Boksveenweg 4, Groenlo rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek
M. Hanemaaijer
2
Colofon ADC Rapport 2373 Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek Auteur: M. Hanemaaijer In opdracht van: Geofox Lexmond BV © ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, 21 oktober 2010 Foto’s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.
Autorisatie: E. Lohof ISBN 978-94-6064-364-4 ADC ArcheoProjecten Tel 033-299 81 81 Postbus 1513 3800 BM Amersfoort Fax 033-299 81 80 Email
[email protected]
3
Inhoudsopgave Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied Samenvatting 1 Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Doelstelling en vraagstelling 2 Bureauonderzoek 2.1 Methoden 2.2 Resultaten 3 Inventariserend Veldonderzoek 3.1 Methoden 3.2 Resultaten 3.3 Interpretatie 4 Conclusies 5 Aanbeveling Literatuur Lijst van afbeeldingen Lijst van tabellen Bijlage 1 Boorkolommen Bijlage 2 Boorgegevens
4 5 7 7 7 7 7 8 10 10 11 11 12 12 13 13 13
4
Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied Provincie: Gemeente: Plaats: Toponiem: Kadastrale gegevens: Kaartblad: Coördinaten: Bevoegde overheid: Deskundige namens de bevoegde overheid: ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code): ADC-projectcode: Periode van uitvoering: Beheer en plaats documentatie:
Gelderland Oost Gelre Groenlo Boksveenweg 6 Gemeente Groenlo, sectie G, perceelnrs. 397, 756, 757 34 O X 241.805, Y 452.717, X 241.917 Y 452.492, X 241.853, Y 452.457, X 241.742 Y 452.680 Gemeente Oost Gelre Dhr. M. Kocken 41250 4120449 Juni 2010 ADC ArcheoProjecten bv, Amersfoort
5
Samenvatting In opdracht van Geofox-Lexmond bv heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Boksveenweg 6 in Groenlo (gemeente Oost Gelre). In het plangebied zijn de sloop van diverse stallen, de aanleg van een poel en de bouw van een woonhuis gepland. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een projectprocedure ten behoeve van een wijziging in het bestemmingsplan en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Het plangebied is gelegen in een relatief laaggelegen en vochtig gebied waar de kans op de aanwezigheid van archeologische resten geringer is dan op de hogere gronden. Het plangebied ligt nabij het gehucht Koerboom, waar vanaf 1550 steenovens aanwezig waren. Mogelijke archeologische resten kunnen zijn gerelateerd aan dit gehucht. Archeologische resten uit de overige archeologische perioden vanaf het Laat Paleolithicum zijn ook mogelijk. Teneinde deze verwachting te toetsen werd ter plaatse van het toekomstige woonhuis een booronderzoek (specificatie VS03) uitgevoerd. Het onderste pakket betreft de C-horizont behorende bij de Formatie van Drente, laagpakket van Gieten (keileem). De in boring 1 aangetroffen 5 cm dikke vlekkerige laag betreft een menglaag waarin sediment uit de C-horizont en de bovenliggende donker grijsbruine A-horizont is verwerkt. In de in boring 3 aangetroffen 35 cm dikke vlekkerige bruine laag is nog een B-horizont te herkennen, de humeuze zandbrokken wijzen echter op een vermenging met de bovenliggende donker grijsbruine A-horizont. In boring 2 is een intacte bodem aangetroffen, bestaande uit 40 cm dikke humeuze laag (A-horizont) bovenop een lemige C-horizont. Deze boring is opnieuw gezet met een 15 cm Edelmanboor. Van de onderkant van A-horizont en de top van de C-horizont is een monster genomen. Het sediment is gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm. In het monster zijn geen aanwijzingen aangetroffen die wijzen op archeologische resten in de bodem. ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
6
Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden. Periode
Tijd in jaren
Nieuwe tijd
1500 - heden
Middeleeuwen:
450 – 1500 na Chr.
Late Middeleeuwen
1050 - 1500 na Chr.
Vroege Middeleeuwen Romeinse tijd:
450 - 1050 na Chr. 12 voor Chr. – 450 na Chr.
Laat-Romeinse tijd
270 - 450 na Chr.
Midden-Romeinse tijd
70 - 270 na Chr.
Vroeg-Romeinse tijd
12 voor Chr. - 70 na Chr.
IJzertijd:
800 – 12 voor Chr.
Late IJzertijd
250 - 12 voor Chr.
Midden-IJzertijd
500 - 250 voor Chr.
Vroege IJzertijd
800 - 500 voor Chr.
Bronstijd:
2000 - 800 voor Chr.
Late Bronstijd
1100 - 800 voor Chr.
Midden-Bronstijd
1800 - 1100 voor Chr.
Vroege Bronstijd
2000 - 1800 voor Chr.
Neolithicum (Jonge Steentijd):
5300 – 2000 voor Chr.
Laat-Neolithicum
2850 - 2000 voor Chr.
Midden-Neolithicum
4200 - 2850 voor Chr.
Vroeg-Neolithicum Mesolithicum (Midden-Steentijd):
5300 - 4200 voor Chr. 8800 – 4900 voor Chr.
Laat-Mesolithicum
6450 - 4900 voor Chr.
Midden-Mesolithicum
7100 - 6450 voor Chr.
Vroeg-Mesolithicum
8800 - 7100 voor Chr.
Paleolithicum (Oude Steentijd): Laat-Paleolithicum
tot 8800 voor Chr. 35.000 - 8800 voor Chr.
Midden-Paleolithicum
300.000 – 35.000 voor Chr.
Vroeg-Paleolithicum
tot 300.000 voor Chr.
Bron: Archeologisch Basis Register 1992
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
7
1
Inleiding 1.1
Algemeen
In opdracht van Geofox-Lexmond bv heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Boksveenweg 6 in Groenlo (gemeente Oost Gelre). In het plangebied zijn de sloop van diverse stallen, de aanleg van een poel en de bouw van een woonhuis gepland. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een projectprocedure ten behoeve van een wijziging in het bestemmingsplan en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.
1.2
Doelstelling en vraagstelling
Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het omschreven gebied. Het doel van het inventariserende veldonderzoek is het aanvullen en toetsen van de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting. Het inventariserend veldonderzoek vond plaats door middel van een verkennend en karterend booronderzoek. Ten behoeve van het inventariserend veldonderzoek is een plan van aanpak (PvA) opgesteld conform KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) specificatie VS01 en de geldende beleidsregel van de Staatsecretaris van OCW.1 Hierin zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: - Is er in het plangebied een intacte bodem aanwezig en zo ja, komt deze overeen met het op basis van het bureauonderzoek verwachte bodemtype? - Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is naar verwachting de omvang, ligging, aard en datering hiervan? Indien er archeologische waarden aanwezig zijn: - In welke mate worden deze waarden verstoord door realisatie van de geplande bodemingreep? - Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? Indien de archeologische waarden niet kunnen worden behouden: - Welke vorm van nader onderzoek is nodig om de aanwezigheid van archeologische waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een selectiebesluit? Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 21-06-2010 en het booronderzoek op 24-06-2010. Meegewerkt hebben: M. Hanemaaijer (prospector), I. Nieuwkoop (archeoloog), E. Lohof (senior prospector).
2
Bureauonderzoek 2.1
Methoden
Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1, in het bijzonder de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. Het bureauonderzoek wordt gerapporteerd conform LS06. Het onderzoek bestaat uit zes onderdelen (specificaties LS01 t/m LS06). In de eerste vier onderdelen zijn de volgende werkzaamheden verricht: - afbakening plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik - beschrijving van de huidige situatie - beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen - beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens Op grond van deze onderdelen wordt een gespecificeerde verwachting van het gebied opgesteld (specificatie LS05). Hierin wordt verwoord of, en zo ja, welke archeologische waarden worden verwacht. Indien deze worden verwacht worden de (veronderstelde) eigenschappen van de waarden zo gedetailleerd mogelijk aangegeven.
1
Beleidsregel van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 juni 2005, nr. WJZ/2005/26210 (8163), tot wijziging van de Beleidsregels opgravingsbevoegdheid. Het PvA is opgesteld door M. Hanemaaijer, prospector op 23-06-2010 en geaccordeerd door J. Huizer, senior prospector.
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
8
2.2
Resultaten
2.2.1 Afbakening plan- en onderzoeksgebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01) Het plangebied ligt in Groenlo en heeft een oppervlakte van 1,8 ha. Het wordt begrensd door de Boksveenweg in het zuiden en gras- en akkerland in het westen, noorden en oosten. De exacte locatie is weergegeven in afbeelding 1 en 2. Van het plangebied zelf zijn onvoldoende archeologische en aardkundige gegevens beschikbaar om een uitspraak te kunnen doen over de archeologische verwachting. Daarom zijn tevens gegevens betrokken uit de directe omgeving, waarmee het onderzoeksgebied kan worden gedefinieerd als het gebied binnen een straal van circa 500 m rondom het plangebied. In het plangebied is de sloop van een aantal schuren, de nieuwbouw van een woonhuis en een bijgebouw, en de aanleg van een kikkerpoel, gepland. Het woonhuis zal een oppervlakte van ca. 100-125 m² beslaan, het bijgebouw een oppervlakte van ca. 210 m². Het bijgebouw zal voor het grootste deel ter plaatse van een te slopen schuur worden gebouwd. Onder het grootste deel van deze schuur bevindt zich een mestkelder. De consequentie van de voorgenomen ingreep is dat eventuele waardevolle archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. 2.2.2 Beschrijving van de huidige situatie (LS02) Het plangebied is momenteel in gebruik als grasland en in gebruik als erf. In het kader van een KLIC-melding zijn gegevens betreffende de ligging van kabels en leidingen binnen het plangebied opgevraagd. Hieruit bleek dat er ter plaatse van het te onderzoeken deel van het plangebied geen sprake is van kabels en leidingen. 2.2.3 Beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03) De historische situatie is op verschillende kaarten als volgt: Bron 2 Hottinger Atlas uit 1773-1794 Kadastrale minuut uit 1811-1832 3 Topografische Militaire kaart uit 1850- 1864 4 Bonnekaart uit 1890, 1902, 1926 Bonnekaart uit 1937 Topografische kaart 1955, 1965, 1977, 1989, 5 1995
Historische situatie woeste grond heide idem idem ter plaatse van de huidige bebouwing bevindt zich bebouwing noordelijk deel grasland, zuidelijk deel akkerland Ter plaatse van de huidige bebouwing bevindt zich bebouwing rest van het plangebied grasland en akkerland
Het plangebied bevindt zich in het Zwollesche veld, vlakbij het buurtje Koersboom. Het Zwollesche veld bestond uit moerasachtige velden, schrale gronden, voornamelijk begroeid met heide. Deze gronden waren aanvankelijk te nat of te arm aan voedingsstoffen om in cultuur te brengen. Er liepen slechts enkele doorgaande regionale wegen. Op de kadastrale minuut uit 1811-1832 ligt het plangebied aan de doorgaande weg van Groenlo naar Rekken. Op de geraadpleegde oude kaarten bevindt zich ter plaatse van het plangebied tot de periode 1926-1937 heide (zie afb. 3). De oudste bebouwing van het plangebied dateert uit de periode 1926-1937 (zie afb. 4). Het plangebied ligt nabij het buurtje Koerboom, dat bestond uit een aantal erven, gegroepeerd om een steenoven. Het buurtje dankt zijn naam waarschijnlijk aan een doorgang in een landweer die de Vredenseweg kruiste en afsluitbaar was met een slagboom. Keileem, tertiaire klei en winbaar gesteente boden de aanleiding tot de bloei van de baksteen- en pannenindustrie. Er waren al rond 1550 een achttal veldovens. Deze ovens werden voornamelijk gebruikt om stenen te bakken voor de stadsmuren en verdedigingswerken van het nabijgelegen Groenlo.6
2
Versfelt 2003. www.watwaswaar.nl Bureau Militaire Verkenningen 1890, 1902, 1926. 5 Bureau Militaire Verkenningen 1926. 6 Derks et al 2006. 3 4
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
9
2.2.4 Beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04) De volgende aardwetenschappelijke informatie is bekend van het plangebied: Bron 7 Geologie
Geomorfologie Bodemkunde
9
8
Informatie Formatie van Drente, laagpakket van Gieten, met een dek van Formatie van Boxtel, laagpakket van Wierden, grondmorene met een zanddek (code Dr2) of Formatie van Breda, veelal met dek van de Formatie van Boxtel, strandzand, zeezand en klei, veelal met een dek van leem, zand of hellingafzettigen (code B 0r1) Droogdal, al dan niet bedekt met dekzand & plateauachtige terrasrest door landijs beïnvloed, al dan niet bedekt met dekzand (code 2R3 & 5F4) Veldpodzolgronden, leemarm en zwak lemig zand, keileem beginnend tussen 40 en 120 cm –mv en tenminste 20 cm dik (code Hn21 x) GWT V (GHG <40 cm –mv GLG >120 cm –mv)
Het plangebied ligt op het Oost-Nederlands Plateau, in het zogenaamde bekken van Munster. Het betreft een relatief hooggelegen plateaulandschap, waarin tal van oudere geologische formaties (ouder dan Tertiair) ten gevolge tectoniek omhoog zijn geperst. Volgens de geologische overzichtskaart 1:600.000 wordt de regio gekenmerkt door glaciofluviale (grondmorene) afzettingen van Saalien ouderdom (200.000 -130.000 jaar geleden), of mariene afzettingen van Miocene ouderdom (23-5,3 miljoen jaar geleden) welke worden bedekt door dekzand. Onder het dekzand bevindt zich in het plangebied keileem (Laagpakket van Gieten), dat is afgezet als grondmorene. Dit is sediment dat door gletsjers is meegevoerd en afgezet toen de gletsjers smolten. Hierop is dekzand afgezet gedurende de laatste ijstijd, het Weichselien, welke duurde tot ongeveer 10.000 jaar geleden. Aan het eind van het Weichselien was het gebied, vanwege het poolklimaat, weinig begroeid, waardoor er veel verstuiving op kon treden en het dekzand werd afgezet. Het dekzand is veelal afgezet in de vorm van ruggen. In het Holoceen (vanaf 10.000 jaar geleden) zijn er in het dekzandgebied beekdalen uitgesneden, waarin veelal ook veen gevormd is.10 Volgens de geomorfologische kaart is in het plangebied sprake van een droogdal, al dan niet bedekt met dekzand en een plateauachtige terrasrest door landijs beïnvloed, al dan niet bedekt met dekzand (zie afb. 5). Analyse van het Algemeen Hoogtebestand Nederland bevestigt de ligging op een plateau, het droogdal is op basis van maaiveldhoogtes nauwelijks terug te vinden. Het zuidelijek deel van het plangebied ligt iets hoger (ca. 31 m + NAP) dan het noordelijk deel van het plangebied (ca. 29 m + NAP). Volgens de bodemkaart komen in het plangebied veldpodzolgronden voor. Dit zijn humushoudende podzolgronden die worden gekenmerkt door een inspoelingslaag, de zogenaamde B-horizont. Het moedermateriaal bestaat uit leemarm en zwak lemig, zeer fijn en matig fijn zand. In de ondergrond, tussen 40 en 120 cm –mv, komt oude klei, waarvan het bovenste deel voornamelijk uit keileem bestaat, voor.11 In het onderzoeksgebied zijn de volgende archeologische (indicatieve) waarden vastgesteld: Bron Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) Cultuurhistorische waardenkaart provincie Gelderland Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Oost Gelre
Omschrijving lage indicatieve archeologische waarde historische geografie waardering: lage historische geografie waardering historische geografische eenheden: jonge landbouwontginning in het natdroge zandgebied landschap: zuidelijk deel: dekzandwelvingen met overwegend veldpodzolgronden; noordelijk deel : vereffeningsrestglooiing met resten van terrasafzettingen/veldpodzolen afgedekt door dekzand archeologische Waardevol Verwachtingsgebieden (AWV): AWV categorie 8 (gebieden met een middelmatige archeologische verwachting). Streven naar behoud in huidige staat. Bodemingrepen dieper dan bouwvoor of bekende bodemverstoring vermijden. Indien behoud niet mogelijk is, dan bij bodemingrepen dieper dan 30 cm -mv en groter dan 100 m² vroegtijdig inventariserend archeologisch onderzoek. geen
Archeologische Monumenten Kaart (AMK) waarnemingen ARCHISII steenoven uit de Nieuwe Tijd (Archeologisch Informatie Systeem) vondstmeldingen ARCHISII geen onderzoeksmeldingen ARCHISII bureau en booronderzoek
7
De Mulder et al 2003. Stichting voor Bodemkartering 1979b. Stichting voor Bodemkartering 1979a. 10 Berendsen 1997. 11 Stichting Bodemkartering 1979c 8 9
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
10
De ligging van deze waarden is weergegeven in afb. 6 en 7. Ca. 470 m ten westen van het plangebied bevindt zich een ARCHIS waarneming. Dit waarneming betreft een steenoven uit de Nieuwe Tijd. Ten oosten van het plangebied hebben in het kader van natuurontwikkeling een bureauonderzoek en diverse booronderzoeken plaatsgevonden. Uit het booronderzoek is geconcludeerd dat de kans op archeologisch waarden gering is, derhalve is geen vervolgonderzoek noodzakelijk.12 2.2.5 Gespecificeerde verwachting (LS05) Het plangebied is gelegen in een relatief laaggelegen en vochtig gebied waar de kans op de aanwezigheid van archeologische resten geringer is dan op de hogere gronden. Op de geraadpleegde oude kaarten bevindt zich ter plaatse van het plangebied een heideveld. Het plangebied lijkt pas in de 20e eeuw te zijn ontgonnen. In het hele plangebied kunnen direct aan of onder het maaiveld archeologische resten worden verwacht uit alle archeologische perioden. Het plangebied is gelegen nabij het gehucht Koerboom, waar vanaf 1550 steenovens aanwezig waren. Mogelijke archeologische resten kunnen zijn gerelateerd aan dit gehucht. Er zijn binnen het plangebied geen duidelijke aanwijzingen voor afgravingen ten bate van de steenoven. Archeologische resten uit de overige archeologische perioden vanaf het Laat Paleolithicum zijn ook mogelijk. Het vondstniveau wordt verwacht in de eerste ca. 30 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen, waterputten etc.) worden binnen ca. 50 cm beneden het maaiveld verwacht. De verwachte archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- of vuursteenstrooiïngen. Organische resten (zoals bot, hout, leder en textiel) zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. De beperkte beschikbare gegevens laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren.
3
Inventariserend Veldonderzoek 3.1
Methoden
De bij het Inventariserend Veldonderzoek toegepaste methoden zijn conform de KNA, versie 3.1, in het bijzonder specificatie VS03 (booronderzoek). Uitgangspunt van het inventariserend veldonderzoek is de gespecificeerde verwachting zoals die is opgesteld in het bureauonderzoek. De strategie voor het veldonderzoek is hierop gebaseerd, alsmede op het voor dit onderzoek opgestelde Plan van Aanpak (VS01). De rapportage is opgesteld conform specificatie VS05. 3.1.1 Booronderzoek (VS03) In het plangebied zijn grondboringen uitgevoerd met als doel het bepalen van de bodemopbouw en eventuele bodemverstoringen. Dit is de verkennende fase van het inventariserend veldonderzoek. Vanwege de beperkte oppervlakte van het plangebied is de verkennende fase gecombineerd met de karterende fase van het inventariserend veldonderzoek. Het doel van de karterende fase van dit onderzoek is het systematisch onderzoeken van het plangebied op het voorkomen van vindplaatsen met een strooiing van overwegend vuursteen, met een strooiïng van overwegend aardewerk met een omvang van 200-1000 m² en met een matig hoge tot hoge vondstdichtheid. Vindplaatsen met een lagere vondstdichtheid, een kleinere omvang, vindplaatsen zonder sporenniveau alsmede lineaire vindplaatsen en puntelementen kunnen hiermee niet worden gekarteerd.13 Het verkennen van de bodemopbouw gebeurt door de bodemtextuur en, indien relevant, bodemkundige horizonten systematisch te beschrijven. Eventuele afwijkingen van de verwachte bodemopbouw zoals vastgesteld op grond van het bureauonderzoek, en andere niet-natuurlijke bodemkenmerken kunnen er aanleiding toe geven om (delen van) het plangebied als verstoord te beschouwen. Het karteren van de vindplaatsen gebeurt door het vaststellen van de aan- of afwezigheid van archeologische indicatoren in het opgeboorde materiaal. Archeologische indicatoren zijn bijvoorbeeld fragmenten aardewerk, houtskool, verbrande klei, (on)verbrand bot en andere insluitsels die van nature niet in de bodem voorkomen. Daarnaast kunnen bodemverkleuringen, bijvoorbeeld veroorzaakt door fosfaatverbindingen, een indicatie vormen voor bewoning in het verleden. De gemeente heeft aangegeven dat alleen ter plaatse van het toekomstige woonhuis een aantal boringen dienen te worden geplaatst. 12 13
Onderzoeksmelding 22.411 & 23.109, 22.417, 23.110, 28.088; Boshoven 2007. Indeling in prospectiegroepen en vondstdichtheidklassen cf. Tol, et al. 2006.
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
11
Er zijn 3 boringen ter plaatse van het toekomstige woonhuis gezet. De boringen zijn uitgevoerd met een 7 cm en 15 cm Edelmanboor tot 30 cm in de ongestoorde ondergrond tot gemiddeld circa 90 cm en maximaal 100 cm onder het maaiveld. Bij het aantreffen van een intacte bodem is een monster genomen van de onderkant van de A-horizont, de (indien aanwezig) B-horizont en de top van de C-horizont. Het sediment is gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm en geanalyseerd op het voorkomen van archeologische indicatoren. De bodemtextuur en archeologische indicatoren zijn beschreven volgens SBB 5.1 van het NITG-TNO waarin ondermeer de standaard classificatie van bodemmonsters volgens NEN5104 wordt gehanteerd.14 De X- en Y-coördinaten zijn bepaald aan de hand van de lokale topografie door middel van een meetlint. De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de boringen is bepaald aan de hand van AHN-beelden.
3.2
Resultaten
3.2.1 Booronderzoek (VS03) De locatie van de boringen is weergeven in afb. 8. De boorgegevens worden gepresenteerd in bijlage 1 en 2. Het sediment in alle boringen is kalkloos. Het onderste aangetroffen pakket bestaat uit oranje geel, sterk zandige leem. De zandbijmenging is matig tot zeer grof. Het pakket is slecht gesorteerd. De top van dit pakket bevindt zich tussen 35 en 75 cm –mv. In boring 1 is hierboven een 5 cm dikke laag bestaande uit vlekkerig grijsbruin, zwak siltig, matig fijn zand aangetroffen. In boring 3 bevindt zich hierboven een 35 cm dikke laag bestaande uit zwak siltig, matig fijn, vlekkerig bruin zand. In deze laag bevinden zich brokken humeus zand. Het bovenste pakket bestaat uit zwak siltig, matig fijn, matig humeus, donker grijs bruin zand. In boring 2 bevindt dit pakket zich direct bovenop het onderste pakket.
3.3
Interpretatie
Het onderste pakket betreft de C-horizont behorende bij de Formatie van Drente, laagpakket van Gieten (keileem). De in boring 1 aangetroffen 5 cm dikke vlekkerige laag betreft een menglaag waarin sediment uit de C-horizont en de bovenliggende donker grijsbruine A-horizont is verwerkt. In de in boring 3 aangetroffen 35 cm dikke vlekkerige bruine laag is nog een B-horizont te herkennen; de humeuze zandbrokken wijzen echter op een vermenging met de bovenliggende donker grijsbruine A-horizont. In boring 2 is een intacte bodem aangetroffen, bestaande uit 40 cm dikke humeuze laag (A-horizont) bovenop een lemige C-horizont. Deze boring is opnieuw gezet met een 15 cm Edelmanboor. Van de onderkant van A-horizont en de top van de C-horizont is een monster genomen. Het sediment is gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm. In het monster zijn geen aanwijzingen aangetroffen die wijzen op archeologische resten in de bodem.
14
Bosch 2005; Normalisatie-Instituut 1989.
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
12
4
Conclusies De in de Inleiding gestelde onderzoeksvragen kunnen op basis van de bereikte resultaten als volgt worden beantwoord: Is er in het plangebied een intacte bodem aanwezig en zo ja, komt deze overeen met het op basis van het bureauonderzoek verwachte bodemtype? In boring 2 is een intacte bodem aangetroffen. Deze komt niet overeen met de op basis van het bureauonderzoek verwachte veldpodzol maar een betreft een A- op C-horizont (mogelijk beekeerdgrond). De vlekkerige lagen in boring 1 en 3 wijzen op een tot in de top van de C-horizont verstoorde bodem. Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied aanwezig en, zo ja, wat is naar verwachting de omvang, ligging, aard, datering en waardestelling hiervan? Hier zijn geen aanwijzingen voor aangetroffen. De overige onderzoeksvragen komen te vervallen.
5
Aanbeveling ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
13
Literatuur Berendsen, H.J.A., 1997: Landschappelijk Nederland. Assen Bureau Militaire Verkenningen, verschillende jaargangen (1890, 1902, 1926, 1937): Eibergen, blad 456, 1:25.000. Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNOrapport, NITG 05-043-A). Boshoven, E.H., 2007: Landinrichtingsproject Hupsel-Zwolle, diverse terreinen. Bureauonderzoek archeologie. BAAC-rapport V-07.0109. Deventer. Derks, G.J.M. , J.B. Bootsma , R.J.A. Crols & S. van Roode, 2006: Cultuurhistorische gebiedsbeschrijving Oost Gelre. Een beeld van ontginningssporen tot wederopbouwarchitectuur. Arnhem Groenewoudt, B.J., 1994: Prospectie, waardering en selectie van archeologische vindplaatsen: een beleidsgerichte verkenning van middelen en mogelijkheden. Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten, 17). Mulder, E.F.J. de, M.C. Geluk, I. Ritsema, W.E. Westerhof & Th.E. Wong (red.), 2003: De ondergrond van Nederland. Groningen/Houten (Geologie van Nederland, deel 7). Normalisatie-Instituut, Nederlands, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN 5104, Delft. Stichting voor Bodemkartering, 1979a: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 34 Oost Enschede & 35 Glanerbrug. Stichting voor Bodemkartering, 1979b: Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 34 Oost Enschede & 35 Glanerbrug. Stichting voor Bodemkartering, 1979c: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, toelichting bij blad 34 Oost Enschede & 35 Glanerbrug. Tol, A.J., J.W.H.P. Verhagen & M. Verbruggen, 2006: Leidraad inventariserend veldonderzoek. Deel: karterend booronderzoek. Gouda (SIKB uitgave). Versfelt, H.J., 2003: Hottinger-atlas van Noord- en Oost-Nederland 1773 – 1794, Groningen. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990: Grote Historische Atlas van Nederland, deel 3 Oost-Nederland 1830-1855, Groningen.
Lijst van afbeeldingen Afb. 1 Locatie van het plangebied Afb. 2 Detailkaart van het plangebied Afb. 3 Locatie van het plangebied op de Bonnekaart uit 1902 Afb. 4 Locatie van het plangebied op de Bonnekaart uit 1937 Afb. 5 Locatie van het plangebied op de geomorfologische kaart Afb. 6 Locatie van het plangebied op de beleidsadvieskaart van de gemeente Oost Gelre Afb. 7 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen Afb. 8 Boorpuntenkaart
Lijst van tabellen Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden.
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
460000
14
BORCULO BORCULO BORCULO BORCULO BORCULO
HAARLO HAARLO HAARLO HAARLO HAARLO HAARLO
EIBERGEN EIBERGEN EIBERGEN EIBERGEN EIBERGEN
455000
REKKEN REKKEN REKKEN REKKEN REKKEN REKKEN
BELTRUM BELTRUM BELTRUM BELTRUM BELTRUM BELTRUM
8 450000
GROENLO GROENLO GROENLO GROENLO GROENLO
WINTERSWIJK WINTERSWIJK WINTERSWIJKMEDDO MEDDO MEDDO MEDDO WINTERSWIJK WINTERSWIJK WINTERSWIJK MEDDO MEDDO
LIEVELDE LIEVELDE LIEVELDE LIEVELDE LIEVELDE LIEVELDE
8
WINTERSWIJK WINTERSWIJK WINTERSWIJK WINTERSWIJK WINTERSWIJK H WINTERSWIJKH
445000
ZIEUWENT ZIEUWENT ZIEUWENT ZIEUWENT ZIEUWENT
LICHTENVOORDE LICHTENVOORDE LICHTENVOORDE LICHTENVOORDE LICHTENVOORDE LICHTENVOORDE
0 00 00 0 bron: Geodan HARREVELD HARREVELD HARREVELD HARREVELD HARREVELD HARREVELD
VRAGENDER VRAGENDER VRAGENDER VRAGENDER VRAGENDER VRAGENDER
5000 5000 5000m m m WINTERSW WINTERSW WINTERSW WINTERSW
235000
240000
245000
250000
Afb. 1 Locatie van het plangebied
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
452750
15
452500
4
452250
4a
241500
241750
242000
Legenda Plangebied
Afb. 2 Detailkaart van het plangebied
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
452000
452500
453000
453500
16
0 00 00 0
500 500 500m m m m 500 500 500 m m 241000
241500
242000
242500
243000
Legenda Plangebied
452000
452500
453000
453500
Afb. 3 Locatie van het plangebied op de Bonnekaart uit 1902
000
500 500m m m 500 m 500 m 500 500 m 241000
241500
242000
242500
243000
Legenda Plangebied
Afb. 4 Locatie van het plangebied op de Bonnekaart uit 1937
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
452750
453000
17
452500
Droogdal Droogdal
452250
Plateauachtige terrasrest Plateauachtige terrasrest door door landijs landijs beïnvloed, beïnvloed, al al dan dan niet niet bedekt bedekt met met dekzand dekzand
452000
lannddddeekk w wla eet ett oouudd bboouu met nnieiett m n n a a d d , , a a l l rugg zannddru ek ekkza DDeek 0 000 0
200 m 200 200m m m 200 200 m 200 m 241500
241750
242000
242250
242500
Legenda Plangebied
Afb. 5 Locatie van het plangebied op de geomorfologische kaart
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
18
vereffeningsrestglooiing vereffeningsrestglooiing met met resten resten van van terrasafzettingen/ terrasafzettingen/ veldpodzolen veldpodzolen afgedekt afgedekt door door dekzand dekzand middelmatige middelmatige archeologische archeologische verwachting verwachting
dekzandwelvingen met met overwegend overwegend dekzandwelvingen veldpodzolgronden veldpodzolgronden middelmatige archeologische archeologische verwachting verwachting middelmatige
dekzandlaagten/beekdalvlakten dekzandlaagten/beekdalvlakten met met lage lage beekeerdgronden, beekeerdgronden, lage lage archeologische archeologische verwachting verwachting
Legenda Gobale locatie plangebied
Afb. 6 Locatie van het plangebied op de beleidsadvieskaart van de gemeente Oost Gelre
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
19
453000
22.417 22.417 22.417 22.417 22.417 22.417
22.411 22.411 22.411 22.411 22.411 22.411
452500
452750
23.109 23.109 23.109 23.109 23.109 23.109
122.328 122.328 122.328 122.328 122.328 122.328
452250
23.110 23.110 23.110 23.110 23.110 23.110
28.088 28.088 28.088 28.088 28.088 28.088
452000
22.897 22.731 22.897 22.731 22.897 22.731 22.897 22.731 22.897 22.731 22.897 22.731
0 00 00 0
250 250 250m m m m 250 250 250 m m 241250
241500
Legenda
241750
242000
242250
242500
ARCHIS-meldingen (bijgewerkt mei.'10)
Hoge indicatieve archeologische waarde Middelhoge indicatieve archeologische waarde
Nieuwe Tijd Onderzoeksmelding Locatie van het plangebied
Lage indicatieve archeologische waarde
Afb. 7 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
452600
452700
20
3 452500
2 1
0 00 00 0
50 50 50m m m m 50 50 50 m m 241700
241800
241900
Legenda Plangebied Globale locatie waarbinnen woonhuis zal worden gebouwd Boorpunt
Afb. 8 Boorpuntenkaart
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
nummer
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
3
2
1
bovengrens (cm onder mv)
0 40 75
0 40 60
0 30 35
ondergrens (cm onder mv)
40 75 100
40 60 90
30 35 90
grondsoort
zand zwak siltig; matig humeus zand zwak siltig; zwak humeus leem sterk zandig
zand zwak siltig; matig humeus leem sterk zandig leem sterk zandig
zand zwak siltig; matig humeus zand zwak siltig leem sterk zandig
bijmenging
Bijlage 2 Boorgegevens
kleur
zandmediaan
matig fijn donker-; grijs-; bruin; matig fijn bruin; donker-; matig grof licht-; oranje-; bruin;
matig fijn donker-; grijs-; bruin; matig grof licht-; grijs-; geel; matig fijn geel-; oranje;
matig fijn donker-; grijs-; bruin; matig fijn grijs-; bruin; matig grof licht-; oranje-; geel;
nieuwvormingen
kalkgehalte kalkloos kalkloos kalkloos
kalkloos kalkloos kalkloos veel roestvlekken
kalkloos kalkloos kalkloos weinig roestvlekken
overig
bodemhorizonten C-horizont
C-horizont C-horizont bouwvoor weinig gele vlekken; weinig grijze vlekken; omgewerkte a en b
bouwvoor veel gele vlekken; omgewerkte laag C-horizont lemig
21
Boksveenweg 4, Groenlo, gemeente Oost Gelre
Lithostratigrafie
organische bijmengingen
antropogene bijmengingen
Bijlage 2
dogrbr
horizont
kleur
0
lithologie
horizont
kleur
0
opname: 3
lithologie
opname: 1
dogrbr
30 grbr
40
liorge C
dobr 75
90
100
liorbr
C
opname: 2
horizont
kleur
0
lithologie
Legenda (getekend volgens NEN5104) zand, zandig
leem, siltig
dogrbr
veen, humeus
40 60
ligrge C geor
90
ADC ArcheoProjecten Rapport 2373
C
De kleur van het sediment staat in kleine letters rechts van de kolommen. Achtereen volgens worden de intensiteit, de bijkleur en de hoofdkleur vermeld. Minimaal wordt de hoofdkleur vermeld. De gebruikte codes zijn: li = licht br = bruin ge = geel gr = grijs or = oranje De bodems zijn beschreven volgens de handleiding bodemgeografisch onderzoek van het DLO-Staringcentrum. Daarin worden horizonten (in hoofdletters gecodeerd) en kleine-letter toevoegingen onderscheidden. De codes staan rechts naast de boorkolommen. De gebruikte lettercodes zijn: C = C horizont: Minerale of moerige horizont die weinig of niet is veranderd door bodemvorming, waarbij een O-, A-, E- of B-horizont wordt gevormd. Doorgaans zijn de bovenliggende horizonten uit soortgelijk materiaal ontstaan. Boksveenweg 4 Groenlo, gemeente Oost Gelre