BRUSSEL 2015 Trainees G4 Programmaboekje
1
Inhoudsopgave 1. Voorwoord…………………………………………………………………………………………..…….…Blz. 3 2. Reisinformatie…………………………………………………………………………………..…………..Blz. 4 3. Programmaoverzicht & groepsverdeling………………………………………..…………….Blz. 5 t/m 8 4. Lobbyspel……………………………………………………………………………..……………Blz. 9 t/m 12 5. Europees Parlement…………………………………………………………………………….Blz. 13 t/m 16 6. Stadswandeling…………………………………………………………………………..……..Blz. 17 t/m 22 7. Abbatoir…………………………………………………….………………….…………………Blz. 23 t/m 24 8. Achtergrondinformatie Europese Unie………………………………………………………Blz 25 t/m 29 9. Brussel!................................................................................................................Blz 30 t/m 32 10. Programmaoverzicht groot voor in je broekzak……………………….…………………………..Blz. 33
2
1. Voorwoord Hoi trainees! Dinsdag 16 juni 2015 is het zover: Dan gaan wij, de trainees van de G4, samen naar Brussel. Op 27 mei jongstleden hebben we tijdens de voorbereiding dag al een heleboel interessante kennis opgedaan over deze stad en in het bijzonder het Europees Parlement. Tijdens ons bezoek in Brussel gaan we daadwerkelijk zien hoe het er daar aan toe gaat. In dit programmaboekje lees je de broodnodige info voor het soepel verlopen van de dag. Lees het van tevoren vast rustig door, dan weet je wat er komen gaat. Het is een flinke lap tekst, maar er staat ook een boel achtergrondinformatie in. Het kan wel eens van pas komen op de dag zelf, dus print het dubbelzijdig uit, neem het mee en lees het rustig door. Leuk voor in de trein! Met verschillende trainees uit alle G4 steden zijn we een poos bezig geweest deze dag voor jullie te regelen. Een hartstikke leuke klus om te doen. We hopen van harte dat jullie een leuke, gezellige en natuurlijk leerzame dag tegemoet gaan! Mocht je tijdens de dag vragen hebben, dan kun je ons via onderstaande foto’s herkennen. Groet, De organisatie:
Jeroen: 0653152179, Laura: 0643534623, Lydia: 0657874107, Duygu: 0626925756, Nazier: 0644587929, Tamas: 0681141452, Judith: 0611377600, Moniek: 0633978714, Bas: 0621295335 3
2. Reisinformatie We hebben ervoor proberen te zorgen dat er dit jaar een zo aantrekkelijk mogelijk vervoersaanbod is om naar Brussel te gaan. Voorgaande jaren zijn we altijd met de bus gegaan maar dit jaar is ervoor gekozen om de trein te pakken. Dit betekent dat we een stuk sneller op locatie zijn en dat de reis ook nog eens bekostigd wordt als je op een andere dag de trein pakt omdat je een dag eerder of later wilt gaan. De uitgebreide reisinformatie ontvangen jullie per stad over de mail maar hieronder zien jullie een samenvatting: Alle trainees die op dinsdag naar Brussel reizen dienen de trein van 7.47 op Roosendaal te halen richting Brussel-Zuid. Om 9.05 komen we aan op Brussel-Noord (spoor 9) en hier stappen we over op de trein van 9.13 richting Luik-Paleis (spoor 7). Brussel-Luxemburg (9.23) is onze eindbestemming. Degene die op dinsdagavond terug reizen moeten de Thalys hebben die om 20.52 vertrekt vanaf station Brussel-Zuid. Vanaf de eet locatie is het 1,4 kilometer (18 minuten) lopen naar station BrusselZuid, een plattegrond is te vinden in het programmaboekje. Het is ook mogelijk om de metro te pakken. Let op: In de Thalys heb je vaste zitplekken en je ticket is enkel geldig in deze trein. Mis hem dus niet! We hopen dat jullie een aangename reis hebben en voor de overige reisinformatie verwijs ik jullie naar de e-mail die jullie van jullie Brusselcoördinator ontvangen hebben.
4
3. Programmaoverzicht & groepsverdeling Hieronder vinden jullie het programmaoverzicht en enkele opmerkingen. Het is een strak schema dus probeer er voor te zorgen dat je op tijd aanwezig bent op de locaties.
Van hot naar her Huh? Hoe moet ik van locatie naar locatie? Heel simpel! Komt-ie: Van Square de Luxembourg naar Square de Meeus:
De stadswandeling eindigt bij een metrostation waar je met je door ons uitgedeelde ov-kaartje de metro kan pakken van Port de Halles naar Clemenceau (lijn 2 of 6, vertrekt elke 3 min, duurt 4 min). Vanaf daar kun je gemakkelijk de trein van Brussel-Zuid terug naar huis pakken (kaartje op blz. 22) of nog een van de vele Belgische kroegjes in de buurt opzoeken
Zorg dat je zo’n 15 minuten voordat een activiteit op de locatie aanwezig bent!
5
Lunch Er is niets geregeld voor de lunch, als in dat er vanuit de organisatie geen eten en drinken wordt verdeeld. Neem dus je eigen lunchpakketje mee of haal het bij een winkeltje ter plekke. Er zijn voldoende leuke plekjes om eten te halen op de locatie. Groepsfoto Alvorens de activiteiten wordt er een groepsfoto gemaakt bij het parlement. Hier hebben we niet al te lang de tijd voor, dus het zou fijn zijn als we spoedig in formatie staan ;) Dresscode Zorg dat je er netjes uit ziet, we zijn immers o.a. op bezoek bij het Europees Parlement. Een driedelig pak met stropdas en strik is wellicht ietwat overdreven, maar een joggingsbroek met hemdje en een petje is natuurlijk niet echt gepast. Je hebt vast iets daar tussenin! Identificatie Wellicht ten overvloede, maar neem je identiteitskaart/paspoort mee. In het Europees Parlement moet je deze laten zien om naar binnen te kunnen. Groepsverdeling Omdat we met veel zijn is gekozen de groep in tweeën te delen. De groepen krijgen allebei hetzelfde programma voorgesteld, maar wel in een andere volgorde. De persoonlijke gegevens zijn doorgegeven aan het bureau van het Europees Parlement en daardoor is het dus ook niet meer mogelijk om van groep te wisselen. Voor het ‘lobbyspel’ is de groep verder verdeeld in kleinere groepjes, naar aanleiding van de aangegeven interesses (Smart, Green of Inclusive). Op de volgende pagina’s kun je terug vinden in welke groep, en met wie, je bent ingedeeld. Ieder subgroepje heeft een contactpersoon/verantwoordelijke, die je kunt herkennen aan de dikgedrukte letters in het overzicht van de groepjes.
6
Groep A Groep 1.1 Smart
Groep 1.2 Smart
Groep 1.3 Green
Groep 1.4 Green
Groep 1.5 Inclusive
Groep 1.6 Inclusive
Utrecht
Johan Berghuis
Den Haag
Gerard Reinders
Rotterdam
Wouter Buck
Amsterdam
Sladjana Mijatovic
Amsterdam
Renske Zengers
Amsterdam
Frank Wiebes
Den Haag
Duygu Yilmaz
Rotterdam
Souad Aitikne
Den Haag
Sorcha Gromotka
Rotterdam
Rivka Miedema
Amsterdam
Jeroen Kooij
Den Haag
Lisanne Doedens
Amsterdam
Abdel Serghini
Den Haag
David Burggraaf
Provincie Utrecht
Sander van Weperen
Rotterdam
Jeroen Habers
Amsterdam
Iris Kerremans
Den Haag
Hens Zoet
Den Haag
Priyesh Ramman
Den Haag
Rachid el Bouddounti
Utrecht
Geert Robroek
Provincie Utrecht
Iris van der Zee
Rotterdam
Peter Arnts
Amsterdam
Jasper Pastoors
Den Haag
Alex Dingemans
Den Haag
Hasan Yalcin
Den Haag
Jaap Dinkelman
Den Haag
Nazier Aziem
Amersfoort
Maurice Reinink
Utrecht
Suheyla Koçak
Rotterdam
Shota Dolidze
Amsterdam
Judith de Graaf
Amsterdam
Sabina Kekić
Den Haag
Sally Kee Smits
Utrecht
Demian Keetelaar
Amersfoort
Femke van Hamersveld
Rotterdam
Maarten van de Craats
Provincie Utrecht
Daniella Caelers
Amsterdam
Minouche Cramer
Amsterdam
Martine Blanke
Den Haag
Lotte van Oppenraaij
Utrecht
Dorothé Okkerse
7
Groep B Groep 2.1 Smart
Groep 2.2 Smart
Groep 2.3 Green
Groep 2.4 Green
Groep 2.5 Inclusive
Groep 2.6 Inclusive
Den Haag
Corine Leunge
Rotterdam
Laura Prince
Amsterdam
Mohammed Ajouaou
Amsterdam
Johannes Bloemendaal
Amsterdam
Pepijn Meeuwsen
Amsterdam
Linda Doorenspleet
Utrecht
Jeffrey ten Boden
Den Haag
Göktalay Altintas
Utrecht
Emma van Egmond
Amsterdam
Tamas Erkelens
Amsterdam
Sara Sheiki
Amsterdam
Anja Wesbuer
Den Haag
Annabeth den Boogert
Den Haag
Sara Ismaili
Rotterdam
Marc van der Wolde
Amsterdam
Thessa Meershoek
Amsterdam
Lisa de Haan
Den Haag
Mariam el Ourfi
Den Haag
Assia Eddini
Utrecht
Ali Talal
Den Haag
Roeland van der Meij
Amsterdam
Amal Khayati
Den Haag
Leyla Demirci
Den Haag
Nadia Elghazali
Utrecht
Julia Reymond
Utrecht
Wieke Westgeest
Amersfoort
Steven de Roode
Rotterdam
Lydia Kos
Utrecht
Jan Joost Lourens
Amsterdam
Andor Kwee
Amsterdam
Sarie Muijs
Den Haag
Sanne Persoon
Utrecht
Moniek van Eekeren
Utrecht
Anne van der Vijver
Utrecht
Pascal van der Bol
Amsterdam
Ilias Mahtab
Amsterdam
Kirsten Teulen
Utrecht
Michel Kloeze
Rotterdam
Reinier Lagerwerf
8
4. Lobbyspel Woensdag 27 mei vertelde Frans van Bork, lobbyist voor den Haag, trainees uit Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam tijdens de voorbereidingsactivteit voor Brussel over de geschiedenis van- en de huidige ontwikkelingen op het gebied van een stedelijke agenda in Brussel. De lobbytraining in Brussel zal gegeven worden door Hans Verdonk, lobbyist van Rotterdam. Als voorbereiding op deze training dien je:
Onderstaand door te lezen
Op te zoeken met welk thema je je bezig gaat houden tijdens de training
Voor dit thema een aantal antwoorden op vragen te formuleren (max een A4)
Het antwoord op de vragen mee te nemen tijdens de Brusseldag
Er wordt al bijna 30 jaar gesproken over een stedelijke agenda in de Europese Unie. De ene keer zou deze agenda moeten gaan over meer en/of specifieke Europese subsidies voor steden. De andere keer weer over wet- en regelgeving en beleid. Sinds een aantal jaren wordt dit is hiervoor de naam DG REGIO gevonden; het directoraat generaal van de Europese Commissie (EC) voor regionaal en stedelijk beleid. De Europese debatten zijn de afgelopen jaren geïntensiveerd en moeten, in de eerste helft van 2016 leiden tot een stedelijke agenda. op 2 juni presenteert de Europese Commissie haar Staff Working Document op. Een document van 21 kantjes, waarin de Europese Commissie de belangrijkste elementen van een EU stedelijke agenda [SWD(2015)109] vast stelt. Dit werkdocument volgt op een openbare consultatie bij de belangrijkste stakeholders. Werkgevers, werknemers, regio’s en steden die hebben kunnen aangeven wat zij belangrijk vinden in een stedelijke agenda. De Europese Commissie probeert vervolgens uit al deze standpunten en meningen één lijn te vormen. In het Staff Working Document van de stedelijke agenda worden drie prioritaire beleidsterreinen geschetst waarop de Commissie de komende jaren vooruitgang wil boeken. Uit deze focus op beleidsterreinen vloeien kansen voor steden in bijvoorbeeld subsidiering maar ook bevoegdheden. Het is mede aan de steden hier actief invulling aan te geven. De beleidsterreinen zijn: 1.Smart – low carbon, low waste and smart flow cities Enkele thema’s: energy (efficiency), transport, smart infrastructure, public transport, digital innovation. 2.Green – environmentally-friendly, climate resilient and compact cities Enkele thema’s: urban development green, climate ready (heat waves/drought), food production, conservation 3. Inclusive – living, caring, inter-generational cities Enkele thema’s: Open, tolerant, quality of life (housing, neigboorhood regeneration, access to service, local economic development and jobs Lobbytraining Tijdens de Brusseldag, op 16 juni, krijgen jullie een twee uur durende lobbytraining. Aan jullie wordt gevraagd als G4 een succesvolle lobby voor de stedelijke agenda in Brussel op te zetten, naar aanleiding van dit Staff Working Document. Tijdens de training wordt eerst inzichtelijk gemaakt hoe de verschillende partijen opereren op dit terrein. Naast de voorbereidingen van het Nederlandse voorzitterschap en het Europees Parlement (rapport Westphal) komt bijvoorbeeld ook de inzet van Eurocities aan bod. Maar, een succesvolle lobby begint eerst en altijd met een analyse van je eigen positie. Met andere woorden: als je niet weet waar je zelf voor staat en welke stakeholders er in je eigen stad bij betrokken zijn bij jouw beleidsterrein, kun je niet een positie vertegenwoordigen. 9
Opdracht Ter voorbereiding op deze dag wordt jullie gevraagd om één van de drie thema’s van het Staff Working Document uit te werken op basis van onderstaande vragen. Neem op de Brusseldag max 1 A4tje (papier of digitaal) mee met antwoord op deze vragen. 1.
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor de stad op eén van de drie beleidsterreinen uit het Working document? Wat wil je hier bereiken? Waar zie jij kansen en/of knelpunten? En in hoeverre zijn er Europese kansen / knelpunten? Invalshoeken kunnen bijvoorbeeld zijn beleidsfocus, partnerschappen met medeoverheden en/of bedrijven en burgerparticipatie.
2.
Welke oplossingen dragen het meest bij aan de uitdaging, en welke rol vervult de (lokale) overheid daarbij? Invalshoeken kunnen bijvoorbeeld zijn stimulerend, verbindend met lokale partijen en mede overheden of andere partijen met verantwoordelijkheid voor dit beleidsterrein,.
3.
Wat is nodig om deze oplossingen te realiseren? Invalshoeken kunnen bijvoorbeeld zijn financiële middelen (subsidies, leningen, deelnemingen), meer, minder of specifiekere wetgeving, of een andere manier van werken
4.
Zijn er kennislacunes waar externe partijen (kennisinstellingen, andere Europese steden en/of landen) kennis en ervaring kunnen delen? Invalshoeken kunnen bijvoorbeeld zijn steden die ervaring hebben met het lokaal uitvoeren van een specifiek beleidsveld, over specifieke omstandigheden beschikken, samenwerken met andere partijen. Denk hierbij aan welke kennis jij op jouw beleidsveld kunt geven, en wat je nodig hebt.
Jullie input wordt gebruikt door G4-lobbyisten Op 12 februari jl. hebben de G-4 samen met het rijk een werkconferentie rond de Urban Agenda georganiseerd. Daarbij werd duidelijk dat op de potentiële beleidsterreinen eerst inzichtelijk gemaakt moet worden wat de steden willen bereiken (op korte en lange termijn) en wat zij hiervoor nodig hebben. In tweede instantie dient er dan bepaald te worden of het om een lokaal issue gaat, of er nationaal actie nodig is en wat er (eventueel) additioneel op Europees niveau dient plaats te vinden. Jullie input als trainees zal door de G4 gebruikt worden om scherper te krijgen wat steden willen. Om een goed beeld te krijgen van de stedelijke agenda in Brussel, vragen we je ook onderstaande samenvatting te lezen. Verdere achtergrondinformatie Al bij de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal was er aandacht voor de problematiek van steden, vooral het gebrek aan betaalbare woningen. Vanaf de jaren 70 kwam er langzamerhand steeds meer aandacht voor steden, o.a. met thema’s als luchtkwaliteit, congestie, sociale uitsluiting en vanaf midden jaren 80 kwamen daar ook langzaam maar zeker Europese middelen voor beschikbaar. Hoewel zo’n beetje elk type regio in het Verdrag is opgenomen, ontbreekt nog steeds de stedelijke regio waardoor continu de vraag wordt opgeworpen of de EU wel bevoegdheden heeft voor de aanpak van stedelijke vraagstukken. In 1997 werd tijdens het Nederlandse voorzitterschap voor het eerst een ministeriële bijeenkomst georganiseerd over wat toe heette: “Naar een Europees stedelijke agenda”. Een jaar later werd in Wenen het eerste Urban Forum georganiseerd waarbij de EC haar actieplan voor duurzame stedelijke ontwikkeling presenteerde. Nog geen jaar later moest de EC wegens corruptie aantijgingen aftreden en waren de steden terug bij af. Wel was nog de mogelijkheid geschapen voor zogenaamde stedelijke deelprogramma’s binnen het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) vanaf 2000. In 10
Nederland werd dit het zogenaamde D2 programma stedelijke gebieden.11 stadswijken waarvan zes in de G-4 kregen geld vanuit dit fonds. Ook in 2000 spraken de lidstaten een gemeenschappelijke lijst van stedelijke thema’s af waar de komende jaren op zou worden samengewerkt. Omdat de stedelijke agenda in Europa nogal snel aan momentum verloor, agendeerde het Nederlandse voorzitterschap van 2004 een nieuwe ministeriële bijeenkomst over stedelijke vraagstukken met als resultaat het Urban Aquis van Rotterdam. Deze lidstaatsamenwerking werd voortgezet en leidde in 2007 tot het Charter van Leipzig voor duurzame stedelijke ontwikkeling. Tegelijkertijd ving in 2007 een nieuwe zevenjarige fondsenperiode aan waarin binnen het EFRO het Kansen voor West programma werd opgezet. Hierin hebben de G-4 grote gedelegeerde bevoegdheden en de helft van de beschikbare middelen gekregen. Een grote impuls vanuit de EC werd gegeven door de in 2009 aangetreden commissaris Hahn die naast regionaal ook stedelijk beleid (voor het eerst in Europa genoemd als apart beleidsterrein) in zijn portefeuille kreeg. Onder zijn initiatief zijn verschillendeaanzetten gegeven om een grotere rol voor steden te realiseren. In de initiatieven werden steden niet alleen gezien als begunstigde van EU gelden, maar vooral als mede overheden verantwoordelijk voor de implementatie en handhaving van EU weten regelgeving. Naar het einde van zijn mandaat lanceerde Hahn de Mededeling en consultatie “De stedelijke dimensie van het Europees beleid – Hoofdkenmerken van een Europese stedelijke agenda” [COM(2014)490 van 18 juli 2014]. In het Staff Working Document zijn de resultaten van deze consultatie en de vervolgstappen opgenomen. Huidige Europese Commissie: 10 prioriteiten verbinden met steden De nieuwe Juncker Commissie kiest voor een veel geconcentreerdere aanpak en biedt slechts ruimte aan enkele thema’s (de 10 prioriteiten van Juncker). De stedelijke agenda krijgt niet de prioriteit die het de afgelopen jaren genoot. Maar wel is er de ruimte om op enkele prioritaire thema’s (Smart, Green en Inclusive) met een sterke invloed op het stedelijke territoir initiatieven te ondernemen. Het op 22 mei vastgestelde Staff Working Document geeft hiertoe de eerste aanzet. De aandacht die het Nederlands voorzitterschap aan de stedelijke agenda geeft, is belangrijk om ervoor te zorgen dat de inzet van de EC niet verder verwatert. Focus versus draagvlak In de jaren 70 en 80 lag de aandacht voor steden in Europa vooral op n specifiek thema: Het gebrek aan betaalbare woningen. De slechte luchtkwaliteit. Hoge werkloosheid door verplaatsing van de industrie naar lage lonen landen. In de jaren 90 ging het vooral om de stapeling van deze problemen in de grote steden. In tegenstelling tot de grote steden, wisten de middelgrote steden in vooral de meer landelijke gebieden zich gesteund door allerhande steunprogramma’s. In de ogen van deze regio’s probeerden de grote steden Europese middelen van hen af te snoepen. Met de groeiende aandacht vanuit de EC voor de stedelijke vraagstukken hebben de tegenstanders van weleer zich langzamerhand in het kamp van de steden geschaard. Ging het bijvoorbeeld in het verleden over grensregio’s, dan gaat het nu over steden en stedelijke regio’s in grensgebieden. Daarmee zijn ineens geheel andere thema’s en partners aan de stedelijke agenda toegevoegd. Ging het tot 2010 over (de stapeling van) grootstedelijke vraagstukken die Europabreed speelden, nu gaat het vooral om de vraag wie aan de tafel mogen zitten bij het bepalen van de urban agenda.Naast de geografische spreiding is het van belang dat er ten minste een grote (hoofd)stad, een middelgrote stad en een kleine stad bij betrokken zijn. Door deze verbreding van issues en partijen gaat de stedelijke agenda dus over alles en daarmee feitelijk over niets.
11
Om de focus in de stedelijke agenda terug te brengen, is het van belang te bepalen wat de werkingssfeer van een bepaald thema is en welke rol de EU hierin eventueel kan vervullen. Anders gezegd: waar gaat de stedelijke agenda precies over, en wat zou de EU hierin kunnen betekenen. Bijvoorbeeld: Eén van de belangrijkste doelen van de Juncker Commissie is het stimuleren van economische groei. Zou de EU bijvoorbeeld moeten ondersteunen dat in steden startup ecosystemen worden gemaakt? Het Staff Working Document kan hiertoe een eerste aanzet geven. Het Nederlandse voorzitterschap zet conform de Agenda Stad in op partnerschappen van lidstaten, de EC, regio’s en steden rond, in eerste instantie, drie thema’s.
12
5.
Rondleiding Europees Parlement
We gaan in twee groepen het EP bezoeken. We krijgen een uitgebreide rondleiding van een medewerker van het EP. Om het EP te kunnen bezoeken moeten we ons identificeren. Vergeet dan ook niet je ID kaart/rijbewijs/paspoort mee te nemen!! Een rondleiding duurt anderhalf uur en omvat een inleiding door een voorlichtingsmedewerker over de rol en de werkzaamheden van het Europees Parlement en een bezoek aan de plenaire vergaderzaal van het Parlement. De rondleiding voor groep A zal starten om 10:30. De rondleiding voor groep B zal starten om 13:00. Het is de bedoeling dat groepen zich 15minuten van te voren melden bij de bezoekersingang van het Paul-Henri Spaakgebouw (zie plattegrond bij ‘visit EP’).
13
Achtergrond informatie EP Hoeveel leden telt het EP? Op dit moment telt het Europees Parlement 766 leden uit de 28 lidstaten van de Europese Unie: dat lijkt veel, zeker voor Nederlanders, die gewend zijn aan een Tweede Kamer van 150 leden. Maar laten we niet vergeten dat de grote landen, zoals Duitsland en Italië, die zelf parlementen hebben met meer dan 600 leden, hier niet zo van opkijken. Trouwens, wil je ook de kleinere landen in de EU een redelijke vertegenwoordiging geven in het EP, dan kom je al gauw op aantallen in deze orde van grootte. Mag het EP zelf wetsvoorstellen indienen? Nee, het zg. recht van initiatief (zoals de Tweede Kamer dat heeft) heeft het EP niet. In de Europese verdragen staat dat de Europese Commissie het "exclusieve initiatiefrecht" heeft, wat inhoudt dat alleen de Commissie wetgevingsvoorstellen mag indienen. Natuurlijk mag het EP wel te allen tijde aan de Commissie verzoeken met wetgevingsvoorstellen te komen, maar daartoe dwingen kan het de Commissie niet. Hoeveel verdient een lid van het EP? Tot juni 2009 hetzelfde als een lid van de Tweede Kamer. Althans, de Nederlandse Europarlementariërs. De Franse leden kregen hetzelfde bedrag als hun nationale collega's in de Assemblée Nationale en de Duitse leden verdienden hetzelfde als de leden van de Bundestag. Deze nationaal georiënteerde bezoldiging was een overblijfsel uit de tijd dat de leden van het Europees Parlement nog niet rechtstreeks werden gekozen, maar als gekozen lid van hun nationale parlement zitting hadden in het EP (het zg. dubbelmandaat). Sinds 1979 worden de leden van het EP weliswaar rechtstreeks gekozen, maar het heeft lang geduurd voordat overeenstemming werd bereikt over een uniforme salariëring van alle parlementariërs. Bezwaar van het beloningsstelsel was uiteraard dat de inkomensverschillen tussen de verschillende parlementariërs, naar gelang van het land waar ze gekozen waren, onevenredig groot waren. Vandaar dat er gewerkt werd aan een voorstel voor een uniform statuut - en daarmee een uniforme betaling - voor alle EP-leden. De Raad keurde dit voorstel in juli 2005 goed. Dit betekent dat met ingang van juli 2009 de leden circa 7665 euro bruto per maand verdienen, dit is 38,5 % van het basissalaris van een rechter van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Hoeveel macht heeft het EP? Om te beginnen heeft het EP recht van medebeslissing (samen met de Raad van ministers) op tal van wetgevingsterreinen: milieu, transport, consumentenbescherming enz. Daarnaast heeft het EP een belangrijke inbreng bij de goedkeuring van de jaarlijkse begroting en in het uiterste geval zelfs het recht de begroting te verwerpen. Verder heeft het EP het laatste woord bij de uitbreiding: een land kan pas tot de Europese Unie toetreden nadat het EP daarmee heeft ingestemd. En ook voor de benoeming van de Commissievoorzitter en de overige leden van de Commissie is de instemming van het Europees Parlement vereist. In lijn hiermee heeft het EP ook de mogelijkheid om -in geval van een diepgaand verschil van inzicht- een motie van wantrouwen tegen de Commissie (als geheel, niet tegen individuele commissarissen) uit te spreken. Waarop is het zetelaantal per land gebaseerd? Op het inwonertal, m.a.w hoe groter de bevolking, hoe groter de delegatie in het EP. Duitsland is met 80 miljoen inwoners de grootste lidstaat en heeft 99 leden in het EP. Nederland heeft 26 leden (op een bevolking van ruim 16 miljoen inwoners) en de 10 miljoen Belgen worden vertegenwoordigd door 22 Europarlementariërs. Hoewel het bevolkingsaantal maatgevend is voor het aantal leden in het EP, 14
wordt de verdeelsleutel wel degressief toegepast, wat inhoudt dat de kleinere landen naar verhouding beter zijn vertegenwoordigd dan de grote lidstaten. Hoe wordt de Voorzitter van het EP gekozen? De Voorzitter van het EP wordt gekozen door de EP-leden zelf en wel uit hun midden. Ieder lid mag zich kandidaat stellen en de kandidaat die na een aantal stemrondes de absolute meerderheid haalt, mag zich voor tweeënhalf jaar voorzitter noemen. Dus tijdens het vijfjarige mandaat van het EP wordt twee keer een voorzitter gekozen: de eerste keer direct na de verkiezingen, de tweede keer halverwege het mandaat. Met deze "wisseling van de wacht" wordt voorkomen dat een vertegenwoordiger van één partij en één lidstaat gedurende het hele mandaat voorzitter blijft. Op dit moment is de Duitse sociaaldemocraat Martin Schulz Voorzitter van het EP. Hoe worden de leden van het EP gekozen? De leden van het EP worden één keer in de vijf jaar gekozen bij rechstreekse, algemene verkiezingen. De laatste verkiezingen voor het EP werden gehouden in juni 2009 en de eerstvolgende verkiezingen zijn in 2014. Mag een Europarlementariër tevens lid zijn van de Tweede Kamer? Nee, dat is niet meer toegestaan. Tot 1979 - het jaar waarin het Europees Parlement voor het eerst rechtstreeks werd gekozen - waren de leden van het EP afkomstig uit de Eerste en Tweede Kamer en hadden zij een zogenaamd dubbelmandaat: lid van het EP èn lid van de Eerste of Tweede Kamer. Sinds 1979 worden de leden echter rechtstreeks gekozen en sedertdien is ook de figuur van het dubbelmandaat in onbruik geraakt, zeker omdat beide functies vrijwel onmogelijk te combineren zijn. Sinds de Europese verkiezingen van 2004 is het dubbelmandaat bij Besluit van de Raad van de EU niet meer toegestaan, alleen voor het Verenigd Koninkrijk en Ierland werd nog een uitzondering gemaakt tot 2009. Mogen de leden uit de nieuwe landen ook allemaal hun eigen taal spreken? Ja, het beginsel van de gelijkwaardigheid van de talen wordt ook toegepast op het Pools, Hongaars, Tsjechisch enz. Dat betekent dat de leden uit de nieuwe landen ook hun eigen taal mogen spreken en recht hebben op vertolking en vertaling naar hun eigen taal. Is er wel eens nagedacht over beperking van het aantal talen? Nagedacht wel, maar veel verder dan nadenken is het nooit gekomen. Want als je het aantal talen wilt beperken, welke moet je dan laten vallen? Alle kleine talen? Dat zou leiden tot een onevenredige bevoordeling van de grote landen. De meest gesproken talen? Dan zou het Duits de beste papieren hebben, want dat is de meest gesproken taal in de Europese Unie. Maar zeker niet de meest gesproken tweede taal, en daar gaat het per slot van rekening om als je het aantal talen wilt beperken. De meest gesproken tweede taal in de Europese Unie is het Engels. Maar ook het Frans is als traditionele voertaal van de diplomatie niet weg te denken uit de dagelijkse communicatie binnen de Europese instellingen, te meer daar de vestigingsplaatsen van het Europees Parlement veel meer wijzen in de richting van het Frans dan van het Engels. Daar komt bij dat beperking van het aantal talen niet ten goede komt aan de transparantie van de besluitvorming. Immers, de burger mag toch verwachten dat zijn/haar volksvertegenwoordigers debatteren en besluiten nemen in een taal die voor die burger begrijpelijk is? Kun je als burger een vergadering van het EP bijwonen? Ja, plenaire zittingen worden altijd gehouden in de grote vergaderzaal ("hemicycle") en daar kunnen burgers vanaf de publieke tribune de vergadering bijwonen. Als u met een groep het EP wilt bezoeken, 15
dient u vooraf contact op te nemen met de Bezoekersdienst, die u alles kan vertellen over vergaderschema's en bezoekmogelijkheden. Wie mogen er in het EP worden gekozen? De Nederlandse Kieswet is hier van toepassing: iedere Nederlander die beschikt over het passieve kiesrecht, d.w.z in beginsel eenieder die 18 jaar is of ouder, mag zich verkiesbaar stellen voor het Europees Parlement. Wordt de Tweede Kamer in de toekomst overbodig gemaakt door het Europees Parlement? Nee hoor, geen sprake van, net zo min als de gemeenteraden en provinciale staten in hun voortbestaan worden bedreigd door de Tweede Kamer. Elke bestuurslaag vraagt om zijn eigen parlementaire controle: zoals het college van B&W wordt gecontroleerd door de gemeenteraad, en de regering op de vingers wordt gekeken door het nationale parlement, zo houdt het Europees Parlement toezicht op het doen en laten van de Europese instellingen, met name de Commissie en de Raad. En dat zal ook in de toekomst zo blijven. Zijn de vergaderingen van het EP openbaar? Ja, de plenaire zittingen van het EP zijn altijd openbaar. Datzelfde geldt in iets mindere mate voor de vergaderingen van de parlementaire commissies: die zijn in beginsel openbaar, tenzij de commissie besluit achter gesloten deuren te vergaderen, wat slechts in zeer uitzonderlijke gevallen voorkomt (bij voorbeeld als er gevoelige persoonlijke dossiers worden behandeld). Fractievergaderingen zijn uiteraard alleen toegankelijk voor de leden van de desbetreffende fractie en de medewerkers. Door wie worden de kosten van het EP gedragen? Uiteindelijk door de Europese belastingbetaler. Maar wel via de omweg van de EU-begroting. Elke lidstaat draagt namelijk een percentage van zijn BNP bij aan de EU-begroting en uit deze EU-begroting worden de werkingskosten van de instellingen (Commissie, Parlement, Raad, Hof van Justitie enz.) betaald. Zo bedragen deze kosten voor het Parlement ongeveer 1,2% van de totale begroting van de EU, wat neerkomt op 2,5 euro per inwoner van de EU per jaar. Waarom heeft het EP niet één vaste werkplaats? Omdat de nationale regeringen van de lidstaten maar niet tot een akkoord kunnen komen over de zgn. zetelkwestie, heeft het EP tot op de dag van vandaag drie verschillende werkplaatsen: Straatsburg (waar de maandelijkse plenaire zittingen worden gehouden), Brussel (waar de fractie- en commissievergaderingen plaatsvinden) en Luxemburg (waar het grootste deel van de ambtelijke diensten is gevestigd). Helaas heeft het Europees Parlement zelf geen zeggenschap in deze kwestie en is zij gebonden aan een besluit terzake van de nationale regeringen. Wie mogen er gaan stemmen voor het Europees Parlement? Iedereen die stemgerechtigd is, dus in Nederland geldt dat in beginsel voor iedereen die 18 jaar is of ouder.
16
6.
Stadswandeling
De stadswandeling duurt ongeveer vijftig minuten en gaat langs een paar mooie gebouwen en gezellige straten in Brussel. Het eindpunt van de stadswandeling is het metrostation Porte de Hal waar je de metro kunt nemen naar horecagelegenheid Abbatoir waar de netwerkborrel is en het diner (dit is ook dichtbij Brussel Zuid waar de trein naar huis genomen kan worden). Overzichtskaart
Instructies De wandeling start bij het Luxemburgplein. Loop hier de Rue de Trèves in en sla de eerste straat linksaf: de Rue Montoyer.
17
Loop de Rue Montoyer helemaal uit totdat je op de kruising met de Boulevard du Régent bent. Sla rechtsaf om vervolgens linksaf Rue Lambermont in te lopen (richting het Warandepark).
Loop linksom het park. Sla linksaf bij de Hertogstraat en vervolgens rechtsaf bij Place de Palais. Je staat nu voor het Koninklijk Palijs van Brussel. Loop de Place de Palais uit en sla linksaf bij de Koningsstraat.
18
Als je de Koningsstraat volgt kom je op het Koningsplein. Steek het plein over en vervolg je weg op de Rue de la Régence.
Sla op de Rue de la Regence rechtsaf op de Rue Rodenbroek, om vervolgens linksaf te slaan op de Rue Ernest Allard.
Je loopt nu via de Ernest Allard op het Justitiepaleis af. Rechts van het Justitiepaleis is ‘de lift van Marollen’. Neem hier de lift naar beneden naar de Marollen. 19
Ga beneden aangekomen via de Rue Notre Dame De Graces linksaf Rue Haute in.
Sla op de Rue Haute de derde straat rechts in (Rue des Renards). Je komt nu op het plein ‘Place du Jeu de Balle’. Vervolg vanaf het plein via Rue Blaes je weg naar het eindpunt van de wandelroute, het metrostation Port de Hal.
20
Stap op het metrostation op lijn 2 of 6 en stap uit bij Clemenceau (z.o.z. voor looproute)
21
Looproute van Clamenceau naar Abbatoir en Station Brussel Zuid
22
7.
Abbbatoir / speeddaten
16:00
16:30 Binnenkomst trainees
Abbatoir Rue Ropsy Chaudron 24, 1070 Anderlecht
Ontvangstwoord Abattoir door 16:30 17:00
Cultureghem & borrel
Abbatoir Rue Ropsy Chaudron 24, 1070 Anderlecht
Speeddaten met Europese Commissie ambtenaren & 17:00 18:30
rijkstrainees
Abbatoir Rue Ropsy Chaudron 24, 1070 Anderlecht
18:30 20:00
Eten
Abbatoir Rue Ropsy Chaudron 24, 1070 Anderlecht
De 40.000 m2 van Abattoir in Anderlecht ontvangt wekelijks 100 000 mensen tijdens haar verschillende markten.Cultureghem vzw boort het potentieel van deze bruisende ontmoetingsplek aan en werkt zo mee aan een nieuwe creatieve en ondernemende must go zone voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Cultureghem is een antwoord op de acute behoefte van bewoners in Anderlecht en bij uitbreiding heel Brussel naar kwaliteitsvolle publieke ruimte. Een klaslokaal, een speelplaats, een voetbalveld, een keuken, een tentoonstelling, een stadsliving, … evenveel ruimtes voor evenveel gebruiken en gebruikers in de stad.
KOOKMET brengt Brusselse ketten op een ludieke manier in contact met gezonde voeding. Normaal gesproken gaan zij naar de markt met kids en buurtbewoners om te laten zien hoe lekker en leuk goed eten is. Nu zullen zij enkel voor ons een vegetarisch menuutje samen stellen.
23
Speed daten Op dinsdag 16 juni 2015 zullen de trainees van de 4 grootste gemeentes van Nederland een bezoek brengen aan Brussel. Deze geselecteerde talenten met publieke belangstelling, zullen een training volgen over de rol van steden in de E.U. Na een vol programma, met o.a. bezoek aan Europees parlement en een lobbyspel, willen zij graag kennis maken met mensen die in Brussel werken. Het doel hiervan is dat de trainees – onder het genot van een drankje en een hapje – leren wat iemand die werkt bij een Europese instelling nu precies allemaal doet. Zo leren de trainees over de verschillende onderdelen van Europees beleid, projecten en regelgeving. Om de interactie levendig te maken, hebben we gekozen voor een speeddate formaat.
Achternaam
Voornaam
Functie
Instelling
Putte, van de
Justine
Stagiaire
Europees Parlement
Zandstra
Thomas
Seconded National Expert
Europees Parlement
Corpeleijn
Pieter
National Expert Professional
Europese Commissie
Training Wieland
Fiona
Seconded National Expert
Europese Commissie
Vredegoor
Willemijn
Stagiaire
Huis Nederlandse Provincies
Neefjes
Mariska
Stagiaire
Member European Parliament
Wesselingh
Frederique Stagiaire
NAVO
Bijvank
Tessa
Rijkstrainee
PV EU
Goot, van der
Auke
Senior beleidsmedewerker
PV EU
Kersten
Stijn
Beleidsmedewerker
PV EU
Schouten
Renate
Rijkstrainee
PV EU
Verheij
Jesper
Rijkstrainee
PV SG
Zuilekom, van
Floris
Rijkstrainee
UNESCO
Lim
Roger
Seconded National Expert
Europese Commissie
Berkel, van
Leon
Seconded National Expert
Europese Commissie
24
8.
Achtergrondinformatie Europese Unie
Europese Unie in het kort Wat is de Europese Unie? De Europese Unie (EU) is een samenwerkingsverband op verschillende terreinen van 28 Europese lidstaten. Lidstaten van de Europese Unie De lidstaten van de EU zijn:
vanaf 1952: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland; toegetreden in 1973: Denemarken, Groot-Brittannië, Ierland; toegetreden in 1981: Griekenland; toegetreden in 1986: Portugal, Spanje; toegetreden in 1995: Finland, Oostenrijk, Zweden; toegetreden in 2004: Cyprus (Grieks deel), Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije, Tsjechië;
toegetreden in 2007: Bulgarije en Roemenië. toetreding 2013: Kroatië 1 juli 2013
Pijlers van de Europese Unie De EU is de verzamelnaam voor 3 pijlers van integratie:
Europese Gemeenschappen (EGKS, EG en EGA1) en nieuwe regelingen (o.a. burgerschap, gezondheidszorg, sociaal beleid, milieu);
Buitenlands beleid en veiligheid; Justitie en binnenlandse zaken.
Werking Europese Unie Het beleid van de Europese Unie (EU) wordt vastgesteld door de 28 lidstaten. Hun ministers en volksvertegenwoordigers zorgen er voor dat de belangen van alle inwoners van Europa zo goed mogelijk worden behartigd. EUROPESE INSTELLINGEN:
Europees parlement
Het Europees Parlement vertegenwoordigt alle Europese burgers. Het Parlement vergadert maandelijks in Brussel en het Franse Straatsburg. Het Europees Parlement heeft 751 leden uit de lidstaten. Hoeveel zetels een land heeft, is afhankelijk van het aantal inwoners van het land. Nederland heeft 26 zetels in het Europees Parlement. De leden van het parlement worden iedere 5 jaar op een vast tijdstip rechtstreeks gekozen. In alle EU-landen zijn dan verkiezingen. De laatste verkiezingen waren in Nederland op donderdag 22 mei 2014. De meeste kandidaten voor het Europees Parlement zijn lid van nationale politieke partijen. In het Europees Parlement verenigen de verschillende partijen zich in transnationale fracties gebaseerd op politieke stroming; ideologie speelt een grotere rol dan nationaliteit. 1
EGKS: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. EG: Europese Gemeenschap. EGA: Europese Gemeenschap voor Atoomenergie 25
Samen met de Raad van Ministers beslist het Europees Parlement over Europese wetten en over de jaarlijkse Europese begroting die door de Europese Commissie worden voorgesteld. Dit gebeurt middels de ‘gewone wetgevingsprocedure’ (zie bijgevoegd schema). Het Europees Parlement: - stelt wetten vast. Europese wetten moeten door het parlement worden goedgekeurd voordat ze in werking treden; - besluit over de begroting van de Europese Unie. Samen met de Raad besluit het Parlement waar de unie geld aan uitgeeft; - oefent democratische controle uit, vooral op de Europese Commissie. Het Parlement beoordeelt de benoeming van de leden van de Europese Commissie en is bevoegd om de Commissie tot aftreden te dwingen.
Europese Raad
De Europese Raad is het hoogste politieke orgaan van de Europese Unie. Het bestaat uit de staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten. De Europese Raad bepaalt het EU-beleid op hoofdlijnen en is dus vooral strategisch van aard. Sinds het Verdrag van Lissabon heeft de Europese Raad een vaste voorzitter die niet een land vertegenwoordigt. Op dit moment is dat de Belg Herman van Rompuy. Per 1 december treedt de Pool Donald Tusk aan als nieuwe voorzitter. De voorzitter heeft geen stemrecht.
De Raad van de Europese Unie (voorheen Raad van Ministers)
De Raad van de Europese Unie vertegenwoordigt de regeringen van de lidstaten en is het orgaan van de EU waar het beleid wordt gemaakt. De Raad bestaat uit de ministers van de 28 lidstaten. De samenstelling van de Raad van de Europese Unie wisselt: welke minister deelneemt aan de Raad is afhankelijk van het onderwerp dat wordt besproken. Als de begroting op de agenda staat, komen de ministers van financiën bijeen. Als veiligheid op de agenda staat zijn dat de ministers van justitie. Ook het voorzitterschap van de Raad wisselt: ieder half jaar is een andere lidstaat voorzitter. Dat land bepaalt dan de agenda. Nederland zal die positie het eerste half jaar van 2016 bekleden. Elke minister in de Raad vertegenwoordigt de regering van het land en is bevoegd namens die regering te tekenen voor wetsvoorstellen en begrotingen. Elke minister moet zelf verantwoording afleggen in het eigen nationale parlement. De Raad van Ministers: - stelt Europese wetten vast; - stelt samen met het Europees Parlement de begroting van de EU vast - sluit overeenkomsten met landen buiten de EU. De Raad van Ministers komt in tien verschillende samenstellingen bijeen: Algemene Zaken; Buitenlandse Zaken; Economische en Financiële Zaken; Justitie en Binnenlandse Zaken; Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken; Concurrentievermogen; Vervoer, Telecommunicatiemiddelen en energie; Landbouw en Visserij; Milieu; Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur.
Europese Commissie
De Europese Commissie is een onafhankelijk orgaan dat waakt over het algemeen belang van de Europese Unie. De commissie dient wetsvoorstellen in en is er verantwoordelijk voor dat besluiten van de Raad van Ministers en het Europees Parlement door de lidstaten worden uitgevoerd. De regeringen van de lidstaten van de Europese Unie stellen de voorzitter van de Europese Commissie aan. Dit gebeurt binnen 6 maanden na de verkiezingen voor het Europees Parlement. De voorzitter kiest daarna de 28 EU commissarissen. Deze mensen zijn vaak minister geweest in hun eigen land. Zij krijgen echter geen instructies van hun regeringen. Het Europees Parlement moet instemmen met de kandidaten en de Europese Commissie in zijn geheel. In principe wordt een voorgestelde Commissie afgekeurd als het Parlement het er niet helemaal mee eens is. Een (kleine)
26
verandering in persoon of portefeuille kan echter een verschil maken. Dit gebeurde bij de goedkeuring van de Juncker Commissie, toen moest de Sloveense Commissaris Bratušek zich terugtrekken na enkele schandalen rond haar persoon en werd een nieuwe Sloveense wel goedgekeurd. Ook na aantreden van de Commissie kan het Europees Parlement de Commissie opheffen. Het Europees Parlement kan dan niet meer afzonderlijk een EU Commissaris naar ‘huis sturen’. De Europese Commissie: - dient wetsvoorstellen in bij het Europees Parlement en bij de Raad van Ministers; - voert het beleid van de Europese Unie uit; - zorgt samen met het Hof van Justitie dat het Europees recht wordt gehandhaafd; | - vertegenwoordigt de Europese Unie bij onderhandelingen over overeenkomsten tussen de EU en andere landen. Dat gebeurt alleen als het gaat om onderwerpen waarop de EU beleid mag maken. De huidige Commissie is op 1 november 2014 voor 5 jaar benoemd. De Luxemburger Jean-Claude Juncker is de voorzitter. De Nederlandse Eurocommissaris Frans Timmermans is als eerste vicevoorzitter Junckers rechterhand. Hij heeft de nieuwe portefeuille Betere Regulering, Interinstitutionele Betrekkingen, Rechtsstatelijkheid, het Handvest van de Grondrechten en Duurzame Ontwikkeling.
Andere Europese instanties
Bij het beleid van de Europese Unie zijn ook andere Europese instanties betrokken. Zij geven advies, controleren het beleid of voeren het beleid uit.
Vertegenwoordiging regio’s en belangengroepen Er zijn twee instellingen die groepen en regio’s vertegenwoordigen. Zij geven advies aan de Raad van Ministers, de Europese Commissie en het Europese Parlement: - Het Europees Economische en Sociaal Comité (EESC) bestaat uit vertegenwoordigers van economische en maatschappelijke organisaties. Het EESC geeft adviezen aan de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement. - Het Comité van de Regio’s (CvdR) vertegenwoordigt lokale en regionale overheden bij de totstandkoming van Europese wetgeving. De Europese Commissie en de Europese Raad zijn verplicht het Comité van de Regio’s te raadplegen bij besluiten die impact zullen hebben op regionaal of lokaal niveau. Het Comité kan ook op eigen initiatief advies uitbrengen en geraadpleegd worden door het Europees Parlement.
Veiligheid en recht Er zijn 3 instellingen betrokken bij veiligheid en recht: - Het Hof van Justitie ziet er op toe dat de verdragen en regels van de Europese Unie in alle lidstaten worden nageleefd. - De Europese politiedienst Europol verbetert de effectiviteit en samenwerking van de lidstaten op het gebied van misdaadbestrijding. Europol richt zich vooral op preventie van internationale georganiseerde misdaad, drugshandel en terrorisme. - Frontex coördineert de samenwerking tussen lidstaten bij de bescherming van de buitengrenzen van de EU. De organisatie helpt onder andere grenswachten op te leiden en verleent technische en operationele bijstand aan de lidstaten.
Financieel beleid Er zijn drie instellingen die advies geven over het financieel beleid of die dat beleid uitvoeren: - De Europese Centrale Bank is verantwoordelijk voor het Europese monetaire beleid. Het hoofddoel is de koopkracht van de euro en de prijsstabiliteit in de eurozone in stand houden. - De Europese Investeringsbank (EIB) is een onafhankelijke instelling en verstrekt leningen aan bedrijven en
27
overheidsinstanties . De EIB levert op deze manier een bijdrage aan de financiering van projecten die aansluiten bij de doelstellingen van de EU. - De Europese Rekenkamer controleert alle uitgaven en inkomsten van de EU. Ook onderzoekt de Rekenkamer de administratie van alle personen en organisaties die inkomsten en uitgaven van de EU beheren.
Voedsel en consument Er zijn twee organisaties zich bezighouden met consumentenzaken: - Het Europese Voedselagentschap (EFSA) geeft onafhankelijke wetenschappelijke adviezen over voedsel en voedselveiligheid. De EFSA werkt nauw samen met nationale autoriteiten, de Europese Commissie en het Europees Parlement. Daarnaast kan de EFSA ook op eigen initiatief wetenschappelijk onderzoek verrichten. - De Europese Ombudsman onderzoekt klachten over wanbeheer bij instanties van de Europese Unie. De Ombudsman kan ook op eigen initiatief aan een onderzoek beginnen. Alleen het Hof van Justitie van de EU valt buiten de bevoegdheid van de Ombudsman. Verdrag van Lissabon Dit Europese verdrag voert een aantal hervormingen door om de Europese Unie democratischer en beter bestuurbaar te maken nadat in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen lid zijn geworden van de Europese Unie. Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden. Het Verdrag van Lissabon is de opvolger van de in 2005 door Nederland en Frankrijk afgewezen Europese Grondwet. Op 13 december 2007 werden de Europese regeringsleiders en staatshoofden het eens over het Verdrag van Lissabon. Toen moesten alle EU-landen het verdrag goedkeuren. Dat kostte twee jaar. In 2008 stemden de Ieren in een referendum nog tegen het verdrag. Er werden concessies gedaan aan Ierland, en in oktober 2009 stemden de Ieren in een tweede referendum vóór. Het Duitse Hof ging pas akkoord na lang beraad en stelde een aantal voorwaarden aan het Duitse parlement. De Poolse en Tsjechische presidenten wilden het verdrag lange tijd zelfs helemaal niet ondertekenen. In Nederland heeft de Tweede Kamer het verdrag op 5 juni 2008 goedgekeurd, de Eerste Kamer deed dat een maand later.
Veranderingen in besluitvormingsprocedures: Op het terrein van immigratie- en asielbeleid, criminaliteitsbestrijding, en delen van de justitiële samenwerking zal stemming bij unanimiteit in de Raad van Ministers plaats maken voor het stemmen met gekwalificeerde meerderheid. Voor defensiebeleid, buitenlands beleid, en het vaststellen van de begroting blijft het vetorecht bestaan. In februari 2011 is een voorstel door de Europese Commissie ingediend om het Verdrag aan te passen. Hierdoor moet instelling van een permanent noodfonds voor de euro mogelijk worden. Beleidsinstrumenten van de EU: De Commissie heeft het initiatiefrecht binnen de Europese Unie. Om haar beleidsinitiatieven vorm te geven, beschikt de Commissie over een aantal instrumenten dat niet per definitie tot wetgeving hoeven te leiden: groenboeken, witboeken, mededelingen, aanbevelingen, richtsnoeren, beschikkingen, richtlijnen en verordeningen.
Groenboeken
Een groenboek is een door de Europese Commissie gepubliceerd document dat tot doel heeft over een bepaald onderwerp een Europese discussie te bevorderen. De bij het thema betrokken organisaties en personen wordt verzocht om op basis van de voorstellen in het groenboek aan een raadplegings- en overlegprocedure deel te nemen. Soms liggen groenboeken ten grondslag aan wetgevingsinitiatieven die in witboeken worden uiteengezet.
Witboeken:
De Commissie publiceert voorstellen voor EU-maatregelen op bepaalde terreinen soms in een witboek. In sommige gevallen gaat het hierbij om een vervolg op een groenboek, dat bedoeld is om op Europees niveau een
28
raadplegingsprocedure op gang te brengen. Wanneer een witboek een gunstig onthaal vindt bij de Raad, kan hieruit een EU-actieprogramma op het betrokken terrein voortvloeien.
Mededeling
De Europese Commissie gebruikt mededelingen voor diverse zaken zoals beleidsevaluaties, het toelichten van actieprogramma's, discussiestukken voor mogelijk nieuw beleid of verdere invulling van beleid. Een mededeling bevat geen concrete voorstellen voor nieuw beleid. Mededelingen gaan in de meeste gevallen over gevoerd beleid. De Commissie evalueert en beoordeelt het beleid op een bepaald onderwerp, en inventariseert wat de struikelblokken zijn op dat beleidsterrein. Mededelingen kunnen ook zaken regelen. Het gaat in die gevallen dan vaak om (actie)programma's, de interne organisatie of technische maatregelen. Dat is geen nieuw beleid, maar het faciliteert bestaand beleid. Deze maatregelen hebben in principe geen directe gevolgen voor de lidstaten. Mededelingen worden voor ieder beleidsterrein gebruikt, uitgezonderd het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid. Vaststellen mededelingen: de Commissie stuurt mededelingen naar de Raad van Ministers, het Europees Parlement en, afhankelijk van het beleidsterrein, naar de relevante adviserende Europese instellingen.
Aanbeveling
Een Aanbeveling is een niet-verbindende uitspraak van de Gemeenschapsinstellingen. Degene tot wie een dergelijke Aanbeveling is gericht, wordt tot een bepaald gedrag of een bepaalde handeling aangespoord zonder daartoe wettelijk verplicht te zijn.
Richtsnoer
Een Richtsnoer is niet-verbindend. In een Richtsnoer geeft de Commissie aan hoe ze Europese regels op een bepaald beleidsterrein in individuele gevallen toepast. Als lidstaat kun je hier geen rechten aan ontlenen, maar de Commissie is er zelf wel aan gebonden.
Beschikking
Een Beschikking is een beslissing van een van de Europese instellingen, waarin een algemene regel in een concreet geval wordt toegepast. Een Beschikking kan gericht zijn tot lidstaten, ondernemingen, rechtspersonen of particulieren.
Richtlijn
Een Richtlijn is een bindend regelgevend instrument van de Europese Unie. Een Richtlijn richt zich altijd tot de lidstaten en is verbindend waar het gaat om het bereiken van resultaat. De lidstaten zijn vrij om vorm en middelen te kiezen om te komen tot het resultaat. Een Richtlijn moet dus eerst worden omgezet in nationale regelgeving (implementatie), alvorens de burgers binnen een bepaalde lidstaat eraan gebonden zijn of er een beroep op kunnen doen. Een Richtlijn schrijft wel voor wanneer dat uiterlijk moet zijn gebeurd (de implementatietermijn). Na het verstrijken van deze termijn kunnen burgers zich in sommige gevallen wel rechtstreeks beroepen op de Richtlijn.
Verordening
Een Verordening is, net als een Richtlijn, een bindend regelgevend instrument van de Europese Unie. Een Verordening heeft een algemene strekking, is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elk lidstaat. Een Verordening laat de lidstaten niet vrij om vorm en middelen te kiezen om een bepaald resultaat te bewerkstelligen. Een Verordening hoeft niet te worden omgezet in nationale regelgeving en is dus rechtstreeks toepasselijk op de burgers in een bepaalde lidstaat.
29
9.
Brussel!
Misschien ben je er al wel eens geweest, heb je er van gehoord of wist je niet eens van het bestaan van de stad af. In alle gevallen leek het ons leuk jullie wat achtergrondinformatie en tips mee te geven. Eens te meer omdat een aantal van jullie langer dan het aangeboden programma in Brussel zullen verblijven. Leuk om te lezen in de bus, trein of auto Achtergrondinfo Brussel is de hoofdstad van België. De gemeente Brussel zelf is slechts de vijfde stad van België als je kijkt naar het inwoneraantal (nog geen tweehonderdduizend). Het totale Brussels Hoofdstedelijk Gewest is echter een ware metropool met bijna 1,2 miljoen inwoners. Als men het over Brussel heeft, heeft men het in het algemeen over dit gewest of zelfs over de agglomeratie Brussel die de grenzen van het gewest overschrijdt. In totaal wonen er in dit gebied ongeveer twee miljoen mensen. Hiermee is het veruit het grootste stedelijk gebied van België. Brussel is zowel op politiek, economisch als cultureel gebied veruit de belangrijkste stad van het land. Brussel is ooit ontstaan ergens in de 10e eeuw, op een eiland in rivier de Zenne. De naam Brussel is afgeleid van Bruecsela, wat de eerste naam van de nederzetting was. Dit betekent letterlijk zoiets als ‘nederzetting binnen het moeras’. Brussel groeide gedurende de middeleeuwen vrij gelijkmatig. In het jaar 1229 kreeg Brussel stadsrechten. In de tweede helft van de veertiende eeuw kreeg Brussel een nieuwe omwalling, omdat de stad uit haar voegen gegroeid was. Deze stadsomwalling omvatte het gebied dat in Brussel nu binnen de Kleine Ring (R20) valt. Dit gebied wordt tegenwoordig als het centrum van Brussel gezien. Veel historische gebouwen en pleinen bevinden zich binnen deze ringweg. In 1531 werd Brussel de hoofdstad van de Nederlanden. Dit gebied omvatte een groot deel van wat nu bekend staat als Nederland, België en Luxemburg aangevuld met een stukje van wat nu Frankrijk is. Vijftig jaar later werd Brussel de hoofdstad van de Zuidelijke Nederlanden nadat de Noordelijke Nederlanden zich afscheidden van het zuiden. In de periode dat de Fransen de baas waren over het gebied waar nu België ligt was Parijs de hoofdstad. Van 1815 tot 1830, toen het gebied onderdeel was van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, waren Brussel en Den Haag om en om het regeringscentrum. Dit wisselde per jaar. Sinds het ontstaan van de zelfstandige staat België in het jaar 1830 is Brussel de hoofdstad van het land geworden. Een enorme industriële ontwikkeling in de negentiende eeuw zorgde ervoor dat Brussel snel groeide. In de twintigste eeuw werden er nog een aantal plaatsen geannexeerd waardoor Brussel uit is kunnen groeien tot de stad die het nu is. Winkelen Wie gaat winkelen in Brussel die kan beter een paar stevige schoenen aantrekken. Dat komt omdat de leuke winkels en winkelgebieden echt verspreid over Brussel liggen. Als je je puur op de grote winkels wilt concentreren dan kun je het beste terecht in dé winkelstraat van Brussel: de Nieuwstraat. Deze autovrije straat ligt aan de noordkant van het centrum en bevat vrijwel alle grote merken op een lengte van ongeveer zeshonderd meter. Een mooi overdekte winkelgebied wordt gevormd door de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen in het hart van de stad. Deze drie galerijen bieden een fraaie combinatie van winkels op het gebied lekkernijen (vooral chocolade) en luxe producten. Wil je op jacht gaan naar kunst, antiek en brocante dan zijn de wijken Zavel en Marollen de plekken waar je moet zijn. In de wijk Marollen vind je ook de leukste vlooienmarkt van België: de vlooienmarkt van het Vossenplein. Deze wordt echt iedere dag gehouden, dus ook op zondagen en alle feestdagen.
Toerisme Brussel is de meest bezochte stad van België met een totaal van ongeveer zes miljoen overnachtingen per jaar. Nederlandse toeristen en zakenreizigers zijn goed voor ongeveer 300.000 overnachtingen op jaarbasis. Onder Nederlandse gasten is december over het algemeen de populairste maand. Dat is een ander beeld dan voor andere gebieden in België, waar Nederlanders vooral de najaarsmaanden gebruiken om naar België te reizen. Binnen het totale toerisme in Brussel spelen Nederlanders ook een veel kleinere rol dan elders in België. Als je naar het aantal overnachtingen in heel het land kijkt dan zijn Nederlanders goed voor gemiddeld 22 tot 28 procent van de buitenlandse aankomsten. Voor het Brussels Gewest is dat aandeel slechts 7 tot 10 procent.
30
Wat betreft accommodaties zijn het in Brussel vooral de hotels die de overhand hebben. De rol van hoofdstad van België én van de Europese Unie zorgt ervoor dat er opvallend veel hotels zijn in de vier- en vijfsterrencategorie. Dat komt vanwege de vele zakelijke verblijven in Brussel. Toeristen die pikken daar hun graantje mooi van mee, want zakelijke gasten komen vooral op doordeweekse dagen naar Brussel. Dat zorgt voor een lagere bezettingsgraad in het weekeinde, waardoor de luxere hotels hun kamers vaak tegen extra aantrekkelijke prijzen verhuren. Soms betaal je voor een vijfsterrenhotel op een zaterdagnacht dan voor een middenklassehotel. Verder telt Brussel bijna honderd bed-and-breakfasts en is er vooral een enorme opkomst in het aanbod van stadsappartementen. Voor de prijs van een viersterren hotelkamer heb je dan vaak een veel ruimer appartement. Zeker als je langer dan een paar nachten in Brussel verblijft kan het zeer aangenaam zijn om wat extra ruimte en voorzieningen te hebben. Als je zelf voor ontbijt en zelfs diner kunt zorgen bespaar je vaak wat op je uitgaven in Brussel. Bier Brussel kent net als heel België een serieuze biercultuur. Ieder zichzelf respecterende horeca-eigenaar zorgt dat er ten minste een acceptabel aantal bieren op de kaart staan, waarvan een deel uit het vat en vaak ene groot deel uit de fles. Tussen de honderden Belgische bieren is er één soort dat echt iets van Brussel is: geuzebier. Geuze is een troebele biersoort die ontstaat door het mengen van verschillende bieren. Geuze is aanzienlijk zuurder en minder zoet dan een gemiddeld Belgisch biertje en mag alleen maar in Brussel en omstreken gebrouwen worden. Een ander bier dat als ‘typisch Brussels‘ aangeduid mag worden is kriek. Kriekenbier is gebaseerd op lambiek waar zure kersen aan toegevoegd worden. Voor bierliefhebbers is Brussel in alle opzichten een geweldige stad, want Brussel telt een aantal geweldige kroegen, uitstekende bierwinkels zoals de Biertempel en een heus biermuseum: het Biermuseum van Schaarbeek. Tweetalig België kent officieel drie talen (Nederlands, Frans en Duits), echter is er slechts één stad officieel tweetalig: Brussel. Bij wet is vastgelegd dat in Brussel Frans en Nederland gesproken wordt. Dit komt tot uiting in officiële publicaties van de gemeente, in straatnamen (en straatnaambordjes) en waarschuwingsborden. In de praktijk wordt er veel meer Frans dan Nederlands gesproken. Apart, want het Brussels Gewest woedt omsloten door Vlaams grondgebied waar hoofdzakelijk Nederlands gesproken wordt. Chocola Brussel is de stad waar de bonbon (praline) ooit uitgevonden is. Jean Neuhaus heeft in zijn winkel aan de Koninginnegalerij de eerste gevulde chocolade met zachte vulling gemaakt. Dat was in het jaar 1912. Sindsdien is Neuheus een begrip geworden in Brussel, net als een aantal andere chocolatiers zoals Leonidas en Godiva. Leuk om naar toe gaan! Museumstraat De straat voor liefhebbers van musea. Met De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, vier musea onder één dak! In de musea, die twee eeuwen oud zijn, vind je twintigduizend schilderijen, sculpturen en tekeningen. Het bestaat uit het Museum voor Oude Kunst (vijftiende tot en met de achttiende eeuw), het Museum voor Moderne Kunst (negentiende en twintigste eeuw), het Wiertzmuseum en het Meuniermuseum. (3x raden, in de Museumstraat ;) Markthallen De Centrale Markthal is, de naam zegt het al, een grote markthal. Gelegen in de Pest-kant van de stad. Erg populair bij toeristen. De (enorme) hal is ontworpen door Gustave Eiffel, de man die ook de Eiffeltoren ontwierp. In de hal vind je een kleine tweehonderd winkels. Het is vooral de plek waar je etenswaren koopt, zoals groenten, fruit, vlees en kaas. Ook lokale specialiteiten zijn er verkrijgbaar. Manneke pis Het kleine standbeeldje van een plassend jongetje aan de Stoofstraat en Eikstraat staat symbool voor de stad Brussel. Regelmatig is het beeldje onderheven aan allerlei studentengrappen en andere acties. Het ‘manneke’ verbeeldt de vrijgevochten Brusselaren en is dan ook overal in de stad terug te vinden op afbeeldingen en voorwerpen. In het museum van de stad Brussel zijn een kleine honderd kostuums van het ventje te bezichtigen. Ze maken deel uit van de ruim 800 stukken tellende collectie die ontvangen zijn van beroemde gasten die de stad hebben bezocht. (lievevrouwbroersstraat 31)
31
Jeanneke pis Geen zin om voor de druk bezochte Manneke Pis te wachten tot je eindelijk een foto kan maken? Dan is het erg leuk om de vrouwelijke collega te bezoeken: Jeanneke Pis. Dit ondeugende meisje staat gehurkt boven de fontein van Getrouwheid. Ze is veel minder druk bezocht en eigenlijk bij iedereen onbekend, behalve de goed geïnformeerden. Dat neemt niet weg dat ze minstens net zo leuk is om te bekijken. In een steegje aan de Beenhouwersstraat kan je haar bezoeken. Mocht je nog in het ouderwetse fabeltje geloven, dan kan je natuurlijk altijd een muntje in de fontein gooien om je wens te doen. (beenhouwersstraat en dan een klein steegje in) Jubelpark Ter ere van de vijftig jarige verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid besloot koning Leopold II dat er een park moest worden aangelegd. Voor lange tijd werd het gebruikt om er tentoonstellingen te houden, vandaar dat ook hier het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis hier te vinden is. Een ander museum wat hier staat is het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis. De meters hoge triomfboog is dominant in het park aanwezig. Op en naast de bogen zijn beelden geplaatst die de provincies van België vertegenwoordigen. Het park is verder ingericht met ongeveer dertig hectare klassieke tuinen. (Jubelpark 1000) Grote Markt Het eeuwenoude grote plein midden in het centrum van Brussel vormt tot op de dag van vandaag het middelpunt van belangstelling. De historische gildenhuizen geven de Grote Markt zijn eigentijdse warme uitstraling. Ook het statige stadhuis is niet te missen. Vooral de hoge toren prijkt boven alles uit. Andere schitterende panden aan dit plein zijn: het Broodhuis, het Huis van de Hertogen van Brabant en de Duif. De barokstijl voert de boventoon op dit plein. Elke twee jaar is de Grote Markt het decor voor een bloementapijt. Dit festijn wordt iedere keer opnieuw met meer bezoekers dan voorgaande jaren bezocht. Op een afmeting van 77 meter x 24 meter worden duizenden begonia’s volgens een zorgvuldig uitgestippeld ontwerp en in een bepaald thema uitgestald. (Grote Markt) Mini Europe Brussel doet met Mini Europe zijn naam als Europese hoofdstad eer aan, het park ligt naast het beroemde Atomium. Zoals de naam al doet vermoeden krijg je hier een overzicht van al het moois dat Europa te bieden heeft. In een paar uurtjes loop je langs Hollandse windmolens, de Eiffeltoren in Parijs en ga je op de foto met de scheve toren van Pisa. Het park heeft maar liefst 300 replica’s op schaal van bijzondere Europese gebouwen. Daarnaast zijn er verschillende attracties zoals een IMAX bioscoop en een tropisch zwembad. (Voetballaan 1)
32
33