Dossier Bakker Gans ------------------door Ellen Pouwels Joodse sluikhuwelijken en bruiloftsfeesten in de Weesper Slijkstraat
Challes en choepa’s bij Bakker Gans Geen foto, geen reclamemateriaal, slechts twee anecdotes resteren er van Bakker Gans. Toch speelde zijn joodse bakkerij, die in de Slijkstraat was gevestigd in het pand van bakker Abbekerk, een belangrijke rol in het openbare leven en binnen de joodse gemeenschap van Weesp en Amsterdam. Maar zijn naam roept nu geen herinneringen meer op. Bakkerij Gans heeft bestaan van 1861 tot 1917. Ruben Hartog Gans (Amsterdam 29 december 1825) kwam op 29 juli 1861 naar Weesp. Hij was in 1856 gehuwd met Aaltje Philip de Vries (15 april 1834) uit Weesp en begon in de Slijkstraat zijn bakkerij
De Slijkstraat ten tijde van Bakker Gans
waar hij naast de bekende challes (gevlochten brood) vooral koeken verkocht. In de brede marmeren gang stonden stellingen met trommels met daarop de namen van allerlei koeksoorten. Maar belangrijker dan zijn bakkerij was de feestzaal in de tuin, bereikbaar via het steegje aan de Oudegracht. Daar werden joodse huwelijken (choepa’s) gevierd met koshere diners en was er geregeld de inzegening van een bar
mitswa (kerkelijke meerderjarigheid van een jongen). Verder werden er jubilea gevierd en vergaderingen, verkopingen en politieke bijeenkomsten gehouden. Op 4 februari 1896 was er bijvoorbeeld een aanbesteding voor het bouwen van acht woonhuizen door de joodse gemeente Weesp. En op de binnenplaats werd ieder jaar een loofhut gebouwd. Daarnaast runde Gans een pension. Omdat trouwen in de synagoge van Weesp goedkoper was dan in Amsterdam, deze slechts op zo’n 50 meter afstand lag van de bakkerij èn Weesp een fraai stadhuis heeft, had Gans het druk met trouwpartijen. Ter verhoging van de bruiloftsvreugde had hij ook een paar ‘Jan Pleziers’ achter de hand. Kortom, Gans deed goede zaken met zijn feestzaal en pension. Darsjan De joodse gemeente van Weesp was arm, maar had een mooie synagoge aan de Nieuwstraat (foto). Geld voor een rabbijn was er niet, maar er was wel een ‘darsjan’, een leraar die ook bevoegd was huwelijken in te zegenen. Maar om te kunnen trouwen in Weesp moest je wel ingeschreven staan in het bevolkingsregister. En daar kwam het pension goed van pas. Bij gebrek aan een vast adres in Weesp, lieten de trouwlustige Amsterdammers zich pro forma inschrijven op het adres van Gans. Eenmaal gehuwd, dan werd men gewoon weer uitgeschreven. Dat in- en uitschrijven werd zo’n groot karwei, dat de gemeente Weesp in 1893 besloot deze tijdelijke inwoners apart te registreren. Het handgeschreven boek van 25 juli 1909 tot en met 8 april 1916 is bewaard gebleven en bevindt zich in het Gemeentearchief. Daar ligt ook een onderzoeksrapport met een register van 498 joodse personen die tussen 1893 en 1916 gedurende een korte periode, meestal één tot enkele maanden, in Weesp ingeschreven stonden. 77 procent van die personen zijn in Amsterdam geboren en de vrouwen zijn in de meerderheid. Tijdelijk adres: Pension Gans. De permanente adressen in Amsterdam staan er ook bij. Sara Snoet Huwelijken werden geregeld aangekondigd in het ‘Nieuw Israelietisch Weekblad’ (NIW) met de mededeling dat de receptie bij de heer Gans of Huize Gans werd
gehouden. Bijvoorbeeld de aankondigingen van Esther Blitz en Bernand de Wolf. Esther staat bij Gans ingeschreven van 13 oktober 1903 tot 2 december 1903 en daarna weer in de Vrolikstraat 379 in Amsterdam. Aaltje Tas, die met Jacob Eberst huwde, ‘verbleef’ van 30 april 1902 tot 28 mei 1902 bij Gans. Het echtelijk paar ontving daar vele gasten en men was tevreden, getuige de dankadvertentie in het NIW. Tussen al die tijdelijke gasten, had Gans ook een echte pensiongaste. Dat was Sara Abraham Kinsbergen, weduwe van Maurits Bernardt en stiefgrootmoeder van de beroemde Franse actrice Sarah Bernhardt. Zij kwam in augustus 1875 naar Weesp waar zij bij Gans verbleef. Sara, blind, 1.83 lang met een dun scherp gezicht, werd nageroepen door de Weesper jeugd als ‘Sara Snoet’. Zij overleed drie jaar later. Salomon Swalp Gans en zijn vrouw waren sociale mensen. Het kinderloze echtpaar had drie pleegzonen: Yzak van Bergen, geboren in Weesp in 1853, was bakker en zal ongetwijfeld een handje hebben meegeholpen. Hij trouwde met N. de Zoete. Hun oudste zoon, Mozes Ruben, vierde in 1904 zijn bar mitswa in eigen huis. Dan was er Emanuel Mossel (1869) die in 1893 trouwde met Jansje Wonder. Ze kregen drie kinderen, Elisabeth, Alida en Hendrika. De markantste pleegzoon was ongetwijfeld Salomon Swalp (Amsterdam 1863) die in 1874 naar Weesp kwam. Officieel was Salomon diamantslijper maar hij was vooral een simpele ziel. Salomon was vaak bij het station te vinden waar hij de deur open deed voor de reizigers of koffers droeg. Van Salomon zijn overigens twee foto’s bewaard gebleven. Op deze ansichtkaart, waarop Salomon vermoedelijk gefotografeerd is bij de bakkerij van Gans, wordt hij omschreven als ‘Type van Weesp’. Koningin Wilhelmina Bakker Gans deed veel voor de joodse gemeenschap in Weesp, die rond 1900 zo’n 80 personen telde. Zo hield hij zich bezig met het godsdienstschooltje en via de vereniging Gemeloeth Gasadim met het wassen en reinigen van overleden joden. In 1884 werd Gans gekozen tot voorzitter van de kerkeraad. Hij beperkte zich niet tot Weesp. Tijdens de inhuldigingsfeesten van Koningin Wilhelmina in 1898 trakteerde hij de kinderen uit de Valkenburgerstraat en Markensteeg in Amsterdam op een uitgebreid middagmaal. In 1902 schonk hij de joodse gemeente Weesp een aantal kostbare kleden ter nagedachtenis van ‘meester en darsjan’ Levie Spier die 47 jaar in
Weesp in functie was geweest als leraar en het jaar daarvoor was overleden. Vier jaar later was het groot feest toen het echtpaar Gans zijn 50-jarig huwelijk vierde. Ze werden feestelijk ingehaald door bijna alle winkeliers in de Slijkstraat. De bewoners van het rooms-katholieke Bernardus-gesticht werden door het paar getrakteerd op een lekkernij wat vervolgens weer feestelijk werd gevierd in het tehuis. Kortom het leven lachte Ruben Gans toe. Jodenkoeken Toch waren er ook enige dissonanten. Zoals zo vaak verliep de omgang met de nietjoods bevolking wat stroever, meestal ingegeven door onbegrip. Zo vierde niet iedere winkelier in de Slijkstraat het gouden huwelijk mee. Dick van Zomeren noteerde wat herinneringen in zijn boek: ‘Een mevrouw die een vader had met een winkel in de Slijkstraat publiceerde haar jeugdherinneringen in een plaatselijk blad. Daarin heeft ze het over “Jodenbruiloften, doch zeer netjes”. Gans was voor de buitenwereld een wat barse man. Een andere Weesper dame was altijd een beetje bang voor de bakker, een grote gebogen man met pantoffels aan en een kalotje op en een afgezakte bril. Vertelster moest van haar moeder voor 12½ cent vijf jodenkoeken kopen. Waarop Gans riep: “Jodenkoeken! Jodenkoeken! Die verkoop ik niet, boterkoeken zal je bedoelen.” Het meisje zei toen maar gauw dat ze boterkoeken moest hebben. “Ik was me van geen kwaad bewust, iedereen zei jodenkoeken”.’ Sluikhuwelijken Dankzij de feestzaal ging het Gans financieel erg goed af. Hij bezat voor zover bekend in 1904 in Weesp tenminste 13 huizen: elf in de Middenstraat en twee aan de Hoogstraat. Maar in het begin van de twintigste eeuw keerde het tij, mede door het gestaag teruglopen van het aantal huwelijken. Tijd dus voor een advertentie in het NIW op 8 maart 1907: ‘Bruidsparen die in Weesp wensen te huwen worden om teleurstelling te voorkomen beleefd verzocht tijdig den door hen gewenschten datum aan den ondergeteekende op te geven. Aanbevelend R.H. Gans, Weesp.’ Maar kort daarna liep het mis met bakker Gans. Om te beginnen ging hij op 25 januari 1909 failliet. Er is een brief van de Gemeente Weesp van 9 februari 1909 waarin staat dat deze bezwaar maakte tegen de tijdelijke woonplaats van de bruiloftsgasten. Officieel moest men zes maanden in een gemeente ingeschreven zijn om daar te trouwen en de gasten bij Gans stonden maar zo’n twee maanden geregistreerd. Waarom de gemeente na zoveel jaren gedogen op haar strepen ging staan heb ik niet kunnen achterhalen. In het kort briefje van B&W staat dat ‘met het oog op sluikhuwelijken’ slechts de Wet wordt gehandhaafd en ‘dat de toepassing van die Wet door het Bevolkingsregister wordt gedaan.’ Gans schreef als voorzitter van de joodse gemeente een protestbrief terwijl hij als ondernemer al failliet was. Hij rekende voor hoeveel inkomsten de joodse gemeente Weesp had ontvangen uit de huwelijken: in 1899 bij 97,50 gulden, in 1901 zelfs 195 gulden waarbij het Israëlietisch Armenbestuur ook nog eens flinke bedragen had gekregen. Daarnaast zouden volgens Gans ook de leraar, Weesper winkeliers als de slager, groenteboer en anderen (hij liet ‘de bakker’ weg) schade ondervinden bij een verbod. Het Nederlands-Israëlietisch
Kerkgenootschap (NIK) in Amsterdam reageerde ook met een brief, maar leek zich juist neer te leggen bij de beslissing van de gemeente Weesp. Dus uit eigen gelederen was voor de Weesper joodse gemeente geen steun te verwachten. Maar Gans kreeg dat jaar nog meer te verwerken. Op 1 april overleed zijn vrouw, Aaltje de Vries. Ze werd begraven op Zeeburg. Een dag later legde hij zijn functie als voorzitter van de joodse gemeente neer. Werd het hem allemaal teveel? Hij liet de gemeente Weesp weten niet langer te kunnen opdraaien voor de kosten van de verpleging van pleegzoon Salomon Swalp en vroeg om een bijdrage. Deze werd afgewezen omdat er al een ondersteuning van 25 gulden was van het Israëlietisch Armenbestuur in Amsterdam. De gemeente zou proberen daar extra steun te krijgen. Twee jaar later vertrok Swalp naar de Foeliestraat in Amsterdam. Treurig einde Ondanks faillissement, verbod en rouw ging Gans daarna weer rustig door met zijn feesthuwelijken, al waren het er minder dan voorheen. Enkele Amsterdamse bruidsparen die adverteerden in het NIW met als feestlocatie Gans: Juda van Rooyen en Anna Lobe (1910), Rozet Schnitseler met Meyer Wallega (1912) en M.J. Polak met Roosje van Gelderen (1914). De vrouwen stonden tijdelijk ingeschreven bij Gans. Op 16 februari 1916 was er een grote partij: Het Weesper dubbelhuwelijk van Isador van Thijn met Bloeme Wonder en Levie Wonder met Rosa Menko. Bloeme Wonder (18 augustus 1890) en slager Levie Wonder (14 februari 1887) waren broer en zus. Isador van Thijn (4 februari 1884) was de vorige eigenaar van de koshere slagerij in de Slijkstraat. Rosa Menko (10 maart 1890) kwam uit Delden. Gans sukkelde intussen met zijn gezondheid. In 1912 liet hij een briefje schrijven waarin stond dat hij de vergadering van het NIK niet kon bijwonen omdat hij al zes maanden niet meer kon lopen. Gans overleed op 13 januari 1917. Hij werd begraven in Diemen en niet op Zeeburg bij zijn vrouw. Zijn inboedel werd op 1 februari openbaar geveild in zijn eigen feestzaal. Niet alleen het meubilair en het antiek, maar ook de bakkersgereedschappen. Een treurig einde van een leven vol feesten en partijen. Wat nu nog rest is de bakkerij in de Slijkstraat die daarna in handen kwam van respectievelijk Cladder, Koster, Klercq en nu dus Abbekerk. Wrange noot: veel van genoemde joodse personen overleden in de Tweede Wereldoorlog in Polen of hebben een onbekend levenslot.
Wat nu nog rest is de bakkerij, hier op een foto uit de jaren zeventig, waar na Gans de bakkers Cladder, Koster, Klercq en nu Abbekerk gevestigd waren FOTO RCE AMERSFOORT
---------------------------------------------------------------------
Het dubbelhuwelijk van de zusters De Miranda Dubbelhuwelijk in 1903 van twee zusters Rodrigues de Miranda met twee broers Elion in de tuin achter ‘Maison Gans’ in Weesp. Zittend van links naar rechts Rebecca en haar man Salomon Elion, daarnaast Bet en David Elion. De huwelijken werden in Weesp voltrokken omdat dit goedkoper was, ook het bruidsboeket werd om die reden gedeeld. De twee bruiden hadden twee maanden ingeschreven gestaan op het adres van Gans. Geheel rechts, zo op het oog voor de WC-deur, staat Salomon (Monne) Rodrigues de Miranda (Amsterdam 1875-Amersfoort 1943). Hij was de broer van de bruiden en de latere wethouder van Amsterdam naar wie het De Mirandabad is genoemd. Hij was getrouwd met Selly Elion, zuster van de bruidegommen. Zij staat helemaal achteraan in het midden, naast haar broer Dolf. Er waren dus drie huwelijken tussen het gezin
Rodrigues de Miranda en Elion. Het Portugees-joodse gezin Rodrigues de Miranda telde 14 kinderen, waarvan een paar jong stierven. Alle in leven blijvende kinderen trouwden met Hoogduitse joden waarmee vader Jacob Haim het niet eens was. Hij staat dan ook niet op de foto. Zijn vrouw, Henriëtte Kurk wel. Zij staat naast Monne FOTO JOODS HISTORISCH MUSEUM
Naar aanleiding van de publicatie in ‘Historisch Weesp’ stuurde Jaques Lisser ons augustus 2014 de volgende e-mail: “Met heel veel plezier heb ik uw dossier gelezen over bakker Gans. Op de foto van het dubbel huwelijk R. Miranda-Elion zie ik vele bekenden. De tiener links is mijn schoonvader en verder zag ik ooms en tantes van mijn (overleden) vrouw Lize-Marie Elion. Mijn grootouders evenals die van mijn vrouw zijn ook in Weesp getrouwd. Afdrukken van de trouwakten heb ik in mijn bezit. Mijn oudste zoon uit Amsterdam, gevoelig voor traditie, is daarom ook in Weesp getrouwd. Het feest vond wel in Weesp plaats, maar helaas natuurlijk niet in de Slijkstraat, echter daar in de buurt (dat was in De Tapperij EP).”
Op mijn vraag wie er dan in Weesp zijn getrouwd, gaf Jaques Lisser mij de volgende namen door: 02-08-1876 Jacob Elion met Froukje Leefmans, grootouders van mijn vrouw
26-08-1886 Abraham Lisser met Naatje v.d. Wieken, mijn grootouders 23-04-1903 David Elion met Abigael de Miranda, oom-tante van mijn vrouw 23-04-1903 Salomon Elion met Rebecca de Miranda, oom-tante van mijn vrouw 12-11-1996 Bert Lisser met Marjolijne Gardeniers, mijn oudste zoon ----------------------------------------------------------------------
Florrie Rodrigo ‘Grotesk-Tänzerin’ Florrie Rodrigo, geboren Flora Juda Rodrigues (Amsterdam 3 september 1893) stond bekend als revolutionair danseres en choreografe. Florrie (links op de foto) was de dochter van Mordechaij Rodrigues, diamantbewerker en Rebecca Reindorp. Op 24 maart 1915 trad zij in Weesp in het huwelijk met de acteur Harry (Hartog) Bierman (2 december 1886) waarna het feest bij bakker Gans was. Het paar scheidde op 6 mei 1920. Bierman speelde tot 1952 bij Herman Heijermans. Daarna emigreerde hij naar Canada waar hij op 4 oktober 1969 overleed. Rodrigo (links op de foto) hertrouwde op 31 januari 1922 met de niet-joodse journalist Cornelis de Dood (1892). Rodrigo had een succesvolle carrière als balletdanseres en –lerares. Eerst ging zij naar Berlijn waar zij naam maakte als ‘Grotesk-Tänzerin’. Door het toenemend antisemitisme keerde zij in 1926 terug in Amsterdam waar zij optrad in de Bouwmeester-revue. Daarnaast ontwierp zij dansstukken om te protesteren tegen de politieke en sociale gebeurtenissen. Omdat men haar werk ging weren, vertrok zij naar Brussel waar zij zich met haar dansen bleef verzetten tegen het nationaal socialisme. Sinds 1938 werkte Rodrigo weer in Amsterdam. In 1949 ging zij uitsluitend lesgeven. In 1965 overleed haar man. Voor haar honderdste verjaardag maakte Frank Rosen een borstbeeld dat in de Amsterdamse Stadsschouwburg staat (foto). Rodrigo stierf in 1996 op 102-jarige leeftijd.
----------------------------------------------------------------------
Het Gouden Huwelijk van Bakker Gans Uit het ‘Nieuw Israelietisch Weekblad’ van 31 augustus 1906: ‘Weesp. Wij lazen het volgende in de “Weesper Courant” van 26 Augustus: Gisteren gingen de bruidsdagen in van het Gouden Bruidspaar, den heer Gans en Echtgenoote. Deze dag werd door de buurtbewoners benut om op de meest hartelijke wijze hulde te brengen aan dit echtpaar, dat zoozeer de algemeene achting geniet. Door den heer Kleerekoper werd het bruidspaar des morgens ten 9½ uur afgehaald om eenige uren in Amsterdam door te brengen; middelerwijl werd door rappe handen aan het woonhuis van den heer Gans een prachtige en smaakvolle versiering aangebracht. Behoudens een enkele uitzondering werd door alle bewoners der Beneden-Slijkstraat en ook door vele der Boven-Slijkstraat de vlag uitgestoken, wat aan deze buurt een feestelijk aanzicht gaf. Ten 1½ uur zouden de heer Gans en Echtgenoote in gezelschap van den heer Kleerekoper en eenige familieleden weer in Weesp terug komen. Tegen dien tijd ging een deputatie, bestaande uit de heeren Schouten en van Overeem, naar ’t station om het Gouden Bruidspaar op te wachten. Bij aankomst van den trein werden de heer Gans en Echtgenoote in de wachtkamer binnengeleid en bij monde van den heer van Overeem in eenige welgekozen woorden gecomplimenteerd, waarna in een open landauer met twee paarden bespannen een rijtoer volgde door de stad. Was reeds aan ’t station een groote menigte aanwezig, die het Bruidspaar op hartelijke wijze begroette, bij hun aankomst in de Slijkstraat werd hun een warme en welgemeende ovatie gebracht. De buurtbewoners waren, behoudens een enkele uitzondering, allen met hunne dames aanwezig. Na een welkomstlied werd door den heer Nomes een schoone toespraak gehouden, en het
cadeau der buurtbewoners, bestaande in een prachtige regulateur, aangeboden. Door den heer Kleerekoper werd namens het Bruidspaar dank gezegd en gewezen op het groote contrast dat hier thans te aanschouwen is. Terwijl in Rusland de Israelieten op de gruwelijkste wijze worden vervolgd, wordt hier een geacht Israel. Echtpaar bij gelegenheid van hun gouden huwelijksfeest op de meest hartelijke en schitterende wijze gehuldigd. Dit moet ons, zeide de heer Kleerekoper, stemmen tot innige dankbaarheid. Verschillende heeren voerden nog het woord en zoo waren deze uren als begin der feestelijkheid in een ommezien voorbij. De heer Gans en Echtgenoote, men kon het hun aanzien, waren ten zeerste getroffen door zulke hartelijke blijken van belangstelling in hun feest.’ Zijn dankbaarheid toonde het echtpaar ook in een advertentie waarin familie, vrienden en bekenden worden bedankt. ----------------------------------------------------------------------
Een gulle tractatie de inwonenden bereid Uit het ‘Nieuw Israelietisch Weekblad’: ‘Weesp 28 augustus 1906. Op uitnodiging van de Eerw. Overste werden de heer en mejuffrouw Gans gisteren ten 5½ uur in het R.K. Liefdesgesticht verwacht. De Eerwaarde Zusters meenden uit erkentelijkheid voor de gulle tractatie van het Gouden Bruidspaar aan de inwonenden van het gesticht bereid, hun een verrassing te moeten aanbieden. Binnengeleid door de Eerw. Overste en na door alle Eerw. Zusters te zijn gefeliciteerd, werd door de kinderen een toepasselijk lied gezongen, door een der kinderen een allerliefste toespraak gehouden, terwijl twee andere meisjes de opgeruimde stemming verhoogden door keurig pianospel. Nadat men het Bruidspaar een souvenir, door de Eerw. Zusters zelf vervaardigd, was aangeboden, werd namens het Echtpaar door den heer Kleerekooper dank gezegd voor de lieve attentie het Bruidspaar bewezen en verzekerde Z.E.w. dat de tijd in het R.K. Gesticht doorgebracht mede tot den aangenaamsten behoorde van den Bruidstijd der feestelingen en bij hen allen steeds in dankbare herinnering zou blijven.’ -----------------------------------------------------------------------
Coenraad (Coenie) Hartog de Vries Coenraad (Coenie) Hartog de Vries, (Weesp 28 april 1898) vierde zijn Bar Mitswa eerst bij Gans en daarna in gebouw Golconda aan de Herengracht in Amsterdam. Coenie was de zoon van manufacturier H.L. de Vries, eerst Achter ’t Vosje, later aan de
Hoogstraat in Weesp. Voor de oorlog werkte hij als klerk op het postkantoor van Scheveningen. Daarna werd hij secretaris van Friedrich Weinreb. In september 1942 werd hij samen met hem gearresteerd. Zij zaten enkele weken in de gevangenis van Scheveningen. Na zijn vrijlating liet De Vries tegen enkele mensen doorschemeren dat hij de zaak met de Weinreb-lijst* niet vertrouwde. *Joden lieten zich tegen betaling op deze lijst zetten waarmee ze deportatie zouden kunnen uitstellen. ---------------------------------------------------------------------Historisch Weesp De korte versie van het verhaal van Bakker Gans verscheen in ‘Historisch Weesp’ nr 1 – april 2014 Bronnen Met dank aan: Gemeentearchief Weesp, Joods Historisch Museum, Stadsarchief Amsterdam, Stadsschouwburg Amsterdam, Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie, Nieuw Israelietisch Weekblad via Delpher (Koninklijke Bibliotheek) Literatuur - ‘Geschiedenis van de joodse gemeenschap in Weesp’ van Dick van Zomeren - ‘Monne de Miranda’, een biografie door dr G.W.B. Borrie - ‘De legende van Sarah Bernhardt’ door Simon Koster Over de auteur Ellen Pouwels is freelance journalist