INSTRUCTIEBOEK CNC-BEWERKINGSCENTRUM
FOM – PRESTIGE versie 4.0 HB – JUNI 2000
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 2
INHOUDSOPGAVE 1 1.1 1.2 1.3
ALGEMENE INFORMATIE Introductie Garantie CE-Conformiteitsverklaring
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN Aanwijzingen en symbolen m.b.t. veiligheid Doelgericht gebruik Organisatorische maatregelen Selectie en kwalificatie personeel: fundamentele eisen Veiligheidsaanwijzingen bij bepaalde bewerkingsfases Aanwijzingen voor het bedieningspersoneel Verplaatsen van de machine Aanvullende veiligheidsrichtlijnen FOM
7 - 16 7 8 8- 9 9 - 10 10 - 12 13 13 - 14 15 - 16
3 3.1 3.2 3.3
INFORMATIE VOORAF Voorwoord Machinegegevens Overige machineplaatjes
17 - 19 17 18 19
4 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3
TECHNISCHE GEGEVENS Tabel Machine-overzicht Veiligheidsinrichtingen Plaats van de machine Fotocellen - overzichtstekening Geluidsniveau PRESTIGE
19 - 26 20 21 22 - 24 22 - 24 25 26
5 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3
VERPAKKING Transport Informatie vooraf Bestemmingen binnen Europa Bestemmingen buiten Europa Inspectie Positioneren en installeren Machine aan de grond bevestigen Aansluiten van het bedieningspaneel Aansluiten elektriciteit en lucht
27 - 34 27 27 28 29 29 30 30 31 - 32 33 - 34
6 6.1 6.2
BEDIENING Bedieningsfuncties van de machine Bedieningspaneel
35 - 37 35 36 - 37
7 7.1 7.2 7.3
INSTELLINGEN Klemcilinders: positioneren en instellen Instellen luchtdruk van de toegevoerde lucht Instellen luchttoevoer filter
38 - 39 38 39 39
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
5- 6 5 5 6
Blz. 3
8
INBEDRIJFSTELLING
9 9.1 9.1.1 9.2 9.3 9.3.1 9.3.2 9.4 9.4.1
ONDERHOUD Routinematige onderhoudswerkzaamheden Smeerschema Speciale onderhoudswerkzaamheden Smeren van het gereedschap Beschrijving Druppelsysteem (optioneel) Vervangen van het gereedschap Vervangen van het gereedschap (handmatig)
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
40 41 - 47 41 42 42 43 44 45 46 47
Blz. 4
1
ALGEMENE INFORMATIE
Voordat u de machine opstart, dient u de informatie in dit instructieboek zorgvuldig door te lezen en stap voor stap op te volgen. Dit instructieboek, inclusief alle bijlagen, moet worden bewaard op een veilige, duidelijk zichtbare plaats, bij de machine. Iedereen die betrokken is bij het werken met of het onderhouden van de machine, dient bekend te zijn met dit instructieboek. 1.1
INTRODUCTIE
Het bewerkingscentrum PRESTIGE is speciaal ontworpen voor het bewerken van profielen of producten van aluminium, kunststof en lichte legeringen. De PRESTIGE heeft vier assen, die worden aangedreven door een elektrospindel. Hierdoor kunt u driezijdige bewerkingen uitvoeren. 1.2
GARANTIE
Wij garanderen dat deze machine onder extreme omstandigheden is getest, met uitstekende resultaten. Deze garantie is 12 maanden geldig en dekt uitsluitend alle gebruikte materialen en fabrieksfouten. Onze klant heeft uitsluitend recht op de vervanging van defecte onderdelen. Transporten verpakkingskosten zijn niet hierbij inbegrepen. Deze garantie dekt geen enkele schade die is ontstaan: doordat u de machine heeft laten vallen; doordat u zelf aan de machine heeft gesleuteld of deze niet op correcte wijze heeft geïnstalleerd; doordat u de instructies t.a.v. het onderhoud van de machine niet heeft opgevolgd; doordat degene die de machine bedient, zijn/haar taak niet naar behoren heeft uitgevoerd. Als de machine om welke reden dan ook stilstaat, krijgt u geen enkele vergoeding. Deze garantie is niet bindend zolang u niet aan de betalingsvoorwaarden heeft voldaan. Alle kosten voor reparatiewerkzaamheden en vervangen onderdelen die niet door deze garantie worden gedekt, zullen worden gefactureerd. De kosten voor onderhoudswerkzaamheden en de prijzen van reserve-onderdelen kunt u terugvinden op de 'prijslijst' die op dat moment van kracht is.
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 5
1.3
CE-CONFORMITEITSVERKLARING
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 6
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN VOOR STATIONAIRE MACHINES overeenkomstig de Europese machinerichtlijnen d.d. 1 januari 1995
2
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN
2.1
AANWIJZINGEN EN SYMBOLEN M.B.T. VEILIGHEID
FOM heeft de materialen en componenten die zijn gebruikt om deze machine te bouwen, zorgvuldig uitgekozen. Voordat de machine bij u wordt afgeleverd, is deze uitgebreid getest. De standtijd van de machine is afhankelijk van een correct gebruik en een regelmatig preventief onderhoud volgens de instructies in dit instructieboek. Alle elementen, aansluitingen en bedieningsfuncties voldoen aan hoge veiligheidseisen en zijn bestand tegen gevaarlijke situaties, of in ieder geval tegen de gevaarlijke situaties die zijn beschreven in dit instructieboek. De materialen zijn van hoogwaardige kwaliteit en tijdens de fabricage is de machine voortdurend getest. Wij garanderen dus dat de machine schadevrij is en goed functioneert. Om belangrijke informatie extra te benadrukken, maken we In dit instructieboek gebruik van de volgende benamingen en/of symbolen:
AANWIJZING
LET OP!!
GEVAAR!!
belangrijke informatie met betrekking tot een duurzaam gebruik van de machine
resp. geboden en verboden ter voorkóming van schade
resp. geboden en verboden ter voorkóming van persoonlijke of omvangrijke materiële schade
Iedereen die de machine bedient, moet volledig op de hoogte zijn van de functies van alle functietoetsen en waar deze zich op de machine bevinden. Tevens moeten alle kenmerken van de machine bij de gebruiker bekend zijn. Ten behoeve hiervan, dient u dit instructieboek goed door te lezen. Als u zelf aan de machine gaat sleutelen, onderdelen vervangt of gereedschappen, toebehoren en materialen gebruikt die afwijken van de gereedschappen, toebehoren en materialen die de fabrikant adviseert, kan dit leiden tot ongevallen waarvoor u de fabrikant niet aansprakelijk kunt stellen.
LET OP!!
Plaats de machine NIET in een ruimte waar brand- of explosiegevaar is!
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 7
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN VOOR STATIONAIRE MACHINES overeenkomstig de Europese machinerichtlijnen d.d. 1 januari 1995
2.2
DOELGERICHT GEBRUIK
2.2.1
De machine is gebouwd in overeenstemming met de huidige stand der techniek en de erkende veiligheidsrichtlijnen van de Europese Gemeenschap. Toch bestaat er altijd een risico dat u -of iemand anders- (levensgevaarlijk) lichamelijk letsel oploopt. Daarnaast kan er schade aan de machine en/of goederen ontstaan.
2.2.2
U mag de machine uitsluitend gebruiken in een technisch verantwoorde situatie. Daarbij moet u erop letten dat u de machine doelgericht gebruikt. Bovendien moet u zich constant bewust zijn van de veiligheid en gevaren en dient u het instructieboek in acht te nemen. Storingen die de veiligheid in gevaar kunnen brengen, dient u onmiddellijk door vakkundig personeel te laten oplossen.
2.2.3
Het bewerkingscentrume PRESTIGE is ontworpen voor het bewerken van producten van aluminium of kunststof of van lichte legeringen. Als u andere materialen wilt bewerken, dient u contact op te nemen met TNW. Andere toepassingen worden in principe niet als doelgericht beschouwd. Als u zich hier niet aan houdt, wordt eventuele schade niet vergoed door de fabrikant of door TNW. In dat geval bent u zelf volledig aansprakelijk voor de gevolgen.
2.2.4
Onder 'doelgerichte toepassing' vallen ook het in acht nemen van het instructieboek en het uitvoeren van de inspectie- en onderhoudswerkzaamheden.
2.3
ORGANISATORISCHE MAATREGELEN
2.3.1
Het instructieboek moet altijd binnen handbereik van de machine zijn.
2.3.2
Behalve het in acht nemen van het instructieboek, moet u ook de algemeen geldende wetten en andere bindende regelingen ter voorkóming van ongevallen en ter bescherming van het milieu in acht nemen en instrueren. Koelmiddel, bijvoorbeeld, moet u overeenkomstig de plaatselijke voorschriften verwerken.
2.3.3
Het personeel dat de machine bedient, dient van tevoren dit instructieboek door te lezen. Met name het hoofdstuk 'veiligheidsrichtlijnen' is van groot belang. Als u het instructieboek nog moet lezen terwijl u al met de machine werkt, is het te laat. Dit geldt ook voor personeel dat indirect of slechts zo nu en dan met de machine te maken heeft, zoals onderhoudspersoneel of assisterend personeel.
2.3.4
Als u lang haar heeft, mag u dit niet los dragen. Daarnaast mag u geen wijde kleding, sieraden en ringen dragen. Als u zich hier niet aan houdt, loopt u het risico dat u blijft haken aan de bewegende delen van de machine of dat u in de machine wordt getrokken.
2.3.5
U dient regelmatig te controleren of het personeel veiligheids- en gevarenbewust werkt. Tevens dient u erop toe te zien dat het instructieboek in acht wordt genomen.
2.3.6 U dient alle aanwijzingen t.a.v. veiligheid en gevaren, die u op de machineplaatjes vindt, in acht
te nemen. Houd de plaatjes te allen tijde goed schoon, zodat ze duidelijk leesbaar blijven.
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 8
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN VOOR STATIONAIRE MACHINES overeenkomstig de Europese machinerichtlijnen d.d. 1 januari 1995
2.3.7
Als er zich belangrijke wijzigingen voordoen t.a.v. de veiligheid van de machine of van uw bedrijfshandelwijze, moet u de machine direct UIT-zetten en de storing melden bij de bevoegde instantie of persoon.
2.3.8
Zonder de uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant mag u geen veranderingen aanbrengen aan de aan- en ombouw van de machine, waardoor de veiligheid in het geding kan komen. Dit geldt ook voor het inbouwen en instellen van veiligheidsinrichtingen en -ventielen en voor het lassen van dragende machinedelen.
2.3.9
Reserve-onderdelen moeten voldoen aan de door de fabrikant vastgelegde technische eisen. Als u de originele FOM reserve-onderdelen gebruikt, bent u hiervan verzekerd.
2.3.10 U mag geen wijzigingen aanbrengen in de software van het programmeerbare besturingssysteem, waardoor de veiligheid in het geding komt. 2.3.11 Als u een hydraulische leiding gaat vervangen, mag u dit uitsluitend doen tijdens de aangegeven en daarvoor bestemde pauzes. Dit geldt ook als er veiligheidstechnisch gezien geen reden is om dit niet tijdens het werken met de machine te doen. 2.3.12 U dient de voorgeschreven of in het instructieboek aangegeven termijnen voor regelmatige controle / inspectie na te komen. 2.3.13 Voor het uitvoeren van reparatiewerkzaamheden dient u gebruik te maken van een werkplaats-uitrusting die is aangepast aan de werkzaamheden. 2.3.14 Zoals algemeen gebruikelijk, dient u de plaats en de gebruiksaanwijzing van het brandblusapparaat bekend te maken. Daarnaast moet u aangeven hoe en aan wie een brand moet worden gemeld.
2.4
SELECTIE EN KWALIFICATIE PERSONEEL: FUNDAMENTELE EISEN
2.4.1
Werkzaamheden aan en met de machine mogen alleen worden uitgevoerd door personeel dat daarvoor is opgeleid. U dient daarbij de wettelijk bepaalde minimumleeftijd in acht te nemen!
2.4.2
U mag uitsluitend geschoold of geïnstrueerd personeel inzetten. U dient de bevoegdheden van het personeel t.a.v. het bedienen, instellen, onderhouden en repareren van de machine, duidelijk vast te leggen.
2.4.3
U moet zekerheid inbouwen dat alleen het daarvoor aangewezen personeel de machine bedient of werkzaamheden aan de machine uitvoert.
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 9
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN VOOR STATIONAIRE MACHINES overeenkomstig de Europese machinerichtlijnen d.d. 1 januari 1995
2.4.4
Met het oog op de wettelijke voorschriften, moet u de verantwoordelijkheden van degene die de machine bedient vastleggen en hem/haar de bevoegdheid geven om aanwijzingen van derden, die in strijd zijn met de veiligheidseisen, te weigeren.
2.4.5
Personeel in opleiding mag uitsluitend onder permanent toezicht van een ervaren persoon met de machine werken.
2.4.6
Werkzaamheden aan de elektrische uitrusting van de machine mag uitsluitend worden uitgevoerd door een elektromonteur of door daarvoor opgeleid personeel, onder leiding en toezicht van een elektromonteur. Dit gebeurt in overeenstemming met de regels t.a.v. de elektrotechniek.
2.4.7
Werkzaamheden aan de hydraulische inrichting mogen uitsluitend worden uitgevoerd door personeel met speciale kennis van en ervaring in de hydrauliek.
2.5
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN BIJ BEPAALDE BEWERKINGSFASES
2.5.1
Staak elke werkwijze waarbij de veiligheid ook maar enigszins als twijfelachtig kan worden beschouwd.
2.5.2
U dient maatregelen te treffen, die ervoor zorgdragen dat de machine alleen op bekwame wijze wordt bediend. Daarnaast moet u ervoor zorgen dat de machine uitsluitend doelmatig wordt gebruikt.
2.5.3
U mag alleen met de machine werken als alle beschermingsinrichtingen en veiligheidsmachinedelen, zoals de beweegbare beschermkap, de noodstopschakelaar, de geluidsisolatie en de afzuiginrichtingen zijn gemonteerd en als zodanig functioneren.
2.5.4
U dient de machine ten minste eenmaal per werkploeg te controleren op aan de buitenzijde waarneembare schade en gebreken. Als er zich veranderingen hebben voorgedaan, moet u de machine direct UIT-zetten en de hoofdschakelaar met een veiligheidsslot vergrendelen. Vervolgens dient u dit onmiddellijk te melden bij de bevoegde instantie of persoon. Dit geldt ook voor veranderingen in de bedrijfshandelwijze.
2.5.5
Als er zich een storing voordoet, moet u de machine direct UIT-zetten en de hoofdschakelaar vergrendelen met een hangslot. U moet de storing onmiddellijk opheffen.
2.5.6
Bij het uitvoeren van de AAN- en UIT-schakelprocessen en controles, dient u de aanwijzingen in dit instructieboek in acht te nemen.
2.5.7
Voordat u de machine AAN-zet en met de machine gaat werken, moet u ervoor zorgen dat niemand door de startende machine in gevaar kan worden gebracht.
2.5.8
Als de machine AAN staat, mag u het spanenafvoersysteem nooit uitschakelen of verwijderen.
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 10
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN VOOR STATIONAIRE MACHINES overeenkomstig de Europese machinerichtlijnen d.d. 1 januari 1995
2.5.9
U moet de in het instructieboek voorgeschreven instel-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden en -termijnen in acht nemen. Dat geldt ook voor het vervangen van onderdelen en inrichtingen. Deze werkzaamheden mogen alleen door vakpersoneel worden uitgevoerd.
2.5.10 Voordat u met de machine gaat werken, dient u het bedieningspersoneel in te lichten over onderhoudswerkzaamheden en bijzondere werkzaamheden. Wij raden u aan één of meerdere toezichthouders aan te wijzen. 2.5.11 Bij alle werkzaamheden die betrekking hebben op het functioneren, de productie-aanpassing, het ombouwen en het instellen van de machine, dient u de AAN- en UITschakelprocedure in acht te nemen, zoals die in dit instructieboek is beschreven. Deze procedure moet u ook toepassen bij zogenaamde veiligheidswerkzaamheden, zoals inspectie, onderhoud en reparatie. Tevens dient u daarbij de richtlijnen betreffende het onderhoud aan de machine in acht te nemen. 2.5.12 U dient ervoor te zorgen dat de ruimte om de machine heen groot genoeg is om onderhoudswerkzaamheden te kunnen uitvoeren. 2.5.13 Als u de machine t.b.v. onderhouds- en reparatiewerkzaamheden helemaal heeft UIT-geschakeld, moet u ervoor zorgen dat de machine niet onverwachts opnieuw kan worden AANgeschakeld. Dit doet u op één van de volgende manieren: - vergrendel de hoofdschakelaar m.b.v. een veiligheidsslot; - breng een waarschuwingsbord aan op de hoofdschakelaar; - trek de stekker uit het stopcontact. 2.5.14 Bij het vervangen van afzonderlijke machinedelen of van grotere bouwgroepen, moet u de te vervangen onderdelen op zorgvuldige wijze aan het hefwerktuig bevestigen en beveiligen, zodat er geen gevaarlijke situaties ontstaan. Maak uitsluitend gebruik van een daarvoor geschikt en technisch verantwoord hefwerktuig met voldoende draag-vermogen. Ga nooit onder een zwevend voorwerp staan of werken! 2.5.15 Als u montagewerkzaamheden uitvoert boven hoofdhoogte, gebruik dan altijd een speciale veiligheidstrap. Gebruik de machine nooit als trap of steiger. 2.5.16 Voordat u onderhouds- en/of reparatiewerkzaamheden gaat uitvoeren, moet u de machine, en met name de elektrische aansluitingen en schroefverbindingen, ontdoen van olie, brandstof en koelvloeistoffen. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen! 2.5.17 Voordat u de machine gaat schoonmaken met behulp van een hogedrukreiniger, met water of met een schoonmaakmiddel, moet u alle openingen die om veiligheids- en/of operationele redenen geen water of reinigingsmiddel kunnen verdragen, afdekken of afplakken. Met name elektromotoren en schakelkasten dient u goed te beschermen. 2.5.18 Nadat u de machine heeft schoongemaakt, moet u alle tape weer verwijderen.
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 11
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN VOOR STATIONAIRE MACHINES overeenkomstig de Europese machinerichtlijnen d.d. 1 januari 1995
2.5.19 Nadat u de machine heeft schoongemaakt, moet u alle brandstoffen, motorolie en hydraulische olieleidingen controleren op lekkages. Losse verbindingen, schuurplekken en beschadigingen dient u nader te onderzoeken. Eventuele problemen dient u onmiddellijk op te lossen. 2.5.20 Als u onderhouds- en herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd, moet u losse schroefverbindingen altijd weer vastdraaien! 2.5.21 Zorg voor een veilige en milieuvriendelijke verwerking van bedrijfs- en hulpstoffen en van eventueel vervangen onderdelen. 2.5.22 U mag uitsluitend originele zekeringen met de voorgeschreven stroomsterkte gebruiken. Bij elektriciteitsstoringen moet u de machine meteen UIT-zetten. 2.5.23 Werkzaamheden aan de elektrische uitrusting van de machine mogen uitsluitend worden uitgevoerd door elektromonteurs of door personeel dat hiervoor is geïnstrueerd en onder leiding en toezicht staat van een elektromonteur. U moet te allen tijde de richtlijnen t.a.v. de elektrotechniek in acht nemen. 2.5.24 Machine- en installatie-onderdelen, waaraan inspectie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd, moeten -indien voorgeschreven- spanningsvrij zijn. Controleer eerst of deze delen inderdaad spanningsvrij zijn. Vervolgens moet u ze aarden of isoleren. Dat geldt ook voor spanningdragende machinedelen die zich in de buurt van het spanningsvrije deel bevinden. 2.5.25 U moet de elektrische uitrusting van de machine regelmatig inspecteren en controleren. Gebreken en losse verbindingen of beschadigde kabels, dienen meteen te worden hersteld / vervangen. 2.5.26 Als u werkzaamheden aan spanning-geleidende delen van de machine gaat uitvoeren, dan moet er een tweede persoon aanwezig zijn, die in geval van nood de noodstopschakelaar of de hoofdschakelaar met spannings-uitschakelmechanisme kan bedienen. Zet het werkgebied af met een rood-witte veiligheidsketting en een waarschuwingsbord. Maak uitsluitend gebruik van spanningisolerende gereedschappen. 2.5.27 Bij werkzaamheden aan hoogspanningsdelen moet u na het uitschakelen van de spanning, de elektrische kabel aansluiten op de aardleiding. Vervolgens moet u de bouwdelen, bijvoorbeeld condensatoren, door middel van aarding kortsluiten.
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 12
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN VOOR STATIONAIRE MACHINES overeenkomstig de Europese machinerichtlijnen d.d. 1 januari 1995
2.6
AANWIJZINGEN VOOR HET BEDIENINGSPERSONEEL
2.6.1
U mag las-, soldeer- en slijpwerkzaamheden aan de machine alleen uitvoeren als dat uitdrukkelijk is toegestaan. Er kan bijvoorbeeld brand- of explosiegevaar bestaan.
2.6.2
Werkzaamheden aan het hydraulisch systeem mogen uitsluitend worden uitgevoerd door personeel met speciale kennis van en ervaring met hydraulisch systemen.
2.6.3
Voordat u reparatiewerkzaamheden gaat uitvoeren, moet u alle leidingen, slangen en drukleidingen (hydraulica, perslucht) overeenkomstig de bouwgroepenbeschrijvingen drukvrij maken.
2.6.4
U dient alle hydraulische en persluchtleidingen vakkundig te monteren en aan te sluiten. U mag geen aansluitingen met elkaar verwisselen. De aansluitstukken en de lengte en kwaliteit van de slangen moeten aan de eisen voldoen.
2.6.5
De geluidsisolerende inrichting van de machine moet tijdens het werken met de machine ook daadwerkelijk in werking worden gesteld.
2.6.6
U dient gebruik te maken van de voorgeschreven persoonlijke gehoorbescherming.
2.6.7
Bij het gebruik van olie, smeermiddel en andere chemische substanties, moet u de voor dat product geldende veiligheidsvoorschriften in acht nemen.
2.6.8
Wees voorzichtig met het gebruik van hete machinedelen of hulpstoffen (i.v.m. verbrandingsgevaar).
2.7
VERPLAATSEN VAN DE MACHINE
2.7.1
Bij laadwerkzaamheden mag u uitsluitend hefwerktuigen met voldoende draagvermogen inzetten!
2.7.2
Laadwerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door deskundige installateurs.
2.7.3
U moet machines altijd volgens de richtlijnen in het instructieboek (hefpunten cq hefmogelijkheden) op vakkundige wijze met een hefwerktuig optillen.
2.7.4
Gebruik altijd een geschikt transportvoertuig met voldoende draagkracht.
2.7.5
Bevestig de lading op betrouwbare wijze. Maak gebruik van de daarvoor bestemde hefpunten.
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 13
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN VOOR STATIONAIRE MACHINES overeenkomstig de Europese machinerichtlijnen d.d. 1 januari 1995
2.7.6
U moet voorkómen dat de machine vóór of direct na het einde van de laadwerkzaamheden per ongeluk wordt verplaatst of verschoven. Dit doet u met behulp van de aanbevolen hulpmiddelen. Zorg ervoor dat de machine wordt voorzien van waarschuwingsbordjes. Als u de machine opnieuw in bedrijf stelt, dient u alle hulpmiddelen weer op de juiste wijze te verwijderen.
2.7.7
Alle machinedelen die u voor transportdoeleinden heeft gedemonteerd, dient u -voordat u de machine opnieuw in bedrijf stelt- zorgvuldig te monteren en te bevestigen.
2.7.8
Als u de machine verschuift of volledig verplaatst, moet u de machine altijd loskoppelen van de hoofdspanning. Voordat u de machine opnieuw in bedrijf stelt, moet u deze -op de voorgeschreven wijze- weer aansluiten op de hoofdspanning.
2.7.9
Telkens als u de machine opnieuw in bedrijf stelt, dient u geheel overeenkomstig de aanwijzingen in het instructieboek te handelen.
LET OP!!
U mag absoluut niet zelf aan de machine sleutelen of wijzigingen aanbrengen aan de installaties die in dit instructieboek zijn beschreven. Dit geldt in het bijzonder voor de veiligheidsinrichtingen van de machine!
LET OP!!
U moet zich strikt houden aan de werkwijze die in dit instructieboek is beschreven. Het is verboden om de handelingen t.a.v. veiligheid te negeren.
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 14
2.8
AANVULLENDE VEILIGHEIDSRICHTLIJNEN FOM
Iedereen die de machine bedient, moet volledig op de hoogte zijn van de functies van alle functietoetsen en waar deze zich op de machine bevinden. Tevens moeten alle kenmerken van de machine bij de gebruiker bekend zijn. Ten behoeve hiervan, dient u dit instructieboek grondig door te lezen. Als u zelf aan de machine gaat sleutelen, onderdelen vervangt of gereedschappen, toebehoren en materialen gebruikt die afwijken van de gereedschappen, toebehoren en materialen die de fabrikant aanraadt, kan dit leiden tot ongevallen waarvoor u de fabrikant niet aansprakelijk kunt stellen. Het CNC bewerkingscentrum Prestige is geschikt voor het bewerken van aluminium, kunststoffen en lichte legeringen. Let op: u mag uitsluitend producten bewerken die door de fabrikant worden genoemd. Alle andere materialen zijn niet geschikt voor de Prestige!! LET OP: Wij raden u dringend aan de machine niet te plaatsen in een ruimte waar brand- of explosiegevaar is! -
-
-
-
-
Als wij het hebben over 'degene die de machine bedient', dan bedoelen we in feite iedereen die zich bezighoudt met het installeren, bedienen, instellen, onderhouden, schoonmaken, repareren en transporteren van de machine. Met 'GEVAARLIJKE RUIMTES' bedoelen we alle plaatsen in de ruimte waar de machine staat of in de buurt van de machine, die gevaarlijk kunnen zijn voor iedereen die zich in de buurt van de machine begeeft. Met 'IEDEREEN DIE ZICH IN DE BUURT VAN DE MACHINE BEGEEFT' bedoelen we iedereen die zich ook maar enigszins in een gevaarlijke ruimte bevindt. Voor wat betreft de 'belichting van het werkgebied' geldt het volgende: op de werkvloer waar de machine staat moet de belichting zodanig zijn, dat er geen schaduw, lichtstralen of flitslichten zijn. De machine moet worden bediend door werknemers die hiervoor zijn opgeleid. De machine is bedoeld voor het bewerken van 'NIET-TOXISCHE' en 'NIET-AGRESSIEVE' MATERIALEN. Indien u zich hier niet aan houdt, kan FOM INDUSTRIE in geen enkel geval aansprakelijk worden gesteld voor verwondingen en schade die hierdoor zijn ontstaan. 0 0 De machine is geschikt om te werken bij een temperatuur tussen de 0 C en + 40 C. Degene die de machine bedient, moet altijd in een vrije ruimte staan, waar geen olie op de grond ligt. Voordat u met de machine gaat werken, moet u uitstekend op de hoogte zijn van de werking van alle functietoetsen en waar deze zich op de machine bevinden. Tevens moet u bekend zijn met de kenmerken van de machine. Routinematige en speciale onderhoudswerkzaamheden mogen pas worden uitgevoerd nadat u de machine heeft uitgezet en losgekoppeld. Als u aan het pneumatisch systeem werkt, dient u ervoor te zorgen dat de druk van de machine af is. Elektrische verbindingen moeten worden uitgevoerd volgens de algemeen geldende regels voor de installatie en bediening van elektrische systemen. Handelingen die te maken hebben met elektrische verbindingen en het installeren van de machine, moeten worden uitgevoerd door een elektricien.
OPMERKING
-
Met 'geschoold personeel' bedoelen we ervaren personeel dat speciale cursussen heeft gevolgd!
Van het geschoold personeel wordt vereist dat het eerste hulp-technieken kan toepassen als er een ongeval plaatsvindt. Degene die de machine bedient, wordt geacht de nationaal geldende veiligheidsnormen nauwkeurig in acht te nemen. Degene die de machine bedient of onderhoudt, moet de nationaal geldende veiligheidsrichtlijnen zorgvuldig in acht nemen. Hij/zij moet op de werkplaats geschikte kleding dragen,
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 15
afhankelijk van de uit te voeren werkzaamheden. Tevens mag hij/zij geen kettingen, ringen of armbanden dragen.
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 16
3
INFORMATIE VOORAF
3.1
VOORWOORD
In dit instructieboek vindt u instructies voor het gebruik en onderhoud van het FOM CNC-bewerkingscentrum PRESTIGE. Alle informatie betreffende de installatie en bediening van deze machine kunt u terugvinden in dit instructieboek. Tevens vindt u hierin instructies t.a.v. het instellen en onderhouden van de machine.
LET OP!!
- Alle werkzaamheden t.a.v. het transporteren, installeren, onderhouden en bedienen van deze machine, moeten worden uitgevoerd door personeel dat hiervoor is opgeleid. - Met 'personeel dat hiervoor is opgeleid' bedoelen we personeel dat is opgeleid om de machine schoon te maken, te onderhouden, aan te sluiten, in te stellen, te transporteren en te bedienen.
BELANGRIJK!
Alle onderhoudswerkzaamheden en instructies t.a.v. de bediening, die niet in dit instructieboek worden beschreven, kunt u terugvinden in een bijlage (indien van toepassing).
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 17
3.2
MACHINEGEGEVENS
Op afbeelding 03-01 ziet u alle gegevens die op het machineplaatje staan. Tevens kunt u zien waar het plaatje zich op de machine bevindt.
OPMERKING
Elke keer als u zich tot de fabrikant richt, voor het bestellen van onderdelen of voor het aanvragen van informatie, dient u het type, de code en het serienummer op te geven.
Afbeelding 02-01
AFB 03-01
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 18
3.3
OVERIGE MACHINEPLAATJES (AFB. 03-02)
123-
Gevaar: hoogspanningsvoltage Gevaar Draag de volgende veiligheidsmiddelen: VEILIGHEIDSBRIL / WERKHANDSCHOENEN / OORDOPJES Verplaatsing over de X-as Verplaatsing over de Y-as Verplaatsing over de Z-as
456-
AFB. 03-02
AFB 03-02
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 19
4
TECHNISCHE GEGEVENS
4.1
TABEL PRESTIGE 10
PRESTIGE 40
PRESTIGE 70
Verplaatsing X-as 1000 4000 6800 Verplaatsing Y-as 1025 1025 1025 Verplaatsing Y-as verticaal boren 486 486 486 Verplaatsing Y-as driezijdig boren 372 372 372 Verplaatsing Z-as 489 489 489 Verplaatsing Z-as boren 272 272 272 Min. afstand tussen spindel / 0 0 0 bewerkingsgebied Max. afstand tussen spindel / 268,5 368,5 368,5 bewerkingsgebied Snelle verplaatsing X-as 80 m/min 80 m/min 80 m/min Snelle verplaatsing Y-Z-as 70 m/min 70 m/min 70 m/min Versnelling X-as 3 m/sec2 3 m/sec2 3 m/sec2 Versnelling Y-Z-as 3 m/sec2 3 m/sec2 3 m/sec2 FOM Spindelhouder 100 x 100 ISO 30 DIN 69871 ISO 30 DIN 69871 ISO 30 DIN 69871 mm Spindelcapaciteit FOM 130 x 130 4Kw (5,3 HP) 4 Kw (5,3 HP) 4Kw (5,3 HP) mm 12000 tpm 12000 tpm 12000 tpm Spindelcapaciteit FOM 100 x 100 9 Kw (11,6 HP) 9 Kw (11,6 HP) 9 Kw (11,6 HP) mm 19000 tpm 19000 tpm 19000 tpm Draaimoment spindel FOM 100 x 3,2 Nm 3,2 Nm 3,2 Nm 100 mm 12000 tpm 12000 tpm 12000 tpm Draaimoment spindel FOM 130 x 4,3 Nm 4,3 Nm 4,3 Nm 130 mm 19000 tpm 19000 tpm 19000 tpm Werkdruk 7 bar 7 bar 7 bar Luchtverbruik per werkcyclus 90 NI 90 Nl 90 Nl Vervangen gereedschap Nr 9 Nr 9 Nr 9 Tijd vervangen gereedschap 7 sec 7 sec 7 sec Max. diameter gereedschap 320 mm 320 mm 320 mm Afmetingen machine 2995 x 2220 mm 5980 x 2220 mm 8890 x 2220 mm Max. hoogte machine 2850 mm 2850 mm 2850 mm Gewicht machine 4000 kg 5000 kg 6300 kg Afmetingen krat 1200 x 500 x 2100 h 1200 x 5000 x 2100 h 1200 x 500 x 2100 h Gewicht krat 400 kg 400 kg 400 kg Afmetingen kartonnen verpakking 600 x 600 x 1260 h 600 x 600 x 1260 h 600 x 600 x 1260 h Gewicht kartonnen verpakking 80 kg 80 kg 80 kg CNC-besturing OMEGA 811 OMEGA 811 OMEGA 811 Positioneernauwkeurigheid volgens VDE 3441 – PA wetgeving Y-Z-as + 0,1 mm + 0,1 mm + 0,1 mm X-as + 0,1 mm + 0,1 mm + 0,1 mm B-as + 0,1 mm + 0,1 mm + 0,1 mm
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
PRESTIGE 80 7700 1025 486 372 489 272 0 368,5 80 m/min 70 m/min 3 m/sec2 3 m/sec2 ISP 30 DIN 69871 4 Kw (5,3 HP) 12000 tpm 9 Kw (11,6 HP) 19000 tpm 3,2 Nm 12000 tpm 4,3 Nm 19000 tpm 7 bar 80 Nl Nr 9 7 sec 320 mm 9700 x 2220 mm 2850 mm 6500 kg 1200 x 500 x 2100 h 400 kg 600 x 600 x 1260 h 80 kg OMEGA 811 + 0,1 mm + 0,1 mm + 0,1 mm
Blz. 20
4.2
MACHINE-OVERZICHT (AFB. 04-01)
Het machineframe van de PRESTIGE is geconstrueerd uit zware hoogwaardige materialen en bestaat uit vier hoofdonderdelen: 1234-
zelfdragende constructie - frame. Hier bevinden zich de klemcilinders. verplaatsbare bewerkingsunit (hierin bevindt zich een spindel en een snelwisselsysteem voor het vervangen van gereedschappen). schakelkast bedieningspaneel
AFB. 04-01
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 21
4.3
VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
4.3.1
PLAATS VAN DE MACHINE
Aangezien het CNC-bewerkingscentrum PRESTIGE nogal groot is, is het belangrijk dat u een geschikte plaats heeft waar u de machine neerzet. Ondanks alle veiligheidsinrichtingen, brengt het werken met het bewerkingscentrum altijd risico's met zich mee. Zorg er daarom voor dat de plaats waar u de machine neerzet, is omheind. Daarbij heeft u twee mogelijkheden: 12-
plaats de achterzijde van de machine naar de muur toe; plaats de machine in het midden van de werkplaats.
1-
plaats de machine tegen de muur (afb. 04-02)
U kunt zelf de ruimte bepalen tussen de muur en de achterzijde van de machine. Aan de rechter- en linkerzijde van de machine plaatst u een 1.610 mm hoog hek, dat u aan de grond bevestigt. Dit hek loopt door tot aan de voorzijde van de machine, ter hoogte van de fotocellen. Als de fotocellen worden geactiveerd, vormen deze een veiligheidsafzetting aan de voorzijde van de machine (plaats van de bediener). U kunt één of twee toegangsmogelijkheden creëren in het hek, zodat onderhoudspersoneel ook werkzaamheden kan uitvoeren aan achterzijde van de machine (bijvoorbeeld reparatie- of schoonmaakwerkzaamheden uit te voeren). Hek 1 bevindt zich op 1 meter afstand van de machine. De hoogte van het hek en de afstand tot aan de machine zijn berekend overeenkomstig EN 294 (diagram 1). Als u de ruimte rond de machine aan alle zijden op 1 meter stelt, heeft de bediener voldoende ruimte. Dit geldt ook voor de ruimte van de muur tot de machine.
AFB. 04-02
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 22
2-
plaats de machine in het midden van de werkplaats, of op ruime afstand van de muur (afb. 04-03)
Vervang de muur aan de achterzijde van de machine (zie afb. 04-01) door een hek dat u aan de grond bevestigt, op één meter afstand van de machine. De overige zijden van de machine moeten worden omheind als op afbeelding 04-02.
AFB. 04-03
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 23
VEILIGHEIDSINRICHTINGEN (AFB. 04-04)
12-
3456-
7-
Omheining (bepaal de afmetingen aan de hand van de opstelling). Toegangsdeur (één en/of twee, afhankelijk van de opstelling). Als u de toegangsdeur open doet, zullen de bewerkingen van de machine middels een microschakelaar worden uitgeschakeld. Binnen het hek, vlakbij de toegangsdeur, bevindt zich een NOODSTOP waarmee u de machine kunt uitschakelen. Voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren, moet u altijd op de NOODSTOP drukken. Fotocellen (deze beveiligen de plaats van de bediener). Noodstop. Beschermkap (deze kunt u omhoog of omlaag doen, om het bewerkingsgebied veilig te stellen). Veiligheids-fotocellen aan de rechter- en linkerzijde van de bewerkingseenheid. Bij het uitvoeren van een bewerking van meerdere posities, voorkómen deze cellen dat de bewerkingseenheid weg schiet. Luchtventiel om te voorkómen dat de klemcilinders per ongeluk open gaan (op elke klemcilinder zit een ventiel). Als de luchtdruk daalt, zullen de ventielen niet open gaan.
AFB. 04-04
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 24
4.3.2
FOTOCELLEN - OVERZICHTSTEKENING (AFB. 04-05)
Op de onderstaande overzichtstekening kunt u zien hoe het veiligheidssysteem middels fotocellen werkt (zie ook AFB. 04-02 en 04-03). 1-
Aan-/uit-knop t.b.v. het fotocellensysteem (dit is dezelfde functie als 8 op het het bedieningspaneel - zie AFB. 06-02).
AFB. 04-05
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
Blz. 25
4.4
GELUIDSNIVEAU PRESTIGE GELUIDSNIVEAU OVEREENKOMSTIG ISO-NORM 3746
Lwa
Akoestisch niveau
Lpa
Akoestisch niveau voor degene die de machine bedient
Instructieboek FOM – Prestige – versie 4.0 hb– juni 2000
105 decibel (A) 83,9 decibel (A)
Blz. 26
5
VERPAKKING
5.1
TRANSPORT
LET OP!!
5.1.1
Indien u zelf niet beschikt over de juiste uitrusting en/of personeel dat is opgeleid voor het transporteren van de machine, dient u een gespecialiseerd transportbedrijf in te schakelen.
INFORMATIE VOORAF
Als de machine per vrachtwagen wordt getransporteerd, kan een hefwerktuig worden meegeleverd (dit geldt over het algemeen voor bestemmingen binnen Europa). Bij machines die naar een bestemming buiten Europa worden getransporteerd, wordt een hefwerktuig aan de machine bevestigd. Nadat u de machine heeft geplaatst kan dit hefwerktuig worden verwijderd.
LET OP!!
OPMERKING
De machine wordt door de fabrikant voorzien van kettingen, bevestigingsriemen en een verpakking. Deze mag u pas van de machine verwijderen nadat u de machine heeft uitgeladen en neergezet. Ook mag u de bewerkingseenheid niet voortijdig losmaken. Pas als u de machine heeft neergezet, mag u deze gaan installeren.
De PRESTIGE 10-uitvoering wordt op een andere wijze voorbereid op het transport dan de uitvoeringen P40, P70 en P80 (zie volgende bladzijden). Omdat de machine vrij complex is, zullen de laatste installatie-werkzaamheden worden uitgevoerd door TNW in samenwerking met FOM.
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 27
5.1.2
BESTEMMINGEN BINNEN EUROPA
De machine wordt geleverd in een houten krat dat aan het machineframe is bevestigd. Het frame is vastgemaakt aan de machinevoet aan de linker achterzijde (zie AFB. 05-01). De bewerkingseenheid is vastgemaakt op een bepaald punt, waarbij rekening is gehouden met het zwaartepunt van de machine als deze wordt opgetild. Het bedieningspaneel van de machine wordt separaat vervoerd. De machine wordt opgetild met behulp van twee dwarsbalken. Als de fabrikant de machine heeft geladen, gaan deze balken mee met de vrachtwagen. Bij het uitladen van de machine bevinden de balken zich dus al op de juiste plaats. Om de machine uit te laden en op de juiste plaats neer te zetten, dient u gebruik te maken van een heftruck met het juiste vermogen. Daarbij dient u rekening te houden met het gewicht en de afmetingen van de machine (zie hoofdstuk 3). Het mobiele hefwerktuig moet zijn uitgerust met een 3-meter lange balk. De machine moet worden opgetakeld zoals zichtbaar op de afbeelding, en vervolgens worden geplaatst. Er wordt een setje steeksleutels en een instructieboek met de machine meegeleverd.
AFB. 05-01
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 28
5.1.3 BESTEMMINGEN BUITEN EUROPA De machine wordt op dezelfde wijze geleverd als voor bestemmingen binnen Europa. De bewerkingsunit is verpakt in een houten frame (zie AFB. 05-02). Verder gelden dezelfde voorwaarden als bij bestemmingen binnen Europa.
AFB. 05-02
5.2
INSPECTIE
-
Voor wat betreft de 'belichting van het werkgebied' geldt het volgende: op de werkvloer waar de machine staat, moet de belichting zodanig zijn dat er geen schaduw, lichtstralen of lichtflitsen zijn. De machine moet goed worden belicht. Controleer of er tijdens het transport geen schade is ontstaan. Zorg ervoor dat de machine stabiel op de grond staat.
-
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 29
5.3
POSITIONEREN EN INSTALLEREN
Als u een geschikte plaats heeft gekozen om de machine neer te zetten, kunt u de machine gaan installeren. Maak de bewerkingseenheid los en laad de schakelkast uit. Maak de riemen los, waarmee de schakelkast aan het machineframe vastzit en til de schakelkast op m.b.v. de vier oogbouten die zich aan de bovenzijde bevinden. Wees voorzichtig als u de omhulsels uitrolt die de kabels van de schakelkast naar de machine verbinden (dit is een vaste aansluiting - d.w.z. u kunt deze kabels niet verwijderen). Plaats de schakelkast op de grond, precies op het punt dat u van tevoren heeft bepaald. Vervolgends kunt u het transportkrat van de schakelkast verwijderen.
OPMERKING
5.3.1
Al het materiaal dat wordt gebruikt om de machine te transporteren (kettingen, riemen, kratten, hefwerktuigen, enz.) is eigendom van de fabrikant. U dient deze dus terug te sturen naar de fabrikant, tenzij anders overeengekomen.
MACHINE AAN DE GROND BEVESTIGEN (AFB. 05-03)
De machine staat nu op de grond. De machinebalk (1) bevindt zich onder de machine. Het aantal machinebalken dat wordt gebruikt hangt af van de lengte van de machine. Deze steken uit aan beide zijden van de machine. In de uiteinden van deze balken zitten draadgaten. De bevestigingsplaten (2) die met de machine worden meegeleverd kunt u vastzetten aan de machinebalk m.b.v. de holle bouten (3). Leg een waterpas op de geleidingstafel (X-as - Y-as) en draai de holle bouten (3) vast. Zorg ervoor dat de machine precies waterpas staat. Als de bevestigingsplaten de grond raken, kunt u ze aan de grond bevestigen m.b.v. de gaten (4). Zet de dwarsbalk (1) vast aan de bevestigingsplaten m.b.v. de schroeven (5). U kunt de schroeven (5) in de holle bouten (3) draaien. Hiermee zet u de machine vast aan de bevestigingsplaten en aan de grond.
AFB. 05-03
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 30
5.3.2
AANSLUITEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Zoals reeds beschreven in dit instructieboek, wordt het bedieningspaneel separaat van de machine geleverd. Aan de hand van afbeelding 05-04 en van de instructies die u op de volgende bladzijde vindt, kunt u het bedieningspaneel aansluiten.
AFB. 05-04
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 31
Plaats het bedieningspaneel bij de machine en doe de deur aan de voorzijde open. Pak de aansluitkabel, die is voorzien van een beschermslang. Aan het uiteinde van de beschermslang is een plaatje bevestigd. Er komen vier elektrische draden uit het plaatje: 1234-
24-polige connector 3-polige schroefplug 5-polige schroefplug aardekabel
Sluit alle kabels aan op het onderste gedeelte aan de achterkant van het bedieningspaneel. Bevestig het plaatje aan het bedieningspaneel m.b.v. de twee meegeleverde schroeven. 1A -
2A 3A 4A -
Doe de klem van de vaste aansluiting naar beneden. Doe vervolgens de klep omhoog en houd deze vast. Sluit de mobiele aansluiting aan op de vaste, doe de klem naar boven en maak de aansluitingen aan elkaar vast (er zitten twee pinnen aan de zijkant van de mobiele aansluiting, waarmee u deze kunt vastzetten). Sluit de mobiele stekker aan op de vaste (let op: drie polen!), en draai vervolgens handmatig de kartelring vast. Sluit de mobiele stekker aan op de vaste (let op: vijf polen!), en draai vervolgens handmatig de kartelring vast. Maak de schroef los en sluit de aarde-kabel aan (LET OP: onder deze schroef is reeds een kabel gemonteerd. De nieuwe kabel dient dus erbij gemonteerd te worden. Beide kabels moeten worden aangesloten!)
Als u alle kabels heeft aangesloten, kunt u de deur dicht doen.
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 32
5.3.3
AANSLUITING OP ELEKTRICITEIT EN LUCHT (AFB. 05-05)
Voordat u de machine start, dient u ervoor te zorgen dat de elektrische verbindingen goed zijn aangesloten en van betrouwbaar materiaal zijn. Verder moeten deze zijn voorzien van een zekering van voldoende grootte en een goede aarding. Dit geldt ook voor de luchtleidingen, die de juiste afmetingen moeten hebben en die moeten zijn voorzien van een afsluitklep of een kraan. Als het netwerk van luchtleidingen groot is, dan moet het worden voorzien van kranen om condens af te tappen. Voordat u werkzaamheden gaat uitvoeren aan het elektrisch systeem, dient u te controleren of het voltage overeenkomt met dat van de machine en of de AAN-/UIT-schakelaar A op NUL staat. De elektrische kabels worden aangesloten bij punt B (zie afbeelding 05-05): 1 driefase 400 V 1 éénfase 230 V De diameter van de kabels dienen te voldoen aan de plaatselijk geldende normen!
AFB. 05-05
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 33
LET OP!!
(AFB. 05-06)
Voordat u de machine aansluit op lucht, dient u het oliepeil in de filter (1) te controleren. Dit doet u door het niveau in het peilglas (2) te controleren. Vul zo nodig de olie bij, nadat u eerst de dop heeft los gedraaid. De luchttoevoer heeft twee aansluitpunten (3). Deze bevinden zich aan de achterzijde van de machine, onderaan het machinebed. De aansluitingen zijn 1/4" aansluitpunten. Voorin het machinebed bevinden zich drie manometers. 4manometer luchttoevoer 5klemdruk linker klemeenheid 6klemdrukinstelling linker klemeenheid 7klemdruk rechter klemeenheid 8klemdrukinstelling rechter klemeenheid
AFB. 05-06
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 34
6
BEDIENING
6.1
BEDIENINGSFUNCTIES VAN DE MACHINE (AFB. 06-01)
12345-
AAN-/UIT-schakelaar voltmeter fase-ampèremeter drukknop klemcilinders dicht/open (iedere klemcilinder heeft zijn eigen drukknop) drukknop handmatig gereedschap wisselen
AFB. 06-01
OPMERKING
De drukknoppen KLEMCILINDERS OPEN van de PRESTIGE 10 bevinden zich op de punten A (zie afbeelding). De drukknoppen (B) die zich op de klemcilinders zelf bevinden, hebben een dubbele functie: KLEMCILINDERS OPEN en KLEMCILINDERS DICHT (dit is een alternatief voor drukknop 2 - zie AFB. 0601).
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 35
6.2
BEDIENINGSPANEEL (AFB. 06-02 / 06-03)
12345678910 -
monitor toetsenbord diskdrive SNELHEIDSREGELING procentsgewijs instellen van de snelheid van de X-Y-Z-as STOP: onderbreking van de werkcyclus START: start van de werkcyclus NOODSTOP BARRIÈRES: drukknop activeren veiligheids-fotocellen HOOFDSCHAKELAAR: inschakelen machine drukknop activeert verplaatsing X-Y-Z-as opnieuw
AFB. 06-02
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 36
BEDIENINGSPANEEL (VERVOLG) Om de kap open te maken, drukt u m.b.v. de sleutel op de punten A (zie afbeelding 06-03). 1234567-
muis muistafel (inklapbaar) aansluiting voor streepjescode-leesapparatuur aansluiting extra toetsenbord aan-/uit-schakelaar (deze is gewoonlijk AAN - DEZE MAG U NIET UITSCHAKELEN!) elektriciteitskabel muiskabel
AFB. 06-03
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 37
7
INSTELLINGEN
7.1
KLEMCILINDERS: POSITIONEREN EN INSTELLEN (AFB. 07-01)
Het aantal klemcilinders dat standaard met de machine wordt meegeleverd, is afhankelijk van de lengte van de machine. Dit aantal is vooraf berekend. De klemcilinders worden in de lengte over de werktafel verplaatst. Deze klemcilinders zijn pneumatisch en worden tijdens het positioneren afgesteld m.b.v. drukknop 1 (bij een lage druk gaan de klemcilinders open). Om de klemcilinders handmatig open te maken, drukt u op sensor 2 (zie afbeelding 07-01). Deze houdt u ingedrukt. Tijdens de bewerkingscyclus wordt het open maken en het positioneren van de beide klemmen automatisch geregeld. Het verplaatsen van de klemcilinders wordt automatisch gestuurd door de bewerkingseenheid en de klemcilinders op punt 2 gekoppeld. Draai schroef 3 los om de onderste klembek 4 op te tillen. Draai schroef 5 los om de onderste klembek 6 op te tillen. Als u de veiligheids-plaatje 7 handmatig verwijdert, komen de schroeven 8 te voorschijn.
LET OP!!
Plaats veiligheidsplaatje 7 terug als u de klemcilinders heeft ingesteld.
AFB. 07-01
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 38
7.2
INSTELLEN LUCHTDRUK TOEGEVOERDE LUCHT (AFB. 07-02)
Met behulp van knop 1 kunt u de luchtdruk van de toegevoerde lucht verhogen of verlagen (trek de knop uit, stel de luchtdruk in en druk de knop weer naar beneden). U kunt de druk controleren op manometer 2 (7 atm). Met behulp van knop 3 links en knop 4 rechts kunt u de klemdruk verhogen of verlagen (trek de knop uit, stel de druk in en druk de knop weer in). U kunt de druk controleren op de manometers 5 en 6.
7.3
INSTELLEN LUCHTTOEVOER FILTER (07-02)
A-
AFTAPPEN VAN CONDENS - druk knop 7 in, zonder dat u de luchttoevoer afsluit.
B-
MINIMUM OLIEPEIL - als de olie zich onder het niveau bevindt dat u door peilglas 8 kunt zien, kunt u de olie bijvullen nadat u eerst dop 9 heeft losgedraaid.
LET OP: Voordat u de dop open draait, moet u de luchttoevoer afsluiten. C-
INSTELLEN VAN DE NEVELKOELING - draai met een schroevendraaier aan ventiel 10, totdat er om de 20 proefcicli een druppel olie uit valt (klemcilinders open/dicht). U kunt de druppel zien door het peilglas.
OPMERKING: Bij de PRESTIGE 10 bevinden het luchttoevoerfilter en het bedieningspaneel zich op punt A (zie afbeelding 07-02).
AFB. 07-02
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 39
8
INBEDRIJFSTELLING
Sluit de twee luchttoevoerleidingen aan. Controleer of de machine is aangesloten op lucht en elektriciteit. Zet de hoofdschakelaar, die zich in de schakelkast bevindt, AAN. Wacht totdat de computer het programma heeft opgestart.
OPMERKING
Elke keer als u de machine opstart, dient u als volgt te handelen: zet de assen in de uitgangspositie bepaal de positie van de klemcilinders
Om de bovenstaande handelingen uit te voeren, verwijzen wij naar de instructieboeken 'Vision Interface' en 'Idracam 2', die u als bijlage van dit instructieboek zal ontvangen.
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 40
9
ONDERHOUD
9.1
ROUTINEMATIGE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN (AFB. 09-01)
-
Maak de gehele machine goed schoon met behulp van een luchtpistool. Zorg ervoor dat er geen spanen en vuilresten achterblijven.
LET OP: Als u het luchtpistool gebruikt, dient u een veiligheidsbril te dragen! -
-
-
-
Maak de spanenopvangbak regelmatig leeg. Als u de toegangsdeur in het hek open maakt, zal de machine automatisch stoppen. Voer condens af en controleer het oliepeil in de luchttoevoerfilter 5 (zie ook par. 7.3). Zonder dat u de luchttoevoerslang los maakt, draait u de knoppen 6 en 7 ongeveer 1/2 slag tegen de klok in. Als u de condens heeft afgevoerd, draait u de knoppen terug in de uitgangspositie. Voor het aftappen van condens en voor het controleren van het oliepeil in de filter 5 (zie ook par. 7.3) gaat u als volgt te werk: draai de knoppen 6 en 7 ongeveer 1/2 slag tegen de klok in, zonder dat u daarbij de luchttoevoerleiding loskoppelt. Als u de condens heeft afgetapt, draait u de knoppen terug in de uitgangspositie. U dient de geleiding van de klemcilinders 4 na elke 50 arbeidsuren te smeren. Op afbeelding 09-02 kunt u zien op welke olie u moet gebruiken. Het smeren van de mechanische machinedelen geschiedt software-gestuurd. Het smeermiddel wordt verspreid vanaf cilinder 1 (op manometer 3 kunt u de impuls voor het automatisch smeren zien). De software geeft aan wanneer het tijd is om cilinder 1 bij te vullen. Vul de cilinder door de smeerinrichting 2. Op afbeelding 09-02 kunt u zien welke olie u moet gebruiken. Controleer het oliepeil (zie paragraaf 9.3).
AFB. 09-01
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 41
9.1.1
SMEERSCHEMA
soap of base
lithium
worked penetration (ASTM D 217)
310 - 340 mm/10
dropping point (ASTM D 566)
185 C
copper corrosion (IP 112 b 5)
negativ
emcor-test
exceed
well bearing test (ASTM D 1263) loss in weight lubrication
4 gr. - excellent
0
AFB. 09-02 Shell olie: Calpam olie:
9.2
Alvania EP1 Parago EP1
SPECIALE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
Als u extra onderhoudswerkzaamheden moet uitvoeren, waarbij u zich binnen de omheining bevindt en dus gevaar zou kunnen lopen, moet u eerst op de NOODSTOP drukken, en de sleutel verwijderen. De machine is nu uitgeschakeld. Voordat u het omheinde gebied weer verlaat, moet u de sleutel weer in het slot doen en de NOODSTOP ontgrendelen. De machine kan nu weer worden aangezet.
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 42
9.3
SMEREN VAN HET GEREEDSCHAP (AFB. 09-03)
Geëmulgeerde nevelolie De technische kenmerken van de benodigde geëmulgeerde olie, of van een vergelijkbaar koelmiddel, worden vooraf vastgesteld.
OPMERKING
De PRESTIGE 10 heeft een koelsmeersysteem. De afvoergoten voor spanen en koelmiddel bevinden zich op punt A, aan de linkerzijde van de machine (zie afbeelding).
AFB. 09-03
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 43
9.3.1
BESCHRIJVING
1-
impuls-gestuurd sproeiventiel - deze wordt via de software afgesteld. U kunt het sproeiventiel handmatig in de gewenste richting draaien. koelmiddel-reservoir peilglas koelvloeistof deksel (om het reservoir te vullen) motor koelmiddelpomp manometer koelsysteem filter algemene klep (let op: deze moet altijd open zijn als de machine aan staat) ventilator – te gebruiken als de machine aan staat en er lucht wordt aangezogen afvoer voor spanen en koelmiddel spanenopvangbak (aanbevolen)
2345678910 11 -
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 44
9.3.2
DRUPPELSYSTEEM (OPTIONEEL) (AFB. 09-04)
De technische kenmerken van het koelmiddel, worden vooraf vastgesteld.
123-
impuls-gestuurd sproeiventiel - deze wordt via de software afgesteld. U kunt het sproeiventiel handmatig in de gewenste richting draaien. oliereservoir koelmiddel-regeling
AFB. 09-04
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 45
9.4
VERVANGEN VAN HET GEREEDSCHAP (AFB. 09-05)
Op afbeelding 09-05 ziet u de onderdelen van de spindel: 1234-
opname ISO 30 - DIN 69871 spantang kartelring gereedschap (boor, frees, enz.)
AFB. 09-05 Als u het gereedschap gaat vervangen, dient u de spindel om veiligheidsredenen altijd vast te zetten in de meegeleverde klem (1 - afb. 09-06). U kunt deze klem aan de werktafel vastzetten op punt 2.
AFB. 09-06 Plaats de spindel in de klem zoals op afbeelding 09-07 en vergrendel deze m.b.v. hendel 1. Vervolgens draait u m.b.v. de meegeleverde sleutel 2 kartelring 3 los (of vast). Daarmee maakt u meteen het gereedschap los (of vast).
AFB. 09-07
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 46
9.4.1
VERVANGEN VAN HET GEREEDSCHAP (HANDMATIG) (AFB. 09-08)
Houd de opnameconus vast op punt 2. Druk op knop 1 en houd deze knop ingedrukt. De opnameconus komt los. Om de opnameconus weer terug te plaatsen, moet u knop 1 ingedrukt houden. Vervolgens drukt u de opnameconus naar boven. Vervolgens kunt u knop 1 loslaten. De opnameconus zit nu vast in de spindel.
AFB. 09-08
Instructieboek FOM – PRESTIGE – versie 4.0 NM – juni 2000
Blz. 47