BELEIDSREGEL CV-5200-4.0.7.-3
Prestatiebekostiging farmaceutische zorg Kenmerk
CV-5200-4.0.7.-3
1. Algemeen a.
Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet en die wordt geleverd door zorgaanbieders die UR-geneesmiddelen ter hand stellen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder s van de Geneesmiddelenwet of waarop de Wet inzake bloedtransfusie van toepassing is, en op de ziektekostenverzekeraars, als omschreven in artikel 1 sub f van de Wet marktordening gezondheidszorg.
b.
Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2008 en werkt terug tot die datum indien de bekendmaking van de beleidsregel in de Staatscourant na deze datum plaatsvindt.
c.
De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: onbepaald.
d.
Van de volgende beleidsregels wordt de termijn waarvoor deze gelden gewijzigd van “onbepaald” in “tot 1 juli 2008”: V-5100-6.1.-3: Beleidsregel verhoging aanpassingspercentage 2001 en 2002 van de post personeelskosten voor apotheekhoudende huisartsen en de module voor bepaalde niet-patiëntgebonden activiteiten; V-5100-6.2.-3: Beleidsregel verhoging aanpassingspercentage 2001 en 2002 van de post personeelskosten voor apotheekhoudende huisartsen; CV-5200-3.0.-11: De rekennormpraktijk in de berekening van het maximumtarief per receptregel voor farmaceutische hulp voor de totale praktijk; CV-5200-4.0.7.-2: Prestatiebekostiging farmaceutische zorg (die beleidsregel benoemde ook al beleidsregels waarvan de looptijd werd gewijzigd in “tot 1 juli 2008”); CV-5200-6.0.1.-4: Verhoging aanpassingspercentage 2001 en 2002 van de post personeelskosten (onderdeel in het praktijkkostenbestanddeel) voor apothekers.
e.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel prestatiebekostiging farmaceutische zorg’.
2. Basisprestaties Er zijn twee basisprestaties: de weekuitgifte en de standaarduitgifte. Beide hebben als uitgangspunt de uitgifte: het bereiden, klaarmaken en ter hand stellen van een voorgeschreven UR-geneesmiddel aan een consument met de medicatiebewaking, medicatiebegeleiding en voorlichting die daarbij hoort, alsmede het registreren van afgeleverde geneesmiddelen en van zorginterventies, conform de vigerende algemene kwaliteitseisen zoals de Inspectie van de Gezondheidszorg die hanteert.
2.1.
Basisprestatie 1: Weekuitgifte
Kenmerk
CV-5200-4.0.7.-3
a.
Een weekuitgifte is een uitgifte van UR-geneesmiddelen in weekdoseerverpakking aan consumenten thuis of wonend bij zorgaanbieders die zijn toegelaten voor de functie verblijf en niet voor behandeling als omschreven in het Besluit Zorgaanspraken AWBZ voor consumenten met een somatische dan wel psychogeriatrische aandoening of beperking en voor consumenten met een psychosociaal probleem (voormalig verzorgingstehuis). Een weekuitgifte kan voor één week plaatsvinden, maar ook voor meerdere weken tegelijk.
b.
Voor de vergoeding van kosten en inkomen gemoeid met de inspanningen bij een weekuitgifte geldt een maximumtarief per voorschrift per week.
2.2.
Basisprestatie 2: Standaarduitgifte
a.
Een standaarduitgifte is een uitgifte die geen weekuitgifte is.
b.
Voor de vergoeding van kosten en inkomen gemoeid met de uitgifte geldt een maximumtarief per voorschrift.
3. Aanvullende prestaties Naast de basisprestaties zijn er aanvullende prestaties. Een aanvullende prestatie kan alleen gedeclareerd worden in combinatie met een basisprestatie. De randvoorwaarden bij de aanvullende prestaties zijn opgenomen als declaratiebepalingen in een nadere regel bij deze beleidsregel. 3.1.
Aanvullende prestatie 1: Eerste uitgifte
a.
Eerste-uitgiftebegeleiding betreft de additionele handelingen die de zorgaanbieder verricht rondom de uitgifte van een geneesmiddel dat de patiënt voor het eerst gaat gebruiken of voor het eerst sinds enige tijd opnieuw gaat gebruiken. Voorbeelden van die additionele handelingen zijn het geven van gebruiksinstructies en informatie–uitwisseling zoals gebruikelijk in de beroepsgroep.
b.
Er is sprake van een eerste uitgifte indien een UR-geneesmiddel met dezelfde werkzame stof, sterkte en toedieningsvorm niet eerder aan de consument is uitgegeven of 12 maanden of langer geleden voor het laatst aan de consument is uitgegeven. Er is ook sprake van een eerste uitgifte indien een zorgaanbieder een eerste-uitgiftebegeleiding doet als niet objectief vastgesteld kan worden of aan de consument het UR-geneesmiddel eerder is uitgegeven in de twaalf maanden daarvoor.
c.
Voor de vergoeding van kosten en inkomen gemoeid met de extra inspanningen bij eerste uitgifte geldt een maximumtarief per voorschrift.
Pagina
2 van 6
3.2.
Aanvullende prestatie 2: ANZ-recept
Kenmerk
CV-5200-4.0.7.-3
a.
Indien de zorgaanbieder het recept ontvangt na 18.00 uur, of voor 08.00 uur, of tussen 08.00 uur en 18.00 uur op een zondag, of tussen 08.00 uur en 18.00 uur op een algemeen erkende feestdag of gelijkgestelde dag in de zin van de Algemene Termijnenwet, en als bovendien de zorgaanbieder het geneesmiddel ter hand stelt binnen 8 uur na ontvangst van het recept, dan is sprake van een ANZ-recept (Avond-Nacht-Zondag).
b.
Voor de vergoeding van kosten en inkomen gemoeid met de extra inspanningen bij een ANZ-recept geldt een maximumtarief per voorschrift.
3.3.
Aanvullende prestatie 3: Bijzondere magistrale bereiding
a.
Indien voor een voorgeschreven geneesmiddel geen equivalent geneesmiddel (combinatie van werkzame stof, dosering en toedieningsvorm) in de handel verkrijgbaar is, en voor de bereiding van het geneesmiddel aseptische handelingen nodig zijn of gewerkt moet worden met risicovolle stoffen, die zodanige randvoorwaarden (inrichting zoals veiligheidswerkbank, apparatuur, deskundigheid, ervaring) vereisen dat het uit oogpunt van kwaliteit of doelmatigheid wenselijk is het geneesmiddel alleen in gespecialiseerde apotheken te bereiden, dan is sprake van een bijzondere magistrale bereiding.
b.
Voor de vergoeding van kosten en inkomen gemoeid met de extra inspanningen bij een bijzondere magistrale bereiding geldt een maximumtarief per voorschrift.
3.4.
Aanvullende prestatie 4: Reguliere magistrale bereiding
a.
Indien voor een voorgeschreven geneesmiddel geen equivalent geneesmiddel (combinatie van werkzame stof, dosering en toedieningsvorm) in de handel verkrijgbaar is, en er geen sprake is van een bijzondere magistrale bereiding, dan is sprake van een reguliere magistrale bereiding.
b.
Voor de vergoeding van kosten en inkomen gemoeid met de extra inspanningen bij een reguliere magistrale bereiding geldt een maximumtarief per voorschrift.
4. Onderlinge dienstverlening a.
Indien meerdere zorgaanbieders gezamenlijk en in onderlinge afstemming een van bovengenoemde prestaties binnen de farmaceutische zorg leveren, dan is sprake van onderlinge dienstverlening, geleverd door de zorgaanbieder(s) die de prestatie niet declareert (declareren) bij consument of ziektekostenverzekeraar aan de zorgaanbieder die de zorgprestatie wel declareert.
Pagina
3 van 6
b.
Voor de vergoeding van kosten en inkomen die samenhangen met onderlinge dienstverlening geldt een vrij tarief.
Kenmerk
CV-5200-4.0.7.-3 Pagina
4 van 6
5. Berekening maximumtarieven 5.1
Berekeningswijze
a.
Op de maximumtarieven voor de basisprestaties en de aanvullende prestaties zijn de beleidsregels “de afrondingssystematiek van de maximumtarieven voor vrije beroepsbeoefenaren” en “de ombuigingsbijdrage zorgaanbieders in de berekening van de maximumtarieven voor vrije beroepsbeoefenaren en in de berekening van de lumpsum lokale initiatieven vrijgevestigde medisch specialisten (inclusief psychiatrie), ter uitvoering van de aanwijzing ex artikel 13 WTG met kenmerk Z/P-2387265 van 16 juni 2003” van toepassing. Dit houdt in dat na onderstaande berekeningen de maximumtarieven worden vermenigvuldigd met 0,992 en vervolgens afgerond.
b.
Voor het maximumtarief van de Standaarduitgifte geldt de berekeningswijze bij punten c tot en met f hieronder. De maximumtarieven van de overige prestaties worden hiervan afgeleid bij punten g en h.
c.
Voor de berekening van het maximumtarief per voorschrift van de Standaarduitgifte geldt de volgende formule: Rekentarief + Correctie Maximumtarief Standaarduitgifte = ---------------------------Prestatiecomponent
d.
De component “Rekentarief” wordt bepaald volgens de volgende formule: Praktijkkosten rekenapotheek + Norminkomen Rekentarief = ----------------------------------------------------Productie rekenapotheek
e.
De component “Praktijkkosten rekenapotheek” is de som van “Personeelskosten rekenapotheek” en “Overige kosten rekenapotheek”.
f.
De “Prestatiecomponent” is de som over alle zes prestaties van het product van de “Prestatiefrequentie” en het “Prestatiegewicht”.
g.
Het maximumtarief per voorschrift per week voor de Weekuitgifte is gelijk aan het product van het “Prestatiegewicht” van de Weekuitgifte en het maximumtarief per voorschrift van de Standaarduitgifte.
h.
Het maximumtarief per voorschrift voor elk van de vier aanvullende prestaties is steeds gelijk aan het product van het “Prestatiegewicht” van de betreffende prestatie en het maximumtarief per voorschrift van de Standaarduitgifte.
i.
Om bovenstaande berekeningen te kunnen uitvoeren, stelt de Nederlandse Zorgautoriteit periodiek de waarde vast van: - Norminkomen; - Personeelskosten rekenapotheek; - Overige kosten rekenapotheek; - Productie rekenapotheek - Correctie; - Prestatiefrequentie voor elke prestatie; - Prestatiegewicht voor elke prestatie.
5.2
Norminkomen
a.
Het Norminkomen op definitief niveau 2007 bedraagt €102.972.
b.
De aanpassing van het Norminkomen niveau 2007 naar niveau 2008 en verder wordt geregeld in de beleidsregel “de aanpassingssystematiek van het inkomensbestanddeel in de maximumtarieven voor vrije beroepsbeoefenaren”.
5.3
Praktijkkosten rekenapotheek
a.
De Personeelskosten rekenapotheek op definitief niveau 2007 bedragen €234.286.
b.
De Overige kosten rekenapotheek op definitief niveau 2007 bedragen €170.854.
c.
De aanpassing van de Personeelskosten rekenapotheek niveau 2007 en de Overige kosten rekenapotheek niveau 2007 naar niveau 2008 en verder wordt geregeld in de beleidsregel “de aanpassingssystematiek van het praktijkkostenbestanddeel in de maximumtarieven voor alle Kamer-V beroepsgroepen”.
5.4
Productie rekenapotheek
a.
De Productie rekenapotheek niveau 2008 bedraagt 86.398 eenheden.
5.5
Correctie
a.
De component Correctie niveau 2008 krijgt een waarde die ervoor zorgt dat de som van Rekentarief en Correctie verminderd met 0,8% (ombuigingsbijdrage) gelijk is aan €6,10.
5.6
Prestatiefrequenties
a.
Voor de “Prestatiefrequenties” van de prestaties gelden de volgende voorcalculatorische waardes voor 2008: Prestatie Standaarduitgifte Weekuitgifte Eerste uitgifte ANZ-recept Bijzondere magistrale bereiding Reguliere magistrale bereiding
Prestatiefrequentie 92,00% 16,00% 17,00% 1,30% 0,22% 2,50%
Kenmerk
CV-5200-4.0.7.-3 Pagina
5 van 6
b.
Definitieve waardes voor 2008 en latere jaren worden vastgesteld op basis van onafhankelijke gegevensbronnen die extramuraal gedeclareerde prestaties registreren.
Kenmerk
CV-5200-4.0.7.-3 Pagina
6 van 6
c.
De nacalculatie – gebaseerd op het verschil definitieve waarde jaar t en voorcalculatorische waarde jaar t – wordt verwerkt via een tijdelijke component in de maximumtarieven jaar (t+1).
d.
De definitieve waarde voor jaar t wordt gebruikt als voorcalculatorische waarde voor jaar (t+1).
5.7
Prestatiegewichten
a.
Voor de “Prestatiegewichten” van de prestaties gelden de volgende waardes: Prestatie Standaarduitgifte Weekuitgifte Eerste uitgifte ANZ-recept Bijzondere magistrale bereiding Reguliere magistrale bereiding
b.
Prestatiegewicht 1,0 0,55 0,2 2,0 15,0 2,0
Deze waardes kunnen worden aangepast naar aanleiding van signalen uit het veld, onafhankelijke gegevensbronnen en/of onderzoek.
Ambtshalve vaststelling Deze beleidsregel vordert dat op grond van artikel 57 lid 5 van de Wet marktordening gezondheidszorg de maximumtarieven ter vervanging van reeds goedgekeurde of vastgestelde maximumtarieven door de NZa ambtshalve worden vastgesteld.