COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SOCIAAL PLAN « BEDIENDEN »
Tussen NV AMP (hierna « AMP »), met ondernemingsnummer BE 0403.482.188, gelegen te 1070 Brussel, Lenniksebaan 451, vertegenwoordigd door: -
Dirk Van den Haute, handelend in de hoedanigheid van Afgevaardigd Bestuurder Guillaume Beuscart, handelend in de hoedanigheid van Financieel Directeur Loïc Burgot, handelend in hoedanigheid van Directeur Organisatie en Kwaliteit
Hierna genoemd de Werkgever,
En anderzijds de syndicale organisaties: -
De Algemeen Christelijk Vakverbond (« ACV-CSC »), vertegenwoordigd door José Swenen, permanent Het Algemeen Belgisch Vakverbond (« ABVV »), vertegenwoordigd door Philippe Dierkens, permanent secretaris De Bond van bedienden, technici en kaderleden van Charleroi (« BBTK »), vertegenwoordigd door Daniel Trepagne, permanent
Wordt onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst gesloten (hierna de « CAO»).
PREAMBULE 1. In het kader van de noodzakelijke evolutie van de Werkgever naar nieuwe beroepen en de daling van de pers volumes van de Werkgever, is de ondernemingsraad van de Werkgever op 22 september 2011 voor een buitengewone ondernemingsraad samengekomen. Tijdens deze vergadering, heeft de directie van de Werkgever zijn voornemen aangekondigd over te gaan tot een herstructurering gekoppeld aan een collectief ontslag (hierna de “Herstructurering”). Zij heeft een schriftelijk document dat de motieven van dit voornemen herneemt aan de werknemersvertegenwoordigers voorgelegd. De werknemersvertegenwoordigers werden uitgenodigd om hun vragen, opmerkingen en voorstellen te formuleren over dit voornemen, waaronder tijdens de vergaderingen die op 3, 10 en 19 oktober 2011 plaatsvonden. Tijdens deze verschillende ondernemingsraden werd de gevraagde informatie systematisch schriftelijk overgemaakt en de directie van de Werkgever heeft op de vragen en voorstellen die door de leden van de ondernemingsraad geformuleerd werden geantwoord. Op het einde van de ondernemingsraad van 19 oktober 2011, werd vastgesteld en erkend dat de raadplegingsfase tot een goed einde gebracht was en mocht worden afgesloten. Partijen erkennen dat het geheel van wettelijke, reglementaire en conventionele verplichtingen met betrekking tot informatie en raadpleging van werknemersvertegenwoordigers bij het voornemen van een werkgever tot collectief ontslag (Wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling, koninklijk besluit van 24 mei 1976 betreffende het collectief ontslag, collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1972 houdende de ordening van de nationale akkoorden en de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden) volledig zijn nageleefd. 1
2. Tijdens deze verschillende vergaderingen van de ondernemingsraad (i) heeft de directie van de Werkgever benadrukt dat de ontslagen zullen gebeuren volgens de principes van de Herstructurering zoals uitgelegd tijdens de informatieprocedure, namelijk dat de ontslagen bedienden geen individuele keuzemogelijkheid zullen hebben wat betreft de toegekende voordelen vermeld in onderhavige CAO, en dat er dus geen enkele mogelijkheid zal zijn om deze voordelen te cumuleren en (ii) hebben de partijen erkend dat in het kader van de Herstructurering, het noodzakelijk is het aantal bedienden van de Werkgever met ten minste 64 bedienden te verminderen. De partijen erkennen bijgevolg uitdrukkelijk dat, gezien de veranderde economische context, de werkzekerheid zoals gewaarborgd door de ondernemingsCAO 2008-2013 “Bedienden” tijdens de Herstructurering niet meer van toepassing is.
3. De Werkgever verbindt zich ertoe dat dit geen ontslagen met zich mee zal brengen in het kader van de Herstructurering, alvorens de bevriezingsperiode zoals bepaald door Actiris, krachtens artikel 9 van het koninklijk besluit van 24 maart 1976 betreffende het collectief ontslag, is verstreken.
TOEPASSINGSGEBIED VAN ONDERHAVIGE CAO Artikel 1 Onderhavige CAO is toepasselijk op de (i) bedienden van de Werkgever, met uitsluiting van de kaderleden, zoals bedoeld door de ondernemingsCAO 2009-2013 “Kaderleden”, (ii) tewerkgesteld met een overeenkomst van onbepaalde duur, (iii) in dienst op de dag van de aankondiging van het voornemen over te gaan tot collectief ontslag (namelijk op 22 september 2011) en (iv) die ontslagen zullen worden in het kader van de Herstructurering en tijdens de duur van onderhavige CAO. De Werkgever verbindt zich er echter toe de, op het moment van de aankondiging van het voornemen over te gaan tot collectief ontslag, langdurig zieke bedienden niet te ontslaan. Onderhavige CAO is niet toepasselijk op de bedienden die zullen worden ontslagen: -
om dringende reden; tijdens hun proefperiode; omdat ze met pensioen gaan.
HOOFDSTUK I – BRUGPENSIOENEN I.1. Voorafgaand Het doel van onderhavig hoofdstuk bestaat erin de leeftijd voor brugpensioen van de bedienden te verminderen tot 55 jaar krachtens artikel 12sexies, §7 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen en van het artikel 18§7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact. De Werkgever zal bijgevolg een gemotiveerde aanvraag indienen bij het Federale Ministerie van Werkgelegenheid en Arbeid, samen met de documenten vermeld in de voormelde koninklijke besluiten, met het oog op erkenning als “onderneming in herstructurering”. 2
I.2. Betrokken bedienden Artikel 2 Vallen onder het toepassingsgebied van onderhavig Hoofdstuk, de bedienden die ontslagen zullen worden in het kader van de Herstructurering en die de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt op de dag van de aankondiging van 22 september 2011. Hebben recht op brugpensioen, de bedienden die voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden : -
-
de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben op 22 september 2011 of,desgevallend, de leeftijd bepaald door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; ontslagen worden in het kader van de Herstructurering; de vermindering van opzeg tot 6 maanden aanvaarden zoals bepaald in artikel 3 van onderhavige CAO; hetzij een loopbaan van ten minste 20 jaar hebben, ongeacht de werkgever of de sector, hetzij een loopbaan van 10 jaar in dezelfde sector als bediende hebben, gedurende de laatste 15 jaar; ingeschreven zijn in de tewerkstellingscel bedoeld in Hoofdstuk V van onderhavige CAO gedurende ten minste 6 maanden vanaf de kennisgeving van de verbreking van hun arbeidsovereenkomst; uitdrukkelijk verklaren de voordelen toegekend in Hoofdstukken II, III en IV van onderhavige CAO niet op te eisen.
Bovendien moet de periode gedekt door de ontslagvergoeding van de betrokken bediende, verstrijken tijdens de periode waarbinnen onderhavige CAO en de erkenning als “bedrijf in herstructurering”, toepasselijk zijn. Het recht op brugpensioen begint slechts ten vroegste te lopen op het einde van de periode gedekt door de verbrekings - of herclasseringsvergoeding, hetzij 6 maanden volgend op het ontslag.
I.3. Voorwaarden Artikel 3 De volgende voorwaarden zijn toepasselijk in geval van ontslag in het kader van onderhavige CAO: -
de bediende zal zich kandidaat moeten stellen binnen de maand (30 kalenderdagen) volgend op de datum van ondertekening van onderhavige CAO;
-
de kandidaat-bediende voor ontslag zal ontslagen worden – in geval van instemming van de Werkgever met zijn kandidatuur – onder de volgende voorwaarden: o hij zal de vermindering van de opzegtermijn tot 6 maanden moeten aanvaarden; o hij zal geen opzeg moeten presteren; o de Werkgever zal een verbrekingsvergoeding betalen berekend op basis van het vast bruto maandsalaris, vermenigvuldigd met 14,92 en gedeeld door 12.
Bovendien zal de Werkgever een aanvulling op de werkloosheidsuitkering betalen dat, inclusief de aanvulling voorzien door CAO nr. 17, gelijk is aan 80% van het verschil tussen (i) het maandelijkse nettoloon berekend op basis van het maandelijkse vaste brutoloon, vermenigvuldigd met 14,92 en 3
gedeeld door 12 en (ii) de maandelijkse werkloosheidsuitkering. Deze aanvulling zal worden onderworpen aan de verhogingen en indexeringen die voorzien zijn door CAO nr. 17. Deze aanvulling op de werkloosheidsuitkeringen zal verschuldigd blijven indien de bediende tewerkgesteld zou worden als bediende door een andere werkgever of een zelfstandige activiteit zou uitoefenen, en dit totdat hij de wettelijke pensioensleeftijd heeft bereikt. Voor de bedienden die hun prestaties verminderd hebben in het kader van een tijdskrediet, zal rekening gehouden worden met het aan 100% geproratiseerd loon, voor de berekening van voormelde aanvulling op de werkloosheidsuitkering.
Artikel 4 De Werkgever zal, op het ogenblik van de verbreking van de arbeidsovereenkomst, voor de in het kader van onderhavige CAO bruggepensioneerde bediende, die de leeftijd van 60 jaar niet bereikt heeft op het ogenblik van de verbreking van de arbeidsovereenkomst: - een eenmalige premie, gelijk aan drie jaar premies, storten in de groepsverzekering om een dekking overlijden te financieren die de uitbetaling van een kapitaal voorziet in geval van overlijden voordat de bruggepensioneerde bediende de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt; - een eenmalige premie, gelijk aan twee jaar premies, storten in de groepsverzekering om een dekking pensioen te financieren (met uitsluiting van het luik overlijden). De Werkgever zal voor de in het kader van onderhavige CAO bruggepensioneerde bediende, die de leeftijd van 60 jaar bereikt heeft op het ogenblik van de verbreking van de arbeidsovereenkomst, een eenmalige premie gelijk aan twee jaar premies, storten in de groepsverzekering om een dekking pensioen te financieren (met uitsluiting van het luik overlijden). Voorts zal iedere bruggepensioneerde bediende die het zal aanvragen recht hebben op een kosteloos abonnement voor lokaal openbaar vervoer gedurende twee jaar vanaf de datum van beëindiging van de periode gedekt door de verbrekings- of herclasseringsvergoeding.
I.4. Opschortende voorwaarde Artikel 5 Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat onderhavig Hoofdstuk slechts in werking kan treden onder de volgende cumulatieve opschortende voorwaarden : -
-
de erkenning van de Werkgever als bedrijf in herstructurering in de zin van artikel 12 quater van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen en artikel 15 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact; de machtiging de leeftijd voor brugpensioen te verminderen tot 55 jaar; de machtiging de periode gedekt door de vervangende opzegvergoeding te verminderen tot 6 maanden; van de verkrijging van de vrijstelling van de verplichting bedienden op brugpensioen te vervangen (hierbij inbegrepen de bedienden waarvan het brugpensioen reeds een aanvang heeft genomen).
4
Indien één of meerdere van de hierboven vermelde opschortende voorwaarden niet vervuld zouden zijn, verbinden partijen zich ertoe te onderhandelen over aangepaste vertrekvoorwaarden. HOOFDSTUK II – KANDIDATEN VOOR ONTSLAG II.1. Voorafgaand Artikel 6 De Werkgever herinnert eraan dat het zijn bedoeling is naakte ontslagen te vermijden en dus de vertrekken op brugpensioen te bevorderen. Het is echter niet uitgesloten dat sommige bedienden die niet in aanmerking komen voor een brugpensioen de onderneming wensen te verlaten (hierna “kandidaten voor ontslag”). Rekening houdend met het feit dat de Werkgever de bedienden met de beste capaciteiten in de onderneming wenst te houden, komen de partijen volgende regels overeen die de situatie van de kandidaten voor ontslag organiseren.
II.2. Betrokken bedienden Artikel 7 De kandidaten voor ontslag vallen slechts onder het toepassingsgebied van onderhavige CAO, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: -
na instemming van de Werkgever; om economische redenen; de bediende kan niet in aanmerking komen voor de maatregelen van brugpensioen zoals voorzien door Hoofdstuk I van onderhavige CAO of van de CAO nr. 17.
II.3. Voorwaarden Artikel 8 De volgende voorwaarden zijn toepasselijk in geval van kandidatuur voor ontslag : -
de bediende zal zich binnen de maand (30 kalenderdagen) kandidaat moeten stellen voor ontslag volgend op de datum van ondertekening van onderhavige CAO;
-
de bediende die kandidaat is voor ontslag zal ontslagen worden – in geval van instemming van de Werkgever met zijn kandidatuur – en onder de volgende voorwaarden: o hij zal geen opzeg moeten presteren o de Werkgever zal een verbrekingsvergoeding betalen die overeenstemt met de opzegtermijn berekend op basis van de formule Claeys. De formule Claeys die wordt gebruikt zal de volgende zijn: indien het jaarloon van de bediende lager is dan 120.000 € bruto : (0,87 x anciënniteit) + (0,06 x leeftijd) + (0,037 x loon/1000 x index 2007/index van de maand van het ontslag) - 1,45. In deze formule, wordt onder “loon” begrepen, het vast bruto maandloon, vermenigvuldigd met 14,92 en gedeeld door 12. indien het jaarloon van de bediende 120.000 € bruto of hoger bedraagt : (0,87 x anciënniteit) + (0,06 x leeftijd) + (0,029 x loon/1000 x index 2007/index van 5
de maand van het ontslag) - 1,45. In deze formule, wordt onder “loon” begrepen, het vast bruto maandloon, vermenigvuldigd met 14,92 en gedeeld door 12. o de Werkgever zal een vergoeding wegens collectief ontslag betalen gelijk aan een bruto bedrag van 500 € per volledig gewerkt jaar bij de Werkgever. Deze vergoeding omvat de wettelijke vergoeding wegens collectief ontslag.
HOOFDSTUK III – NAAKTE ONTSLAGEN III.1. Voorafgaand Artikel 9 De Werkgever herinnert eraan dat het zijn bedoeling is naakte ontslagen te vermijden en dus de vertrekken op brugpensioen en de kandidaturen voor ontslag te bevorderen. Het is echter niet uitgesloten dat het minimum aantal bedienden waarvan sprake in punt 2 van de preambule, namelijk 64, niet wordt bereikt op basis van de vertrekken op brugpensioen en de kandidaturen voor ontslag. In dat geval, erkennen de partijen dat de Werkgever over zal gaan tot zogenaamde “naakte” ontslagen, waarvan de voorwaarden hieronder zijn uiteengezet. De Werkgever zal voorafgaand de vakbondsorganisaties raadplegen in geval van naakte ontslagen. Er wordt evenwel uitdrukkelijk overeengekomen dat de beslissingsbevoegdheid inzake de personen die dienen ontslagen te worden in het kader van een naakt ontslag, de exclusieve bevoegdheid blijft van de Werkgever. De Werkgever verbindt zich ertoe alle waarborgen van objectiviteit te bieden bij de keuzes die eventueel moeten gemaakt worden.
III.2. Betrokken bedienden Artikel 10 Vallen onder het toepassingsgebied, de bedienden : -
die zullen worden ontslagen in het kader van de Herstructurering; en die niet in rekening worden genomen voor de maatregelen voor brugpensioen zoals voorzien door Hoofdstuk I van onderhavige CAO; en die geen vrijwillig vertrek hebben gevraagd zoals voorzien door Hoofdstuk II van onderhavige CAO.
III.3. Voorwaarden Artikel 11 De werknemer zal ontslagen worden onder de volgende voorwaarden : -
de Werkgever zal de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk in kennis stellen van zijn voornemen over te gaan tot naakt ontslag van een bediende; de bediende zal geen opzeg moeten presteren ;
6
-
-
de Werkgever zal een verbrekingsvergoeding betalen die overeenstemt met de opzegtermijn berekend op basis van de formule Claeys. De formule Claeys die wordt gebruikt zal de volgende zijn : o indien het jaarloon van de bediende lager is dan 120.000 € bruto : (0,87 x anciënniteit) + (0,06 x leeftijd) + (0,037 x loon/1000 x index 2007/index van de maand van het ontslag) - 1,45. In deze formule, wordt onder “loon” begrepen: het vast bruto maandloon, vermenigvuldigd met 14,92 en gedeeld door 12. o indien het jaarloon van de bediende 120.000 € bruto of hoger bedraagt : (0,87 x anciënniteit) + (0,06 x leeftijd) + (0,029 x loon/1000 x index 2007/index van de maand van het ontslag) - 1,45. In deze formule, wordt onder “loon” begrepen, het vast bruto maandloon, vermenigvuldigd met 14,92 en gedeeld door 12. de Werkgever zal een vergoeding wegens collectief ontslag betalen gelijk aan een bruto bedrag van 500 € per volledig gewerkt jaar bij de Werkgever. Deze vergoeding omvat de wettelijke vergoeding wegens collectief ontslag.
Voor de bedienden die hun prestaties verminderd hebben in het kader van een 4/5e tijdskrediet, zal rekening gehouden worden met het aan 100% geproratiseerd loon, voor de berekening zowel van de formule Claeys als het bedrag dat ermee overeenstemt. HOOFDSTUK IV – VRIJWILLIG VERTREK (ONTSLAG OP INITIATIEF VAN DE WERKNEMER) Artikel 12 De bedienden die onder het toepassingsgebied van onderhavige CAO vallen en die beslissen een einde te stellen aan hun werk gedurende de geldigheid van onderhavige CAO, zullen recht hebben op een vergoeding gelijk aan 500 € bruto per volledig gewerkt jaar bij de Werkgever.
HOOFDSTUK V – TEWERKSTELLINGSCEL – EN OUTPLACEMENT V.1. Verplichtingen van de Werkgever Artikel 13 Bij toepassing van de Wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, Titel IV Werk, Hoofdstuk V Activerend beleid bij herstructureringen., artikels 31 tot 41 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen, zal de Werkgever: -
een tewerkstellingscel oprichten; de specifieke regels met betrekking tot het ontslag van de betrokken bedienden naleven, meer bepaald wat betreft de te volgen procedure en wat betreft de betaling van een « herclasseringsvergoeding ».
V.2. Betrokken bedienden Artikel 14 De bedienden die ontslagen zijn in het kader van de Herstructurering dienen ingeschreven te zijn in deze cel. Zijn daarentegen vrijgesteld van de inschrijving in de tewerkstellingscel, de bediende die op 7
het einde van de periode gedekt door de opzegvergoeding, ofwel de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt, ofwel een professioneel verleden van 38 jaar kan aantonen. De bediende die ingeschreven is in de tewerkstellingscel, en die op de datum van aankondiging van het collectief ontslag (22 september 2011) minstens 45 jaar is, moet gedurende 6 maanden, gerekend van datum tot datum, ingeschreven blijven in de tewerkstellingscel. De bediende die ingeschreven is in de tewerkstellingscel en die op de datum van aankondiging van het collectief ontslag (22 september 2011) minder dan 45 jaar is, moet gedurende 3 maanden, gerekend van datum tot datum, ingeschreven blijven in de tewerkstellingscel.
V.3. De functionering van de tewerkstellingscel Artikel 15 De tewerkstellingscel ziet erop toe dat de ontslagen bedienden in het kader van de Herstructurering begeleid worden bij het zoeken naar een nieuwe tewerkstelling. Bovendien ziet de tewerkstellingscel erop toe dat : -
het sociaal plan, zoals tijdens de onderhandelingen overeengekomen, correct wordt uitgevoerd ; elke bediende die aan de voorwaarden beantwoordt om recht te hebben op de begeleiding van de tewerkstellingscel effectief een begeleidingsaanbod op outplacement krijgt.
De tewerkstellingscel is een feitelijke vereniging, waartoe zullen behoren : -
de Werkgever ; alle vakbonden die aanwezig zijn in de onderneming en die onderhavige CAO hebben ondertekend ; het opleidingsfonds Galilei-Randstad, Career Services & Outplacement ; de openbare tewerkstellingsdienst (Actiris).
V.4. Bestaansduur van de tewerkstellingscel Artikel 16 De tewerkstellingscel zal werkzaam zijn ten laatste tot op het moment van het eerste individueel ontslag in het kader van onderhavige CAO. De tewerkstellingscel zal bestaan tot op het einde van de zesde maand volgend op het individueel ontslag van de laatste bediende, die ontslaan is in het kader van onderhavige CAO.
V.5. Herclasseringsvergoeding Artikel 17 De ontslagen bediende die zich heeft ingeschreven in de tewerkstellingscel binnen de bepaalde termijnen en die bij de aankondiging van het collectief ontslag, zijnde op 22 september 2011, de minimumleeftijd van 45 jaar heeft bereikt, ontvangt, gedurende ten hoogste zes maanden, de herclasseringsvergoeding. Degene die de minimumleeftijd van 45 jaar niet heeft bereikt bij de aankondiging van het collectief ontslag, zijnde op 22 september 2011, en die zich heeft ingeschreven 8
bij de tewerkstellingscel binnen de bepaalde termijnen, ontvangt, gedurende ten hoogste drie maanden, de herclasseringvergoeding. De herclasseringsvergoeding zal worden afgetrokken van de verbrekingsvergoeding, overeenkomstig de van kracht zijnde wetgeving.
V.6. Outplacement Artikel 18 De bediende die ontslagen is in het kader van de Herstructurering en ingeschreven is bij de tewerkstellingscel zal een outplacementaanbod krijgen, ten laste van de Werkgever, die ten minste aan de normen voldoet bepaald door de CAO nr. 82 van 10 juli 2002, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het recht op outplacement voor bedienden van 45 jaar en ouder die worden ontslagen. Overeenkomstig het akkoord binnen de ondernemingsraad, zal het outplacementprogramma inwerking worden gesteld en uitgevoerd door Galilei-Randstad, Career Services & Outplacement. HOOFDSTUK VI – DIVERSE BEPALINGEN VI.1. Opheffing van de ontslagbescherming Artikel 19 De ondertekenende partijen erkennen dat de Herstructurering alsook het collectief of individueel ontslag dat daarop betrekking heeft en de omstandigheden die daarvan de oorzaak zijn, economische en technische redenen uitmaken die ontslag van de werknemersvertegenwoordigers overeenkomstig de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen en de CAO betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen gesloten binnen PC 218, rechtvaardigen. De vakbondsorganisaties verbinden zich ertoe de opheffing van deze bescherming te aanvaarden binnen het paritair comité. Onderhavig akkoord zal in werking treden onder de hierboven vermelde opschortende voorwaarde dat de economische of technische redenen definitief erkend worden en op voorwaarde dat de (voorgenomen) ontslagen niet worden betwist. Voorts zal onderhavig akkoord slechts in werking treden indien geen enkel van de te ontslagen bedienden van een bescherming geniet in het kader van de sociale verkiezingen van 2012. Mocht een bediende zich kandidaat gesteld hebben voor de sociale verkiezingen van 2012, dan verbinden de vakbondsorganisaties zich ertoe de intrekking van de kandidatuur van de betrokken bediende te verkrijgen en hier het schriftelijk bewijs van aan de Werkgever voor te leggen.
VI.2. Betalingsmodaliteiten Artikel 20 Behoudens bijzondere uitdrukkelijke of in onderhavige CAO vermelde bepalingen, zullen de vergoedingen en andere voordelen die worden voorzien gestort worden op de bankrekeningen van de 9
ontslagen bedienden op de eerste dag van de gewoonlijke maandelijkse betaling van lonen die volgt de dag van effectieve verbreking van hun arbeidsovereenkomst, behoudens: -
-
-
de aanvulling op de werkloosheidsuitkering, waarvan sprake in artikel 3, dewelke maandelijks verschuldigd is, na de periode waarbinnen de herclasseringsvergoeding wordt toegekend en/of de verbrekingsvergoeding, totdat de pensioenleeftijd bereikt is; de herclasseringsvergoedingen, waarvan sprake in artikel 17, dewelke maandelijks verschuldigd zijn, tot op de dag dat de periode waarbinnen deze vergoedingen worden toegekend, is verstreken; wanneer de bediende deelneemt of heeft deelgenomen aan de tewerkstellingscel, de verbrekingsvergoeding, dewelke zal betaald worden onder aftrek van de herclasseringsvergoedingen, na het einde van de periode waarin verplicht deelgenomen wordt aan de tewerkstellingscel.
Alle vermelde bedragen in onderhavige CAO zijn brutobedragen. De Werkgever zal deze dus betalen na aftrek van de toepasselijke sociale en fiscale inhoudingen.
VI.3. Geen cumul Artikel 21 Indien door samenloop van omstandigheden een bediende onder het toepassingsgebied van verschillende wettelijke en reglementaire bepaling zou vallen waardoor hij andere voordelen zou kunnen eisen dan deze voorzien bij onderhavige CAO, zal het principe van toepassing zijn dat bepaalt dat een bediende nooit de voordelen van verschillende bepalingen mag cumuleren. Hetzelfde principe geldt voor de cumul van bepalingen van Hoofdstukken I, II, III en IV van onderhavige CAO. De vakbondsorganisaties verbinden zich ertoe geen individuele of collectieve stappen te ondersteunen welke ertoe strekken de voordelen van verschillende hoofdstukken van onderhavig CAO te cumuleren.
VI.4. Wijziging van post Artikel 22 Met het oog op de verbetering van de organisatie van het werk, zal aan bepaalde bedienden, getroffen door de Herstructurering, een overplaatsing naar een andere werkpost of een wijziging van hun werkpost worden voorgesteld. Voor zover het loon niet verminderd wordt, zal deze verandering beschouwd worden als niet belangrijk en niet essentieel. In dit kader verbindt de Werkgever zich ertoe de nodige opleidingen te geven aan de bediende opdat hij optimaal zou kunnen functioneren in zijn nieuwe werkpost. Een budget voor de opleidingen wordt, door de Werkgever, toegekend voor het voltallig personeel door de Werkgever, conform de akkoorden van het PC 218.
VI.5. Afwezigheid van incorporatie in de individuele arbeidsvoorwaarden Artikel 23 Met toepassing van artikel 23 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, zal de individuele arbeidsovereenkomst van de bediende niet gewijzigd worden door onderhavige CAO wanneer deze zal ophouden uitwerking te 10
hebben. De bepalingen van onderhavige CAO zullen bijgevolg niet worden beschouwd als geïntegreerd in de individuele arbeidsovereenkomst van de bediende.
VI.6. Duur en inwerkingtreding Artikel 24 Onderhavige CAO is gesloten voor een bepaalde duur vanaf de datum van ondertekening tot 22 september 2013. Ze mag in geen geval stilzwijgend worden verlengd.
*
* *
Gedaan te Anderlecht, op 25 oktober 2011, in evenveel exemplaren als ondertekenenden, waarvan elk bevestigt een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen, en een origineel ondertekend exemplaar dat is bestemd aan de griffie van de dienst collectieve arbeidsbetrekkingen van de FOD Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, welke de Werkgever zich ertoe verbindt neer te leggen.
Na(a)m(en), handtekening en titel van de vertegenwoordiger van de Werkgever Voor AMP:
-
Dirk Van den Haute, handelend in de hoedanigheid van Afgevaardigd Bestuurder
-
Guillaume Beuscart, handelend in de hoedanigheid van Financieel Directeur
-
Loïc Burgot, handelend in de hoedanigheid van Directeur Organisatie en Kwaliteit
Na(a)m(en), handtekening en titel van de vertegenwoordiger van vakbondsorganisatie
-
Voor het Algemeen Christelijk Vakverbond (« ACV-CSC »), vertegenwoordigd door José Swenen, permanent
11
-
Voor het Algemeen Belgisch Vakverbond (« ABVV »), vertegenwoordigd door Philippe Dierkens, permanent secretaris
-
Voor de Bond van bedienden, technici en kaderleden van Charleroi (« BBTK »), vertegenwoordigd door Daniel Trepagne, permanent
12