Afgiftekantoor Turnhout 1
nr 7 // 25 september 2014 n
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
ACTUA Boekhoudwet van 17 juli 1975 opgeheven door invoering Wetboek van economisch recht Van de wet van 17 juli 1975 … De wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van ondernemingen is sinds 8 mei 2014 opgeheven (KB van 26 maart 2014, B.S. 28 april 2014) door de inwerkingtreding van Boek III van het Wetboek van Economisch Recht (ingevoerd bij wet van 28 februari 2013, B.S. 29 maart 2013). Een gedeelte van de wet van 17 juli 1975 was reeds eerder opgenomen in het Wetboek van Vennootschappen, maar belangrijke bepalingen o.m. betreffende de onderworpen ondernemingen, de boekhoudverplichtingen en – systemen, de inventaris en de vormvoorschriften bleven in de afgeslankte versie van de kaderwet. Dit resterende deel werd nu overgedragen naar het Wetboek van Economisch Recht. Artikel 1 van de boekhoudwet, waarin bepaald werd wie onderworpen is aan de boekhoudwetgeving vormt voortaan artikel I.5 (Boek I) van het Wetboek van Economisch Recht. De vroegere artikels 2 tot en met 15 van de wet van 17
deze
juli 1975 werden ingevoerd in Boek III, titel 3, hoofdstuk 2 van het voormelde Wetboek van Economisch recht (bij wet van 17 juli 2013, B.S. 14 augustus 2013). Zij dragen daarin de nummers III.82 tot en met III.95. Inhoudelijk zijn er dus geen wijzigingen, maar er mag natuurlijk niet meer worden verwezen naar de Wet van 17 juli 1975 die opgeheven is. De sancties wegens niet-naleving van de boekhoudverplichtingen, die opgenomen waren in artikel 16 van de wet van 17 juli 1975 werden dan weer overgeheveld naar Boek XV betreffende Rechtshandhaving. De sancties zijn licht aangepast en zijn voortaan (voor heel het wetboek) ingedeeld in zes verschillende niveaus. De sancties voor de overtredingen van de boekhoudverplichtingen vindt men nu onder artikel XV.75 van het Wetboek van Economisch Recht, met sancties van niveau twee (zijnde strafrechtelijke geldboetes van 26 tot 10.000 EUR, of 156 tot 60.000 EUR na toepassing van de opdeciemen) tot niveau vier bij bedrieglijk opzet (strafrechtelijke geldboetes tot 50.000 EUR, of dus 300.000 EUR na toepassing van de opdeciemen).
maand:
Boekhoudwet van 17 juli 1975 opgeheven door invoering Wetboek van economisch recht Advies 2014/8 – De boekhoudkundige verwerking van de fairness tax Het boeken van belastingen op het resultaat, inclusief fairness tax De terugneming van waardeverminderingen via de herwaarderingsmeerwaarden De Europese Commissie publiceert een reeks van vragen en antwoorden over de audithervorming Werden voorschotten correct geboekt? Actua Kalender oktober 2014
1 2 3 4 5 6 7 8
Een uitgave van Standaard Uitgeverij Professional – Mechelsesteenweg 203 – 2018 Antwerpen Verschijnt maandelijks (niet in juli en augustus) – Erkenningsnummer P 602600 – PB-nummer B-41
-1-
nr 7 // 25 september 2014 / /n
… naar het Wetboek van Economisch Recht Via de invoering van het Wetboek van Economisch Recht wenste de wetgever voor een coherente tekst betreffende het economisch recht te zorgen, vertrekkende van een evaluatie van de bestaande situatie, heringedeeld in een duidelijke structuur met vakkundige verdelingen (en onderverdelingen), voorafgegaan door algemene principes die op de hele materie van toepassing zijn. Het klassieke handelsrecht en vennootschapsrecht blijven echter onaangeroerd. Via de techniek van de ‘aanbouwwetgeving’ worden stelselmatig boekdelen ingevoegd. De artikels zijn, zoals u hiervoor reeds kon merken, niet doorlopend genummerd, maar worden per boekdeel (aangeduid met een Romeins cijfer) afzonderlijk genummerd. Het Wetboek van Economisch Recht kent daarbij volgende indeling: – Boek I: Definities (gemeenschappelijke begrippen en concepten waarvoor een eenvormige definitie wordt voorgesteld die van toepassing is op alle boeken van het Wetboek), – Boek II: Algemene beginselen (zoals de vrijheid van ondernemen, de loyauteit van de economische transactie en de hoge bescherming van de consument), – Boek III: De vrijheid van vestiging en dienstverlening, KBO en algemene verplichtingen van de onderneming (met in hoofdstuk 2 van de titel 3 – algemene verplichtingen van de onderneming – dus de bepalingen van de vroegere boekhoudwet), – Boek IV: Bescherming van de mededinging,
– – – – – –
–
–
– – –
– – –
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
Boek V: De mededinging en de prijsevoluties (prijsregulering), Boek: VI Marktpraktijken en consumentenbescherming, Boek VII: Betalings- en kredietdiensten, Boek VIII: Kwaliteit van producten en diensten, Boek IX: Veiligheid van producten en diensten, Boek X: Handelsagentuurovereenkomsten, commerciele samenwerkingsovereenkomsten en verkoopconcessies, Boek XI: Intellectuele eigendom (o.m. uitvindingsoctrooien, aanvullende beschermingscertificaten, auteursrecht en naburige rechten, computerprogramma’s enz.), Boek XII: Recht van de elektronische economie (met o.m. het juridische kader voor elektronische archivering, elektronische aangetekende zending enz.), Boek XIII: Overleg, Boek XIV: Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep, Boek XV: Rechtshandhaving (met onder meer de strafsancties bij overtreding van de boekhoudverplichtingen), Boek XVI: Buitengerechtelijke regeling van consumentengeschillen, Boek XVII: Bijzondere rechtsprocedures, Boek XVIII: Maatregelen voor crisisbeheer. De volledige tekst van het Wetboek van Economisch Recht kunt u raadplegen op de website van de Federale Overheidsdienst Economie: www.economie.fgov.be
CBN Advies 2014/8 – De boekhoudkundige verwerking van de fairness tax Aan de CBN werd gevraagd in welk boekjaar de afzonderlijke aanslag vermeld in artikel 219ter van het WIB 92 en artikel 233, derde lid van het WIB 92 (hierna fairness tax) moet worden geboekt. De zogenaamde fairness tax is een afzonderlijke aanslag in de Vennootschapsbelasting of in de belasting niet-inwoners van 5,15 % op de uitgekeerde winsten die niet effectief zijn belast omwille van de aftrek voor risicokapitaal en/of overgedragen verliezen. Hoewel de fairness tax een afzonderlijke aanslag is die losstaat van, en in voorkomend geval bovenop de andere aanslag of aanslagen komt die overeenkomstig andere bepalingen van het WIB 92 of in voorkomend geval in uitvoering van bijzondere wetbepalingen verschuldigd zijn, wordt de fairness tax ingekohierd samen met de vennootschapsbelasting, respectievelijk de belasting niet-inwoners. De fairness tax is ook onderworpen aan de gewone regels van voorafbetalingen. Het bedrag van de fairness tax kan maar worden vastgesteld nadat het bevoegde orgaan besloten heeft welke bestemming aan het resultaat zal worden gegeven. Aangezien de balans wordt opgesteld na toewijzing, dit wil zeggen rekening houdend met de beslissing tot besteding van de resultatenrekening en van het overgedragen resultaat, is de Commissie van oordeel dat de fairness tax moet worden geboekt bij de eindejaarsverrichtingen en deze boeking niet mag worden uitgesteld tot het volgende boekjaar. Voor voorbeeldboekingen verwijst de CBN naar advies 128/6.
-2-
nr 7 // 25 september 2014 / / n
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
BASICS Het boeken van belastingen op het resultaat, inclusief fairness tax In haar advies 2014/8 buigt de Commissie voor Boekhoudkundige Normen zich over de vraag in welk boekjaar de fairness tax moet worden geboekt. Daarbij stelt de Commissie, zoals u elders in dit nummer kunt lezen, dat de boeking van de fairness tax deel uitmaakt van de eindejaarsverrichtingen van het lopende boekjaar. Voor de concrete boekingen stelt zij dat deze identiek zijn aan de boekingen van de belastingen op het resultaat, daarom nog even een round-up op basis van advies 128/6.
1) Voorafbetaling in de loop van het boekjaar 6700 5500
Gestorte belastingen aan Bank R/C
x x
2) Eindejaarsverrichtingen Indien er onvoldoende werd vooraf betaald en/of onvoldoende voorheffingen werden ingehouden en er dus nog een saldo aan verschuldigde belastingen is einde boekjaar: 6702 4500
Geraamde belastingen aan Geraamde bedrag der belastingschulden
x x
of indien er een overschot is aan ingehouden voorheffingen en/of gestorte voorafbetalingen, dan heeft men een tegoed op de fiscus: 412 Terug te vorderen belastingen en voorheffingen x 6701 aan Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen x Deze boekingen gelden dus ook voor de fairness tax. Alle boekingen van belastingen op het resultaat van het lopende boekjaar komen dus op een 670-rekening terecht.
3) Ontvangst aanslagbiljet Wanneer men dan een daaropvolgend boekjaar de aanslag ontvangt kan een regularisatie zich nog opdringen indien de geraamde belastingen (de vordering of de schuld die men geboekt heeft bij de eindejaarsverrichtin-
gen) verschillen van de uiteindelijke aanslag die men ontvangt. Wanneer de geraamde belastingen overeenstemmen met de aanslag dan boekt men nog: 4500 452
Geraamd bedrag der belastingschulden aan Te betalen belastingen en taksen
x x
Wanneer uit de aanslag echter blijkt dat er een vordering is op de fiscus, die reeds geboekt werd op de 412rekening bij de eindejaarsverrichtingen, dan hoeft er geen boeking meer te gebeuren. Wanneer de geraamde belastingen en de ontvangen aanslag echter verschillen zijn er diverse mogelijkheden. De regularisering zal echter steeds moeten worden geboekt ten opzichte van een 671- of 771-rekening. Bij een belastingsupplement boekt men: 4500 6710 452
Geraamd bedrag der belastingschulden Verschuldigde belastingsupplementen aan Te betalen belastingen en taksen
x x x
Ook als uit de aanslag blijkt dat men minder terug zal krijgen wordt de 6710-rekening als tegenboeking gebruikt. Als echter uit de aanslag blijkt dat men minder belastingen moet betalen dan geraamd, boekt men: 450 452 7711
Geraamd bedrag der belastingschulden x aan Te betalen belastingen en taksen x Regularisering van geraamde belastingen x
En wanneer er meer belastingen kunnen worden teruggevorderd dan geraamd: 412 7710
Terug te vorderen belastingen en voorheffingen aan Regularisering van verschuldigde of betaalde belastingen
x x
4) Betwiste belastingen Voor het boeken van betwiste belastingen verwijzen we naar een bijdrage in Boekhoudtips nr. 3 van dit jaar.
-3-
nr 7 // 25 september 2014 / /n
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
TIPS & TRICKS De terugneming van waardeverminderingen via de herwaarderingsmeerwaarden Artikel 49 van het KB van 30 januari 2001 bepaalt: ‘De waardeverminderingen mogen niet worden gehandhaafd in die mate waarin ze op het einde van het boekjaar hoger zijn dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling, conform de normen waarvan sprake in artikel 46, van de minderwaarden waarvoor ze werden gevormd’. Eerder uitgedrukte waardeverminderingen moeten bij het einde van elk boekjaar, in het kader van de jaarlijkse inventaris, dus opnieuw getoetst en beoordeeld worden. Wanneer de eerder geboekte waardevermindering hoger is dan een actuele beoordeling vereist, moet deze dus worden teruggenomen. De klassieke methode hiertoe verloopt via de resultatenrekening, gebruik makend, afhankelijk van de situatie, van een van volgende rekeningen:
gen geboekt op immateriële vaste activa en op materiële vaste activa zonder beperkte gebruiksduur’. In dit geval wordt de terugneming van de eerder geboekte waardevermindering geboekt tussen twee balansrekeningen en is er geen impact op het (belastbaar) resultaat. Enkel bij een latere realisatie zal er een invloed zijn op de resultatenrekening.
Voorbeeld Aankoop van een terrein tegen een prijs van 150.000,00 EUR + 20.000,00 EUR bijkomende aankoopkosten. Bij het einde van het boekjaar wordt door het bestuursorgaan van de vennootschap de actuele waarde van het terrein vastgelegd op 155.000,00 EUR. Men boekt een (fiscaal aanvaarde) waardevermindering 15.000,00EUR.
–
7600 Terugneming van waardeverminderingen op immateriële vaste activa
6309
–
7601 Terugneming van waardeverminderingen op materiële vaste activa
Waardeverminderingen op materiële vaste activa 15.000,00
6602
–
761 Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
of Uitzonderlijke waardeverminderingen op materiële vaste activa
2209
–
6311 Terugneming van waardeverminderingen op voorraden
aan Terreinen: geboekte waardeverminderingen
–
6321 Terugneming van waardeverminderingen op bestellingen in uitvoering
–
6331 Terugneming van waardeverminderingen op handelsvorderingen op meer dan 1 jaar
–
6341 Terugneming van waardeverminderingen op handelsvorderingen op ten hoogste 1 jaar
–
6511 Terugneming van waardeverminderingen op vlottende activa
De betrokken geboekte waardevermindering wordt verminderd (gedebiteerd) tegenover een van voorgaande resultatenrekeningen die wordt gecrediteerd. Hierdoor verhoogd het resultaat van het boekjaar. In een beperkt aantal gevallen kan men echter opteren voor een alternatieve boekingswijze die voorzien is in artikel 100 van het KB van 30 januari 2001 (een wat verstopt en daardoor minder gekend, maar niet minder interessante bepaling uit de boekhoudwetgeving): ‘Onder de post III van de passiefzijde ‘Herwaarderingsmeerwaarden’ mogen rechtstreeks worden geboekt en gehandhaafd tot op het ogenblik waarop de betrokken goederen gerealiseerd zijn: … 2° de terugneming van waardeverminderin-
-4-
15.000,00
Bij het einde van elk volgend boekjaar moet de boekwaarde van het terrein (van 155.000,00 EUR) vergeleken worden met de actuele waarde van het terrein. Wanneer op een latere balansdatum het bestuursorgaan oordeelt dat de actuele waarde bijvoorbeeld 165.000,00 EUR bedraagt, dient men de waardevermindering terug te nemen met 10.000,00 EUR. Dat kan dus op twee manieren: 2209 7601
Terreinen: geboekte waardeverminderingen 10.000,00 aan Terugneming van waardeverminderingen op materiële vaste activa
10.000,00
of 2209 121
Terreinen: geboekte waardeverminderingen 10.000,00 aan Herwaarderingsmeerwaarden op materiële vaste activa
10.000,00
nr 7 // 25 september 2014 / / n
Kiest men voor de eerste boekingswijze dan komt er 10.000,00 EUR in resultaat. Het belastbare resultaat van de vennootschap neemt toe, maar anderzijds is dit resultaat (na gebeurlijke belastingen) wel vatbaar voor uitkering aan de aandeelhouders. Kiest men voor de tweede boekingswijze dan is er geen impact op het resultaat. Er is dan geen taxatie, maar het resultaat is onaantastbaar. Het staat op de passiefzijde van de balans en is als dusdanig niet vatbaar voor winstuitkering. De concrete fiscale situatie van de vennootschap en haar dividendpolitiek kunnen dus de keuze sturen. Kiest men voor de tweede boekingswijze, dan is het pas op het moment van een eventuele latere verkoop dat er een invloed is op het resultaat. Bij realisatie moet ook de herwaarderingsmeerwaarde afgeboekt worden ten opzichte van de gerealiseerde meerwaarde.
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
Indien bijvoorbeeld het terrein nadien verkocht wordt voor 182.000,00 EUR boekt men: 416
Diverse vorderingen
121
Herwaarderingmeerwaarden op materiële vaste activa 10.000,00
2209
Terreinen: geboekte waardeverminderingen 5.000,00
2200 763
182.000,00
aan Terreinen: aanschaffingswaarde
150.000,00
Meerwaarde bij de realisatie van vaste activa
17.000,00
Dankzij de keuze voor de tweede boekingswijze werd de taxatie van de terugneming van de waardevermindering van 10.000,00 EUR uitgesteld tot het moment van realisatie. Bovendien kan men voor de meerwaarde bij de realisatie mogelijk opnieuw opteren voor de gespreide taxatie.
ACTUA De Europese Commissie publiceert een reeks van vragen en antwoorden over de audithervorming De audithervorming is gebaseerd op enerzijds, de Verordening 537/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang, en anderzijds de Richtlijn 2014/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen. Lidstaten beschikken over een termijn van twee jaar om deze wetgeving te implementeren. De nieuwe auditregels moeten worden toegepast vanaf 17 juni 2016. Om de uitvoering van de nieuwe regelgeving te vergemakkelijken en om bij te dragen tot een consistente toepassing ervan heeft de Europese Commissie een vraag- en antwoorddocument gepubliceerd, met verdere verduidelijkingen omtrent de praktische toepassing van de vooropgestelde regels. U vindt het document op http://ec.europa.eu/internal_market/auditing/docs/reform/140903-questions-answers_en.pdf Het document behandelt een hele reeks vragen (en antwoorden) omtrent o.m. de inwerkingtreding, keuzeopties, honoraria, verbod op het leveren van niet-controlediensten, auditrotatie, ‘cooling-in periodes’,overgangsbepalingen, enz… Bijkomende vragen kunnen trouwens nog altijd gericht worden tot
[email protected]
-5-
nr 7 // 25 september 2014 / /n
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
BASICS Werden voorschotten correct geboekt? Wanneer voorschotten gefactureerd worden op aan- of verkopen dan mogen deze vooruitbetalingen nog niet in resultaat worden geboekt. Een opbrengst of kost wordt namelijk pas in resultaat geboekt wanneer aan de volgende twee voorwaarden is voldaan: – –
de ‘prestatie’ (levering van goederen of diensten) is gebeurd, en
–
de ‘prestatie’ werd gefactureerd.
In het geval dat een voorschot wordt gefactureerd, is aan de eerste voorwaarde (nog) niet voldaan en mag het voorschot dus nog niet in de resultatenrekening worden geregistreerd. Het betaalde voorschot zal dus op een balansrekening moeten worden geboekt.
Vooruitbetalingen op aankopen Wanneer een voorschot gefactureerd wordt op een aankoop, moet men zich bovendien precies afvragen waarvoor een voorschot wordt aangerekend, om correct te kunnen boeken. Volgende rekeningen komen in aanmerking: –
de 213-rekening voor vooruitbetalingen voor het verwerven van immateriële vaste activa;
–
de 27-rekening voor voorschotten voor het verwerven van materiële vaste activa;
–
de 36-rekening voor voorschotten op voorraadgoederen (grondstoffen, hulpstoffen, handelsgoederen …);
–
de 2906- of 406-rekening voor overige aankopen (bv. diensten), rekening houdend met de looptijd van het voorschot.
De aard van de aankoop is dus bepalend voor de rekening die moet worden gebruikt voor het boeken van vooruitbetalingen op aankopen.
Voorbeeld Bij de bestelling van een partij grondstoffen voor 12.000,00 EUR, excl. 21 % btw, te leveren na 60 dagen wordt overeengekomen dat 1/3 reeds als voorschot zal worden gefactureerd. Vanaf 1 januari 2013 is overeenkomstig art. 17, §1 van het btw-wetboek het uitreiken van een voorschotfactuur voorafgaand aan de levering van de goederen en/of aan de betaling geen oorzaak meer van de opeisbaarheid van de btw.
-6-
Dit bracht echter nogal wat praktische problemen met zich mee. Daarom geldt er tot eind 2014 nog steeds een overgangsregeling (voor leveringen van goederen en diensten tussen belastingplichtigen in België en voor lokale handelingen onder het stelsel van de verlegging van heffing): Ofwel is er geen specifieke vermelding op de voorschotfactuur, waardoor de btw nog steeds opeisbaar wordt op moment van de facturatie (= de oude regeling). De leverancier moet de verschuldigde btw dan reeds aangeven in de btw-aangifte over de betreffende periode en de afnemer mag zijn recht op aftrek dan ook uitoefenen op basis van deze voorschotfactuur.
Men boekt dan bij ontvangst van de voorschotfactuur: 36 411 440 –
Vooruitbetalingen Terug te vorderen btw aan Leveranciers
4.000,00 840,00 4.840,00
Ofwel draagt de voorschotfactuur volgende vermelding: ‘Toepassing van de wettelijke regeling inzake opeisbaarheid; recht op aftrek ontstaat na de betaling van het voorschot’. De leverancier maakt dan toepassing van de nieuwe regels. Voor de leverancier heeft dit als voordeel dat hij de btw op vooruitbetalingen nog niet moet voorfinancieren. Zolang hij die btw niet ontvangen heeft van zijn klant is hij de btw ook nog niet verschuldigd aan de fiscus. Maar de klant heeft op zijn beurt dan ook pas recht op aftrek van de voorbelasting in de periode waarin hij het voorschot effectief betaald heeft.
Bij ontvangst van de factuur maakt men dan het best gebruik van een wachtrekening voor het boeken van de btw (aangezien deze pas opeisbaar wordt op het moment van de betaling van het voorschot) en boekt dan als volgt: 36 499x 440
Vooruitbetalingen 4.000,00 Wachtrekening: terug te vorderen btw 840,00 aan Leveranciers 4.840,00
Bij betaling van het voorschot, boekt men: 440 Leveranciers 4.840,00 550 aan Bank R/C 4.840,00 411 Terug te vorderen btw 840,00 499x aan Wachtrekening: terug te vorderen btw 840,00
nr 7 // 25 september 2014 / / n
In beide gevallen (zowel oude als nieuwe btw-regeling) wordt pas bij ontvangst van de slotfactuur, na levering van de goederen (of de dienst), de kost in resultaat genomen. 600 411 36 440
Aankopen grondstoffen Terug te vorderen btw aan Vooruitbetalingen Leveranciers
12.000,00 1.680,00 4.000,00 9.680,00
Voormelde overgangsregeling geldt in principe nog tot eind 2014. Tot dan kan de ‘oude regeling’ nog worden toegepast.
Vooruitbetalingen op verkopen
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
opbrengst geboekt (de goederen werden nog niet geleverd of de dienst is nog niet gepresteerd), maar als een schuld op de rekeningen 176 of 46 Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen (alweer rekening houdend met de looptijd van het voorschot, zijnde meer of minder dan één jaar). Wanneer vooruitbetalingen dadelijk in resultaat worden geboekt, in plaats van op bovenstaande balansrekeningen, kan dit leiden tot een belangrijke overschatting van de opbrengsten en/of kosten van een bepaald boekjaar. En vaak wordt daar bij de boeking van de dagelijkse verrichtingen onvoldoende aandacht aan geschonken. In het kader van de inventaris zal dit dan zeker moeten worden rechtgezet.
Wanneer een voorschot gefactureerd wordt op een verkoop, dan wordt dit overeenkomstig ook nog niet als een
ACTUA De CBN publiceerde een ontwerpadvies ‘Leasing’ en een ontwerpadvies ‘Afronding van betalingen in euro’. Geïnteresseerden kunnen hun opmerkingen overmaken per brief (Commissie voor Boekhoudkundige Normen, City Atrium,Vooruitgangstraat 50, 1210 Brussel) of per e-mail (
[email protected]) en dit uiterlijk tegen respectievelijk 15 oktober (leasing) en 1 september (afronding) 2014. * Daarnaast publiceerde de CBN ook een ontwerpadvies ‘Zakelijke rechten op onroerende goederen: vruchtgebruik – erfpachtrecht – opstalrecht – erfdienstbaarheid’. Onderhavig ontwerpadvies wordt voorgesteld ter vervanging van de adviezen 162/2 – Verwerking van verrichtingen voor de verwerving of de verkoop van een recht op vruchtgebruik of van naakte eigendom op materiële vaste activa in de boekhouding van de vruchtgebruiker (de erfpachter, de opstalhouder) en van de naakte eigenaar (de grondeigenaar) en 150/3 – Bouwwerken op andermans grond. Er wordt onderzocht of een afzonderlijke boekhoudkundige verwerking voor verenigingen en stichtingen zoals vermeld in het advies NFP/2 – Boekhoudkundige verwerking van erfpachtcontracten in not-for-profit-organisaties – wenselijk is. Opmerkingen kunnen worden overgemaakt tot 30 september voor 17 uur. * De Europese Commissie publiceerde de geconsolideerde versie van de richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en van de Raad betreffende de wettelijke controle van jaarrekeningen en van geconsolideerde jaarrekeningen. Dit gebeurde naar aanleiding van de nieuwe richtlijn 2014/56/EU van 16 april 2014 die de richtlijn 2006/43/EG wijzigde. * De Europese Commissie startte op 19 augustus 2014 met een openbare raadpleging omtrent de impact van de International Financial Reporting Standards (IFRS) in de Europese Unie. Alle burgers en organisaties worden uitgenodigd om hun mening te geven over belangrijke aspecten zoals de voorwaarden waaraan alle IFRS-normen zouden moeten voldoen om EU-wetgeving te worden, of over de kosten en baten die verbonden zijn met IFRS. In het bijzonder wil de Europese Commissie onderzoeken of de invoering van de IFRS de efficiëntie op de kapitaalmarkten heeft verbeterd door een toegenomen transparantie en vergelijkbaarheid van de financiële staten. Tegen eind dit jaar wil de Europese Commissie rapporteren aan de Europese Raad van Ministers en aan het Europees Parlement over de evaluatie van Verordering 1606/2002 (die Europese genoteerde vennootschappen verplichtte om hun geconsolideerde jaarrekening vanaf 1 januari 2005 op te maken, gebruik makend van IAS/IFRS-normen). De openbare raadpleging loopt tot 31 oktober 2014. Meer info: http://europa.eu/rapid/press-release_MEX-14-0807_en.htm
-7-
nr 7 // 25 september 2014 / /n
i
e
u
w
s
b
r
i
e
f
VERGEET NIET Kalender oktober 2014 Uiterste datum
Formaliteiten / Betalingen
3 oktober
RSZ, bij RSZ Storting van het 3de voorschot voor het 3de kwartaal 2014: voor ondernemingen die het voorlaatste kwartaal meer dan 4.000,00 EUR bijdragen hebben aangegeven.
10 oktober
Statistiek, bij NIS Statistische inlichtingen over de maand september 2014: voor industriële ondernemingen die op 31.03 van vorig jaar ten minste 10 arbeiders tewerkstelden. Voorafbetalingen, bij de Dienst Voorafbetalingen VA3.
15 oktober
Bedrijfsvoorheffing, bij Ontvanger der Belastingen Aangifte en storting van de BV ingehouden in september 2014: voor werkgevers die jaarlijks meer dan 37.640,00 EUR aan BV moeten betalen. Aangifte en storting van het saldo van de BV ingehouden tijdens het 3de kwartaal 2014: voor werkgevers die jaarlijks minder dan 37.640,00 EUR aan BV moeten betalen.
20 oktober
Btw, bij het controlekantoor (via INTERVAT) Aangifte en betaling van het saldo van de verschuldigde btw voor september 2014 (maandaangevers). Aangifte en betaling van het saldo van het 3de kwartaal 2014 (kwartaalaangevers). Statistiek, bij NBB Intrastataangifte.
31 oktober
RSZ, bij RSZ Opmaken van een nominatieve staat voor het 3de kwartaal 2014. Betaling van het saldo van de bijdragen verschuldigd voor het 3de kwartaal 2014. Boekhouding Centraliseren.
Colofon K e r n r e d a c t i e : Jo Van den Bossche (directeur EHSAL Management School) E i n d r e d a c t i e : Mieke Boone,
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Jeroen Overstijns, Mechelsesteenweg 203, 2018 Antwerpen Service center: tel. 03/285.72.02, fax 03/230.12.25, e-mail:
[email protected] Boekhoudtips is een nieuwsbrief van WPG Uitgevers België NV, is ook elektronisch raadpleegbaar op www.lexfin.be/boekhoudtips en verschijnt 10 keer per jaar (niet in juli en augustus).
© Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag gereproduceerd, overgenomen of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie streeft naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kan gesteld worden.
-8-