepaalde in lid 1 nadere regels vaststellen.
14.11 Tegemoetkoming arbeidsongeschiktheidsverzekering a.
De werkgever sluit voor zijn werknemers een collectieve verzekering af die (gedeeltelijk) voorziet in de inkomensderving bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (‘IPAP-verzekering’). De premie is voor rekening van de werknemer.
b.
De werknemer ontvangt een tegemoetkoming in de door hem betaalde IPAP-premie van 0,25%-punt van het pensioengevend salaris. De werknemer kan ervoor kiezen om niet deel te nemen aan deze verzekering (‘opting out’).
Artikel 15 – Pensioenregeling Voor de werknemer geldt de pensioenregeling zoals die is ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds ABP.
Artikel 16 – Zorgverzekering a. De werknemer kan gebruik maken van een door de werkgever gefaciliteerd aanbod van een zorgverzekering om te voorzien in de verzekering van ziektekosten van werknemer. De werknemer maakt een eigen keuze voor een zorgverzekering conform de Zorgverzekeringswet en dient zich conform deze wet verplicht te verzekeren. b. In de kosten van de zorgverzekering wordt door de werkgever en de werknemer, overeenkomstig het in de Zorgverzekeringswet gestelde bijgedragen. c. Daarenboven ontvangt de werknemer van werkgever een bijdrage in de kosten van de zorgverzekering van € 360 bruto per jaar.
18
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
Artikel 17 – Kostenvergoedingen en bedrijfsregelingen 17.1
Vergoedingsregelingen Alle in redelijkheid, ter beoordeling van de werkgever, ten behoeve van de werkgever gemaakte kosten, worden de werknemer vergoed. De werkgever stelt in onderling overleg de regeling vast.
17.2
Reis- en verblijfkosten a. De werknemer die tijdens een dienstreis reis- en verblijfkosten maakt heeft recht op vergoeding van deze kosten. b. Indien tijdens de dienstreis gebruik wordt gemaakt van openbare vervoermiddelen mag als volgt worden gereisd: - voor een vliegreis economy-klasse, en; - voor een treinreis 1e klasse. c. Indien tijdens de dienstreis met toestemming van de werkgever gebruik wordt gemaakt van een eigen auto bedraagt de vergoeding daarvoor het fiscaal vrijgestelde maximum bedrag per kilometer € 0,19. In aanvulling op dit fiscaal vrijgestelde maximum bedrag per kilometer behoudt werkgever zich het recht voor om een aanvulling te betalen. Voor 2010 bedraagt het aanvullende fiscaal belaste bedrag per kilometer € 0,11. d. Nadere regels voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten zijn in overleg vastgesteld en in de Bedrijfsregelingen opgenomen.
17.3
Reis en ongevallenverzekering De werkgever heeft voor de werknemer een collectieve zakelijke reis- en ongevallenverzekering afgesloten, die voorziet in een uitkering bij ongevallen, die overlijden of blijvende invaliditeit tot gevolg hebben.
17.4
Aansprakelijkheidsverzekering De werkgever is verplicht zich in het kader van de voor zijn onderneming te sluiten verzekering tegen de risico’s van wettelijke aansprakelijkheid mede te verzekeren de risico’s van wettelijke aansprakelijkheid voor door de werknemer in de uitoefening van zijn functie aan derden, onder wie tevens een medewerknemer wordt begrepen, toegebrachte schade, met uitzondering van aansprakelijkheid voor schade in verband met het houden, (laten) gebruiken of besturen van een motorrijtuig door de werknemer en onder het beding dat verzekeraar geen regres (verhaal) zal nemen op de werknemer. Voor zover bedoelde schade niet door de verzekering wordt gedekt, heeft de werkgever, in het geval dat de schade is ontstaan door opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer, het recht van regres jegens de werknemer.
19
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
17.5
Levensloopregeling a. De werknemer kan aan de levensloopregeling deelnemen en dient hiervoor zelf een geblokkeerde rekening bij een bank te openen. b. Nadere regels voor de uitvoering van de levensloopregeling zijn opgenomen in bijlage 3 van de cao.
Artikel 18 – Looptijd a. Deze cao treedt in werking op 1 januari 2011 en eindigt op 1 mei 2012. b. Indien deze cao is geëindigd en de onderhandelingen over een nieuwe cao nog niet zijn afgesloten, worden voor de tijd van de daarna nog voortdurende onderhandelingen de bepalingen van de geëindigde cao toegepast.
Partij ter ene zijde
Partijen ter andere zijde
Quanta Services Netherlands B.V. B. Kruimer
ABVAKABO FNV B. Woltjer
CNV Publieke Zaak R. Vergunst
20
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
BIJLAGE 1: Salaris tabel en Merit-Matrix
Maandbedragen Schaalminimum Positie Principal Consultant Senior Consultant Consultant
Schaal 6 5 4
(75% van Midpoint)
€ 5.208 € 4.340 € 3.762
Schaalmaximum Midpoint € 6.944 € 5.787 € 5.015
(125% van Midpoint)
Midpoint € 90.000 € 75.000 € 65.000
(125% van Midpoint)
€ 8.681 € 7.234 € 6.269
Jaarbedragen (factor 12,96) Schaalminimum Positie Principal Consultant Senior Consultant Consultant
Schaal 6 5 4
(75% van Midpoint)
€ 67.500 € 56.250 € 48.750
Schaalmaximum € 112.500 € 93.750 € 81.250
Merit Matrix Beoordelingsscore Slecht Matig Goed Zeer goed Excellent
RSP
RSP 90% 110%
RSP 110 % 125%
RSP > 125%
< 75%
RSP 75% 90 %
0 ,00% 0 ,50% 2 ,50% 3 ,00% 4 ,00%
0,00% 0, 00% 2 ,00% 2 ,50% 3,50%
0,00% 0,00% 1,50% 2,0 0% 3,0 0%
0,00% 0,00% 0,50% 1,00% 2,00%
0,00% 0,00% 0, 00% 0, 00% 1 ,00%
RSP: De medewerker heeft op basis van zijn salaris een Relatieve Schaal Positie (RSP), te weten de verhouding tussen het huidige salaris en het midpoint van de schaal waarin de medewerker zich bevindt. Deze RSP is een percentage dat dus minimaal 75% en maximaal 125% kan zijn.
21
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
BIJLAGE 2: REGLEMENT ZIEKMELDING 1
2
3
De bepalingen in deze bijlage zijn van toepassing op de werknemer, die tengevolge van ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten. Ook gelden voor hem de bepalingen van artikel 7:629 BW, de Ziektewet, de wet Arbeid en Zorg, de wet op de arbeidsongeschiktheidverzekering (WAO) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voor zover in hoofdstuk 14 niet anders is bepaald. De in lid 1 bedoelde werknemer is, onverminderd de op hem krachtens die wetten alsmede op de cao rustende verplichtingen, gehouden het hierna genoemde reglement na te leven. De werkgever stelt een reglement ziekmelding vast, waarin tenminste bepaald wordt; a. wanneer de werknemer zich in geval van ziekte en arbeidsongeschiktheid, ook tijdens vakantie, uiterlijk bij de werkgever dient ziek te melden; b. aan welke voorschriften de werknemer zich bij ziekte en arbeidsongeschiktheid dient te houden; c. welke controle en begeleidingsactiviteiten door of namens de werkgever kunnen worden uitgevoerd.
22
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
BIJLAGE 3: LEVENSLOOPREGELING Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: 1. cao:
de collectieve arbeidsovereenkomst van Quanta Services Netherlands B.V. 2. Werkgever: Quanta Services Netherlands B.V. 3. Werknemer: Personen die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn van Quanta Services Netherlands B.V.. 4. Arbeidsovereenkomst: De arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer. 5. Levensloopregeling: Een door Quanta Services Netherlands B.V. gefaciliteerde regeling die ten doel heeft het treffen van een voorziening in geld uitsluitend ten behoeve van het opnemen van een periode van onbetaald verlof. 6. Bron: Het loon als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964 dan wel tijdbronnen die conform de cao als inlegbron ingezet kunnen worden. 7. Doel: Geheel of gedeeltelijke loondoorbetaling gedurende een door de werknemer gekozen en door Quanta Services Netherlands B.V. verleende periode van onbetaald verlof. 8. Kalenderjaar: Het tijdvak van 1 januari van enig jaar tot en met 31 december van enig jaar. 9. Levensloopinstelling: Een door de werknemer gekozen kredietinstelling of verzekeraar als bedoeld in artikel 19g,derde lid van de Wet op de Loonbelasting 1964. 10. Levenslooprekening: een geblokkeerde rekening op naam van de werknemer bij een levensloopinstelling waarmee een levenslooptegoed wordt opgebouwd. 11. Levensloopverzekering: een verzekering op naam van de werknemer bij een levensloopinstelling waarmee een levenslooptegoed wordt opgebouwd. 12. Inlegperiode: De periode waarin in het kader van deze levensloopregeling de voorziening in geld wordt opgebouwd. 13. Opnameperiode: De periode waarin onbetaald verlof wordt genoten en levenslooploon wordt verkregen. 14. Levenslooptegoed: De ingevolge een levensloopregeling opgebouwde voorziening in geld, vermeerderd met de daarop gekweekte inkomsten en de daarmee behaalde rendementen, waarover mag worden beschikt ten behoeve van levenslooploon tijdens onbetaald verlof. 15. Levenslooploon: Het loon afkomstig uit het levenslooptegoed dat via de werkgever aan de werknemer op diens verzoek tijdens onbetaald verlof wordt uitgekeerd. 16. Jaarinkomen: Belastbaar loon als bedoeld in artikel – van de Wet op de loonbelasting 1964. 17. Uurloon: Is het uurloon als bedoeld in artikel 1 van de cao.
23
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
Artikel 2 Toepassing De levensloopregeling staat per 1 december 2010 open voor alle werknemers die een dienstverband met Quanta Services Netherlands B.V. hebben. Artikel 3 Aanvraag opbouw levenslooptegoed 1. De werknemer kan eenmaal per jaar een aanvraag indienen om uit een of meer bronnen als genoemd in artikel 3 het levenslooploon op te bouwen. 2. De per kalenderjaar te sparen voorziening in geld bedraagt ten hoogste 12 procent van het jaarinkomen van dat jaar. 3. Het in het vierde lid bedoelde maximumpercentage geldt niet voor de werknemer die is geboren tussen 1 januari 1950 en 1 januari 1955. Artikel 4 Bronnen Ten behoeve van de opbouw van het levenslooptegoed kan de werknemer de volgende bronnen inzetten: 1. Geldbronnen: a. Brutoloon werknemer (salaris en/of variabele beloning): het deel van het vaste salaris boven het wettelijk minimum loon; b. Vakantietoeslag; c. Bonus. 2. Tijdbron: Vakantiedagen: alle bovenwettelijke vakantiedagen; 3. De bron genoemd in het tweede lid wordt omgezet in een geldbedrag, berekend op basis van het actuele uurloon van de werknemer. Artikel 5 Procedurele afspraken omtrent levensloopinleg 1. De in artikel 3 genoemde aanvraag moet elk jaar opnieuw worden ingediend en dient de volgende gegevens te bevatten: a. de levensloopinstelling; b. het nummer van de levenslooprekening of het (polis)nummer van de levensloopverzekering; c. tot welke bedragen uit de in artikel 4 genoemde bronnen wordt ingelegd; d. of vorengenoemd bedrag eenmalig dan wel maandelijks moet worden ingelegd; e. de begin en einddatum van de inlegperiode indien gekozen is voor de maandelijkse inleg, f. een verklaring van de werknemer waaruit blijkt: i. dat hij bekend is met de inhoud van deze Levensloopregeling; ii. of hij in een of meer inmiddels beëindigde dienstbetrekkingen een levenslooptegoed heeft opgebouwd en wat de omvang daarvan is op 1 januari van het kalenderjaar van de ondertekening van deze verklaring; iii. of hij een verlofspaarrekening als bedoeld in artikel – van de Wet op de loonbelasting 1964 heeft en wat het laatst bekende saldo van die rekening is; iv. dat hij geen voorziening ingevolge deze regeling opbouwt in het kalenderjaar waarin hij bij een inhoudingsplichtige loon spaart ingevolge een spaarloonregeling als bedoeld in artikel 32 van de Wet op de loonbelasting 1964,
24
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
v.
dat hij ermee instemt dat zijn hele of gedeeltelijke levenslooptegoed aan de werkgever wordt uitgekeerd in situaties als bedoeld in artikel --- van deze regeling; vi. dat hij ermee instemt dat de levensloopinstelling aan de werkgever informatie over de omvang van het levenslooptegoed verstrekt. 2. Indien het een eerste aanvraag betreft dan gaat deze vergezeld van een verklaring van de levensloopinstelling waaruit blijkt dat deze instelling: a. ten aanzien van de levenslooprekening of de levensloopverzekering conform het gestelde in deze regeling en de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 zal handelen; b. de werkgever direct na afloop van elk kalenderjaar een opgave zal verstrekken van het levenslooptegoed op 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar. 3. Indien in een of meer inmiddels beëindigde dienstbetrekkingen een levenslooptegoed is opgebouwd: een verklaring van de levensloopinstelling waar dat tegoed is opgebouwd, waarin wordt aangegeven hoeveel kalenderjaren de werknemer heeft gespaard, het saldo aan nog op te nemen levensloopheffingskorting en het saldo aan opgebouwde levenslooptegoed op 1 januari van het lopende kalenderjaar. 4. De aanvraag wordt minimaal twee kalendermaanden voorafgaand aan de maand waarin het met levenslooploon te financieren onbetaald verlof als bedoeld in artikel 7 moet ingaan ingediend. Artikel 6 Specifieke bepalingen omtrent levensloopinleg 1. De werkgever kent op basis van de hem bekende gegevens binnen 30 kalenderdagen na datum van indiening de in artikel 3 bedoelde aanvraag toe, tenzij het levenslooptegoed, vermeerderd met: a. het levenslooptegoed uit een of meer inmiddels beëindigde dienstbetrekkingen; b. het saldo van de verlofspaarregeling als bedoeld in artikel – van de Wet op de loonbelasting 1964, op 1 januari gelijk is aan of meer bedraagt dan 2,1 maal het jaarinkomen over het voorafgaande kalenderjaar. 2. Voor de toepassing van het eerste lid mag een salarisvermindering buiten beschouwing blijven, voor zover deze het gevolg is van het aanvaarden van een deeltijdfunctie of een lager gekwalificeerde functie in de periode die aanvangt tien jaar direct voorafgaand aan de pensioendatum mits de omvang van het dienstverband in geval van het aanvaarden van een deeltijdfunctie niet met meer dan 50% verminderd. 3. Een toegekende aanvraag kan uitsluitend worden gewijzigd indien dit naar het oordeel van de werkgever noodzakelijk is. 4. De inleg als bedoeld in artikel 5 wordt door de werkgever gestort op de levenslooprekening dan wel overgemaakt als premie voor de levensloopverzekering, zoveel mogelijk in de maand waarin de door de werknemer aangewezen bronnen zouden zijn uitbetaald. 5. Het is de werknemer niet toegestaan gelden rechtstreeks op zijn levenslooprekening of levensloopverzekering te storten of te doen storten. 6. Indien in een kalenderjaar het geld dat gedurende dat kalenderjaar is ingelegd meer bedraagt dan 12 procent van het jaarinkomen, wordt het bovenmatige
25
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
gedeelte door de levensloopinstelling aan de werkgever uitgekeerd en vervolgens door de werkgever als salaris aan de werknemer uitgekeerd. Artikel 7 Einde spaarperiode De spaarperiode wordt beëindigd uiterlijk met ingang van de tweede maand volgende op die waarin de werknemer dit aan de werkgever heeft verzocht. Artikel 8 Het levenslooptegoed 1. Over het levenslooptegoed wordt uitsluitend beschikt: a. ten behoeve van de uitbetaling van levenslooploon, b. ten behoeve van het levenslooptegoed in een aanspraak als bedoeld in artikel 16.6 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, mits na de omzetting de aanspraak nog blijft binnen de in of krachtens hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964 gestelde grenzen. 2. Het levenslooptegoed mag op geen enkele wijze worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven dan wel formeel of feitelijk als voorwerp van zekerheid anders dan ten behoeve van de in artikel 61k van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 bedoelde verpanding worden aangeboden. Artikel 9 Met levenslooploon te financieren periode van onbetaald verlof 1. De werknemer kan levenslooploon benutten voor de volgende onbetaald verlofdoelen: a. Langdurig voltijdsverlof ten behoeve van loopbaanonderbreking De werknemer kan met de werkgever schriftelijk overeenkomen dat hij onbetaald verlof opneemt ten behoeve van een loopbaanonderbreking (sabbatical). De duur van dit onbetaald verlof bedraagt minimaal 3 maanden en maximaal 6 maanden. Het onbetaalde verlof kan, gecombineerd met andere vormen van betaald verlof, worden opgenomen. Indien daarvan sprake is geldt daarvoor ook in totaal de maximale termijn van 6 maanden. b. Vervroegde uittreding De werknemer kan met de werkgever schriftelijk overeenkomen dat hij voordat hij met pensioen gaat vervroegd kan uittreden. De duur van de vervroegde uittreding is onderwerp van overleg en overeenstemming tussen de werkgever en de werknemer. c. Zorgverlof De werknemer heeft bij ziekte van de partner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, pleegkinderen, stief- en aangehuwde kinderen recht op zorgverlof voor het verzorgen van het familielid. De duur van het verlof is onderwerp van overleg tussen de werkgever en de werknemer. Gedurende de eerste twee weken van het verlof heeft de werknemer recht op 70% van het salaris voor zover dit salaris niet meer bedraagt dan het maximum dagloon als bedoeld in de Coördinatiewet Sociale verzekering, maar ten minste op het voor hem geldende wettelijk minimumloon. Het gedeeltelijk betaalde deel van het zorgverlof gedurende de eerste twee weken (70% tot maximum dagloon) kan met levensloopgeld tot 100% van het laatstgenoten salaris worden aangevuld. Vanaf twee weken is sprake van onbetaald zorgverlof. d. Ouderschapsverlof De werknemer die tenminste één jaar bij de werkgever in dienst is heeft voor de verzorging van een tot het gezin behorende kind in de leeftijd van 0 tot 8
26
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
jaar recht op onbetaald verlof. Het aantal uren verlof waarop de werknemer maximaal recht heeft bedraagt dertien maal de arbeidsduur per week. Het verlof wordt per week opgenomen gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 6 maanden. De werknemer kan de werkgever verzoeken om: i. verlof voor een langere periode dan 6 maanden, of ii. het verlof op te delen in maximaal 3 perioden, waarbij iedere periode ten minste een maand bedraagt, of iii. meer uren verlof per week dan de helft van de arbeidsduur per week. De werkgever kan het verzoek afwijzen indien een zwaarwegend bedrijfsbelang zich hiertegen verzet. e. Langdurig deeltijdverlof Het voornemen om langdurig deeltijdverlof op te nemen dient schriftelijk bij de werkgever kenbaar te worden gemaakt. De termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid is niet van toepassing wanneer er sprake is van aanwending van het verlof voor zorgdoeleinden en als het moment van aanvang van het verlof niet in redelijkheid kon worden voorzien. Artikel 10 Procedurele afspraken omtrent levensloopopname 1. Het voornemen om langdurig (partieel) verlof als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder a, b en e op te nemen dient tenminste 3 maanden van tevoren schriftelijk bij de werkgever kenbaar te worden gemaakt. Deze termijn is niet van toepassing wanneer er sprake is van aanwending van het verlof voor zorgdoeleinden en als het moment van aanvang van het verlof niet in redelijkheid kon worden voorzien. 2. De werkgever stemt in met de verlofaanvraag, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen zich tegen het voorgestelde tijdstip en/of de vorm van het verlof verzetten. 3. Ingeval de werkgever niet instemt met de verlofaanvraag, deelt de werkgever dat schriftelijk en gemotiveerd binnen één maand na ontvangst van het verzoek mee. Er wordt dan in onderling overleg naar een alternatief gezocht. 4. De werkgever stelt geen eisen aan de invulling van het verlof mits tijdens de verlofperiode geen arbeid wordt verricht voor een andere werkgever, behoudens goedkeuring van werkgever. Artikel 11 Gevolgen voor arbeidsvoorwaarden werknemer 1. Pensioenregeling [optioneel – invulling afhankelijk van sector en werkgever] a. De werknemer blijft gedurende de voltijd/deeltijd verlofperiode deelnemer aan de bij werkgever geldende pensioenvoorziening waarbij de verlofperiode geldt als diensttijd voor de pensioenopbouw. b. De werkgever en de werknemer zullen gedurende de verlofperiode op de gebruikelijke wijze bijdragen in de kosten van de pensioenopbouw. 2. Ten aanzien van aanwezigheid gerelateerde (on)kostenvergoedingen, zoals tegemoetkoming woon-werkverkeer, reiskostenvergoedingen, en incidentele toeslagen worden tijdens de verlofperiode dezelfde regels toegepast als bij (langdurige) arbeidsongeschiktheid. Betaling zal worden gestopt/aangepast wanneer de (deeltijd) verlofperiode meer dan 30 werkdagen bedraagt. 3. De werknemer is gedurende de verlofperiode verzekerd krachtens de werknemersverzekeringen (ZW, WIA, WW), krachtens de Wet onbetaald verlof en sociale verzekeringen. Tijdens het verlof stopt de opbouw van vakantiedagen en vakantietoeslag.
27
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
4. Gedurende de voltijds verlofperiode vindt geen vergoeding plaats van werkgeversbijdrage in het kader van de kinderopvangregeling. Artikel 12 Ziekte tijdens de verlofperiode 1. Ingeval de werknemer gedurende de verlofperiode ziek wordt, loopt het verlof gewoon door. 2. Indien de ziekte doorloopt tot na het einde van de verlofperiode, ontstaat het recht op doorbetaling van loon op de eerste werkdag na de verlofperiode. 3. De uitkeringen van de tegoeden in de verlofperiode worden vanwege de ziekte niet onderbroken. Artikel 12 Pensioenbijdrage tijdens de verlofperiode Tijdens de verlofperiode waarin de levenslooploon wordt uitgekeerd wordt het werkgeversdeel van de pensioenpremies niet op de werknemer verhaald. Artikel 13 Terugkeer in de functie 1. Werknemer heeft na terugkeer van het verlof een functiegarantie, d.w.z. recht op de functie die de werknemer bekleedde bij aanvang van de verlofperiode. 2. Werknemer heeft recht op voortzetting van alle arbeidsvoorwaarden zoals die golden bij aanvang van de verlofperiode. Werkgever maakt over deze zaken met de werknemer voorafgaand aan het levensloopverlof afspraken en draagt zorg voor de uitvoering hiervan.
28
CAO Quanta Services Netherlands B.V.
BIJLAGE 4: VERKLARING RELATIEPARTNERSCHAP VERKLARING 1. Ondergetekende, werkne(e)m(st)er bij Quanta Services Netherlands B.V. naam:....................................................................................……… voornamen:...............................................................................….. geboortedatum:...........................................................................… adres:...................................................................................………. woonplaats:..............................................................................…… verklaart: a. dat de mede ondergetekende met wie hij/zij met ingang van ....................... samen woont op bovenstaand adres, de persoon is, met wie hij/zij - met het oogmerk duurzaam samen te leven - een gemeenschappelijke huishouding voert; b. dat hij/zij beëindiging van de gemeenschappelijke huishouding met medeondergetekende zo spoedig mogelijk ter kennis zal brengen van de werkgever. 2. Mede-ondergetekende, naam:.....................................................................................…….. voornamen:................................................................................…. geboortedatum:.............................................................................. bevestigt dat de ondergetekende met wie hij/zij met ingang van ............................. samenwoont op bovenstaand adres, zijn/haar levenspartner is. Plaats,.........................,
datum,....................
Ondergetekende,
Mede-ondergetekende,
(Handtekening)
(Handtekening)
29