“Blauwe Nota” discussienota coffeeshopbeleid Inhoud 1. inleiding a. huidig coffeeshopbeleid b. regionale afspraken c. aanleiding blauwe nota d. doel van de blauwe nota 2. opdracht raad a. opdrachtomschrijving raad b. keuzevraagstukken nav motie van de raad 3. route naar realisatie nieuw coffeeshopbeleid vervolgproces
1. Inleiding a. huidig coffeeshopbeleid In het Enschedese coffeeshopbeleid is niet alleen het maximaal toegestane aantal coffeeshops vastgelegd, maar ook regels met betrekking tot het gedogen van softdrugshandel vanuit coffeeshops, waaronder vestigingscriteria voor de locaties waar coffeeshops zich mogen vestigen (niet in woonwijken en in de nabije omgeving van scholen). Middels een handhavingstraject worden coffeeshops regelmatig gecontroleerd wat bij overtreding van de geldende gedoogregels kan leiden tot een tijdelijke sluiting van een coffeeshop of in het uiterste geval een definitieve sluiting waarbij tevens de onderliggende drank- en horecavergunning wordt ingetrokken. Voorbeeld hiervan is coffeeshop Ketama die vanwege overtredingen van de gedoogregels haar exploitatie definitief heeft moeten doen staken. De politie in Enschede heeft onderzoek gedaan naar het aantal overlastmeldingen in de nabije omgeving van coffeeshops (300 meter). De politie heeft daarbij specifiek gezocht op een aantal incidentcodes, namelijk overlast door verwarde/overspannen personen, drugsoverlast, jeugdoverlast, drugs, en aantreffen drugs. Uit de analyse blijkt onder andere dat er een toename is van meldingen, namelijk van 169 in 2009 naar 371 in 2010. In 2011 is het aantal meldingen weer iets afgenomen. Opmerkelijk is dat van deze meldingen er maar 5 zijn die enigszins te maken lijken te hebben met coffeeshops. Uit deze 5 meldingen valt af te leiden dat de overlastveroorzakers een Enschedese coffeeshop hadden bezocht of wilden bezoeken, maar waarbij geen concreet aan de coffeeshops te relateren overlast is waargenomen. Daarnaast verschilt het aantal meldingen ook niet met die van de reguliere horeca. Vooralsnog kent Enschede weinig tot geen aan coffeeshops te relateren overlast.
b. regionale afspraken In 2007 is in het Regionaal College afgesproken om de bestaande afspraken uit 1997 te continueren en maar een maximum aantal coffeeshops in Twente toe te staan. Dit maximum aantal is gekoppeld aan het aantal inwoners per gemeente (per 15.000 tot 20.000 inwoners 1 coffeeshop toegestaan), waarbij er wel een ondergrens is vastgesteld van minimaal 40.000 inwoners. In Twente is daarbij gekozen voor een concentratiemodel, vooral met het oog op de beheersbaarheid, waarbij is uitgegaan van de op dat moment bestaande gemeentelijke indeling van Twente. Er is voor gekozen om alleen in Enschede, Almelo en Hengelo verkooppunten voor softdrugs toe te staan. Alle omliggende gemeenten voeren een nulbeleid. Voor Enschede betekent dit dat er 9 coffeeshops maximaal mogen zijn, in Almelo 3 en in Hengelo 4. c. aanleiding blauwe nota In het regeerakkoord van kabinet Rutte 1 zijn een aantal aanscherpende maatregelen aangekondigd ten aanzien van het landelijk coffeeshopbeleid die mede door alle nieuws- en krantenberichten flink wat stof hebben doen opwaaien. Inmiddels is onder het nieuwe kabinet Rutte 2 duidelijk geworden dat de zogenaamde ’wietpas’ in z’n geheel komt te vervallen en de invulling van het afstandscriterium wordt overgelaten aan de gemeenten. Wel is met ingang van 1 januari 2013 het ingezetenencriterium opgenomen in de Aanwijzing van het Openbaar Ministerie waarin het strafrechtelijk gedoogbeleid voor coffeeshops is geregeld. De handhaving van dit Icriterium geschiedt in overleg met betrokken gemeenten en zonodig gefaseerd, waarbij wordt aangesloten bij het lokale coffeeshopbeleid zodat er sprake van lokaal maatwerk. De minister van Veiligheid & Justitie zet hiermee de lijn voort van een hardere aanpak van criminaliteit en overlast die verband houden met de handel in drugs vanuit coffeeshops. Aanleiding voor deze blauwe nota is de motie lokaal maatwerk van D66 en Groen Links (met steun van de VVD en het CDA), welke op 17 december 2012 is aangenomen. In deze motie heeft de raad het college de opdracht gegeven om duidelijkheid te krijgen van het Rijk wat ‘lokaal maatwerk’ kan betekenen voor het Enschedese coffeeshopbeleid en welke ruimte er is om dit maatwerk in te vullen. d. doel blauwe nota Het doel van deze blauwe nota is het faciliteren van de discussie in college en gemeenteraad over de strategische kaders van het door mij – in overleg met het Openbaar Ministerie. en de politie – vast te stellen coffeeshopbeleid. Met deze blauwe nota wil ik u informeren over de wijze waarop invulling kan worden gegeven aan de motie ‘lokaal maatwerk’. Met de kennis van de nieuwe aangekondigde maatregelen van het kabinet Rutte 2, het standpunt van het Openbaar Ministerie en het bestaande lokale coffeeshopbeleid wordt de raad in de gelegenheid gesteld een oordeel te geven over (de contouren van) het door mij vast te stellen coffeeshopbeleid. 2. Opdracht raad a. opdrachtomschrijving raad De raad heeft het college {feitelijk de burgemeester] opgedragen om ten spoedigste duidelijkheid te krijgen vanuit het Rijk wat ‘lokaal maatwerk’ kan betekenen voor het Enschedese coffeeshopbeleid en daarbij specifiek welke ruimte de gemeente wordt geboden om dit maatwerk in te vullen op het gebied van:
2
-
-
Het ingezetenencriterium; Een pilot betreffende de regulering van de achterdeur van coffeeshops, met als voornaamste doelen het voorkomen van illegale handel, controle op de kwaliteit van softdrugs en het reguleren van het THC-gehalte van wiet; Het afstandscriterium; Het inzetten van preventieve maatregelen om gebruik van (soft)drugs te beperken en de beheersing van de daarmee samenhangende gezondheidsrisico’s met name onder jongeren.
b. Keuzevraagstukken n.a.v. de motie van de raad - Lokaal maatwerk Ingezetenencriterium: Op 1 januari 2013 is de nieuwe Aanwijzing Opiumwet in werking getreden. Naast de reeds bestaande strafrechtelijke gedoogcriteria (lees AHOJG-criteria tevens ook opgenomen in het lokale coffeeshopbeleid) is het zogenaamde ingezetenen-criterium toegevoegd aan de Aanwijzing. Het I-criterium houdt feitelijk in dat coffeeshops niet toegankelijk zijn voor anderen dan ingezetenen van Nederland en dat aan niet ingezetenen van Nederland ook geen softdrugs mag worden verkocht. Uit de Aanwijzing en de bijbehorende beleidsbrief van het College van ProcureursGeneraal wordt door het OM de conclusie getrokken dat het strafrechtelijk sanctioneren van een coffeeshop vanwege overtreding van het I-criterium een zelfstandige bevoegdheid is van het OM, maar dat strafrechtelijke handhaving pas mogelijk is vanaf het moment dat de gemeente het lokale coffeeshopbeleid heeft vastgesteld, alsmede een daarop afgestemde handhavingsmatrix. Bestuursrechtelijke handhaving van het coffeeshopbeleid en de daarin opgenomen gedoogvoorwaarden is een bevoegdheid/verantwoordelijkheid van de burgemeester. Het OM stelt zich hierbij op het standpunt dat: - Indien een gemeente bestuursrechtelijk handhaaft, het Openbaar Ministerie ook strafrechtelijk zal handhaven (als sluitstuk). Er zal daarvoor dan een gezamenlijk handhavingsarrangement opgesteld worden. - Indien een gemeente er voor kiest niet bestuursrechtelijk te handhaven, dan zal het Openbaar Ministerie in beginsel niet strafrechtelijk gaan handhaven. - Echter indien een coffeeshop aan niet ingezetenen verkoopt en de problematiek rondom de shop groot is, ook kijkend naar de andere gedoogbepalingen in voornoemde Aanwijzing, bijvoorbeeld het 500-gramscriterium, dan zal het Openbaar Ministerie altijd de afweging maken of het toch eigenstandig zal optreden, maar dan wel pas nadat het standpunt van het Openbaar Ministerie in de desbetreffende driehoek kenbaar is gemaakt. Uit het standpunt van het Openbaar Ministerie blijkt dat zij de beslissing om al dan niet het I-criterium in te voeren en of te gaan handhaven overlaat aan de gemeente. Uit de evaluatie van minister Opstelten, verwoord in zijn brief aan de Tweede Kamer van 19 december 2012, naar de effecten van met name de invoering van de wietpas begin 2012 in het zuiden des lands, is gebleken dat dit heeft geleid tot een toename van de illegale straathandel en de daarmee gepaard gaande overlast. Mede om deze redenen is de wietpas geschrapt, echter het invoeren en handhaven van het I-criterium zou, zoals ook in de motie lokaal maatwerk van 17 december 2012 door de raad wordt aangegeven, wel eens kunnen leiden tot dezelfde problemen.
3
Gezien de uitkomsten van de evaluatie, de raadsmotie ‘lokaal maatwerk’ en het goed functionerende huidige Enschedese coffeeshopbeleid, ligt het in de rede het I-criterium niet op te nemen in het huidige coffeeshopbeleid. Vraag: Moet het zogenaamde I-criterium worden opgenomen in het lokale coffeeshopbeleid Enschede en daarmee worden gehandhaafd? -
Mogelijkheid tot een pilot betreffende de regulering van de achterdeur van coffeeshops: Naar aanleiding van de gehouden ‘wiettop’ in november 2011 in Almere is gebleken dat het merendeel van de burgemeesters met een coffeeshopgemeente in Nederland voorstander is van het reguleren danwel legaliseren van de achterdeur van coffeeshops. Als vervolg hierop is de minister niet alleen door individuele gemeenten gevraagd (recentelijk nog door Eindhoven) om regulering dan wel legalisering van de achterdeur toe te staan, maar ook vanuit de VNG is hiervoor in het verleden stevig gepleit. Echter het kabinet (lees de minister) heeft tot op heden duidelijk aangegeven dat er bij de aanpak van overlast en criminaliteit die verband houden met de drugshandel vanuit coffeeshops geen ruimte is voor experimenten. Regulering danwel legalisatie van de achterdeur van coffeeshops zou volgens de minister, mede gelet op de europese verdragen, juridisch niet mogelijk danwel haalbaar zijn. Vraag: Kan worden ingestemd met het standpunt van de Minister over regulering van de achterdeur van coffeeshops en dat er dus ook in Enschede geen ruimte is voor een experiment?
-
Het afstandscriterium: Het afstandscriterium ten aanzien van scholen zal door de minister niet worden aangescherpt. De minister laat het aan de gemeenten zelf over om te bepalen of het reeds geldende afstandscriterium van 250 meter al dan niet moet worden vergroot. Het afstandscriterium is ervoor bedoeld om naar school gaande jongeren (kinderen) niet danwel zo min mogelijk in aanraking te laten komen met de wereld van softdrugs. In het enschedese coffeeshopbeleid wordt een afstandscriterium gehanteerd van 250 meter. Het huidige afstandscriterium is na een goede afweging bij de laatste wijziging van het coffeeshopbeleid in 2009 ingevoerd. Een aanscherping van dit criterium zou slechts nadelige gevolgen hebben. Een vijftal coffeeshops die tot op heden geen aantoonbare overlast hebben veroorzaakt danwel negatief in beeld zijn ten aanzien van scholen, zouden met een verruiming van het afstandscriterium hun exploitatie moeten staken, met alle gevolgen van dien. Dit pleit voor handhaving van het huidige afstandscriterium van 250 meter. Vraag: onderschrijft u het handhaven van de huidige afstandsgrens tot scholen van 250 meter?
4
Ter bevordering van de discussie wordt hier nog gewezen op de optie de openingstijden voor coffeeshops te beperken. De openingstijden van de Enschedese coffeeshops zouden kunnen worden aangepast zodat deze buiten de reguliere schooltijden vallen, denk daarbij aan openingstijden van 18:00 uur tot 24:00 uur. Wel moet bij een eventuele beperking van de openingstijden rekening worden gehouden met een eventuele toename van overlast in de omgeving van de coffeeshops dit in verband met hetzelfde aantal bezoekers van coffeehops in een beperktere tijd. De nu geldende openingstijden zijn: 12:00 tot 24:00 uur. Vraag: kan worden ingestemd met het beperken van de openingstijden van een coffeeshop in plaats van het verruimen van de huidige afstandsgrens tot scholen? -
Het inzetten van preventieve maatregelen om gebruik van (soft)drugs te beperken en de beheersing van de daarmee samenhangende gezondheidsrisico’s met name onder jongeren: Het tegengaan van softdrugsgebruik onder jongeren en het tegengaan van problematisch gebruik bij jongeren die al gebruiken, zijn speerpunten in het enschedese gezondheidsbeleid. Bij de preventieve aanpak van deze punten worden o.a. de volgende middelen (grotendeels gefinancierd uit subsidiegelden) ingezet: - voorlichtingscampagnes - opvoedingsondersteuning voor ouders - praatgroepen voor kinderen van verslaafde ouders - cannabiscampagne online - project ‘tegengaan schadelijk middelengebruik’ - specifieke acitiviteiten voor specifieke doelgroepen (zoals gehandicapten) Ten behoeve van preventie is voortzetting van het inzetten van de hiervoorstaande middelen aan te bevelen. Vraag: dienen er aanvullende preventiemaatregelen te komen? Een blowverbod zoals Amsterdam wil invoeren op scholen heeft geen toegevoegde waarde. Het enkele bezit van softdrugs onder jeugdigen is strafbaar op grond van de Opiumwet. Blowen impliceert bezit van softdrugs derhalve al strafbaar en dus handhaafbaar. Vraag: kunt u instemmen met het niet invoeren van een blowverbod?
4. Route naar realisatie nieuw coffeeshopbeleid Vervolgproces Ontwikkelingen / acties bespreking van deze blauwe nota met de burgemeester in het PO
datum 17 januari 2013
blauwe nota ter kennisname en instemming agenderen voor het college
5 februari 2013
5
blauwe nota toezenden aan de raad ter bespreking in de stedelijke commissie
24 of 25 februari 2013
definitief voorstel nieuw Damoclesbeleid voorleggen aan de driehoek
begin maart 2013
voorstel nieuw Damoclesbeleid (inclusief begin maart 2013 nieuw coffeeshopbeleid) voorleggen in het regionaal overleg met Almelo en Hengelo voorstel nieuw Damoclesbeleid (inclusief nieuw coffeeshopbeleid) voorleggen aan het DVO (Districtelijk Veiligheids overleg)
eind maart 2013
voorstel nieuw Damoclesbeleid ter kennisname en indienen eventuele zienswijzen voorleggen aan het college en de raad
april 2013
nieuw Damoclesbeleid vaststellen door de burgemeester
april 2013
Vraag: kunt u zich vinden in het vervolgproces? Bijlagen: Motie ‘lokaal maatwerk’ Brief Opstelten 19 november 2012 inclusief bijlage ervaringen zuidelijke provincies
6