KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR Bestuur van de Luchtvaart
CIRCULAIRE Datum : 11/05/01
CIR/AIRW-19
Editie
:1
Betreft : Kwalificatieprocedures luchtvaartuigen.
voor
het
certificeringpersoneel
in
de
erkende
onderhoudsbedrijven
voor
Ref : Wet van 30 april 1947 tot goedkeuring van de Overeenkomst betreffende de Internationale Burgerlijke Luchtvaart ondertekend op 7 december 1944, te Chicago, inzonderheid Bijlage 1. K.B. van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart, inzonderheid Artikel 32. M.B. van 13 februari 1970 - exploitatie van vliegtuigen van meer dan 5700 kg. M.B. van 29 mei 1996 - technische diensten voor onderhoud van luchtvaartuigen volgens de gemeenschappelijke referentienormen JAR-145. Joint Aviation Requirement JAR-145 : Approved Maintenance Organisations. Joint Aviation Requirement JAR-66 : Certifying Staff Maintenance. JAA Administrative Guidance Material : Section two : maintenance Part two : procedures.
De 1ste uitgave bevat De Directeur-generaal,
E. VAN NUFFEL
5
blz. gedagtekend
: 11/05/01
1. INLEIDING Deze circulaire is van toepassing op de volgens de reglementering JAR-145 erkende bedrijven die onderhoudswerkzaamheden uitvoeren op luchtvaartuigen in de commerciële luchtvaartsector waarvan de hoogst toegelaten totale massa 5700 kg en meer bedraagt. De voornoemde bedrijven dienen, met ingang van 1 juni 2001, beroep te doen op certificeringpersoneel dat voldoet aan de voorschriften in de reglementering JAR-66. Onder certificeringpersoneel worden deze personen verstaan die gemachtigd zijn om na het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden een certificaat inzake geschiktheid voor gebruik af te leveren voor luchtvaartuigen. In de reglementering JAR-66 zijn evenwel een aantal overgangsbepalingen opgenomen. 2. DOEL Het doel van deze circulaire bestaat erin : 1. toelichting te verstrekken bij de overgangsbepalingen in de reglementering JAR-66, in het bijzonder met betrekking tot het bestaande certificeringpersoneel ; 2. een aantal concrete maatregelen vast te leggen, teneinde toezicht te kunnen houden op de correcte toepassing van bovenvermelde overgangsbepalingen. 3. VOORSCHRIFTEN In haar huidige vorm bepaalt de reglementering JAR-66 de vereisten waaraan het certificeringpersoneel voor onderhoudswerkzaamheden aan luchtvaartuigen, gebruikt in de commerciële luchtvaartsector, en waarvan de hoogst toegelaten totale massa 5700 kg en meer bedraagt, dient te voldoen. De reglementering JAR-66 treedt in voege op 1 juni 2001. De reglementering JAR-66 stelt dat het personeel dat vóór 1 juni 2001 in het bezit is van een JAR-145 certificeringmachtiging, de bijhorende certificeringprivileges kan blijven uitoefenen na deze datum. Dit principe staat bekend als ‘beschermde rechten’. Bovendien kan het personeel dat vóór 1 juni 2001 voldoet aan de kwalificatie- en ervaringsvereisten voor het verkrijgen van certificeringprivileges, zoals beschreven in de goedgekeurde procedures van een volgens de reglementering JAR-145 erkend onderhoudsbedrijf, volgens deze procedures als certificeringpersoneel worden gekwalificeerd. Tenslotte mag het personeel dat vóór 1 juni 2001 een erkende opleiding heeft aangevat, die aanleiding geeft tot het verkrijgen van een JAR-145 certificeringmachtiging, deze opleiding vervolledigen en vervolgens als certificeringpersoneel worden gekwalificeerd. Het voornoemde personeel kan bijkomende luchtvaartuigtypeaanduidingen laten toevoegen aan hun certificeringmachtiging, voor zover deze behoren tot eenzelfde al verworven categorie of subcategorie1. In voorkomend geval zijn de kwalificatieprocedures van toepassing zoals deze van kracht waren vóór het in voege treden van de reglementering JAR-66. Andere personen dan dewelke hierboven worden beschreven, dienen vanaf 1 juni 2001, en voor zover hun functie dit vereist, ten volle te voldoen aan de kennisvereisten zoals beschreven in de reglementering JAR-66. Rekening houdend met de bovenvermelde principes kunnen de volgens de reglementering JAR-145 erkende bedrijven uiterlijk tot 1 juni 2011 hun onderhoudswerkzaamheden voortzetten met certificeringpersoneel, 1
De term ‘categorie’ duidt in deze context hoofdzakelijk op het onderscheid in de typische specialisaties ‘structuur en motoren’ (A&P: Airframe and Powerplant), respectievelijk ‘avionica’ (REI: Radio – Electricity – Instruments). Verder slaat de term ‘subcategorie’ op een onderverdeling van de specialisatie ‘structuur en motoren’ in functie van het luchtvaartuigtype – vliegtuigen, respectievelijk helikopters – en de mogelijke motorisaties: turbinemotoren, dan wel zuigermotoren. CIR/AIRW-19 – Uitg. 1 – 11/05/01
Pagina 2 van 5
gekwalificeerd volgens procedures, zoals deze van kracht waren vóór het in voege treden van de reglementering JAR-66. Het voornoemde personeel kan geen bijkomende categorie of subcategorie laten toevoegen aan hun certificeringmachtiging, overeenkomstig de kwalificatieprocedures welke van kracht waren vóór het in voege treden van de reglementering JAR-66. Nieuw personeel, dat na 1 juni 2001 een opleiding aanvat die volgens de procedures van kracht vóór het in voege treden van de reglementering JAR-66, aanleiding zou geven tot het verkrijgen van een JAR-145 certificeringmachtiging, kan op basis van deze procedures niet meer als certificeringpersoneel worden gekwalificeerd. 3.1 Vastleggen van de toestand op 1 juni 2001. De volgens de reglementering JAR-145 erkende bedrijven die onderhoudswerkzaamheden uitvoeren op luchtvaartuigen in de commerciële luchtvaartsector, en waarvan de hoogst toegelaten totale massa 5700 kg en meer bedraagt, dienen een lijst van het certificeringpersoneel voor te leggen aan de Dienst Luchtwaardigheid van het Bestuur van de Luchtvaart, Directie Commerciële Luchtvaart, Raketstraat 90 te 1130 Brussel. Deze lijst, die overigens volgens de bepalingen van de reglementering JAR-145 integraal deel uitmaakt van het procedurehandboek van de volgens JAR-145 erkende onderhoudsbedrijven, moet worden gedateerd ‘1 juni 2001’ en dient uiterlijk 30 juni 2001 op het bovenvermelde adres te worden bezorgd. 3.2 Kwalificatieprocedures volgens de reglementering JAR-66 – aanpassing procedurehandboeken2. De volgens de reglementering JAR-145 erkende bedrijven die onderhoudswerkzaamheden uitvoeren op luchtvaartuigen in de commerciële luchtvaartsector, waarvan de hoogst toegelaten totale massa 5700 kg en meer bedraagt, dienen hun procedurehandboeken aan te passen, voor wat betreft de kwalificatieprocedures voor het certificeringpersoneel. Rekening houdend met de beschreven overgangsbepalingen in de reglementering JAR-66 kunnen gedurende de overgangsperiode van 1 juni 2001 tot 1 juni 2011 in de bovenvermelde onderhoudsbedrijven in principe twee kwalificatieprocedures voor certificeringpersoneel bestaan. In een aantal specifieke gevallen blijven de kwalificatieprocedures, zoals deze van kracht waren vóór het in voege treden van de reglementering JAR-66 (1 juni 2001), van toepassing. Daarnaast dient men echter voor de andere gevallen, nieuwe procedures te ontwikkelen die een kwalificatieproces beschrijven, conform de reglementering JAR-66. Deze nieuwe kwalificatieprocedures dienen de kennisvereisten en ervaringsvereisten te hernemen, zoals deze zijn beschreven in de reglementering JAR-66. Bovendien dienen de betrokken onderhoudsbedrijven in hun procedurehandboek aan te geven op welke manier men certificeringpersoneel, gekwalificeerd conform de reglementering JAR-66, op termijn zal inschakelen in het onderhoudsproces. De gegeven aanpassingen vereisen het indienen van een nieuwe uitgave van het procedurehandboek van de betrokken onderhoudsbedrijven. Deze nieuwe uitgave dient uiterlijk op 31 juli 2001 te worden ingediend bij de Dienst Luchtwaardigheid van het Bestuur van de Luchtvaart, Directie Commerciële Luchtvaart, Raketstraat 90 te 1130 Brussel. De correcte toepassing van deze kwalificatieprocedures kan steeds door het Bestuur van de Luchtvaart worden geverifieerd naar aanleiding van doorlichtingen in het kader van het toezicht op de JAR-145 erkenning van het betrokken onderhoudsbedrijf.
2
Procedurehandboek: hieronder is verstaan de ‘Maintenance Organisation Exposition (MOE)’ of de ‘Maintenance Management Organisation Exposition (MMOE)’. CIR/AIRW-19 – Uitg. 1 – 11/05/01
Pagina 3 van 5
3.3 Wijzigingen aan de lijsten van het certificeringpersoneel. Na 1 juni 2001 dienen alle wijzigingen aan de lijst van het certificeringpersoneel per brief ter goedkeuring voorgelegd te worden aan het Bestuur van de Luchtvaart. Meer bepaald moet men een dossier indienen telkens men iemand als certificeringpersoneel wil voordragen. Dit dossier dient de nodige elementen te bevatten die de kwalificatie als certificeringpersoneel van de gegeven persoon kunnen staven. Bovendien moet men uitgaande van dit dossier kunnen vaststellen of de betrokken persoon al dan niet kan worden gekwalificeerd op basis van de procedures die van kracht waren vóór het in voege treden van de reglementering JAR-66. Indien niet, moet de betrokken persoon ten volle voldoen aan de vereisten in de reglementering JAR-66. Het dossier dient minstens de onderstaande gegevens te bevatten: a. persoonlijke gegevens van de voorgedragen persoon : 1. 2. 3. 4.
naam ; adres ; nationaliteit ; datum en plaats van geboorte ;
b. gegevens van het volgens JAR-145 erkende onderhoudsbedrijf : 1. 2. 3. 4.
naam ; adres ; referentienummer van de JAR-145 erkenning ; telefoon – fax ;
c. de gevraagde certificeringbevoegdheid : 1. volgens procedures, van kracht vóór het in voege treden van de reglementering JAR-66 : 1.1.‘structuur en motoren’ (A&P: Airframe and Powerplant) en / of ‘avionica’ (REI: Radio – Electricity - Instruments) ; 2.1.vliegtuigen en / of helikopters ; 3.1.turbinemotoren en / of zuigermotoren ; 4.1.lijnonderhoud en / of basisonderhoud ; 2. ofwel, conform de reglementering JAR-66 : 1.2.categorie A, B1, B2, C ; 2.2.vliegtuigen met turbinemotoren en / of vliegtuigen met zuigermotoren en / of helikopters met turbinemotoren en / of helikopters met zuigermotoren (enkel voor categorieën A en B1) ; 3. te vermelden luchtvaartuigtypeaanduiding(en) ; d. gegevens met betrekking tot de opleiding van de voorgedragen persoon : 1. kopie van behaalde diploma’s ; 2. getuigschriften van gevolgde specifieke opleidingen (theorie en praktijk) ; 3. getuigschriften van gevolgde luchtvaartuigtype opleidingen, vergezeld van een beschrijving van de inhoud van de opleiding, met vermelding van de tijdsduur ervan ; 4. eventuele bewijsstukken van het slagen voor specifieke proeven over luchtvaartonderwerpen ; e. gegevens met betrekking tot de ervaring van de voorgedragen persoon : 1. aantal jaren ervaring (begin- en einddatum(s)), met een beknopte beschrijving van de uitgevoerde onderhoudstaken gedurende elke periode ;
CIR/AIRW-19 – Uitg. 1 – 11/05/01
Pagina 4 van 5
f. aanbeveling van het volgens JAR-145 erkende onderhoudsbedrijf, waarin wordt bevestigd dat de voorgedragen persoon voldoet aan de toepasselijke kwalificatieprocedures, met vermelding van volgende gegevens van de aanvrager : 1. naam ; 2. functie ; 3. datum van de aanvraag. De Dienst Luchtwaardigheid van het Bestuur van de Luchtvaart zal het ingediende dossier onderzoeken en vervolgens een gemotiveerde beslissing aangaande het al dan niet aanvaarden van de voorgedragen persoon als certificeringpersoneel per brief bekend maken aan het volgens JAR-145 erkende onderhoudsbedrijf, dat de betrokken persoon had voorgedragen. Desgevallend kan hierop de lijst van het certificeringpersoneel van het onderhoudsbedrijf worden aangepast, in overeenstemming met de procedures die hiervoor van toepassing zijn.
CIR/AIRW-19 – Uitg. 1 – 11/05/01
Pagina 5 van 5