Cliëntennieuwsbrief TAXContent 4 april 2013 In dit nummer onder andere: -
Verplichting werkkostenregeling uitgesteld Eenmalig 50% afschrijven Langer voordelig geven aan culturele instellingen Zakelijke ritten gaan verder dan u denkt Heeft u recht op subsidie? Bereken het! Pas op tijdelijke werknemers die ziek uit dienst gaan Tijdelijk 6%-btw bij renoveren woning
De ondernemer en de dga Dga betaalt niet te veel bijdrage Zvw Het komt regelmatig voor dat een dga niet verzekerd is voor de werknemersverzekeringen en bij meerdere eigen bv’s in dienstbetrekking is. In dat geval moet hij bij elk van die arbeidsverhoudingen de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw, 5,6% in 2013) betalen. Hoewel iedere bv rekening houdt met het maximum bijdrageloon (€ 50.853 in 2013), kan in totaal toch meer zijn ingehouden. In 2013 is de maximum bijdrage € 50.853 * 5,65% = € 2873 per jaar. De staatssecretaris van Financiën gaf onlangs aan dat de Belastingdienst na afloop van het jaar automatisch vaststelt dat er een teruggaaf moet plaatsvinden van wat te veel is ingehouden. Deze teruggaaf ontvangt de dga normaliter in het derde kwartaal van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin hij het loon heeft genoten. En in de meeste gevallen keert de fiscus in het derde kwartaal van het kalenderjaar waarin het loon is genoten al zoveel mogelijk voorschotten uit. Tip! Wil de dga al bij de inhouding goed rekening houden met het bijdragemaximum, dan kan hij de doorbetaaldloonregeling toepassen. Dit houdt in dat één inhoudingsplichtige de loonbetalingen verricht namens één of meer andere inhoudingsplichtigen. Dit jaar eenmalig 50% afschrijven De staatssecretaris van Financiën wil bedrijven tijdelijk meer financiële ruimte geven voor investeringen en daarmee een flinke eenmalige impuls geven op bedrijfsinvesteringen. Normaal gesproken kunnen bedrijven maximaal 20% van hun investering afschrijven. De staatssecretaris wil dit in 2013 eenmalig verhogen naar 50%. Hierdoor betaalt u pas op een later moment belasting over uw winst. De regeling is onderdeel van het pakket aan maatregelen dat het kabinet binnenkort aan de Tweede Kamer stuurt. Wij houden u op de hoogte. Vervanging tijdens vakantie leidde niet tot kostenaftrek De kosten van een werkruimte in de eigen woning kan een ondernemer onder voorwaarden (beperkt) aftrekken. Het moet dan in ieder geval gaan om een zelfstandige werkruimte. Dit houdt kort gezegd in dat deze ruimte gemakkelijk aan iemand anders te verhuren is. Is sprake van een werkruimte die niet voor de belastingplichtige zelf is dan kan ook aftrek aan de orde zijn. Dat werknemers tijdens de vakantie van de onderneemster gebruik maakten van de werkruimte in haar eigen woning, wilde niet zeggen dat die werkruimte niet meer van de onderneemster zelf was, zo bleek onlangs uit een uitspraak van Hof Arnhem. Werkruimte in de eigen woning De belastingrechter moest oordelen in een zaak waarin een fysiotherapeute huisvestingskosten in aftrek bracht op haar winst uit onderneming. De inspecteur ging daarmee niet akkoord, omdat de werkruimte geen zelfstandig gedeelte van de woning was. Zo had de praktijkruime geen eigen opgang of ingang en beschikte niet over een eigen toilet. De rechter ging hierin mee. De vrouw stelde vervolgens dat de ruimte niet ‘ten behoeve van de belastingplichtige zelf’ was, omdat die ruimte tijdens haar vakantie door twee van haar werknemers werd gebruikt. Maar ook dit argument veegden de inspecteur en de rechter van tafel. Het ging om circa 10% van het totaal aantal werkdagen. Zo’n beperkt gebruik tijdens vervanging kon er volgens de rechter niet voor zorgen dat niet meer gesproken kon worden van een werkruimte ‘ten behoeve van de belastingplichtige zelf’. De vrouw kon de kosten voor de werkruimte dus niet in aftrek brengen op de winst.
© 2013 Licent
2
Vennootschapsbelasting Garantstelling voor concernkrediet leidde tot niet-aftrekbaar verlies Een garantstelling voor een concernkredietfaciliteit leidde tot een niet-aftrekbaar verlies voor een concernvennootschap die door de banken werd aangesproken. Dit oordeelde de hoogste belastingrechter recent. In deze zaak had een inspecteur aftrek van de winst geweigerd omdat het verlies naar zijn mening niet voortvloeide uit de ondernemingsuitoefening. Het ging om een concernmaatschappij die zich (samen met de andere concernvennootschappen) hoofdelijk aansprakelijk stelde voor het volledige bedrag van een kredietfaciliteit. Voor deze garantstelling ontving de vennootschap geen vergoeding. De Hoge Raad oordeelde in dit geval dat het aanvaarden van hoofdelijke aansprakelijkheid voor het gehele bedrag alleen berustte op de betrekkingen die aanwezig waren tussen de vennootschappen. Bij de over en weer gelopen risico’s om het groepsbelang te dienen, was een aansprakelijkheid aangegaan die groter was dan wanneer een vennootschap zelfstandig vreemd vermogen had aangetrokken. De risico’s die daarbij waren genomen lagen daarom in de aandeelhouderssfeer. De concernmaatschappij mocht het verlies uit de garantstelling dan ook niet ten laste van haar fiscale winst brengen.
BTW Intentie ook belangrijk voor kwalificatie als ‘bouwterrein’ Als partijen vóór de levering van een stuk grond de bedoeling hadden om de grond te bebouwen, is de levering van dit terrein belast met btw en vrijgesteld voor de overdrachtsbelasting. Onderbouwing van deze intentie is daarbij wel van belang. Het Europese Hof heeft dit geadviseerd naar aanleiding van vragen van de Hoge Raad. De Hoge Raad moest namelijk oordelen of de levering van drie aangrenzende percelen waarop zich een parkeerterrein en een voormalige bibliotheek bevonden, onderworpen was aan btw-heffing. De levering zou dan vrijgesteld zijn van overdrachtsbelasting. Het Europese Hof stelde voorop dat de levering van onbebouwde, maar voor bebouwing bestemde grond altijd belast is met btw. De omstandigheden tijdens de onderhandelingen en op de datum van levering zijn daarbij doorslaggevend. De fiscus moet bij zijn beoordeling dus ook nagaan of de partijen de intentie hadden om het terrein daadwerkelijk te bestemmen voor bebouwing. Staat dit bijvoorbeeld expliciet in de koopakte (zoals in deze zaak), dan is de verkrijging van het terrein belast voor de btw en vrijgesteld voor de overdrachtsbelasting. Samenwonen niet belangrijk voor btw fiscale eenheid Als ondernemers in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig zijn verweven dat zij een eenheid vormen, is sprake van een fiscale eenheid voor de btw. Voor de aanwezigheid van financiële verwevenheid moet ten minste de meerderheid van de aandelen in ieder van de vennootschappen middellijk of onmiddellijk in dezelfde handen zijn. In een zaak bij Hof Amsterdam was daaraan niet voldaan, nu de twee aandeelhouders beide 50% van de aandelen in de twee bv’s bezaten. Niemand had dus een meerderheid. De twee aandeelhouders voerden bij de rechter aan dat zij als een eenheid samenwerkten, samen kinderdagverblijven leidden en hetzelfde salaris genoten. Verder voerden ze aan dat ze samenwoonden, samen kinderen hadden en een woning, een hypothecaire lening, een gemengde verzekering en bankrekeningen deelden. Maar dit vond de rechter niet genoeg om te voldoen aan verwevenheid in financieel opzicht. Er was dus geen fiscale eenheid voor de btw. Tip! Voordeel van een fiscale eenheid voor de btw is dat alle onderlinge transacties buiten de btwheffing blijven. Daarnaast kan voor de hele fiscale eenheid worden volstaan met het indienen van één btw-aangifte. Vraag ons eventueel om meer informatie.
© 2013 Licent
3
Familie vermogensrecht Langer belastingvoordeel voor cultuurgiften Particulieren en bedrijven die giften doen aan culturele instellingen zoals een theatergezelschap, een dansgroep, of een museum kunnen een jaar langer gebruik maken van de ‘multiplier’. De extra belastingaftrek loopt nu tot en met 2017. De staatssecretaris van Financiën hoopt dat de verlenging van deze maatregel voor een stimulans van giften aan de culturele sector zorgt. De multiplier zorgt ervoor dat particulieren voor de inkomstenbelasting 25% meer mogen aftrekken dan zij geven. Voor hen kan het extra belastingvoordeel oplopen tot € 650. Bedrijven mogen voor de vennootschapsbelasting de aftrek van hun gift met 50% verhogen. Voor hen kan het extra voordeel oplopen tot € 625. De regeling moest lange tijd nog worden goedgekeurd door de Europese Commissie, maar dat is onlangs gebeurd. Op initiatief van de Rijksoverheid is een campagne gestart om het geven aan cultuur onder de aandacht te brengen: ‘Cultuur, Daar Geef Je Om’. Op www.daargeefjeom.nl is informatie te vinden over de extra aftrek en wijst de Geefwijzer de weg door de fiscale faciliteiten. Uiteraard kunt u ook bij ons terecht voor vragen over de aftrekbaarheid van giften. Denk ook eens aan een familiebank De rente op spaargeld dat u bij een bank stalt bedraagt momenteel ongeveer 2%. Een bank leent dit geld weer aan iemand anders uit tegen meer rente dan de spaarder daarvoor krijgt. Zo betaalt iemand die een lening aangaat bij de bank voor de aankoop, verbouwing of onderhoud van een woning circa 5%. Het verschil tussen sparen en uitlenen is winst voor de bank. Door een familiebank op te zetten, kan de winst binnen de familie blijven. Dit werkt als volgt. Een ouder leent zijn kind een deel van zijn spaargeld tegen bijvoorbeeld 6% rente. De ouder betaalt 1,2% vermogensrendementsheffing in box 3 over het uitgeleende bedrag, maar dit had hij toch ook over zijn spaargeld moeten betalen. Het kind kan de rente aftrekken in box 1 tegen maximaal 52%. Om de lasten van het kind te verlagen kan de ouder voor een verjaardag, met kerst of een ander gelegenheid een bedrag schenken aan het kind. De ouder kan daarbij gebruik maken van de jaarlijkse schenkingsvrijstelling (in 2013: € 5.030). Fiscale voordelen Onlangs behandelde de Rechtbank Leeuwarden een zaak over familiebankieren. De zoon leende € 80.000 van vader, aflossingsvrij, voor onbepaalde tijd en tegen 8% rente. De belastinginspecteur was van mening dat het rentepercentage te hoog was. De zoon ontving in dezelfde periode ook schenkingen van vader. Dat zou kunnen leiden tot de gedachte dat de lening alleen werd opgetuigd om te profiteren van fiscale voordelen. De inspecteur haalde alles uit de kast: hij stelde dat sprake was van een schijnconstructie, dat de rente te hoog was en stelde fraus legis (misbruik van recht). Allemaal moeilijk bewijsbare stellingen waarmee de rechtbank op vakkundige wijze korte metten maakte. De rechter oordeelde dat vader en zoon konden aansluiten bij het rentepercentage van persoonlijke leningen bij derden die niet door zekerheid waren gedekt. In de leningsovereenkomst waren namelijk geen hypothecaire of andere zekerheden verstrekt en er was maar in een beperkt aantal situaties sprake van een verplichting tot aflossing. De zoon kon dus het volledige bedrag aan betaalde rente in aftrek brengen in box 1. Bedrijfsopvolgingsfeuilleton loopt door De bedrijfsopvolgingsfaciliteit zorgt ervoor dat een bedrijfsopvolging via een schenking of na overlijden op een fiscaal vriendelijke manier kan verlopen. De verkrijging van ondernemingsvermogen is namelijk tot een waarde van € 1.028.132 (2013) van de objectieve onderneming voor 100% vrijgesteld. Voor ondernemingen die meer waard zijn dan die € 1.028.132 geldt voor het meerdere een vrijstelling van 83%. Voor de belasting die dan eventueel nog is verschuldigd over het niet-vrijgestelde deel kan tien jaar uitstel van betaling worden verkregen. Wil een verkrijger in aanmerking komen voor deze faciliteit, dan moet er dus in ieder geval sprake zijn van een verkrijging van ondernemingsvermogen. De vraag of deze voorwaarde in strijd is met het
© 2013 Licent
4
gelijkheidsbeginsel (want de ruime vrijstelling geldt niet voor particulier vermogen) houdt de gemoederen al geruime tijd bezig. Discriminatie of niet? Inmiddels heeft de staatssecretaris van Financiën vijf representatieve zaken geselecteerd en deze aan de rechter voorgelegd in een zogenoemde massaal-bezwaarprocedure. Rechtbanken hebben al uitspraak gedaan in vier van de vijf massaal-bezwaarprocedures. De rechtbank heeft in alle vier de zaken geoordeeld dat het niet verlenen van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit bij erfrechtelijke verkrijgingen van niet-ondernemingsvermogen niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De fiscus kreeg dus gelijk. Voor de beantwoording van de vraag of sprake is van gelijke gevallen moet men volgens de rechter vooral kijken naar de doelstelling van de regeling. De rechtbank vond dat de wetgever met het maken van een onderscheid tussen de typen vermogens een gerechtvaardigd doel voor ogen had, namelijk het stimuleren van ondernemerschap. Het laatste woord is uiteindelijk aan de Hoge Raad. Wij houden u op de hoogte. Loonheffingen en sociale verzekeringen Verplichting werkkostenregeling een jaar uitgesteld De staatssecretaris van Financiën heeft besloten het keuzeregime voor vergoedingen en verstrekkingen met één jaar te verlengen. In het Belastingplan 2014 komt hij met verbeteringen van de werkkostenregeling (WKR), die dan pas per 1 januari 2015 verplicht gaat worden. Hij wil voor die tijd met een (internet)consultatie bij het bedrijfsleven polsen of het klaar is voor een open norm of liever specifiek omschreven vrijstellingen wil. In de onlangs gepubliceerde verkenning ‘Aan het werk met de werkkostenregeling’ introduceert de bewindsman het nieuwe ‘noodzakelijksheidscriterium’. Noodzakelijkheidscriterium Het nieuwe noodzakelijkheidscriterium gaat uit van de gedachte dat het verstrekken, vergoeden of ter beschikking stellen van zaken waarvan de werkgever het nodig en noodzakelijk vindt dat zijn werknemers die in hun werk gebruiken, geheel buiten het loonbegrip blijven. Het feit dat een noodzakelijke verstrekking ook privé wordt of kan worden gebruikt speelt onder het nieuwe criterium geen rol meer. De werkgever is in eerste instantie degene die bepaalt of een vergoeding of verstrekking noodzakelijk is. De wetgever zal hiervoor een duidelijk grens moeten trekken waarbinnen de werkgever moet blijven. Maar er zijn dan geen specifiek omschreven vrijstellingen meer en dus ook minder zekerheid. Wilt u meer informatie over de werking van de werkkostenregeling? Aarzel niet om contact met ons op te nemen. Voorbeeld Drukkerij Jansen bv vindt papierloos vergaderen erg belangrijk. Daarom vindt de werkgever het nodig dat zijn directeuren en stafmedewerkers een tablet gebruiken. Zij krijgen een apparaat naar eigen keuze en Jansen bv zorgt voor een collectief abonnement bij een provider. De vergoeding, verstrekking of ter beschikkingstelling van de tablet en het gebruik ervan behoort niet tot het loon omdat het noodzakelijk is voor de behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. Het feit dat de tablet ook privé gebruikt wordt, of kan worden, speelt in dit geval geen rol. Op hoeveel subsidie hebt u recht? Bent u bekend met alle mogelijk financiële voordelen die u heeft bij het aannemen van bepaalde groepen nieuwe medewerkers? Onlangs is de online subsidiecalculator vernieuwd, waarmee u meer inzicht krijgt. Op www.subsidiecalculator.nl worden regelingen en subsidies voor een nieuwe medewerker of recent in dienst getreden werknemer gepresenteerd. Denk aan de mobiliteitsbonus, proefplaatsing of afdrachtvermindering. Naast de hoogte van de bedragen geeft de calculator achtergrondinformatie over de subsidies en regelingen en de acties die u als werkgever moet ondernemen. U kunt ook inzicht krijgen over welke subsidies of regelingen voor uitzendkrachten van
© 2013 Licent
5
toepassing zijn. De calculator is een initiatief van het WerkgeversServicepunt. Dit is een samenwerking van UWV, gemeenten, SW-bedrijven, onderwijsinstellingen, kenniscentra, uitzendorganisaties en andere partijen. Maak bezwaar tegen eindheffing hoge lonen Eind maart heeft u 16% eindheffing afgedragen over het fiscale loon dat een werknemer in 2012 verdiende, voor zover dat meer bedroeg dan € 150.000. Het is raadzaam tijdig (binnen zes weken) bezwaar te maken tegen deze heffing, omdat deze mogelijk in strijd is met Europees recht. Begin februari deed Hof Arnhem namelijk een interessante uitspraak over een andere werkgeversheffing, de eindheffing over excessieve vertrekvergoedingen. De rechter oordeelde dat deze mogelijk deels in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De heffing zag namelijk ook op loon dat de werknemer had verdiend in een deel van het jaar waarin nog niet bekend was dat de eindheffing zou worden geïntroduceerd. De verschuldigdheid van de eindheffing was dus nog niet te voorzien op het moment dat (een deel van) het loon werd genoten en zou daarom in strijd kunnen zijn met Europees recht. Vergelijkbare omstandigheden gelden ook voor de eindheffing hoge lonen, waarvan pas in april 2012 duidelijk werd dat deze zou worden geïntroduceerd in 2013. Daarom zouden bijvoorbeeld bonussen van vóór april 2012 moeten worden uitgezonderd van de heffing. Het is dan ook raadzaam tegen de afdracht van de heffing hoge lonen bezwaar aan te tekenen. Let op! De 16% eindheffing die werkgevers dit jaar moeten betalen over lonen die in 2012 méér dan € 150.000 bedroegen, staat ook voor het kalenderjaar 2014 weer in de bezuinigingsplannen van het kabinet. De staatssecretaris heeft wel toegezegd ervoor te zorgen dat deze heffing zo wordt vormgegeven dat deze niet nadelig uitpakt voor diegene die in 2013 gebruik maken van de levensloopregeling. Straks ook betalen voor tijdelijke werknemers die ziek uit dienst gaan Op dit moment is de gedifferentieerde premie WGA gebaseerd op WGA-uitkeringen van arbeidsongeschikte werknemers met een vast dienstverband. Vanaf 2014 krijgt u echter ook te maken met een gedifferentieerde premie ZW-flex en WGA-flex. Dit betekent dat de lasten van de Ziektewet en WGA van (ex-)werknemers met een tijdelijk contract straks worden toegerekend aan de laatste werkgever. En daarbij wordt voor de premievaststelling van 2014 al rekening gehouden met de tijdelijke werknemers die in 2012 ziek uit dienst zijn gegaan. Ook de uitstroom in 2013 is straks bepalend voor de hoogte van de gedifferentieerde premie. Door daarop nu al te anticiperen, kunt u straks uw schadelast en kosten deels beperken. Categorieën In de nieuwe berekening van de gedifferentieerde premies WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex worden werkgevers in drie categorieën ingedeeld. Zij hebben allen een andere premie: kleine werkgevers (met een loonsom die gelijk of minder is dan 10 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer): premie op sectorniveau; middelgrote werkgevers (met een loonsom van meer dan 10 en gelijk of minder dan 100 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer): gewogen gemiddelde van sectorpremie en individuele premie; grote werkgevers (meer dan 100 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer): premie op individueel niveau. Tip! Vanaf 1 januari 2016 kunnen werkgevers ook eigenrisicodrager worden voor het WGA-risico van de vangnetters.
© 2013 Licent
6
Auto Zakelijke ritten gaan verder dan u soms denkt In sommige gevallen worden kilometers die met de auto van de zaak zijn gereden toch als zakelijk aangemerkt, terwijl u dat op het eerste gezicht wellicht niet direct vermoedt. Er moeten dan natuurlijk wel zakelijke redenen zijn aan te wijzen. Onlangs was er een sprekend voorbeeld in de de rechtspraak. Volgens Hof Den Haag telden de kilometers die een directeur-grootaandeelhouder (dga) maakte met de auto van de zaak vanaf zijn vakantieadres naar het adres van een zakenrelatie als zakelijke ritten. Zowel de heen- als de terugreis van het vakantieadres naar het adres van de klant golden als zakelijke rit. Deze ritten waren namelijk onlosmakelijk verbonden met de zakelijke afspraak. Ook de rit tussen het vakantieadres en het huisadres om te douchen en geschikte kleding aan te trekken om de klant te ontmoeten kwalificeerde als een zakelijk rit. Alleen de terugreis van het vakantieadres naar het huisadres was een privérit. Aangezien het totaal aantal kilometers in deze zaak niet meer bedroeg dan 500 privékilometers bleef de bijtelling voor het privégebruik van de auto achterwege. Ritten naar golfevenement waren zakelijk In een recente zaak bij Hof Den Bosch ging het om een directeur-grootaandeelhouder (dga) die deelnam aan een driedaagse cursus om zijn golfvaardigheidsbewijs (GVB) te halen. Het evenement was georganiseerd door de ondernemersorganisatie in zijn branche. Bij de rechter verklaarde de dga gedetailleerd en geloofwaardig dat hij zijn GVB alleen had behaald om als ondernemer meer kans te maken op het binnenhalen van specifieke opdrachten. Verder was van belang dat niet-leden van de brancheorganisatie niet konden deelnemen. Tot slot verklaarde de dga geloofwaardig dat hij, nadat bleek dat de specifieke opdrachten niet aan hem gegund werden, nog maar één keer had gegolfd. Hof Den Bosch zag geen reden om de verklaringen niet te geloven (mede omdat de inspecteur ze niet tegensprak in hoger beroep). De rechter oordeelde dan ook dat de gereden kilometers zakelijk waren. Eigen woning Laag btw-tarief bij renoveren en herstellen van woningen Vanaf 1 maart 2013 geldt het lage btw-tarief op de arbeidskosten bij het renoveren en herstellen van woningen die ouder zijn dan twee jaar. Dit geldt ook voor arbeidskosten bij aanleg en onderhoud van tuinen. U hoeft door deze tijdelijke maatregel die geldt vanaf 1 maart 2013 tot 1 maart 2014 geen 21% btw te betalen, maar 6% btw. Bepalend voor de toepassing van het 6%-tarief is het moment waarop de dienst wordt afgerond. Bij renovatie- en herstelwerkzaamheden kunt u denken aan het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van (delen van) de woning en aanleg en onderhoud van de tuin. Het 6%-tarief is alleen van toepassing op de arbeidskosten en niet op de materialen. WOZ-waarden moeten inzichtelijker worden De Eerste Kamer heeft onlangs het Wetsvoorstel Verruiming openbaarheid WOZ-waarde aangenomen. Dit wetsvoorstel verruimt de openbaarheid van de WOZ-waarde van woningen, waardoor het mogelijk wordt om de WOZ-waarde van een woning op te vragen. Een transparantere WOZ-waarde moet bijdragen aan de acceptatie en kwaliteitsverbetering van de waarde. Het is de bedoeling dat er een landelijke voorziening WOZ wordt opgezet, waardoor burgers eenvoudig WOZwaarden kunnen opvragen bij één centraal punt.
Administratieve verplichtingen De fiscus is er niet om advies te geven Een belastingplichtige kan niet van de inspecteur verwachten dat hij belastingadviezen geeft. Dit werd duidelijk in een recente zaak bij Rechtbank Breda, waarin een vrouw na het overlijden van haar man
© 2013 Licent
7
kapitaaluitkeringen ontving van Belgische pensioenverzekeraars. In verband met het opvragen van een woonplaatsverklaring had ze contact met de inspecteur. Hij lichtte haar op dat moment (juist) voor over de fiscale gevolgen van de kapitaaluitkering die ze verwachtte. De vrouw stelde echter bij de rechter dat de inspecteur haar in dat gesprek ten onrechte niet informeerde over de mogelijkheid het kapitaal onder te brengen in een stamrecht-bv, waardoor de uitkeringen niet in één keer belast zouden zijn geweest. Maar volgens de rechter behoort het geven van belastingadviezen niet tot de taak van de inspecteur. De fiscus heeft alleen – mede - als taak het geven van juiste informatie over de fiscale gevolgen in specifieke situaties. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur deze taak juist had uitgevoerd en dat de uitkeringen op een juiste wijze waren belast. Wilt u informatie over de mogelijkheden van een stamrecht-bv? Neem dan contact met ons op.
Deze publicatie bevat informatie in samengevatte vorm en is daarom enkel bedoeld als algemeen leidraad. Ze is niet bedoeld om te dienen als een substituut voor gedetailleerd onderzoek of voor het aanwenden van een professioneel oordeel. 3RRR Belastingadviseurs BV kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verlies van iemand die handelde of afzag te handelen ten gevolge van enige informatie in deze publicatie. Bij elke specifieke aangelegenheid, dient steeds een adviseur geraadpleegd worden.
© 2013 Licent
8