Brussel, Aan de PAB-budgethouder
Kenmerk: Vragen naar: Telefoon: Fax: E-mail: Bijlagen:
50/wdp/mededeling16 medewerker van de PAB-cel 0800/97.907 02/225.84.05 t.a.v. de PAB-cel
[email protected] /
BETREFT: wijzigingen PAB-besluit Geachte budgethouder, Met het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2006 werden een aantal aanpassingen aan het PAB-besluit goedgekeurd. Wij zetten ze even voor u op een rij.
Starttermijn De budgethouder moet starten met het PAB binnen drie maanden na toekenning van het PAB. Als startdatum wordt de eerste werkdag van de persoonlijke assistent in aanmerking genomen. Indien men niet gestart is binnen de drie maanden na de toekenning, vervalt de toekenning van het PAB. Het nieuw besluit voorziet nu op deze regel een uitzondering: minderjarigen die bij de aanvangsdatum van hun toekenning gebruik maken van een voorziening voor opvang, behandeling en begeleiding moeten ten laatste op 1 juli van het lopende schooljaar starten met hun PAB. Hiermee wordt hen de mogelijkheid gegeven het lopende schooljaar, waaraan een (semi-)internaat gekoppeld is, af te werken. Concreet: - Men moet starten binnen de drie maanden na toekenning van het PAB. - Minderjarigen die gebruik maken van een voorziening voor opvang, behandeling en begeleiding, moeten in uitzondering op bovenvermelde regel ten laatste op 1 juli van het lopende schooljaar starten. - Indien de uiterste startdatum door overmacht niet haalbaar is, kan men schriftelijk uitstel gevraagd worden aan de Deskundigencommissie. Deze commissie kan vervolgens beslissen over een eventuele verlenging van de termijn waarbinnen men moet starten met het PAB.
Opname in ziekenhuis, rust- en verzorgingstehuis en revalidatiecentrum Indien de budgethouder gedurende een periode van langer dan drie maanden aaneengesloten en voltijds in een ziekenhuis, rust- en verzorgingstehuis en revalidatiecentrum verblijft, wordt het PAB opgeschort. Bij een verblijf van maximaal drie maanden, mag men het PAB blijven gebruiken. Vanaf de eerste dag van de vierde maand van het aaneengesloten en voltijds verblijf wordt het PAB opgeschort. Om de budgethouder evenwel toe te laten de wettelijk verplichte opzegvergoeding te betalen, kan hij een voorschot krijgen voor een bedrag van de te betalen opzegvergoeding. Dit bedrag is evenwel beperkt tot het bedrag van de opzegvergoeding voor maximaal zes maanden. Deze regel wordt toegepast vanaf 1 januari 2007. Concreet: - De budgethouder meldt schriftelijk elke opname in een ziekenhuis, revalidatiecentrum of rust- en verzorgingstehuis vóór het einde van de eerste maand van de opname. - Vanaf de eerste dag van de vierde maand van opname worden geen voorschotten meer gestort. - Indien de budgethouder aan zijn assistent een opzegvergoeding moet betalen, kan hij nog een voorschot krijgen dat overeenkomt met het bedrag van de opzegvergoeding voor maximaal zes maanden. De budgethouder moet in dit geval volgende documenten aan de PAB-cel bezorgen: o een kopie van de loonfiche waarop de opzegvergoeding vermeld staat o een kopie van de factuur van het sociaal bureau waarop de patronale lasten en de kosten voor de verrekening van deze opzegvergoeding vermeld staan
Spoedprocedure Er werd een spoedprocedure ingesteld voor personen met een sneldegeneratieve aandoening (SDA). Om in aanmerking te komen voor deze snelprocedure, moet er voldaan zijn aan volgende voorwaarden: 1. Bij de persoon met een handicap werd één van volgende diagnoses gesteld: • Amyotrofe Lateraal Sclerose (ALS) • Primaire Lateraal Sclerose (PLS) • Progressieve Supranucleaire Paralyse (PSP) • Cortico-Basale Degeneratie (CBD) • Progressieve (Spino)Musculaire Atrofie (PSMA of PMA) • Multi-systeem atrofie (MSA)
2. Over een periode van één jaar of minder heeft een belangrijke progressie met een
uitgesproken vermindering van de zelfredzaamheid plaatsgevonden. Of er voldaan is aan bovenvermelde voorwaarden, moet aangetoond worden aan de hand van een medisch attest van een geneesheer specialist in de Neurologie. Op basis van het PAB-
aanvraagformulier en het medisch attest kan de administratie van het Vlaams Fonds beslissen over de toekenning van een PAB. Wanneer voldaan is aan beide voorwaarden, kent het Vlaams Fonds het maximum budget toe. Indien deze PAB-aanvrager, ondanks zijn SDA, geen uitgesproken progressieve ontwikkeling kan aantonen, moet hij de gewone PABaanvraagprocedure doorlopen.
Vrijstelling bewijslast voor indirecte kosten tot en met 500 EUR Indirecte kosten tot en met een bedrag van 500 euro per jaar zijn vrijgesteld van bewijslast. Deze regel gaat in op 1 januari 2007 en moet bijgevolg toegepast worden vanaf de kostenstaat van het eerste kwartaal van 2007. Concreet: - Alle indirecte kosten moeten nog steeds vermeld worden op de kostenstaat en de verklaring op eer van de indirecte kosten. - Indien het totaalbedrag van de indirecte kosten op jaarbasis meer dan € 500 bedraagt, moeten alle bewijsstukken van de indirecte kosten gedurende vijf jaar thuis bewaard worden en op verzoek van het Vlaams Fonds voorgelegd worden. - Indien het totaalbedrag van de indirecte kosten op jaarbasis gelijk is aan € 500 of niet meer dan € 500 bedraagt, moeten deze kosten niet langer bewezen worden. De budgethouder dient hiervoor geen bewijsstukken te bewaren.
Medische of paramedische behandelingen, onderzoeken of therapieën Medische of paramedische behandelingen, onderzoeken of therapieën die tot de bevoegdheid van het RIZIV behoren, kunnen -ongeacht het feit of er door het RIZIV een tussenkomst is voorzien of niet- niet langer betaald worden met het PAB. Deze regel moet toegepast worden vanaf 1 januari 2007. Voor budgethouders die momenteel een overeenkomst hebben lopen voor het verstrekken van medische of paramedische behandelingen, onderzoeken of therapieën, gaat deze regel bij wijze van overgangsbepaling in op 1 januari 2008. Concreet: - Medische of paramedische behandelingen, onderzoeken of therapieën die tot de bevoegdheid van het RIZIV behoren, kunnen vanaf 1 januari 2007 niet meer met het PAB betaald worden. - Lopende overeenkomsten in kader van het verstrekken van medische of paramedische behandelingen, onderzoeken of therapieën worden aanvaard tot en met 31 december 2007. Vanaf 1 januari 2008 zullen deze overeenkomsten en de kosten die eruit voortvloeien niet langer aanvaard worden.
Logeerfunctie en kortverblijf De combinatie van een PAB met de bijstand verleend door een tehuis voor kortverblijf of in het kader van logeerfunctie in een voorziening van het Vlaams Fonds, wordt mogelijk vanaf 1 januari 2007. De budgethouder moet met deze voorziening een overeenkomst afsluiten. Concreet: - De budgethouder sluit een overeenkomst af met het tehuis voor kortverblijf of de voorziening waar hij gaat logeren. Een kopie van deze overeenkomst wordt bezorgd aan de PAB-cel. - De budgethouder moet de kost voor de logeerdagen of het kortverblijf betalen met zijn PAB. Hij vermeldt deze kost op zijn kostenstaat en bewijst deze aan de hand van een kopie van de factuur van de voorziening.
Combinatie PAB met (semi-)residentiële voorzieningen die door de federale, communautaire of regionale overheid gesubsidieerd worden De combinatie van het PAB met (semi-)residentiële voorzieningen die gesubsidieerd worden door federale, communautaire of regionale overheid, is vanaf 1 januari 2007 niet langer mogelijk. Een uitzondering hierop zijn de voorzieningen die een soortgelijke ondersteuning bieden als de dagcentra en de semi-internaten voor niet-schoolgaanden. De combinatie met dergelijke voorzieningen zal in de toekomst nog steeds mogelijk zijn. De gemiddelde kostprijs van het aantal gebruikte dagdelen in deze voorziening, zal evenwel in mindering gebracht worden. Een budgethouder die momenteel zijn PAB combineert met een (semi-)residentiele voorziening die gesubsidieerd wordt door de federale, communautaire of regionale overheid, kan deze combinatie voortzetten tot 1 juli 2007. Concreet: Alle PAB-budgethouders zullen een vragenlijst ontvangen waarin navraag wordt gedaan naar de voorzieningen waarvan de budgethouder gebruik maakt. De PAB-cel zal op basis van deze vragenlijst oordelen of een combinatie van het PAB met de aangegeven voorziening toegestaan is en of deze combinatie al dan niet een invloed heeft op het toegekende budget.
De bundel ‘richtlijnen aan de budgethouder van een PAB’ zal in functie van de hierboven beschreven wijzigingen aangepast worden. Van zodra de aangepaste versie van deze richtlijnen beschikbaar is, zullen wij u deze bezorgen. Met vriendelijke groeten,
Willy De Pauw Bestuursdirecteur