BURGEMEESTERSBLAD 69
NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN BURGEMEESTERS • JAARGANG 18, JULI 2013
• Eberhard van der Laan: burgemeester ook last resort voor kinderen • ‘Herbenoemen, tenzij!’, vindt Bernt Schneiders • Is met 20% vrouwen in het ambt het glazen plafond bereikt?
M
et trots presenteert Sdu Uitgevers een gloednieuwe collectie trouwboekjes. Het stoffige imago van het traditionele trouwboekje is hiermee definitief verleden tijd! Het bruidspaar kan bij uw gemeente nu het trouwboekje kiezen dat bij hen past. Uw bijdrage om deze bijzondere dag onvergetelijk te maken. Met het trouwboekje van Sdu Uitgevers kunt u bovendien uw gemeente op geheel eigen wijze promoten. Want dit document waar de
huwelijksverbintenis in wordt opgetekend, is tevens een prachtig visitekaartje voor uw gemeente. Uw unieke wensen zijn onze uitdaging! Van basisuitvoering tot een compleet op maat gemaakt trouwboekje, voorzien van uw gemeentelogo, afbeelding van het gemeentehuis; de mogelijkheden zijn oneindig. Wat dacht u van het gemeentewapen in zilver of goud in diepdruk op de voorzijde? Graag bespreken we met u de vele mogelijkheden. Al uw unieke wensen zijn onze uitdaging.
Meer informatie of bestellen? Onze specialist Wouter Noorlander komt met plezier bij u langs met de presentexemplaren. Bel voor meer informatie of een afspraak (070) 378 99 43. Of stuur een e-mail naar
[email protected]
Diamond SERIE
ad_trouwcollectie 2013_186x255.indd 1
TOTAAL 6 NIEUWE SERIES BESCHIKBAAR
14-03-13 13:23
commentaar Toen geluk heel gewoon was
In de dagelijkse praktijk van de Rijkspolitie was je in je gemeente vooral afhankelijk van goede verhoudingen met je plaatselijke politiechefs. Ik ben nog van die tijd. Toen geluk heel gewoon was. Ik had goede verhoudingen met de post- en groepscommandant, plaatselijke prioriteiten werden in goed overleg met hen bepaald. Er waren ook toen districtscommandanten, die soms wel een hele provincie onder hun verantwoordelijkheid hadden. Maar daar had ik niets mee van doen: ze kwamen wel eens langs, maar dat waren niet meer dan beleefdheidsbezoeken, hooguit een keer per jaar. En je had ook toen wel ministers, die af en toe een duit in het zakje probeerden te doen. Vandaag met de nationale politie moet ik vaak terugdenken aan die goede, oude tijd. Eigenlijk herbeleef ik de tijd van de Rijkspolitie. Je moet vooral je invloed op de dagelijkse politieprioriteiten uitoefenen in je contacten met de chefs van de basisteams. Ik beschikte in de tijd van de Rijkspolitie nog niet over een lokaal integraal veiligheidsplan. Met zo’n plan weet je dat je bij veiligheidsbeleid niet alleen hoeft te bouwen op de politie. In het lokale veiligheidsplan doe je een beroep op veel meer, vaak particuliere initiatieven: woningcorporaties, buurten, wijkraden, bedrijven en
andere particuliere initiatieven. Maar de politie blijft bij heel veel particuliere initiatieven wel aanvullend en meedenkend nodig. Het is nu de kunst een balans tussen lokale en landelijke politieprioriteiten te vinden. En daarbij zit je niet te wachten op een minister, die meent het coffeeshopbeleid vanuit Den Haag te kunnen regelen of andere schijnmiddelen, die je de indruk geven, dat je invloed hebt. Regioburgemeesters, regionale stuurploegen en regionale afstemmingsoverleggen. Allemaal mooi en aardig. Maar zij moeten vooral ruimte laten aan de burgemeesters om in overleg met de lokale politiechefs, de lokale driehoek en de gemeenteraad de lokale prioriteiten te bepalen. Je hebt daarbij ook geen behoefte aan stoere taal van regionale politiechefs of een minister van veiligheid en justitie, die in nieuwjaarstoespraken weer eens de suggestie wekken alsof zij het voor het zeggen hebben. Dat kan best een toontje lager. Laat het primaat van het coffeeshopbeleid bij de burgemeester en de gemeenteraad liggen.
3 Toen geluk heel gewoon was
12 Burgemeesters: let op uw zaak!
Lector crisisbeheersing Menno van Duin over evaluaties na crises
4 ‘Burgemeester is ook last resort voor kinderen’
15 'Burgemeesters schieten lepra de wereld uit'
Eberhard van der Laan, voorzitter Taskforce kinder mishandeling en seksueel misbruik
6 Oordelen over de burgemeester
NGB-voorzitter Bernt Schneiders over de herbenoemingsprocedure
8 ‘De burgemeester is een symbool, maar jij niet.’
André Mooij, 20 jaar coach van burgemeesters
11 Over jaren gesproken
DGBK Gert-Jan Buitendijk
Nederlands Burgemeesterselftal viert zijn 25 jarig jubileum
16 'Geen alcohol onder de 16, maklukzat'
Drents project alcoholpreventie wint Galjaardprijs
18 Vooral vrouwelijke sollicitanten gezocht
Is met 20% vrouwen in het ambt het glazen plafond bereikt?
20 “Cognitieve controle om tot betere besluiten te komen”
Eefje Rondeel over onderzoek naar doelgericht beslissen
23 Service
Inhoud
Redactioneel commentaar van Henk Zomerdijk
Henk Zomerdijk, voorzitter redactiecommissie Burgemeestersblad, burgemeester van Duiven
69
Eberhard van der Laan, voorzitter Taskforce kindermishandeling
‘Burgemeester is ook last
Kindermishandeling en seksueel misbruik grijpen diep in op het leven van kinderen en komen helaas nog te veel voor in het land. Om iedereen te doordringen van aandacht voor de problematiek stelden de minister van Veiligheid en Justitie en de staatssecretaris van VWS eind 2012 een Taskorce in. Voorzitter is Eberhard van der Laan. De Amsterdamse burgemeester doet een klemmend appèl aan zijn collega’s om zich met de problematiek bezig te houden: ‘Je mag het niet overlaten aan alleen de wethouder Jeugd. De zorg voor de veiligheid die bij de burgemeester ligt, strekt zich ook hierover uit’, zegt Van der Laan. ‘Of het nu gaat om een kleine of grote gemeente, overal zou een kind ook het stadhuis moeten kunnen binnenlopen.’
Kunt u ons iets meer vertellen over uw voorzitterschap van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik? ‘Natuurlijk, dat doe ik graag. Naast mijn functie van burgemeester van Amsterdam ben ik vorig jaar in september voorzitter van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik geworden. De Taskforce volgt de acties uit het Actieplan Kinderen Veilig en dit doen we met behulp van monitoring. Daarnaast jaagt de Taskforce de partijen aan die bij deze acties betrokken zijn.
‘Slachtoffers van kindermishandeling of seksueel misbruik moeten ook naar de burgemeester toe kunnen stappen.’ Gezamenlijk maken wij ons hard voor de aanpak van kindermishandeling en seksueel misbruik en zetten wij ons in om dit bij bestuurders en professionals bovenaan de agenda te krijgen.’ Wat verstaat u onder kindermishandeling? ‘Bij kindermishandeling denken veel mensen vaak alleen aan fysieke mishandeling. Maar ook emotioneel geweld, verwaarlozing en seksueel misbruik zijn vormen van kindermishandeling. Als we spreken over “kindermishandeling” is het van groot belang om ons dit te realiseren.‘
seksueel misbruik, zij ook naar de burgemeester toe kunnen stappen. De burgemeester moet een soort last resort voor kinderen zijn. Dit is zo belangrijk dat je het niet mag overlaten aan alleen de wethouder Jeugd. De zorg voor de veiligheid die bij de burgemeester ligt, strekt zich ook hierover uit. Kindermishandeling en seksueel misbruik komen helaas in het hele land voor. Of het nu gaat om een kleine of grote gemeente, overal zou een kind ook het stadhuis moeten kunnen binnenlopen. Het zou mooi zijn als alle burgemeesters in Nederland binnen hun gemeente aandacht vragen voor mishandeling en seksueel misbruik van minderjarigen. Wij zullen niet aan andere burgemeesters vertellen wat zij binnen hun gemeente precies aan concrete actiepunten moeten oppakken. Wel zijn wij ervan overtuigd dat alle burgemeesters het met ons eens zijn dat we er alles aan moeten doen om onze kinderen veilig te laten opgroeien. Tijdens het aanstaande Jaarcongres van het Genootschap van Burgemeesters willen wij hier specifieke aandacht voor vragen.‘ Waar liggen drempels/blokkades die weg moeten om tot een effectieve aanpak te komen? ‘Dat is een goede vraag. Wat wij belangrijk vinden is dat de onderwerpen kindermishandeling en seksueel
Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik Postbus 556 2501 CN Den Haag Tel.:
Wat zijn nou concrete actiepunten voor burgemeesters? ‘Wat wij belangrijk vinden is dat kinderen weten dat als zij slachtoffer zijn van kindermishandeling of 4
burgemeestersblad 69 2013
070 - 376 58 30
e-mail:
[email protected] Website: www.taskforcekinderenveilig.nl
Twitter: www.twitter.com/taskforce_ks
resort voor kinderen’ misbruik een verplicht onderdeel worden van initiële opleidingen voor professionals die met kinderen gaan werken. Er moeten voor professionals die nu met kinderen werken bij- en nascholingscursussen worden aangeboden. Professionals moeten in staat zijn signalen te herkennen, weten hoe te handelen en zij moeten weten welke preventieve methodieken er bestaan. Het feit dat deze opleidingen er vrijwel niet zijn zien wij als een drempel voor het terugdringen van handelingsverlegenheid bij professionals.‘ Wie is de regisserend portefeuillehouder: de burgemeester of een wethouder? ‘Je zou kunnen zeggen dat de wethouder die het onderwerp jeugd in zijn of haar portefeuille heeft de regie in handen heeft, maar ook de burgemeester, de gemeenteraadsleden en de ambtenaren in een gemeente hebben natuurlijk allen een verantwoordelijkheid. Waar het ons om gaat is dat àlle volwassenen in Nederland alert zijn op signalen van kindermishandeling en seksueel misbruik van minderjaren. En het moet niet bij signaleren blijven. Er moet gehandeld worden! Iedereen moet weten dat zij ook bij vermoedens naar de politie kunnen gaan of een melding kunnen doen bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Deze boodschap zouden zowel burgemeesters als wethouders vaker uit moeten dragen. ‘ Wat kunnen wij de aankomende jaren nog van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik verwachten? ‘Als leden van de Taskforce gebruiken we onder andere onze achterbannen om aandacht te vragen voor de thema’s kindermishandeling en seksueel misbruik van minderjarigen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Taskforceleden Erik Dannenberg, wethouder in Zwolle en voorzitter van de commissie decentralisatie Jeugdzorg van de VNG, procureurgeneraal Annemarie Penn-te Strake van het Openbaar Ministerie en politiechef Frans Heeres van de Nationale Politie. Zij blijven met de andere leden van de Taskforce de aankomende jaren onze achterbannen benutten en houden iedereen bij de les. Daarnaast brengt de Taskforce twee keer per jaar een monitor uit. Op basis van de uitkomsten van de monitors spreken wij de betrokkenen, als dat nodig is, aan op hun verantwoordelijkheden. En we zijn druk bezig met het organiseren van de Week van Kinderen Veilig. Tijdens deze week in november
Eberhard van der Laan: ‘Het zou mooi zijn als alle burgemeesters binnen hun gemeente aandacht vragen voor mishandeling en seksueel misbruik van minderjarigen.’
laten organisaties, waar met kinderen wordt gewerkt, zien hoe zij binnen hun organisaties aandacht besteden aan de thema’s kindermishandeling en seksueel misbruik.
‘Het moet niet bij signaleren blijven. Er moet gehandeld worden!’ Tot slot kijken we nu al uit naar het aankomende Jaarcongres van het Genootschap van Burgemeesters, op 3 oktober in Amersfoort. Daar gaan we graag in gesprek met de aanwezige collega-burgemeesters!‘ < burgemeestersblad 69 2013
5
NGB-voorzitter Bernt Schneiders over de herbenoemingsprocedure
Oordelen over
De vaste lezer van het Burgemeestersblad ziet natuurlijk altijd uit naar de vaste column van de voorzitter van het Genootschap, Bernt Schneiders. In dit nummer geen korte column, maar een iets langere bijdrage, waarin Schneiders ingaat op de herbenoemingsprocedure. Die leidt steeds vaker tot problemen. Daarom stuurde het Genootschap een brief aan minister Plasterk, die prof. Douwe Jan Elzinga aangreep er een column in Binnenlands Bestuur aan te wijden. De minister heeft een wijziging van de Gemeentewet aangekondigd. Bernt Schneiders reageert op de commotie.
‘M
in of meer gelijktijdig gaven Aleid Wolfsen en Peter Rehwinkel aan dat zij na afloop van hun termijn niet in aanmerking wensten te komen voor herbenoeming. Sicko Heldoorn uit Assen wilde dat wel maar kreeg van de gemeenteraad geen positieve aanbeveling. Deze gebeurtenissen waren voor tal van journalisten en wetenschappers aanleiding om allerlei oordelen over het burgemeestersambt te vellen.
‘Herbenoeming moet het uitgangspunt zijn tenzij de burgemeester onvoldoende draagvlak in de raad heeft.’ Ter relativering merk ik op dat het met het overgrote deel van de burgemeesters gewoon goed gaat. Incidenten komen in elke beroepsgroep voor en daarom moet je heel voorzichtig zijn om daarop algemene oordelen te baseren. Aan de andere kant zien we wel steeds vaker problemen rond herbenoemingen ontstaan. Daarom heeft ons Genootschap een brief aan de minister geschreven met de vraag om nog eens goed naar de herbenoemingsprocedure te kijken. Wat ons betreft moet herbenoeming het uitgangspunt zijn, tenzij de burgemeester onvoldoende draagvlak in de raad heeft.
Douwe Jan Elzinga Douwe Jan Elzinga greep onze brief aan om er een column over te schrijven in Binnenlands Bestuur van 24 mei jongstleden. Hij beweert daar dat de burgemeester een politieke functionaris is geworden en dat herbenoeming niet langer een vanzelfsprekendheid moet zijn. Volgens Elzinga moet ons Genoot6
burgemeestersblad 69 2013
schap een draai maken en zich voorbereiden op een nieuwe fase in het burgemeestersambt. De moderne burgemeester moet volgens hem voortdurend bezig zijn om het vertrouwen van de raadsmeerderheid te behouden en te versterken. Dank voor de tip! Maar dat wisten we al. En nogal badinerend is zijn opmerking dat wij volgens kunst- en vliegwerk zouden proberen om de burgemeester via de band van de Kroonbenoeming hiervoor af te schermen. Onzin! En dat geldt helemaal voor zijn stelling dat wij een recht op herbenoeming zouden claimen. Kern van de zaak is wat mij betreft dat burgemeesters juist geen politieke func- tionarissen zijn. Burgemeesters zijn op aanbeveling van de raad door de Kroon benoemd en kunnen op aanbeveling van de raad door de Kroon worden ontslagen. Die Kroonbenoeming markeert de eigenstandige positie van de burgemeester. In het bijzonder op het gebied van de openbare orde en veiligheid. Die eigenstandigheid is door de wetgever bewust zo gekozen en onder de huidige Grondwet een gegeven.
Geen open kwestie Eigenlijk vraagt Elzinga om dat maar te vergeten en ons vast op te stellen als de eerste wethouder die door de raad is gekozen. Met als consequentie dat het burgemeesterschap na afloop van de termijn een volledig open kwestie is waarbij de raad naar believen een ander kan kiezen. Zo ver zijn we nog niet en het is de vraag of het ooit zover zal komen. Bij nogal wat politieke partijen bestaat weinig draagvlak voor een door de raad gekozen burgemeester. Juist omdat die burgemeester te veel speelbal van de gemeenteraad zal zijn! Dus zolang de burgemeester geen politieke functionaris is, hebben wij recht op een faire beoordeling van ons functioneren. En als dat functioneren als goed wordt
de burgemeester beoordeeld, ligt herbenoeming voor de hand, tenzij er onvoldoende vertrouwen is. Dat zal dan wel beargumenteerd moeten worden. Het argument dat het nu eens tijd wordt voor een burgemeester van andere politieke huize lijkt me onvoldoende steekhoudend. Dat geldt ook voor de situatie waarin het laatste incidentje voor het gesprek over de herbenoeming het prima functioneren gedurende de afgelopen jaren doet vergeten. Gelukkig komen dit soort situaties maar weinig voor en gaan de raden weloverwogen en met respect voor alle belangen te werk. Maar voor die paar gevallen per jaar waar het er een beetje te wild aan toe lijkt te gaan is een verduidelijking van de spelregels van harte aan te bevelen.
Hoofdelijk stemmen Op de dag van het schrijven van deze column komt minister Ronald Plasterk met de beantwoording van schriftelijke vragen die Tweede Kamerlid Pierre Heijnen had gesteld naar aanleiding van de herbenoemingsprocedure in Assen. De minister vindt dat de raad hoofdelijk moet stemmen over de aanbeveling tot herbenoeming. Terecht: er is immers geen keuze tussen personen, de raad stemt voor of tegen de aanbeveling. Tegelijk constateert de minister dat de Gemeentewet gewijzigd moet worden om de stemprocedure dwingend voor te schrijven. Plasterk zal dat bevorderen, maar tot die tijd zal de minister de gemeenteraad vragen om dienovereenkomstig te stemmen. Als de raad dat niet doet, acht de minister dat niet onoverkomelijk. Omdat de wijze van stemmen – hoofdelijk of geheim – de uitslag van de stemming kan beïnvloeden, lopen we dus de kans op politisering van de procedures. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn bij de aanbeveling, die de raad juist een uiterst serieuze mogelijkheid geeft om zuiver na te gaan of er voldoende vertrouwen is om met de huidige burgemeester door te gaan. Helaas zullen er nog aardig wat herbenoemingsprocedures volgen voordat de wetswijziging er door is. Ten slotte merk ik nog op dat het Genootschap zich nooit uitspreekt voor handhaving van de Kroonbenoeming of voor een andere aanstellingswijze. We praten graag mee over de voor- en nadelen van de verschillende varianten. Maar van ons mag wel worden verwacht dat wij aandacht vragen voor behoorlijke procedures. Dat zit ons nu eenmaal in het bloed. Dus Douwe Jan; je oproep om een draai te
NGB-voorzitter Bernt Schneiders: ‘Zolang de burgemeester geen politieke functionaris is, hebben wij recht op een faire beoordeling van ons functioneren.’
maken wordt niet gevolgd. Wij draaien pas als de wetgever de draai heeft gemaakt. En tot die tijd zijn wij eigenstandig en standvastig! <
‘Kern van de zaak is wat mij betreft dat burgemeesters juist geen politieke functionarissen zijn.’
Bernt Schneiders, Voorzitter Nederlands Genootschap van Burgemeesters burgemeestersblad 69 2013
7
André Mooij, 20 jaar coach van burgemeesters
De burgemeester is een
‘
Bijna twintig jaar was André Mooij bij Het Initiatief coach van beginnende burgemeesters. Zo’n 450 zag hij er daar aan zich voorbijtrekken. Daarnaast begeleidde hij ook talloze colleges en ervaren burgemeesters. Een gesprek ten afscheid met de man die intervisie en een vertrouwensrelatie tussen burgemeesters tot de gewoonste zaak van de wereld maakte. ‘Burgemeesters moeten dagelijks een paar keer vijf minuten naar de vogeltjes kijken. Dat helpt om betere besluiten te nemen.’
a
an het eind van het gesprek, zegt André Mooij. ‘Ik hecht erg aan het gezag en de symbolische functie van het burgemeestersambt. Daarom ben ik ook tegen de gekozen burgemeester. Een gekozen burgemeester wordt een politieke factor. Het gevolg daarvan is dat het gezag – dat nu de kern is van het ambt – wordt vervangen door politieke macht. Als dat gebeurt, verlies je veel van de menselijke kanten die onze burgemeesters kenmerken. Als de kern van het ambt gezag is, dan helpt dat trouwens een burgemeester ook om niet verslaafd te raken aan zijn macht. Dat gezag moet hij elke dag bewijzen.’ Het liefste, zegt hij, ‘zie ik een burgemeester die bij een rel de straat op stapt en zegt: “Hier spreekt uw burgemeester…en nu allemaal naar huis”. Dat zal niet meer gebeuren, maar dat zou ik wel mooi vinden. Het burgemeestersambt moet
‘Het burgemeestersambt moet echt anders blijven dan dat van wethouder.’ echt anders blijven dan dat van wethouder. Ik hecht zeer aan het beeld van het ambt en de magie die eromheen zit.’
450 nieuwbakken burgemeesters De afgelopen twintig jaar ontving André Mooij samen met zijn De Beuk-collega Ron Rutherglen zo’n 450 nieuwbakken burgemeesters in het “klasje” van Het Initiatief. Ter ere van zijn afscheid van Het Initiatief publiceerde De Beuk Organisatieadvies het boek De magie van het ambt; beelden van burgemeesters. Hierin komen zestien – door Mooij benaderde – burgemeesters aan het woord over vijf belangrijke aspecten van hun ambt: Integriteit, Koningin en sheriff, Glazen huis, Baas van de gemeente en Schakelen tussen rollen. Zelf zegt 8
burgemeestersblad 69 2013
Mooij in het boek waardevolle dingen over de psychologische aspecten van het ambt. ‘Dat vind ik heel erg belangrijk. Burgemeesters moeten beschikken over empathische wijsheid om een goede verbinder te zijn en het strategisch inzicht om zo af en toe het verschil te kunnen maken. Ze moeten subtiel kunnen masseren en knopen kunnen doorhakken – en alles wat daartussen zit. Een burgemeester moet iemands drijfveren snappen en tegelijkertijd in staat zijn om afstand te nemen en te zeggen: ‘u heeft ongelijk’. Hij moet warmte kunnen geven en een half uur later iemand terecht kunnen wijzen.’ Terugblikkend verwondert Mooij zich erover dat bijna alle burgemeesters die hij bij Het Initiatief langs zag komen dat op de een of andere manier geleerd hebben. Ondanks de enorme verschillen in karakter. ‘Ook dat noem ik de magie van het vak.’ Natuurlijk, zegt hij, passeerden er de afgelopen twee decennia ook burgemeesters waarvan Ron Rutherglen en hij vaak ‘binnen een half uur’ dachten: ‘dat gaat niet goed’. ‘Dat waren dan burgemeesters die met dedain over hun ambtelijk apparaat of de gemeenteraad spraken en een te grote
symbool, maar jij niet.’ dominantie aan de dag legden. Maar dat kwam gelukkig maar weinig voor.’
Deformatieproces Een van de grootste risico’s voor beginnende burgemeesters is, volgens Mooij, het ‘pakketje statusmacht’ dat ze krijgen zodra ze het ambt bekleden. ‘Daar hoef je niets voor te doen, maar hoe je daarmee omgaat is tamelijk cruciaal. Een burgemeester moet die statusmacht zoveel mogelijk vervangen door gezag. Je moet niet ontkennen dat je die macht hebt en je dus niet te klein maken door te veel te nivelleren, maar je moet die statusmacht heel selectief inzetten. Als je te weinig gezag opbouwt, loop je een groot risico. De symboolfunctie van de burgemeester loopt dan parallel met je eigen persoonlijkheid en daar raak je erg van in de war. De burgemeester is een symbool, maar jij niet. Je moet de waarde die aan het symbool wordt gegeven niet aan jezelf koppelen. Dat gebeurt soms.’ Sowieso verander je als burgemeester in de loop van je carrière, weet hij. ‘Dat is onontkoombaar. Als mensen het altijd maar heel erg prettig vinden als je komt, iedereen je een hand wil geven en als mensen altijd maar geïnteresseerd naar je luisteren, gebeurt er iets met je persoonlijkheid. Goede burgemeesters zijn in staat om dat deformatieproces heel erg te vertragen en op een laag niveau houden.’ Wat daarbij helpt, leerden de burgemeesters in het “klasje”, is dat burgemeesters ervoor zorgen dat ze goede feedback krijgen, open blijven staan voor wat de nabije omgeving tegen ze zegt en een situatie creëren waarin mensen kritisch durven zijn. Mooij: ‘Dat gaat trouwens niet vanzelf. Als ik pijnlijke feedback geef op jouw functioneren, dan ervaar ik dat jij daar last van hebt, ook al zit je daar met een pokerface. Dat komt door de spiegelneuronen in onze hersenen, waardoor we de emoties van de ander meevoelen zonder dat ze uitgesproken worden. Als er bovendien sprake is van een hiërarchisch verschil, dan bind ik automatisch in en ga ik nuanceren. Dit gegeven vraagt heel veel van burgemeesters om anderen de ruimte te geven om echt open te zijn. Eigenlijk moeten burgemeesters zich heel erg uitnodigend opstellen om anderen zoveel mogelijk de ruimte te geven om opbouwende kritiek te leveren. Daarvoor moet je ook tegen je eigen gevoel in kunnen gaan. Dat is moeilijk.’
André Mooij: ‘Burgemeesters moeten dagelijks en paar keer vijf minuten naar de vogeltjes kijken.’
Vereenzaming Een ander punt waarop het volgens hem met burgemeester vaak misgaat is vereenzaming. ‘Burgemeesters zullen dat zelf niet zo gauw toegeven, maar ik
‘Een burgemeester moet iemands drijfveren snappen en tegelijkertijd in staat zijn om afstand te nemen.’ ervaar dat wel.’ En eigenlijk is dat ook logisch, betoogt hij. ‘Zeker in de beginjaren maken burgemeesters heel veel uren. Wat ze doen ziet er niet altijd uit als werk, maar ze zijn bijna nooit thuis. Hun vrije tijd is minimaal. Het gevolg is dat bestaande vriendschappen worden verwaarloosd en dat er weinig ruimt is om nieuwe vriendschappen aan te gaan. Bovendien gaan de meesten ook minder makkelijk nieuwe burgemeestersblad 69 2013
9
vriendschappen aan. Ze zijn op hun hoede, omdat ze nooit zeker weten of een vriendschap oprecht is of dat er iets onder zit. Dat geldt vaak ook voor partners van burgemeesters. En verder moeten ze enorm wennen aan de zichtbaarheid, 24 uur per dag, zeven dagen in de week.’ Het probleem met vereenzaming is dat het went, zegt Mooij. ‘Op een gegeven moment is het normaal dat je vriendenclub kleiner is. Knokken daartegen begint met het proces te herkennen en uitdrukkelijk te benoemen.’ Vanuit het perspectief dat het burgemeesterschap aan mensen knaagt, vindt Mooij het een gezonde ontwikkeling dat mensen het ambt steeds vaker voor één of maximaal twee periodes uitoefenen. ‘Twee periodes is echt niet niks. Dan heb je Sinterklaas twaalf keer ontvangen.’ Hij onderkent dat het voor veel burgemeesters niet eenvoudig is om na zes tot twaalf jaar goed weg te komen. ‘Het beeld
‘De burgemeester is een symbool, maar jij niet.’ van een burgemeester is nog steeds dat van een deftig iemand die altijd gelijk wil hebben. Volkomen onterecht. Als je een goede burgemeester bent geweest, kun je veel aan in het bedrijfsleven of op een andere plek.’ Momenteel is Mooij bezig met een “afscheidstoernee” langs de burgemeesterskringen. Geen definitief afscheid trouwens, want Mooij blijft als zelfstandig adviseur in opdracht van het NGB intervisie geven aan zittende burgemeesters. Ook blijft hij individuele burgemeesters en colleges coachen.’Bij de burgemeesterskringen vertel ik een verhaal over dat je brein helemaal niet van veranderen houdt en hoe je daar toch mee kunt omgaan. Dat valt goed, omdat het samenvalt met het enorme veranderingsproces waarin de lokale overheid nu zit. Niet alleen door de crisis,
André Mooij: ‘Twee periodes is echt niet niks. Dan heb je Sinterklaas twaalf keer ontvangen.’
10
burgemeestersblad 69 2013
maar ook door de emancipatie van de samenleving waardoor de overheid niet meer in de regisseursrol zit, maar gewoon moet samenwerken. Voor ambtenaren en bestuurders betekent dat dat ze als partners moeten onderhandelen, niet op basis van macht maar van argumenten. In plaats van nee zeggen, moet de overheid ja leren zeggen. Dat is veel kwetsbaarder. Die dynamiek maakt het concept lokaal bestuur veel ingewikkelder en daarmee de rol van burgemeesters zwaarder. Ja, het is nu moeilijker om een goede burgemeester te zijn dan twintig jaar geleden. Niet in de laatste plaats door de uitbreiding van de bevoegdheden op het gebied van openbare orde en veiligheid.’
Uit de heup Vanwege de hectiek waarin burgemeesters zitten en waarin zij dagelijks heel veel besluiten moeten nemen, adviseert Mooij dat burgemeesters meer rust tussendoor moeten nemen. Hij doceert: ‘Je brein bestaat eigenlijk uit twee systemen. Een intuïtief en een rationeel systeem. Het intuïtieve systeem is bijna altijd actief, het rationele systeem (waar wilskracht en kennis deel vanuit maakt) moet je aanzetten. Dat intuïtieve systeem, systeem 1, wordt aangestuurd door enkele subsystemen, zoals je energiehuishouding. Echt denken vreet energie, ongeveer dertig procent van de energie die je hebt. Dus je brein kiest intuïtief voor routines, gewoontes, snelle besluitvorming en verbanden leggen die er soms niet zijn. Als je nu voortdurend in systeem 1 blijft hangen – wat gebeurt als je de hele dag door alleen maar tussen het een en het ander zit te schakelen en te weinig rustmomenten pakt – dan schiet je eigenlijk voortdurend uit je heup. Voor burgemeesters betekent dat een aanzienlijk verhoging van de kans op verkeerde besluiten. Dan krijg je bijvoorbeeld de situatie dat een ambtenaar die serieus aan een stuk heeft gewerkt bij de burgemeester komt om te horen wat die ervan vindt en dat de burgemeester intuïtief vanuit oude sjablonen zegt: “Ik mis dit”. Uit de heup. Om ervoor te zorgen dat het rationele systeem aanspringt als dat nodig is, moet je af en toe vijf minuten naar de vogeltjes kijken. Dat helpt. Het brengt alles in rust. Burgemeesters moeten zichzelf beter beschermen. Dat betekent ook dat ze niet overal over moeten willen gaan, maar vertrouwen moeten hebben in het ambtelijk apparaat en hun medebestuurders.’ < Peter van Noppen De magie van het ambt; beelden van burgemeesters is een uitgave van De Beuk organisatieadvies. De publicatie is te koop en te downloaden via www.beuk.nl.
DGBK Over jaren gesproken
Gert-Jan Buitendijk Directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties
De gemiddelde leeftijd van burgemeesters is in de afgelopen jaren gestegen. Is met het klimmen der jaren ook het ‘Fingerspitzengefühl’ toegenomen om als een goede burgervader of -moeder te functioneren? Misschien zou je dat mogen verwachten. Tegelijkertijd doet zich een – schijnbaar? – tegenovergestelde beweging voor, want de gemiddelde zittingsduur is van 10 jaar in de jaren tachtig naar 5,5 jaar in 2012 afgenomen. De afname van de zittingsduur zou er op kunnen wijzen dat het vak in de loop der tijd veel zwaarder is geworden. Wagendorp wijst er in zijn column in de Volkskrant (2/5/13) op dat het beeld van de burgervader is veranderd: van regent naar het gezicht van het bestuur, maar ook vaak de kop van Jut. Hij suggereert dat de ‘ondoorzichtige wijze’ waarop de burge-
meester is benoemd, daar de oorzaak van zou zijn. Dat verklaart dan echter niet dat behalve burgemeesters ook wethouders te maken hebben met een afgenomen houdbaarheid. Voor het functioneren als burgemeester is politiek/ bestuurlijke ervaring noodzakelijk. Ervaring als raadslid en als wethouder strekt tot aanbeveling. Tevens moet de burgemeester de nodige persoonlijke bagage met zich meebrengen. Voor het toerusten van burgemeesters op hun rol en taken is ‘professionalisering’ het sleutelwoord. Dit alles neemt niet weg dat ook de aanstellingswijze van invloed kan zijn op het functioneren van burgemeesters. Dit is één van de redenen om in deze kabinetsperiode een breed onderzoek naar het burgemeestersambt anno 2013 te laten uitvoeren. In dit onderzoek zal worden gekeken naar de ontwikkeling van het burgemeestersambt sinds de dualisering in 2002, de feiten en cijfers omtrent het ambt, hoe de burgemeester zijn functie inricht en hoe hij die beoordeelt. Daarbij moet dan worden gedacht aan zijn klassieke taken op het vlak van de openbare orde en veiligheid, de nieuwe bevoegdheden op dat vlak die de burgemeester de laatste jaren erbij heeft gekregen, het voorzitterschap van het college en dat van de raad en natuurlijk de combinatie van beide (’de spagaat’). Het onderzoek moet leiden tot een gezaghebbend en representatief rapport dat input levert voor visievorming en beleidsontwikkeling van het burgemeestersambt. Ik neem aan dat het onderzoek ook meer zicht geeft op het belang van kennis en ervaring van burgemeesters, hun ‘Fingerspitzengefühl’ maar ook hun politieke houdbaarheid. Ik sluit niet uit dat dan ook eens te meer zal blijken dat de benoeming, maar misschien nog wel meer de eventuele herbenoeming, in de huidige politieke cultuur een kwetsbaar element is geworden. De gemiddelde zittingsduur van 5,5 jaar bij een normale termijn van zes jaar intrigeert tenslotte. Over jaren gesproken.
burgemeestersblad 69 2013
11
Lector crisisbeheersing Menno van Duin over evaluaties na crises
Burgemeesters:
Menno van Duin is als lector verbonden aan het Instituut Fysieke Veiligheid en de Politieacademie. Voor het Burgemeestersblad belicht hij de wijze waarop crises veelal worden geëvalueerd. Hij is teruggekomen van het advies om snel uitsluitsel te geven over de aanpak van de evaluatie. Ook pleit hij ervoor om tijdens een evaluatie niet te wachten met het implementeren van verbeteringen. Daarmee herstel je vertrouwen. Krampachtige radiostiltes vanwege het evaluatie-onderzoek moeten voorkomen worden.
‘E
nkele dagen na het uitkomen van het rapport van de commissie-Cohen over de rellen in Haren stapte burgemeester Bats van Haren op.1 De evaluatie was zo kritisch over het bestuurlijk optreden vooraf en op de dag van ‘het feestje’ dat het de burgemeester (die immers eindverantwoordelijk was), naar zijn mening, geen andere keuze liet dan zijn ontslag aan te bieden. Hij sprak daarbij dat het ambt van burgemeester averij had opgelopen.2 Ook de Utrechtse burgemeester Wolfsen moest flink door het stof, nadat de commissie onder voorzitterschap van oud-CdK Jansen met zijn evaluatie van de asbest-casus (Kanaleneiland) kwam. Ook
‘Na een calamiteit sluit de oester zich en pas met het verschijnen van het rapport gaat deze weer open.’ hier was de kritiek niet mals. In beide gevallen waren overigens de conclusies scherper geformuleerd dan de inhoud van de rapporten deed veronderstellen. Dat droeg ertoe bij dat de evaluaties van beide incidenten de nodige media-aandacht opeisten. Mijns inziens was in beide gevallen deze scherpte ten onrechte, maar dat is hier niet het thema.3 In deze bijdrage wordt niet ingegaan op de evaluaties zelf, maar op de processen die zich rondom de evaluaties voltrokken. Op de inhoud van een evaluatie heb je als autoriteit nauwelijks invloed, maar op het proces daaromheen natuurlijk wel. Meer sturing en een slimmere aanpak van dit proces kunnen, zo is de strekking van dit betoog, burgemeesters flink helpen in dergelijke moeilijke tijden.
Bekend fenomeen Het is een bekend fenomeen dat korte tijd na een crisis of ramp een onderzoekscommissie wordt inge12
burgemeestersblad 69 2013
steld. Soms kan gewoon een bestaande organisatie (de Onderzoeksraad voor Veiligheid of een inspectie) aan de slag gaan; soms wordt er door de gezagsdragers een aparte commissie benoemd. Indertijd waren dat de commissies Oosting en Alders na respectievelijk Enschede en Volendam, en recent dus commissies na de asbestvondst in Kanaleneiland en de rellen in Haren. In het verleden adviseerden mijn collega’s en ik autoriteiten om in dergelijke situaties snel uitsluitsel te geven over de aanpak van de evaluatie (wie, wanneer, centrale vraag, en dergelijke). Dan hoefden allerlei lastige vragen die op de autoriteiten afkwamen niet meer beantwoord te worden. Het is een mooie gelegenheid om als betrokken gemeente en als autoriteit even op adem te komen. Je wint simpelweg tijd met het instellen van een commissie. Een gerenommeerd onderzoeksteam of een aansprekend boegbeeld als voorzitter draagt bij aan het prestige en maakt het nog gemakkelijker om overal aan te geven dat ‘zolang de commissie onderzoek doet, betrokkenen hun mond dicht (moeten) houden’. Na een calamiteit sluit de oester zich en pas met het verschijnen van het rapport gaat deze weer open. Tot ongeveer eind vorige eeuw werkte deze methodiek in het algemeen vrij goed. Tegen de tijd dat het onderzoek verscheen, was de meeste kou al uit de lucht en konden de verantwoordelijke autoriteiten aangeven dat zij met de aanbevelingen aan de slag zouden gaan. Een variant erop kwam later in zwang. Na de vuurwerkramp liet de gemeente Enschede intern een feitenrelaas opstellen (vergunningverlening en dergelijke) en werd de toenmalige Rotterdamse brandweercommandant Berghuijs gevraagd te kijken hoe in Enschede (en de regio) veiligheid en rampenbestrijding voorafgaand aan de vuurwerkramp vorm had gekregen. Deze rapporten waren input voor een nieuwe aanpak, die enkele maanden na de vuurwerkramp vorm begon te krijgen. Toen maanden later Oosting met zijn rapport naar buiten kwam, kon de gemeente Enschede aangeven dat inmiddels al een fors aantal zaken was opgepakt. Men was al bezig
let op uw zaak! met het implementeren van bepaalde maatregelen op grond van eerder afgerond (eigen) onderzoek.
Intern en extern onderzoek In Haren werkte de politie op vergelijkbare wijze. Men startte zelf een intern onderzoek en rapporteerde al enkele weken voorafgaand aan de rapportage van de commissie-Cohen. Bij het uitkomen van dat rapport kon worden aangegeven dat de politie zaken serieus oppakte. De commissie refereerde zelfs aan het interne onderzoek, hetgeen mogelijk voor de commissie reden was niet meer zo diep op een aantal zaken in te gaan. Als organisaties al zelf leren, kan je als evaluator een stapje terug doen. De ervaring leert dat externe onderzoeken vaak flink wat tijd in beslag nemen (variërend van zo’n vier tot twaalf maanden, tot soms zelfs meer dan een jaar). Naarmate het onderzoek langer duurt, zal doorgaans het reguliere leer- en verantwoordingsproces dus langer op zich laten wachten. Veel lessen worden pas geleerd na c.q. op basis van een evaluatie die heeft plaatsgevonden. Maatschappelijk debat wordt in de tussentijd meestal niet gevoerd alleen al om de evaluatoren niet in de weg te lopen of niet voor de muziek uit te lopen.
‘Vroeger betekende radiostilte inderdaad een aantal maanden van behoorlijke rust. Dat is nu veel minder vanzelfsprekend het geval.’
Nieuwe onthullingen Tegelijkertijd zien wij steeds meer dat bij vrijwel alle ongevallen, rampen en crises na een paar weken het grote verhaal wel bekend is. Uiteraard heeft nauwgezet onderzoek een waarde, maar voor de belangrijkste lessen en ervaringen die uit een gebeurtenis worden getrokken, heb je de evaluatie vaak helemaal niet nodig. Voor goed en wel het rapport van de commissie-Oosting (vuurwerkkramp) verscheen, wisten wij echt al wel dat vuurwerkopslag niet meer in een woonwijk moest plaatsvinden. Voor Cohen zijn oordeel velde, wisten wij al dat sociale media een relatief nieuw fenomeen zijn waarop de politie (maar ook anderen) nog nauwelijks zijn voorbereid. Het was bekend dat de situatie was onderschat en dat alcohol, in combinatie met verveling, vaak een goede cocktail is voor onrust en rellen. De tijden zijn veranderd. Vroeger betekende radiostilte inderdaad een aantal maanden van behoorlijke rust. Dat is nu veel minder vanzelfsprekend het geval. Het maatschappelijk debat stopt niet als een commissie begint. In Utrecht en Haren/Groningen gingen met
name de plaatselijke en regionale media door met het vergaren van informatie en het zoeken naar nieuwe onthullingen. Het Dagblad van het Noorden (in samenwerking met RTV Noord) kwam met een mooie en zeer uitgebreide reconstructie van de gebeurtenissen in Haren.4 De reconstructie werd zelfs gelauwerd
‘Veel lessen worden pas geleerd na c.q. op basis van een evaluatie die heeft plaatsgevonden.’ met een Tegel; een zeer prestigieuze prijs die jaarlijks voor verschillende journalistieke uitingen wordt uitgereikt. Op televisie werd enkele weken na de rellen ook nog een documentaire aan de casus gewijd. In Utrecht verschenen nieuwe informatie en onderzoeksresultaten over de ernst van de asbestbesmetting die door burgemeestersblad 69 2013
13
Job Cohen treedt tijdens Persconferentie naar voren om het rapport van de onderzoekscommissie naar de Facebookrellen in Haren te presenteren.
de autoriteiten niet naar buiten werden gebracht lopende het evaluatieonderzoek. Eendachtig de afspraken zwegen de autoriteiten. Ook WOB-verzoeken werden in zowel Utrecht als Haren niet gehonoreerd zolang het externe onderzoek liep.
Krampachtige radiostilte Beide gevallen leerden dat voor de betrokken autoriteiten een dergelijke procesgang niet verstandig is. Ten eerste zal men ook zelf in deze periode verdere expertise dienen op te bouwen om goed te weten wat er gebeurd is, wat dat betekent, en welke stappen ter verbetering kunnen worden gezet. Op het moment dat een commissie dan met zijn rapport komt, hebben de autoriteiten al (een deel van) hun antwoord klaar. Als gezegd, was de Groningse politie wel zo slim een interne evaluatie op te stellen, maar deed de gemeente dat zelf niet. Dit betekent dus dat die krampachtige ‘radiostilte’ dient te worden voorkomen. Juist onmiddellijk na een (mini-)crisis is het een kerntaak van autoriteiten om het geschonden vertrouwen weer te herstellen. Dat botst met radiostiltes. De betrokkenen (autoriteiten voorop) dienen niet hun mond te houden, maar op gepaste wijze te blijven communiceren met gemeenteraad, bewoners en andere geïnteresseerden. Als externe communicatie, voorlichting en het duiden (betekenis geven) een kerntaak van bestuurders bij crises is, waarom zouden ze dan onmiddellijk na een crisis (als de evaluatiecommissie aan het werk gaat) opeens moeten zwijgen? Dat is natuurlijk zeer onverstandig. Ook WOB-verzoeken horen gewoon te worden ingewilligd. Daarmee worden onderzoekscommissies niet overbodig, maar gaat het geheimzinnige er wel wat vanaf. 14
burgemeestersblad 69 2013
Kerntaak De klassieke aanpak van de ‘gesloten oester’ heeft dus zijn beste tijd gehad en dient in de toekomst dan ook te worden vermeden. Iedere burgemeester wordt steeds meer bewust van het feit dat ten tijde van een crisis niet zozeer de bestuurlijke beslissingen, maar de externe communicatie – zingeving en duiding – zijn of haar kerntaak is. Er is geen reden om bij aanvang van een evaluatie opeens deze kerntaak ter zijde te leggen en deze pas weer op te pakken als de evaluatie daar is. Dan is het soms zomaar te laat. Immers, als de commissie spreekt, geldt het gezegde "wie geschoren wordt, moet stil zitten".’ < Menno van Duin Lector Crisisbeheersing Instituut Fysieke Veiligheid en Politieacademie en bijzonder lector Regie van Veiligheid, Hogeschool Utrecht.
1 Vina Wijkhuijs bedank ik voor haar grondige commentaar op een eerdere versie. 2 www.basvansluis.nl/wp-content/uploads/2013/03/ raadeindversie-11-maart-2013/ 3 Menno van Duin, De asbestcrisis in Utrecht: over evalueren en oordelen, in Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing, februari 2013, p. 30-33. Vina Wijkhuijs en Menno van Duin, Het dilemma rond GRIP: een reactie op het rapport van de commissie –Cohen, het Tijdschrift voor de Politie, jg. 75, nr.3,2013, p. 6-10. Zie hierover ook Ira Helsloot en Astrid Scholtens, ‘Je moet het wel snappen om het te zien’, in Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing, april 2013, p. 33. 4 Op www.burgemeesters.nl is de bijlage na te lezen.
Nederlands Burgemeesterselftal viert zijn 25 jarig jubileum
‘Burgemeesters schieten lepra de wereld uit’ Het Nederlands Burgemeesterselftal bestaat 25 jaar. Al die jaren is er gevoetbald voor de ontspanning en ontmoeting, maar ook voor het goede doel. Op 9 juni was er een jubileumtoernooi in De Kuip, kreeg burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam het eerste exemplaar van het jubileumboek overhandigd en ontving de Leprastichting een cheque van € 500.000, het bedrag dat het elftal in de
Nederlands Burgemeesters Elftal
Cheque
jaren bij elkaar heeft gevoetbald.
1988-2013 Aan:
Leprastichting
€ 500.000 www.lepra.nl
BURGEMEESTERSBLAD 69 2013
15
Drents project alcoholpreventie wint Galjaardprijs
'Geen alcohol onder
Onder het motto 'Geen alcohol onder de 16, maklukzat' zet een groot aantal organisaties in Drenthe zich in voor het terugdringen van alcoholgebruik en -misbruik onder jongeren in Drenthe. De burgemeesters Eric van Oosterhout (Aa en Hunze) en Rikus Jager (Westerveld) vertellen over het project en de kansen die het ook voor andere thema’s biedt.
T
wee jaar geleden is het programma ‘MaklukZat’ van start gegaan. ‘Onze zorgen over het alcoholgebruik waren tweeledig’, vertelt Eric van Oosterhout. ‘Allereerst maakten we ons zorgen over de gezondheid van de jongeren. Maar ook de openbare orde problemen waar we mee te maken hadden waren bijna zonder uitzondering alcoholgerelateerd. We wilden af van een hapsnap benadering en proberen om één gezamenlijke lijn te hanteren. De Vereniging van Drentse Gemeenten werd daarvoor uiteindelijk het vehikel om dingen in beweging te brengen.’
‘We wilden korte metten maken met het idee dat “een beetje drinken” onder jongeren moest kunnen.’ Rikus Jager haakte later aan in de stuurgroep. ‘De stuurgroep werkte als een aanjaagteam, dat de verbinding legde met partners als Koninklijke Horeca Nederland, GGD, Verslavingszorg en de Voedsel- en Warenautoriteit. We wilden een duidelijke streep trekken en korte metten maken met het idee dat “een beetje drinken” onder jongeren moest kunnen.’
Jongeren aan het roer Om de jongeren en hun ouders te bereiken, wordt een bijzondere campagnestrategie bedacht. Van Oosterhout: ‘Wij hebben Arjen van Leeuwen als campagneleider aangesteld, die met het idee op de proppen kwam om de jongeren zélf te laten bepalen hoe ze de campagne vorm wilden geven. Hij had het idee dat zij als beste zouden weten hoe ze hun leeftijdsgenoten moesten overtuigen. In eerste instantie was ik sceptisch, omdat ik twijfelde of jongeren die zelf in zuipketen rondhingen, hierin mee zouden gaan. Naarmate het project begon te lopen, raakte ik 16
burgemeestersblad 69 2013
steeds meer overtuigd van het plan. Het bleek te werken.´ Volgens beide burgemeesters is het uiteindelijk de kracht van de hele campagne geweest dat die uit meer bestond dan een serie abri´s, posters en spotjes alleen. ´Als je aan jongeren vraagt hoe ze hun vrienden moeten overtuigen, komt er veel meer beweging in de discussie´, merkte Jager. ´Er zijn teams opgezet, waarbij uiteindelijk zeventien scholen uit de hele provincie met elkaar de strijd zijn aangegaan voor de beste campagne. Zodoende werd er, ook al zouden ze niet winnen, op zeventien scholen intensief over alcoholgebruik gesproken. We lieten iedereen vrij in de manier waarop ze het alcoholgebruik onder de zestien handen en voeten wilden geven.´ Van Oosterhout vult aan: ‘Het overkoepelende thema werd “Geen alcohol onder de 16, maklukzat”. Als stuurgroep zorgden we ervoor dat organisaties hun naam eraan wilden verbinden. Zo stelde de Johan Cruyff Foundation een Cruyff-court in het vooruitzicht voor de winnaar. ABN-Amro, Dagblad van het Noorden, RTV Drenthe en anderen droegen ook hun steentje bij.’
Alcoholvrij feest Van Oosterhout vertelt dat de scholen de problematiek van meet af aan onderschreven. ‘Er was geen
de 16, maklukzat' enkele school die zei “dit speelt hier niet”, “dat lossen we zelf wel op” of “dat is een taak voor de ouders”. Integendeel, we kregen de scholen snel enthousiast om met een eigen team aan de slag te gaan. In de campagneteams bloeiden sommige jongeren op, omdat ze konden laten zien waar ze goed in waren. Door bijvoorbeeld hun talent in videoediting, interviewtechnieken of ontwerpen te gebruiken. Ze zijn niet alleen zelf aan de slag gegaan, maar zijn ook uitgedaagd andere partijen erbij te betrekken, zoals hun ouders, de school of lokale ondernemers. Er zijn ouderavonden georganiseerd en er werden presentaties gegeven bij de gemeenteraden. Het hele scala kwam aan bod. We hebben daarmee een groter bereik onder de jeugd gehad dan ooit tevoren. Het vliegwiel kwam in beweging. In Assen werd een alcoholvrij feest georganiseerd. De jongeren hadden zelf Ali B. gevraagd die tegen reiskostenvergoeding wilde komen. Het was mooi om te zien dat de jongeren er een enorm feest van maakten. Als de programmering maar interessant genoeg is, heb je geen alcohol nodig.’ Volgens Jager zijn de jongeren in de loop van het schooljaar inderdaad in houding veranderd. ‘Het blijft lastig meetbaar, maar ze vertellen zelf dat ze veel bewuster zijn geworden van de effecten. Zoals jongeren dan kunnen zeggen: “Je hersenen gaan gewoon kapot!”.’ Ook landelijk is het project niet onopgemerkt gebleven. De campagne heeft de Galjaardprijs 2012 gewonnen, dé jaarlijkse prijs voor de meest innovatieve, inspirerende en (bewezen) effectieve overheidscommunicatie-actie die bijdraagt aan gedragsverandering. Van Oosterhout: ‘Volgens het juryrapport was het sterke punt dat we de doelgroep als ambassadeur van de boodschap hebben ingezet, hetgeen tot betrokkenheid en impact leidde. Dat kunnen we alleen maar onderschrijven.’
De burgemeesters Eric van Oosterhout (l) en Rikus Jager (r) zetten zich met hun collega’s in voor alcoholpreventie in Drenthe.
aan: ’We hebben een eerste stap gezet, maar de ambitie is uiteindelijk dat het net zo vanzelfsprekend wordt als roken, dat in de loop der jaren echt notdone is geworden op Havo/VWO. Alcoholbeleid moeten we met enige regelmaat in de commissies terug laten komen, zeker in het kader van de nota’s gezondheidsbeleid en veiligheidsbeleid. Maar terwijl
‘We moeten niet stoppen bij de bewustwording.’
Doorpakken Volgens Jager is het nu ook een kwestie van doorpakken. ‘We moeten niet stoppen bij de bewustwording, maar moeten kijken hoe we dit nu structureel kunnen inbedden. Als we verantwoordelijk zijn voor de handhaving, moet je ook de preventieve plicht in beeld hebben. Ik lees in de cijfers dat een derde van de meisjes elke maand zo dronken is, dat ze kwetsbaar zijn. Een op de vijf jongeren drinkt nog steeds zeven glazen of meer. Maar ook onder volwassenen wordt nog altijd stevig gedronken.’ Van Oosterhout vult
hier aan wordt gewerkt, beseffen we ook dat de opzet van de campagne perspectief biedt voor andere gebieden. Ik ben ervan overtuigd dat deze aanpak ook bij thema’s als bijvoorbeeld pesten, risico’s social mediagebruik, energiebesparing of jeugdwerkloosheid prima zou kunnen werken.’ <
Wouter Jong/NGB burgemeestersblad 69 2013
17
Is met 20% vrouwen in het ambt het glazen plafond bereikt?
Vooral vrouwelijke
De afgelopen maand vonden er in Limburg en in Gelderland provinciale bijeenkomsten plaats voor vrouwen die mogelijk belangstelling of concrete ambities hebben voor het burgemeesterschap of andere functies in het openbaar bestuur. Nog altijd stijgt het aandeel vrouwen in de beroepsgroep van burgemeesters niet boven de 20%. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vindt dat we onszelf daarmee tekort doen. ‘We maken te weinig gebruik van het enorme potentieel aan kennis, kunde en inzet van veel vrouwen.’
K
ijkend naar het aantal vrouwen in de burgemeestersfunctie dat lijkt het glazen plafond te zijn bereikt. Al jaren komt het percentage vrouwen in het ambt maar niet boven de 20%. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken vindt dat het noemen van percentages als streefgetallen niet zoveel zin heeft: ‘Ik weet niet wanneer we tevreden zouden kunnen zijn over de deelname van vrouwen aan het openbaar bestuur, maar ik weet wel dat we onszelf op dit moment tekort doen. Dat is niet goed voor vrouwen en niet goed voor het openbaar bestuur. We maken te weinig gebruik van het enorme potentieel aan kennis, kunde en inzet die veel vrouwen nu voor zich houden. Zolang dat zo is, zijn we eigenlijk een gemankeerde overheid’, aldus de minister in een videoboodschap aan de 100 vrouwen die deelnamen aan de provinciale bijeenkomsten. aandeel vrouwelijke burgemeesters in %
In vergelijking met de ons omringende landen doet Nederland het overigens nog niet eens slecht. Zo zijn in Duitsland op dit moment 35 Oberbürgersmeisterinnen onder de 333 direct gekozen Oberbürgemeister, oftewel 11% is vrouw. België heeft een monistisch stelsel met indirect gekozen burgemeester, waar in de regel de lijsttrekker van de grootste partij in de gemeenteraad de burgemeester wordt. Slechts 13% van de burgemeesters is vrouw. Een zeer gering aandeel, omdat enkele jaren geleden in het Gemeentedecreet de verplichte quotering is ingevoerd. Elke kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen in België moet om-en-om mannen en vrouwen hebben (of omgekeerd). Dit heeft bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen niet geleid tot meer vrouwelijke burgemeesters bij onze zuiderburen.
25
Sollicitanten
20
Soms wordt wel beweerd dat het beperkte aantal benoemingen van vrouwen aan de gemeenteraden en vertrouwenscommissies ligt. Die zouden ‘op zeker’ gaan en het avontuur met een vrouwelijke burgemeester niet aandurven. In 2012 werden 44 burgemeesters benoemd. Van deze Kroonbenoemden was 19% vrouw. Dat was bijna een afspiegeling van de 80/20 verhouding die te vinden is in de M/Vverdeling bij de sollicitaties naar de vacatures waarop in 2012 een burgemeester door de Kroon werd benoemd. Interessant is het vervolgens om het aandeel vrouwelijke sollicitanten te relateren aan de aanbeveling van de gemeenteraad. Daartoe is een indeling gemaakt tussen burgemeestersvacatures met weinig vrouwelijke sollicitanten, een gemiddeld aantal vrouwelijke sollicitanten en met veel vrouwelijke sollicitanten. In Tabel 1 is dat voor 2012 weergegeven. Dan wordt duidelijk dat veel meer vrouwen worden benoemd in gemeenten waar meer vrouwen
15 10 5 0
1998
2002
2006
2010
2012
2013
De grote steden in Nederland hebben nog veel minder vrouwen als burgemeester. Na het vertrek van Pauline Krikke in Arnhem zijn Annemarie Jorritsma (Almere) en Geke Faber (Zaanstad) de enige overgebleven vrouwelijke burgemeesters in de 27 gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Deze schamele 7% is zelfs een dieptepunt in deze eeuw.
18
Buitenland
burgemeestersblad 69 2013
sollicitanten gezocht naar de burgemeesterspost solliciteren. Het is dus zaak om belangstelling en ambities bij vrouwen voor de burgemeestersfunctie. Aandeel vrouwelijke sollicitanten
Aandeel vrouw benoemd
Aantal gemeenten
Weinig (0%-15%)
0%
14
Gemiddeld (15-25%)
13%
16
Veel (25%-50%
43%
14
Tabel: Aandeel vrouwelijke sollicitanten voor vacatures die in 2012 tot benoeming leidde
De kweekvijvers voor de burgemeestersfunctie zitten vol mannen. Zo is minder dan 20% van de wethouders vrouw. Minister Plasterk wijst ook in de richting van de politieke partijen om de kweekvijvers goed te vullen. ‘Volgend jaar zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Als de partijen niet genoeg vrouwelijke kandidaten opstellen of misschien zelfs niet kunnen vinden, dan is dat zorgelijk. Niet alleen voor de invloed van vrouwen op het gemeentebeleid. Maar ook omdat het raadslidmaatschap vaak de eerste stap is naar het wethouderschap, burgemeesterschap en wellicht een andere carrière in het openbaar bestuur. Ik wil de partijen op het hart binden om actief te zoeken naar de vrouwen die verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen en ook daar te zoeken waar je misschien niet zou verwachten. Zoals bij de vele initiatieven van actieve burgers.’
Oriëntatieprogramma Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters voert in samenwerking met het ministerie van BZK en de Commissarissen van de Koning een oriëntatieprogramma uit. Het programma richt op mensen met belangstelling en potentie om burgemeester te worden, maar die nog geen bestuurlijke ervaring als wethouder of gedeputeerde hebben. De eerste twee uitvoeringen zijn achter de rug en telden 29 deelnemers, waarbij de editie 2012/2013 vrijwel alleen vrouwelijke deelnemers kende. ‘Bij burgemeesters zien we gelukkig dat steeds meer vrouwen geïnteresseerd zijn in die positie. Het oriëntatieprogramma geeft talenten de kans om kennis te maken met het ambt. Een aantal deelnemers is al succesvol in beeld gekomen’, zegt de minister doelend op de vier deelnemers die al benoemd zijn
Commissaris Clemens Cornielje met de deelnemers aan een dag voor vrouwen met belangstelling voor het burgemeesterschap.
als burgemeesters en de anderen die de kans hebben gekregen om zich bij vertrouwenscommissies te profileren. ‘We gaan ermee door. Al was het maar om mensen met enige afstand tot het ambt het zelfvertrouwen te geven om naar voren te komen’, aldus de minister. Volgens minister Plasterk is een sterke deelname van vrouwen aan het openbaar bestuur afhankelijk van twee dingen. ‘De eerste is dat vrouwen hun plek moeten opeisen. Met het zelfvertrouwen dat ze kansrijk en succesvol kunnen zijn. De tweede is de bereidheid bij iedereen in te zien dat we kennelijk te veel vastzitten in schijnbare vanzelfsprekendheden. Het is niet normaal dat alle bestuurders witte mannen in een pak zijn’, stelt hij. ‘Tegen de vrouwen zou ik willen zeggen veel succes in uw bestuurlijke functie. Ik bewonder en ondersteun uw ambities voor meer vrouwen in het openbaar bestuur. Laten we dat als een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid zien en daar de komende tijd aan werken. Daar wordt uiteindelijk iedereen beter van.’ < Ruud van Bennekom
burgemeestersblad 69 2013
19
Eefje Rondeel over onderzoek naar doelgericht beslissen
“Cognitieve controle om tot
Tijdens een van de Lochembijeenkomsten van dit jaar presenteerde onderzoeker Eefje Rondeel de uitkomsten van een onderzoek dat zij onder burgemeesters heeft uitgevoerd. In totaal hebben 42 burgemeesters meegedaan in het kader van haar promotieonderzoek over doelgericht beslissen. In het Burgemeestersblad licht ze de belangrijkste resultaten toe.
E
efje Rondeel promoveert op 12 september a.s. aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. In de afgelopen jaren heeft zij als onderzoeker bij Thales Research & Technology onderzocht op welke manier mensen controle hebben over hun beslissingen. Een deel van dat onderzoek heeft ze uitgevoerd onder burgemeesters. Rondeel: ‘Vaak gaan we af op onze eerste ingeving. Regelmatig is die ook juist. Maar in sommige gevallen zet onze eerste ingeving ons op het verkeerde been. Wanneer we bewuster bezig zouden zijn met een antwoord zouden we ons waarschijnlijk realiseren dat onze eerste ingeving soms niet klopt’.
‘In sommige gevallen zet onze eerste ingeving ons op het verkeerde been.’ In Lochem haalde Rondeel het voorbeeld aan van een marktkoopman. ’Stel je voor dat je op de markt bent en graag een appel wilt kopen. Je loopt naar de eerste de beste marktkraam met fruit en vraagt aan de marktkoopman om een appel. De marktkoopman vertelt dat er een speciale aanbieding is. Een sinaasappel en een appel kosten vandaag samen 1,50 euro. Maar u wilt alleen die appel, geen sinaasappel. De marktkoopman vertelt u dat de sinaasappel 1 euro duurder is dan de appel. Hoeveel moet u aan de marktkoopman betalen voor de appel?’ Volgens Rondeel noemen veel mensen intuïtief een prijs van 50 cent. ‘Dat is niet juist. Als de appel 50 cent zou zijn, en de sinaasappel 1 euro duurder, dan zou de sinaasappel 1,50 kosten. Samen zouden de appel en de sinaasappel dan 2 euro kosten. Het goede antwoord is 25 cent.’
Cognitieve controle Het voorbeeld laat volgens Rondeel zien dat het in sommige situaties wat meer moeite en energie kost om een probleem op te lossen. Mensen hebben dan 20
burgemeestersblad 69 2013
meer controle nodig over hun gedrag om tot het juiste antwoord te komen. Die controle wordt in de psychologie ook wel “cognitieve controle” genoemd. Er is dan dus meer “cognitieve controle” nodig om goed te kunnen reageren op een probleem in een bepaalde situatie. Om de samenhang tussen cognitieve controle en besluitvorming te onderzoeken heeft Rondeel in haar promotieonderzoek een aantal experimenten uitgevoerd. Daarin onderzocht zij eerst wat de mate van controle van de deelnemers was. Zij bekeek onder andere of deelnemers in staat waren om effectief informatie in het werkgeheugen te verwerken en te verversen. Dit proces is belangrijk om een situatie telkens weer opnieuw te kunnen beoordelen. Met behulp van een beslisspel bekeek zij vervolgens wat het effect van die controle was op de besluitvorming. De experimenten werden voornamelijk bij studenten afgenomen. Eén experiment werd echter specifiek ontworpen voor burgemeesters. ‘De resultaten van de experimenten laten zien dat één bepaald aspect van cognitieve controle, namelijk het effectief kunnen verwerken en verversen van informatie in het werkgeheugen, voorspellend was voor de prestatie in het beslisspel’, zegt Rondeel. ‘Deelnemers die beter scoorden op de opdracht waarin zij letters moesten onthouden en vergelijken – een maat voor het effectief kunnen verversen van het werkgeheugen – gingen doelgerichter te werk en gebruikten betere strategieën in het beslisspel. Opmerkelijk bij het onderzoek onder burgemeesters was dat het toevoegen van een extra opdracht, namelijk het onthouden van een lange cijferreeks, geen effect had op de prestatie in het beslisspel. Hetzelfde onderzoek bij studenten liet wel een verslechtering zien in prestatie in het beslisspel. De burgemeesters gaven aan minder bezig te zijn geweest met het onthouden van de cijferreeks. Daardoor was het negatieve effect op de prestatie in het beslisspel waarschijnlijk kleiner. Het geeft een indicatie dat burgemeesters wellicht eerder geneigd zijn om te prioriteren dan de studenten’.
betere besluiten te komen”
Doelgerichter besluiten Samenvattend laten de resultaten volgens Rondeel zien dat controle over het gedrag kan helpen om doelgerichter te besluiten. ‘Eigenlijk zou de controle bij besluitvorming zo hoog mogelijk moeten zijn om tot “goede” besluiten te komen. Stress, vermoeidheid en andere belastingen staan die controle in de weg. Het probleem is echter dat een beslisser niet altijd zal beseffen dat hij of zij onvoldoende controle heeft over zijn of haar beslissingen. Iemand kan op intuïtie afgaan en overtuigd zijn van een besluit, terwijl het eigenlijk verstandiger is om het besluit te overdenken, te wachten of om aanvullende informatie te vragen’, zegt Rondeel. ‘Zoals in de discussie in Lochem ook aan de orde kwam, ligt hier ook een taak voor de omgeving. Een gemeentesecretaris of adviseur in het team kan gevraagd worden om af en toe nadrukkelijk aan de rem te trekken. In die rol kunnen zij ervoor zorgen dat beslissingen expliciet worden gemaakt. Zogezegd om “jumping to conclusions” te voorkomen en impliciete stappen weer expliciet te maken. De beslisser zou zichzelf eigenlijk regelmatig moeten afvragen: wat is mijn doel, hoe bereik ik dat, en neem ik de juiste stappen om dat doel te bereiken?’
Stress en vermoeidheid Zou de controle ook getraind kunnen worden? ‘Het is nog niet helemaal duidelijk of training het gewenste
effect heeft, maar in samenwerking met Nyenrode hopen we dat te kunnen onderzoeken. Op die manier willen we de besluitvorming graag doelgerichter maken. Maar een wellicht belangrijkere stap naar doelgerichtheid bij beslissingen is het bewust willen en kunnen signaleren van factoren die je eigen besluitvorming negatief beïnvloeden. Het laaghangende fruit zit wellicht in het vermijden van situaties die de controle sterk verminderen, zoals oververmoeidheid en stress. Daarbij hoort ook de acceptatie dat factoren als stress en vermoeidheid een behoorlijke invloed kunnen hebben op de besluitvorming.
‘Burgemeesters zijn wellicht eerder geneigd om te prioriteren dan de studenten’. Als een burgemeester een heel weekend bezig is geweest met het oplossen van een crisissituatie, zal de cognitieve controle waarschijnlijk een stuk lager zijn als hij op maandagochtend weer op het gemeentehuis verschijnt. Af en toe rust nemen is dan geen overbodige luxe. Zeker bij langdurige crises is het verstandig om de rust te pakken en diensten af te wisselen. Niemand is in staat om te lang achter elkaar scherp genoeg te blijven om verstrekkende beslissingen te nemen, ook burgemeesters niet. De verleiding is groot om door te gaan.’ burgemeestersblad 69 2013
21
De resultaten van het onderzoek van Rondeel lijken daarmee de ervaring van Jan Mans te bevestigen. Hij kreeg als burgemeester tijdens de Vuurwerkramp in Enschede van Uri Rosenthal het advies om naar bed te gaan. Hij zei: “Ik moest bijslapen en energie opdoen. Want je neiging als burgemeester is om maar door te blijven draven. Hij trok vakkundig aan de rem.” Als je dat zelf niet signaleert, is het goed wanneer je omgeving daar op wijst. Want bij betere besluitvorming is iedereen gediend, niet alleen de burgemeester. <
Eefje Rondeel doet promotieonderzoek naar doelgericht beslissen
Wouter Jong/NGB
advertentie
Gids Gemeentebesturen 2013 Met deze actuele gids heeft u alle relevante gemeentelijke informatie op een handzame manier gebundeld. De gids bevat de belangrijkste bestuurlijke en organisatorische gegevens van de Nederlandse gemeenten, de provincies en veiligheidsregio’s en is ook in 2013 weer de kortste weg naar alle post-, bezoek-, e-mailadressen en telefoonnummers van: • Burgemeesters en wethouders • Voorlichters • Gemeentesecretarissen • Raadsgriffiers • Raadsleden en fractievoorzitters • Alle hoofden van afdelingen • Directeuren van diensten en bedrijven • Gedeputeerden • Bestuur en directie provincies, waterschappen en veiligheidsregio’s Verder bevat de gids kerngegevens van alle gemeenten, provincies en waterschappen en kaarten met gemeentelijke herindelingen en plaatsnamen per gemeente. Deze gids mag niet op uw bureau ontbreken, als het vinden van de juiste contactpersoon belangrijk voor u is!
Exclusief voor abonnees: Gids Gemeentebesturen Online Met een abonnement op de Gids Gemeentebesturen ontvangt u niet alleen korting op iedere uitgave maar krijgt u ook gratis toegang tot de online! Zo beschikt u waar u maar bent over de meest actuele gegevens!
Meer informatie of bestellen? Bel Sdu Klantenservice op (070) 378 98 80 of ga naar www.sdu.nl.
22
burgemeestersblad 69 2013
ISBN: 978 90 12 57728 1 Prijs: € 101,50 incl. btw. Abonnement: A79017 Prijs editie 2013: € 96,– incl. btw.
co lo f o N
service Najaarscongres Genootschap
Zoekacties van burgers
Op donderdag 3 oktober is het komende najaarscongres van het Genootschap in Amersfoort. De dag lijkt ver weg, maar agenda’s stromen snel vol. Noteert u als burgemeester of oud-burgemeester deze dag alvast. De uitnodiging kunt u begin juli tegemoet zien.
Al voor de vermissing van de broertjes Julian en Ruben uit Zeist kwamen bij het NGB vragen binnen over de kaders voor zoekacties van burgers. Het NGB is in gesprek met het ministerie van VenJ, de Nationale Politie, de vrijwilligers achter het twitteraccount @JulianRubenNL en de Unit Vermiste Personen om te bezien in hoeverre daar handvatten voor kunnen worden geschreven. Ook de mogelijke rol van politievrijwilligers wordt daarin meegenomen.
Burgemeestersambt anno 2013 Het ministerie van BZK heeft de Universiteit van Tilburg de opdracht gegeven voor een groot empirisch onderzoek naar de ontwikkeling van de burgemeestersfunctie. Het onderzoek moet inzicht geven hoe burgemeesters hun ambt anno 2013 zien en dient als achtergrond voor toekomstig beleid. In het onderzoek staan de volgende vragen centraal: 1. Hoe heeft het burgemeestersambt zich vanaf 2002 (de dualisering) ontwikkeld? 2. Wat zijn de feiten en cijfers als het gaat om het burgemeestersambt? 3. Hoe richt de burgemeester anno 2013 zijn functie in? 4. Hoe beoordeelt de burgemeester anno 2013 zijn functie? 5. Welke typen burgemeesters zijn er op basis van voorgaande deelvragen globaal te onderscheiden, en wat zijn de belangrijkste onderscheidende kenmerken van deze typen? Zie www.burgemeesters@ambtanno2013.
Terugblik crisis 2012 Op korte termijn kunt u een publicatie verwachten waarin we terugblikken op crises uit 2012. De bundel is geschreven in een samenwerking tussen NGB en Politieacademie. In totaal komen er ongeveer 15 cases aan bod.
Mindmaps Het NGB werkt met het Infopunt Veiligheid aan mindmaps met daarin de belangrijkste aandachtspunten bij crisis. Een eerste mindmap gaat over sociale drama’s. De mindmaps waren voor het eerst te zien tijdens het VNG congres en worden ook opgenomen in een NGB-interviewbundel over dit type crises.
Toekomstige vacatures De website van de Rijksoverheid biedt periodiek een overzicht van toekomstige burgemeestersvacatures. In juni staan daar de volgende vacatures aangekondigd: Duiven (26.000 inw.), Lochem (33.000 inw.) en Soest (46.000 inw.)
Jaargang 18, nummer 69 juli 2013
burgemeestersblad verschijnt 4 keer per jaar Redactiecommissie Henk Zomerdijk (voorzitter) Gert de Kok Johanneke Liemburg Sander Schelberg Eindredactie Ruud van Bennekom Foto’s Mirande Phernambuck (blz. 1), Sander van der Torren (blz.5) Kees van de Veen/HH (blz. 14), Wiesje Bakema (blz. 15, boven), Wouter Jong (blz. 17), Jaap Zoet (blz. 19) Uitgever Dineke Sonderen Marketing Leonie Gussekloo tel. 070-378 02 20
[email protected] Vormgeving en opmaak Imago Mediabuilders Redactieadres Nederlands Genootschap van Burgemeesters Postbus 30435 2500 GK Den Haag Tel: (070) 3738383 Fax: (070) 3635682 e-mail:
[email protected] Advertenties Sdu Uitgevers Soenith Chaturi Postbus 20025 2500 EA Den Haag tel. 070-378 07 04
[email protected] www.beslissersbereikt.nl Abonnementen Sdu Klantenservice Postbus 20014 2500 EA Den Haag tel. 070-378 98 80 www.sdu.nl/service Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst, deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement wordt ieder jaar automatisch verlengd, tenzij schriftelijk twee maanden vóór afloop van de abonnementsperiode is opgezegd. Prijs Abonnement € 51,50 excl. btw
Het Burgemeestersblad is mede mogelijk door bijdragen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Deloitte.
{ inge zonde n me de de ling }
M
Protocol
aakt Protocol alles moeilijk? Deze vraag werd ooit gesteld door oud-ambassadeur en columnist Floor Kist in zijn voorwoord voor de eerste oplage van het handboek Protocol. Zijn antwoord op deze vraag was even helder als kort: ”Het tegendeel is de bedoeling!” Protocol is geen moeilijk- of deftigdoenerij van een aantal functionarissen rondom hooggeplaatste personen, zoals staatshoofden, CEO’s en bestuurders van provincies en gemeenten. Protocol beoogt hun ontmoetingen met anderen zo soepel en prettig mogelijk te laten lopen. En efficiënt natuurlijk, want hun agenda’s zijn altijd bomvol. Maar een protocol geldt niet alleen voor de bijeenkomsten van de V-Vip of de Super Vip in onze wereld; ook op andere niveaus kan een goed opgesteld protocol zijn dienst bewijzen. En dan met name de evenementen die in de publieke belangstelling staan. Daar ligt het gevaar van een afbreukrisico op de loer, zeker met de huidige media, die er een eer in lijken te scheppen om vooral de aandacht te vestigen op de zaken die mis gaan in plaats van op datgene wat wel lukt.
‘Hoeveel tijd heeft de bijeenkomst nodig om tot resultaat of rendement te komen?’ Een protocol in de vorm van goed programma of draaiboek zorgt voor een logische en vanzelfsprekende gang van zaken bij officiële evenementen. Dat begint al met de beantwoording van de vraag: “Hoeveel tijd heeft de bijeenkomst nodig om tot resultaat of rendement te komen?” Is dit goed afgestemd tussen gastheer of –vrouw en gast(en)? Ook als het feestelijk evenement betreft, bijvoorbeeld een huwelijk doen dergelijke zakelijke afwegingen er toe. Wanneer het raamwerk er staat, komen praktische aspecten aan de orde. Bijvoorbeeld: ”Wie komt als eerste en wie als laatste aan en door wie worden zij ontvangen?
‘Protocol is een vorm van geregisseerde aandacht’ Wie zit in het midden, wie ernaast en/of wie er tegenover en wie begeleidt hen naar hun plaatsen? Wie spreekt als eerste en wie voert als laatste het woord en waarom? Juist om deze Waarom’s gaat het in het handboek Protocol. Want je kunt het afdoen met ‘... omdat het zo hoort!’ Maar, dat gelooft niemand meer. Net zoals je bij dergelijke evenementen de zaak niet kunt afdoen met ‘doe maar gewoon’, want voor gewone bijeenkomsten (verjaarsfeestjes) heb je geen protocol nodig. Henrik de Groot leidt u in zijn boek op heldere wijze door de regels van het protocol in een wereld, waar grenzen zijn verdwenen en reciprociteit en internationale afspraken centraal staan. Dit schrijft Gilbert Monod de Froideville, oud-ceremoniemeester van HM de Koningin in zijn voorwoord bij deze vierde herziene druk. Henrik’s rijkgeschakeerde ervaring – hij was onder meer onderdirecteur van de Koninklijke Schouwburg, chef Kabinet van de burgemeester van Den Haag en chef Protocol van verscheidene vice-premiers – komt tot uiting in tal van vrolijke anekdotes.
ISBN: 9789012577960 Prijs: € 25,90 (incl. btw) Bestel uw exemplaar nu via www.sdu.nl
Henrik de Groot is jaren actief geweest binnen de overheid en in het bedrijfsleven, en is nu als gastdocent werkzaam bij het Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael. Daarnaast treedt hij op als dagvoorzitter en (tv-)presentator. In 2007 werd Henrik de Groot benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
advertorial_Protocol_210x297.indd 1
25-04-13 13:55