Vorig jaar verscheen in Engeland een belangrijk boek voor het gedachtengoed van onze Academie PanSophia: Anne Baring’s The Dream of the Cosmos. A Quest for the Soul. De schrijfster, een van de grote pioniersters op het gebied van het Goddelijk Vrouwelijke in onze Djd, beschouwt dit boek als haar levenswerk. Dit lijvige boek (548 pagina's.) is niet alleen een meesterwerk met veel links en referenDes naar het hele gedachtengoed van Academie PanSophia, het is ook nauw verbonden met de tradiDes rond de Goddelijke Moeder uit de GnosDek, zoals PanSophia-‐studenten die kennen uit de boeken en lezingen van ‘onze’ Margaret Barker en Annine van der Meer. Inspirerend en zeer aan te bevelen!
Boekbespreking van Anne Baring’s The Dream of the Cosmos, 2013, door David Lorimer. Stella M. Lubsen-‐Admiraal dankt de uitgevers van Network Review, Journal of the Scien>fic and Medical Network, ISSN 1362-‐1211, no. 112, Summer 2013, voor hun toestemming voor haar onderstaande Nederlandse vertaling. Anne Baring’s magnum opus is een van de belangrijkste boeken van deze Djd, het resultaat van twinDg jaar werk, levenservaring en levenslange studie. Het boek is briljant, diepgaand en gepassioneerd. Bovendien is het meester-‐ lijk door de nadrukkelijke manier waarop het een uitgesproken vrouwelijke kijk op de huidige crisis presenteert, en zowel spirituele, psychologische, ecologische, sociale, poliDeke als economische elementen beschrijY. Onnodig te zeggen dat deze aspecten universeel met elkaar verbonden zijn en dat ze onderling veel diepere verbanden gemeen hebben dan de meeste mensen beseffen. Vanuit haar eigen brede achtergrond als cultuurhistorica en psy-‐ chotherapeute beschikt Anne over de capaciteiten om een buitengewone synthese van essenDële ideeën en inzichten over te dragen. Deze worden op fraaie manier geïllustreerd door haar man, Robin Baring. De indeling van het boek, weergegeven door het diagram op p. 488, toont hoe alles begint met de lunaire-‐ of maanfase. Deze oerDjd wordt op natuurlijke wijze geïdenDficeerd met de Grote Moeder en haar acDeve invloed op het hele kosmische gebeuren waarin alles Eén is. Deze fase wordt gevolgd door de solaire-‐ of zonnefase met haar eigen mythen. Zij brengt zowel een scheiding tussen de geest en de ziel, als tussen de geest en de natuur teweeg, waarbij de kosmos, God en de wereld, worden geobjecDveerd. In de daaropvolgende derde fase, de stellaire-‐ of sterrenfase, verschijnen fenomenen zoals het heilig huwelijk (tussen goden en godinnen) en bewuste parDcipaDe (van mensen) in een bezielde kosmos.
1
De structuur van het boek bestaat uit zes delen: het begin van Anne’s zoektocht, het lunaire Djdperk met onze oor-‐ spronkelijke bezielde staat van parDcipaDe en eenheidsgevoel met het Al, de latere afscheiding daarvan en de pathologie veroorzaakt door die scheiding, die leidde tot het verlies van onze relaDe met de kosmische eenheid. Deze verschijnselen worden opgevolgd door het tegenwoordig plaatsvindende herstel van onze oorspronkelijke connecDe met de ziel van de kosmos, een nieuwe werkelijkheidsvisie met een transformaDeve mogelijkheid die uiteindelijk weer naar deelneming aan het Al leidt. Tussendoor worden in twee subhoofdstukken de betekenis van Doornroosje als actueel sprookje voor onze Djd en de Weg van de Tao als archetypisch vrouwelijk symbool gepre-‐ senteerd. Anne schrijY lyrisch over haar vroege levensjaren, vooral over haar bezoeken aan haar grootmoeder’s huis in het zuiden van Frankrijk, haar ontdekking van het Moorse Spanje en over Italië en India. De lezer krijgt daardoor een beeld van haar levensweg en haar passie om het oude imago van de ziel van het Al opnieuw te ontdekken als het alomvaeende kosmische web waarin wij leven. Toen Anne 11 jaar oud was had ze een ervaring die haar leven zou veranderen. Daarbij ervoer ze een andere werkelijkheid dan de ‘gewone’ fysieke. Na die ingrijpende ervaring be-‐ gon zij ook aan de zoektocht waarmee haar moeder al jaren bezig was. Zij noemt die ervaring, de meest over-‐ weldigende van haar hele leven, ‘De Droom die haar wakker schudde’. Anne heeY daarbij een visioen van de godin die als Anima Mundi verschijnt met een immens groot draaiwiel midden in haar buik. Anne voelt wel dat ze ook over zo’n wiel beschikt maar bij haar zit het niet in het midden; het voelt als haar taak om het daar te krijgen. Dit verschijnsel vormt een prachDg en uiterst veelzeggend beeld om persoonlijke en culturele onevenwichDgheid aan te tonen. Deze droom vertegenwoordigt een belangrijke stap in haar zoektocht die uiteindelijk naar de filosofie en de psychologie van Carl Jung zou leiden. Weliswaar was Jung ongetwijfeld een van de meest markante denkers van de 20ste eeuw, maar zijn denkwijze werd nog lang als te ver gaand en te bedreigend voor de gevesDgde opvajn-‐ gen gezien om op de universiteit te worden onderwezen. TwinDg jaar geleden publiceerde Anne met Jules Cashford The Myth of the Goddess. Daarin onderzochten beiden de implicaDes van de door onze cultuur bepaalde scheiding tussen de natuur en de godin. Dit nieuwe boek bouwt voort op hun beider bevindingen en Anne’s daaruit volgende onderzoek van het goddelijk vrouwelijke. Het centrale thema is daarbij vooral de steeds terugkerende constatering dat ondanks de bestaande eenheid van alle leven en energie, het raDonele verstand dat niet zo opvat. Het verstand ziet een gescheiden toestand en is daarbij in de veronderstelling dat het superieur is aan het onbewuste en het in-‐ sDncDeve. In een hoofdstuk over de Levensboom onderzoekt Anne de betekenis van de Shekinah als symbool van goddelijke immanenDe of innerlijke aanwezigheid van het goddelijk vrouwelijke in ons leven. Daarbij wordt zij, de Shekinah, ook wel met metafysische voorstellingen aangeduid zoals bijvoorbeeld: de baarmoeder, het paleis, de omheining, de bron, de appelboomgaard en de mysDeke hof van Eden. In de Gnos-‐ Dek komen nog meer metafysische voorstellingen voor, met name die van de Heilige Geest als het alom Aanwezige (de hoogste IntelligenDe van alle leven of de Kosmische Ziel; het Zijn als zodanig in al zijn grote en kleine dimensies). Het imago van de Grote Moeder brengt een natuurlijk gevoel van verbondenheid met de sacrale kosmische orde mee. Dit universele verschijnsel wordt door Anne uitgebreid onderzocht bij een aantal culturen. 2
Daarbij verklaart ze aan de hand van de maanfasen het bestaan van een diepgaand symbolisme met de dood en de wedergeboorte. Ook presenteert ze sleutelopvajngen uit de lunaire mythologie die als vrouwelijke kwaliteiten, zoals saamhorigheid en verbondenheid, met inbegrip van de shamanisDsche connecDe met de hele schepping, aan latere culturen worden doorgegeven. Anne beschrijY hoe dit gevoel van verbondenheid met het Al verloren ging in de Griekse cultuur van de 5de eeuw v. Chr., met name in de periode tussen Parmenides en Plato. Daarbij refereert zij ook aan het baanbrekende werk van Iain McGilchrist, dat waarschijnlijk bij veel lezers bekend is. Het volgende deel legt uit hoe de opkomst van het zonneDjdperk de scheiding met de natuur inleidt, hoe de strijd tussen goed en kwaad daaruit voortkomt en hoe het archetype daarvan nog alDjd in ons rondwaart. De zon-‐ nemythologie verwijst naar de kosmische strijd tussen licht en donker. Dit conflict zou een belangrijke rol met veel poliDeke consequenDes gaan spelen als het concept van de heilige oorlog, de daaruit voortkomende klasse van strijders, en de zucht naar (al)macht en het ontstaan van bepaalde utopische ideologieën met hun negaDeve pro-‐ jecDe van het kwaad op de ander. De Grote Moeder maakt dan plaats voor de Grote Vader; goed wordt geïdenD-‐ ficeerd met de raDonele geest, het licht en de orde, terwijl het vrouwelijke aspect van het leven geïdenDficeerd wordt met het kwaad en gerelateerd wordt aan de (wilde) natuur, het donkere, het chaoDsche en het lichamelijke (p.122). Deze polarisaDe zet zich voort tot in onze Djd. Zij wordt weerspiegeld in de mythe van de zondeval en de daarmee geassocieerde doctrine van de erfzonde waaraan Anne een apart hoofdstuk wijdt. De leeerlijke interpre-‐ taDe van deze mythe laat aan generaDes Christenen het legaat na van seksuele schuld, vrouwenhaat en angst voor God’s boosheid. De aanwijzingen voor deze uitleg worden in detail uitgewerkt in de geschriYen van de kerkvaders, vooral die van AugusDnus van Hippo. De obsessie met seksualiteit, zonde en schuld speelt nog steeds een rol, hoewel er ook geleerden zijn met een andere visie op het verhaal van Adam en Eva. Zij zien dat als het begin van het individuele zeloewustzijn en het daaruit volgende verlies van onze oerstaat. Met andere woorden, het op on-‐ bewuste, vanzelfsprekende manier op collecDeve wijze deelhebben aan de kosmische processen; een besef dat op natuurlijke wijze samengaat met zelfvertrouwen. Door haar werk als psychotherapeute weet Anne hoeveel schade een diepgaand gebrek aan zelfvertrouwen aanricht. Het volgende hoofdstuk onderzoekt het ontstaan van vrouwenhaat en de effecten van vrouwenonderdrukking in de geschiedenis. Zelfs in onze Djd worden vrouwen nog steeds verkracht, verhandeld en beestachDg behandeld, bij huiselijk geweld maar vooral in oorlogsgebied. De diepe woede die Anne toont bij het behandelen van deze geschiedenis van vrouwenonderdrukking is vooral voor mannen nogal somber makende lectuur. Eva, de Maagd Maria en Maria Magdalena zijn in de christelijke tradiDe draagsters van drie verschillende vrou-‐ welijke archetypen. Veel lezers zullen bekend zijn met de recente interpretaDes van de rol van Maria Magdalena. Mannen voelen zich superieur en zien vrouwen als inferieur en slecht doordat Eva het overdragen van de erfzonde symboliseert. Anne onderzoekt perioden zoals die van de heksenjacht en de nog steeds bestaande vrouwenver-‐ volging, met name in Moslimgemeenschappen. Zij concludeert dat deze al duizenden jaren durende situaDe nog steeds voortduurt. Maar ook in andere gemeenschappen proberen mannen nog steeds op patriarchale manier controle over vrouwen uit te oefenen. Anne beschrijY hoe de huidige Westerse cultuur gebaseerd is op een kortzichDg raDoneel bewustzijn dat al in de 18de eeuw door Blake werd bekriDseerd. De moderne wetenschap hangt veelal een wereldse, materialisDsche, filosofie aan zonder een verDcaal bewustzijn. Met andere woorden, zonder besef van een hogere IntelligenDe en van de onderlinge samenhang van de kosmische verschijnselen, zowel in het groot als in het klein. Deze beperkte, horizontale, visie staat echter nu op sommige gebieden ter discussie. Dit gaat samen met het feit dat er in de mod-‐ 3
erne wetenschap meer plaats voor bewustzijn komt, ook in verband met het inzicht hoe de hersenen zich hebben ontwikkeld. Dit nu opkomende wereldbeeld wordt in het boek gaandeweg nader onderzocht in verband met de huidige herrijzenis van het vrouwelijke aspect in veel delen van de wereld, en het daarmee gepaard gaande effect op de nieuwe manifestaDe van typische vrouwelijke hoedanigheden en natuurlijke kwaliteiten zoals zorgzaamheid, een diepe verbondenheid met het Al en de natuur en gevoelsmaDge waarden. Door milieubewuste, holisDsche wetenschappen en de Gaia-‐hypothese, die de interconnecDe van alle leven demonstreren, zijn we weer bezig een gevoel van verbondenheid met de Aarde te ontwikkelen. De rol van vrouwen wordt geleidelijk aan erkend en vrouwelijke eigenschappen, zoals compassie voor alle leven op Aarde, ontwikkelen zich vanuit de diepste behoeYen van de menselijke ziel. Deze hebben een posiDeve invloed op het zoveel mogelijk vermijden van schade veroorzakende maatschappelijke overtuigingen en gedragspatronen. Carl Jung speelde een pioniersrol in dit proces van het terugvinden van de ziel, met name vanwege zijn diepgaande onderzoek van de alchemie. Hij deinsde er niet voor terug om in de diepten van zijn eigen psyche te duiken om nieuwe collecDeve patronen, waarvan we ons meer bewust zouden moeten zijn, terug te vinden. Hij wees op de risico’s van kortzichDgheid bij de hang naar macht, onderdrukking van anderen en de uitstraling van slechtheid. Jung’s werk op het gebied van dat wat hij de ‘Schaduw’ noemde, was zeer fundamenteel. De uiterst belangrijke resultaten daarvan zouden in onze cultuur op grote schaal moeten worden begrepen en vooral door poliDci moeten worden toegepast. Helaas is het zo dat alleen degenen die bekend zijn met Jung’s werk zich bewust zijn van de diepgaande implicaDes daarvan. ‘InsDnct’ en ‘Schaduw’, psychische aspecten die op allegorische manier worden verbeeld door de ‘Draak’, kunnen niet worden veroverd omdat ze voor de ‘scheppende krachten van het leven zèlf’ staan. Zoals J.C. Pearce ook aangeeY: een van de grootste risico’s daarbij is de dominanDe van door hersenen als die van een repDel gestuurde overlevingsinsDncten, inclusief het bijbehorende onderscheid tussen roofdier en prooi. Dit principe word op grote schaal toegepast op de ontwikkeling van steeds ergere vormen van vernieDgingswapens, die alsmaar dodelijker worden gemaakt uit behoeYe zich poliDek te profileren en uit de (blinde) zucht naar het afdwingen van gehoorzaamheid aan autoriteit. Deze vorm van kwaadaardige agressie wordt naar voren gebracht in films en televisie programma's vol sadisme en geweld waaraan jonge mensen worden blootgesteld. Anne noemt dit terecht ‘visueel terrorisme’. In het kader van de ‘vrijheid van expressie’ zijn veel mensen nieeemin van oordeel dat dit soort amusement toelaatbaar is. De schrijfster betoogt terecht dat het eigenlijke probleem hierbij de onvoldoende bescherming is van burgers in een beschaafde maatschappij. Dat wat Jung de ‘Schaduw’ noemt doet zich ook voor bij godsdiensDge weerzin-‐ wekkendheden en poliDek militarisme, waar de wetenschap zich ook mee inlaat. In verband hiermee schrijY Anne een brandend hoofdstuk over oorlog als de verkrachter van de ziel. We denken niet genoeg na over de implicaDes van nucleaire en chemische, en nu ook elektromagneDsche, wapens die een essenDële aanslag vormen op de hei-‐ ligheid van het leven, en die een fundamenteel verraad zijn van onze menselijke waardigheid. Militarisme en wapenhandel gaan door met het domineren van de wereldeconomie ten koste van enorme bezuinigingen van fondsen op humanitair gebied en milieubescherming. Geen enkel gedragspatroon is zo onveranderlijk sterk als het door angst ingegeven overlevingsinsDnct. Aangezien de massa door gaat met verouderde sociale gewoonten en overtuigingen, zouden modern leiders sterk vernieuwende denkwijzen moeten uitdragen, willen ze werkelijk op overtuigende manier de eenheid van leven op Aarde kunnen overdragen. Het volgende deel brengt een nieuwe visie van de werkelijkheid onder woorden zoals die nu aangetoond wordt door nieuwe takken van wetenschap en recente opvajngen, met name die over het bewustzijn als de basis van 4
het Zijn. Anne presenteert hierbij een holografische manier van denken (te vergelijken met het beeld van het Net van Indra), recente bevindingen in de fysica en de biologie, en brengt die in verband met verwante voorstellingen bij spirituele tradiDes. Heilige plaatsen, zoals bijvoorbeeld Chartres met z’n roosvensters, weerspiegelen een meer-‐ voudige opvajng van de werkelijkheid. Het zich weer verbinden met de ziel houdt ook in dat de scheiding tussen lichaam en geest wordt overbrugd en dat daarbij ook insDncDeve en emoDonele aspecten worden betrokken. Fun-‐ damenteel voor deze nieuwe visie is de nieuwe voorstelling van God, waaraan Anne een heel hoofdstuk wijdt. Het recente spirituele ontwaken komt direct voort uit transcendente dimensies, die het bewustzijn meer transformaDe of verlichDng te bieden hebben dan verlossing door geloof. De invloed van het Oosten heeY ons andere spirituele voorstellingen, verbonden met begrippen als karma en reïncarnaDe, geboden. Daarbij wordt de natuur tegenwo-‐ ordig op theologisch gebied ongeveer weer zo opgevat als die bij de KelDsche vorm van Christendom, die het mo-‐ gelijk maakt de scheiding tussen geest en natuur op te heffen. Het laatste deel gaat over de samenhang tussen het leven op aarde en de sterrenwereld, waarbij de lezer meegenomen wordt in het proces van de overgang van het ene element in het andere in de alchemie, zoals dat in de 20ste-‐eeuw opnieuw door Jung werd ontdekt. Anne legt dit uit aan de hand van de belangrijkste onderwerpen en processen, zoals die ook in veel mythen worden weergegeven. Dit houdt een ontmoeDng in met een onzicht-‐ bare kracht, die ons op de golflengte van een verborgen werkelijkheid brengt. Vervolgens voert Anne bewijs aan voor de overleving van de ziel na de dood. Hieraan verbindt zij het besef van het bestaan van onze drie lichamen, en de aard van werelden waarin wij na onze transiDe in een ander leven terecht zullen komen. Na diepgaande inzichten in deze materie legt het laatste hoofdstuk uit hoe licht en liefde de polsslag van de kosmos vormen, zoals dat al door middeleeuwse mysDci zoals Jan van Ruysbroeck en Meester Eckhardt werd beweerd. Tensloee verk-‐ laart Anne dat ook dit boek van haar met liefde is geschreven: liefde voor het leven, liefde voor schoonheid, liefde voor familie en vrienden en liefde voor de mensheid. Ze eindigt met een visie over hoe de mensheid zich uitein-‐ delijk zal aanpassen aan de evoluDonele aard van de kosmos waarbij men zich niet langer wederrechtelijk laat lei-‐ den door de zucht naar macht, overwinning en controle; en waarbij de toe-‐eigening van de schaeen van de aarde slechts voor het welzijn van weinigen is weggelegd. Daarbij is ze ervan overtuigd dat “onze geest ten dienste zal staan van de meest diepe verlangens van ons hart alsmede de diepste wijsheid van onze ziel”. Deze aangrijpende boodschap van hoop en vernieuwing wordt door het vrouwelijke principe van zorgzaamheid, compassie en con-‐ necDve opgeroepen. Principes die we ons allen kunnen toe-‐eigenen om als het ware als vroedvrouwen een nieuwe cultuur geboren te doen worden en deze nadrukkelijk te presenteren en te dienen. Het boek vormt een absolute tour de force en de bekroning van een welbesteed leven in dienst van de ziel. Anne Baring, The Dream of the Cosmos. A quest for the Soul. Archive Publishing, Dorset, England, 2013. Zie ook: www.annebaring.com
!
5