Bouwbeleidsplan 2008–2011
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
Publiekszaken Afdeling Bouw- en Woningtoezicht
Voorwoord Veel burgers krijgen vroeg of laat met Bouw- en Woningtoezicht, oftewel BWT, van doen. Want veel mensen kopen een nieuwe of bestaande woning en gaan deze vroeg of laat aanpassen aan hun (gewijzigde) woonwensen. Anderen zijn in staat grond te kopen om daarop naar eigen inzicht een woning te (laten) bouwen. Breda is een stad die bouwt aan de toekomst. De komst van de hogesnelheidslijn en de goede verbinding die Breda daarop biedt, maakt Breda ongetwijfeld nog aantrekkelijker als vestigingsplaats voor nieuwe kantoren en bedrijven. De onderwijsinstellingen in Breda floreren. Oude wijken worden in het kader van de stadsvernieuwing verbeterd en gemoderniseerd. Nieuwe wijken ontstaan aan de randen van de bestaande bebouwing of op binnenstedelijke locaties. Niet alleen de bebouwde omgeving waarin BWT opereert is aan verandering onderhevig. Ook de gemeentelijke organisatie verandert. In december 2006 besloot het college van burgemeester en wethouders tot een verdere ontwikkeling van de organisatie. BWT is deel gaan uitmaken van de directie Publiekszaken, waarin onder andere het thema vergunningverlening en handhaving is ondergebracht. Hiermee loopt de organisatie vooruit op de wijziging in de wet- en regelgeving, die gericht is op de beperking van het aantal vergunningen, dat vaak nodig is voor realisatie van één initiatief van een burger of bedrijf. Het college van burgemeester en wethouders (B&W) heeft daarbij een motto ingevoerd, dat helemaal is gericht op de moderne dienstverlening: snel, deskundig en vriendelijk. Al deze ontwikkelingen vergen de inzet van BWT. BWT Breda behandelt diverse aanvragen. Naast de bekende bouwvergunning behandelt de afdeling ook de aanvragen van sloopvergunningen, monumentenvergunningen, huisnummering, juridische splitsing van panden, artikel 19.3 WRO, vrijstellingen en aanlegvergunningen. De aanlegvergunning heeft zijn oorsprong in de Wet op de Ruimtelijke Ordening en bestemmingsplannen. Aanlegvergunningen hebben betrekking op activiteiten anders dan de uitvoering van bouwwerkzaamheden (verwijderen van houtopstanden, diepploegen, graven et cetera). Verder ziet BWT toe op en controleert zij bouwactiviteiten en handhaaft de bouwregelgeving. De komende jaren wordt gemeentebreed de burger centraal gesteld. BWT Breda wil hierbij voorop lopen. BWT Breda wil naast een controlerende taak, ook een adviserende rol gaan bekleden in de richting van de burgers. Ingezet wordt op een professionele dienstverlening aan de balie, telefoon en internet, maar ook direct met de vakambtenaar. Meer mogelijkheden om digitaal zaken te regelen, nog beter informatiemateriaal, betere bereikbaarheid en sneller afwerken van verzoeken en vergunningen. BWT Breda is dan ook één van de eerste deelnemers aan het nieuwe servicepunt van Publiekszaken. Een belangrijk doel van BWT Breda is via het servicepunt 80 procent van alle ‘BWT-vragen’ van de burger volledig direct te beantwoorden. Een doel wat BWT Breda de komende jaren wil realiseren. BWT maakt deel uit van mijn portefeuille, naast beleidsterreinen als Economische Zaken en Cultureel Erfgoed. Hierdoor is het mogelijk om vragen vanuit de maatschappij integraal te benaderen. Het kan daarbij gaan om een kleine wijziging aan een monumentaal gebouw, maar ook om een megaproject als de herinrichting van het stationsgebied. BWT zorgt voor de afgifte van de benodigde vergunningen, bewaakt de kwaliteit van het bouwproces en zorgt er voor dat een gebouw tot stand komt dat constructief veilig is en voldoet aan alle eisen van brandveiligheid. December 2007. De wethouder Bouw- en Woningtoezicht, André Adank.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
1
> Inhoudsopgave
1 Inleiding.............................................................................................................................. 5
2 Bouwbeleidsplan............................................................................................................... 7 2.1 Toekomstige ontwikkelingen
9
Casemanagement
9
Erfgoed: Erfgoednota
9
Gewijzigde Wet op de Ruimtelijke Ordening
Gewijzigde Woningwet
10
Deregulering
10
Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB)
10
Communicatie taakveld BWT
11
Invoering Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit)
11
9
3 Organisatie BWT Breda................................................................................................... 13
4 Taken BWT Breda............................................................................................................. 17
5 Juridisch taakveld............................................................................................................ 19
6 Vergunningverlening....................................................................................................... 21 6.1 Inleiding
21
6.2 Bouwplantoetsing
21
6.3 Monumententoetsing
23
6.4 Constructieve en brandveiligheid
24
6.5 Controle op de uitvoering
27
6.5.1 Inleiding
22
6.5.2 Bouwbegeleiding
22
6.6 Prioriteiten vergunningverlening en controle
7 Toezicht en Handhaving.................................................................................................. 31 7.1 Prioriteiten Toezicht en Handhaving
32
7.2 Monumenten
34
8 Financiële paragraaf........................................................................................................ 35
0889_07_Nota Bouwbeleidsplan 2008-2011_V5.indd
30
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
3
1
Inleiding
De Woningwet en enkele andere wetten worden de komende jaren aangepast met het oog op de verbetering van de naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving. De Woningwet1 bepaalt, dat het college van B&W jaarlijks haar voornemen bekend maakt over de wijze waarop in het komende jaar uitvoering wordt gegeven aan de bestuursrechtelijke handhaving van de bouwregelgeving. Daarnaast doet het college van B&W jaarlijks verslag aan de gemeenteraad en het ministerie van VROM van de wijze waarop in het voorgaande jaar uitvoering is gegeven aan deze bestuursrechtelijke handhaving. Dit bouwbeleidsplan voorziet daarin. Het dient om transparantie in de werkwijze te verkrijgen en de kwaliteit van de werkzaamheden te vergroten door een heldere prioriteitsstelling en inzicht in de capaciteitsverdeling. Hiervoor zijn in 2007 voor het eerst alle werkprocessen van de afdeling beschreven en waar mogelijk aangepast. Het doel hiervan was de transparantie van de werkwijze te vergroten en verbetermogelijkheden te signaleren. Gelijke gevallen moeten gelijk behandeld worden, ook al is de gemeente opgesplitst in drie geografische sectoren. Het beschrijven en vaststellen van werkprocessen leidde tot unificatie en standaardisering. Hierdoor werd het mogelijk om meer efficiënt en effectief te werken, waarbij ook het gelijkheidsbeginsel zo goed mogelijk gewaarborgd is.
1 Artikel 100 c, hoofdstukken 1 tot en met IV
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
5
2
Bouwbeleidsplan
De laatste jaren zijn in Nederland enkele rampen en ernstige ongelukken gebeurd waarbij bouwwerken zijn ingestort of op een andere wijze niet bleken te voldoen aan de gestelde eisen. Ook bleken wetten en regels niet altijd even goed gehandhaafd te worden of ontbrak het aan het nodige toezicht. Deze noodlottige gebeurtenissen maakten in ons land heel veel los. Op landelijk en provinciaal niveau is besloten om te komen tot een professionalisering van de handhaving en vergunningverlening, waartoe ook gerekend wordt de handhaving van de bouwregelgeving en het toezicht op en de controles ten aanzien van bouwwerken. Daarmee kreeg ook het bouw- en woningtoezicht landelijke aandacht. Dit leidde onder andere tot de oprichting van de vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland. De genoemde rampen leidden ook tot de uitvoering van controles door de regionale Inspecties van het ministerie van VROM. Ook in de gemeente Breda is in 2000 een controle uitgevoerd. Daaruit bleek dat de bouwdossiers voor verbetering vatbaar waren. Geadviseerd werd als standaard rapporten van uitgevoerde controles op te maken en deze aan het bouwdossier toe te voegen. De brede nationale aandacht voor de handhaving leidde onder andere tot de aanbeveling om tot handhavingsbeleidsplannen te komen. Daarnaast is gewezen op de noodzaak tot vormen van integrale samenwerking inzake de handhaving. Voor veel gemeenten waren de ongelukken in onder andere Tiel, Maastricht en Amsterdam aanleiding om eens kritisch te kijken naar de eigen organisatie en de eigen praktijk op het gebied van bouwtoezicht, controle en handhaving. Zo ook in Breda. Gebleken is dat Breda een goede handhavingspraktijk kent. BWT Breda heeft de beschikking over Inspecteurs Toezicht en Handhaving, die zich ook louter en alleen bezig houden met taken op het gebied van toezicht en handhaving. Daarnaast heeft BWT Breda ook Inspecteurs Bouwbegeleiding die tot taak hebben om structureel de bouwwerkzaamheden in de gemeente te controleren. Er vindt regulier overleg plaats met de overige gemeentelijke handhavingspartners en er vinden gezamenlijke, integrale handhavingsacties plaats. Beleid Het moderne bestuur vergt een programmatische en planmatige aanpak van de stedelijke problematiek. Gelet op de beperkte menskracht moeten vooraf keuzes worden gemaakt en prioriteiten gesteld. Deze keuzes moet men kunnen verantwoorden; niet alleen ten overstaan van de gemeenteraad, maar vooral ten overstaan van de burgers van Breda. Het is vanwege de vele lopende en komende ontwikkelingen te bepalen hoe de beschikbare aandacht en capaciteit verdeeld wordt. Een beleid met ruimte voor plotselinge actualiteiten, maar ook met keuzes om te voorkomen dat te veel wordt toegegeven aan de waan van de dag. Prioriteiten stellen is belangrijk. Gebeurt dit niet, dan kan alles even belangrijk worden geacht. Het bouwbeleidsplan is een uitvloeisel van de wens tot een verdere professionalisering van het taakveld Bouw- en Woningtoezicht. Het bouwbeleidsplan heeft als doel om transparantie aan te brengen in de werkwijze en de kwaliteit van de werkzaamheden binnen BWT te vergroten door een inzichtelijke prioriteitstelling en inzicht in de capaciteitsverdeling. Hierbij moet vooral gedacht worden aan de volgende taakvelden van het Bouw- en Woningtoezicht: informatieverstrekking, vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
7
Programmering Het bouwbeleidsplan geeft inzicht in de gemaakte keuzes voor de volgende vier jaar, van 2008 tot en met 2011. Het bouwbeleidsplan wordt uitgewerkt in jaarlijkse uitvoeringsplannen zoals het gemeentehandhavingsplan en afdelingsplan. Elk jaar wordt afzonderlijk inzicht gegeven in de stand van zaken van de prioriteiten en capaciteit. Ook wordt verantwoording afgelegd over de realisatie van het bouwbeleidsplan. Alleen op die manier kan immers daadwerkelijk invulling gegeven worden aan de beleidscyclus: Opstellen beleid – Vaststellen beleid – Uitvoeren beleid – Evalueren beleid – Aanpassen beleid – Vaststellen beleid et cetera. Bouwbeleidplan Het bouwbeleidsplan is een kaderplan met daarin prioriteiten voor het collegeperiode. Elk jaar worden de prioriteiten nader ingevuld en/of geëvalueerd. Via de jaarcyclus wordt bij de jaarlijkse verantwoording tevens de prioriteiten voor het volgende jaar vastgesteld.
Collegeperiode Jaar 1
Jaar 3
Jaar 2
PLAN
Jaarcyclus
Jaar 4
Besluit college B&W
Bouwbeleidsplan
Gemeentelijk handhavingsjaarplan Jaarprioriteiten VROM
ACT
Toezichtprotocol Collectieve Kwaliteitsnormering (CKB-protocol)
Toezichtprotocol
Juridisch Taakveld Toezicht & Handhaving
Taakveld Taakveld Bouwbegeleiding Planbeoordeling
Taakveld constructie
CHECK Operationele informatie
Administratieve ondersteuning De regering en het college van B&W willen een verlichting van de administratieve lastendruk voor burgers en bedrijfsleven. Een en ander heeft geleid tot de wens tot de invoering van één omgevingsvergunning, die een aantal vergunningen moet gaan vervangen (bouwvergunning, milieuvergunning, kapvergunning et cetera). De ervaring leert, dat als de wetgever wijkt, de uitvoerende macht aan belang wint. Zijn er minder regels neergelegd in de nationale wetgeving, dan is het belangrijk om op lokaal niveau aan te geven welk beleid men voorstaat en op welke wijze men dat beleid wil uitvoeren. Dit laatste is bij uitstek de bevoegdheid van de gemeenteraad. Het is aan het college van B&W om ter zake voorstellen te doen en prioriteiten te stellen. Uitvoering BWT wil zich onderscheiden door samen met de marktpartijen te komen tot een verbetering van het bouwproces (van aanvraag tot en met oplevering) en de verbetering van de kwaliteit van de bouwwerken, vooral ten aanzien van de constructieve veiligheid en de brandveiligheid. Gebouwen en bouwwerken in Breda moeten een veilige woning bieden en ook veilig gebruikt kunnen worden.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
8
DO
2.1
Toekomstige ontwikkelingen Casemanagement De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu, die moet leiden tot: • minder administratieve lasten voor bedrijven en burgers; • betere dienstverlening door de overheid aan bedrijven en burgers; • kortere procedures; • geen tegenstrijdige voorschriften. Als uitwerking van het programma Vergunningverlening en Handhaving en voorbereiding op de invoering van de Wabo, is in februari 2007 gestart met een proeftuin voor een centrale intake van aanvragen en de invoering van casemangement. Hiermee wordt ook invulling gegeven aan de gewenste verbetering van dienstverlening als voortvloeisel van het programma Dienstverlening. Dit experiment is een vorm van het opdoen van kennis en ervaring, vooruitlopend op de invoering van de omgevingsvergunning c.q. de wens van de gemeente om te komen tot integrale vergunningverlening en realisatie van de doelen van de Wabo. Aan de uitvoering van een bepaald project zijn immers vaak meerdere aspecten verbonden, waarvoor de afgifte van een aantal vergunningen noodzakelijk is. Om vroegtijdig de klant hierover in te lichten, is een aanvang gemaakt met casemanagement. Dit bevordert de efficiency en de effectiviteit van de bedrijfsvoering. Voor het merendeel (97%) van alle vergunningsaanvragen is de bouwvergunning de belangrijkste en licht het voor de hand dat de afdeling Bouw- en Woningtoezicht voor deze gevallen invulling geeft aan het casemanagement. Erfgoed: Erfgoednota Het cultureel erfgoed binnen onze gemeente is het waard om bewaard, geconserveerd en in de oude luister hersteld te worden. De Afdeling Cultureel Erfgoed is binnen de gemeente Breda verantwoordelijk voor het opstellen van beleid ten aanzien van cultureel erfgoed, zowel in monumentaal als in archeologisch opzicht. Het cultureel erfgoed van Breda wordt steeds meer gezien als een factor die de stad en de ommelanden aantrekkelijk maakt. Toeristen en dagjesmensen brengen graag hun vrije tijd door in historische steden met een monumentale rijkdom. Cultureel erfgoed wordt dus steeds meer een economische factor. De Afdeling BWT is mede verantwoordelijk voor de uitvoering van beleid op het gebied van het cultureel erfgoed, de monumentenzorg. Of het nu gaat om rijks- of gemeentelijk beleid. De uitvoering behelst inventarisatie, controles, inspecties, verlening van monumentenvergunningen en handhaving. Gelet op het ambitieniveau van de Erfgoednota is intensivering van deze taken noodzakelijk. Gewijzigde Wet op de Ruimtelijke Ordening In de gewijzigde Wet op de Ruimtelijke Ordening is het college van B&W verplicht om jaarlijks de voornemens bekend te maken hoe in het komende jaar uitvoering wordt gegeven aan de handhaving die voortkomt uit de bepalingen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Ook moet het college jaarlijks verslag doen aan de gemeenteraad en de Inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening van hetgeen dat jaar is uitgevoerd op het gebied van de Ruimtelijke Ordening. Een jaarlijks verslag hiervan moet toegezonden worden aan de gemeenteraad en de Inspectie van het ministerie van VROM. Handhaving van bestemmingsplannen en de andere ruimtelijke wet- en regelgeving behoort tot het taakveld van Bouw- en Woningtoezicht. Aan deze verplichting moet de afdeling vorm gaan geven. De wet verplicht de gemeente verder keuzes te maken op het gebied van de handhaving van bestemmingsplannen en daarvoor capaciteit in te zetten.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
9
Gewijzigde Woningwet In de gewijzigde Woningwet wordt de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaar van zijn bouwwerk versterkt: • de staat van een bouwwerk, standplaats of open erf mag geen gevaar opleveren voor de veiligheid of de gezondheid; • het bouwen, gebruiken of slopen van een bouwwerk of slopen van een bouwwerk of standplaats dan wel het gebruik van een open erf of terrein mag geen gevaar opleveren voor de veiligheid of gezondheid. De druk op de overheid om juiste bouwvergunningen te verlenen neemt daarentegen toe. Burgemeester en wethouders kunnen niet meer volstaan met de opmerking in de bouwvergunning, dat gebouwd moet worden overeenkomstig het Bouwbesluit en de bouwverordening. Het bouw- en woningtoezicht moet er op toezien, dat de bouwvergunning verleend wordt overeenkomstig het Bouwbesluit en de bouwvergunning. Voorkomen moet worden, dat de bouwvergunning uitdrukkelijk toestaat dat gebouwd wordt in afwijking van Bouwbesluit en bouwverordening. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving. Het college maakt op basis van het bouwbeleidsplan jaarlijks bekend hoe uitvoering gegeven wordt aan de bestuursrechtelijke handhaving. Hiervan wordt jaarlijks door het college verslag uitgebracht aan de gemeenteraad. Ook legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad voor de wijze waarop uitvoering is gegeven aan het uitvoeringsprogramma. Deregulering In het kader van de woningwetherziening die nog enkele jaren in beslag neemt, is de regering voornemens het vergunningsvrij bouwen te verruimen. Voorstel daarin is het bouwen aan de achterzijde van een woning helemaal vergunningsvrij te maken. Hierbij moet natuurlijk voldaan worden aan bepaalde voorwaarden. Het ligt voor de hand dat een bepaald percentage van het achterterrein bij of aan een woning onbebouwd moet blijven. Deze eis wordt zeker gesteld bij grote percelen. Ook wordt naar verwachting het plaatsen van bijgebouwen en voorzieningen bij bedrijfsgebouwen vergunningsvrij. Deze dereguleringsmaatregel heeft aanzienlijke gevolgen voor het aantal bouwaanvragen dat jaarlijks verleend wordt en de daaruit voortvloeiende legesinkomsten. Veel bouwaanvragen in de bestaande woonwijken hebben betrekking op deze kleinschalige vormen van verbouwen en uitbouwen. De verwachting is dat deze dereguleringsoperatie gelijktijdig met de komst van de Wabo (omgevingsvergunning) wordt uitgevoerd. Er wordt in het kader van de woningwetherziening nagedacht over andere vormen van professionalisering van het verlenen van bouwvergunningen. Toetsen onder certificaat is een vorm die in 2007 door het ministerie van VROM geïntroduceerd werd. De BRL 5019 maakt het mogelijk een bouwaanvraag in te dienen die vooraf getoetst is aan het Bouwbesluit door een daarvoor gecertificeerd bedrijf. Nu hebben gemeenten nog een keuze deze toets aan dergelijke bedrijven over te laten. Wellicht dat gemeenten in de toekomst deze keuze niet meer hebben en verplicht worden de toets op het bouwbesluit bij een dergelijke aanvraag niet meer te doen. Desondanks houdt BWT een taak in het toetsen van aanvragen die niet onder certificaat ingediend worden. Ook blijft de toets aan het bestemmingsplan, de welstandscriteria en de constructieve veiligheid door BWT in stand. Niettemin een ontwikkeling die een mogelijkheid biedt tot verdere professionalisering en die de afdeling BWT de keuze geeft ook deze certificering te behalen. Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB) Deze wet is per 1 juli 2007 ingevoerd. Het doel is dat het eenvoudiger wordt om volledige informatie te krijgen over de rechtstoestand van een onroerende zaak op een bepaald moment. Deze registratie vindt plaats bij de gemeenten en het kadaster. De raadpleger moet er van uit kunnen gaan, dat alle informatie op correcte wijze geregistreerd is. De gemeente kan, onder voorwaarden, aansprakelijk gesteld worden voor uit foute registraties voortvloeiende schade. De informatieverstrekking vanuit het register is nu ondergebracht bij de balie Bouwen en Wonen.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
10
Vanuit het programma Dienstverlening wordt gewerkt aan een nieuw concept voor de balies. Hierbij wordt de informatievertrekking vanuit de WKPB meegenomen. Communicatie taakveld BWT Om de handhaving van de taakvelden van Bouw- en Woningtoezicht op een goed kwalitatief niveau te krijgen is voorlichting en communicatie richting burgers en bedrijven noodzakelijk, zeker nu er sprake is van een verdere deregulering van bouw- en gebruiksregels en de steeds vernieuwende wetten zoals Wabo en de Wet op de ruimtelijke Ordening. Voor BWT Breda een onderwerp met extra aandacht. Een ‘Communicatieplan handhaving bouwregelgeving’ wordt ontwikkeld binnen de programma’s Dienstverlening en Vergunningverlening en Handhaving. Invoering Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) Voorheen was het instrument van de vergunning belangrijk om risico’s zoveel mogelijk te beheersen. In het streven naar deregulering en de beperking van administratieve lasten voor het bedrijfsleven is dit instrument steeds meer aan kritiek onderhevig. Een en ander heeft geleid tot het voornemen de gebruiksvergunning af te schaffen en het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) in te voeren. Met de invoering van het Gebruiksbesluit worden de brandveiligheidseisen voor bouwwerken in alle gemeenten gelijkgesteld. De ondernemers moeten straks zelf aan de hand van algemene regels beoordelen of de brandveiligheid is gewaarborgd. De gemeente mag alleen achteraf controleren. Velen vragen zich met reden af of individuele ondernemers deze eigen verantwoordelijkheid wel kunnen en willen accepteren. Er hoeft trouwens geen sprake te zijn van kwade opzet, vaak hebben kleine oorzaken grote gevolgen: een verkeerd gemonteerde pijp; het gebruik van brandbare versiering in een café die te laag is opgehangen; een zelfstandig, maar ondeskundig gemonteerd gasapparaat et cetera.
Voor gebouwen waar veel mensen bijeen komen en samen drinken, eten, dansen en feesten worden de risico’s bij het uitbreken van brand veel groter geacht dan bij andere bouwwerken. Maar ook hier is het de bedoeling dat de vergunningplicht wordt afgeschaft. De gemeente Breda heeft de veiligheid altijd hoog in het vaandel. Ondanks het voornemen van de centrale overheid om te komen tot de afschaffing van de gebruiksvergunning onder gelijktijdige invoering van het Gebruiksbesluit, moet het gemeentelijk beleid er op gericht blijven om structurele oorzaken van onveiligheid te voorkomen of weg te nemen. In Breda willen wij structureel blijven streven naar: 1. het voorkomen van brand en andere onveilige situaties; 2. het beperken van (brand)gevaar; 3. het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en andere onveilige situaties.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
11
De inspanning van de gemeente Breda is er op gericht om structureel zorg te dragen voor het veilig bouwen van en het veilig gebruik van gebouwen, bouwwerken en tijdelijke bouwsels. BWT richt zich daarbij vooral op de constructieve veiligheid en de brandveilige uitvoering van gebouwen, bouwwerken en tijdelijke bouwsels. De brandweer richt zich daarbij vooral op: 1. Het voorkomen van brandgevaarlijke situaties; 2. Het beperken of beheersbaar maken van de branduitbreiding; 3. Het beperken van het ontstaan en de verspreiding van rook; 4. Het realiseren van mogelijkheden voor veilige ontvluchting of redding. Vooralsnog is de verwachting dat de brandveiligheidseisen voor het bouwen en verbouwen van grote gebouwen en bouwwerken blijft bestaan. Bij het behandelen van de bouwaanvraag en in het kader van de bouwbegeleiding blijft in belangrijke mate aandacht besteed worden aan de brandveiligheidseisen in het kader van de bouwregelgeving. Daarnaast is het voornemen de brandweerorganisatie in de regio Midden en West Brabant te reorganiseren en daarbij het takenpakket te herzien. De gemeentelijke brandweer van Breda zal samen met de brandweer van andere gemeenten opgaan in één regionale brandweer. Het is onbekend welke gevolgen deze reorganisatie heeft en of deze leidt tot een vergroting van het takenpakket van BWT. BWT Breda is nauw betrokken bij deze ontwikkelingen en is met de brandweer Breda gestart om in het kader van risicobeheersing te komen tot sluitende procesafspraken over vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
12
3
Organisatie BWT Breda
Het bouw- en woningtoezicht in Breda is natuurlijk in de loop van de twintigste eeuw geëvolueerd. Het publiek en het bestuur hebben anno 2008 andere verwachtingen van het BWT dan tien of twintig jaar geleden. Informeren en communiceren zijn kernbegrippen geworden. Burgers en bedrijfsleven vragen om goede, adequate informatie. Snelheid van handelen is noodzakelijk. De overheid moet de burgers vriendelijk en open tegemoet treden. De burger wenst op een professionele en deskundige wijze bejegend te worden. BWT Breda heeft veel contacten met burgers en bedrijfsleven. In de moderne samenleving is veel aan verandering onderhevig; woonwensen veranderen, het bedrijfsleven heeft meer bedrijfsruimte nodig, het woningbouwbestand wordt nog steeds uitgebreid, woningen worden vernieuwd. Informatieverstrekking is daarom een belangrijke activiteit van een publieksgerichte afdeling als BWT Breda. Het geven van informatie is dan ook een primaire kernactiviteit. In de gemeente Breda worden de klassieke taken van het bouw- en woningtoezicht uitgevoerd door de taakvelden: Vergunningverlening, Bouwbegeleiding en Toezicht en Handhaving. Gezien het feit dat de overheid er naar streeft regelgeving te vereenvoudigen en terug te dringen, vindt er een steeds grotere verschuiving plaats naar toezicht en handhaving achteraf, in plaats van vergunningverlening vooraf. Op 1 juli 2006 is de afdeling Bouw- en Woningtoezicht gereorganiseerd. Bestond de afdeling daarvóór uit een aantal functiegerichte bureaus, nu is de afdeling verdeeld in drie secties die elk de zorg hebben voor een geografisch gedeelte van Breda: Oost, Midden en West. Binnen elke sectie werken circa 20 medewerkers samen aan de dienstverlening van burgers en bedrijven. De reorganisatie heeft geleid tot een matrixorganisatie, waardoor binnen de secties functionele specialismen aanwezig zijn. Daarbij zijn de volgende vormen van dienstverlening te onderscheiden: planbeoordeling, juridische zaken, constructies, bouwbegeleiding, toezicht en handhaving, het verstrekken van informatie en het verzorgen van de administratie. Organisatie Bouw- en Woningtoezicht Breda
Hoofd BWT
Staf
Sectiehoofd West
Afdelingsscretariaat
Sectiehoofd Midden
Sectiehoofd Oost
Senior Senior Senior Senior Senior Sectie West
Sectie Midden
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
Sectie Oost
13
De afdeling wordt ondersteund door stafmedewerkers, die elk een taakveld voor hun rekening nemen, applicatiebeheer, bouwtechniek, juridische zaken, financiën, beleid en het secretariaat van de commissie Welstand en Monumenten. Onze missie Wij geven onze klanten het beste wat wij kunnen bieden – voor henzelf – en voor de mensen in hun omgeving. Dit doen wij via onze producten en door bij elke beslissing die wij nemen, de klant centraal te stellen. Wij streven er naar ons te onderscheiden door onze klanten de beste producten te bieden van de beste kwaliteit tegen een acceptabele prijs, waarbij onze klanten zo optimaal mogelijk worden bediend. De gemeentelijke doelstellingen op het gebied van BWT zijn: 1. Het op deskundige en vriendelijke wijze verstrekken van informatie op het gebied van het BWT en voortdurend streven naar verbetering van de dienstverlening aan de burgers. 2. Het bewerkstelligen van een adequaat evenwicht tussen het algemeen belang en het individuele belang. 3. Het uitsluiten van onaanvaardbare risico’s op het gebied van de veiligheid en de gezondheid en daarom prioriteit leggen bij constructieve - en brandveiligheid. 4. Het beschermen van bewoners en/ of gebruikers van bouwwerken, die zelf geen invloed hebben of hebben kunnen uitoefenen op de kwaliteit van de bouwwerken, zowel bij nieuwbouw als bij bestaande bouw. 5. Het realiseren van een bepaalde beeldkwaliteit. 6. Het behoud van het monumentale karakter van beschermde monumenten. 7. Het realiseren van duurzame bouwwerken met een geringe milieubelasting. 8. Het handhaven van de wet- en regelgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening. 9. Het zorgdragen voor producten van goede juridische kwaliteit die niet van rechtswege zijn ontstaan en voldoen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en die bij de procesvertegenwoordiging de rechterlijke toets der kritiek kunnen doorstaan.
BWT Breda streeft naar verdere professionalisering. Dit leidde in het verleden o.a. tot de oprichting van de vereniging BWT Nederland waarbij medewerkers van BWT Breda aan de wieg stonden van deze vakgroep. Ook nu wordt een actieve bijdrage geleverd aan deze vereniging. De vereniging helpt bij de totstandkoming van nieuwe instrumenten, waardoor goede standaards ontstaan waarop BWT Breda de processen kan aanpassen en herinrichten. De werkprocessen binnen BWT Breda worden daardoor geüniformeerd, waardoor landelijk voor de klanten een betere transparantie ontstaat.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
14
De samenwerking tussen de Vereniging BWT Nederland en BWT Breda heeft al een aantal producten opgeleverd: • Een plan van aanpak en beleidsregels constructieve veiligheid. • Het landelijk Toetsprotocol CKB2 Een nieuwe landelijke methode voor het toetsen van bouwplanaanvragen aan de bouwtechnische wet- en regelgeving (Bouwbesluit)), Het Toetsprotocol CKB ondersteunt het kwaliteitsdenken door 1) de toetsniveaus in een matrix bestuurlijk vast te stellen in overeenstemming met de daarvoor beschikbare capaciteit, 2) de matrix sturend te vertalen naar het niveau van de concrete bouwbesluitaspecten per bouwaanvraag in de vorm van gesloten vragen (ja of nee) en 3) te voorzien in vastlegging van de daadwerkelijke toetsresultaten etc.3 • Het landelijk Toezichtprotocol. Het protocol beschrijft transparant wat een toezichthouder moet controleren. Hiervoor worden objectieve criteria gegeven en de resultaten van de controle worden traceerbaar vastgelegd. Kenmerkend is de keuze voor prioriteiten: belangrijke zaken krijgen veel aandacht en minder belangrijke minder. Het gemeentebestuur kan zelf de prioriteiten bepalen. Het meegeleverde adviesniveau, met prioriteit op veiligheid, wordt door de VROMinspectie als het adequate niveau beschouwd. • Landelijke Handreiking Slopen, wat er komt kijken bij slopen en het verwijderen van asbest. BWT Breda streeft er naar om deze protocollen in de eigen organisatie in te voeren. De Handreiking Slopen is al enkele jaren in gebruik. Het plan van aanpak en beleidsregels constructieve veiligheid zijn sinds 2007 van kracht. Het toezichtprotocol en toetsprotocol CKB zijn door de afdeling in 2007 aangeschaft en worden vanaf 2008 ingevoerd. BWT Breda bevordert met deze investeringen niet alleen een uniforme methode van werken binnen de eigen organisatie, maar zorgt daarmee ook voor meer transparantie voor het gemeentebestuur en derden. Ook wordt het mogelijk om prioriteiten in het werk aan te brengen en deze inzichtelijk te maken.
2 Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen 3 Het ministerie en de inspectie van VROM zijn vanaf het begin voorstander van de CKB-methodiek, zoals blijkt uit de medefinanciering van het project, deelname aan de stuurgroep en de waardering die de Inspecteur-Generaal in 2006 uitsprak De VROM-inspectie adviseert gemeenten ook CKB te gebruiken om hun werk op een verantwoorde manier te doen
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
15
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
16
4
Taken BWT Breda De taken binnen BWT Breda en haar producten laten zich als volgt benoemen: Algemene bedrijfsvoering • leiding van de afdeling; • afstemmingsoverleg met andere afdelingen; • afstemmingsoverleg binnen de afdeling; • personeelszorg en organisatie; • opleiding en scholing; • automatisering; • administratie en dossiervorming. Informatie/ communicatie • Extern: burgers, architecten. Bouwbedrijven, projectontwikkelaars et cetera; • Intern: andere gemeentelijke afdelingen. Afhandelen van principeaanvragen • Intake; • Advisering over verzoek; • Inwinnen advies andere afdelingen; • Beantwoording verzoek; • Administratieve verwerking verzoek. Afhandelen van schetsplanaanvragen • Intake; • Toets bestemmingsplan; • Toets welstand, • Beantwoording verzoek; • Administratieve verwerking verzoek.
Afhandelen van vergunningaanvragen (bouwvergunning, sloopvergunning, monumentenvergunning, aanlegvergunning (inclusief vrijstellingen ex artikel 15, 17 en 19, lid 3 WRO) • Intake, toets ontvankelijkheid; • Verzorgen (publicaties); • Toets vergunningaanvraag; • Inwinnen benodigde adviezen; • Verwerking ingediende zienswijzen en bedenkingen; • Berekening (bouw)leges; • Administratieve verwerking vergunning/ vrijstelling. Toezicht en controle verleende vergunningen Toezicht en handhaving bouw- en ruimtelijke wet- en regelgeving Procesvertegenwoordiging • Aanmaken procesdossiers; • Voeren van verweer bij Adviescommissie bezwaarschriften, rechtbank en Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (inclusief voorzieningenrechters). Huisnummering • Toekennen van huisnummers
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
17
De werkprocessen die ten grondslag liggen aan de producten van BWT Breda zijn in 2007 herzien en beschreven. De procesbeschrijvingen dienen als richtlijn ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden. Hierdoor is een uniforme werkwijze ontstaan en wordt efficiënter en effectiever gewerkt. Dit geeft mogelijkheden een optimale aansluiting te maken op de processen van andere gemeentelijke afdelingen en uitvoering van de Wabo.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
18
5
Juridisch taakveld
Bouwen en slopen zijn technische werkzaamheden. De besluiten die aan deze werkzaamheden ten grondslag liggen, zijn echter juridisch van aard. Maar er zijn binnen BWT Breda ook andere taken en werkzaamheden van voornamelijk juridische aard. Naast medewerkers met een technische opleiding beschikt BWT Breda daarom eveneens over juridische en administratieve medewerkers. Binnen BWT Breda zijn als juridische werkzaamheden te kenmerken: • het toetsen van bouwplannen/schetsplannen/principeverzoeken aan het bestemmingsplan; • beantwoorden van vragen over een bestemmingsplan, zowel intern als extern; • begeleiden c.q. uitvoeren van procedures met betrekking tot vrijstellingen van het bestemmingsplan (artikel 15, 17 en 19, lid 3 WRO en binnenplanse vrijstellingen) onder meer: adviezen inwinnen bij andere afdelingen, opstellen van ontwerpbesluiten, zorg dragen voor publicatie en tervisielegging, weerlegging van zienswijzen; • uitvoeren van procedures met betrekking tot aanlegvergunningen (waaronder coördinatie met milieu, Ruimtelijke Ontwikkeling en het Waterschap); • het maken van besluiten met betrekking tot leegstandsvergunningen; • splitsingsvergunningen; • advisering in het kader van bezwaarschriften leges t.b.v. afdeling Belastingen; • handhaving: toetsing aan bestemmingsplan, voeren van zienswijzegesprekken en maken van verslag, opstellen van het handhavingsbesluit c.q. het weigeringsbesluit, termijnbewaking, invordering van verbeurde bedragen en alle bijkomende correspondentie; • uitvoering geven aan de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen; • uitvoering geven aan de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur; • toekenning, intrekking of wijziging van adressen; • gereedmeldingen woningen doorgeven aan CBS i.v.m. woningvoorraad; • advisering binnen en buiten de afdeling omtrent juridische aangelegenheden; • pre-mediation in bezwaarzaken; • vertegenwoordiging in rechte van de gemeente in bezwaar, beroep, mediation, hoger beroep en voorlopige voorzieningen bij resp. de Adviescommissie voor bezwaarschriften, de rechtbank en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. • screenen van in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen en het opstellen van uitvoeringsgericht beleid. Het betreft hier een heel scala aan taken met een aanzienlijke diversiteit en soms zonder onderlinge inhoudelijke samenhang. Het juridisch werk komt voort uit het verzoeken van burgers en bedrijven en werk van andere medewerkers. Bijvoorbeeld door controles van de inspecteurs, verzoeken om advies van collega’s, ingediende bezwaar- en beroepschriften. Vaak is het ook nog aan termijnen gebonden. De werkzaamheden passen binnen de prioriteitsstelling van BWT Breda, dit beleidsplan en het gemeentelijk handhavingsprogramma. Binnen deze kaders kan ten aanzien van de rangorde in de taken en werkzaamheden worden gesteld dat deze mede wordt bepaald door de termijnen die wettelijk (direct of indirect) aan een taak gebonden zijn. Bijvoorbeeld een bestemmingsplantoets heeft hoge prioriteit aangezien dit (meestal) onderdeel
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
19
uitmaakt van het behandelen van een verzoek om bouwvergunning waar een wettelijke termijn aan is gekoppeld. Dit geldt ook voor vrijstellingsprocedures. Het opstarten van een handhavingszaak heeft in aanleg minder prioriteit aangezien daar (meestal) geen directe termijnen aan verbonden zijn. Dit is uiteraard anders wanneer er een concreet verzoek om handhaving gedaan wordt. Wanneer dan een handhavingszaak gestart wordt, gelden er weer wel termijnen die strak in de hand gehouden moeten worden, om de rechten van de gemeente niet te verspelen. Als voorbeeld is inmiddels de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen in werking getreden en vloeien daar werkzaamheden uit voort, zoals het inschrijven van een aanschrijving in het register binnen vier dagen. Dit heeft uiteraard hoge prioriteit. Bezwaar Over 2006 zijn er 240 bezwaarschriften bij de Adviescommissie bezwaarschriften behandeld waarbij BWT betrokken was. De commissie heeft elke week zitting waarbij gemiddeld drie zaken voor BWT op de agenda staan. In elke bezwaarzaak zijn juridische medewerkers van de afdeling betrokken en neemt een deel van de beschikbare tijd in beslag, op jaarbasis ongeveer 60 bezwaarschriften per persoon. De toename van het aantal gevallen waarin contrair (beroep) wordt gegaan ten opzichte van het advies van de Adviescommissie betekent dat er jaarlijks meer beroep op BWT gedaan wordt. Beroep/hoger beroep en mediation Over 2006 waren er 25 beroepszaken en tien voorlopige voorzieningen bij de rechtbank, acht hoger beroepszaken en één voorlopige voorziening bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Tevens heeft het college van burgemeester en wethouders eenmaal hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank. Voor de komende vier jaar liggen de prioriteiten van het juridisch taakveld in het; • Bewaken van de kwaliteit van de besluiten. • Ontwikkelen van een juridische controlfunctie. • Aansluiten bij de prioriteiten t.a.v. toezicht en handhaving.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
20
Vergunningverlening 6.1
6
Inleiding De vergunningverlening kent een formele basis in de wetgeving. De basis is dus juridisch. Een vergunningaanvraag, een brief, een klacht, een verzoek. De administratieve etiquette, vaak vastgelegd in de wet- en regelgeving, vereist dat hierop een ontvangstbevestiging volgt aan degene die zich schriftelijk heeft gewend tot de gemeente. Eerst moet bekeken of de vergunningaanvraag alle bescheiden omvat die nodig zijn om de aanvraag te kunnen beoordelen. Dit noemt men de ontvankelijkheidstoets. Richtlijnen hiervoor zijn o.a. opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit indiening aanvragen bouwvergunning. De toetsing van een aanvraag aan de wet- en regelgeving kan zowel technisch als juridisch van aard zijn. De juridische toets vindt plaats aan veelal beleidsdocumenten, terwijl de technische toets betrekking heeft op technische voorschriften en normen. Het afwegingskader van de wet- en regelgeving is soms heel erg beperkt en zal, indien de aanvraag voldoet aan alle bepalingen en voorschriften, de vergunning verleend moeten worden. Soms past een aanvraag niet direct in het beleid, maar is een vrijstelling of ontheffing mogelijk. Juridisch moet bezien worden of deze vrijstelling of ontheffing verleend kan worden. Als hier geen sprake van is en er moet vrijstelling/ ontheffing verleend worden, moet er een belangenafweging plaatsvinden. Vaak is een aanvraag om een vergunning onderhevig aan de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Het belang van de aanvrager om de gunstige beschikking te krijgen moet dan afgewogen worden tegen de mogelijke belangen van derden bij een weigering van de beschikking. Bij een belangenafweging moet de beschikking beter gemotiveerd worden, dan wanneer er sprake is van een gebonden beschikking. Van een gebonden beschikking is sprake als er helemaal geen afwegingsruimte is voor het beschikkend orgaan. Bij het afwegen van belangen spelen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur een grote rol. Hierover is heel veel jurisprudentie ontwikkeld. Het zal duidelijk zijn, dat het maken van een belangenafweging en het redigeren van de beschikking op de aanvraag juridische werkzaamheden betreft.
6.2
Bouwplantoetsing Op basis van de Woningwet kan het verlenen van bouwvergunningen gezien worden als dé kernactiviteit van BWT. Artikel 46 van de Woningwet stelt een sanctie op een niet tijdige beslissing op een aanvraag bouwvergunning. Als niet binnen de wettelijke termijn wordt beslist, ontstaat de vergunning van rechtswege. Alle inspanningen zijn er natuurlijk op gericht om dit te voorkomen. De wettelijke termijnen voor de bouwvergunningen zijn afhankelijk van de vorm 6 of 12 weken. Artikel 44 van de Woningwet schrijft precies voor wanneer een bouwvergunning mag en moet worden geweigerd. Elke bouwaanvraag wordt dan ook op grond van artikel 44 van de Woningwet getoetst aan het bestemmingsplan, het Bouwbesluit en de redelijke eisen van welstand zoals die door de gemeenteraad zijn vastgelegd in de Welstandsnota (2004). De Woningwet bepaalt, dat als een bouwaanvraag niet past binnen het bestemmingsplan, de bouwaanvraag automatisch beschouwd moet worden als een verzoek tot het verlenen van vrijstelling van het bestemmingsplan.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
21
In het bouwbesluit zijn voor een bouwaanvraag indieningseisen gesteld. Om een kwalitatief betere bouwvergunning te krijgen in een kortere doorlooptijd heeft de afdeling de eisen nadrukkelijk onder de aandacht van aanvragers gebracht. Dit heeft tot resultaat dat de kwaliteit van de aanvragen aanmerkelijk verbeterd is. Bestemmingsplantoets De toets van een aanvraag bouwvergunning aan het bestemmingsplan vindt plaats door een juridisch medewerker van de sectie. Bezien wordt of een bouwaanvraag past binnen de bebouwings- en gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan. Is dit het geval, dan kan de bouwaanvraag aan de andere wettelijke criteria beoordeeld worden. Als de aanvraag bouwvergunning niet past binnen het bestemmingsplan, moet juridisch beoordeeld worden of ten behoeve van het bouwplan vrijstelling verleend kan worden. Past het binnen het ruimtelijk beleid om vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan? In het kader van de vrijstellingsprocedure moet een inspraakprocedure gevoerd worden en kunnen bijvoorbeeld buren aangeven of, en zo ja, welke bezwaren zij tegen het bouwplan koesteren. Het belang van bezwaarmakers moet afgewogen worden tegen dat van aanvrager(s). Dit proces leidt uiteindelijk tot een besluit om al dan niet medewerking te verlenen aan het bouwplan. Welstandstoets De Woningwet vereist, dat de gemeenteraad een welstandsnota vaststelt. De gemeenteraad heeft dit in 2004 gedaan. In deze welstandsnota is neergelegd aan welke criteria het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of standplaats moeten voldoen, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, om voor een positief welstandvies in aanmerking te komen. Voldoet een bouwplan aan de welstandscriteria, dan moet en kan een bouwvergunning verleend worden. Anders moet de bouwvergunning worden geweigerd. Burgemeester en wethouders laten zich hierbij adviseren door een commissie van onafhankelijke deskundigen, de welstandscommissie. Omdat het hier een advies betreft, kunnen burgemeester en wethouders besluiten om ondanks het negatieve welstandsadvies, toch bouwvergunning te verlenen. De welstandscommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris van de afdeling BWT Breda. In samenwerking tussen de directies Ruimtelijke Ontwikkeling en Publiekszaken wordt de commissie ambtelijk ondersteund in het secretariaat enerzijds en investering in de ontwikkeling van het welstandsbeleid anderzijds. Technische bouwplanbeoordeling De rijksoverheid heeft in een algemene maatregel van bestuur, het Bouwbesluit, technische eisen neergelegd waaraan een bouwwerk moet voldoen. Deze technische eisen hebben betrekking op een aantal factoren: veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Daarnaast zijn nog technische eisen neergelegd in de gemeentelijk bouwverordening. Het Bouwbesluit maakt onderscheid in een aantal functies. Deze functies zijn gekoppeld aan onderscheiden vormen van bebouwing. • woonfunctie in een woongebouw; • woonfunctie van een woonwagen; • woonfunctie niet gelegen in een woongebouw; • bijeenkomstfunctie; • celfunctie; • gezondheidszorgfunctie; • industriefunctie; • kantoorfunctie; • logiesfunctie niet gelegen in een logiesgebouw; • logiesfunctie gelegen in een logiesgebouw; • onderwijsfunctie; • sportfunctie; • winkelfunctie; • overige gebruiksfuncties gebouwen; • bouwwerken geen gebouw zijnde.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
22
In het kader van de Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen (CKB) is een toetsingsprotocol opgesteld om aanvragen bouwvergunning te toetsen aan de technische eisen van het Bouwbesluit. Niet alle genoemde factoren spelen immers bij alle functies een even zware rol: een kleine opslagruimte vergt een ander toetsingsniveau dan een groot gebouwencomplex waar honderden mensen gaan wonen. Er worden door het CKB vier toetsingsniveaus onderscheiden: Niveau 1 - snel toetsen. Niveau 2 - visueel toetsen. Niveau 3 - representatief toetsen Niveau 4 - integraal toetsen Er worden zes soorten risico’s onderscheiden die de overheid met gedragsvoorschriften tracht te voorkomen: 1. fysieke veiligheid (fys): letsel, al dan niet dodelijk; 2. kwaliteit (kwa): teruggang van de kwaliteit van het sociaal maatschappelijk leven, in het bijzonder wat betreft het gevoel van veiligheid; 3. financieel-economische schade voor de gemeente/ gemeenschap (finec); 4. verlies van of schade aan natuurschoon (nat); 5. schade aan de (volks)gezondheid (gez); 6. schade aan het bestuurlijke imago/stemmenverlies/bestuurlijk belang (ima). 6.3
Monumententoetsing Op grond van de Monumentenwet 1988 en de gemeentelijke Monumentenverordening beslist het college van B&W over aanvragen om monumentenvergunning en op aanvragen om te mogen slopen in een beschermd stadsgezicht. De voorbereiding op de besluitvorming rond deze aanvragen behoort tot het takenpakket van Bouw- en Woningtoezicht. De besluitvorming is door het college van B&W gemandateerd aan het hoofd Bouw- en Woningtoezicht (uitzonderingen op dit mandaat zijn politiek gevoelige aanvragen en aanvragen waarop tegengestelde adviezen worden ontvangen). In de onderstaande paragrafen wordt per procedure beschreven wat de voorbereiding op de besluitvorming inhoudt en welk ambititie-niveau hierbij wordt nagestreefd.. Monumentenvergunning De in de verschillende secties voor de monumentenvergunningen verantwoordelijke medewerkers begeleiden de planmakers (vaak later de vergunningaanvragers) in hun onderzoek naar de mogelijkheden om een monument aan hun wensen aan te passen. De adviseursrol, zoals die van de architect, wordt daarbij niet overgenomen. Indien bouwhistorische aspecten een rol spelen, wordt ingezet op het (laten) uitvoeren van een bouwhistorisch onderzoek, om deze vervolgens in te zetten bij de planvorming.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
23
In veel gevallen leidt de planvorming tot een aanvraag om monumentenvergunning. De Monumentenwet 1988 en de (gemeentelijke) Monumentenverordening 1995 geven namelijk aan dat het in enig opzicht wijzigen van een monumentaal gebouw al vergunningsplichtig is. Uit de Memorie van Toelichting (MW 1988) blijkt dat het college de vrijheid heeft om te bepalen of werkzaamheden vergunningsplichtig zijn. Op grond van de Erfgoedvisie Breda ‘Erfgoed in Context’ zijn vrijwel alle werkzaamheden aan monumenten aangemerkt als vergunningsplichtig. Het college verlangt geen monumentenvergunning voor de volgende werkzaamheden: • werkzaamheden aan niet-monumentale onderdelen van het object; • het uitvoeren van onderhoud of ondergeschikte restauratiewerkzaamheden waarbij materiaal, detaillering en afwerking niet veranderen; • werkzaamheden die dienen te worden uitgevoerd naar aanleiding van een bestuursrechtelijke aanschrijving. Gezien het belang dat het college van B&W hecht aan het historisch karakter van Breda worden aanvragen om monumentenvergunning altijd integraal getoetst (hoogste CKB toetsingsniveau 4). Hierbij spelen naast de bepalingen van de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening 1995 en de Woningwet ook de beleidsmatige uitgangspunten (Erfgoedvisie Breda ‘Erfgoed in Context’ ) een belangrijke rol. In een tweewekelijks afstemmingoverleg met de afdeling Cultureel Erfgoed worden de plannen besproken en voorzien van een pre-advies voor de commissie Welstand en Monumenten. Zaken die betrekking hebben op de ook nog af te geven bouwvergunning worden daarbij eveneens betrokken. Sloop in het beschermde stadsgezicht De bescherming van een beschermd stadsgezicht vindt plaats in het bestemmingsplan. Slechts voor sloop in het beschermde stadsgezicht is sprake van de noodzaak van een vergunning. Bij de toetsing staat vooral de vraag centraal wat het effect van de sloop (en de nieuw op te trekken bebouwing) op het beschermde stadsgezicht is. Hierbij kunnen twee situaties worden onderscheiden: • sloop van een gebouw(deel) zonder dat er vervangende nieuwbouw voor in de plaats komt; • sloop van een gebouw(deel) waarbij er vervangende nieuwbouw plaatsvindt. Bij sloop zonder vervangende nieuwbouw heeft het college de mogelijkheid om de aanvraag te weigeren, althans als de sloop een negatief effect zou hebbent op de beleving van het beschermde stadsgezicht. Deze situatie komt echter slechts sporadisch voor. Bij de veel vaker voorkomende aanvraag voor sloop met vervangende nieuwbouw kan het college de sloop slechts aanhouden totdat het nieuwbouwplan onherroepelijke rechtskracht heeft. Indien het nieuwbouwplan voldoende kwaliteit heeft is sloop onomkeerbaar. Daarom zullen aanvragen voor sloop in het beschermde stadsgezicht visueel worden getoetst (2e categorie CKB). 6.4
Constructieve en brandveiligheid Bij de aanvraag van een bouwvergunning of na het verlenen daarvan worden de constructieve berekeningen en tekeningen ter controle ingediend. De controle is vooral gericht op de publiekrechtelijke beoordeling van de constructieve veiligheid. De constructieve eisen zijn neergelegd in het Bouwbesluit naast o.a. de gebruiksveiligheid, de brandveiligheid en de sociale veiligheid. De werkzaamheden bestaan in hoofdlijnen uit het controleren van de draagkracht van de funderingconstructie, de sterkte van de vloer -, wand - en dakconstructie. Tevens wordt de stabiliteit van het bouwwerk kritisch beoordeeld. De brandwerendheid van de constructies maakt ook deel uit van de constructieve veiligheid. De constructeurs van BWT Breda zijn vertegenwoordigd in centrale overlegorganen. Hierdoor zijn deze medewerkers in een vroeg stadium betrokken bij ontwikkelingen op hun vakgebied. Verder werken zij mee in werkgroepen, waar gesproken wordt over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de techniek en waar geadviseerd wordt over het opstellen van nieuwe (of het aanpassen van) de voorschriften. Andere gemeentelijke afdelingen weten daarbij de weg naar BWT Breda steeds beter te vinden.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
24
Op initiatief van de constructeurs van BWT Breda heeft het college de beleidsregels voor de toepassing van avegaarpalen op 4 november 2004 vastgesteld. Deze beleidsregels zijn bedoeld om zoveel mogelijk onduidelijkheden en risico’s bij de toepassing van deze vorm van paalfundering weg te nemen. De afdeling heeft ook geparticipeerd in een goede controle achteraf bij toepassing van deze palen. Een en ander leidde tot de CUR aanbeveling 109 “Akoestisch doormeten van betonnen funderingspalen”, die een landelijk toetsingskader bevat voor een beoordeling van deze palen. Ook is deze aanbeveling te beschouwen als een leerboek hoe de meetsignalen geïnterpreteerd moeten worden. Om de constructieve veiligheid beter te waarborgen heeft het college van B&W in 2007 besloten een coördinerende constructeur voor een aantal specifieke bouwwerken dwingend vast te leggen. Op 28 februari 2007 werd door de afdeling een middag georganiseerd, waar architecten, projectontwikkelaars, constructeurs en overheidsinstellingen waren uitgenodigd om over dit onderwerp van gedachten te wisselen. Het collegevoorstel is in nauw overleg met het ministerie van VROM tot stand gekomen.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
25
In 2006 werd 21,5% van de constructieve capaciteit voor de categorie Nieuw Bouw Woningen (NBW), ingezet, 27% voor Bestaande Bouw Woningen (BBW) en 50,5% voor Niet Woningen (NW). Het restant van 1% was nodig voor sloopwerkzaamheden en evenementen. Met het bouwbeleidsplan, een controlematrix en toetsingsprotocol is voor de toekomst een beter inzicht te krijgen hoe het werk verdeeld kan worden. Goede registratie van de inzet van de capaciteit verdient daarbij grote aandacht. De constructeurs hebben vanuit hun ervaring en rekening houdend met de maatschappelijke wensen de bijgevoegde matrix opgesteld. Hiermee is aangegeven welke categorieën meer en minder aandacht krijgen en welke onderdelen zelfs geen aandacht verdienen. Bij het opstellen van deze matrix is men uitgegaan van de bezetting in 2007 . Op basis van de vier toetsing van het CKB – model is de indeling van categorieën ( I t/m VIII ) uit NEN 6702 gebruikt voor de constructieve voorschriften en normen. Bij elke categorie-indeling is de zwaarte van de veiligheidsklasse, oplopend van 1 tot 3 vermeld en ook voor de verschillende constructieonderdelen, in hoofdlijnen het toetsingsniveau aangegeven. Categorie I : veiligheidsklasse 1. Tuinmuren, lichtmasten, reclameborden, zwembaden in een tuin, enz. De constructieve opzet wordt globaal gecontroleerd. Eventuele gebreken in de constructie hebben minimale gevolgen zoals vervorming of verzakking en instorting is meestal niet aan de orde. Categorie II : veiligheidsklasse II, III en IV. Aan – en bijgebouwen, carports, dakkapellen en kleine verbouwingen. Woningen en grotere verbouwingen Industriële gebouwen. Van deze categorieën worden de hoofdlijnen en principes inhoudelijk gecontroleerd en de onderdelen worden globaal getoetst. Vervormingen of verzakking leiden enkel tot esthetische onvolkomenheden en ongevallen hebben bijna altijd alleen economische gevolgen. Categorie V, VI ,VII en VIII. Kantoor- en winkelgebouwen. Woon – en logiesgebouwen. Openbare gebouwen Kunstwerken (wegenbouw). De hoofdlijnen en een groot aantal onderdelen worden uitgebreid getoetst en de overige onderdelen globaal. Onvolkomenheden in de constructie kunnen leiden tot instortingen, die niet alleen materiele schade veroorzaken. Door per bouwvergunning het toetsingsprotocol te gebruiken, krijgt men een goede registratie van de werkzaamheden en door het invullen van het getoetst niveau kan de controlematrix bijgesteld worden. Bij verandering van de werkdruk en/of inzicht kunnen vroegtijdig de consequenties aangegeven worden.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
26
6. 5
Controle op de uitvoering. 6.5.1
Inleiding
Indien de beschikking is afgegeven, moet gecontroleerd worden of het werk of de werkzaamheden overeenkomstig de verleende vergunning worden uitgevoerd. Deze taak berust bij medewerkers van BWT Breda in de buitendienst, de Adviseurs Bouwbegeleiding. In de meeste gevallen vindt de uitvoering plaats overeenkomstig de vergunning. Slechts in een beperkt aantal gevallen wordt geconstateerd dat het werk of de werkzaamheden worden uitgevoerd in afwijking van de verleende beschikking. Van overtredingen wordt door de controlerend medewerker een rapport opgemaakt, eventueel voorzien van bijlagen zoals foto’s. Het Nederlandse rechtssysteem is zo opgebouwd, dat eerst bezien moet worden of de afwijking alsnog gereguleerd kan worden door een nieuwe vergunning of een wijzigingsvergunning (legalisering). Als het niet mogelijk is om tot legalisering over te gaan, is er sprake van een overtreder en moet deze worden aangeschreven om het werk alsnog uit te voeren in overeenstemming met de verleende vergunning of om de situatie te herstellen of terug te brengen in de oude toestand. Degene die een aanschrijving ontvangt, kan daartegen bezwaar en beroep aantekenen. 6.5.2
Bouwbegeleiding
Na verlening van de bouwvergunning wordt het vergunningsdossier overgedragen aan de Adviseurs Bouwbegeleiding. Het merendeel van hun werkzaamheden speelt zich op de verschillende bouwplaatsen af. Is de bouwvergunning te kenmerken als een juridisch document, het bouwen is natuurlijk puur een technische activiteit. Ten aanzien van het bouwen is in de afgelopen decennia heel veel veranderd. Vroeger was het bouwen voornamelijk een ambachtelijke activiteit, waarbij het gebouw op de bouwplaats met behulp van materiaal en materieel werd geconstrueerd. De organisatie op de bouwplaats was helder en duidelijk. Ook was duidelijk waar de verantwoordelijkheden lagen. Door de invoering van nieuwe materialen en technieken worden bouwwerken steeds groter en complexer. Enerzijds is er een gebrek aan vaklieden om ter plaatse een bouwwerk tot stand te brengen, anderzijds is het met de moderne maatvoeringtechnieken mogelijk, om delen van een bouwwerk elders te produceren. Op de bouwplaats vindt de assemblage plaats. In de afgelopen 20 jaar is de eigen controle door de bouwer op de bouwplaats vanwege het feit dat architectenbureaus ook zijn gaan ontwerpen, tot een minimum beperkt. Voorheen had de Adviseur bouwbegeleiding vaak een aanspreekpunt op de bouwplaats, een functionaris die in opdracht van de architect of de opdrachtgever dagelijks toezicht hield op de uitvoering en planning van bouwactiviteiten. Dit dagelijks contact op de bouwwerkzaamheden is komen te vervallen. De private sector is daardoor steeds vaker gaan leunen op de deskundigheid van BWT Breda. Enerzijds is de Adviseur Bouwbegeleiding een ambtenaar met vergaande publiekrechtelijke bevoegdheden, aan de andere kant fungeert deze functionaris steeds meer als adviseur en technische vraagbaak. De adviseur bouwbegeleiding is daardoor bij een groot aantal bouwprojecten de enige objectieve controleur van het bouwproces. De Adviseur Bouwbegeleiding controleert op hoofdlijnen, of tijdens het bouwproces de uitvoering van het bouwwerk conform de bouwvergunning en het bouwbesluit plaatsvindt. De diepgang van deze controles is samengevat in de matrix voor controleniveau Adviseurs bouwbegeleiding. Tevens ziet hij toe op de veiligheid van de bouwactiviteiten en dat de bouwplaats beveiligd is door omheiningen en hekwerken. Dit voorkomt dat mensen op plaatsen komen, waar een verhoogd risico op een ongeval aanwezig is. In samenspraak met de uitvoerende partij wordt de inrichting van de bouwplaats besproken. De communicatie tussen de bouwbedrijven en de gemeente loopt in de meeste gevallen via de Adviseur Bouwbegeleiding. Het toezien op de veiligheid van de burgers van de gemeente Breda tijdens het bouwproces is een van zijn hoofdtaken.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
27
De Adviseurs Bouwbegeleiding houden toezicht op de manier waarop het bouwmateriaal en -materieel wordt aan- en afgevoerd. Ook wordt bezien hoe de opslag van bouwmateriaal plaatsvindt. De Adviseur Bouwbegeleiding bekijkt hoe de bouwplaats wordt ingericht: de plaats van in- en uitritten ten behoeve van het bouwverkeer, de situering van de bouwketen, de opstelplaats van de bouwkraan et cetera. Niet zonder reden onderhoudt de afdeling BWT ook nauwe contacten met de arbeidsinspectie.
De Adviseur Bouwbegeleiding heeft als uiterste dwangmiddel de bevoegdheid bouwwerkzaamheden of een gedeelte daarvan stil te leggen. Deze mogelijkheid komt de inspecteur rechtstreeks toe op grond van artikel 100 van de Woningwet. Van dit dwangmiddel wordt alleen gebruikgemaakt in gevallen die in de bouwverordening zijn aangewezen en in overeenstemming met de daarvoor geldende voorschriften. Meestal is de (constructieve) veiligheid in het geding. Wanneer er bij de eindcontrole van een bouwwerk geconstateerd wordt dat de noodzakelijke veiligheidsvoorzieningen niet voldoende aanwezig zijn, kan de Adviseur Bouwbegeleiding het in gebruik nemen van het bouwwerk verbieden. Dit gebeurt vaak in samenspraak met de brandweer. Dit verbod tot ingebruikneming wordt schriftelijk vastgelegd in een proces verbaal van bevindingen, wat de onderbouwing oplevert voor juridische actie. Als essentiële onderdelen van een bouwwerk worden aangemerkt: de algemene sterkte van de bouwconstructie, de sterkte van de bouwconstructie bij brand, de vloerafscheiding en aspecten van de brandveiligheid zoals de beperking van de ontwikkeling en de uitbreiding van brand en rook. Natuurlijk gaat ook veel aandacht uit naar de aanwezigheid van vluchtroutes et cetera. De meeste aandacht wordt aan de constructieve- en brandveiligheid besteed.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
28
De constatering dat een reeds voltooid bouwwerk niet in gebruik mag worden genomen, behoort eveneens tot de dwangmiddelen van de Adviseur Bouwbegeleiding. Tijdens de eindoplevering van een gebouw of bouwwerk kan deze maatregel getroffen worden. Vaak is dat in samenspraak met de brandweer omdat dan voornamelijk de brandveiligheid in het geding is. BWT Breda is een moderne, bestuurlijke organisatie die voortdurend een transparante wijze van werken bevordert. Er moet sprake zijn van een uniforme wijze van werken, zowel binnen als buiten. Zelfde categorieën van bouwwerken moeten in elk district op dezelfde wijze gecontroleerd worden. De resultaten van elke controle moeten in het bouwdossier terug zijn te vinden. Landelijk is voor het uitvoeren van bouwcontroles, o.a. met medewerking van de Vereniging Bouwtoezicht Nederland, een toezichtprotocol ontwikkeld. Dit wordt ook in Breda ingevoerd, zodat bouwcontroles zoveel mogelijk op dezelfde wijze worden uitgevoerd en vastgelegd. Eén adviseur bouwbegeleiding die in de binnenstad werkzaam is, wordt vanuit zijn specifieke deskundigheid ook betrokken bij de begeleiding van restauraties, verbouwingen en herbestemming van monumenten. In de Erfgoed Visie Breda “Erfgoed in context” (2007-2015) wordt gewezen op het belang van een inspecteur monumenten. Er moeten gelden beschikbaar komen om een dergelijke functionaris te kunnen aanstellen.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
29
Prioriteiten vergunningverlening en controle Op basis van het CKB protocol is voor de taakvelden vergunningverlening, constructie en bouwbegeleiding een matrix samengesteld waar per gebruiksfunctie van het Bouwbesluit een toets- en controleniveau is weergegeven. Alle toets- en controleniveaus zijn hieronder weergegeven. Toets- en controleniveaus
4 3 2 1
wo nin
tie
nc nfu
Wo o
nfu
nc
tie
wo on ge bo uw g/ wo on wa Bij ge en n ko ms tfu nc tie Ge Ce zo lfu nd nc he tie ids zo rgf un Ind cti e us trie fun cti Ka e nto orf un cti Lo e gie sfu nc on tie de rw ijsf un cti e Sp ort fun cti W e Ov ink eri e lfu ge nc ge tie bru Ve i k sfu rbo nc uw tie gro Ve ots rbo ch ali uw g kle ins ch ali g
0
Toetsniveau Planbeoordeling
Wo o
6.4
Toetsniveau Constructie Controleniveau Bouwbegeleiding
Toetsniveau: 0/S
: controle op aanwezigheid bescheiden/ steekproefsgewijs.
Niveau 1 : snel toetsen. Niveau 2 : visueel toetsen. Niveau 3 : representatief toetsen Niveau 4 : integraal toetsen Controle niveau: Niveau 1 : visuele controle Niveau 2 : steekproefsgewijs controle op essentiële onderdelen Niveau 3 : integrale controle op essentiële onderdelen Niveau 4 : integrale controle
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
30
Toezicht en Handhaving
7
De gemeente draagt niet alleen zorg voor nieuwbouw, maar dient ook toe te zien op de technische staat en brandveiligheid van bestaande gebouwen, de veilige sloop en het gebruik van gebouwen. Voorts zorgt de gemeente ervoor dat monumenten worden beschermd, wordt voldaan aan de Drank- en Horecawet, het prostitutiebeleid wordt nageleefd, evenementen veilig verlopen enz. Zonder uitvoering ontvalt de betekenis aan deze regelgeving en dit beleid. Het taakveld Toezicht en Handhaving, onderdeel van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht, speelt hierin een belangrijke rol en is met name gericht op de bestaande bouw. Door middel van verschillende instrumenten (voorlichting, vergunningverlening, toezicht en handhaving) en door gebruik van verschillende bevoegdheden (stilleggen bouw/sloop, betreden van elk bouwwerk en/of perceel etc.) geeft Toezicht en Handhaving uitvoering aan haar taken op dit gebied. Het is echter niet omschreven in welke mate de verschillende taken moeten worden uitgevoerd, welke prioriteiten daarbij worden gesteld en wat dit betekent voor de uitvoering; welke instrumenten daarbij het beste kunnen worden ingezet en welke kwaliteit en intensiteit de taakuitvoering- gezien de mensen en middelen die ter beschikking worden gesteld- moet hebben. Hierdoor kunnen tussen bestuur (politiek), management en ambtenaren verschillende opvattingen en verwachtingen ontstaan over de taakuitvoering. Dit kan uiteindelijk leiden tot onduidelijkheid voor de burger. Gezien de centrale rol die de afdeling Toezicht en Handhaving vervult binnen het eerder aangegeven gebied is een degelijke grondslag voor de uitvoering van deze taken noodzakelijk. Het bouwbeleidsplan voorziet hierin. Er zijn daarnaast verschillende andere ontwikkelingen en aanleidingen die noodzaken tot het opstellen van een bouwbeleidsplan. Te weten: 1 De inwerkingtreding van de nieuwe Woningwet; per 1 april 2007 heeft de Gemeente de wettelijke plicht om op het gebied van Handhaving beleid te ontwikkelen. 2 Een identieke verplichting is ook opgenomen voor de ruimtelijke regelgeving in de nieuwe Wet ruimtelijke Ordening, die naar verwachting in 2008 in werking zal treden. 3 Een sterke behoefte om bestuurlijk en ambtelijk een eenduidige visie te hanteren over te stellen prioriteiten binnen het taakveld. 4 De wens/plicht tot professionalisering van de handhaving vanuit de Woningwet en het ministerie van VROM. 5 Ontwikkelingen op het terrein van overheidsaansprakelijkheid, de invloed van incidenten. 6 Veranderende maatschappelijke context zoals de vraag van de burger naar een meer klantgerichte aanpak, toekomstige wet- en regelgeving, toekomstig beleid en gevolgen voor onze organisatie. 7 Meer klantgericht werken. Het taakveld Toezicht en Handhaving wordt in elke sectie verzorgd. De Inspecteurs Toezicht en Handhaving zijn onder meer belast met het toezicht op de technische staat en brandveiligheid van bestaande gebouwen, de veilige sloop en het gebruik van gebouwen, toezicht en handhaving van de bestemmingsplanvoorschriften, toezicht en handhaving van de bouwverordening, het voldoen aan de Drank- en Horecawet, naleving van het prostitutiebeleid en de evenementenvergunning binnen hun sectie. Bij de uitoefening van deze taken wordt veelal intensief samengewerkt met de brandweer, andere gemeentelijke afdelingen en andere instanties zoals GGD en politie. Tevens zijn zij actief bij het integraal optreden tegen bijvoorbeeld hennepkwekerijen, coffeeshops of woningvervuiling. Indien noodzakelijk wordt handhavend opgetreden.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
31
Naast het toezicht binnen hun eigen secties zijn de medewerkers van afdeling Toezicht en Handhaving actief bij gemeentelijke handhavingacties, zoals de brandveiligheidscontroles die in samenwerking met de brandweer bijvoorbeeld tijdens carnaval worden uitgevoerd. Ook hebben de medewerkers met tourbeurt een 24-uurs bereikbaarheidsdienst die gedurende het hele jaar bedoeld is voor calamiteiten. Deze bereikbaarheiddienst (calamiteitenregeling) omvat het gehele werkgebied van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht. Prioriteiten Toezicht en Handhaving Om een prioritering in taken te maken is gebruik gemaakt van een risicomatrix. Deze risicomatrix is afkomstig van het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het ministerie van Justitie. De risicomatrix is een hulpmiddel bij het stellen van prioriteiten. De matrix helpt bij het rationaliseren van die keuzes. De eerste twee stappen voor het maken van beleid zijn een inventarisatie van de concrete handhavingstaken en een prioritering binnen die taken. Dit heeft er toe geleid dat aan de volgende handhavingstaken een prioriteit gesteld kan worden. Prioritering
4 3 2 1
ing
st
s
orm
ati
ev
ers
tre
kk
tie
htd
ac
Wa c Inf
gs vin
ha nd
ien
) ico
o)
ris ein Ha
ten en
ten
em
Ev
en
en
(kl
tr
ore
(gr
oo
nH ke
Dr an
em en Ev
isic
ca
g ilin
ht
ve
rvu
zic
ing
To e
Wo n
Bra
nd
ve
ilig
he
ten ch
ing Wo n
ing
kla
p
eld
stm be
As
As
be
sts
loo
en
n
me
rke
na
lge
we op
rke
slo
we op
jke
Slo
gri va n
id
0
Om
7.1
Priorireit
Prioritering Niveau 1 - laag Niveau 2 - gemiddeld Niveau 3 - hoog Niveau 4 - zeer hoog De prioriteitindeling en onderscheid daarin zijn in lijn met de in paragraaf 6.2 beschreven toetsingsniveaus van het CKB en gebaseerd op de zes soorten risico’s die onderscheiden kunnen worden. Binnen de prioriteitstelling zullen de volgende doelen op het gebied van Toezicht en Handhaving extra aandacht krijgen voor de komende vier jaar: 1. Het uitvoeren van taken die voortvloeien uit het Integrale Handhavingsbeleidsplan van de gemeente Breda; Het Handhavingsprogramma Breda bevat een overzicht van alle (integrale) handhavingactiviteiten van de gemeentelijke taakvelden Milieu, Bouw- en Woningtoezicht, Brandweer, gebruik Openbare Ruimte, Stadstoezicht en het Kabinet van de Burgemeester. Voor 2008 investeert BWT in zes acties (voornamelijk vrijplaatsen) die in 2008 in overleg met betrokken afdelingen nader ingevuld worden. Deze worden vastgesteld in het Integrale handhavingsbeleidsplan.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
32
2. Het uitvoeren van controles ten aanzien van verleende tijdelijke vrijstellingen op grond van artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening juncto artikel 45 van de Woningwet;
Gebiedsgericht worden verleende tijdelijke vrijstellingen voor het plaatsen van bouwwerken gecontroleerd of deze na afloop van de vrijstellingen verwijderd zijn.
3. Het uitvoeren van controles ten aanzien van illegaal gebruik en illegale bouw in het buitengebied:
Naast de controles in het bebouwde gebied wordt in 2008 gestart met stelselmatige controles in het buitengebied.
4. Het uitvoeren van controles in samenwerking met de woningbouwcorporaties (illegale bewoning);
Onrechtmatige bewoning (illegale onderverhuur, overbewoning, woningvervuiling, achterstallig onderhoud, postadressen).
5. Het verlenen van medewerking inzake de bestrijding van hennepteelt gerelateerde zaken in woningen en andere gebouwen;
Deelname aan acties van de politie.
6. Het uitvoeren van controles, samen met de brandweer, met betrekking tot panden waarin bouwkundige aanpassingen moeten plaatsvinden in het kader van de gebruiksvergunning (gebruiksbesluit) waaronder kamerverhuur.
Met name staan deze controles in het teken van brandveiligheid en constructieve veiligheid.
Op basis van deze prioriteiten is de beschikbare netto urencapaciteit van BWT voor 2008 als volgt verdeeld: Netto urencapaciteit vab BWT 5% Informatieverstrekking 5% Wachtdienst
10% Omvangrijke sloopwerken 5% Sloopwerken algemeen
10% Handhavingsacties 10% Asbestsloop 5% Evenementen (klein risico)
5% Asbestmelding
5% Evenementen (groot risico)
5% Drank en horeca
5% Woningklachten 5% Brandveiligheid
15% Handhaving algemeen
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
10% Toezicht
33
7.2
Monumenten De erfgoedvisie ‘Erfgoed in Context’ benoemt de noodzaak om op het gebied van monumentenzorg handhavend te kunnen optreden. De focus ligt hierbij, in tegenstelling tot handhaving op basis van de Woningwet en andere ruimtelijke wetten, op het behoud van de monumentale waarden. Vaststelling van de erfgoedvisie “Erfgoed in Context” betekent dat handhavingscapaciteit voor het werkveld monumentenzorg moet worden gevonden naast de bestaande capaciteit van toezicht en handhaving.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
34
Financiële paragraaf
8
De taken van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht worden gefinancierd door legesinkomsten en algemene dienstgelden. Globaal kan aangehouden worden dat vergunningverlening (en bijbehorend vooroverleg) en de primaire controle op de uitvoering van vergunning betaald wordt uit de legesopbrengsten. Deze activiteiten zijn kostendekkend. Ten behoeve van jaaroverschrijdingen van vergunningverlening is er een tarief-egalisatiereserve ingesteld. Alle kosten verbandhoudend met handhaving, toezicht, bezwaar en beroep en enkele algemene taken komen ten laste van de algemene dienstgelden. Toelichting financiële consequenties i.v.m. toekomstige ontwikkelingen: Casemanagement Het casemanagement is een onderdeel van vergunningverlening, de extra kosten t.b.v. de twee fte’s kunnen ten laste van de legesopbrengst worden gebracht. Erfgoednota In de erfgoednota zijn de financiële consequenties voor de afdeling Bouw- en Woningtoezicht meegenomen. Gewijzigde Wet op de Ruimtelijke Ordening Eventuele financiële consequenties zijn nog niet bekend, deze worden in 2008 in beeld gebracht. Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke beperkingen Geen financiële consequenties Communicatie taakveld BWT Hierin is binnen de programma’s Dienstverlening en Vergunningverlening en Handhaving voorzien. Gebruiksbesluit Consequenties zijn nog niet bekend, dit wordt meegenomen in relatie tot de regionalisering van de brandweer. De brandweer zal nog een omslag aanleveren waarin de consequenties verwoord zijn. Verwachting is dat vergunningverlening wat hieruit voortvloeit ten laste komt van BWT. Deze extra kosten, naar verwachting één fte, komen ten laste van de legesopbrengst.
Bouwbeleidsplan 2008 - 2011
35