CODESHEET MELDINGEN SLACHTOFFERS Datadefinitie

CODESHEET MELDINGEN SLACHTOFFERS Datadefinitie

Stap 11: Selecteren 1.1 Soort melding:

1 = spontane melding Deetman; 3 = melding Hulp& Recht; 4 = melding via NRC, Wereldomroep, IKON, (Volkskrant); 5 = melding via commissie Samson; 8 = niet duidelijk

Nummer melding:

5 cijfers (uniek getal voor iedere melding toegekend op basis van binnenkomst, via de post begint met een 1)

Datum 1e melding:

dag en maand en jaar (8 cijfers)2

Naam melder:

naam

Sekse melder:

1 = man; 2 = vrouw; 8 = niet bekend

Positie melder:

1 = slachtoffer zelf; 2 = getuige van misbruik; 3 = familielid; 4 = vriend/kennis; 5 = professional; 6 = (vermeende) pleger; 7 = overig, namelijk…; 8 = niet (duidelijk) vermeld3

Relevantie:

1 = buiten het onderzoek 2 = binnen het onderzoek

1 Wat de leeftijdsgrens voor minderjarigheid betreft volgt de commissie het Nederlands burgerlijk recht. Dat impliceert dat tot 1988 van minderjarigen gesproken wordt indien slachtoffers de leeftijd van 21 jaar niet hebben bereikt en vanaf 1988 indien slachtoffers de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt. Meerderjarigheid onder de genoemde leeftijdsgrens ten gevolge van huwelijk of registratie (cf 1.233 BW) wordt buiten beschouwing gelaten. 2 Soms zijn er meerdere e-mailberichten van dezelfde persoon. Als datum van de melding wordt de datum van het eerste bericht genomen. 3 Ook niet op andere wijze te achterhalen wat positie is

1

Indien 1 (buiten het onderzoek): 1 = meldingen van seksueel misbruik van minderjarigen voor 19454 2 = meldingen van seksueel misbruik van meerderjarigen voor 1945 3 = meldingen van niet misbruik 4= meldingen van seksueel misbruik van minderjarigen in Suriname, Nederlandse Antillen en Aruba 5 = meldingen van seksueel misbruik in buitenland (anders dan 4) 6 = meldingen van seksueel misbruik in niet-RK instellingen5 Indien 2 (binnen het onderzoek): 1 = meldingen van seksueel misbruik van een minderjarige binnen RK6 2 = meldingen relevant voor cie Deetman en cie Samson7 3 = meldingen van seksueel misbruik van meerderjarigen 4 = meldingen van nabestaanden 5= meldingen van klachten over functioneren Hulp & Recht, niet van seksueel misbruik 6 = meldingen met onvoldoende informatie8 7 = meldingen van positieve ervaringen9 8 = meldingen mishandeling van minderjarigen van fysiek of mentale aard10

Alleen meldingen over seksueel misbruik bij minderjarigen van na 1945 (1) en de meldingen relevant voor cie Deetman en cie Samson (2) worden vanaf hier verder gecodeerd.

Voor het coderen: de leeftijdsgrens van minderjarigheid ligt tot 1988 op 21 jaar en daarna op 18 jaar. Van minder- en meerderjarigen 6 In parochiale context en in RK- instellingen voor onderwijs en zorg, en jeugd- en jongerenorganisaties. 7 Meldingen van seksueel misbruik in RK- instellingen voor onderwijs en zorg, en jeugd- en jongerenorganisaties, ook relevant voor de door de Minister van Jeugd en Gezin en de Minister van Justitie ingestelde commissie Samson die zich richt op seksueel misbruik van minderjarigen die onder verantwoordelijkheid van de overheid gedwongen zijn geplaatst in rijksjeugdinrichtingen, particuliere jeugdinrichtingen en internaten, kindertehuizen en pleeggezinnen. 8 Dit betreft o.a. vragen waar en hoe men zich kan melden, of wanneer er te weinig informatie gegeven is om te bepalen of de melding binnen of buiten het onderzoek valt. 9 Onder positieve melding wordt ook een melding verstaan waarin wordt aangegeven dat ergens geen misstanden hebben plaatsgevonden 10 Misbruik van minderjarigen van fysieke of mentale aard wordt evenwel betrokken bij de context van het onderzoek 4 5

2

1.2 Specificering melding:

1 = luttele zinnen; 2 = een half a4; 3 = een bladzijde; 4 = bladzijden; 5= bladzijden plus documentatie

Kwaliteit meldingen:11

1 = in beginsel plausibel; 2 = het slachtoffer zegt jonger te zijn geweest dan 2/3 jaar (LEBZ);

3

=

het

slachtoffer

zegt

misbruikherinneringen tijdens therapie te hebben

hervonden

(LEBZ);

4

=

het

slachtoffer zegt misbruikherinneringen te hebben waarin kelders, clowns, sedatie, groepsverkrachting etc. een prominente rol spelen (LEBZ); 5 = de auditu meldingen; 6 = "zou-het-kunnen-dat?" meldingen; 7 = "het moet zo geweest zijn dat" meldingen; 8 = "ik ben pedoseksueel en dat komt omdat" meldingen

Dit betreft alle meldingen waarvoor een OvJ zou verwijzen naar de Landelijke Expertise Groep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ).

11

3

Stap 2: Categoriseren 2.1 Periode waarin incident(en) heeft/hebben plaatsgevonden: Periode aanvang

Jaar (4 cijfers, 8888 indien niet duidelijk vermeld/bekend)

Periode eind

Jaar (4 cijfers, 8888 indien niet duidelijk vermeld/bekend)

Indien voorgaande onduidelijk vermeld: Periode 12

Open invullen

Sekse minderjarige / slachtoffer:

1 = jongen; 2 = meisje; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Leeftijd minderjarige / slachtoffer:

in jaren (88 indien niet duidelijk vermeld)

2.2 Meerdere slachtoffers Meerdere slachtoffers

1 = nee; 2 = ja van dezelfde pleger(s); 3 = ja van andere pleger(s); 4 = ja, van dezelfde en andere plegers; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Specificatie slachtoffers aanwezig:

1 = nee; 2 = ja; 8 = niet (duidelijk) vermeld;

Instelling:

1 = zelfde; 2 = anders; 3 = zelfde en andere instelling 8 = niet (duidelijk) vermeld;

Open invullen wanneer een periode niet gespecificeerd is (jaren 50 bijvoorbeeld), of wanneer maar 1 jaartal genoemd wordt.

12

4

2.3 Pleger(s)13 Aantal plegers:

1 = een; 2 = twee; 3 = drie of meer; 8 = niet (duidelijk) vermeld

2.4 Medeplichtigen14 Medeplichtigen:

1 = nee, 2 = ja; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Specifieke informatie indien aanwezig:

open invullen

2.5 of 2.22 Naam pleger x:15

Naam

Sekse pleger x:

1 = man; 2 = vrouw; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Naam + plaats delict + betrokken orde, congregatie, bisdom x:

Open invullen

Status pleger x :

1 = seculiere priesters/ wereldheren/ wereldgeestelijken; 2 = gewijde mannelijke religieuzen/ reguliere priesters 16; 3 = gewijde mannelijke religieuzen/onbekend; 4 = ongewijde mannelijke religieuzen17; 5 vrouwelijke religieuzen; 6 = mannelijke leken18; 7 = anders, namelijk ……; 8 niet (duidelijk) vermeld; 10 = vrouwelijke leken

Iemand is een pleger wanneer deze wel seksuele handelingen heeft uitgevoerd. Iemand is een medeplichtige wanneer deze bij het seksueel misbruik aanwezig was, zonder zelf handelingen te verrichten. Dit kan alleen volwassen personen betreffen (18 jaar of ouder). 15 Er is voor gekozen om de gegevens van maximaal twee plegers gedetailleerd uit te werken. Dit omdat het in de praktijk niet vaak voor komt dat er van meer dan twee plegers (gedetailleerd) melding wordt gemaakt en omdat op deze manier gegevens op slachtoffer- en incidentniveau bekeken kunnen worden. 16 Gewijd lid van een orde of priestercongregatie, paters. 17 Niet gewijde leden van een orde of priestercongregatie, alsook de leden van een broedercongregatie. 18 Gewone gedoopte gelovige.

13

14

5

2.6 of 2.23 Indien seculiere priesters/wereldheren/wereldgeestelijken (1) Positie/functie in kerkelijke /parochie context?:

1 = nee ; 2 = ja; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Indien voorgaand ‘2’ :

1 = bisschop; 2 = deken19; 3 = pastoor; 4 = kapelaan20; 5 = rector21; 6 = anders, namelijk…; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Positie/functie in onderwijs (vooral VHMO):



1 = prefect22; 2 = surveillant; 3 = docent (professor); 4 = godsdienstdocent; 5 = anders, namelijk….; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Positie/functie in andere instellingen:



1 =rector23; 2 = anders, namelijk…..; 8 = niet (duidelijk) vermeld

19 Geeft leiding aan een geografisch afgebakende kerkelijke bestuurseenheid, die uit meerdere parochies bestaat. Deken geniet meer aanzien dan een gewone pastoor. 20 Assisteert bij zielzorg; is vaak ook degene die in het lager onderwijs (lo/blo) godsdienstonderwijs verzorgd en voorbereiding op eerste heilige communie en het vormsel. 21 Priester die verantwoordelijk is voor zielzorg in een instelling die tot de parochie wordt gerekend en van daaruit ook (mede) wordt gefinancierd, zoals een gasthuis/bejaardenhuis, weeshuis. 22 Directeur van bisschoppelijk kleinseminarie of college die zowel aan het hoofd van de school als van het internaat staat (kan, dubbel functie niet altijd het geval ) 23 Priester die verantwoordelijk is voor zielzorg in bejaardentehuis, weeshuis, ziekenhuis, sanatorium, gesticht; woont meestal in een kloostergemeenschap

6

2.7 of 2.24 Indien gewijde mannelijke religieuzen/ reguliere priesters (2) Positie/functie in parochiaal verband?:


Indien voorgaand ‘2’:

1 = bisschop; 2 = pastoor; 3 = kapelaan; 4 = rector; 5 = anders, namelijk ….; 8 = niet (duidelijk) vermeld;




1 = prefect24; 2 = directeur/rector; 3 = surveillant; 4 = docenten (professor); 5 = godsdienstdocent; 6 = huisoverste25; 7 = anders, namelijk….; 8 = niet (duidelijk) vermeld




1 = rector; 2 = anders, namelijk….; 8 = niet (duidelijk) vermeld

2.8 of 2.25 Indien gewijde mannelijke religieuzen/ onbekend (3) Positie/functie in parochiaal verband?:

1 = nee ; 2 = ja; 8 = niet (duidelijk) vermeld;


1 = bisschop; 2 = pastoor; 3 = kapelaan; 4 = rector; 5 = anders, namelijk ….; 8 = niet (duidelijk) vermeld;

24 25

7

Hoofd eigen kleinseminarie of college De overste die het hoofd was van een klooster; kleinseminaries en colleges vormden ook kloosters




1 = prefect26; 2 = directeur/rector; 3 = surveillant; 4 = docenten (professor); 5 = godsdienstdocent; 6 = huisoverste27; 7 = anders, namelijk; 8 = niet (duidelijk) vermeld




1 = rector; 2 = anders, namelijk….; 8 = niet (duidelijk) vermeld;

2.9 of 2.26 Indien niet- gewijde mannelijke religieuzen (4) Positie/functie in parochiaal verband:

1 = nee; 2 = ja; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Indien voorgaand ’2’:

1 = huishouding pastorie; 2 = koster; 3 = toezicht misdienaars; 4 = onderhoud kerk; 5 = anders, namelijk….; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Positie/functie in onderwijs verband?:


(vooral l.o, b.l.o., vglo, ulo/mulo) Indien voorgaand ‘2’ :

1 = hoofd/directeur; 2 = docent; 3 = surveillant; 4 = huishoudelijke en organisatorische taken28; 5 = anders, namelijk….; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Hoofd eigen kleinseminarie of college De overste die het hoofd was van een klooster; kleinseminaries en colleges vormden ook kloosters 28 Geldt ook voor broeders die werkzaam zijn in kleinseminarie of college 26 27

8

Positie/functie in andere instellingen?:



1 = huishoudelijke dienst; 2 = onderhoud terrein en boerderij; 3 = ziekenverzorging; 4 = anders, namelijk….; 8 = niet (duidelijk) vermeld

2.10 of 2.27 Indien vrouwelijke religieuzen (5) Positie/functie in parochiaal verband?:


Indien voorgaand ‘2:’

1

=

voorbereiding

h.

communie;

2

=

werkzaamheden parochie; 3 = anders, namelijk…..; 8 = niet (duidelijk) vermeld Positie/functie in onderwijs?:


Indien voorgaand ’2’:

1 = rectrix; 2 = docente; 3 = onderwijzeres; 4 = toezicht leerlingen; 5 = huishouding internaat; 6 = anders, namelijk…; 8 = niet (duidelijk) vermeld




1 = verpleegkundige; 2 = anders, namelijk…; 8 = niet (duidelijk) vermeld

9

2.11 of 2.28 Indien mannelijke leken (6) Positie/functie in parochiaal verband?:



1 = kerkmeester29; 2 = koster30; 3 = koordirigent; 4 = organist; 5 = acolyth31; 6 = diaken; 7 = anders, namelijk…; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Positie/functie in onderwijs?:



1 = docent; 2 = knecht32; 3 = anders, namelijk…; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Positie/functie in andere instellingen?:



1 = arts; 2 = verpleger; 3 = knecht; 4 = anders, namelijk33; 8 = niet (duidelijk) vermeld

2.12 of 2.29 Indien vrouwelijke leken (7) Positie/functie Parochiale context:



1 = huishoudster; 2 = anders, namelijk….; 8= niet (duidelijk) vermeld

Positie/functie in onderwijs verband:


Leek die lid is van kerkbestuur Leek die belast is met dagelijkse zorg van het kerkgebouw 31 Volwassen misdienaar 32 Belast met allerlei werkzaamheden in- en buitenshuis 33 Is vooral afhankelijk van de andere instellingen 29

30

10


1 = onderwijzeres; 2 = docente; 3 = huishouding; 4 = anders, namelijk….; 8 = niet (duidelijk) vermeld




1 = schoonmaak of huishouding; 2 = verpleegster; 3 = anders namelijk…; 8 = niet (duidelijk) vermeld;

2.13 of 2.30 Relatie tot de pleger x:

01 = hoofd (pastoor) van een parochie; 02 = begeleider

misdienaar;

03

=

kapelaan

of

onderpastoor; 04 = hoofd bisschoppelijk seminarie of andere seculier instituut; 05 = hoofd van een religieuze orde of congregatie of regulier instituut; 06 = docent; 07 = religieuze (broeder, frater, non, zuster) van een instelling voor opvoeding en onderwijs; 08 = religieuze (broeder, frater, non, zuster)

van

koorleider;

een 10

onderwijsinstelling; =

jeugdwerker;

09

=

11

=

kampleider/scouting; 12 = bisschop, kardinaal, deken; 13 = ziekenbroeder; 14 = huisvriend / kennis ouders; 15 = familielid; 16 = anders, namelijk……; 88 = niet (duidelijk) vermeld; 2.14 of 2.31 Setting ten tijde van het misbruik Setting:

1 = parochies; 2 = onderwijs; 3 = andere instellingen; 4 = niet-institutioneel; 5 = meerdere settings, namelijk……; 8 = niet (duidelijk) vermeld;

11

2.15 of 2.32 Indien parochies (1) Situatie:

1

=

parochiekerk;

patronaatswerk34;

2

8

=

=

niet

(duidelijk) vermeld. rol slachtoffer indien parochiekerk (1) :

1 = misdienaar; 2 = lid kerk of jeugdkoor;

3

=

deelnemer

zondagschool; 4 = deelnemer aan voorbereiding op heilige communie; 5 = overig; 8 = niet (duidelijk) vermeld; rol slachtoffer indien patronaatswerk (2) :

1 = deelnemer uitstapjes; 2 = deelnemer

kamperen;

3

=

deelnemer wandeltochten; 4 = overig,

nml…..;

8

=

niet

(duidelijk) vermeld; 2.16 of 2.33 Indien onderwijs (2) Onderwijs van voor 1968? :


Onderwijs setting indien voor 1968 (2):

1

=

lager

(LO)/dagschool;

onderwijs 2

=

lager

onderwijs/intern; 3 = lager onderwijs/onbekend;

4

=

buitengewoon lager onderwijs (BLO)35;

5

=

voortgezet

onderwijs/dagschool; voortgezet internaat;

12

=

onderwijs/ 7

=

voortgezet

Doelgroep waren vooral jongens uit lagere klassen. Activiteiten waren gericht op ontspanning en om de ‘zedenverwildering’ tegen te gaan. 35 Hieronder valt ook onderwijs voor doven en/of blinden 34

6

onderwijs/onbekend; kleinseminarie;

8 9

= =

grootseminarie; 10 = seminarie onbekend; 88 = niet (duidelijk) vermeld; Onderwijs setting indien na 1968 (1):

1 = lager onderwijs; 2 = voortgezet

onderwijs;

3

=

internaat; 4 = kleinseminarie; 5 =

grootseminarie;

6

=

seminarie onbekend; 8 = niet duidelijk

vermeld;

10

=

buitengewoon lager onderwijs (BLO)36 2.17 of 2.34 Indien andere instellingen (3) Setting:

1 = opvang, opvoeding en zorg37; 2 = sanatorium en ziekenhuis;

3

=

anders

namelijk; 8 = niet (duidelijk) vermeld; 2.18 of 2.35 Indien 4 = niet-institutioneel (4) Setting:

1

=

thuis;

2

=

anders,

namelijk….;

Hieronder valt ook onderwijs voor doven en/of blinden Weeshuizen, kindertehuizen, ‘gestichten’ voor specifieke doelgroepen (van moeilijk opvoedbaar tot en met verstandelijk gehandicapt, fysiek gehandicapt en meervoudig gehandicapt

36 37

13

2.19 of 2.36 Locatie waar misbruik

(2 cijfer code) 01 = in de kerk; 02 bij het kind thuis;

plaats vond:

03 = in de school; 04 = in een hotelkamer; 05 = in een vakantiehuis, tent; 06 = in ziekenhuiswezen (sanatorium, ziekenhuis); 07 = ziekenzaal; 08 = in een auto; 09 = in de residentie van de pleger; 10 = op de slaapzaal van het internaat/weeshuis; 11 = in de kamer van een religieuze of geestelijke; 12 = in de werkkamer van hoofd van een religieuze orde of congregatie of instituut; 13 = elders in het internaat/ weeshuis (kelder, zolder); 14 = op reis; 15 = buiten (in de tuin, kas e.d.); 16 = buiten tijdens recreatie/ uitstapje; 17 = meerdere locaties, namelijk……..; 18 = elders, namelijk….; 88 = niet duidelijk vermeld;

2.20 of 2.37 Aard handelingen:38

(2 cijfers) 01 = wassen; 02 = non-contact (gluren, foto’s, kijken); 03 = zoenen; 04 = aanrakingen kind met seksuele bedoeling (schuren, tegen zich aantrekken, op schoot nemen) over de kleren; 05 = betastingen borsten/ geslachtsdelen kind over de kleren op een seksuele manier; 06 = betastingen borsten/geslachtsdelen onder de kleren; 07 = pleger

wreef

zijn/haar

geslachtsdelen

langs

ontblote lichaam kind om zich op te winden; 08 = moest pleger betasten of met de hand bevredigen; 09 = werd door pleger betast of met de hand bevredigd; 10 = moest geslachtsdelen pleger likken; 11 = pleger deed een poging tot een vorm van penetratie; 12 = digitale penetratie (met vingers); 13 = penetratie met voorwerpen; 14 = vaginale

Vaak worden er meerdere soorten seksuele handelingen genoemd. Voor het coderen geldt: het hoogste cijfer van de aard van de handelingen wordt gecodeerd. 38

14

penetratie; 15 = anale penetratie door pleger; 16 = anale penetratie bij pleger; 17 = met de mond moeten bevredigen; 18 = met de mond bevredigd worden; 88 = niet (duidelijk) vermeld39; Beloning, verleiding misleiding:40


Vernedering, fysieke dwang, fysiek geweld en sadisme in combinatie met seksueel misbruik: 1 = nee; 2 = vernedering (b.v. kleineren, urenlang in een hoek laten staan); 3 = fysieke dwang (bv. verassen in slaap); 4 = fysiek geweld (gebruikte of dreigde geweld te gebruiken); 5 = gebruikte of dreigde fysiek geweld te gebruiken met wapen (ook vastbinden, opsluiten); 6 = sadistische handelingen (combinatie

seksuele

handelingen,

slaan

en

kwellen, vb. seks met dieren of brandende kaarsen, urineren); 8 = niet (duidelijk) vermeld; Bedreiging, andere vormen van dwang:

1 = nee, 2 = ja, verbale bedreiging kind (negatieve

41

consequenties, “iets aan doen”); 3 = ja, bedreiging gezin/familie; 4 = ja, negatieve gevolgen voor de kerk; 5 = spirituele manipulatie (“straf van God”, “in de hel terecht komen”, e.d.); 6 = dwang, overig; 7 = anders, namelijk ……; 8 = niet (duidelijk) vermeld;

“Socializing” met gezin:


Hier valt ook onder: ‘ik ben seksueel misbruikt’ zonder verdere specificatie van handelingen Zie pagina 362 in het boek van Nel Draijer voor uitleg over misleiding 41 Nel Draijer beschrijft in haar boek op pagina 151-155 wat hieronder wordt verstaan. 39

40

15

Frequentie:

1 = eenmalig; 2 = meerdere keren; 8 = niet duidelijk vermeld;

Duur misbruik:

1 = korter dan één jaar; 2 = één jaar of langer; 8 = niet (duidelijk) vermeld

2.21 of 2.38 Ooit aan iemand verteld:42


Eerder gemeld of bekend aan of bij instanties?43


Indien 2 (eerder gemeld):

waar, wanneer en bij wie

Gemeld/klacht ingediend 1 = nee; 2 = ja; 3 = ja, bij H&R; 8 = niet (duidelijk) bij de kerk:

vermeld;

Aangifte bij politie:


Indien 2 (aangifte) Pleger ooit veroordeeld: 1 = nee; 2 = ja; 8 = niet (duidelijk) vermeld

Brede categorie, hieronder valt iedereen die ooit over het misbruik verteld is Aan instanties, dus bv kerk (ook H&R), politie en hulpverlening. Dit is inclusief alles wat ter ore of ogen van de kerk gekomen kan zijn, dus ook aan een broeder van de instelling

42 43

16

Algemeen over de melding 2.39 Psychische en/of lichamelijke klachten door misbruik: 1 = nee; 2 = ja; 8 = niet (duidelijk) vermeld Functioneren in relatie tot werk verstoord:


Slachtoffer ooit zelfmoordpoging gedaan:

1 = nee; 2 = ja

Financiële tegemoetkoming gevraagd en/of gekregen?

1 = nee; 2 = ja

2.40 Ernst:

1 = geen ‘misbruik’ / vage verhalen / dubieus; 2 = licht ( zoals gluren, exhibitionisme, eenmalige of enkele betastingen e.d.; categorie: niet om over naar huis te schrijven); 3 = matig (meermalige betastingen, overwicht); 4 = ernstig (verregaande seksuele handelingen, penetratie, dwang); 5 = zeer ernstig (meermalig / langdurig44, verregaande seksuele handelingen, penetratie, dwang / fysiek geweld); 6 = onvoldoende informatie

Documenten genoemd en/ of bijgevoegd:45

44Met 45

1 = nee; 2 = ja

langdurig wordt misbruik langer dan 1 jaar bedoeld Bijvoorbeeld krantenartikelen, brieven, tv uitzendingen, boeken, etc.

17

CODESHEET MELDINGEN SLACHTOFFERS Datadefinitie

Recommend Documents