/
BOMEN EFFECT ANALYSE 4 platanen, Boschveldweg, Gemeente ‘s-Hertogenbosch Referentienummer : BD14392.251 Opdrachtgever : Heijmans Vastgoed BV Datum afronding : 27 mei 2014
BOMEN EFFECT ANALYSE 4 BO M EN , B OSC H V ELD W E G , G E ME E N T E ‘S - H E R TO G EN BO SC H
Conceptversie 1.1
22 april 2014
Conceptversie 1.2
20 mei 2014
Eindversie
27 mei 2014
Colofon
© Boomadviesbureau Duifhuizen Onafhankelijk adviesbureau voor bomen en ecologie Harderwijkerstraat 35 3881 ED Putten Telefoon Mobiel E-mail Website
: : : :
0341 370 290 06 46206749
[email protected] www.boomadviesduifhuizen.nl
Project Opdrachtgever
: Bomen Effect Analyse 4 bomen Boschveldweg, ‘s-Hertogenbosch : Heijmans Woningbouw b.v. Graafsebaan 65 5248 JT Rosmalen Contactpersoon : J. Vogels, J.W.Burgmans Referentie : BD14392.251 Datum onderzoek : 27 maart 2014 Onderzoekers : P.C. Duifhuizen (ETT)/R.J. Hendriks (BVC) Auteur : P.C. Duifhuizen (ETT)
Copyright © 2014 Boomadviesbureau Duifhuizen. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Voor meer informatie of meer exemplaren van dit rapport, neem contact op met de auteur. Boomadviesbureau Duifhuizen is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade die voortvloeit uit toepassing van de conclusies, aanbevelingen of adviezen uit dit rapport.
2
1 INLEIDING 1 .1 AA NL E ID IN G E N DO E LS T EL LI N G Heijmans BV heeft opdracht gegeven aan Boomadviesbureau Duifhuizen te Putten tot het uitvoeren van een Bomen Effect Analyse bij een viertal platanen aan de Boschveldweg te ’s-Hertogenbosch. Aanleiding is de voorgenomen bouw van een appartementencomplex. Volgens het voorlopig ontwerp zal het appartementencomplex op korte afstand van de vier bomen gebouwd worden. Doelstelling van dit onderzoek is na te gaan wat de effecten zijn van de realisatie van nieuwbouw op de bomen zijn en of c.q hoe de bomen duurzaam te behouden zijn.
1 .2 ST AN DA AR DV RA A G BO ME N EF F EC T A NA L YS E Door middel van de uitvoering van een Bomen Effect Analyse (BEA) zal beoordeeld worden wat de invloed van de voorgenomen werkzaamheden zal zijn op de bomen. Centrale vraag binnen een BEA is: Kunnen de bomen, in het perspectief van de voorgenomen bouw, in hun huidige verschijningsvorm en op deze standplaats, duurzaam behouden blijven? Naast de centrale vraag komen onder meer de volgende overwegingen aan bod die in dit rapport beantwoord zullen worden: • Hoe stabiel zijn de bomen na ontgraven van de bouwput, en vervolgens na bouw? • De wortels steken ruim 20 cm boven huidige trottoir uit. Is het trottoir op dit niveau te handhaven? • Hoe lang volstaat het kandelaberen van met name boom 1, 3 en 4 t.o.v. de te realiseren gevel? • Wat is de levensverwachting van de bestaande bomen indien (herhaaldelijk) gekandelaberd? • Gezien de huidige kroonprojectie zal een aanzienlijk deel van de wortels verwijderd worden voor funderingswerkzaamheden. Wat doet dit met de levensverwachting van de bomen?
1 .3 HU ID IG E S I TUA T I E Tussen de Boschveldweg en het westelijk gelegen NS-station van ‘s-Hertogenbosch ligt in de huidige situatie een stuk braakliggend terrein. Dit terrein is aangemerkt als bouwlocatie en er is een ontwerp gemaakt voor een 5 laags appartementencomplex. Parallel aan de bouwlocatie ligt aan de oostzijde de Boschveldweg. Dit is een klinkerweg met aanliggende parkeervakken (1,85 m1 breed) in de lengterichting aan de zijde van station (westzijde). Langs de parkeervakken ligt een 2 m1 breed trottoir met tegelverharding en opstaande trottoirbanden. Tussen de parkeervakken staan 4 bomen in verharding, in kleine boomspiegels van circa 2 x 1 m1 met opstaande banden.
3
Afbeelding 1: Luchtfoto onderzoekslocatie
In de huidige situatie veroorzaken de bomen plaatselijk overlast door opdruk van verharding. Tevens voldoet het trottoir niet meer aan de huidige gemeentelijke (veiligheids)eisen.
1 .4 PL AN VO RM IN G De voorgenomen werkzaamheden bestaan uit de bouw van het appartementencomplex. Hierbij gaat het o.a. om: • Aanbrengen fundering t.b.v. toekomstige gevel ter hoogte van rand huidige trottoir, zijde bouwlocatie. • Realiseren circa 16 m1 hoge gevel ter hoogte van boom 1, 3 en 4. • Uitgraven werkgebied met talud onder huidige trottoir t.b.v. de realisatie van de fundering van nieuwbouw. Verder wordt de gemeente geadviseerd over de aangrenzende openbare ruimte, waarbij het gaat om het trottoir, parkeervakken en de tussen de parkeervakken staande bomen, waarbij het met name gaat om het duurzaam behoud van de bomen en het voorkomen van toekomstige opdruk van verharding.
1 .5 RA ND VO OR W A A RD E N E N U I TG AN GS P UN T EN • • •
Randvoorwaarde van de gemeente ’s-Hertogenbosch is het behoud van de vier bomen De onderzoekslocaties kunnen als representatief beschouwd worden voor alle bomen. De aangeleverde kaarten en tekeningen zijn leidend bij dit onderzoek. Het gaat om: Praatprent Bomen Boschveldweg d.d. 20140227.pdf KLIC-mrt 2011 Boschveldweg.zip 1340.20.R001 CONCEPT VO.pdf
4
2 METHODIEKEN 2 .1 OMS C H R IJ V IN G G EB R UI KT E M E TH OD I EK E N Een beoordeling van de gevolgen van renovatie, bouw- of aanlegwerkzaamheden in de nabijheid van bomen is een Bomen Effect Analyse, wanneer deze aan de strikte inhoudseisen van dit instrument voldoet. In een Bomen Effect Analyse worden de uitgangspunten van een bouw of aanleg, de kwaliteit van de houtopstand ter plaatse, de gevolgen van de bouw of aanleg op die kwaliteit, de mogelijke alternatieven, als wel de kans op duurzame instandhouding van de bomen, vooraf inzichtelijk gemaakt.
2 .2
OP NA M E IN VE N TA R IS AT I EG E G EV E NS E N C O ND I TI E B EP A LI NG
Naast enkele inventarisatiegegevens (boomsoort, diameter- en hoogteklasse) is de conditieen toekomstverwachting bepaald. De conditiebepaling is een momentopname van de verschijningsvorm van een boom en wordt bepaald door twijggroei, knopvorming, kroonbeeld en regeneratievermogen. Bij de conditiebepaling is onderscheid gemaakt tussen de volgende vier categorieën: Goed (G) Redelijk (R)
Matig (M)
Slecht (S)
Boom vertoont goede groei en vertoont een beeld dat van de soort verwacht mag worden onder goede groeiplaatsomstandigheden Niet-optimale groei, te zien aan de wat verminderde groei in twijglengte en ijlere kroon, maar de minder optimale omstandigheden hebben nog geen duidelijke of onomkeerbare negatieve gevolgen voor de verdere ontwikkeling van de boom. Er is duidelijk sprake van negatieve gevolgen voor de verdere ontwikkeling van de boom, zoals een ijle kroon, scheut-of taksterfte, en beperkte twijggroei. Duidelijk aftakelende boom, waarbij veelal sprake is van een ijle kroon met zware taksterfte resulterend in veel en soms zwaar dood hout.
De toekomstverwachting wordt bepaald op basis van de huidige conditie, aanwezigheid van mechanische afwijkingen, vruchtlichamen of rottingen en de ondergrondse situatie. Bij de toekomstverwachting gebruiken we dezelfde classificatie, Goed (>15 jaar), Redelijk (1015), Matig (5-10) en Slecht (0-5). Erachter aangeduid in aantal jaren dat verwacht wordt dat de boom bij onveranderde omstandigheden nog in redelijke staat verkeert en gehandhaafd kan blijven.
5
2 .3 VIS U EL E B OOM C O NT R O L E De controle van de bomen is uitgevoerd met behulp van de VTA methode. De afkorting VTA staat voor Visual Tree Assessment. Door middel van deze methode wordt het (breuk)risico van een boom visueel beoordeeld op grond van de bouw en het groeigedrag. Er wordt daarnaast onder andere gecontroleerd op de aanwezigheid van schimmels, insecten, holten en inrottingen, mechanische beschadigingen, inrottende snoeiwonden, kleeftakken en afgestorven takken.
2 .4 ME T IN G EN AF S TA ND EN T OT N I EU W B OUW Relevante afstanden tussen geplande uitbouw en de boom zijn opgemeten. Het gaat hierbij om de uiteindelijke afstand van de bomen tot de toekomstige gevellijn, tussen het trottoir en de bomen en de relatie tussen de hoogte van het gebouw en de bomen en welke minimale afstanden er nodig zijn om de bomen geen blijvende schade te berokkenen. In relatie hiermee zijn op relevante afstanden en punten een of meerdere proefsleuven gegraven en/of boringen uitgevoerd om na te gaan waar zich beworteling van de bomen bevindt en wat de gevolgen van eventuele verwijdering hiervan zijn voor de conditie en toekomstverwachting van de boom.
2 .5 P RO BL E M EN W O R T EL S IN R E LA T I E TO T V ER H A RD IN G Naast voornoemde gegevens en conditie is ook geïnventariseerd waar zich knelpunten hebben voorgedaan tussen boomwortels en verharding. De opdruk van verharding wordt onderscheiden in licht, matig of zwaar. Licht is opdruk tot 2 cm, matig tussen 2 en 5 cm en zwaar meer dan 5 cm. Ook is visueel gecontroleerd bij welke bomen wortels langs de trottoirbanden of goten groeien en waar de opdruk zich uitgebreid heeft tot onder de rijbaan.
2 .6 BE W O R T EL IN G SO ND E R Z O EK Op vier relevante en representatieve locaties is bewortelingsonderzoek gedaan met behulp van een AIR-SPADE. Hierbij wordt door middel van een lans en compressor onder hoge druk de grond rondom wortels weggeblazen zonder de wortels te beschadigen. Dit om de ontwikkeling van de beworteling inzichtelijk te maken en eventuele knelpunten ten aanzien van de voorgenomen werkzaamheden en de huidige groeiplaats vast te stellen.
6
3 ONDERZOEKSRESULTATEN 3 .1
BE L E IDS S TA TU S
Via de website www.s-hertogenbosch.nl is het bomenbeleidsplan van de gemeente ’sHertogenbosch geraadpleegd om te achterhalen wat de beleidsstatus van de bomen is. Op de structurenkaart 2009 zijn de beschermde boomstructuren vastgelegd. De boomstructuur aan de Boschveldweg is grotendeels aangemerkt als ‘waardevolle boomstructuur’ (zie afbeelding 2). Dit houdt in dat de bomen een duidelijk hogere waarde hebben dan gemiddelde bomen of structuur in ’s-Hertogenbosch. Alle bomen zijn dan ook kapvergunningsplichtig. Strikt gezien loopt de waardevolle boomstructuur op de kaart tot aan de kruising met de Maaslandstraat (vanuit noordelijke richting) en dit zou betekenen dat alleen boom 3 en 4 onder de structuur vallen, en boom 1 en 2 niet. Alle bomen zijn echter gelijkvormig en ons inzien even waardevol.
Boschveldweg
Afbeelding 2: Structurenkaart stadshart ’s-Hertogenbosch
3 .2 KW A LI T EI T VA N D E H O UT OP S TA ND Alle vier de platanen (Platanus x hispanica) vertonen een goede conditie en goede toekomstverwachting en zijn ongeveer 40 á 45 jaar oud. De bomen hebben een gemiddelde stamdiameter van 56 cm en een hoogte van 16 á 17 meter. De bomen zijn onderdeel van een boomstructuur die uit een enkele bomenrij van volwassen platanen bestaat. boomnr soort
diameter hoogte conditie kroonprojectie opmerkingen
1
Platanus x hispanica
54 cm
17 m
goed
14x11 m
2
Platanus x hispanica
52 cm
16 m
goed
12x12
3
Platanus x hispanica
58 cm
16 m
goed
13x13
4 Platanus x hispanica Tabel 1: boomgegevens
60 cm
16 m
goed
12x14
scheefgroei
7
De bomen staan in de huidige situatie in de verharding tussen de parkeervakken en vertonen zware opdruk van de verharding. Bij boom 4 is lichte scheefgroei geconstateerd, maar er is geen sprake van mogelijke instabiliteit. Verder zijn bij geen van de bomen noemenswaardige afwijkingen geconstateerd zoals zwaar dood hout, holten of slechte aangehechte takken.
Afbeelding 3: Overzicht bomen (voorste boom, nummer 4, vertoont scheefgroei)
3 .3 OND E R G RO ND S E K N EL P UN T EN B IJ BO ME N Door de kleine boomspiegel drukken alle bomen de opsluitbanden rondom de boomspiegel sterk op. De bomen hebben ‘wurgwortels’ ontwikkeld die als het ware rondom de stamvoet groeien en richting het trottoir groeien. De wortels komen door de naden van de opsluitbanden en over de banden heen en groeien vervolgens onder de trottoir- en parkeerverharding waardoor zwarte opdruk is ontstaan. Plaatselijk zijn tegels verwijderd i.v.m. ruimtegebrek door de sterk ontwikkelde wortels. Als gevolg van de opdruk is het trottoir plaatselijk 15 tot 20 cm hoger te komen liggen dan het oorspronkelijke niveau, ook de stamvoet met wortelaanzetten en wurgwortels bevinden zich circa 20 cm hoger dan de oorspronkelijke maaiveldhoogte.
8
2 m1 1 m1
Afbeelding 4: boomspiegel t.h.v. boom 1
Afbeelding 5: boomspiegel t.h.v. boom 2
15 à 20 cm > maaiveld
Afbeelding 6: boomspiegel t.h.v. boom 3
Afbeelding 7: boomspiegel t.h.v. boom 4
3 .4 BE W O R T EL IN G SO ND E R Z O EK EN Er is op vier locaties, bij alle vier de bomen, bewortelingsonderzoek uitgevoerd met behulp van de AIR-SPADE. De bewortelingsonderzoeken zijn uitgevoerd ter hoogte van het trottoir, nabij de opsluitbanden aan beide kanten. De bodem bestaat voornamelijk uit droog humusarm, geel cunetzand. Plaatselijk is de bovenste 20 cm onder maaiveld wat humusrijker, en bestaat de bodem uit matig humeus, lemig fijn zand. De grondwaterstand bevindt zich op meer dan 120 cm < maaiveld. Alle detailgegevens van de bewortelingsonderzoeken zijn te vinden in bijlage 1. Bij alle bomen is onder het trottoir een zeer dichte mat van fijne (haar)beworteling aangetroffen. In het verleden zijn bij boom 1, 2 en 3 dikkere wortels afgezaagd op 20 tot 30 cm buiten de opsluitband (zie oranje stippellijn in onderstaande afbeelding), vermoedelijk om de gevolgen van wortelopdruk te reduceren en om te kunnen herstraten. Het grote volume aan haarbeworteling is ontstaan als gevolg van reactiegroei op de geamputeerde wortels.
9
Afbeelding 8: beworteling van boom 3 onder het trottoir
•
•
Bij geen van de bomen zijn onder het trottoir dikkere wortels (>10 cm) aangetroffen die voor stabiliteit van de boom zorgen. De fijnere beworteling onder het trottoir vervult enkel de functie voor het opnemen van vocht en voeding. De beworteling concentreert zich in de bovenlaag tot een diepte van 25 á 30 cm –mv. Daaronder is incidenteel fijne beworteling aangetroffen. Het is op basis van dit onderzoek niet aannemelijk dat dieper dan het graafonderzoek (> 80 cm –mv) dikkere (stabiliteits)wortels liggen, omdat de grond hier min of meer ongeschikt is voor dikke beworteling. Op basis van het bewortelingsonderzoek is te verwachten dat de bomen verticale, diep groeiende stabiliteitswortels hebben ontwikkeld, voornamelijk ter hoogte van de boomspiegel en onder de parkeervakken. Mogelijk groeien plaatselijk ook wortels in het naastgelegen riool onder de molgoot, dit is echter niet verder onderzocht.
3 .5 TO EK OM S TV E RW AC HT I NG I N ONV E R AN D E RD E OMS T AN DI G H ED E N De toekomstverwachting zal bij onveranderde omstandigheden redelijk tot goed zijn. De bomen vertonen nu een goede conditie en vitaliteit en beschikken over voldoende bovengrondse groeiruimte. Ondanks dat er sprake is van te weinig ondergrondse groeiruimte is dit (nog) niet van negatieve invloed op de conditie van de bomen, al wordt dit mogelijk wel een probleem in de toekomst. Ook zijn de boomspiegels ontoereikend qua grootte, waardoor de stamvoet en wortelaanzetten zich niet goed kunnen ontwikkelen en voor opdruk zorgen. Bij onveranderde omstandigheden zal de opdruk verder toenemen en zullen de wurgwortels verder buiten de plantspiegels treden.
10
4 GEVOLGEN VOOR DE BOMEN
4 .1
BOV E NG R ON DS E G E VO LG E N
In de huidige situatie reikt de kroonprojectie van de bomen aan de westzijde tot ver over de (Boschveld)weg, en aan de oostzijde tot ver boven het plangebied. In onderstaande afbeelding is de kroonprojectie over het ontwerp van het toekomstige gebouw gevisualiseerd. Hierop is zichtbaar dat het toekomstig gebouw tot ver binnen de kroonprojectie van boom 1, 3 en 4 komt te staan.
Afbeelding 9: kroonprojectie van de bomen t.o.v. toekomstig gebouw
ca. 16 m1
Rand kroonprojectie
ca. 3 à 4 m1
max. 2 m1
Afbeelding 10: gevellijn t.h.v. boom 1
Afbeelding 11: gevellijn t.h.v. boom 2
11
ca. 16 m1
ca. 16 m1
max. 2 m1 max. 3 m1
Afbeelding 12: gevellijn t.h.v. boom 3
Afbeelding 13: gevellijn t.h.v. boom 4
Afstanden tot boom 1-4 • De toekomstige gevellijn komt op circa 2 m1 afstand van het hart van de stam van boom 1. • Door de hoek in het ontwerp komt het toekomstige gebouw niet binnen de kroonprojectie van boom 2 en bedraagt de afstand van de gevellijn tot de buitenrand van de kroonprojectie circa 3 m1. • Ter hoogte van boom 3 komt de gevellijn op circa 3 m1 afstand van het hart van de stam. • Ter hoogte van boom 4 op circa 2 m1. Een substantieel deel van het kroonvolume van boom 1, 3 en 4 bevindt zich in de zone van het toekomstig gebouw. Hier komt de werkzone nog bij, waardoor er nog meer kroonvolume verwijderd moet worden. Doordat de gevellijn op meer dan 3 m1 afstand van de rand van de kroonprojectie van boom 2 komt, is geen sprake van negatieve bovengrondse gevolgen voor boom 2. Door de korte afstanden tussen toekomstige gevel en boomkronen zullen de kronen van boom 1,2, en 4 drastisch ingekort moeten worden, voorafgaand aan de bouw van het complex.
4 .2 OND E R G RO ND S E G EV O LG E N Aanbrengen fundering voor toekomstige gevel De gevolgen voor de bomen ten aanzien van het ontgraven van de bouwput en het aanbrengen van de fundering zullen negatief zijn. De aanwezige beworteling onder het trottoir zal verwijderd moeten worden, dit heeft echter geen ingrijpende gevolgen voor de stabiliteit omdat het hoofdzakelijk om fijnere beworteling en haarbeworteling gaat. De
12
conditie kan wel teruglopen. Bij boom 2 komt de gevel buiten de kroonprojectie en zullen de ondergrondse gevolgen min of meer afwezig zijn. Het ontgraven van het talud gebeurt onder een hoek van 45º en ruim 1 meter diep. De bomen zullen niet instabiel worden, mits de bestrating en beworteling aan de andere zijden intact blijft. Tevens is er nauwelijks diepere beworteling aangetroffen onder het trottoir, waardoor het verwijderen van het trottoircunet en dieper naar verwachting geen gevolgen heeft voor de stabiliteit.
Vervangen trottoir en opsluitbanden Het vervangen van het trottoir en opsluitbanden zal bij alle vier de bomen negatieve ondergrondse gevolgen hebben. De fijnere beworteling direct onder het trottoir kan onmogelijk gespaard worden en zal in zijn geheel verwijderd moeten worden. Dit uit zich in tijdelijke afname van conditie. Bij de huidige opsluitbanden aan de zijde van de weg zijn enkele dikkere wortels aanwezig die in het verleden 20 à 30 cm buiten de kant zijn afgezaagd. Ter hoogte van de opsluitband zijn deze wortels plaatselijk dikker dan 10 cm (zie onderstaande afbeelding). Bij verwijdering van deze wortels is er een verhoogd risico op inrotting van beschadigde wortels, terugloop in conditie en mogelijk instabiliteit. Deze dikkere wortels dienen dan ook intact te blijven.
Afbeelding 14: dikkere beworteling ter hoogte van opsluitband
13
5 CONCLUSIES EN ADVIES 5 .1 C ON DI TI E EN T O EK OM S TV E RW AC HT IN G De bomen vertonen een goede conditie en toekomstverwachting. Boom 4 vertoont beperkte scheefgroei, verder zijn geen noemenswaardige afwijkingen aangetroffen. De bomen zijn gesitueerd in de verharding tussen de parkeervakken en beschikken in de huidige situatie over een te kleine boomspiegel en beperkte doorwortelbare ruimte waardoor zware opdruk is ontstaan. Om de opdruk te verminderen zijn in het verleden wortels onder het trottoir afgezaagd. Dit is echter geen duurzame oplossing en inmiddels is dan ook alweer opdruk opgetreden. De ontoereikende boomspiegel en beperkte doorwortelbare ruimte heeft vooralsnog geen negatieve invloed op de toekomstverwachting omdat de bomen wel in staat zijn zich te handhaven, maar het veroorzaakt plaatselijk wel overlast.
5 .2 C ONC LU SI E R E LA T I E NI EU W B OUW EN B OM E N • Bovengronds Bij realisatie van de nieuwbouw op de afstand zoals op dit moment in het ontwerp staat, komt de nieuwe gevellijn op < 2 m1 van boom 1 en 4 en op < 3 m1 van boom 3. Ook zal voor realisatie een werkzone aangehouden moeten worden, hetgeen tot gevolg heeft dat de steigers tot ongeveer op 1 m1 van de stam van boom 1 en 4 komen te staan en op 2 m1 van boom 3. Dit heeft negatieve bovengrondse consequenties voor boom 1, 3 en 4, de kroon zal ingrijpend ingekort moeten worden. Doordat de gevel in de huidige planvorming buiten de kroonprojectie van boom 2 komt, zijn de bovengrondse gevolgen voor boom 2 min of meer afwezig. • Ondergronds Ondergronds zal in het huidige ontwerp een grote strook van de doorwortelbare zone van alle 4 de bomen onder het trottoir verdwijnen door de aanleg van de fundering. Dit zal negatieve gevolgen hebben voor de bomen. Immers, de nu aanwezige fijnere wortels en haarwortels die voor voeding en vocht zorgen zullen aan één zijde van de bomen grotendeels verwijderd worden en kunnen in de toekomst maximaal tot aan de gevellijn groeien. Er is dan ook lichte conditievermindering te verwachten, maar met de juiste specifieke maatregelen (zie par. 5.3) zal dit een tijdelijk fenomeen zijn. Doordat bij geen van de 4 bomen stabiliteitswortels zijn aangetroffen onder het trottoir en het op basis van dit onderzoek niet aannemelijk is dat deze in de te ontgraven bouwput aanwezig zijn, is er bij uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden en na de bouw geen
14
verhoogd risico op instabiliteit van de bomen. Het is ons inziens niet nodig om een damwand of grondkering te plaatsen. Wel is het noodzakelijk dat een aantal maatregelen wordt getroffen om het verlies aan beworteling te compenseren. Deze maatregelen worden verderop in dit rapport nader toegelicht. Bij uitvoering van deze maatregelen is de toekomstverwachting voor de bomen goed te noemen. Terugkomend op de centrale vraag binnen de BEA: Kunnen de bomen, in het perspectief van de voorgenomen bouw, in hun huidige verschijningsvorm en op deze standplaats, duurzaam behouden blijven? Boom 2 kan duurzaam behouden blijven in de huidige verschijningsvorm. Boom 1, 3 en 4 kunnen met in achtneming van het huidig ontwerp niet duurzaam behouden blijven in de huidige verschijningsvorm. Deze bomen kunnen alleen duurzaam behouden blijven bij uitvoering van specifieke maatregelen. Voor alle bomen gelden ook algemene maatregelen tijdens de bouwwerkzaamheden.
5 .3
SP EC IF IE K E MA AT R E G E L EN
5 .3 .1 KAN D EL AB E R E N (V OO R AF G AA ND OF T IJ D E NS BOU W ) In het huidig ontwerp kan boom 2 in de huidige verschijningsvorm gehandhaafd blijven. Om boom 1, 3 en 4 te kunnen handhaven zal de kroon sterk moeten worden ingenomen (kandelaberen), omdat de kronen voor een groot deel binnen de gevellijn/werkzone groeien. Kandelaberen is het sterk innemen van de kroon, waarbij doorgaans alle gestel takken van de kroon met minimaal 40%-60% worden ingekort. De totale kroon van de boom wordt op deze wijze als het ware sterk gereduceerd, waarna de ingekorte gesteltakken weer uitlopen. Enkele aandachtspunten hierover: •
Gezien de korte afstand van de gevel op de bomen zullen de gesteltakken moeten worden afgezet tot een totale lengte van 1 m1, maximaal 2 m1, gezien vanaf de stam. Door de bomen te kandelaberen verdwijnt een groot deel van het kroonvolume, waardoor de verdamping drastisch wordt verminderd. Hierdoor heeft de boom minder vocht en voeding nodig.
Afbeelding 15: Uitgelopen scheuten na kandelaberen bij plataan
15
•
Het kandelaberen werkt daarom voor een deel als compensatie voor het verlies aan beworteling. Om deze reden adviseren wij om ook boom 2 te kandelaberen.
•
Het kandelaberen is geen eenmalige maatregel, hierna zullen de bomen herhaaldelijk gesnoeid moeten worden om te voorkomen dat lange uitlopers ontstaan die tegen de gevel van het toekomstig gebouw zullen groeien. Bovendien is er
•
een verhoogde kans op takbreuk bij het niet snoeien van de uitlopers deze minder goed aangehecht zijn en gevoelig zijn voor breuk. Wij adviseren om de bomen na het kandelaberen minimaal 3-jaarlijks te snoeien, waarbij de alle uitlopers verwijderd worden tot aan de takstompen.
•
Het kandelaberen en erna snoeien heeft geen negatieve invloed op de toekomstverwachting van de bomen omdat platanen (zware) snoei goed kunnen verdragen.
•
Voor het kandelaberen (ingrijpend snoeien) kan de gemeente een omgevingsvergunning eisen.
•
Tijdstip van kandelaberen bij voorkeur tweede helft zomer of erna.
•
Voor definities en werkwijzen verwijzen wij u verder naar het Handboek Bomen 2014, hoofdstuk 9: Specifieke vormsnoei bomen.
Afbeelding 16: Huidige kroonvorm (boom 1)
Afbeelding 17: globale kroonvorm na kandelaberen
5 .3 .2 . G RO E IP LA A TSV E R B ET E RI N G (B IJ H E R IN R IC HT I NG T E R R E IN ) Groeiplaatsverbetering is zinvol om de bomen duurzaam te handhaven zonder dat daarbij overlast door wortelopdruk ontstaat en om het verlies aan beworteling te compenseren. Ondergenoemde maatregelen zullen na afronding van de bouwwerkzaamheden uitgevoerd moeten worden, gelijktijdig met de herinrichting van het omringende terrein, trottoir en straatwerkzaamheden.
16
•
Het vergroten van de boomspiegels; in de lengterichting met minimaal 1 m1 aan beide kanten en 20 tot 30 cm1 in de breedterichting ten koste van een strook trottoir over een totale lengte van 3 m1 (zie onderstaande afbeeldingen 18 en 19).
1 m1
1 m1
Totaal: 3 m1 Afbeelding 18: vergroten boomspiegel in lengterichting
•
Wij adviseren om het trottoir met 15 à 20 cm op te hogen zodat het trottoir op ongeveer dezelfde hoogte als het maaiveldniveau ter hoogte van de stamvoeten komt te liggen. Hierdoor krijgt het trottoir tevens over de gehele lengte weer hetzelfde hoogteniveau.
20 à 30 cm1
T ot aa l 3 m
1
trottoir 15-20 cm verhogen
20 à 30 cm1
Afbeelding 19: vergroten boomspiegel en ophogen trottoir
•
Bij vervanging van het trottoir adviseren wij plaatselijk de opsluitbanden ter hoogte van de boomvoeten weg te laten. Hierdoor krijgen de bomen meer ruimte voor diktegroei van de stamvoet en wortelaanzetten en wordt voorkomen dat opnieuw wortelopdruk van de opsluitbanden ontstaat.
17
Afbeelding 20: Plaatselijk weglaten van de opsluitband t.h.v. de boomvoeten
•
Om het voor de bomen (extra) aantrekkelijk te maken om te wortelen in de toekomstige/vergrootte boomspiegels adviseren wij om hier de bovengrond te vervangen door bomengrond of teelaarde. Om te voorkomen dat de huidige beworteling beschadigt, zal de bestaande grond weggezogen moeten worden en vervolgens de nieuwe grond aangebracht.
•
Eventueel kan aanvullend eentoppig bomenzand* aangebracht worden onder het trottoir om extra doorwortelbare ruimte te creëren en de bomen te stimuleren minder oppervlakkig wortels aan te maken. *Bomenzand is ontwikkeld om groei van wortels onder een verhard oppervlak mogelijk te maken, terwijl het risico van nazakking van de verharding beperkt blijft. Bomenzand is een mengsel van zand met een organische component. Door ‘eentoppig’ bomenzand te gebruiken blijft er na verdichting voldoende ruimte over voor de ontwikkeling van fijne (haar)beworteling. De verwerking van bomenzand luistert zeer nauw en dient conform de richtlijnen in Handboek Bomen 2014 (hoofdstuk 3) te worden verwerkt.
•
Het bomenzand dient over een dikte van minimaal 60 cm te worden aangebracht ter hoogte van de huidige kroonprojecties van de bomen, over een lengte van min. 6 m.
Afbeelding 21: Aanbrengen eentoppig bomenzand ter hoogte van bomen.
18
•
Het is aan te bevelen om een beluchtingssysteem onder het pakket bomenzand aan te brengen om de ondergrondse zuurstofuitwisseling en wortelgeleiding te optimaliseren. Hierdoor zijn de bomen in staat om de groeiplaats beter te benutten en verticaal te wortelen waardoor het risico op wortelopdruk wordt geminimaliseerd. Het beluchtingssysteem bestaat uit een geperforeerde beluchtingsdrain die met de verticale beluchtingspijpjes en roosters in het trottoir in contact staan met de buitenlucht.
•
Om toekomstige opdruk van verharding te voorkomen is het zinvol wortelschermen aan te brengen tussen trottoir en boomspiegel, minimaal 45 cm diep en over de breedte van 3 m per boom.
5 .4
AL G EM E N E B ESC H E RM I NG SM AA T R EG E L EN (VO OR AF GA AN D A AN B OU W )
•
Wij adviseren om voor aanvang van de bouwwerkzaamheden verticale stamplanken aan te brengen bij alle 4 de bomen, ter bescherming van de stam(voet). Onder toezicht en deskundig uit laten voeren van eventuele wortelsnoei
•
Inschakelen boomtoezichthouder bij cruciale werkmomenten
•
Toepassen voorschriften boombescherming op bouwlocaties, zie bijlage 2
•
Verdichting van de wortelzones bij de bomen door machines te laten rijden op de onverharde zones (boomspiegels) dient te allen tijde vermeden te worden
•
5 .5
AL G EM E N E B ESC H E RM I NG SM AA T R EG E L EN (N A BO UW )
•
Na oplevering dienen de stamplanken verwijderd te worden
•
Na oplevering werkzaamheden een bomenschouw (controle conditie, schades en verdichting) uit te voeren teneinde eventuele schades in kaart te brengen en indien nodig maatregelen te nemen. De nulmeting is feitelijk uitgevoerd tijdens de BEA. Dit rapport is opgesteld te Putten op 22 april 2014, gewijzigd op 20 mei en afgerond op 27 mei 2014.
P.C. Duifhuizen, Boomadviesbureau Duifhuizen Boomtechnisch adviseur Gecertificeerd European Tree technician
19
BI J LA G E 1 : B E W OR T E LI NG S O N D ER Z O EK E N BEWORTELINGSONDERZOEK 1 locatie:
Boschveldweg, t.h.v. boom 1, over gehele breedte trottoir
afmetingen geul:
lxb: 300 x 250 cm
aangetroffen wortels:
diepte: 25 cm
dikte in cm:
aantal:
<2
> 25
2-4
5
Aanvullend gegraven tot 80 cm -mv ter hoogte van band, zijde bouwvlek
4-6 6-8 8-10 < 10 bodemprofiel
Droog, humusloos geel cunetzand
wortelpakket:
Dichte mat van zeer intensieve fijne beworteling. 20 c m uit de kant van de opsluitband zijn in het verleden enkele dikke wortels afgezaagd. Deze zijn weer uitgelopen en als gevolg van reactiegroei is een groot volume aan intensieve haarbeworteling ontstaan. De beworteling conc entreert zich voornamelijk in de bovenste laag (tot 15 tot 20 cm -mv)
conclusie:
Onder het trottoir zijn ter hoogte van de boomspiegel geen dikke wortels aangetroffen. Er is enkel fijne (haar)beworteling aangetroffen, die enkel voor opname van vocht en voeding zorgen en geen relatie hebben met de stabiliteit van de boom. Het is niet aannemelijk dat dieper dan 80 cm -mv dikke (stabiliteits)wortels groeien.
foto's:
D
B Afgezaagde wortels
A besc hrijving:
B
C
Foto A: overzic ht boom; Foto B: overzicht geul; Foto C: detail beworteling; Foto D: detail profielsleuf
20
BEWORTELINGSONDERZOEK 2 locatie:
Bosc hveldweg, t.h.v. boom 2, over gehele breedte trottoir
afmetingen geul:
lxb: 200 x 200 cm
aangetroffen wortels:
diepte: 25 cm
Aanvullend gegraven tot 50 cm -mv t.h.v. band (zijde bouwvlek)
dikte in cm:
aantal:
<2
> 25
2-4
1
4-6
2
Plus 3 wortels van vermoedelijk naaststaande wilg
6-8 8-10 < 10 bodemprofiel
Droog, humusloos geel c unetzand, gemengd met matig humeus grijs zand.
wortelpakket:
M at van zeer intensieve fijne beworteling. Enkele dikke wortels met een diameter tot 6 cm. Wurgwortels zijn afgezaagd tot 20 tot 30 c m buiten de opsluitband. Ter hoogte van de opsluitband aan de zijde van bouwvlek zijn enkele dikke wortels tot 6 cm dik aangetroffen, vermoedelijk van naastaande wilg, wortels zijn afgehakt en deels afgestorven.
c onc lusie:
Er zijn enkele dikke wortels tot 6 c m dik aangetroffen, deze dragen ec hter niet bij aan de stabiliteit van de boom en kunnen gemist worden. Veel reactiegroei van fijne haarbeworteling in de bovenste 15 tot 20 c m < maaiveld. Dieper dan 20 cm, inc identeel fijne beworteling, op basis van dit onderzoek is het niet aannemelijk dat dieper stabiliteitswortels liggen.
foto's:
A beschrijving:
B
C
Foto A: overzic ht boom; Foto B: overzicht geul; Foto C: detail beworteling
21
BEWORTELINGSONDERZOEK 3 locatie:
Boschveldweg, t.h.v. boom 3, over gehele breedte trottoir
afmetingen geul:
lxb: 200 x 250 cm
aangetroffen wortels:
diepte: 25 cm
dikte in cm:
aantal:
<2
> 25
2-4
5-10
4-6
1
Aanvullend gegraven tot 50 cm -mv t.h.v. band (zijde bouwvlek)
6-8 8-10 < 10 bodemprofiel: wortelpakket:
Droog, humusloos geel cunetzand, gemengd met matig humeus grijs zand. Zeer dichte mat van intesieve fijne beworteling. De wortels concentreren zich in de bovenste 20 cm -mv en zitten als het ware aan de onderkant van de tegels aangeplakt. Enkele wurgwortels die over de opsluitbanden groeien zijn tot 30 cm buiten de band afgezaagd en zeer sterk uitgelopen waardoor de mat van fijne haarbeworteling is ontstaan. Er is tot een diepte van 40 cm -mv zeer fijne beworteling aangetroffen en enkele dikkere wortels tot 3 à 4 cm dik. Er zijn
conclusie:
geen dikke (stabiliteits)wortels aangetroffen en het is niet aannemelijk dat die dieper gelegen aanwezig zijn t.h.v. trottoir.
foto's:
A beschrijving:
C
B
Foto A: overzicht boom en onderzoeksgleuf; Foto B: overzicht geul en scheurvorming asfalt; Foto C: Detail beworteling
22
BEWORTELINGSONDERZOEK 4 locatie:
Bosc hveldweg, t.h.v. boom 4, over gehele breedte trottoir
afmetingen geul:
lxb: 200 x 200 c m
aangetroffen wortels:
diepte: 40 c m
dikte in cm:
aantal:
<2
> 25
2-4
2
aanvullend geblazen t.h.v. parkeervak
4-6 6-8
1
8-10 < 10 bodemprofiel:
Droog, humusloos geel c unetzand, gemengd met matig humeus grijs zand.
wortelpakket:
Fijne intensieve haarbeworteling en 1 dikkere wortel van 8 c m dik. De dikke wortel is geen stabiliteitswortel maar groeit onder het trottoir daar naar de tegenover gelegen groenstrook voor voc ht en voeding. In tegenstelling tot andere bomen zijn bij deze boom geen wortels afgezaagd. Plaatselijk asfalt gestort op wortels. T.h.v. parkeervak intensieve haarbeworteling en adventiefwortels. Er is 1 dikkere wortel aangetroffen maar dit is geen stabiliteitswortel. Verder veel fijne (haar)beworteling, deze kunnen echter
conc lusie:
gemist worden. Het is niet aannemelijk dat dieper dan 40 c m dikke (stabiliteits)wortels aanwezig zijn.
foto's:
A besc hrijving:
B
C
Foto A: overzic ht boom en onderzoeksgleuf; Foto B: overzic ht geul en sc heurvorming asfalt; Foto C: Detail beworteling
23
BOMENPOSTER BIJLAGE 2; WERKEN ROND BOMEN
WERKEN ROND BOMEN OPSLAG, PARKEREN EN TRANSPORT
KWETSBARE BOOMZONE 1,5M
1,5M
BRONBEMALING EN VERANDERINGEN IN GRONDWATERSTAND
!
KWETSBARE ZONE GWST GWST
MARKEER!
GWST
MIN. 2M
!
! Werkzaamheden en de opslag van materiaal en materieel zijn binnen de KWETSBARE BOOMZONE alleen toegestaan MET TOESTEMMING (goedgekeurd Werkplan).
RANDVOORWAARDEN
!
RANDVOORWAARDEN
GESLOTEN DAMWAND
GWST
RANDVOORWAARDEN EN EISEN Voor opslag, parkeren en transport gelden randvoorwaarden binnen de kwetsbare boomzone. Bijvoorbeeld het plaatsen van drukverdelende rijplaten.
! Randvoorwaarden moeten worden uitgewerkt in een goedgekeurd Werkplan!
GRAVEN, OPHOGEN EN ANDERE BODEM& BEWERKINGEN
1
2
3
4
5 6
Plaats een niet-verplaatsbare fysieke bescherming rond de boom (vanaf 10 cm tot minimaal 2 m boven het maaiveld) en markeer deze als beschermd boomgebied. Binnen elke kwetsbare boomzone zijn de uitvoering van werkzaamheden en de opslag van materiaal en materieel alleen toegestaan met toestemming via een door de opdrachtgever of directie goedgekeurd Werkplan. Binnen elke kwetsbare boomzone gelden randvoorwaarden die uitgewerkt moeten zijn in het goedgekeurde Werkplan. Deze randvoorwaarden worden in de regel opgesteld aan de hand van een Bomen Effect Analyse (BEA). Het Werkplan vermeldt gedetailleerd (per boom) wanneer, op welke wijze, volgens welke randvoorwaarden en met welk materieel en welke hulpmiddelen werkzaamheden binnen de kwetsbare boomzone moeten worden uitgevoerd. Werkzaamheden mogen de duurzame instandhouding van de boom nooit in gevaar brengen. Graafwerkzaamheden binnen de kwetsbare boomzone zijn uitsluitend toegestaan met toestemming via het goedgekeurde Werkplan.
LEIDRAAD MINIMALE GRAAFAFSTANDEN $INDICATIEF% Minimale graafafstand Eenzijdige wortelontwikkeling Stam vanuit het hart van de of scheefstaande boom stamvoet (trekzijde) 20 cm > 1,25 m 2,0 m 40 cm > 1,50 m 2,5 m 60 cm > 1,75 m 3,0 m 80 cm > 2,25 m 3,5 m 100 cm > 2,50 m 4,0 m 150 cm > 3,50 m 5,0 m
KWETSBARE ZONE
!
RANDVOORWAARDEN
1,5M
BODEMBESCHERMING
1,5M
!
GESTUURD BOREN
Voor graven, ophogen en bodembewerking gelden randvoorwaarden binnen de kwetsbare boomzone. Bijvoorbeeld minimale graafafstanden en wortelbescherming.
MINIMALE GRAAFAFSTAND
Voor bronbemalingen en veranderingen in de grondwaterstand gelden zowel binnen als buiten de kwetsbare boomzone randvoorwaarden. Bijvoorbeeld het toepassen van een gesloten bronbemaling.
! Randvoorwaarden moeten worden uitgewerkt in een goedgekeurd Werkplan!
VLOEISTOFFEN EN GASSEN
GIF/ZUUR/ CEMENT
Bodemvreemde gassen en vloeistoffen kunnen grote schade veroorzaken aan de groeiplaats van een boom. Houd gassen en vloeistoffen, maar ook cementmolens en (water)afvoeren, op grote afstand van de kwetsbare boomzone!
SNOEI" WERKZAAMHEDEN
STAM DIPLOMA
! Randvoorwaarden moeten worden uitgewerkt in een goedgekeurd Werkplan! Kabelgoten, mantelbuizen en gestuurd boren bieden soms een goed alternatief. Let bij grond- en graafwerkzaamheden ook op kabels en leidingen (KLIC-melding, WION).
! Kwetsbare boomzone = Kroonprojectie + 1,5 meter Kijk voor aanvullende informatie over randvoorwaarden en een goedgekeurd Werkplan op: www.bomenposter.nl
Het snoeien van bomen is alleen toegestaan met toestemming van de opdrachtgever of directie, ook wanneer er enkel sprake is van een gebroken of beschadigde tak.
Deze uitgave van Stadswerk is tot stand gekomen dankzij:
LICENTIEHOUDER: BOOMADVIESBUREAU DUIFHUIZEN
Kijk voor meer info op www.bomenposter.nl
BIJLAGE 3: PRAATPRENT HEIJMANS
Boom 4
Boom 3
Een aantal overwegingen welke onzer inziens beantwoord dienen te worden: Hoe stabiel zijn de bomen na ontgraven bouwput, en vervolgens na de bouw? De wortels steken ruim 20 cm boven huidige trottoir uit. Is het trottoir op dit niveau te handhaven? Hoelang volstaat het candelaberen van met name boom 1 & 2 t.o.v. de te realiseren gevel? Wat is de levensverwachting van bestaande bomen indien (herhaaldelijk) gecandelaberd? Gezien de huidige kroonprojectie zullen een aanzienlijk deel van de wortels verwijderd worden voor de funderingswerkzaamheden. Wat doet dit met de levensverwachting van de bomen?
Boom 2
woningbouw locatie Rosmalen Graafsebaan 65 5248 JT Rosmalen
Boom 1
Postbus 171 5240 AD Rosmalen
T +31 (0)73 543 51 11 F +31 (0)73 543 59 22
Schaal :
N.V.T.
Getek. :
HHN
Perron 073
Formaat :
A3
Beoord. :
JVS
Besteknr. :
0000
Vrijgave :
.
‘s-Hertogenbosch
Projectnr. :
B9051
Tekeningnr.
Terrein-1
Datum
27-02-2014
Praatprent platanen Boschveldweg
Revisie :
.
BOOMADVIESBUREAU DUIFHUIZEN Harderwijkerstraat 35 3881 ED Putten T : 0341 370 290 M : 06 4620 6749 E :
[email protected] W : www.boomadviesduifhuizen.nl
25