BLOOM ALS VERRIJKINGSMETHODE Theoretische achtergrond en bloemlezing van voorbeelden
Sabine Sypré - ©Hoogbloeier
Bloom als verrijkingsmethode
Theorie Geen enkele leerling is gelijk en alle leerlingen leren op verschillende niveau's. Als leerkracht is het niet eenvoudig om te proberen elke leerling op zijn niveau te bedienen. Een van de meest gebruikte manieren om verschillende beheersingsniveaus in te delen, is op basis van de taxonomieën van Bloom voor onderwijsdoelstellingen (Bloom et al., 1994; Gronlund, 1991; Krathwohl et al., 1956.). Tussen 1948 en 1956 ontwikkelde de onderwijspsycholoog Benjamin Bloom een drietal taxonomieën als algemene modellen voor verschillende doelstellingen van het leerproces. Blooms taxonomieën gebruiken meervoudige schalen om het beheersingsniveau uit te drukken dat nodig is voor de leerling om een bepaald beoogd eindgedrag te bereiken. De taxonomieën kunnen inspiratie bieden bij het vaststellen van wat de leerling moet doen, welke typen van vragen de leerling moet beheersen en om de juiste toetstechnieken te selecteren. Er zijn drie taxonomieën. Welk van de drie je gebruikt om een leerlingresultaat te meten hangt af van de oorspronkelijke doelstelling van de leerprestatie. Er zijn doelen die op kennis gebaseerd zijn, doelen die op vaardigheden zijn gebaseerd en affectieve doelstellingen (waarden, attitude en interesses); en zo is er een taxonomie voor elk doel. Binnen elke taxonomie zijn er beheersingsniveaus opgesteld in volgorde van toenemende complexiteit. Leerprestaties die hogere beheersingsniveaus vergen zullen dan ook meer geavanceerde toetstechnieken vereisen en andere manieren van aanbrengen in de les. Elke taxonomie bestaat uit een aantal stappen waarbij elke verdere stap de beheersing van de vorige stap noodzaakt.
Een voorbeeld van een op kennis gebaseerde doelstelling kan zijn: ‘de leerling begrijpt wat een goede mondhygiëne is’. Het gaat om kennis omdat het vereist dat de leerling een aantal feiten en concepten leert. Een voorbeeld van een op vaardigheden gebaseerde doelstelling kan zijn dat ‘de leerling zijn tanden behoorlijk kan poetsen’. Dit gaat om vaardigheden omdat het vereist dat de leerling leert hoe iets uit te voeren. Als laatste kan een voorbeeld van een affectieve doelstelling zijn dat ‘de leerling belang hecht aan een goede mondhygiëne’. Dit is affectief omdathet vereist dat de waarden, attitude of interesse van een leerling wordt beïnvloed door de les.
© Hoogbloeier
2
Bloom als verrijkingsmethode
Om het beheersingsniveau te bepalen voor elke leerling, moet je eerst bepalen tot welke van deze drie brede categorieën (op kennis, op vaardigheden gebaseerd of affectief) de leerdoelstelling behoort. Vervolgens kan je in de overeenkomstige taxonomie van Bloom de beschrijvingen bekijken van de verschillende beheersingsniveaus. Bepaal welke beschrijving het dichtst de verwachte leerprestatie van de leerling benadert. Zoals je kan zien in de tabellen zijn er verschillende manieren om de leerresultaten van de leerlingen te benaderen, ofwel als uitspraken over de leerlingen, ofwel als vragen aan leerlingen ofwel als verklaringen vanuit de leerling bekeken. Blooms taxonomie is een handige manier om de mate te beschrijven waarvan we onze leerlingen willen leren om bepaalde concepten te begrijpen en te gebruiken, om bepaalde vaardigheden aan te tonen en om hun waarden, houdingen en interesses te beïnvloeden. Het is belangrijk dat we de niveaus bepalen die we bij onze leerlingen willen bereiken omdat dit zal bepalen welke technieken er in de klas meest geschikt zijn voor deze les. Toetsen met multiple choice-vragen zijn zeer goed om kennis en begrip te meten, maar voldoen niet om de kennis op hogere niveaus zoals analyseren en evaluatie te meten. Multiple-choice testen geven ons ook zelden informatie omtrent het ontwikkelen van vaardigheden. Merk op dat de taxonomie van Bloom niet uitsluitend dient om te verifiëren of de doelen bereikt zijn. De taxonomie van Bloom en de beschrijvingen van de beheersingsniveaus kunnen ook helpen bij het definiëren van de doelen zelf.
© Hoogbloeier
3
Bloom als verrijkingsmethode
Tabel 1: Blooms Taxonomie van Onderwijsdoelstellingen voor op kennis gebaseerde doelen BEHEERSINGSNIVEAU
1. KENNIS
BESCHRIJVING VAN HET NIVEAU Herinnering of herkenning van begrippen, ideeën, procedures, theorieën,…
METING VAN LEERRESULTAAT
Wanneer is de eerste lentedag?
Vertalen, interpreteren, extrapoleren, maar zonder de LAGERE ORDE
2. BEGRIP
verdere gevolgen te zien of het te transfereren naar
Wat betekent de zomerzonnewende?
andere situaties, dichtbij de letterlijke vertaling blijven. 3. TOEPASSING
Toepassen van abstracte begrippen, algemene
Hoe zouden de seizoenen zijn als de aarde
principes of methodes in specifieke concrete situaties.
perfect rond was?
Het kunnen scheiden van een complex idee in zijn verschillende onderdelen en het begrijpen van de 4. ANALYSE
organisatie en de relatie tussen de delen. Omvat ook het kunnen onderscheiden van een hypothese en een
Waarom zijn de seizoenen omgekeerd in het zuidelijk halfrond?
feit, alsook tussen relevante en irrelevante variabelen. Ideeën of methodes beoordelen aan de hand van HOGERE ORDE
5. EVALUATIE
externe bewijzen of zelfgekozen criteria onderbouwd door observaties of beredenering verkregen door informatie.
Wat zijn de belangrijkste voorwaarden om de seizoenen te kunnen voorspellen op een nieuw ontdekte planeet?
Het kunnen maken van een creatieve, mentale 6. CREATIE
constructie van ideeën en concepten uit meerdere
Als de langste dag van het jaar in juni valt,
bronnen om zo complexe ideeën om te vormen tot een
waarom is dan de warmste maand in het
nieuw, geïntegreerd en betekenisvol object rekening
noordelijk halfrond in augustus?
houdend met bepaalde beperkingen.
© Hoogbloeier
4
Bloom als verrijkingsmethode
Tabel 2: Blooms Taxonomie van Onderwijsdoelstellingen voor op vaardigheden gebaseerde doelen BEHEERSINGSNIVEAU
BESCHRIJVING VAN HET NIVEAU
METING VAN LEERRESULTAAT Een deel van de gekleurde monsters die je hier ziet moeten
PERCEPTIE
Maakt gebruik van zintuiglijke prikkels om acties te
verdund worden voordat je hun spectra neemt. Als je enkel
ondernemen.
observeert, hoe ga je beslissen welke oplossingen verdund moeten worden?
INSTELLING
BEGELEIDE RESPONS
MECHANISME
COMPLEXE OPENLIJKE RESPONS
Toont de bereidheid om actie te ondernemen om de taak uit
Beschrijf hoe je zou overgaan tot het nemen van de
te voeren of de doelstelling te bereiken.
absorptiespectra van een staal pigmenten?
Weet de stappen die nodig zijn om de taak of doelstelling te
Bepaal de dichtheid van een groep van metaalmonsters met
voltooien.
regelmatige en onregelmatige monsters.
Voert de taak uit of bereikt de doelstelling in een ietwat zelfverzekerde, bekwame en vertrouwde manier.
Bepaal de hoeveelheid koper in het jouw onbekende erts met behulp van de hieronder beschreven procedure. Maak een verslag van de gemiddelde waarde en standaarddeviatie.
Voert de taak uit of bereikt de doelstelling in een
Gebruik titratie om de k-waarde van een onbekend zwak zuur te
zelfverzekerde, bekwame en vertrouwde manier.
determineren. Je voert een aantal titraties uit van een reeks onbekende zuren
AANPASSING
Voert de taak uit of bereikt de doelstelling zoals hierboven,
en ondervindt een aantal problemen met de resultaten, bv.
maar kan ook acties wijzigen om rekening te houden met
Slechts 0,3 ml van de base is vereist voor het ene zuur terwijl
nieuwe of problematische situaties.
er in een ander 75 ml vereist is. Wat kan je doen om geldige gegevens voor alle onbekende zuren te verkrijgen? Herinner je het etsen met een aluminium substraat? Kies een
ORGANISATIE
Creëert nieuwe taken of stelt nieuwe doelen waarin de
ander metaalsubstraat en ontwerp een proces om te etsen zo
geleerde competenties zijn vervat.
dat een patroon van vier verschillende metalen wordt gecreëerd.
© Hoogbloeier
5
Bloom als verrijkingsmethode
Tabel 3: Blooms Taxonomie van Onderwijsdoelstellingen voor affectieve doelen BEHEERSINGSNIVEAU
BESCHRIJVING VAN HET NIVEAU
ONTVANGEN
Toont bereidheid om te participeren in de activiteit.
METING VAN LEERRESULTAAT Als ik in de klas ben, dan luister ik aandacht naar de leraar, neem notities enz. Ik ga niet de krant lezen.
Toont interesse in de voorwerpen, verschijnselen of de REAGEREN
activiteit door het uitzoeken of het na te streven puur voor
Ik maak mijn huiswerk en neem deel aan klasdiscussies.
het plezier. WAARDEREN
Internaliseert een waardering voor de doelstellingen, de
Ik ga op zoek naar informatie in populaire media dat betrekking
fenomenen of de activiteit.
heeft tot de les.
Begint verschillende waarden te vergelijken en lost conflicten ORGANISEREN
op om zo een intern consistent waardensysteem te ontwikkelen.
Een aantal van de ideeën die ik in mijn klas heb geleerd verschillen van mijn vorige overtuigingen. Hoe los ik dit op?
KARAKTERISERING VAN EEN
Ontwikkelt een langetermijn-waardensysteem dat
Ik heb besloten om mijn familie mee te nemen op reis om
WAARDENCOMPLEX
alomtegenwoordig, consistent en voorspelbaar is.
enkele plaatsen waarover ik in de klas leerde te bezoeken.
© Hoogbloeier
6
Bloom als verrijkingsmethode
Taxonomie van bloom voor cognitieve vaardigheden De projectgroep 'Omgaan met verschillen' van SLO heeft in 2001 een onderzoek uitgevoerd naar de criteria waaraan uitdagend lesmateriaal voor (hoog)begaafde kinderen moet voldoen. Uit dit onderzoek blijkt dat verrijkingsstof voor (hoog)begaafde leerlingen aan de volgende criteria dient te voldoen (Bronkhorst e.a., 2001). Verrijkingsstof moet: •
een beroep doen op creativiteit
•
stimuleren tot een onderzoekende houding
•
open opdrachten bevatten
•
een beroep doen op de zelfstandigheid van de leerling
•
een hoog abstractieniveau hebben
•
een reflectieve houding uitlokken
•
een hoge mate van complexiteit hebben
•
een beroep doen op metacognitieve vaardigheden
•
meerwaarde bieden ten opzichte van reguliere leerstof
•
uitlokken tot interactie
Één manier om tijdens het ontwikkelen van lessen / projecten aan deze criteria te voldoen, is door vragen en opdrachten op te nemen die een beroep doen op ‘het hogere orde-denken’. Hogere orde-vragen en -opdrachten zijn de vragen en opdrachten waarbij voor het antwoord of de uitvoering de vaardigheden voor analyseren, evalueren of creëren nodig zijn. Het zijn vragen en opdrachten die zich richten op: •
Het stimuleren van leerlingen om verder en meer kritisch na te denken
•
Het stimuleren van het probleem-oplossend-denkvermogen
•
Het ontlokken van discussie
•
Het stimuleren van leerlingen om zelfstandig op zoek te gaan naar informatie
Het verschil tussen ‘lagere orde-denken’ en ‘hogere orde-denken’ is weergegeven in de Taxonomie van Bloom. De taxonomie van Bloom kan mooi als uitgangspunt dienen bij de ontwikkeling van lessen. Door vragen en opdrachten in de les op te nemen die zowel een beroep doen op het ‘lagere orde-denken’ als het ‘hogere orde-denken’, wordt tijdens de les op het gehele cognitieve domein een beroep gedaan. De taxonomie biedt een degelijke structuur waarmee een onderwerp kan worden benaderd. Daarnaast is het ook een praktisch hulpmiddel bij de formulering van de doelen die met de les worden beoogd.
© Hoogbloeier
7
Bloom als verrijkingsmethode
Met behulp van de taxonomie van Bloom kunnen àlle lessen en inhouden verrijkt worden. Als je vragen formuleert waarbij je beroep doet op de hogere orde-denkvaardigheden dan leer je je leerlingen zelf denken in plaats van louter te reproduceren. In de reguliere leerstof wordt voornamelijk een beroep gedaan op de lagere orde-denkvaardigheden. Kennis, begrijpen en toepassen van de leerstof komt heel veel aan bod. Er wordt maar heel zelden gevraagd aan leerlingen om de leerstof te analyseren, te evalueren en nieuwe dingen te creëren met de opgedane kennis. In onze 21ste eeuw zitten we in een omgeving die heel snel verandert en zullen onze kinderen later een baan hebben die nu nog niet bestaat. Het reproduceren van kennis zal niet meer volstaan om deze nieuwe uitdaging aan te gaan. Het is aan te raden om onze kinderen reeds vroeg deze hogere orde-denkvaardigheden te helpen ontwikkelen.
Lagere orde-denkvragen: vragen waarop één, juist antwoord te vinden is. Vragen die controleren of een theorie, lesinhoud of instructie is onthouden, begrepen en of de leerling deze in een andere situatie kan toepassen. Omvat de beheersingsniveaus kennis, begrip en toepassen. Hogere orde-denkvragen: vragen waarop het antwoord gevonden kan worden door de theorie, lesinhoud of instructie te analyseren, te evalueren (kritisch te bekijken) en te gebruiken om iets geheel nieuws te creëren. Omvat de beheersingsniveaus analyseren, evalueren en creëren.
Verrijkingslessen kunnen op een relatief eenvoudige manier ontwikkeld worden door het formuleren van hogere orde-denkvragen en -opdrachten bij de bestaande reguliere leerstof. De gebruikte lesmethodes kunnen op die manier verdiept worden voor leerlingen die meer aankunnen. Dit kan zowel voor wereldoriëntatie, maar evengoed voor de vakken rekenen en taal. Ook spelling, grammatica, woordenschat, tafels, breuken, tijd,… kunnen worden verrijkt met deze taxonomie. Hierbij kan je bij de vragen bij het vak blijven, maar beter nog is om een combinatie te gaan maken van verschillende vakken. Een vakoverschrijdende opdracht met hogere orde-denkvaardigheden bij een geschiedenisles waarbij de woordenschat wordt uitgebreid, waarbij gerekend moet worden, aardrijkskundige kennis nodig is, enz. voldoet zeer goed aan de criteria waaraan verrijkingsmateriaal idealiter moet voldoen. Om een passend verrijkend aanbod te creëren gaat het niet alleen om welke leermaterialen je gebruikt, maar ook hoe je ze zal inzetten? Je bekijkt niet alleen welke leerinhoud er zal worden gegeven, maar ook hoe je deze inhoud zal aanbieden. En het belangrijste van al ga je niet alleen zoeken welke leerdoelen je zal opstellen, maar ook hoe deze kunnen worden bereikt. De taxonomie van Bloom is hierbij een handig hulpmiddel. © Hoogbloeier
8
Bloom als verrijkingsmethode
Niveau 1: Kennis Definitie: Informatie terughalen uit het geheugen, herinneren of herkennen. Onthouden gebeurt wanneer het geheugen wordt gebruikt om defenities, feiten of lijsten te reproduceren. (Anderson & Krathwohl) Deze informatie heb je nodig om de opdracht uit te voeren Het is de bedoeling dat alle te verwerken informatie onder niveau 1 gegeven wordt en niet na niveau 1. Het doel is: De kinderen kunnen adequate informatie ophalen. Dit kunnen feiten en complete theorieën zijn, teksten om te lezen, afbeeldingen om te verduidelijken, bronnensites waar ze meer informatie kunnen vinden. Geef ze de informatie die nodig is of geef aan waar ze die informatie kunnen vinden; zo hebben de kinderen een compleet startpunt. Na niveau 1 weten de kinderen inhoudelijk waar de opdracht over gaat.
Tabel 4: Blooms Taxonomie – op kennis gebaseerde doelen – niveau 1 BEHEERSINGSNIVEAU
COGNITIEVE VAARDIGHEID
BESCHRIJVING VAN HET NIVEAU
Reproduceren 1. KENNIS
Onthouden Herinneren
Een kennisvraag vraagt naar parate objectieve kennis
Herkennen
WAT DE LEERLING DOORGAANS
VOORBEELDVRAGEN BIJ DIT NIVEAU
ACTIES
feiten of gebeurtenissen
In welke landen is op 1-1-2002 de euro
reproduceer
reproduceren
ingevoerd?
MOET DOEN BIJ DIT NIVEAU
noemen of opsommen
© Hoogbloeier
Wat zijn de belangrijkste bodemschatten in Zuid-Afrika?
benoem
WAT DE LEERLING ZOU KUNNEN
VRAGEN DIE JE KAN STELLEN AAN
MAKEN BIJ DIT NIVEAU
DE LEERLING
•
een "spiekbriefje"
Wat gebeurde er na...?
•
een tabel
Hoeveel…?
•
een lijst met belangrijke
Wat is…?
gebeurtenissen
noem verzamel
•
een feitenoverzicht
Wie was het die…? Benoem…?
9
Bloom als verrijkingsmethode
een begrip definiëren
dingen beschrijven
Wat verstaan we onder "werkloosheid"?
Wat is een tachograaf en hoe wordt die gebruikt?
som op
•
een tijdsbalk
Wat is de definitie van…?
draag voor
•
een kaart
Beschrijf de manier waarop…?
classificeer
•
een schema of mindmap
Wie…?
rubriceer
•
een woordenlijst
Wat is goed / fout…?
in volgorde
•
een begrippenlijst met
Waar bevindt zich…?
bestempel
•
een quiz met feitenvragen
beschrijf
•
definities opsommen
geef weer
•
feiten benoemen
vertel na
•
een werkblad invullen
plaats in tijd
•
toets maken
omschrijvingen
definieer
Wanneer gebeurde…? Hoe was… ook alweer?
lokaliseer feitelijke verbanden leggen
Wie was Albert Einstein en wat was zijn betekenis voor de Natuurkunde?
onderzoek wie wat wanneer waar toon
dingen herkennen, aanwijzen, onderstrepen, aankruisen
Waar zitten de nieren?
selecteer herken identificeer
© Hoogbloeier
10
Bloom als verrijkingsmethode
Niveau 2: Begrip Definitie: Het bepalen van de betekenis van verschillende type funties, geschreven of grafisch. (Anderson & Krathwohl) We stellen vragen waaruit blijkt of je de informatie begrijpt. In niveau 2 toets je of ze begrepen hebben wat je in niveau 1 hebt verteld of hebt laten zien (in een filmpje). Laat ze de informatie vertalen naar een nieuwe context. Vraag naar overeenkomsten en verschillen m.b.v. vergelijking van informatie en laat ze de informatie groeperen, ordenen, afleiden van oorzaken. Stel vragen die tot doel hebben: vat samen, beschrijf, bespreek, interpreteer, formuleer, conclusies, leg verbanden, onderscheid. Vraag de kinderen naar informatie die ze via linkjes moeten verzamelen. Na niveau 2: weet je of ze feiten en principes begrijpen, er blijkt dat ze de informatie van niveau 1 eigen hebben gemaakt.
Tabel 5: Blooms Taxonomie – op kennis gebaseerde doelen – niveau 2 BEHEERSINGSNIVEAU
COGNITIEVE VAARDIGHEID
BESCHRIJVING VAN HET NIVEAU Over inzichtvragen moet je meestal even nadenken: je
2. BEGRIP
Inzicht hebben in
moet eerder verworven kennis en inzichten aanboren en in eigen woorden omschrijven, samenvatten, uitleggen of toelichten.
WAT DE LEERLING DOORGAANS MOET DOEN BIJ DIT NIVEAU
VOORBEELDVRAGEN BIJ DIT NIVEAU
ACTIES
vat samen selecteren en samenvatten
Welke geografische factoren zijn van invloed op
classificeer
de economische positie van Antwerpen?
rubriceer vul aan
© Hoogbloeier
WAT DE LEERLING ZOU KUNNEN
VRAGEN DIE JE KAN STELLEN AAN DE
MAKEN BIJ DIT NIVEAU
LEERLING
•
een samenvatting of overzicht
•
een lijst met belangrijke
Kun je uitleggen waarom…? Kun je in je eigen woorden beschrijven…? Hoe verklaar je…?
11
Bloom als verrijkingsmethode
interpreteer een verklaring, bewijs of onderbouwing geven
Hoe kwam Hitler aan de macht?
Hoe planten spinnen zich voort?
•
een tijdbalk
geven van…?
verdedig
•
een grafische
Wat denk je dat er vervolgens
voorstelling van zaken
zal gebeuren…?
bespreek
•
een stroomschema
Wie zal volgens jou…?
druk uit
•
een tabel met oorzaak-
Wat is de hoofdgedachte
herschrijf
gevolg of
achter…?
formuleer
overeenkomsten -
Kun je verduidelijken…?
vertaal in een tekening of schema weergeven
gevolgen voorspellen voorbeelden geven uitleggen grote lijnen aangeven
illustreer Hoe zit de menselijke bloedsomloop in elkaar?
Wat gebeurt er met de werkloosheid als de
Kun je een samenvatting
concludeer discussieer
in eigen woorden weergeven
gebeurtenissen
•
duid aan
verschillen
Kun je… illustreren met een
een quiz met
voorbeeld?
doordenkvragen
Welke verschillen bestaan er tussen…?
wijs aan
•
een verzameling
voorspel
•
een spreekbeurt
•
een voorbeeld geven
inflatie stijgt? Geef een voorbeeld van een understatement.
geef een voorbeeld
Wat bedoelde Hamlet toen hij zei "To be or not
leg uit
to be, that is the question?" Hoe is het Koninkrijk België ontstaan? beschrijf
beschrijven
Wat is het periodiek systeem der elementen?
kenschets parafraseer
onderscheid verschillen en
Hoe zou een regeerakkoord tussen socialisten
vergelijk
overeenkomsten aangeven
en liberalen eruit kunnen zien?
contrasteer
© Hoogbloeier
12
Bloom als verrijkingsmethode
Niveau 3: Toepassen Definitie: Gebruiken of volgen van een procedure door deze uit te voeren of toe te passen. Het toepassen is gerelateerd aan en verwijst naar situaties waarin het geleerde materiaal wordt gebruikt in eindproducten als modellen, presentaties, interviews, en simulaties. (Anderson & Krathwohl) Hier ga je opgedane kennis toepassen In niveau 3 gaan we de nieuwe kennis in concrete situaties toepassen. Hiervoor gebruiken de kinderen de opgedane kennis. Het doel is: methoden, concepten en theorieën toepassen in concrete situaties. Ze zijn ook in staat om problemen op te lossen. Geef theorieën en wetten die ze toe moeten kunnen passen in praktische situaties en stel vragen zodat de kinderen kunnen aantonen dat ze op de juiste manier met een methode of procedure om kunnen gaan. Stel vragen als: pas toe, demonstreer, bereken, vul aan, illustreer, toon, los op, onderzoek, pas aan, verander, relateer en experimenteer. De basis van toepassen moet altijd zijn dat ze met het doel aan de slag kunnen in de volgende 3 niveaus. Na niveau 3: weet je dat de leerlingen de nieuwe kennis in concrete situaties kunnen toepassen.
Tabel 6: Blooms Taxonomie – op kennis gebaseerde doelen – niveau 3 BEHEERSINGSNIVEAU
COGNITIEVE VAARDIGHEID
3. TOEPASSING
Toepassen
BESCHRIJVING VAN HET NIVEAU Bij toepassingsvragen moet je eerder verworven kennis en inzichten in een nieuwe situatie gebruiken om een probleem op te lossen.
WAT DE LEERLING DOORGAANS MOET DOEN BIJ DIT NIVEAU
VOORBEELDVRAGEN BIJ DIT NIVEAU
een plan van aanpak
Hoe zou de regering van Italië de
uitlijnen
werkloosheid kunnen bestrijden?
© Hoogbloeier
ACTIES
WAT DE LEERLING ZOU KUNNEN MAKEN
VRAGEN DIE JE KAN STELLEN AAN DE
BIJ DIT NIVEAU
LEERLING
rapporteer
•
een werkstuk
Weet je nog een andere situatie
geef weer
•
een model waarmee je
waarin…?
plan
uitlegt hoe iets werkt
Kun je… categoriseren volgens…?
13
Bloom als verrijkingsmethode
oplossingen voorstellen
een hypothese opstellen, een test of experiment uitvoeren aantonen dat
laten zien hoe
Hoe kunnen we het fileprobleem oplossen?
pas aan
•
een handleiding
Welke factoren zullen
organiseer
•
een spel waarin ideeën van
veranderen als…?
kies
het te bestuderen object
Welke vragen zou je stellen
onderzoek
naar voren komen
aan…?
Waarom bloeit een hortensia in de ene tuin
experimenteer
•
een presentatie
Kun je aan de hand van de
blauw en in de andere roze?
maak een
•
een demonstratie
gegeven informatie een
inschatting
•
een voorstelling
instructie geven over…?
illustreer
•
een poster
Hoe is… een voorbeeld van…?
toon
•
een expositie
Hoe verhoudt… zich tot…?
demonstreer
•
een illustratie
Waarom is… belangrijk?
beschrijf
•
een simulatie
Ken je nog een andere situatie
leg uit
•
een beeldhouwwerk
waarin…?
schets
•
een interview
Kon dit gebeurd zijn in…?
relateer
•
een dagboek
Bewijs dat er niet een grootst priemgetal is.
Hoe kun je een computer gebruiken bij het leren?
een probleemsituatie met
Hoe zou je eerste hulp verlenen aan dit
kennis van zaken aanpakken
slachtoffer met ademhalingsproblemen?
bewaak hanteer praktiseer gebruik pas toe werk uit voor
concrete gevallen toetsen
Welke landen zijn volgens deze definitie
andere doelgroep
aan abstracte definities
socialistisch?
werk uit voor een andere context generaliseer
Wat is de snelheid waarmee een kogel van 1
bereken
een opgave oplossen of
kg de grond raakt als die op aarde op 1 meter
los op
berekening maken
hoogte wordt losgelaten en je de luchtwrijving mag verwaarlozen?
© Hoogbloeier
14
Bloom als verrijkingsmethode
Niveau 4: Analyse Definitie: Het materiaal of concept in onderdelen opdelen, bepalen hoe deze onderdelen zich tot elkaar verhouden en van elkaar verschillen, evenals het onderzoeken van de relatie van de verschillende onderdelen tot het grote geheel en de hoofdfunctie. Mentale activiteiten omvatten differentiëren, organiseren en toeschrijven naast in staat zijn om onderscheid te maken tussen componenten van een geheel. (Anderson & Krathwohl) Je gaat informatie en toepassingen analyseren en structureren In dit 4e niveau gaan we ervoor zorgen dat de kinderen de opgedane kennis en toepassingen van niveau 3 kunnen opdelen in verschillende onderdelen en het zo kunnen analyseren. Hierbij is het de bedoeling dat ze patronen gaan herkennen en verborgen betekenissen kunnen herkennen. Stel de vragen zo, dat de kinderen onuitgesproken aannames kunnen herkennen, fouten in logica van redeneringen kunnen herkennen en feiten van gevolgtrekkingen kunnen onderscheiden. Voorbeeldvragen kunnen zijn: analyseer, scheid, orden, leg uit, verbind, classificeer, deconstrueer, construeer, vergelijk, selecteer en leid af. Na het 4e niveau: hebben de kinderen patronen herkend en een analyse van redeneringen en aannames gemaakt.
Tabel 7: Blooms Taxonomie – op kennis gebaseerde doelen – niveau 4 BEHEERSINGSNIVEAU
COGNITIEVE VAARDIGHEID
BESCHRIJVING VAN HET NIVEAU Bij een analysevraag moet je een ingewikkeld probleem zien te vereenvoudigen om er met jouw kennis en inzicht vat op te krijgen. Je ontleedt het bijvoorbeeld in deelproblemen,
4. ANALYSE
Analyseren
herleidt het tot een patroon of een onderliggend probleem, of concentreert je op relevante aspecten, zoals belangrijke kenmerken, oorzaken of gevolgen. Een analysevraag vergt doorgaans kritisch en gedegen (voor)onderzoek.
© Hoogbloeier
15
Bloom als verrijkingsmethode
WAT DE LEERLING DOORGAANS MOET DOEN BIJ DIT NIVEAU
in delen splitsen
VOORBEELDVRAGEN BIJ DIT NIVEAU
Welke milieurisico's brengt een kerncentrale met zich mee?
ACTIES
WAT DE LEERLING ZOU KUNNEN MAKEN
VRAGEN DIE JE KAN STELLEN AAN DE
BIJ DIT NIVEAU
LEERLING
analyseer
Welke gebeurtenis zou niet
scheid
gebeurd zijn als…?
onderscheid
Als… waar is, wat betekent dat
(de)construeer
dan voor…?
verdeel
Op welke manier is… hetzelfde
discrimineer differentieer
patronen beschrijven
bewijzen voor conclusies aangeven
Welke oorzaken kun je na het bestuderen van
leg uit
de Russische en Amerikaanse revoluties
selecteer
aangeven voor het ontstaan van revoluties?
signaleer
Onderbouw of weerleg de volgende stelling: de
leid af
perceptie van de kwaliteit van de
destilleer
gezondheidszorg door het publiek, stemt niet
stel ter discussie
overeen met de objectieve kwaliteit.
geef prioriteit classificeer rangschik
classificeren
Is milieuvervuiling primair een technisch,
overzie
economisch of politiek probleem?
orden sorteer categoriseer
onderzoeken
vergelijken
© Hoogbloeier
•
een onderzoeksverslag
•
een beschouwing
•
een overzicht waarin de kritische stappen worden weergegeven
•
een grafische voorstelling
•
een vragenlijst om aan informatie te komen of een enquête
•
een checklist
•
een tabel
•
een documentaire
•
een mobiele
•
een spreadsheet
•
een kaart
als…? Wat zijn andere mogelijke uitkomsten? Waarom gebeurde…? Kun je uitleggen wat er gebeurde toen…? Welke problemen kom je tegen bij…? Kun je onderscheid maken tussen… en …? Wat waren de motieven voor…? Wat was het keerpunt? Wat zijn de delen of kenmerken van…? Classificeer… volgens…? Hoe kan je… vergelijken met…?
Heeft het regeringsbeleid in de periode 2002-
spoor op
2004 wezenlijk bijgedragen aan het drastisch
test
Hoe verschilt… met…?
reduceren van de werkloosheid in die periode?
onderzoek
Welke bewijzen kan je geven
Vergelijk deze cursus "Actief Leren" met de
relateer
voor…?
adviezen van de studentenbegeleiding van de
verbind
Universiteit Gent.
vergelijk
16
Bloom als verrijkingsmethode
Niveau 5: Evaluatie Definitie: Oordeel vellen gebaseerd op criteria en standaarden door middel van controleren en bekritiseren. (Anderson & Krathwohl) Je gaat de waarde van iets beoordelen In niveau 5 wordt geëvalueerd waarbij het oordeel is gebaseerd op criteria van hun analyse in niveau 4. Stel vragen of ze ideeën kunnen vergelijken en van elkaar kunnen onderscheiden, of ze theorieën en beroepsproducten van waarde kunnen inschatten en toets of ze hun keuzes kunnen beargumenteren. Vraag ook naar het herkennen van subjectiviteit en laat ze hun mening geven. Stel vragen met als doel: beoordeel, beslis, orden, geef een cijfer, toets, meet, geef een aanbeveling, overtuig, selecteer, leg uit, maak een onderscheid, ondersteun, concludeer, vergelijk, vat samen Na niveau 5: hebben de kinderen de logische samenhang van hun kennis en analyse beoordeeld en conclusies onderbouwd en beoordeeld.
Tabel 8: Blooms Taxonomie – op kennis gebaseerde doelen – niveau 5 BEHEERSINGSNIVEAU
COGNITIEVE VAARDIGHEID
BESCHRIJVING VAN HET NIVEAU Een evaluatievraag vraagt naar een beargumenteerd oordeel en standpunt. Bij een evaluatievraag verantwoord je een handelwijze, bepaal je de waarde van iets of iemand; je kiest uit verschillende mogelijkheden de beste oplossing voor
5. EVALUATIE
Evalueren
een probleem, je beoordeelt een kunstwerk of je ontwikkelt en verdedigt een eigen mening. Evaluatievragen doen een beroep op kennis en inzicht, maar ook op persoonlijke overtuigingen en zijn dus op uiteenlopende manieren te beantwoorden.
© Hoogbloeier
17
Bloom als verrijkingsmethode
WAT DE LEERLING DOORGAANS MOET DOEN BIJ DIT NIVEAU
concluderen
VOORBEELDVRAGEN BIJ DIT NIVEAU
ACTIES
WAT DE LEERLING ZOU KUNNEN MAKEN
VRAGEN DIE JE KAN STELLEN AAN DE
BIJ DIT NIVEAU
LEERLING
Zou de oorspronkelijke evolutietheorie van
concludeer
Is er een betere oplossing
Darwin naar hedendaagse maatstaven stand
vat samen
voor…?
houden?
beargumenteren
Beoordeel de waarde van… Wat overtuig
vind je ervan…?
leg uit
Verdedig je mening over…?
Is het huidige economische systeem in
ondersteun
Vind je… goed of fout?
België het definitieve systeem?
associeer
Hoe zou jij… hebben aangepakt? Welke veranderingen voor… raad
onderbouw
waarde aangeven
bekritiseren
Wie is het beste parlementslid - en waarom?
•
een betoog
jij aan?
beoordeel
•
een overtuigende toespraak
Geloof jij… Hoe zou jij je voelen
toets
•
een bijdrage aan een debat
als…?
meet
•
een lijstje met criteria
Hoe effectief zijn…?
geef een cijfer
waarmee je je werk kunt
Wat zijn de consequenties van…?
beschouw
beoordelen.
Welke invloed zal… hebben op
taxeer
•
een oordeel of vonnis
ons leven?
evalueer
•
een advies
Wat zijn de voors en tegens
toets af
•
een evaluatie
van…?
waardeer
•
een conclusie
Waarom is… waardevol?
Wat zijn de zwakke punten van de
bekritiseer
Wat zijn mogelijke alternatieven?
algemene beleidsverklaring van de federale
licht door
Wie zal winnen / verliezen bij…?
regering van dit jaar?
voorspel
Leg uit waarom je wel of niet
selecteer
akkoord bent met…?
vergelijk
Wat vind je van…?
beslis
Wat is het meest belangrijk?
geef een aanbeveling
Hoe zou je beslissen over…?
overweeg
Welke criteria zou je gebruiken
kiezen en de keuze
Zou invoering van de doodstraf een goede
verantwoorden
zaak zijn?
© Hoogbloeier
geef commentaar
18
Bloom als verrijkingsmethode
weeg af Hoeveel maanden celstraf zou je geven aan besluiten
om… te testen?
adviseer
iemand die schuldig is aan een verkeersongeval met dodelijke afloop?
© Hoogbloeier
19
Bloom als verrijkingsmethode
Niveau 6: Creëren Definitie: Elementen samenstellen om een coherent en functioneel geheel te vormen; elementen herorganiseren in een nieuw patroon of structuur door middel van genereren, plannen of produceren. (Anderson & Krathwohl) Met behulp van wat je hebt geleerd, ga je iets nieuws ontwikkelen In de voorgaande niveaus hebben de kinderen nieuwe informatie en ideeën geleerd en in dit laatste niveau gaan ze m.b.v. die nieuwe kennis en ideeën oplossingen en producten ontwikkelen. Hiervoor moeten de kinderen aan de slag door voorspellingen te maken op basis van de conclusies van niveau 5. Vraag de kinderen om een oplossing te verzinnen, een onderzoeksvoorstel op te stellen of een uitvinding te doen. Je kunt vragen stellen als: combineer, plan, ontwerp, maak, ontwikkel, onderzoek, wat als?, stel op, formuleer en herschrijf. Na het 6e niveau: hebben de kinderen alle opgedane kennis begrepen, toegepast, geanalyseerd, geëvalueerd en hebben ze een nieuw product of oplossing ontwikkeld. Een creatie-proces heeft structuur nodig. Deze structuur kan bijvoorbeeld geleverd worden door het TASC-model.
Tabel 9: Blooms Taxonomie – op kennis gebaseerde doelen – niveau 6 BEHEERSINGSNIVEAU
COGNITIEVE VAARDIGHEID
BESCHRIJVING VAN HET NIVEAU Creatievragen zijn erop gericht met je kennis en inzicht
6. CREËREN
Creëren
nieuwe ideeën, producten of zienswijzen tot stand te
Synthese
brengen. Dat vergt creativiteit. Bij synthesevragen zijn uiteenlopende antwoorden mogelijk.
WAT DE LEERLING DOORGAANS MOET DOEN BIJ DIT NIVEAU
ontwerpen
© Hoogbloeier
VOORBEELDVRAGEN BIJ DIT NIVEAU
Ontwerp de ideale stad.
ACTIES
WAT DE LEERLING ZOU KUNNEN MAKEN
VRAGEN DIE JE KAN STELLEN AAN DE
BIJ DIT NIVEAU
LEERLING
plan
•
een kunstwerk
Kun je een… ontwerpen,
ontwerp
•
een film of video
waarmee…?
20
Bloom als verrijkingsmethode
scheppen
bedenk
•
een toneelstuk of cabaret
Zie je een mogelijke oplossing
maak
•
een lied of compositie
voor…?
geef vorm
•
een krant of site
Als je toegang had tot alle
Schrijf een toneelstuk dat jouw leven
bouw
•
een omslag voor een cd,
informatie en middelen, wat zou
weergeeft.
creëer
boek, tijdschrift,…
je dan doen met…?
construeer
•
een spel of simulatie
Ontwerp je eigen manier om…?
initieer
•
een creatief essay een
Wat zou gebeuren als…?
PowerPointpresentatie
Op hoeveel manieren kun je…?
stel op
samenstellen
schrijven
ontwikkelen
voorspellen en extrapoleren
kennis op verschillende terreinen combineren
© Hoogbloeier
Schrijf een regeerakkoord op basis van je
verander
•
een project
Kun je nieuwe en ongebruikelijke
eigen politieke overtuigingen, als je 50/50
pas aan
•
een advertentie
manieren verzinnen om… te
moet samenwerken met een andere
stel samen
•
een schilderij
gebruiken?
politieke partij.
reconstrueer
Kun je een voorstel schrijven
rangschik
waarmee je…?
Schrijf een artikel voor een zaterdagkrant
formuleer
Wat kan je voorspellen uit…?
over jouw oplossing voor het fileprobleem.
(her)schrijf
Wat kan je afleiden uit…?
ontwikkel
Welke ideeën kan je toevoegen
Ontwikkel een computersimu- latie waarmee
produceer
aan…?
je de oplossing van een
vind uit
Hoe zou je een nieuw…
derdegraadsvergelijking kunt benaderen.
vernieuw
ontwerpen?
innoveer
Welke oplossingen zou je
wat als?
voorstellen voor…?
Wat zou er gebeuren als het gebruik van
Wat zou er gebeuren als je…
soft drugs zou worden verboden? Wat zijn de potentiële economische
combineer
combineert met…?
gevolgen van de uitbraak van een ernstige ziekte in de varkenshouderij?
21
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeelden Voorbeeld 1: Rupsje Nooitgenoeg Uit: Knappe Koppies - blog van Baukje van Dijk Lager onderwijs - kleuters BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Verhaal van Rupsje Nooitgenoeg
1. KENNIS
Waarin verandert Rupsje Nooitgenoeg nadat hij veel heeft gegeten?
2. BEGRIP
Vertel eens waar het verhaal van gisteren over ging.
3. TOEPASSEN
Welk dier verandert ook heel sterk tijdens zijn leven?
4. ANALYSEREN
Leg de plaatjes van kikkerdril tot kikker in de juiste volgorde en leg uit wat er moet veranderen om tot een volgend stadium te komen
5. EVALUEREN
Denk je dat dieren zoals kikker en vlinder geschapen zijn of zouden ze door evolutie ontstaan zijn?
6. CREËREN
Bedenk eens een nieuw dier en laat dat net zo'n metamorfose ondergaan als het kikkervisje en rups.
© Hoogbloeier
22
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 2: De wolf en de 3 biggetjes Uit: HBOké - Maayke van Diemen Lager onderwijs - kleuters BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Verhaal van De wolf en de 3 biggetjes
1. KENNIS
Waarom moesten de drie biggetjes hun huis verlaten?
2. BEGRIP
Hoe kreeg de wolf het voor elkaar om de eerste twee huisjes omver te blazen?
3. TOEPASSEN
Waar zou jij het huisje van gebouwd hebben?
4. ANALYSEREN
Geef voorbeelden van de manieren waarop het derde biggetje slim is. Hoe zou je verdedigen wat de wolf gedaan heeft? Bij deze vraag kunnen de leerlingen protesteren. De wolf is slecht en moet geheel niet verdedigd worden! Maar is dat niet een vooroordeel? Weten we wel alle details? Is het geen gekleurd verhaal dat door een big is verteld? Hieronder een mogelijk alternatief verhaal ter verdediging van de wolf. Want wist je dat de wolf uit het verhaal van de drie biggetjes een behoorlijke depressie heeft ? Ik hoorde van een oom van hem het hele verhaal. Toen de oom bij de wolf op visite was wilde de wolf graag wat suiker in zijn thee maar de wolf had geen suiker meer in huis. Hij bedacht dat hij wat suiker bij zijn buurbiggen kon gaan lenen. Toen een van de biggetjes opendeed moest hij ontzettend niezen.
5. EVALUEREN
Jammergenoeg hadden de biggetjes hun huis niet zo stevig gebouwd en de kracht van de wolf deed het huisje instorten. De wolf schaamde zich enorm en ging snel naar huis toe. Zijn oom vertelde dat hij zijn excuus moest gaan aanbieden . De wolf was het met hem eens en met lood in zijn schoenen ging hij naar de buurbiggen die een nieuw huisje hadden gebouwd. Weer moest de wolf enorm niezen . Met het schaamrood op zijn wangen rende hij boos naar huis. Dit kon toch niet waar zijn ! Hij was zo verdrietig dat hij de hele dag in zijn bed bleef liggen. Zijn oom stuurde hem naar de huiswolf voor advies. Die vertelde dat de wolf waarschijnlijk een allergie voor biggen had. Blij dat de wolf wist wat er aan de hand was ging hij naar de buurbiggen toe. Tot zijn verbazing wilde deze de deur niet meer opendoen. De wolf wilde zo graag dat ze wisten wat het probleem was. Hij kon dat doen want door de anti-allergie-medicijnen die hij nam zou hij dit huisje niet meer omver blazen. Blij en in volle overtuiging dat hij de angst van de biggetjes weg kon nemen ging hij de schoorsteen in.....
© Hoogbloeier
23
Bloom als verrijkingsmethode
dat is het laatste wat zijn oom van hem heeft gezien. 6. CREËREN
Hoe zou jij de wolf gevangen hebben?
Voorbeeld 3: In de winkel Uit: Knappe koppen in de klas - CPS Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Opdracht rekenen.
1. KENNIS 2. BEGRIP 3. TOEPASSEN 4. ANALYSEREN
In deze folder zie je lampen en hun prijzen. We hebben een aantal lampen voor een slaapkamer uitgezocht (zie plaatjes). Kun jij de juiste prijskaartjes er aan hangen? Plaats de bedragen van de lampen van klein naar groot. Je mag twee lampen kopen voor jouw slaapkamer. Gebruik voor het betalen zo min mogelijk munten en briefjes. Elke lamp betaal je apart. Je mag twee lampen kopen voor jouw slaapkamer. Reken met behulp van de prijskaartjes uit hoeveel ze samen kosten. Lianne heeft 2 lampen gekocht voor 26 euro. Welke kan ze gekocht hebben? Lianne betaalt de 26 euro als volgt: een briefje van 20 euro en 3 munten van 2 euro. Michel koopt ook voor 26 euro lampen. Hij betaalt met 3
5. EVALUEREN
6. CREËREN
© Hoogbloeier
briefjes van 10 en krijgt dan 4 euro terug. •
Welke manier vind jij het handigst? Waarom?
•
Kun je nog andere manieren bedenken om de 26 euro te betalen?
Ontwerp een mooie lamp voor jouw kamer en hang er een prijskaartje aan. Bedenk drie redenen waarom jij deze prijs voor jouw lamp hebt bedacht. Ga hierover in gesprek met je maatje. Is hij / zij het eens met de prijs van jouw lamp?
24
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 4: Insecten Uit: Knappe koppen in de klas - Nora Steenbergen-Peterman - SLO Lager onderwijs - onderbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Opdracht taal/lezen.
1. KENNIS
Verzin een lijst met insecten, tenminste één insect voor elke letter van het alfabet en groeper de lijst in 'schadelijk' en 'onschadelijk'.
2. BEGRIP 3. TOEPASSEN
Bestudeer één insect. Maak een lijst van in totaal tien stellingen: vijf echte feiten en vijf zelf verzonnen opmerkingen. Schrijf ze op tien kaartjes en laat een klasgenoot bepalen welke kaartjes 'waar' (feit) zijn en welke kaartjes 'niet waar' (fictie) zijn. Interview tien mensen en onderzoek aan welk insect men de grootste hekel heeft. Zet je bevindingen in een grafiek. Kies insecten uit die je het best vindt passen bij onderstaande vergelijkingen:
4. ANALYSEREN
5. EVALUEREN 6. CREËREN
© Hoogbloeier
•
zo lief als een …
•
zo lawaaierig als een …
•
zo snel als een …
•
zo grappig als een …
•
zo irritant als een …
•
zo klein als een …
•
zo populair als een …
•
zo gek als een …
•
zo slim als een …
•
zo lelijk als een …
Als jij een insect zou zijn, welk insect zou je zijn en waarom? Geef tenminste vijf redenen. Combineer delen van verschillende insecten met elkaar en creëer zo een nieuw insect. Maak een tekening van het nieuwe insect en beschrijf de onderdelen.
25
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 5: Marokkaanse gerechten Uit: Slimpuls Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Aardrijkskunde Zoek twee gerechten die op een Marokkaans feestmaal worden gegeten.
4. ANALYSEREN
Kies twee gerechten die bij een Nederlands feest worden gegeten (waarvan je weet hoe ze smaken). Vergelijk de ingrediënten van deze vier gerechten en bedenk welk van de twee Marokkaanse gerechten jij waarschijnlijk het lekkerst zal vinden. Bedenk erbij waardoor je dat denkt.
5. EVALUEREN
6. CREËREN
© Hoogbloeier
Zoek een manier om zelf de twee Marokkaanse gerechten te kunnen proeven. Vergelijk de smaken van de Marokkaanse en de Nederlandse gerechten en maak hiervan een verslag. Schrijf daarna een recensie (zoek eventueel op wat een recensie is) over alle gerechten samen (Marokkaans en Nederlands). Besteed hierbij aandacht aan wat je vooraf van de Marokkaanse gerechten verwachtte en hoe ze achteraf bleken te smaken.
26
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 6: Nederland waterland Uit: Slimpuls - OBS de Blieken - Lotte Schol, Kelly Rietveld, Saskia van den Berg Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Aardrijkskunde •
Maak een opsomming van de plus- en minpunten van drie manieren waarop je aan de overkant kunt komen van een rivier: een pont, een brug en een tunnel.
• 4. ANALYSEREN
Maak een vergelijking tussen de kaart van Nederland nu en die van 100 jaar geleden. Let op de wateren, waterwegen, bruggen, oplossingen tegen het water, enz.
•
Hoe zou Nederland er nu uitzien wanneer er geen dijken zouden zijn?
•
Vergelijk twee watersnoodrampen in Nederland: 1953 en de Sint-Elizabethsvloed van 1421: maak een schema met verschillen en overeenkomsten.
• 5. EVALUEREN
Beargumenteer waar jouw voorkeur naar uit zou gaan om het water over te steken: via een pont, via een brug of via een tunnel. Of heb je nog een alternatief?
•
Op welke plaats in Nederland zou jij graag een camping met zeilschool willen beginnen? Vertel waarom.
•
Wat zijn de vijf beste plaatsen in Nederland waar je zou kunnen wonen gezien het waterpeil? Geef je argumenten.
•
Stel: er zijn geen dijken en jij bent de baas van Nederland. Hoe zou jij het waterprobleem van Nederland (overschot aan water) oplossen?
6. CREËREN
© Hoogbloeier
•
Maak de voorpagina van een krant die had kunnen verschijnen op 2 februari 1953 (gebruik de communicatiemiddelen van die tijd).
•
Wat zouden nu de gevolgen kunnen zijn van dijkdoorbraken voor de boeren in de kustprovincies? Maak een analyse per provincie.
•
Geef er een spreekbeurt over.
27
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 7: Biotopen Uit: Slimpuls Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Biologie •
Zoek uit in welke biotoop de reiger leeft en in welke biotoop de koolmees leeft. Maak een beschrijving van de biotoop van de reiger in vergelijking met de biotoop van de koolmees. Beschrijf minstens 3 verschillen.
4. ANALYSEREN
•
Zoek uit in welk biotoop de bosmier leeft en in welke biotoop de egel leeft. Maak een beschrijving van de biotoop van de bosmier in vergelijking met de biotoop van de egel. Beschrijf minstens 3 overeenkomsten.
• 5. EVALUEREN 6. CREËREN
© Hoogbloeier
•
Vergelijk de biotoop van de mens met de biotoop van de chimpansee. Beschrijf minstens 3 aanpassingen die de mens zou moeten doen om in de biotoop van de chimpansee te kunnen leven.
•
28
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 8: Tijd van regenten en vorsten - vaarrouten Uit: Slimpuls - BS Miste Corle Winterswijk - R. Smilde Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Geschiedenis
4. ANALYSEREN
•
Beschrijf de vaarroute van de schepen naar het Oosten.
•
Beschrijf en teken een andere vaarroute die men destijds had KUNNEN nemen. Beschrijf een geheel alternatieve vaarroute. Maak een
5. EVALUEREN
overzicht van de voordelen en nadelen van elke route. •
Geef je mening over de beste vaarroute van toen en nu. Onderbouw je mening met argumenten.
6. CREËREN
© Hoogbloeier
29
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 9: Tijd van regenten en vorsten - Schilders Uit: Slimpuls - BS Miste Corle Winterswijk - R. Smilde Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Geschiedenis
1. KENNIS
•
Waar is de schilder Jan Steen geboren? En van Gogh?
•
Een bekend schilderij is Het vrolijke huisgezin. Een bekend schilderij van een andere Nederlandse schilder uit een heel andere tijd is
Onderzoek d
De Aardappeleters van van Gogh. Uit welke tijd is dat? 4. ANALYSEREN
•
Zoek de beide schilderijen op internet op en maak een lijst met overeenkomsten en verschillen tussen die schilderijen.
•
Schrijf een grappig verhaal waarin de verschillen tussen de Gouden Eeuw en de tijd van van Gogh duidelijk worden. Zoek wat je niet
5. EVALUEREN
6. CREËREN
zeker weet op. Verwerk in je verhaal ook de verschillen tussen de geboorteplaatsen van beide schilders. •
© Hoogbloeier
Lees het verhaal voor aan de klas.
30
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 10: Kikkers Uit: SLO - Verrijkingslessen voor cognitief talent - Desirée Houkema en Minka Dumont Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Kikkers - biologie.
1. KENNIS
•
Wanneer kwaken kikkers? Hoe ademen kikkers? En kikkervisjes? Wat eten kikkers? Wat is koudbloedig? Waar leven kikkers?
•
Welke relatie zie je tussen de lichaamsbouw van de kikker en zijn manier van voortbewegen?
•
Wat moet er aan een kikker veranderen wil het kunnen overleven in een woestijn?
•
De kikker is een beschermde diersoort. Welke gevolgen zal het uitsterven van alle kikkers op de aarde hebben? Wat zou er op aarde
2. BEGRIP 3. TOEPASSEN 4. ANALYSEREN
5. EVALUEREN
6. CREËREN
© Hoogbloeier
veranderen? •
Ontwerp en beschrijf een kikkerparadijs. Maak een tekening.
•
Het antwoord is 'kikkervisje'. Verzin tenminste 5 vragen bij dit antwoord.
31
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 11: de Middeleeuwen Uit: Yannick Coucke - De Sterrebloem Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Leef een dag zoals in de Middeleeuwen. Vooraf kiest de leerling een onderwerp hieronder. Bij elk onderwerp hoort ook een tekst.
1. KENNIS
Onderzoek de tekst die je kreeg over het leven in de Middeleeuwen. Onderlijn de belangrijke woorden. Maak er een schema of mindmap van. Kun je in je eigen woorden beschrijven... ... als jij zou leven tijdens de Middeleeuwen?
2. BEGRIP
3. TOEPASSEN 4. ANALYSEREN 5. EVALUEREN
•
Wat je zou verbouwen? Wat je zou eten en drinken?
•
Waar je zou wonen? Met wie je zou samen leven en werken?
•
Wat voor kleren je zou dragen?
•
Wat je zou maken, kopen en verkopen?
•
Hoe je plezier zou maken?
•
Welke wetten er het bestaan regelden?
•
Wie je vijanden zijn?
•
Wat er gebeurde als je ziek werd?
•
Wat je zou leren?
Beschrijf hoe dit zou verschillen met je leven nu. Maak een vergelijking in tabelvorm. We leven een dag als in de Middeleeuwen. Jij bent verantwoordelijk voor jouw gekozen onderwerp. Schrijf of teken wat hiervoor nodig is. Spreek af wie voor wat zal zorgen. Hoe heb jij je gevoeld als je leefde zoals in de Middeleeuwen? Beschrijf. Wat vond je lastig? Wat ging goed? Maak een groot verslag, muurkrant, affiche... van de dag dat we leefden als in de Middeleeuwen. Zorg voor een duidelijke titel (=jouw
6. CREËREN
onderwerp), beeldmateriaal (foto’s, tekeningen...) en uitleg (beschrijvingen, jouw bevindingen...). Geef (samen met je groepje) uitleg over hoe het er aan toe ging tijdens de Middeleeuwen (enkel voor jouw onderwerp).
© Hoogbloeier
32
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 12: Stenen en mineralen ontdekken Uit: Forte, Imogene and S. Schurr (1997). The All-New Science Mind Stretchers: Interdisciplinary Units to Teach Science Concepts and Strengthen Thinking Skills. - vert. Janneke Breedijk Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Ontdekken van verschillende stenen en mineralen.
1. KENNIS 2. BEGRIP 3. TOEPASSEN 4. ANALYSEREN
Verzamel 10 stenen en beschrijf waar elke steen werd gevonden. Maak een schets van vijf stenen uit je omgeving. Zorg ervoor dat de kleur nauwkeurig wordt weergegeven. Leg uit hoe de volgende soorten gesteente zijn gevormd of ontstaan: stollingsgesteenten, afzettingsgesteenten en metamorfe gesteenten. Maak in de klas een tentoonstelling van de verzamelde 10 stenen. Maak er naamkaartjes bij en een korte beschrijving van de kenmerken en oorsprong van elke steen. Vergelijk de bruikbaarheid en/of het belang van de stenen, gezien door de ogen van een geoloog, een tuinarchitect en een bouwvakker. Stel je voor dat je op een stenen- en mineralenexpeditie zou gaan. Maak een plan: waar zou je naar toe gaan, wat zou je meenemen, welke
5. EVALUEREN
(onderzoeks-) vragen wil je beantwoord krijgen tijdens de expeditie, welke problemen denk je tegen te komen? Bepaal criteria om achteraf te kunnen beoordelen of de expeditie al of niet een succes was.
6. CREËREN
© Hoogbloeier
Schrijf een ‘in memoriam’ voor een steen. Beschrijf waar en hoe de steen werd ‘geboren’, de belangrijkste gebeurtenissen uit het ‘leven’ van de steen en hoe de steen ‘aan zijn einde’ kwam.
33
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 13: 3D-vormen verkennen Uit: Forte, Imogene and S. Schurr (1997). The All-New Science Mind Stretchers: Interdisciplinary Units to Teach Science Concepts and Strengthen Thinking Skills. - vert. Janneke Breedijk Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Ontdekken van verschillende vormen.
1. KENNIS
Kies één vorm (of meerdere vormen). Maak een lijst van de kenmerken/eigenschappen/begrippen van jouw vorm(en).
2. BEGRIP
Zoek materiaal waarmee en waarvan je de vorm kunt maken, en maak de vorm.
3. TOEPASSEN
4. ANALYSEREN 5. EVALUEREN
Maak een schematische tekening vanuit verschillende perspectieven (van bovenaf gezien, vanaf de voorkant, achterkant, onderkant en zijkant bekeken). Je mag ook foto's maken… Zoek en beschrijf waar je de vorm in het klaslokaal, de school, thuis en in je omgeving tegen kunt komen. Maak een vendiagram met overeenkomsten en verschillen van de diverse vormen die in de klas gekozen zijn. Leg uit waarom precies die vorm in de verschillende plaatsen gebruikt is. Bedenk een voorwerp dat alle eigenschappen (of een gedeelte van) jouw vorm heeft. Teken het voorwerp en maak naamkaartjes bij de
6. CREËREN
© Hoogbloeier
verschillende onderdelen. Je kunt ook een voorwerp bedenken dat is samengesteld uit verschillende vormen. •
Bouw het voorwerp na van kosteloos materiaal, geef het een zelfverzonnen naam en organiseer een tentoonstelling in de klas.
•
Maak met de hele klas brillen, waarbij de gekozen vormen de basis zijn. Organiseer een brillenshow.
34
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 14: Geld ontdekken Uit: Forte, Imogene and S. Schurr (1997). The All-New Science Mind Stretchers: Interdisciplinary Units to Teach Science Concepts and Strengthen Thinking Skills. - vert. Janneke Breedijk Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Meer weten over geld.
1. KENNIS
Bedenk dingen die je kunt kopen voor € 1, € 2, € 5 of minder. Maak er een lijst van, maak een indeling per bedrag.
2. BEGRIP
Teken de munten waarmee je de voorwerpen van je lijst zou kunnen betalen.
3. TOEPASSEN
Teken de munten die je als wisselgeld krijgt, als je je voorwerp koopt en betaalt met€1,€2 of€5.
4. ANALYSEREN
Bepaal en beschrijf de bewerking (de som) die je gebruikt om het wisselgeld te berekenen.
5. EVALUEREN
6. CREËREN
© Hoogbloeier
Welke criteria zou je gebruiken om te beoordelen of je antwoord juist is? (Dus: wanneer is een antwoord goed of fout?) Overleg hierover met enkele klasgenoten en maak samen een definitief lijstje. Stel een afhaalmenu samen, als je € 2, € 5 of € 10 hebt om uit te geven. Probeer zo precies mogelijk bij het bedrag te blijven. Beschrijf je bestelling, de kosten en het wisselgeld dat je eventueel zou ontvangen.
35
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 15: Breuken ontdekken Uit: Forte, Imogene and S. Schurr (1997). The All-New Science Mind Stretchers: Interdisciplinary Units to Teach Science Concepts and Strengthen Thinking Skills. - vert. Janneke Breedijk Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
We gaan op ontdekking naar de reële wereld van de breuken.
1. KENNIS
Maak een lijst van de breuken die je kent, die je kunt laten zien.
2. BEGRIP
Zoek voorwerpen die je kunt gebruiken om breuken zichtbaar te maken, (om uit te leggen wat je bedoelt) en om ermee te oefenen.
3. TOEPASSEN
Maak schematische tekeningen van de breuken die jij kent of neem foto’s van voorbeelden van de verschillende breuken.
4. ANALYSEREN 5. EVALUEREN 6. CREËREN
© Hoogbloeier
Houd een onderzoek in je klas om te weten te komen welke breuken makkelijk worden gevonden en moeilijk. Maak een grafiek van de resultaten. Kies uit de grafiek of uit de foto’s de moeilijkste breuk, die ga je gebruiken in een spel. Maak een spel (een quiz, raadsels, afbeeldingen) over de moeilijkste breuken, maak er een PowerPoint presentatie van. Maak ook een spelbeschrijving, zodat het door anderen gespeeld kan worden.
36
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 16: Het weer ontdekken Uit: Forte, Imogene and S. Schurr (1997). The All-New Science Mind Stretchers: Interdisciplinary Units to Teach Science Concepts and Strengthen Thinking Skills. - vert. Janneke Breedijk Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
We gaan op ontdekking naar het klimaat. Maak een lijst in alfabetische van de volgende weergerelateerde termen: mist, sneeuw, wind, bliksem, condensatie, convectie, cycloon,
1. KENNIS
verdamping, voorspelling, vochtigheid, meteoroloog, neerslag, weer, klimaat. Geef definities van de begrippen. Zoek er zelf 5 termen bij, geef ook daarvan de definitie.
2. BEGRIP
Leg in je eigen woorden de betekenis uit van de volgende belangrijke weerbegrippen: hydrologische kringloop, schaal van Beaufort en Corioliseffect. Maak vier verschillende wolkenformaties met behulp van papier & stiften, wattenbollen of fiberfill. Maak labels en een beschrijving bij de modellen:
3. TOEPASSEN
4. ANALYSEREN
•
hoge bewolking: cirrus, cirrocumulus (zeldzaam) en cirrostratus
•
midden bewolking: altocumulus, altostratus en nimbostratus
•
lage bewolking: stratus, en stratocumulus
•
stapelwolken: cumulus en cumulonimbus
Vergelijk en beschrijf de volgende weerinstrumenten (die door meteorologen worden gebruikt om weervoorspellingen te doen): barometer, anemometer, windvaan, regenmeter en hygrometer. Bepaal welke geografische regio van de wereld het beste weer of klimatologische omstandigheden heeft (ga uit van regelmaat). Welke gebied
5. EVALUEREN
kies je en welke criteria gebruik je daarvoor? Vergelijk je keuze met die van anderen en probeer ze te overtuigen van jouw keuze met duidelijke argumenten.
6. CREËREN
© Hoogbloeier
Vroeger verzonnen mensen verhalen om natuurlijke verschijnselen en bepaalde weersomstandigheden uit te leggen. Doe alsof je leeft in een tijd waar bijgeloof een belangrijke rol speelt... vertel of schrijf een verhaal dat het vallen van hagel verklaart. Maak tekeningen bij je
37
Bloom als verrijkingsmethode
verhaal.
Voorbeeld 17: Planten ontdekken Uit: Forte, Imogene and S. Schurr (1997). The All-New Science Mind Stretchers: Interdisciplinary Units to Teach Science Concepts and Strengthen Thinking Skills. - vert. Janneke Breedijk Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
We gaan kijken in de plantenwereld.
1. KENNIS
Teken een aantal illustraties die laten zien hoe een bepaalde plantensoort groeit. Maak een beschrijving bij elke tekening.
2. BEGRIP
Maak een woordenboek van termen (kenmerken en eigenschappen) van planten en geef voorbeelden van elke term.
3. TOEPASSEN 4. ANALYSEREN 5. EVALUEREN
6. CREËREN
© Hoogbloeier
Stel je voor dat jij een heel zeldzame kostbare kamerplant bezit. Op een dag ontdek je dat de plant helemaal slap hangt en er ongezond uit ziet. Bedenk tien dingen die je kunt doen om te proberen je plant te redden. Vergelijk een plant met een kind, een fabriek en een dorp ... Maak een vendiagram om verschillen en overeenkomsten weer te geven. Concludeer hoe ons leven en de samenleving zou zijn als we alleen nog maar eetbare planten mochten kweken en bezitten. Alle bloemen, kamerplanten en decoratieve planten zouden verboden zijn ... Organiseer een ‘speciale planten’-show. Wie mogen er deelnemen? Welke soorten/categorieën planten ga je tentoonstellen? Hoe ga je de ‘inzendingen’ beoordelen? Welke prijzen zijn er te winnen? Ontwerp een flyer om de show aan te kondigen.
38
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 18: Batterijen ontdekken Uit: Forte, Imogene and S. Schurr (1997). The All-New Science Mind Stretchers: Interdisciplinary Units to Teach Science Concepts and Strengthen Thinking Skills. - vert. Janneke Breedijk Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
We ontdekken waarvoor batterijen dienen en wat dit heeft betekend voor de wereld rondom ons. Maak een lijst van zo veel huishoudelijke apparaten als je kunt bedenken, die op batterijen werken. Maak een lijst van zoveel mogelijk
1. KENNIS
verschillende soorten en maten batterijen. Schrijf op waar je batterijen kunt kopen, zoveel mogelijk verkooppunten. Maak een prijslijst van de verschillende batterijen door te zoeken in catalogussen en folders.
2. BEGRIP
Beschrijf de samenstelling van een batterij. Teken en benoem alle onderdelen van een batterij. Beschrijf de werking van batterij.
3. TOEPASSEN
Demonstreer of teken een serie plaatjes die beschrijven hoe je een batterij in een zaklamp, mp3-speler of een wekker doet.
4. ANALYSEREN
5. EVALUEREN
6. CREËREN
© Hoogbloeier
Bepaal manieren waarop de batterij de volgende markten heeft beïnvloed: speelgoed, kleine huishoudelijke apparaten en medische hulpmiddelen. Welke eisen zou jij stellen in een onderzoek naar een bepaald merk of soort batterij? Hoe zou je deze eigenschappen gebruiken om een volgende batterij te kiezen? Bedenk een nieuw stuk speelgoed dat werkt op batterijen. Teken jouw ontwerp en geef aan hoe en waar de batterijen geplaatst moeten worden. Teken ook de stroomkring.
39
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 19: De ruimte ontdekken Uit: Tarlinton, D., Rose A. and Marsden, D. (2008). Kurwongbah State School, Queensland. - vert. Janneke Breedijk Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
We ontdekken de wereld van astronauten. Zoek plaatjes in een tijdschrift die met “ruimte” te maken hebben, knip ze uit en maak een poster of een collage. Maak een lijst in alfabetische
1. KENNIS
volgorde van woorden die met de ruimte te maken hebben. Maak een lijst van de planeten in ons zonnestelsel. Maak een lijst van alle dingen die een astronaut nodig heeft voor een ruimtereis.
2. BEGRIP
3. TOEPASSEN
4. ANALYSEREN
5. EVALUEREN
6. CREËREN
© Hoogbloeier
Verander je werkplek in een spacelab/cockpit. Maak een astronaut als poppenkastpop/handpop, gebruik de pop om te vertellen wat een astronaut doet/beleeft. Maak een mobile/model van de planeten op schaal. Houd een logboek bij van een ruimteavontuur (vijf dagen). Wat voor instrumenten zou je nodig hebben om in de ruimte muziek te maken? Maak een lijst van vragen die je zou willen stellen aan André Kuipers (Nl.)/Dirk Frimout of Frank De Winne (Vl.), mail hem. Schrijf een sollicitatiebrief voor de functie van astronaut. Vergelijk Galileo’s telescoop met The Hubble. Zoek verschillen tussen Russische en Amerikaanse ruimteprogramma’s. Vergelijk de voordelen van leven op Aarde en leven op de maan. Je mag drie mensen kiezen om met je mee te reizen naar de maan. Wie kies je en om welke reden? Kies een planeet waar je zou willen leven en leg uit waarom juist daar. •
Schrijf een krantenbericht met als kop: “Ruimteschip onbestuurbaar”.
•
Ontwerp samen met een groepsgenoot een ruimtepak.
•
Bedenk een spel met de naam “Space Snap”.
•
Bereid een maaltijd voor ruimteschipbemanning.
•
Bedenk een advertentiecampagne voor reisjes naar de maan.
40
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 20: Jezelf ontdekken Uit: SLO, Verrijkingslessen voor cognitief talent, Handreiking voor lesontwikkelaars - Janneke Breedijk Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Meer over jezelf te weten komen Maak een mindmap over je zelf, over de binnenkant en de buitenkant. Hoe zie je er uit? Hoe is de samenstelling van je gezin? Wat vind je
1. KENNIS
belangrijke dingen, waar maak je je druk om? Wat zijn je ergernissen? Wat zijn je interesses en je hobby’s? Wat zijn je kwaliteiten? En je verbeterpuntjes?
2. BEGRIP
3. TOEPASSEN
4. ANALYSEREN
5. EVALUEREN
Bespreek je mindmap met een andere leerling of in een groepje. Zijn er overeenkomsten of verschillen die opvallen, zijn er gedeelde interesses? Zijn er verrassende dingen die je nog niet wist van jezelf en/of van elkaar? Vul elkaars mindmap (in overleg) aan met kenmerken en kwaliteiten. Maak kaartjes voor raadselspel Wie is het? Waarop de kenmerken/eigenschappen van iedereen staan. Schrijf een gebruiksaanwijzing/handleiding bij je zelf. Maak een CV op basis van alle verzamelde informatie over jezelf. Schrijf een sollicitatiebrief voor de functie van klassenvertegenwoordiger/rol in schoolmusical/toneelstuk. Wat voor iemand zoeken ze? Geef aan waarom jij nu juist de persoon bent die ze moeten hebben. Solliciteer naar de functie, voer de gesprekken. Wat ging erg goed, wat zou je de volgende keer (of later in het echt) anders willen doen? Was je het eens met de uitkomst van het gesprek? Welke sollicitant zou jij wel of juist niet aannemen? Maak een ‘Wall of fame’ van de hele klas, maak foto’s en geef een korte beschrijving van elke klasgenoot. Organiseer een klassenfeest, neem
6. CREËREN
in je plan een toneelstukje op waarin iemand (of jij) zich zelf of juist iemand anders speelt. Spreek van te voren af of er naar de werkelijkheid of in karikatuurvorm wordt gespeeld.
© Hoogbloeier
41
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 21: Dinosaurussen Uit: SLO, Verrijkingslessen voor cognitief talent, Handreiking voor lesontwikkelaars Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Dinosaurussen
1. KENNIS 2. BEGRIP 3. TOEPASSEN
4. ANALYSEREN
Schrijf de betekenissen op van de volgende woorden: - prehistorie - paleontoloog - herbivoor - carnivoor - fossiel - fossiele brandstof - archeoloog - Trias, Jura en Krijt. Kies één dinosaurus uit. Leg uit op welke manier deze dinosaurus zich heeft aangepast aan zijn omgeving en mogelijke vijanden. Maak een serie 'Wie ben ik'-kaartjes, waarbij je per kaartje een aantal clous en hints geeft over een bepaalde dinosaurus - zet het antwoord op de achterkant van het kaartje (met tekening of plaatje?). Bedenk een theorie waarin je verklaart waarom de dinosaurussen zijn uitgestorven. Voorspel hoe dingen tegenwoordig anders zouden zijn wanneer ze niet waren uitgestorven. Maak een lijst van criteria waarmee je boeken over dinosaurussen kunt beoordelen. Gebruik deze lijst om tenminste vijf boeken te beoordelen
5. EVALUEREN
en bepaal welk boek het meest geschikt is om aan te raden aan je klasgenootjes. Schrijf een verslagje van je bevindingen met daarin beschreven hoe je tot je conclusie bent gekomen. Doe alsof je een paleontoloog bent en je net de resten van een tot op heden onbekende dinosaurussoort hebt gevonden. Schrijf een artikel
6. CREËREN
voor in de krant waarin je beschrijft waar en wanneer je de resten hebt gevonden, hoe je de dinosaurus hebt genoemd, hoe het dier er waarschijnlijk heeft uitgezien en wat je maar meer kunt verzinnen. Maak ook een tekening van je dino.
© Hoogbloeier
42
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 22: Ruimte Uit: Knappe koppen in de klas - Nora Steenbergen-Peterman - SLO Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Opdracht taal/lezen.
1. KENNIS
2. BEGRIP
3. TOEPASSEN
4. ANALYSEREN
5. EVALUEREN
6. CREËREN
© Hoogbloeier
•
Knip 'ruimteplaatjes' uit een tijdschrift. Maak een collage.
•
Maak een lijst met 'ruimtewoorden'. Maak een lijst van de planeten in ons zonnestelsel.
•
Benoem alle dingen die een astronaut nodig heeft in de ruimte.
•
Verander je tafel in een ruimteschip.
•
Maak een astronaut-handpop. Gebruik de handpop om te vertellen wat hij doet.
•
Maak een model van de planeten in ons zonnestelsel.
•
Houd een dagboek bij van je ruimteavontuur (5 dagen).
•
Wat voor instrumenten heb je nodig om 'ruimtemuziek' te maken?
•
Bereid een interview met een astronaut voor.
•
Je hebt een ruimteschip en zoekt astronauten. Ontwerp een sollicitatieformulier.
•
Vergelijk Galileo's telescoop met een moderne telescoop.
•
Noem de verschillen tussen de Russische en de Amerikaanse ruimteprogramma's.
•
Vergelijk de voordelen van het leven op aarde met het leven op de maan.
•
Bepaal welke planeet je naast de aarde het meest geschikt vindt om op te wonen.
•
Schrijf een krantenartikel getiteld 'Ruimteschip de weg kwijt'.
•
Ontwerp een nieuw ruimtepak.
•
Maak een ruimtespel.
•
Verzin een menu voor de bemanning van een ruimteschip.
•
Ontwerp een reclamecampagne voor 'Vakantie op de maan'.
43
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 23: Australië Uit: Plannex - Marijn Van Herpel - Productief BV Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING Heb je wel eens gehoord van Australië? Het is een land dat helemaal aan de andere kant van de w ereld ligt op wel 24 uur vliegen hier
LESOMSCHRIJVING
vandaan. In Australië leven ook heel veel speciale dieren én mensen. In dit project ga je iets creëren waaruit blijkt wat speciaal is aan Australië. Australië is een land aan de andere kant van de wereld, zo'n 20 uur vliegen hiervandaan. Geleerden denken dat het sinds ongeveer 250 miljoen jaar een apart eiland is. In de 16e eeuw werd het 'ontdekt' door Portugese koopvaardijschepen. Het land is ongeveer 7.682.300 vierkante kilometer groot en telt zo'n 19,5 miljoen inwoners. Hiervan is 95,5% Europees, 4% Aziatisch en 1,5% Aboriginals. Er wordt voornamelijk Engels gesproken en de Aboriginals hebben een eigen taal. In Australië wordt betaald met de Australische dollar.
1. KENNIS
De meeste mensen in Australië wonen aan de oostkust in de grote steden. De hoofdstad is Canberra, maar Melbourne en Sydney zijn de grootste steden met meer dan drie miljoen inwoners. Het grootste deel van Australië (het centrum) heeft een warm woestijnklimaat, maar het zuiden heeft koele zomers en koude winters. Zoek in onderstaande links naar meer informatie over de geschiedenis van het land, de dieren, het Great Barrier Reef en de verschillende provincies. Deze informatie zul je nodig hebben voor de rest van de opdracht. Links naar Australië
2. BEGRIP
•
Beschrijf 5 belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis van Australië.
•
Noem 3 dieren die alleen in Australië leven. Probeer uit te leggen waarom er zoveel dieren zijn die alleen in Australië leven.
•
Hoeveel provincies heeft Australië? Wat is de grootste en kleinste provincie?
Aan de rand van Australië ligt het Great Barrier Reef. Veel mensen gaan speciaal naar Australië om het koraal te bekijken. Ga op zoek hoe dat 3. TOEPASSEN
koraal er uit ziet en teken dat na, of maak een collage van foto's. Maak hier een foto van of scan het in. Upload het onder het tabblad ''Persoonlijk''.
4. ANALYSEREN
© Hoogbloeier
•
Het Great Barrier Reef is een bijzonder element van Australië. Welke andere dingen zijn nog meer speciaal voor Australië? Noem er 5.
44
Bloom als verrijkingsmethode
•
Waaraan kunnen mensen zien dat jouw tekening / collage Australië vertegenwoordigt?
•
Vind jij dat het koraal de beste weergave is van iets wat speciaal voor Australië staat of zou je iets anders kiezen? Zo nee, wat kies je
5. EVALUEREN
dan? •
6. CREËREN
Geef aan wat je keuze zo kenmerkend voor Australië maakt.
Maak iets wat volgens jou het beste beeld geeft van wat Australië speciaal maakt. Doe dit in het tabblad ''Persoonlijk'' en werk het uit volgens het TASC-model.
Voorbeeld 24: Indonesië na de koloniale tijd Uit: Slimpuls - OBS de Pijler - Kees Kortekaas en Laura de Vos Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Geschiedenis
4. ANALYSEREN
•
Waarom was de Indonesische bevolking zo anti-Nederlands en pro-Japan?
•
Onderzoek waarom de Verenigde Staten na de tweede wereldoorlog druk uitoefenden op Nederland om Indonesië vrij te geven.
•
Maak een overzicht van 5 verschillen en 5 overeenkomsten met betrekking tot de rol van de Japanners in Azië en de rol van de Duitsers in Europa.
5. EVALUEREN
•
Ontwikkel een interview met vragen aan een KNIL-militair .
•
Geef 5 argumenten vóór het behoud van Indonesië als kolonie van Nederland en dus het inperken van de vrijheid van de Indonesiërs.
•
Wat vind je ervan dat er nog een jaarlijkse herdenking is om de Nederlandse slachtoffers van de Jappenkampen te herdenken? Hoe lang vind je dat we dit moeten blijven doen?
6. CREËREN
© Hoogbloeier
•
Beschrijf de gevolgen als Nederland de strijd in Indonesië had gewonnen en daar de baas was gebleven.
•
Schrijf een partijprogramma waarmee je deel had kunnen nemen aan de eerste democratische verkiezingen in Indonesië.
45
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 25: Kleurrijk Nederland Uit: Slimpuls - OBS de Blieken - Ronald Vos en Annet de Koning Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Aardrijkskunde •
Hoe zou het voor een Chinese immigrant zijn geweest toen hij aan het eind van de 19de eeuw aankwam in de haven van Rotterdam en zich hier vestigde. Geef een omschrijving van de problemen die hij tegenkwam.
4. ANALYSEREN
5. EVALUEREN
•
Maak een lijst met daarin de verschillen en overeenkomsten van een Chinese immigrant uit onze tijd en die uit het eind van de 19e eeuw.
•
Leg uit hoe en wanneer de eerste Marokkanen naar Nederland kwamen.
•
Welke beroepen oefenden zij uit?
•
Hoe keken de Nederlanders in die tijd er tegenaan? En hoe is dat nu met Marokkaanse immigranten?
•
Wat vind je van het beleid van de VOC bij het monopoliseren van de specerijhandel op de Molukken?
•
De Verenigde Staten hebben een ‘zwarte’ president (gehad). Sommigen hadden daar weerstand tegen. Stel dat er een keer vrouw president wordt. Geef 2 argumenten van voorstanders en 2 argumenten van tegenstanders. Waarin verschillen de argumenten van die bij de ‘zwarte’ president?
6. CREËREN
© Hoogbloeier
Maak een activiteitenprogramma voor een pasar malam in je eigen stad (geen bestaande programma’s gebruiken). Maak gebruik van de mogelijkheden in je eigen woonplaats.
46
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 26: Karel de Grote Uit: Slimpuls - BS Hulsberg Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Geschiedenis Maak een kaart van Europa
4. ANALYSEREN
•
Kleur het gebied dat Karel de Grote bestuurde toen hij pas aan de macht kwam lichtgroen.
•
Kleur alle gebieden die hij daarna heeft veroverd donkergroen.
•
Geef in de kaart aan op welke plekken belangrijke dingen gebeurden tijdens het leven van Karel (maak een legende).
•
Maak een vergelijking op minstens 10 punten tussen Europa rond 800 en Europa rond 2000. Beschrijf de verschillen en overeenkomsten uitgebreid. Denk hierbij aan: gouwen / marken vs landen - bestuur van gouwen / marken vs het bestuur van landen - geld - school -
5. EVALUEREN
landbouw - handel en reizen in Europa - godsdienst •
Maak een afbeelding van een dag (datum en plaats vermelden) uit het leven van Karel de Grote. Zorg ervoor dat duidelijk te zien is wat er op die dag gebeurde.
6. CREËREN
© Hoogbloeier
•
Zoek een hedendaagse wereldleider die overeenkomsten vertoont met Karel de Grote. Stel de 2 mensen uitgebreid aan elkaar voor en schrijf een dialoog tussen beiden.
47
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 27: Tijd van regenten en vorsten - Schilders Uit: Slimpuls - BS Miste Corle Winterswijk - R. Smilde Lager onderwijs - middenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Geschiedenis
1. KENNIS
•
Waar is de schilder Jan Steen geboren? En van Gogh?
•
Een bekend schilderij is Het vrolijke huisgezin. Een bekend schilderij van een andere Nederlandse schilder uit een heel andere tijd is
Onderzoek d
De Aardappeleters van van Gogh. Uit welke tijd is dat? 4. ANALYSEREN
•
Zoek de beide schilderijen op internet op en maak een lijst met overeenkomsten en verschillen tussen die schilderijen.
•
Schrijf een grappig verhaal waarin de verschillen tussen de Gouden Eeuw en de tijd van van Gogh duidelijk worden. Zoek wat je niet
5. EVALUEREN
6. CREËREN
zeker weet op. Verwerk in je verhaal ook de verschillen tussen de geboorteplaatsen van beide schilders. •
© Hoogbloeier
Lees het verhaal voor aan de klas.
48
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 28: Oceanen Uit: SLO, Verrijkingslessen voor cognitief talent, Handreiking voor lesontwikkelaars Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Oceanen
1. KENNIS
Maak een lijst van alle oceanen en zeeën in de wereld en schrijf een belangrijk feit over elke zee of oceaan.
2. BEGRIP
Hieronder zie je een lijst met woorden. Gebruik elk woord in een zin zodat de betekenis van het woord duidelijk wordt in die zin. - stromingen - continentaal plat - getijden - continentale helling - kust - golven - zoutgehalte Verzin vijf 'verhaaltjessommen' (in Vl.: vraagstukken, red.) waarin de oceaan een rol speelt. Bijvoorbeeld: een familie oogst 200kg zeewier
3. TOEPASSEN
per week. 30% wordt verkocht aan een fabriek die er medicijnen van maakt en 55% wordt verkocht aan een winkel. Hoeveel kg houdt de familie per week over?
4. ANALYSEREN
Vergelijk een oceaan met: een meer, een zee en een rivier. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen? (Tenminste vijf verschillen en vijf overeenkomsten) Je staat op het punt om een lange bootreis over de oceaan te maken. Er is maar een beperkte ruimte aan boord. Je mag maar vijf van de
5. EVALUEREN
volgende items meenemen op je reis: - roeispaan - deken - verbanddoos - reddingsvest - anker - kompas - water/voedsel-voorraad - zakmes - en een voorwerp naar je keuze. Welke dingen neem je mee en waarom?
6. CREËREN
© Hoogbloeier
Ontwerp een onderwater-vakantiepark van de toekomst. Maak een reclamefolder voor dit park waarin je de mogelijkheden in detail beschrijft.
49
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 29: Tweede Wereldoorlog Uit: Slimpuls - BS Miste Corle Lager onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING
LESOMSCHRIJVING
Geschiedenis Opdracht 1 •
4. ANALYSEREN
Maak een quiz over de informatie die je vindt bij het beantwoorden van de volgende vragen. Speel hem met de klas. -
Hoe lang deed Hitler er over om in Duitsland aan de macht te komen? Beschrijf de weg die hij ging met de jaartallen erbij.
-
Wat was de aanleiding voor de Tweede Wereldoorlog? Ga terug in de tijd.
-
Op welke manier werd Nederland bij WO II betrokken?
-
Wat waren de redenen dat ons land het verzet snel opgaf ?
-
Onderzoek de rol van de SS, de NSB en de het ondergrondse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.
-
Beschrijf de voedselsituatie in Nederland en Duitsland in de Tweede Wereldoorlog (denk aan de jaartallen).
-
Wat waren in WO II de voordelen om op het platteland wonen? Welke nadelen waren er?
Opdracht 2
5. EVALUEREN
•
Onderzoek het verband tussen het ontstaan van de staat Israël en de Tweede Wereldoorlog. Houd hierover een spreekbeurt.
•
Maak een lijst van overeenkomsten en verschillen tussen de 80-jarige oorlog, WO I, WO II en een oorlog die nu woedt.
•
Presenteer je lijst en organiseer een discussie in je klas over de oplossing die je hebt bedacht.
Opdracht 3 •
Verdiep je in een huidige oorlog en bedenk serieus hoe deze beëindigd kan worden.
Opdracht 4 6. CREËREN
© Hoogbloeier
•
Typ een verhaal met een happy-end van minimaal 2 hele pagina’s waarin alle antwoorden op de vragen in opdracht 1 een rol spelen.
•
Schrijf een brief namens de klas aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de oplossing in opdracht 2 of 3.
50
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 30: Geschiedenis en filosofie Uit: Handreiking Schoolexamen Klassieke Talen VWO - Rosanne Bekker - SLO Secundair onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU LESOMSCHRIJVING
VRAAGSTELLING Hieronder een aantal toetsvragen die betrekking hebben op de verschillende domeinen en eindtermen. De vragen gaan over gelezen teksten (in het Grieks/Latijn of in vertaling) en andere cultuuruitingen. •
Noteer de zeven koningen van Rome in chronologische volgorde.
•
Bekijk de afbeeldingen. Kies het gebouw waar je kenmerken van een Dorische tempel ziet. Noteer het nummer van de betreffende afbeelding.
1. KENNIS
•
Bekijk de beeldengroep van Daedalus en Icarus van Canova. Geef aan welke scène Canova hier in marmer vastgelegd heeft.
•
Geef een defnitie van het Hellenisme.
•
Vul in: De Ilias en de Odyssee van Homerus behoren tot het genre …
•
Geef op onderstaande tijdbalk aan wanneer Alexander de Grote regeerde.
•
Hieronder vind je een aantal uitspraken van filosofen. Verbind de uitspraak met de betreffende filosoof. Noteer daarvoor bij elke letter het cijfer van de juiste filosoof. a.
De substantie waaruit alles is ontstaan en waaruit alles bestaat is water.
b.
Door oog te hebben voor het getal is het mogelijk om achter de waarheid te komen: de ware structuur van de dingen.
2. BEGRIP
c.
Het is onmogelijk tweemaal in dezelfde rivier te stappen.
d.
Van alle dingen is de mens de maat.
e.
Er bestaat niets, ook als er iets zou bestaan, zou het toch niet gekend kunnen worden.
•
1.
Heraclitus
2.
Protagoras
3.
Gorgias
4.
Thales
5.
Pythagoras
Geef aan de hand van het tekstfragment uit de Ion van Euripides een beschrijving van de gang van zaken bij het raadplegen van het orakel in Delphi.
© Hoogbloeier
51
Bloom als verrijkingsmethode
•
Kruis aan welk van de getoonde beelden afkomstig is uit de Archaïsche periode.
•
In de tekst vind je verschillende werkwoordsvormen. Verklaar het verschil in tijdsgebruik. Ga bij je antwoord in op de Latijnse werkwoorden en de context.
•
Leg aan de hand van de afbeelding hiernaast uit welke twee Romeinse bouwtechnische vindingen het bouwen (ook in later tijd) enorm hebben beïnvloed.
•
Onderstreep in de volgende tekst drie voorbeelden van een alliteratie.
•
Van de volgende zinnen is er één typerend voor de stoïsche filosofie. Kies de betreffende zin door de letter te noteren. Leg uit waarom deze uitspraak typerend is voor de stoïsche filosofie.
3. TOEPASSEN
a.
Homo homini lupus.
b.
Bene vixit, qui bene latuit.
c.
Scio me nihil scire.
d.
Intellegi debet homini id esse in bonis ultimum: secundum naturam vivere.
e.
Cogito, ergo sum.
•
Noteer drie voorbeelden van virtus van Pompeius die Cicero geeft in zijn redevoering.
•
Toon aan/leg uit waarom het volgende tekstfragment behoort tot de narratio.
•
Vergelijk de tekst van het verhaal van Actaeon uit de Metamorphosen van Ovidius met de afbeeldingen waarop het verhaal van Actaeon staat afgebeeld. a.
Zoek nu bij elke afbeelding de passage die het best bij elke afbeelding past. Noteer daarvoor de passage en het nummer van de afbeelding.
4. ANALYSEREN
b.
Geef een toelichting bij je keuze. Betrek daarbij de inhoud van de passage.
•
Leg op grond van wat je weet over de politieke situatie uit waarom Cicero Pompeius hier zo positief neerzet.
•
Vergelijk het schilderij van Raphaël met de tekst over het Salomons oordeel uit het Oude Testament. Citeer het Griekse tekstfragment dat het meest van toepassing is op deze tekst.
•
Lees het volgende fragment uit de Ilias. Bepaal welke plaats dit fragment heeft in de reeks van gebeurtenissen in het verhaal. Licht je antwoord toe.
• 5. EVALUEREN
De Griekse dichter Kavafis (1863 - 1933) schreef aan het begin van de vorige eeuw het gedicht Ithaka. Lees het gedicht en beantwoord daarna de volgende vragen: a.
© Hoogbloeier
Citeer de Nederlandse tekstelementen die zijn gebaseerd op de Odyssee (analyse).
52
Bloom als verrijkingsmethode
b.
Geef je oordeel over de manier waarop de dichter gebruik heeft gemaakt van het verhaal van de Odyssee. Geef aan waarom je dit antwoord geeft. Betrek in je antwoord je kennis van de Odyssee.
Stel je bent een schilder in de tijd van de Barok (1600 - 1720). Je krijgt de opdracht een schilderij te maken voor een aanzienlijke familie. Kies een van onderstaande mythes die als bron kunnen dienen voor je schilderij. Geef, denkend aan de eisen en wensen uit die tijd, aan:
6. CREËREN
•
waarom je deze mythe kiest;
•
welke aspecten van de mythe je zou willen benadrukken;
•
welke personen er op het schilderij voorkomen;
•
in welke setting je het verhaal afbeeldt.
Gebruik bij je antwoord maximaal 200 woorden. Kies uit de volgende mythes:
© Hoogbloeier
-
Orpheus en Eurydice;
-
de schaking van Persephone door Hades;
-
het verhaal van Midas.
53
Bloom als verrijkingsmethode
Voorbeeld 31: Middeleeuwen - Romaans en gotiek Uit: Expertisecentrum Kunsttheorie - M.T. van de Kamp - ILO-UvA Secundair onderwijs - bovenbouw BEHEERSINGSNIVEAU
VRAAGSTELLING Romaanse kunst als fragmentarisch concept verbinden aan de Middeleeuwen, en aan de verschillen met bijv. gotische kunst. Deze kennis voor leerlingen betekenisvol maken door hen de relevantie van deze kunstvorm en de daarin aanwezige concepten (over kunst en religie) inzichtelijk te maken. De docent maakt een powerpoint met dia's: Dom in Aken; St. Madeleine, Vézelay; St. Chapelle, Parijs; en nog aanvullende detailafbeeldingen
LESOMSCHRIJVING
van de Madeleine in Vézelay. De docent selecteert en kopieert een aantal afbeeldingen van romaanse en gotische werken uit de beeldhouwkunst en schilderkunst voor leerlingen waaraan zij in duo's zelfstandig kunnen gaan werken. De leerlingen krijgen hetzij een hand-out met de opdrachtbeschrijving of deze wordt in de powerpoint aangereikt. Als huiswerk voorafgaand aan deze les kunnen de leerlingen kernvragen formuleren + het antwoord daarop van een tekst die gaat over de Middeleeuwen en over de bouwkunst in de Middeleeuwen. Laat leerlingen een aantal afbeeldingen zien van de st. Madeleine basiliek in Vézelay. Vraag hen wat zij al weten over dit type bouwwerken en de tijd waarin dit volgens hen gemaakt is en of zij zelf al eens dit type bouwwerken gezien hebben misschien •
1. KENNIS
Wat weet je over dit bouwwerk? Wanneer denk je dat het gebouwd is? Waaraan kun je dat zien? en/of: Wanneer heb je dat geleerd?).
Vervolgens het bouwwerk gedetailleerd bekijken en een aantal kenmerken opschrijven. •
Kijk eens aandachtig naar dit bouwwerk. Welke kenmerken kun jij ontdekken? Kenmerken zijn typerende onderdelen waaraan je dit gebouw kunt herkennen wanneer je het vergelijkt met andere gebouwen. En daarna: Welke verschillen zie je tussen dit gebouw en het huis waarin jij woont? Denk hier eerst individueel over na, en zo dadelijk vraag ik je om een reactie te geven.
Vervolgens aan de hand van een aantal afbeeldingen van de st. Madeleine in Vézelay de bouwkunst (plattegrond, narthex met 2. BEGRIP
middenportaal/timpaan) bespreken en daarbij de relevante kenmerken en begrippen van de Romaanse bouwkunst kort/compact uitleggen en relateren aan denkbeelden in de Middeleeuwen over kunst en religie. Leerlingen moeten dan deze begrippen opschrijven en zouden vragen stellen wanneer zij iets niet goed gezien hebben of niet goed begrepen hebben.
© Hoogbloeier
54
Bloom als verrijkingsmethode
Daarna leerlingen uitleggen dat zij aan een opdracht gaan werken in groepjes van 2 met behulp van een aantal boeken of naslagwerken. Leerlingen laten kiezen voor één werk uit hetzij de schilderkunst of de beeldhouwkunst maar dan wel per duo zowel voor de romaanse en gotische periode een analyse maken (op basis van een aantal geprinte afbeeldingen of door henzelf geselecteerde afbeeldingen). Daarbij 3. TOEPASSEN
individueel aan een eigen kunstanalyse werken maar wel samen vergelijken (tussen romaans en gotisch) om zo de visuele kenmerken (kunstanalyse m.b.v. begrippenlijst) van beide periodes nog duidelijker te kunnen zien. Leerlingen werken dus wel in duo's maar maken ieder een eigen werk (individuele aanspreekbaarheid) omdat zij ook een individueel punt ontvangen. Geef aan dat zij dit als huiswerk individueel thuis verder moeten afronden en het werk de volgende les beoordeeld wordt; dus dat zij het uitgeprint mee moeten nemen naar de les. In dialoog met leerlingen kijken naar het bouwwerk (Vézelay) en dit vergelijken met a: de dom in Aken, b: een gotisch bouwwerk (Sainte Chapelle). Aan de hand van het bespreken van de overeenkomsten en verschillen checken of zij de kenmerken van de Romaanse kunst goed
4. ANALYSEREN
begrijpen en hen feedback geven op de antwoorden die zij geven. Hierbij leerlingen overeenkomsten en verschillen laten beargumenteren, hen laten beoordelen/evalueren welk bouwwerk tot de romaanse bouwkunst behoort; categoriseren welke bouwwerken eerder romaans of gotisch zijn; rangordenen wat de belangrijkste kenmerken van de romaanse en de gotische bouwkunst zijn; laten afleiden wat zij denken dat kenmerken van de gotische bouwkunst zijn (=abstraheren).
5. EVALUEREN
Tenslotte vragen aan de leerlingen om kort samen te vatten wat zij al wisten toen zij aan de les begonnen en wat zij nu bijgeleerd hebben (= reflecteren en elaboreren integreren/verbinden met bestaande kennis). Projecteer op de beamer een afbeelding van de St. Madeleine in Vézelay. Om de les op te starten kan je twee leerlingen vragen om vanuit de Middeleeuwen te bellen met deze Engel met mobiele telefoon (Sint Jan in Den Bosch) en haar heel gedetailleerd te beschrijven wat zij gezien hebben in de bouwkunst en welke nieuwe trends in de kerkarchitectuur volgens hen zouden kunnen ontstaan op basis hiervan (voorspellen). De andere leerlingen vragen kritisch te luisteren om te kijken of de beschrijvingen kloppen: correct zijn in de beschrijving van de vormgeving
6. CREËREN
van de St. Madeleine en correct zijn ten aanzien van de kennis over de romaanse kunst in de middeleeuwen en de voorspelling (= gotische kunst). De luisterende leerlingen zouden daarbij hun boek mogen gebruiken. Nadat de twee leerlingen hun verhaal verteld hebben, de luisterende leerlingen vragen om eerst de goede aspecten te laten benoemen (met correct gebruik van de begrippen voor kunstanalyse). Daarna de eventuele gemaakte fouten laten bespreken en leerlingen ook laten uitleggen waarom het fout is en hoe je deze fouten zou kunnen voorkomen (hardop denken). Tot slot van dit onderdeel de leerlingen complimenteren voor hun goede inbreng en kort samenvatten wat zij geleerd hebben. Leerlingen gaan nu zelfstandig aan het werk, zij werken in duo's aan het beoordelen met de beoordelingsmatrix. Zij mogen ook in woorden
5. EVALUEREN
samenvatten wat zij goed vinden aan de kunstanalyse van een ander duo. Zij maken ieder een individuele beoordeling. Op de beoordeling geven zij de naam aan van de leerling die de analyse gemaakt heeft en hun eigen naam.
© Hoogbloeier
55
Bloom als verrijkingsmethode
Literatuur Valcke, M. (2010). Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. een inleiding voor ontwikkelaars van instructie en voor toekomstige leerkrachten. Gent: Academia Press. SLO, Cursus Curriculumontwerp, Checklist 'taxonomie van Bloom', http://cursuscurriculumontwerp.slo.nl, geraadpleegd 25/10/2013. Plannex, Taxonomie van Bloom, http://www.plannex.nl/index.php/2011/12/12/taxonomie-van-bloom/, geraadpleegd 25/10/2013. Kleppen Dicht, De taxonomie van Bloom, http://kleppendicht.nl/index.php/bronnen/11-achtergrond/24, geraadpleegd 25/10/2013. UNC Charlotte, Center for Teaching and Learning, http://teaching.uncc.edu/articles-books/best-practice-articles/goalsobjectives/blooms-taxonomy-educational-objectives, geraadpleegd 25/10/2013. SLO, Handreiking Schoolexamen Klassieke Talen VWO, Rosanne Bekker, http://www.stilus.nl/examen/x-0121.pdf, geraadpleegd 25/10/2013. SLO, Stimulerend signaleren, Leermaterialen, http://talentstimuleren.nl/thema/stimulerend-signaleren/leermateriaal, geraadpleegd 20/12/2013.
© Hoogbloeier
56