Broedende Waterhoentjes in bomen op 3 mei 1972 ontdekte ik in een perceeltje tien tot twaalf meter hoge douglassparren het nest van een Waterhoen op een hoogte van zes à zeven meter. Onder de boom lag een pullus dat uit het nest moet zijn gekomen. Het jong heb ik naar een brandvijvertje gebracht waar nog een waterhoenpaar zijn nest had. . . Later hebben de Waterhoentjes nog In een ander nest gebroed en dat zat op een hoogte van ongeveer acht meter. Dit broedsel heetf twee jongen opgeleverd, die ik ook weer naar h~t brandvijvertje heb gebracht. Oe drie pulli zijn echter omgekomen. De oorzaak hiervan is vermoedelijk gelegen in het feit dat de pleegouders, die zelf jongen hadden van enige weken ?ud, hetzelfde voer zowel aan hun eigen jongen als aan de veel jongere pleegkinderen brachten . Dit voedsel hebben de laatste echter niet kunnen verdragen. •
J. H. Kayser, Psych. Ziekenhuis 'Vrede-
rust' , Halsteren.
Besluit onbeschermde vogels Gelet op artikel 3 van het Vogelbesluit 1937 (Stb. 647) en op artikel 2 van de Jachtwet (Stb . 1954, 523); laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 mei 1972 (Stb.280). BESLUIT: Artikel 1
In het gehele Rijk worden niet gerekend tot beschermde vogels in de zin van de Vogelwet 1936: a. gedurende het tijdvak van 1 januari tot en met 31 dec·ember 1974: de grote mantelmeeuw (Larus marinus) en de spreeuw (Sturnus vulgaris); b. gedurende de tijdvakken van 1 januari 1973 tot en met 15 april 1973, van 15 juli 1973 tot en met 15 april 1974 en van 15 juli 1974 tot en met 31 december 1974 : de zilvermeeuw (Larus argentatus) en de kokmeeuw (Larus ridibundus). Artikel 2 Deze beschikking zal worden geplaatst in de Nederlandse Staatscourant en treedt in werking met ingang van 1 januari 1973.
Stellingen in proefschrift Op 18 oktober j.1. promoveerd.e de heer J. A. J. Vink tot doctor In de wiskunde en natuurwetenschappen op het proefschrift 'Foto reacties van enige benzeenen bifenylderivaten met cyaannionen'. Enkele stellingen bij dit proefschrift waren oa.: 'Artikel 9 van het Vogelbesluit 1937 betrekking hebbende op Artikel 11 van de Vogelwet 1936, waarin als kooivogels worden genoemd de Zwarte Lijster, de Vink, de Putter, de Sijs, de Kneu, de Groenling en de Geelgors, dient te vervallen '. 'Dat de oproep tot het inzenden van waarnemingen in de tweede druk van de Avifauna van Nederland slechts is gericht aan leden van de Nederlandse Ornithologische Unie doet afbreuk aan het nationaal karakter van deze avifauna' . Avifauna van Nederland, Leiden 1970.
Belgen met dynamiet contra Spreeuwen Eind juli heeft de Belgische Dienst voor Plantenbescherming met behulp van het leger met honderden kilo 's dynamiet duizenden Spreeuwen opgeruimd, die in bospercelen bij Sint Truiden (ongeveer 50.000) en Verlaine (enkele duizenden) waren neergestreken. Niet alleen Spreeuwen vonden de dood maar ook tientallen andere vogels. Alle bomen werden geheel ontbladerd en zelfs werden bomen uit de grond gerukt. Over deze bijkomstigheden maakt men zich blijkbaar niet zo druk. Bij de opruimingswerkzaamheden werden later bij Verlaine zelfs kinderen ingeschakeld waarvoor speciale toegangskaarten werden verstrekt. Dat deze werkwijze bij de dierenbescherming en de Stichting Landschap tot enorme aantallen protesten aanleiding heeft gegeven is duidelijk.
Nieuwe Controleurs Vogelwet Bij beschikkingen van de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk van 19 en 20 december 1972 zijn tot Controleur-Vogelwet 1936 aangesteld: A. Bossers, Eliasplein 3, 's-Gravenhage; B. Broos, Lijsterlaan 42, Beilen; M. L. Dorssers, Hagelkruisweg 23, Meijel; H. van Eck, Viënnahof 8, Maastricht; mr. P. G. J. Forsthövel, Van Speijklaan 30, 301
Expositie van dieren op postzegels Van 1 juli tot 1 oktober 1974 wordt in het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, Raamsteeg 2 te Leiden een tentoonstelling gehouden waarbij de afbeeldingen van dieren op postzegels als inspiratiebron dienst hebben gedaan. Daarbij is een doorlopende klanken diaserie die voor nadere informatie dient. De tentoonstelling is op werkdagen geopend van 10.00 tot 16.00 uur (dus 's zondags gesloten), terwijl de toegangsprijs f 0,50 bedraagt (kinderen onder geleide gratis). Bezoekers ontvangen de tentoonstellingsgids gratis en kunnen een gids die de indeling van het dierenrijk weergeeft daarbij voor f 1,- aanschaffen.
In de vitrines 37 tlm 43 nemen de vogels een belangrijke plaats in. Zo vinden wij daar o.m . de Struisvogel, Koningspinguïn, Fregatvogel, Flamingo, Buizerd, Sneeuwhoen, Kokmeeuw, Hoatzin, Oervogel en Paradijsvogels. Nadere inlichtingen tel.: 01710 - 43844.
J.T.
Z6 zijn onze manieren België vermoordt in één klap 150.000 Spreeuwen Op 3 juli werden met 300 kg springstof bij Sint Truiden tussen 20.000 en 40.000 Spreeuwen 'opgeblazen' door het Belgische leger. Opdrachtgever schijnt het hoofd van de Dienst Landbouwbescherming van het Belgische Ministerie van LandbouW, ir. Louis Engels, te zijn. Duizenden Spreeuwen en ook andere vogelsoorten werden gedood of de poten en vleugels afgerukt. Tevens een glasschade van ± f 35.000,-. Op 10 juli werd wederom 300 kg dyna-
miet gebruikt in een bos bij Tongeren. Nu werden ruim 80.000 Spreeuwen gedood of gewond. Men doet voorkomen hierdoor de Spreeuwen uit deze fruitgebieden (vnl. kersen) te houden. Uit de reportage voor de tv in de uitzending 'Hier en Nu' (NCRV) waren verschrikkelijke taferelen te zien. Wat daarbij opviel waren de glunderende gezichten van de mensen die de dode en halfdode Spreeuwen in zakken verzamelden om ze daarna in kratjes te rangsc~ikken. Latere berichten spreken van het invriezen van me~r dan 145.000 dode Spreeuwen door de kuikenslachterij 'Prumax' te Sint Truiden. De vogels schijnen voor de consumptie of veevoeder te worden gebruikt. Hiermede komen deze acties in een nog slechter daglicht te staan . Eind juli 1972 zijn in deze omgeving ook reeds van deze acties gehouden (zie ook jrg. 21, pag. 301). Nederlandse kersentelers zeggen dat deze aanslagen volkomen zinloos zijn, temeer omdat ook steeds nieuwe Spreeuwen aankomen (o.m. uit Nederland) en het gebruik van netten zinvoller en goedkoper is. Er zijn nog tal van andere humane oplossingen o.a. automatische vogelverschrikkers (zie oog j rg. 21, pag. 443). Wij hebben bij de Belgische regering krachtig geprotesteerd. Redactie
'Met het oog op Nederland' Geef ons de ruimte De Stichting Werkgroep 2000 brengt in samenwerking met de Stichting Natuur en Milieu, de NV Nederlandse Spoorwegen en .de ANWB een publikatie uit met bovengenoemde titel. Deze bevat een 30-tal fietsroutes, bus- en boottochten en wandeltochten door verschillende gebieden van Nederland. Een deel van de routes is uitgezet door de Werkgroep 2000 in samenwerking met · milieu-organisaties en actiegroepen. De 'oriënteringsritten' zijn bedoeld als handvat voor bewoners van Nederland om deel te kunnen nemen aan de discussie over de zogenaamde 'Oriënteringsnota Ruimtelijke Ordening', waarin de regering haar gedachten heeft neergelegd over het ruimtelijk beleid dat In de 70'er jaren gevoerd zal worden. De- publicatie zal worden verspreid en is gratis te verkrijgen bij o.m. alle NS stations, provinciale milieu-organisaties, ANWB kantoren en provinciale VVV kantoren. 841
Koninklijke onderscheiding voor vogel beschermer op 29 april 1975 werd de vogeltekenaar en schilder H. J. Slijper benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau wegens de grote verdiensten, niet alleen als kunstenaar, doch ook als actief en daadwerkelijk vogelbeschermer. De versierselen werden door de burgemeester van Bunschoten uitgereikt. Onze felicitaties 'aan de heer Slijper jie zojuist ook tot hoofdbestuurslid van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels werd gekozen.
Wederom Spreeuwen met dynamiet gedood in België In de eerste week van juli zijn de omgeving van de Belgisch-Limburgse fruitstad Sint-Truiden binnen zes dagen zeker een kwart miljoen Spreeuwen met enkele honderden kilo's dynamiet gedood. Hoeveel andere vogelsoorten hierbij zijn gedo.od, is niet bekend. De vogels die nog niet dood waren, zijn doodgeslagen. In het Wissenbos te Borlo vLeien volgens het ministerie ongeveer 95.000 Spreeuwen, geheel ontveerd, dood uit de bomen door de dynamietontploffingen. Na een actie in Goertsehoven werden op 8 juli in Waremme weer zo'n 100.000 Spreeuwen in hun slaap verrast. De ontploffingen geschieden onder leiding van ir. L. Engels van het Belgische ministerie van landbouw met medewerking van militairen, nadat fruitteeltorganisaties hun nood hadden geklaagd dat de kersenoogst gevaar zou lopen. Wij hebben wederom ernstig geprotesteerd en er op gewezen dat er tegenwoordig humanere middelen verkrijgbaar zijn om vogels te verdrijven waar zij voor de mens schade zouden kunnen aanrichten. Groothandelaren en consument moeten zich bedenken dat er bloed, veel bloed, aan de kersen kleeft die men uit België importeert! zouden kunnen aanrichten. Op 13 juni '75 hielden .het CCBV, BNVR en , WWF een We-
tenschappelijk Colloquium over Spreeuwenschaden te Diepenbeek. Negen specialisten J . T. hielden voordrachten.
Zorgelijke kerkuilenstand In 1974 werden 158 zekere en ca. 60 dubieuze broedgevallen in ons land vastgesteld, waardoor de stand op minimaal 250 en maximaal 350 broedparen wordt geschat. Het aantal potentiële broedgelegenheden is dank zij propaganda VOJig jaar weer uitgebreid met ten minste 30 nieuwe broedkasten. Het jaar 1974 was echter een goed veldmuizenjaar, hetgeen ook betekent dat broedresultaten van de Kerkuil gewoonlijk ook beter zijn dan in 'muizenarme' .Iaren die hier meestal op volgen. Afgelopen winter is het aantal veldmuizen . op diverse plaatsen reeds drastisch teruggelopen. De uitkomsten die dan oO.k over 1975 worden verwacht, zullen mede door een rigoreuze vergiftigingscampagne tegen de veldmuizen met weinig optimisme tegemoet kunnen worden gezien .
Import van Afrikaanse Ooievaars in
de Elzas
Omdat ook in de Elzas het aantal Ooievaars schrikbarend in aantal achteruit gaat, heeft men in Kintzheim een ooievaarsdorp opgericht waar zo'n 220 Ooievaars zijn ondergebracht uit Algerië en Marokko. Men hoopt dat de import van Ooievaars het bestand in de Elzas weer wat op peil zal kunnen brengen, ofschoon de aanwezigheid van een geschikt biotoop een eerste vereiste zal blijven . In dit park bevindt zich ook een aantal Lepelaars. Wij zijn benieuwd naar de herkomst van deze vogels! . De import van Ooievaars is niet nieuw. Prof. dr. J. Thienemann schrijft in 1931 reeds over een ooievaarsdorp en haar problemen in 1927 in de omgeving van Rossitten. Dit seizoen waren ook in het Zwin-Reservaat te Knokke een negental ooievaarsnesten te zien. Er kwam echter helaas maar één jong groot. J. T.
Aan de Belgische kersen kleeft spreeuwenbloed ! Foto: Domique Arnhem, CCBV
171
Draadslachtoffers op de Ventjagersplassen Vanaf half juli 1973 tot half december 1974 heeft ondergetekende 34 maal de hoogspanningskabels over de Ventjagersplaten afgezocht naar draadslachtoffers. In deze periode werden totaal 586 slachtoffers gevonden, verdeeld over 54 soorten . Van de 11 soorten zangvogels werden echter slechts 19 exemplaren gevonden. Van de drie soorten ganzen (Brandgans, Rietgans en Grauwe Gans) werden in totaal 16 exemplaren gevonden. Hierbij dient echter te worden opgemerkt, dat op de noordelijke Ventjagersplaat vaak enige tientallen ganzen worden g,ezien met vleugelletsel. Deze kunnen vaak zwemmend de voedselterreinen nog bereiken. In werkelijkheid sneuvelen er jaarlijks waarschijnlijk enige honderden ganzen. Nog groter is de slachting onder de steltlopers en meeuwen. Van 29 soorten aldaar doortrekkende steltlopers werden 22 soorten als draadslachtoffer vastgesteld, in totaal 365 exemplaren. Soorten als Wulp (79 ex.), Rosse Grutto (74 ex.), Scholekster (55 ex.), Tureluur (55 ex.), Bonte Strandloper (32 ex.), Kluut (26 ex.), Zilverplevier (17 ex.) en Bontbekplevier (11 ex.) scoorden de hoogste aantallen. Naast de hierboven vermelde steltlopers werden verder gevonden: Reg,enwulp (1), Zwarte Ruiter (8), Groenpootruiter (1), Oeverloper (2), Kemphaan (3), Kanoetstrandloper (6), Krombekstrandloper (3), Kleine Strandloper (1), Strandplevier (3), Kievit (3), Goudplevier (3) , Steenloper (1), Watersnip (2) en Houtsnip (1). Van de meeuwen werden vijf soorten gevonden, in totaal 55 exemplaren, waarvan de Kokmeeuw met 30 exemplaren meer dan de helft uitmaakte. Er werd één Dwergmeeuw gevonden. De Bergeend (48 ex.) en de Wilde Eend (28 ex.) waren onder de eenden de talrijkste slachtoffers. De volgende soorten en aantallen completeren de lijst: Meerkoet (19), Waterhoen (13), Waterral (4), Stormmeeuw (5), Zilvermeeuw (13), Grote Mantelmeeuw (6), Visdief (2), Wintertaling (4), Smient (4), Slobeend (1), Zwarte Zeeëend (1), Fuut (4), Br.andgans (2), Rietgans (1), Grauwe Gans (13), Knobbelzwaan (1), Gierzwaluw (1), Spreeuw (6), Zanglijster (2), Houtduif (1), Veldleeuwerik (1), Middelste Zaagbek (1), Roodborst (1), Tapuit (1), Bonte Vliegenvanger (1), Koperwiek (3) en Vuurgoudhaantje (1). Per jaar zijn dit 414 slachtoffers onder ca. vijf kilometer hoogspanningskabel. Ten slot" te kan nog worden opgemerkt, dat slechts een klein gedeelte van het aantal draadslachtoffers wordt gevonden, doordat het tracé over een getijdengebied loopt. Aan de hierboven vermelde aantallen draadslachtoffers kan dan ook slechts een indicatiewaarde worden gegeven. Waarschijnlijk ia het werkelijke aantal. draadslachtoffers min-
278
stens twee, misschien wel drie tot vijf maal zo groot. • René B. Beijersbergen, Schipborgstraat 71, 's-Gravenhage
Wetenschappelijk colloquium over Spreeuwen op 13 juni 1975 werd te Diepenbeek, België (zie ook 'Het Vogeljaar' jrg. 23, pag. 171) een wetenschappelijk colloquium over Spreeuwen gehouden. Het Driemaandelijks mededelingenblad van het Coördinatie Comité Bescherming Vogels (CCBV) heeft de teksten van de voordrachten in het nummer van juli/augustus/september 1975 opgenomen. Wij laten hieronder de titels volgen: . 'Waarom een Colloquium over de Spreeuw?' (R. Arnhem); 'Belang van de Kersenteelt' (J. E. A. Boudewijn); 'De Spreeuw in de Kersenstreek tijdens het voortplantingsseizoen. Populatie, . Samenstelling en Gedrag' (prof. dl'. A. de Bont); 'Herkomst en Samenstelling van de Spreeuwenpopulatie in de kersenstreek' (drs. W. Roggeman); 'Slaapplaatsen en lokale verplaatsingen. Regulerende faktor van spreeuwenpopulaties' (W. Delvingt); 'Historiek van de maatregelen die sedert enkele jaren getroffen worden om de kersen te . beschermen' (J. Engels); 'BeschElrming .van de teelten tegen spreeuwenschade' (J : Tahon); 'Enkele aspecten van internationale samenwerking inzake contröle-maatregelen' (E. Kesteloot); 'Besluiten' (prof. dL R. . F. V~rheyen). In zijn algemene inleiding stelde de voorzitter dr. L. Nef dat alleen een nauwkeurige studie van het leven van de kers én van de Spreeuw in staat is ons tot een aanvaarbaar compromis te brengen. Het programma werd juist samengesteld om de kers en de Spreeuw beter te leren kennen. Het aantal gedode Spreeuwen was in 1972: 28.000 (434 kg TNT dynamietlading), in 1973 : 31 .000 (525 kg TNT), in 1974: 131.000 (815 kg TNT) en in 1975: 220.000 (± 1000 kg TNT) terwijl er tevens te Orsmaal in 1975 een onbekend aantal Spreeuwen door een privé dynamietlading (380 kg TNT) gedood werd. Totaal werden 2488 gedode Spreeuwen voor wetenschappelijk onderzoek beschikbaar gesteld van de ruim 410.000 gedode Spreeuwen. Het is een bijzonder goed initiatief van het CCBV de uitgesproken teksten van dit colloquium in druk te laten verschijnen.
Vreemde vogels aarden niet ZIJ, die vinden, dat vogels van andere continenten als broedvogels in de Nederlandse natuur niet. thuishoren, behoeven zich over het algemeen niet zo ongerust te maken over de pogingen tot 'avifaunavervalsing' . Knobbelzwanen en Fazanten, vogels, die in feite ook zijn ingevoerd, hebben dan wel goed geaard op Nederlandse bodem - en hoe! - maar in de meeste gevallen blijken de vreemdelingen onvoldoende bestand te zijn tegen ons klimaat
Eidereenden en meeuwen In 'Het Baken' (10e jaargang, no. 268, 6 juli 1977, pag. 3) lazen wij : Langs de glooiing op Vlieland werd ook dit jaar weer een proef genomen hoe de overlevingskansen en de mogelijkheden van jonge Eidereenden zijn. Deze proeven werden geleid door het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Zee) op Texel. Zo'n 700 tot 800 eendjes werden goed gevoed in optimale conditie losgelaten. Een flinke groep van deze eendjes zwom langs de glooiing en dat trok onmiddellijk de aandacht van . een zestal meeuwen . Onmiddellijk begonnen zij duikvluchten uit te voeren in de hoop even ge- · makkelijk aan een maal te komen. De eendjes schrokken zichtbaar maar bleven dicht bij elkaar. Er bleef er geen één achter bij de groep en het maal ging niet door. De meeuwen (Zilvermeeuwen? red.) vingen geen 'eend', maar ditmaal vingen zij 'bot'. Het bleek dat er dit jaar bijzonder weinig voedsel in de Waddenzee voor de jonge Eidereenden was. Zonder hulp zouden de verzwakte en ondervoede jonge eenden een gemakkelijke prooi van meeuwen zijn geworden . De opgefokte eendjes zullen de eerste tijd nog bijgevoerd worden , waarna ze langzamerhand zelf de kost moeten gaan zoeken.
Geen slakkengif In Het Vogeljaar 25 : 69 las ik over gebruik van bier om slakken te verdrijven . Dit is een minder vriendelijke manier omdat de slakken er gek op zijn en zich er in verdrinken . Rabarberbladeren, houtwol en stro 's avonds uitleggen en 's morgens naar de composthoop brengen is beter. Of kiezels fijn gemaakte eierdoppen neerleggen of kalk strooien. En natuurlijk het niet-verjagen van natuurlijke vijanden zoals : egel, hazelworm , Spreeuw, Merel en andere dieren. Verder afweerplanten neerzetten , zoals sal ie, hysop en alle thijmsoorten. Een heel goed middel is (en niets kost) een handjevo l dennennaalden strooien om de planten. Dit heeft voordelen o.a. weert de slak, houdt vocht vast en werkt nog composterend. Lees vooral 'M ilieuvriendelijke vrienden' (uitg. De Driehoeek, Amsterdam). • J . A. Wiersma, Oude Koemarkt 39, Sneek.
Wijziging in Britse
~ogelwet
De Turkse Tortel mag in Engeland voortaan gedood of gevangen worden door daartoe bevoegde personen. De Engelse vogelbescherming heeft daartegen geprotesteerd omdat, gedurende de broedtijd , verwarring met de Tortelduif mogelijk is. . In Engeland vallen vanaf 15 april 1977 onder volledige bescherming: Purperreiger, Pijlstaart, Giervalk, Witgatje, Dwergmeeuw, Zwartkopmeeuw, Strandleeuwerik Boomkruiper, Cellis Zanger en Rood~us . Alle recente kolonisten, met uitzondering van de
190
Pijlstaart, die ruim 100 jaar geleden voor het eerst in Schotland broedde. Het Witgatje broedde in Westrnoreland (1917) en Inverness( 1959), Zwartkopmeeuwen nestelden voor het eerst in 1968 in Hampshire en sinds 1972 hebben de Celtis Zanger zich opmerkelijk verspreid. Dwergmeeuw werd broedend in 1975 in de Ouse Washes aangetroffen. Boomkruipers worden soms verward met ~e Taigaboomkruiper, Purperreigers komen In de zomer regelmatig voor, Roodmussen breiden zich via Scandinavië uit en Giervalken kunnen als broedvogel voorkomen.
Internationaal Colloquium in Portugal Binnenkort verschijnt een verslag gepubliceer van het Internationale Colloquium over Waterrijke Gebieden (Lissabon, 23-24 oktober 1976). Het eerste nationale colloquium over ornithologie, dat voor een deel was gewijd a.an watervogels, heeft op 23, 24 en 25 april 1977 plaatsgehad en was georg·a niseerd met hulp van Mobil Oil Portuguesa.
Kersenkwekers contra Spreeuwen Volgens een bericht van 14 juli 1977 hebben Belg ische militairen in het Belgisch limburgse plaatsje Wellen , in opdracht van het ministerie van Landbouw, 40.000 Spreeuwen vernietigd om de kersenboomgaarden te beschermen. Sinds 1972 heeft het Belgische leger vele kilo's TNT dynamietlading gebruikt om ruim 500.000 Spreeuwen te doden (zie ook Het Vogeljaar 23 : 171 & 278) . The Fish and Wildlife Service van het Amerikaanse ministerie van binnenlandse zaken heeft een middel ontwikkeld om vogels in kersenboomgaarden af te schrikken . Indien dit middel officieel wordt erkend zal het de eerste maal zijn dat een chemisch bestanddeel tegen vogelschade aan fruit wordt toegelaten . Melh iocarb is een kort werkend carbaminat dat onder invloed van zonlicht snel in kracht afneemt en een braakmiddel is. Vogels, die 'e nlge behandelde kersen eten leren snel de smaak met de werking te verbinden . Omdat het slechts van voorbijgaande aard is, hebben de vogels er geen nadelige gevolgen van . Methiocarb wordt al 10 jaar lang onder normale omstandigheden in de vrije natuur beproefd. In deze periode zijn geen gevallen voorgekomen, dat de dood van vogels heeft veroorzaakt. Deskundigen menen dat het · middel bruikbaar is bij iedere soort die de kwekerijen en boomgaarden bezoekt. Methiocarb wordt al vele jaren gebruikt als middel tegen slakken die op bloemen en heesters leven . Sinds het voorjaar 1Q76 is het toegestaan Methiocarb te gebruiken ter bescherming van de maisplanlages tegen Epauletspreeuwen (Agelaius phoeniceus) welke in Amerika heel verwarrend Black: birds worden genoemd . Ook hier schijnt het nieuwe middel een goede oplossing van het schadeprobleem te geven.
nieuws uit België Vogeljacht in België Er blijkt nog weinig gelijkheid aan te wi.jzen bij de bescherming van vogels In Belgle en Nederland. In België zijn onder meer totaal beschermd: Tafeleend, Kuifeend, Toppereend, Krakeend, Pijlstaart, Slobeend, Bokje, Poelsnip, Bonte Kraai en Holenduif. In Nederland mag nog een gedeelte van het jaar geschoten worden op: Tafeleend, Kuifeend, Toppereend, Krakeend, Pijlstaart , Slobeend en Bokje. De volgende soorten mogen in België wel bejaagd worden: Houtsnip: 15 oktober-31 januari Merel: 15 oktober-15 november Meerkoet: 1 augustus-31 januari Waterhoen : 1 augustus -31 januari Goudplevier: 15 augustus-31 januari Kievit: 1 oktober-15 december Daarnaast mogen in België ook Wilde Eend, Smient, Zomer- en Wintertaling, Grauwe Gans, Kolgans, Watersnip, Kokmeeuw, Zilvermeeuw, Zwarte Kraai, Kauw, Vlaamse Gaai, Ekster en Houtduif het gehele of gedeelte van het jaar bejaagd worden.
Vel dorn itho log isch-tijdsch rift Een vergelijkend onderzoek tussen België en Nederland heeft tot de vaststelling geleid , dat op het gebied van de veldornithologie het in België aan contact- en publicatiemogelijkheden ontbreekt. Daarenboven is er binnen het geheel van de vele degelijke Europese veldornithologische periodieken (British Birds, Het Vogeljaar e.a.) een opmerkelijke lacune voor ons land. Onafhankelijk van de diverse verenigingen, waartoe de Belgische veldornithologen kunnen behoren, hebben de ondergetekendeninitiatiefnemers gemeend hieraan iets te moeten doen door het oprichten en uitgeven van het Veldornithologisch Tijdschrift. Dit tijdschrift wil in de eerste plaats een instrument zijn tot stimulatie van de veldornithologie en het veldornithologisch onderzoek met betrekking tot de Westpalearctische vogels. Dit kan onder meer bestaan uit het publiceren van bijdragen , mededelingen, korte artikelen, gegevens en. beschouwingen van lopende en /of verrichte onderzoeken en van determinatie-, avifaunistische-, zoögeografische- en ecologische problematiek. Ook willen de initiatiefnemers aan hun lezers een service verlenen door een regelmatige publicatie van de inhoud van de interessantste buitenlandse tijdschriften uit het betrokken faunadeel en het openstellen van het tijdschrift voor allerl2i vragen en verzoeken ' in verband met veldornithologisch onderzoek.
308
Daarnaast kan aan het blad, mits de leefbaarheid er van bewezen is, een coördinerende functie worden toebedeeld , Ook de mogelijkheid van een fotokopijdienst kan dan overwogen worden. Het spreekt vanzelf dat een dergelijke onderneming pas definitief van start kan gaan, wanneer hiertoe voldoende belangstelling bestaat, m,a.w. er voldoende abonnementen en medewerkers zijn . De abonnementsprijs (vier nummers per jaar) zal rond de Bfrcs 160,liggen. Wie geïnteresseerd is in opzet en doel van dit initiatief kan een vragenlijst bekomen op één van onderstaande adressen. o Eric De Leeuw, Colomastraat 30, 2800- Mechelen , • Franklin L. L. Tombeur, St. Margrietstraat 19, 9000-Gent, • Gratien De Waele, Lavendelstraat 3, 9920Lovendegem.
Spreeuwenmoord in België Oók in 1977 werden weer een groot aantal Spreeuwen op hun slaapplaatsen in België met dynamiet vernietigd. Nacht 6 op 7 juli 1977 : Gingelom: 45.000 gedode vogels. Nacht 12 op 13 juli 1977: Ulbeek: 25.000 gedode vogels. Nacht 14 op 15 juli 1977 : Avin: 30.000 gedode vogels. In het totaal dus 100.000 Spreeuwen gedood. Op het Wetenschappelijk Colloquium over ...il.e Spreeuwen op 13 juni 1975 te Die. penbë ek waren alle biologen èn ecologiln het roerend er over eens dat deze handelwijze biologisch onaanvaardbaar is, afgezien nog van de ethische, sociale en morele aspecten van deze zaak. Reeds jaren geleden werd 'Het Vogeljaar' per brief door de Belgische Regering medegedeeld dat het dynamiteren van Spreeuwen niet meer plaats zou vinden . Men fluistert, dat indien in 1978 wederom aanslagen op de spreeuwenslaapplaatsen georganiseerd zouden worden, een groepje vogelbeschermers tegenacties zouden gaan houden met springstoffen ...
L'Écho du ROe De Rasseblement des Opposants à la Chasse (ROC) heeft in het najaar 1977 nr. 1 van haar uitgave 'L'Écho du Roc' (33 pagina's) uitgegeven. Hierin worden ook een aantal verschenen publicaties uit de pers afgedrukt. Affiches, stickers en dergelijke artikelen worden aangeboden . De organisatie vraagt om adheasie-betuigingen . Redacteur is Bernard Groslier. Rassemblement des Opposants a la Chasse, 21 rue d'Aboukir, 75002-Paris , Frankrijk.
nieuws uit België Wederom spreeuwenmoord in België Ook in ,1978 werden weer een groot aantal Spreeuwen op hun slaapplaatsen in België met dynamiet vernietigd . De acties werden uitgevoerd door het Ministere de l'Agriculture et I'Horticulture, rue de Stassart, 1050-Brussel Ie op 4 juli 1978 te Boneffè, op 18 juli 1978 te Branchon, op 26 juli 1978 te Jeneffe en 28 juli 1978 te SartMelin. Het aantal gedode Spreeuwen wordt dit jaar door minister A. Humbiet op 120.000 exemplaren geschat.
Jacht en Natuurbeheer De Werkgroep voor de Jachtopleiding en Studiedagen van de Koninklijke Sint-Hubertus Club van België (Jan Jacobsplein 1, 1000 Brussel) hield op 3 juni 1978 te Brussel 'een Eerste Studiedag 'Jacht en Natuurbeheer'. De voordrachten welke op deze dag werden gehouden zijn in een gestencild verslag bijeengebracht. Prof. dr. Ernst Schäfer (W.-Duitsland) sprak over 'Rehwild und Umwelt', ir. S. de Crombrugghe over 'Vijf jaren ervaring inzake toegepaste wildbiologie in de Hoge Venen', ir. J. M. L. Swartenbroekx sprak over 'De jachtopleiding in België' en dr. ir. R. Baurant over 'Het eerste jachtexamen in België'. Na de lunch spraken E. Kesteloot over 'Jacht en natuurbeheer' en Paul Wijndale over 'Het beheer van een hazenjachtveld' . Het gestencilde verslag bevat 29 pagina's, terwijl de voordrachten alle in de Nederlandse taal zijn weergegeven.
Belgisch geld voor Frans reservaat Cap Sizun Mark Dubrulle, Nationaal secretaris van de Bond Beter Leefmilieu/lnterenvironnement heeft een cheque van 125.000 Belgische francs overhandigd aan de heer Yves Brien, algemeen conservator van de natuurreservaten onder het beheer van de 'Société d'Etude et de Protection de la Nature en Bretagne', als blijk van de Belgische solidariteit met de Bretonse natuurbeschermingsverenigingen . Dit bedrag vertegenwoordigt de giften van enkele honderden particulieren die gevolg hebben gegeven aan de oproep van enkele Belgische organisaties na de dramatische scheepsramp van de 'Amoco Cadiz" in de nacht van 16 op 17 maart 1978. Hiervan werden 35.000 Belgische francs bijeengebracht door de Coördinatie-Comité voor de Bescherming van Vogels (CCBV) te Brasschaat. Het geld zal worden bestemd voor een permanente tentoonstelling bij het ornitholologisch natuurreservaat wan Cap Sizun (Pointe du Raz) in Bretagne, waar elk jaar
circa 40.000 bezoekers komen. Het publiek zal op deze tentoonstelling worden ingelicht over en geïnteresseerd voor de vervuiling van de zee door olierampen . De totale kosten van het actieproject worden op ongeveer 800.000 Bfrcs. geraamd. De Bond Beter Leefmilieu heeft samen met Franse milieuorganisaties onlangs een Europese petitie gelanceerd om 16 maatregelen te eisen inzake preventie, informatie en sancties bij zeevervuiling door olietankers. Exemplaren van deze Europese petitie kunnen aangevraagd worden op het secretariaat van Bond Beter Leefmilieu, Aarlenstraat 25, 1040 Brussel, België, tel. 512.30.10.
Beneluxovereenkomst jacht en vogelbescherming Aan het parlement is aangeboden het Protocol tot wijziging van ' de Beneluxovereenkomst op het gebied van jacht en vogelbescherming . In de overeenkomst van 1970 was gesteld dat de drie landen overleg zouden plegen over de toegelaten jachtmiddelen en -wijzen . In het Protocol is nu neergelegd dat: - 's nachts niet gejaagd mag worden - alleen met bepaalde wapens en munitie gejaagd mag worden - op bepaalde wildsoorten alleen volgens een goedgekeurd afschotplan gejaagd mag worden (met name op grofwild). Sedert de jongste' wijziging van de Nederlandse Jachtwet golden deze voorwaarden in ons land al. Thans zullen zij ook in andere Beneluxlanden gaan gelden.
Het Wieltje In het tweemaandelijks contactblad van wielewaaljongeren, Jeugdbond voor Natuurbeleving & Natuurbehoud (Wielewaalhuis, Graatakker 11, 2300 Turnhout) lezen we in de 8e jaargang, nr. 4c 5, november 1977 over een studie van nachttrek van Koperwiek en Zanglijster gedurende oktober 1977 (door Benens Frank), resultaten van een midwintertellingen 1975-1977 van waadvogels aan de Belgische kust en de BenedenSchelde (in 1977 totaal 5659 vogels in 16 soorten) door Herman Voet & Mark Beeuwe. Over de Bruine Kiekendief in het rietmoeras De Maatjes op de Belgisch-Nederlandse grens bij Zundert en Kalmthout schrijft Richard Vergaelen.
257
nieuws uit België Wederom Spreeuwen met dynamiet gedood Een krantenbericht van'19 juli j .1. meldde dat Belgische genietroepen in de streek rond Zol der en Opheusden tienduizenden Spreeuwen met springstoffen hebben gedood. Dat schijnt gebeurd te zijn op verzoek van de Dienst Plantenbescherming van het ministerie van Landbouw te Hasselt. In 'De Nieuwe Gazet' van 1 maart 1979 lezen wij dat de dynamiteurs van spreeuwen-concentraties vrijgesproken zijn . De Maatschappij tegen de Wreedheid jegens de Dieren 'Veeweyde' spande in 1975 een proces aan. Tij dens het proces werd vooral geklaagd dat de meeste vogels bij het dynamiteren op de slaapplaatsen niet onmiddellijk dood waren. Naar verluidt was dit bij ongeveer één tegen 100 vogels het geval. In september werden ingenieur Engels (verbonden aan het ministerie van Landbouw) en de heer Verjans (secretaris-generaal van de Belgische Fruittelersorganisatie) door de rechtbank te Tongeren vrijgesproken. De vereniging 'Veeweyde ' ging in beroep en zo kwam het bij het Hof van Beroep te Antwerpen terecht. Bij de 'uitdunningsactie' van de Spreeuwen (want zo wordt het ingriipen officieel genoemd) waarover het proces ging werden 40.000 vogels gedood. De hecatombe vond plaats in Horpmaal. Normaal moet de minister van Landbouw zijn toestemming verlenen voor het 'uitdunnen' en verjagen van de Spreeuwen, maar in dit geval kon wegens het 'dringend karakter' niet op toestemming gewacht worden . Bij soortgelijke acties sneuvelden in België tussen 1973 en 1976 bijna 400.000 Spreeuwen . Tijdens de acties van 1977 en 1978 kwamen daarbij nog eens 300.000 Spreeuwen om! 'Het Vogeljaar' is in het bezit van een schrijven van de toenmalige minister van Landbouw waarin geschreven staat dat de acties slechts eenmalig zouden zijn geweest !
beheerder Bond Beter Leefmilieu-Vlaanderen) en G. Wentein (secretaris Oost- en Westvlaamse Jagersvereniging, redacteur 'Jacht en Natuurbeheer' en leraar over grof wild voor cursisten van het jachtexamen) hebben aan de minister van Vlaamse Zaken M. Galle, de Hoge Jachtraad en het Bestuur van Waters en Bossen een voorstel doen toekomen tot wijziging van de voorwaarden bij de loerjacht op eenden tijdens de nacht. Uitgaande van de huidige situatie en practische vaststellingen bij de , tot vorig jaar nog toegelaten, loerjacht op eenden rond stilstaand en stromend water tijdens de nacht, is dit voorstel door de hierboven vermelde personen uitgewerkt. De voordelen tegenover de vroegere loerjacht zijn eveneens opgesomd. De samenstellers hopen dat hun voorstel tijdens tiet seizoen 1978-79 van kracht kan worden , ten behoeve van de weidelijke jacht en het natuurbehoud. Voorgesteld wordt het afschaffen van de loerjacht op eenden tussen zonsondergang en zonsopgang bij stilstaand en stromend water en te vervangen door het mogelijk maken van jacht op de Wilde Eend vanaf één uur vóór zonsopgang tot één uur na zonsondergang (kalenderuur) . Het uitgewerkt voorstel kan bij de redactie aangevraagd worden.
Fonds voor Instandhouding van Roofvogels (FIR) Een tiental jaren terug heeft een groepje ornithologen, waaronder M. & J. F. Terrasse (Frankrijk) , prof. dr. P. Géroudet (Zwitserland), dr. W. Suetens (België), een lofwaardig initiatief genomen om hun werkzaamheden inzake stootvogelbescherming te bundelen. Er zijn toen enkele jaren geleden groepen in Frankrijk en Zwitserland opgericht op initiatief van de heren Terrasse en Géroudel. Sinds haar stichting heeft het fonds opmerkelijke resultaten behaald voor de instandhouding van
In de EG-richtlijnen inzake de r,escherming van dé vogels wordt in art. 8 sub. 1 de Lidstaten verboden het gebruik van alle middelen, installaties of methoden voor het massale én niet-selectieve vangen of doden van vogels verbonden . Hieronder wordt met name ook gebruik van explosieven verboden I
J.T.
Voorstel tot afschaffjng van jacht op eenden bij nacht R. Arnhem (voorzitter Coördinatie Comité voor de Bescherming van Vogels & beheerder Bond Beter Leefmilieu-Vlaanderen), dr. E. Kuyken (laboratorium voor Oecologie RUG), dr. A. Van Wassenhove (voorzitter Oost- en Westvlaamse Jagersvereniging, beheerder Kon. Sint Hubertus Club & leraar over watervogels voOr cursisten van het jachtexamen), A. Verstraeten (leraar bij de Belgische Jeugdbond voor Natuurstudie , beheerder reservaat Molsbroek &
196
stootvogels , vooral in Frankrijk, Spanje en Noord-Afrika. Dit fonds staat bekend onder de naam 'Fonds d'lntervention pour les Rapaces' (afgekort bekend als FIR) . Op 7 februari 1979 werd in België eveneens tot de stichting van het FIR overgegaan. Voor het nederlandstalige landsgedeelte wordt de