B'Oost Open Data - De Verdieping In gesprek met vier ondernemers uit Haarlem Oost en Schalkwijk Dinsdag 13 januari 2015 19.30 – 22.00 uur Buurtbedrijf Haarlem Oost Tijdens B’Oost – Data maken Haarlem Oost en Schalkwijk op 7 oktober 2014 hebben zeven ondernemers aangegeven een verdiepingsslag te willen maken met Open Data. Op dinsdag 13 januari zijn zij uitgenodigd voor een vervolgsessie: De uitnodigingstekst “Je hebt tijdens de open data bijeenkomst van 7 oktober jl, aangegeven mee te willen doen met het vervolgtraject. Daar zijn we erg blij mee! Je bent daarom van harte uitgenodigd voor een tweede werksessie, samen met de andere deelnemers aan het vervolgtraject. Deze vindt plaats op dinsdag 13 januari van 19.30 tot 22.00 uur in het Buurtbedrijf Haarlem Oost. In de werksessie gaan we met elkaar jouw 'casus' verder uitdiepen en op basis daarvan de exacte databehoefte vaststellen. Dan kunnen we bepalen of, hoe en door wie deze data geleverd kunnen worden. Ook bekijken we een aantal datasets in detail en verkennen de herbruikbaarheid ervan.” Vier ondernemers waren uiteindelijk aanwezig op de sessie van 13 januari: 1. Wouter Moné van Studio Moné 2. Rebecca Karsters van ’t Schaapie Kinderopvang 3. Ellen de Vries van Studio Abel 4. André Kaptein van Smartsensors.me Hierna volgt een uitwerking van de input per ondernemer tijdens de sessie. Advies aan de gemeente is om in ieder geval ook nog een individueel gesprek over te hebben met Raymond Lim van Lim Consultancy en Mustafa Ocal van Dock Haarlem en De Kas. Omdat zij beide een hele concrete datavraag hadden (respectievelijk o.a. vragen en antwoorden van het ondernemersloket en info over BBZ-aanvragen). Vier inzichten uit deze exercitie: • Maak Open Data snel heel concreet! Vergezichten over Open Data begrijpen mensen, stakeholders misschien wel maar het is ook letterlijk ver van hun bed. Door Open Data in het perspectief van hun eigen actuele praktijk te brengen komt het dichterbij,
• •
•
herkent men – met wat hulp - de waarde en de potentie van data en is men ook in staat een concrete datacasus te formuleren die hen nu voordelen kan opleveren. Iedere activiteit van lokale initiatiefnemers, ondernemers, maatschappelijke partners is doordrenkt met onderbenutte data. Juist door ‘af te dalen’ naar individuele casussen leert de gemeente de daadwerkelijke vraag en situatie van in dit geval lokale ondernemers te begrijpen en te herkennen en kan ze waar mogelijk in de individuele databehoefte voorzien. Vanuit die individuele ervaring kan de gemeente opschalen (bottom-up). Immers, als bepaalde open data waarde hebben voor één kinderdagverblijf, dan hebben ze dat voor alle andere kinderdagverblijven ook. Iedere vorm van (her)gebruik van gemeentelijke Open Data is direct of indirect herleidbaar naar doelstellingen van de gemeente. Dit rechtvaardigt de inspanning.
Wouter Moné van Studio Moné Startpunt voor de verdieping is de output van de sessie op 7 oktober 2014
Studio Moné – http://www.studiomone.nl Profiel: “Studio Moné helpt bedrijven hun visuele identiteit af te stemmen op hun doelgroepen om een betrouwbare en/of pakkende eerste indruk bij hun (potentiële) klanten achter te laten. Door eerst een doelgroep analyse uit te voeren kan samen met een bedrijf een strategie worden bepaald. Daarna kan het concept worden uitgewerkt, resulterend in een visualisatie die beter aansluit bij de doelgroep en daarmee een hogere conversie en meer leads genereert. Studio Moné heeft alle hiervoor benodigde expertise. Van grafische vormgeving en fotografie tot branding en webdevelopment, alles wordt perfect visueel op elkaar afgestemd.” Bron: website Studio Moné Vraag: De vraag van Wouter Moné is tweeledig. (1) Hoe met behulp van (open) data doelgroepen inzichtelijk gemaakt kunnen worden, potentiele klanten in beeld gebracht kunnen worden. Om daarmee de markt (mede) te bepalen en te benaderen, te bewerken. Dus hoe kunnen open data mijn marketinginspanningen ondersteunen. En dat niet alleen voor zijn eigen business maar juist ook voor zijn klanten (die vaak hun doelgroep niet scherp hebben). (2) Door meer inzicht te hebben in welke bedrijven (aard, omvang, locatie) in de buurt gevestigd zijn kunnen ook nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan. Scope: Het gaat om inzicht in doelgroepen ten behoeve van commerciële activiteiten (op zich maakt dat niet uit). Doelgroepen kunnen zijn bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties in de breedste zin des woords en particulieren/consumenten/inwoners (privépersonen). En voor deze exercitie focussen we op Haarlem Oost en Schalkwijk. Juridische noot: De wet (Wbp) zegt dat data of combinaties van data niet naar privépersonen mogen leiden tenzij mensen daar zelf toestemming voor hebben gegeven. Voor data over bedrijven gelden andere bepalingen. Uiteraard mogen vertrouwelijk bedrijfs- en fabricagegegevens niet openbaar gemaakt worden, maar daar gaat dit niet over. Dit gaat om bedrijfsgegevens en persoonsgegevens binnen bedrijfsgegevens die zijn aangeleverd op grond van een bepaalde verplichting. In principe zijn dat bestuurlijke gegevens die onder de Wob vallen. Als daar ook gegevens van bijvoorbeeld de eigenaar of gecertificeerden (zoals leidinggevenden in de Horeca) in zitten vallen ze onder de Wob. Want ze zijn verkregen in kader publieke taak. Je moet vervolgens wel altijd het belang van open baarheid afwegen tegen het belang van personen om niet bekend te worden. Data: Tijdens De Verdieping zijn de volgende datasets/-domeinen benoemd als mogelijk relevant: • Bedrijven, instellingen, maatschappelijke organisaties
•
o Wat: aard, omvang, omzet, werknemers, historie, waar gevestigd.
o Wie: De eerste bronhouder die dan boven komt drijven is de Kamer van Koophandel met het handelsregister. Echter is dat een betaalde service – met beperkte ‘formele’ informatie – en heeft daardoor niet de voorkeur. o Wie: De provincie beheert het werkgelegenheidsregister. Achterhaald moet worden welke informatie dit register biedt en in welke vorm de informatie beschikbaar is. o Wie: De gemeente heeft allerlei data over bedrijven en instellingen. Vanuit de vergunningverlening (bijvoorbeeld een overzicht van alle horecabedrijven, standplaatsen, winkels et cetera), het toezicht (scholen, ??) en vanuit n.t.b. andere taken. Het lijkt nuttig deze data te inventariseren, met de vraag van Wouter als referentie. Daarnaast heeft de gemeente toegang tot het handelsregister en mag dit onder bepaalde voorwaarden gebruiken. Waarvoor en in welke vorm wordt momenteel uitgezocht door Haarlem en de KvK (Jacques Wallinga). Bewoners, kenmerken van wijken en buurten o Wat: feiten en cijfers over buurten en wijken: bedrijfseconomische gegevens, demografische gegevens en al wat meer bekend is over de samenstelling van buurten (maar bijvoorbeeld niet over de openbare ruimte). o Data die kunnen herleiden naar privépersonen mogen niet openbaar gemaakt worden (uiteraard zijn er uitzonderlijke situaties waar dat wel mag zoals bij opsporing maar daar gaat het hier niet over). o Wie: De gemeente beheert en levert allerlei gegevens over buurten en wijken. Dit wordt ongetwijfeld zichtbaar via de geplande data-inventarisatie.
aanwezige en onderscheidende (hyperlokale) kenmerken, ontwikkelingen van een gebied kunt uitventen. Zowel voor de reeds gevestigde orde als voor potentiele nieuwkomers.> Wat is het belang van de gemeente? Een belangrijke vraag die altijd gesteld moet worden is wat het belang van de gemeente is om in dit geval bedrijven actief te ondersteunen met Open Data. Tijdens de sessie zijn drie motivaties genoemd: • Bedrijven vinden elkaar sneller (samenwerking = groei) • Je werkt daarmee aan de vitaliteit van een gebied • Het simuleert lokale economische bedrijvigheid Wat is er aan data? Bij alle ondernemers die we hebben gesproken bestaat de behoefte om inzicht te krijgen in wat er aan data voorhanden is binnen de gemeente (een gestructureerde lijst). Dan weten ze waar ze aan moeten denken en wordt men geïnspireerd en gemotiveerd deze te gebruiken in vraagstukken.
Rebecca Karsters van ’t Schaapie Kinderopvang Startpunt voor de verdieping is de output van de sessie op 7 oktober 2014
’t Schaapie Kinderopvang - http://www.hetschaapie.nl/ Profiel: “Bij Kinderopvang ‘t Schaapie streven wij naar een flexibele en huiselijke sfeer. Vaste gezichten, laagdrempeligheid en betalen voor wat je afneemt! In deze tijd is het belangrijk dat u niet te veel betaalt voor de opvang van uw kind. Wij zijn het daarom ook met u eens dat het betalen, voor uren die u niet afneemt, echt niet meer kan. In 2009, toen wij begonnen met de opvang voor kinderen, hebben wij gekeken naar wat wij zelf, als ouders, belangrijk vinden en door dat te hebben gedaan, zijn wij in Haarlem al jaren de meest flexibele, goedkoopste en vooral gezelligste opvang.” ’t Schaapie heeft twee vestigingen voor opvang van kinderen van 0 tot 12 jaar. Bron: website ’t Schaapie. Situatie: Binnen de branche heerst hevige concurrentie. Er is weinig beweging tussen kinderopvangorganisaties. Mensen stappen vrijwel nooit over naar een andere opvang. Met name de vraag naar naschoolse opvang is de afgelopen jaren afgenomen. De organisaties delen weinig met elkaar. Terwijl bijvoorbeeld het delen van wachtlijsten voordelen kan opleveren: • Daardoor kunnen wachtlijsten opgeschoond worden. Veel kinderen staan op meerdere lijsten en kinderen worden niet afgemeld als ze al ergens geplaatst zijn of de behoefte er helemaal niet meer is. • Je kunt wachtlijsten van elkaar overnemen en elkaar kinderen leveren, waardoor er meer kinderen opvang genieten en dus de taart groter is. • En als er meer kinderen opvang genieten betekent dat misschien dat meer mensen aan het werk kunnen/zijn (= hypothese)? En dat is relevant voor de gemeente. Vraag: De belangrijkste vraag van Rebecca is – vergelijkbaar met Wouter Moné – hoe zij haar doelgroep kan bereiken. En of er data is die haar daarbij kan helpen. Waar worden kinderen geboren? Waar zitten de kinderen van 0-4 (KDV) en van 4-12 (NSO)? Daarnaast wil en kan Rebecca – met haar expertise - mensen helpen voor wie kinderopvang te duur is. Er zijn subsidieregelingen waardoor ook deze mensen. Op dit moment ligt die taak bij het centrum voor jeugd en gezin en de wijkteams. Echter verwacht Rebecca dat deze kans onderbenut wordt, er meer gebruik gemaakt kan worden van de regelingen (= belang Rebecca) en dus meer mensen daardoor bijvoorbeeld kunnen werken (betaald of vrijwillig = weer belang van de gemeente). Data: • De ultieme dataset voor Rebecca is uiteraard het GBA. Dan heeft ze alle informatie die ze nodig heeft. Deze data is echter uitgesloten en dat behoeft verder geen toelichting J
•
•
•
Second best zijn de wijk- en buurtgegevens over de samenstelling van de bevolking inclusief het verloop ervan. Bij voorkeur zo actueel mogelijk. Eventueel kunnen met behulp van de BAG adresbestanden gemaakt worden. Ook hier speelt de vraag of via andere (data)bronnen dan de gemeente nog betere data te vinden is of via andere kanalen (zoals social media) potentiele klanten op persoonsniveau te traceren zijn. Overigens niet een vraag die gemeente hoeft te beantwoorden. Daarnaast wil Rebecca inzicht in welke kinderopvangorganisaties welke subsidies hebben aangevraagd en ontvangen. Deze data is openbaar en kan door de gemeente verstrekt worden.
Het belang van de gemeente: • De gemeente is er voor de kinderen en voor de ouders, om te zorgen voor goede kinderopvang (welzijn) voor iedereen en ouders die als ze dat willen kunnen werken. • Daarnaast is mogelijk relevant voor de gemeente te weten hoe groot de wachtlijsten echt zijn. Dit is afhankelijk van het beleid wat de gemeente al dan niet hierop voert. Voor deze casus moet uitgezocht wat de gemeente aan beleid, uitvoering, toezicht doet m.b.t. kinderopvang, welke data verzameld en gebruikt worden en bijvoorbeeld of en hoe de wachtlijsten worden gebruikt. Dat kan de casus sterker maken. • Als de wachtlijsten of wellicht ook andere informatie van de kinderopvangorganisaties zelf relevant zijn voor de gemeente en het collectief van kinderopvangorganisaties kan de gemeente mogelijk initiator zijn richting deze organisaties om meer met elkaar te gaan delen (omdat iedereen er beter van wordt).
Ellen de Vries van Studio Abel Startpunt voor de verdieping is de output van de sessie op 7 oktober 2014
Studio Abel - http://www.studioabel.nl/ Profiel: Studio Abel is een ontwerpstudio voor grafische vormgeving en fotografie. Ze ondersteunen startende ondernemers die nog geen huisstijl hebben en doen aan social media monitoring voor klanten. Vraag: Ellen heeft momenteel geen vraagstuk waar ze data bij zou willen of kunnen gebruiken. Echter wanneer het wel opportuun is wil ze inzicht hebben in de data van de gemeente. Een gestructureerde lijst van alle beschikbare en opvraagbare data biedt voor Ellen uitkomst. Dit geldt niet alleen voor Ellen. Ook de andere ondernemers hebben behoefte aan een gepubliceerde lijst waaruit ze kunnen ‘datashoppen’. De data zelf hoeft dan niet per se gepubliceerd te zijn. Metadata en opvraaggevens voldoen. Ellen deed de suggestie dat het zoekgedrag binnen de lijst input kan zijn voor de prioritering van de datapublicatie. Dit geeft invloed op de wijze waarop de lijst gepubliceerd wordt.
André Kaptein van Smartsensors.me Startpunt voor de verdieping is de output van de sessie op 7 oktober 2014
Smartsensors.me - http://www.smartsensors.me/ Profiel: Smartsenors.me ontwikkelt sensoren voor allerlei toepassing in de openbare ruimte (geluid, luchtvervuiling, overlast), in gebouwen, op wegen, waterstromen, in bedrijfsprocessen et cetera. Daarbij verzorgt Smartsensors.me het volledige traject: installeren, het meten, verwerken, visualiseren, analyseren. De smart city pitch luidt “We offer an infrastructure for sensing urban parameters such as air quality, noise, traffic density or vibration. Our sensing proposition includes online connectivity, hosting, analysis and presentation of the data. We can combine the data with other data, big or open. Data analysis can help smart citizens, planners and businesses in understanding their city and its environment. Monitoring and analysis can show the effect of urban policy actions. We bring hyperlocal sensordata as well as the big picture to the decision room. That 'decision room' may be City Hall, the board room of your company or maybe your own kitchentable.” Met behulp van sensoren kunnen real time metingen uitgevoerd worden waardoor veel nauwkeuriger beleid gemaakt en besluiten genomen worden. Met sensoren is de tijd van aannames, normgetallen, indexcijfers voorbij! Een aandachtspunt rondom sensoring is de sociale acceptatie. André werkt onder andere op basis van het Europese Fiware platform wat onlangs is gelanceerd en in ontwikkeling is_ http://www.fiware.org/about/. Onder het motto ‘practice what you preach’ gaat André in zijn buurt in Haarlem een aantal sensoren hangen. Zodat hij kan laten zien wat dat oplevert. Voor de gemeemte Haarlem is het zinvol dit op z’n minst te volgen of indien mogelijk samen te werken! Vraag: André wil graag samenwerken met de gemeente Haarlem en een proefproject met sensoring starten. Mede in kader van mogelijke Smart City ambities van Haarlem. Daarbij is het interessant om te verkennen wat sensoring oplevert (ook winst in €) t.o.v. traditionele meetmethoden.