BIM SOFTWAREPAKKETTEN
ONDERZOEKSRAPPORT Versie: Fase: Datum:
1.1 I 4-7-2012
GEGEVENS “BIMMING BUSINESS”: Hogeschool van Amsterdam Domein Techniek, afdeling BTB Weesperzijde 190, 1097 DG A’dam RAPPORT OPGESTELD DOOR: Jelle de Boer:
[email protected] Peter Jozefzoon:
[email protected] Erik Visser:
[email protected]
“IT’S A BIMMING BUSINESS”
06-36199317 06-42018996 06-30275317
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
2
Voorwoord Samenwerken in een datamodel vol met waardevolle bouwkundige informatie in hapklare brokken geschikt voor iedere partij. Sommige bedrijven “proberen het”, anderen “willen het” en weer anderen “weten niet waar ze moeten beginnen”. Om het informatiemodel beter verteerbaar te maken, kijken wij naar de mogelijkheden om informatie met elkaar uit te wisselen met verschillende softwarepakketten voor in de bouw. Bedrijven werken ieder met hun eigen softwarepakket(ten) met elke specifieke bereken en modelleer mogelijkheden voor informatiebeheer. Het is natuurlijk ook zonde dat elk bedrijf het wiel opnieuw uit gaat vinden. Dat informatie van de verschillende pakketten kan worden uitgewisseld is bekend. Er is vraag vanuit bedrijven naar de samenwerking tussen deze programma’s. Samenwerken met andere bedrijven en softwarepakketten ligt direct in het verlengde hiervan. Het omgaan met deze softwarepakketten en opensource delen van informatie zou voor ieder een beschikbare kennisbron moeten zijn. De eerste stappen worden nu gezet vanuit het BIMming Business programma. Het ontstaan van deze business case is te danken aan belangrijke schakels binnen de Hogeschool van Amsterdam en het BIMming Business programma. In dit programma worden, naast de constructieve brug te slaan tussen het onderwijs en het bedrijfsleven, de innovatieve concepten uitgewerkt op het gebied van ketenintegratie en Building Information Modelling. Alle activiteiten en tussenbeoordelingen zijn te vinden op de algemene website, www.bimmingbusiness.nl Amsterdam, Juli 2012 Jelle de Boer, Peter Jozefzoon, en Erik Visser
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
3
Samenvatting De aanleiding voor het onderzoek is ontstaan door de herhaaldelijke vraag bij de MKB-bedrijven die aangesloten zijn bij BIMming Business. Het doel is om de koppelingen van de meest gebruikte softwarepakketten in de bouw te onderzoeken en duidelijk te krijgen over de werksituaties van bedrijven, werking van software met betrekking tot de envelop van IFC bestanden en implementatie binnen het bedrijf. Daarnaast zijn er een aantal nevendoelen gesteld:
Versterking van de concurrentiepositie van de deelnemende MKB-bedrijven; Versterking kennispositie van HvA op het gebied van bouw-ict – met navenante toestroom van studenten en kennispartners in het MKB. Implementatie kennis in onderwijsprogramma
De onderzoeksvraag die hieruit vloeit is: “Op welke manier kan relevante informatie gedeeld worden door middel van een koppeling tussen verschillende, van te voren vastgelegde, BIM software pakketten?” De openstandaard IFC is de meest gebruikte standaard om koppelingen te maken tussen verschillende Bouw-ICT (CAD/BIM-softwarepakketten) op dit moment. Voor het onderzoek ‘BIM Softwarepakketten’ is uiteengezet welke koppelingen en welke stappen gemaakt worden binnen de verkozen BIM-software. Het is daarnaast ook van belang in hoeverre de IFC-bestanden (IFC 2x3 is de standaardisering op dit moment) verrijkt worden met informatie die vanuit de verschillende software worden geïmplementeerd. Er zal worden gewerkt met de volgende softwarepakketten:
Autodesk Revit architecture Archicad MatrixFrame Solibri Autodesk Navisworks Synchro
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
4
Inhoudsopgave 1
Inleiding ......................................................................................................................................... 7 1.1 1.2 1.3 1.4
2 3
Achtergrond................................................................................................................................... 9 Methode ...................................................................................................................................... 11 3.1 3.2
4
Aanleiding onderzoek............................................................................................................ 7 Doel onderzoek ..................................................................................................................... 7 Onderzoeksvraag................................................................................................................... 7 Afbakening ............................................................................................................................ 8
Meetinstrumenten .............................................................................................................. 11 Onderzoeksprocedure......................................................................................................... 13
Resultaten.................................................................................................................................... 17 4.1 4.2
Algemene resultaten ........................................................................................................... 17 Stap 1: koppeling 3D – 4D ................................................................................................... 19
Koppeling Revit Architecture 2012 – Navisworks 2013 ............................................................... 19 Native ........................................................................................................................................... 19 IFC ................................................................................................................................................ 19 Koppeling Archicad 15 – Navisworks 2013 .................................................................................. 20 Koppeling Revit Architecture 2012 – Synchro 4.5.2.0.................................................................. 20 Koppeling Archicad 15 - Synchro ................................................................................................. 21 Koppeling Revit Architecture 2012 - Solibri ................................................................................. 21 Koppeling Archicad 15 - Solibri .................................................................................................... 21 Koppeling Revit Architecture 2012 – MatrixFrame 5.0................................................................ 22 Koppeling Archicad – MatrixFrame 5.0 ........................................................................................ 22 4.3
Stap 2: koppelingen van 4D naar 3D ................................................................................... 23
Koppeling Navisworks 2013 ......................................................................................................... 23 Koppeling Synchro – Revit Architecture 2012............................................................................. 23 Koppeling Synchro – Archicad 15 ................................................................................................ 24 4.4
Stap 3: koppeling 4D - 5D .................................................................................................... 25
Koppeling Navisworks 2013 ......................................................................................................... 25 Koppeling Synchro – Navisworks ................................................................................................ 25 Koppeling Synchro – Solibri......................................................................................................... 25 5
Conclusie...................................................................................................................................... 27 5.1 5.2
6
Vervolg onderzoek ...................................................................................................................... 32 6.1
7
Conclusie vervolg onderzoek............................................................................................... 35
Aanbevelingen............................................................................................................................. 36 7.1 7.2
8 9
Interpretatie van de resultaten ........................................................................................... 27 Bevindingen......................................................................................................................... 29
Aanbeveling richting HvA .................................................................................................... 36 Aanbeveling richting MKB ................................................................................................... 36
Literatuurlijst ............................................................................................................................... 37 Bijlagen ........................................................................................................................................ 38 9.1 9.2
Bijlage I ................................................................................................................................ 38 Bijlage II ............................................................................................................................... 41
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
5
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
6
1
Inleiding
1.1
Aanleiding onderzoek
Vragen uit het MKB (Midden- en Kleinbedrijven) zijn directe aanleiding geweest van dit onderzoek. Dit zijn bedrijven uit het MKB die aangesloten zijn bij het programma BIMming Business. Het MKB wil de samenwerking verbeteren tussen partijen door relevante informatie één keer in te voeren en te kunnen delen met elkaar. Aannemers willen de planning en calculatie aan elkaar koppelen. Adviesbureaus die teken- en rekenwerk willen koppelen. Vervolgens wil de aannemer de tekening van het adviesbureau ook koppelen aan zijn calculatiesoftware. Het MKB heeft vaak niet de capaciteit dit intern te onderzoeken. 1.2
Doel onderzoek
Het vraagstuk van koppeling van software werkt twee kanten op:
Van berekening naar tekening Van tekening naar berekening
Doel is om van de meest gebruikte softwarepakketten in de bouw de koppelingen te onderzoeken en duidelijk te krijgen over de werksituaties van bedrijven, werking van software met betrekking tot de 1 envelop van IFC bestanden en implementatie binnen het bedrijf. Gebruik van bouw-ict zal moeten leiden tot gestroomlijnde bouwprocessen met een snellere doorlooptijd. Deze opsomming leidt tot het volgende doel: Onderzoek naar koppeling tussen softwarepakketten die leiden tot gestroomlijnde werkprocessen. Nevendoelen: 1.3
Versterking van de concurrentiepositie van de deelnemende MKB-bedrijven; Versterking kennispositie van Hogeschool van Amsterdam op het gebied van bouw-ict – met navenante toestroom van studenten en kennispartners in het MKB. Implementatie kennis in onderwijsprogramma Onderzoeksvraag
Op basis van de bovengenoemde doelen is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: Op welke manier kan relevante informatie gedeeld worden door middel van een koppeling tussen verschillend BIM software pakketten om zo de werkprocessen te optimaliseren?
1
De Industry Foundation Classes (IFC) is een neutraal en open bestandsformaat voor het uitwisselen van bouwinformatie. Zie hoofdstuk 2 “Achtergrond”
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
7
1.4
Afbakening
Op de internationale markt zijn er bij benadering 125 softwarepakketten die de mogelijkheid hebben om te koppelen aan een informatiemodel gerelateerd aan de bouw. Het gebruik van softwarepakketten geschikt voor de Nederlandse markt maakt de lijst al aanzienlijk korter. Voor deze fase in het onderzoeksprogramma van BIMming Business zal de focus worden gelegd op pakketten waar in de bouwketen het meest wordt gewerkt. Dit zijn de bouwfases voorlopig ontwerp(VO) tot en met werkvoorbereiding. Softwarepakketten die worden behandeld zijn:
Autodesk Revit architecture 2012 Archicad 15 MatrixFrame 5.01 Solibri Autodesk Navisworks 2013 Synchro 4.5.2.0
Om informatie uit te wisselen wordt er gebruik gemaakt van open standaarden. Bestanden worden uitgewisseld op basis van IFC 2x3. Dit bestandstype wordt al jaren in de markt gebruikt en heeft zijn werking bewezen. Reeds is er een update gekomen naar IFC 2x4. Dit bestandtype wordt echter niet door alle programma’s ondersteund. Vandaar dat we dit onderzoek baseren op IFC 2x3. In een vervolgonderzoek zou de werking van andere openstandaarden kunnen worden bekeken. Er wordt alleen gebruik gemaakt van de standaard export instellingen die het programma zelf biedt voor IFC bestanden om informatie uit te wisselen. Er zal niet gekeken worden naar externe programma’s, add-ins, plugins ect. om een IFC bestand te genereren.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
8
2
Achtergrond
In dit onderzoek komen verschillende aspecten naar voren die extra toelichting genieten. In de achtergrond van dit onderzoek wordt een toelichting geven over deze aspecten. Het IFC bestand wordt als uitgangspunt gebruikt in het onderzoek. Het is op dit moment de meest volwassen en meest gebruikte open standaard voor BIM. Tussen alle betrokken partijen binnen de bouw heeft het IFC bestand zich al bewezen. Andere standaarden die wellicht ook veel worden gebruikt hebben nog niet optimaal bijgedragen aan de uitwisseling tussen software ten opzichte van IFC. De Industry Foundation Classes (IFC) is een neutraal en open bestandsformaat voor het uitwisselen van bouwinformatie. IFC is onafhankelijk. Dit betekent dat het niet gebonden is aan softwarepakketten. Met IFC kunnen alle partijen binnen het bouwproces en de levenscyclus van een gebouw communiceren met dezelfde data zonder gegevensverlies, mits juist gebruikt. Het IFCformaat wordt beheerd door buildingSMART International. BuildingSMART komt voort uit een bedrijf (International Alliance for Interoperability )dat is opgericht om een betere samenwerking te bewerkstelligen in de bouw.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
9
Alvorens het onderzoek wordt er eerst een huidige situatie van de markt geschetst. In de situatie hieronder weergegeven zijn aan de bovenzijde de huidige werkprocessen weergegeven. Hier gaat de communicatie tussen partij A en partij B middels eenrichtingsverkeer en alles gaat via de bekeken communicatie middelen: post-, fax- en mailverkeer. Doordat beide partijen op een eigen server werken komt het in de praktijk voor dat een wijzing die door partij A is doorgestuurd naar partij B verouderd kan zijn. Bij partij B worden deze wijzigingen verwerkt terwijl partij A op dat moment al weer nieuwe wijzigingen doorvoert. Dit brengt het bouwproces op meerdere vlakken niet ten goede. In de nieuwe situatie van de illustratie die daaronder is weergeven wordt er gestreefd naar rechtstreeks dataverkeer tussen beide partijen. Dit bijvoorbeeld via een externe server. Hierdoor is er geen sprake meer van eenzijdige communicatie, maar beide partijen leveren hun data uit naar een gemeenschappelijk server. Zodra één van beide partijen gegevens toevoegt of wijzigt is dit direct te zien door de andere partij. Dit is de situatie die getracht wordt te behalen in dit onderzoek. De grondslag van dit onderzoek. Door de huidige werkwijze te digitaliseren en dus te werk te gaan met een BIM methodiek kunnen onder andere faalkosten worden gereduceerd, tijdwinst kan worden behaald en de communicatie loopt een stuk prettiger en efficiënter. Om dit te kunnen bewerkstelligen zal er digitaal interactief met elkaar samen moeten worden gewerkt.
Figuur 2.1: communicatie tussen partijen
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
10
3
Methode
3.1
Meetinstrumenten
Een softwarepakket kan metingen en berekeningen uitvoeren. Om aantoonbare metingen en berekeningen uit te kunnen voeren zal er een ruimtelijke informatiemodel worden gemaakt. In deze cases zal het softwarepakket het meetinstrument worden en het ruimtelijk informatiemodel “door” het instrument worden gehaald. Bij het testen van de koppelingen tussen de softwarepakketten gaan we uit van een ruimtelijk model waaraan verschillende parameters, attributen, data en elementen worden gekoppeld. Het ruimtelijk model zal door verschillende software programmatuur worden ingeladen, aangepast en geëxporteerd. In dit proces kan aan de hand van een aantal criteria worden opgemaakt hoe de samenwerking tussen verschillende softwarepakketten is verlopen en hoe deze vervolgens kunnen worden opgelost. Om variabelen uit te sluiten is het van belang te werken met een datamodel dat voldoet aan de eisen van een bouw informatie model. Een goede aanzet hiertoe is het initiatief van de Rijksgebouwendienst. Zij hebben de RGd BIM Norm2 ontwikkeld. De norm omvat voorschriften voor het verwerken van een BIM extract en op welke wijze het bestand moet worden aangeleverd. Voor de export van een IFC-bestand een belangrijk handvat om als uitgangspunt te gebruiken. De onderstaande criteria worden behandeld:
Koppelmogelijkheid softwarepakketten Inhoud informatie envelop IFC bestanden Waarde informatie envelop IFC bestanden
Secundair zal aan de managementzijde vooral de volgende criteria meespelen:
Implementatie bedrijven
Door anders te werken met softwarepakketten zal aanpassing vereist zijn in de werksituaties met betrekking tot: werkwijzen, communicatie, processen, scholing & management. Dit is vanuit het meetinstrument niet te meten maar aanbevelingen kunnen hiervoor wel worden geopperd.
2
ir. D. Van Rillaer, ir. J. Burger, ir. V. Mitossi, Rijksgebouwendienst Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Rgd BIM norm, versie 1.0, november 2011
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
11
Naast de softwarepakketten als meetinstrument wordt IFC gebruikt voor de uitwisseling van de informatie tussen de softwarepakketten. Figuur 3.1 geeft een schematische impressie wat een IFC bestand inhoudt. Een IFC bestand bestaat uit allemaal objecten. Dit zijn alle objecten die terug te vinden zijn in het ruimtelijke informatiemodel, zoals wanden, vloeren, daken, meubilair ect. Zoals hieronder is weergeven kan de driehoek(object) bijvoorbeeld informatie bevatten over een stoel. Als dit object nader wordt bekeken is te zien dat elk object op zichzelf uit allemaal stukjes bestaat. Dit zijn de zogeheten attributen. Elke attribuut bevat een deel van de informatie over de stoel. Zo staat in deze deeltjes bijvoorbeeld informatie over het materiaal of de kleur van de stoel, maar het kan ook informatie bevatten over een leveringsdatum. In een IFC bestand wordt vervolgens deze ruimtelijk informatie omgezet naar data. Deze heeft in de vorm van tekst alle informatie over het ruimtelijk informatiemodel. Alle eigenschappen zijn dus omgezet in het IFC bestand naar regels tekst waarin deze gegevens staan beschreven.
Figuur 3.1: IFC bestand
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
12
3.2
Onderzoeksprocedure
In dit onderzoek wordt er gekeken naar de onderlinge koppeling tussen de vooraf vastgestelde programma’s. De koppeling zullen worden vastgelegd in een matrix, waarbij er onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende koppelingsmogelijkheden. De mogelijke koppelingen zullen worden bekeken op basis van native en IFC bestandsuitwisseling. Daarnaast wordt er ook gekeken naar verschillende soorten koppelingen van IFC met betrekking tot het niveau van informatie-uitwisseling. Resultaten, die worden verwerkt in de matrix, zullen onderbouwd worden door de volgende mogelijkheden: Nee Er is geen koppeling mogelijk. Native Koppeling worden gemaakt van het bestandtype van de software. Er hoeft geen export file te worden gemaakt. IFC Industry Foundation Classes. Er bestaan verschillende soorten IFC export type. Deze kunnen per koppeling tussen programma’s verschillen. In het overzicht hieronder wordt inzichtelijk gemaakt welke programma’s welke IFC export/import ondersteunen: Software Autodesk Revit architecture 2012 Archicad 15 MatrixFrame 5.01 Solibri Autodesk Navisworks 2013 Synchro 4.5.2.0.
Export IFC IFC IFC Geen mogelijkheid Geen mogelijkheid IFC
Tabel 3.1: software export
Software Autodesk Revit architecture 2012 Archicad 15 MatrixFrame 5.01 Solibri Autodesk Navisworks 2013 Synchro 4.5.2.0
Import IFC IFC IFC IFC IFC IFC
Tabel 3.2: software import
In het onderzoek wordt er onderscheidt gemaakt tussen 3D, 4D en 5D software. Onder de 3D software verstaan we de modelleer programma’s Revit & Archicad. De planningssoftware, Navisworks & Synchro, valt onder 4D software en onder 5D software verstaan we de calculatiesoftware: Solibri, en MatrixFrame. De laatste categorie bestaat niet geheel uit calculatiesoftware. Voor de implementatie binnen dit onderzoek is er in deze fase voor gekozen om ze wel onder de kop 5D te plaatsen. In bijlage I is een beschrijving te vinden van deze programma’s. Door de koppelingen die kunnen ontstaan tussen de verschillende programma’s zal zich naarmate het onderzoek vordert een matrix worden ingevuld. Met als doel de verschillende koppelingen tussen de programma’s inzichtelijk te maken. Naast een koppeling met IFC wordt er ook gekeken naar een native koppeling waarbij een bepaald bestandstype door meerdere softwarepakketten kan worden gelezen. In het onderzoek zal eerst gekeken worden naar deze koppeling. Deze bevindingen worden als eerste verwerkt in het schema. Softwarepakketten die niet op basis van native bestandsuitwisseling kunnen worden gekoppeld,
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
13
worden verder in dit rapport onderzocht. Op basis van IFC exports zal worden bekeken welke software aan elkaar gekoppeld kan worden en wat de IFC envelop exact bevat. Naast het gebruik van verschillende “BIM tools” worden de IFC bestanden ook ingelezen in een tweetal IFC model viewers. Deze IFC model viewers, van TNO en DDS, kunnen meer inzicht geven in de informatie die beschikbaar is in het IFC model. Bij het gebruik van de “BIM tools” kan er informatie niet worden ingeladen door bepaalde software. De rede hiervoor kan zijn dat deze informatie niet relevant is bij het gebruik ervan. Door het gebruik van IFC model viewers kan wellicht de totale informatie envelop van het IFC model inzichtelijk worden gemaakt. Naast alle dynamische informatie die IFC modellen dragen zal er tijdens het onderzoek ook gekeken worden naar de statische inhoud van het IFC model. Deze informatie is eenvoudig uit te lezen in kladblok/notepad. Door de IFC bestanden in deze programma’s in te lezen is er per regel te zien welke informatie er beschikbaar zou moeten zijn in de software. Zo wordt ook gecontroleerd of desbetreffende toegevoegde informatie vanuit een “BIM tool” daadwerkelijk is toegevoegd aan het IFC bestand, ongeacht of dit in te lezen is in andere “BIM tools”. Om inzichtelijk te maken welke informatie er in het model mee wordt genomen worden er extra parameters toegevoegd aan objecten om zo inzichtelijk te krijgen welke informatie wel dan wel niet verloren gaat. Per stap wordt aangeven welke elementen gebruikt worden en welke parameters relevant zijn voor de koppeling van de programma’s.
Figuur 3.2: BIM cyclus
Het ruimtelijk model zal stapsgewijs steeds meer informatie gaan bevatten. Vanuit 3D software wordt er een koppeling gemaakt naar 4D software door middel van IFC bestanden. Om zo het bestand te verrijken met informatie. Door een koppeling te maken van 4D naar 5D kan er extra informatie worden toegevoegd aan de IFC bestanden. Vervolgens kunnen de verrijkte IFC bestanden terug worden gekoppeld naar de 3D software, nu is er sprake BIM cyclus.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
14
Stap voor stap gaan we deze BIM cyclus opzetten in dit onderzoek. Als eerste wordt er gekeken naar de mogelijk om het ruimtelijk model met 4D of 5D data te verrijken. Vanuit de 3D software wordt een IFC bestand geëxporteerd. Vervolgens wordt bekeken op welke wijze deze ingeladen kan worden in de 4D/5D software. Daarnaast is het van belang om uit te zoeken welke relevante informatie mee kan worden genomen van de 3D software via een IFC bestand naar de 4D/5D software. Ter voorbereiding van het maken van koppelingen tussen 3D en 4D/5D software is er in de 3D programma’s, Revit & Archicad, een model opgesteld. Dit model bevat gebouwen, verdiepingen, ruimtes en interieur. Dit ruimtelijk informatiemodel heeft na het ontwerp de naam “BIMming Business center” gekregen en zal niet alleen voor dit onderzoek maar ook voor vervolgonderzoeken kunnen dienen als uitwisselbaar ruimtelijk informatiemodel.
Figuur 3.3: BIMming Business center
Van deze modellen zijn IFC bestanden gemaakt waarmee kan worden onderzocht welke koppelingen mogelijk zijn. Om te controleren welke informatie beschikbaar blijft in het IFC bestand wordt er naar een aantal aspecten gekeken. Zo zal er per 3D model extra informatie toe worden gevoegd aan de volgende elementen:
Een ruimte Een buitenmuur Een bureau
Door deze 3 verschillende elementen te verrijken met extra informatie kan er op verschillende vlakken gekeken worden naar het behoud van informatie. Deze extra informatie kan relevant zijn voor het verwerken van gegevens in 4D & 5D software. Aan de ruimte wordt informatie toegevoegd op het gebied van afwerkingen. Deze informatie wordt toegevoegd door een aantal “custom made” parameters toe te voegen. Deze parameters zijn daardoor ook een extra graadmeter gekeken naar de informatie waarmee het IFC bestand is verrijkt. De buitenmuur wordt verrijkt met informatie op het gebied van materialen, gewicht, kosten en verwerkingstijd. Deze verwerkingstijd geeft bijvoorbeeld aan hoeveel bakstenen er per uur verwerkt worden. Aan het derde element, het bureau, wordt informatie toegevoegd op het gebied van leveringstijd, leverancier, kosten en garantie. De informatie waarmee de elementen worden verrijkt kan een duidelijk beeld geven over de informatie die een IFC bestand heeft. Van de twee verrijkte 3D model wordt vervolgens een IFC bestand gemaakt. Onderstaand tabel geeft een overzicht van de informatie die zal worden bekeken per koppeling:
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
15
Element Ruimte
Parameter Vloerafwerking Wandafwerking Plafondafwerking Kosten Materiaal Gewicht Verwerkingstijd Kosten Leveringstijd Garantie Leverancier
Buitenmuur
Bureau
Tabel 3.3: parameters
In figuur 3.4 wordt in drie stappen weergegeven hoe er uiteindelijk naar een BIM cyclus toe wordt gewerkt. De eerste stap is reeds beschreven. In de stap die hier op volgt wordt er een terugkoppeling gemaakt van de 4D/5D software naar 3D software. Vanuit de 4D/5D software wordt een verrijkt IFC bestand geëxporteerd. Deze IFC bestanden worden vervolgens ingeladen in de 3D software. Nu kan er gekeken worden met welke informatie het oorspronkelijke ruimtelijk model is verrijkt.
Figuur 3.4: stappen onderzoeksmethodiek
In stap drie worden de mogelijkheden bekeken om informatie uit te wisselen en te verrijken tussen 4D en 5D software. Hierbij speelt de type export naar IFC weer een belangrijke rol gekeken naar de hoeveelheid relevante informatie die mee kan worden genomen in het IFC model. Vervolgens kunnen deze bevindingen en resultaten weer verwerkt worden in het schema.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
16
4
Resultaten
4.1
Algemene resultaten
Per koppeling zal er uitsluitend worden gekeken of er relevante informatie beschikbaar is die voor die koppeling gevraagd wordt. Er zal bij elke koppeling vooraf gesteld worden welke elementen worden bekeken zodat deze later na de koppeling vergeleken kunnen worden op basis van informatie overdracht en behoud. Ter afsluiting is er per koppeling in een tabel weergeven welke informatie beschikbaar vanuit het IFC bestand naar het te koppelen software. Ter inleiding van deze drie stappen wordt in een voorbeeld de koppeling tussen twee programma’s uitgelicht. Deze werkwijze wordt ook toegepast op de overige koppelingen. In bijlage II is een overzicht te vinden van de koppelingen die zijn gemaakt. Dit overzicht is opgebouwd uit screenshots van de desbetreffende koppelingen. Hierin zijn de concrete resultaten zie zijn vergaard. Voorbeeld koppeling Revit – Synchro:
Figuur 4.1: data in Revit
In het 3D model dat is gemodelleerd in Revit worden de verschillende elementen naar voren gehaald. Aan deze elementen worden vervolgens parameters toegekend zoals die in voorgaand hoofdstuk zijn beschreven. Van de drie elementen zijn leesbare screenshot gemaakt die terug te vinden zijn in de bijlage II.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
17
Figuur 4.2: export – import IFC
Van het Revit model wordt vervolgens een export gemaakt. Waaruit dus een IFC bestand naar voren komt die alle informatie van het 3D bestand bevat. Dit bestand wordt vervolgens door de import functie van Synchro ingeladen. Synchro leest de IFC data in en genereerd vanuit deze data weer het 3D model.
Figuur 4.3: data in Synchro
Nadat het IFC bestand is ingeladen en het 3D model opnieuw is gegenereerd worden de elementen waaraan de parameters gekoppeld in theorie weer zichtbaar in het programma.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
18
4.2
Stap 1: koppeling 3D – 4D
Koppeling Revit Architecture 2012 – Navisworks 2013 Native De oorsprong van deze programma’s liggen bij hetzelfde bedrijf. Beide software pakketten zijn ontwikkeld door Autodesk. Dit kan interessante resultaten opleveren gekeken naar de koppeling tussen de programma’s. Navisworks valt onder de categorie 4D. Binnen Navisworks is het niet mogelijk bestanden te importeren. Gekeken naar mogelijkheden van het openen van bestanden in Navisworks zijn er wel een groot scala aan verschillende bestandtypen te vinden. Naast de mogelijkheid om .ifc bestanden te openen, kunnen ook .rvt (Revit extensie) geopend worden. Bij computers waar beide programma’s zijn geïnstalleerd wordt er automatisch een add-in in Revit geplaatst waardoor er vanuit Revit .nwc (Navisworks extensie) kan worden geëxporteerd. Naar deze toepassing zal echter niet gekeken worden in deze fase van dit onderzoek. Door een uitwisseling van een .rvt bestand is het mogelijk om een navite koppeling te leggen tussen de programma’s. Door alle twee bestanden in te laden kunnen verschillen worden aangetoond tussen een IFC koppeling en native. IFC Bij het exporteren van het IFC bestand is er uitgegaan van de standaard exportinstellingen die in Revit staan. Mogelijk kan er in een later stadium gekeken worden of het mogelijk is om informatie die verloren gaat te behouden door de IFC instellingen aan de passen. In onderstaand tabel zijn de resultaten van de parameters die terug zijn te vinden in Navisworks na het inladen van het IFC bestand. Element Ruimte
Parameter Vloerafwerking Wandafwerking Plafondafwerking Kosten Materiaal Gewicht Verwerkingstijd Kosten Leveringstijd Garantie Leverancier
Buitenmuur
Bureau
Beschikbaar V V V V V V V V V V V
Tabel 4.1: koppeling revit - navisworks
Bij de native koppeling zijn net als bij de koppeling met het IFC bestand alle parameters naar voren gekomen, hetgeen te verwachten was bij een native koppeling.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
19
Koppeling Archicad 15 – Navisworks 2013 Element Ruimte
Parameter Vloerafwerking Wandafwerking Plafondafwerking Kosten Materiaal Gewicht Verwerkingstijd Kosten Leveringstijd Garantie Leverancier
Buitenmuur
Bureau
Beschikbaar V V V V X V V V V V V
Tabel 4.2: koppeling archicad - navisworks
Archicad heeft een IFC manager. Dit is een zeer handige tool om het te genereren IFC bestand te controleren. Elk object kan individueel worden ingeregeld om te bepalen welke parameters en data moeten worden meegenomen in het bestand. Zo ook indelingen en verwijzingen van parameters. De trapboom van het IFC bestand kan op met de IFC manager worden bepaald. Deze manager kan interessant zijn om in een vervolg onderzoek nader te gaan bekijken. Wellicht dat er meer data kan worden opgeslagen in het geëxporteerde IFC bestand vanuit Archicad dan dat nu van toepassing is. De materialen komen bij de import in Navisworks niet naar voren. Het planningsprogramma laadt deze informatie niet in het model. Koppeling Revit Architecture 2012 – Synchro 4.5.2.0 Element Ruimte
Parameter Vloerafwerking Wandafwerking Plafondafwerking Kosten Materiaal Gewicht Verwerkingstijd Kosten Leveringstijd Garantie Leverancier
Buitenmuur
Bureau
Beschikbaar V V V V V V V V V V V
Tabel 4.3: koppeling revit - synchro
Bij importeren van het IFC bestand ontstaat er één type foutmelding. “Can not subtract geometry”. Dit komt omdat in Revit elementen zijn gekoppeld aan elkaar. Bij het importeren kan deze data niet worden overgenomen. Het gedeelte wat is ingekort of verlengd wordt hersteld. De hoogte van de wand wordt getransformeerd zoals deze als waarde is ingesteld in Revit. Hierdoor kan je voor verrassingen komen te staan. Hoeveelheden komen op deze manier niet overeen. Voor een programma als Synchro is dit niet van belang. Vanuit de materialen bibliotheek in Revit Architecture hebben wij parameters gekoppeld. Informatie over gewicht, kosten en verwerkingstijd. Bij het genereren van een IFC bestand zit dit niet in de bagage van het bestand. De materiaaleigenschappen zijn geen objecten die worden meegenomen in het IFC bestand. Om deze reden zijn de materiaalparameters direct gekoppeld aan bijvoorbeeld een wand.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
20
Koppeling Archicad 15 - Synchro Element Ruimte
Parameter Vloerafwerking Wandafwerking Plafondafwerking Kosten Materiaal Gewicht Verwerkingstijd Kosten Leveringstijd Garantie Leverancier
Buitenmuur
Bureau
Beschikbaar V V V V X V V V V V V
Tabel 4.4: koppeling archicad - synchro
De materialen komen bij de import in Synchro niet naar voren. Het planningsprogramma laat deze informatie niet in het model. Koppeling Revit Architecture 2012 - Solibri Element Ruimte
Parameter Vloerafwerking Wandafwerking Plafondafwerking Kosten Materiaal Gewicht Verwerkingstijd Kosten Leveringstijd Garantie Leverancier
Buitenmuur
Bureau
Beschikbaar V V V V V V V V V V V
Tabel 4.5: koppeling revit solibri
De trapboom laat een heldere structuur zien waar alle objecten zijn ondergebracht. Koppeling Archicad 15 - Solibri Element Ruimte
Parameter Vloerafwerking Wandafwerking Plafondafwerking Kosten Materiaal Gewicht Verwerkingstijd Kosten Leveringstijd Garantie Leverancier
Buitenmuur
Bureau
Beschikbaar V V V V V V V V V V V
Tabel 4.6: koppeling archicad - solibri
In tegenstelling tot Synchro en Navisworks neemt Solibri de materialen gekoppeld aan de objecten goed mee. De twijfel dat dit een gebreken is in de IFC manager van Archicad is hiermee ontkracht.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
21
Onder het venster materialen is een heldere weergave van alle materialen die gekoppeld zijn aan de wand met bijhorende diktes. De trapboom laat een heldere structuur zien waar alle objecten zijn ondergebracht. Koppeling Revit Architecture 2012 – MatrixFrame 5.0 Element Ruimte
Parameter Vloerafwerking Wandafwerking Plafondafwerking Kosten Materiaal Gewicht Verwerkingstijd Kosten Leveringstijd Garantie Leverancier
Buitenmuur
Bureau
Beschikbaar X X X X X X X X X X X
Tabel 4.7: revit – matrixframe
De uitslag van deze tabel geeft op dit moment een vertekent beeld. Bij het importeren van een IFC bestand in MatrixFrame worden alleen de constructieve objecten overgenomen en herkend. Het programma opent een 3D viewer waarin het model is te zien. Het model maakt automatisch portalen, velden ect. Het is mogelijk verschillende selecties te kiezen om te berekenen. Bij het maken van de berekening wordt de selectie losgekoppeld van de 3D viewer en is dan ook niet als onderdeel van het geheel terug te brengen in het model. De berekende constructie kan als onderdeel wel als IFC worden geëxporteerd. Het importeren van wanden levert nog wel een probleem op. Een aantal wanden worden geïmporteerd met een grote opening. Een directe wandberekening vanuit de IFC viewer zou hierbij niet de juiste oplossing zijn. Koppeling Archicad – MatrixFrame 5.0 Element Ruimte
Parameter Vloerafwerking Wandafwerking Plafondafwerking Kosten Materiaal Gewicht Verwerkingstijd Kosten Leveringstijd Garantie Leverancier
Buitenmuur
Bureau
Beschikbaar X X X X X X X X X X X
Tabel 4.8: archicad – matrixframe
Hierbij geldt hetzelfde als met de IFC import vanuit Revit. Alleen de constructieve elementen worden overgenomen vanuit de IFC viewer. Dit is ook de enige relevante informatie voor het programma.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
22
4.3
Stap 2: koppelingen van 4D naar 3D
Voor de planningprogrammatuur wordt net zoals bij de koppeling met de modelleer software gebruik gemaakt van de drie elementen waar data aangekoppeld wordt: de wand, ruimte en bureau. Deze elementen worden gekoppeld aan een tijdspad met planningstaken. Vanuit de IFC modellen geproduceerd vanuit Revit en Archicad worden de extra taken toegevoegd en opnieuw geëxporteerd naar een ander 4D/5D programma of teruggekoppeld naar de modelleer software. Door dit te doen van zowel het 3D model uit Revit en het 3D model uit Archicad kan worden gekeken of hier eventuele verschillende bevindingen naar voren komen die kunnen resulteren in wellicht uiteenlopende conclusies. Koppeling Navisworks 2013 Navisworks heeft niet de mogelijkheid om een export te maken naar IFC. Dit houdt in dat Navisworks 3 niet is gemaakt voor het principe big BIM d.m.v. IFC bestanden. Ook andere exportbestanden vanuit Navisworks zijn niet geschikt voor een terugkoppeling in overige programmatuur. Het programma heeft dus alleen de mogelijkheid IFC bestanden te importeren. Daarentegen zijn er wel mogelijkheden om een koppeling te creëren met andere Autodesk producten namelijk Revit Architecture. Met een add-in is het mogelijk informatie uit te wisselen tussen Navisworks en Revit. Navisworks geeft inzicht over onder andere clash detections. Elementen met een foutmelding kunnen met de add-in direct worden terug gevonden in het model om een aanpassing te doen. Voorwaarde is dus ook dat beide programma’s tegelijkertijd beschikbaar moeten zijn vanaf dezelfde werkplek. In theorie is er op afstand geen informatiedeling mogelijk met andere partijen op deze wijze. Koppeling Synchro Synchro biedt de mogelijkheid om een export te maken naar een IFC model (IFC 2x3). Binnen het programma wordt een planning gekoppeld aan de beide 3D IFC modellen (Revit & Archicad export). Met dit IFC model wordt er een koppeling gemaakt. Het IFC bestand is aanzienlijk in grootte toegenomen. Er zijn enkel 3 planningstaken toegevoegd. De bestandsgrootte wordt veroorzaakt door het opsplitsen van objecten met het omzetten naar een IFC bestand. Koppeling Synchro – Revit Architecture 2012 Basisbestand IFC revit Element Ruimte Buitenmuur Bureau
Tijdspad 7 dagen 2 dagen 1 dag
Beschikbaar n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Tabel 4.9: koppeling synchro – revit, revit file
Het inladen van het IFC bestand is te groot om terug te plaatsen. Het inladen vergt te veel processorkracht en tijd. Het model wordt niet ingeladen. Basisbestand IFC archicad Element Ruimte Buitenmuur Bureau
Tijdspad 7 dagen 2 dagen 1 dag
Beschikbaar n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Tabel 4.10: koppeling synchro – revit, archicad file
Het inladen van het IFC bestand is te groot om terug te plaatsen. Het inladen vergt te veel processorkracht en tijd. Het model wordt niet ingeladen.
3
Big BIM: Vanaf één centrale locatie wordt Informatie uitgewisseld tussen meerdere partijen.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
23
Koppeling Synchro – Archicad 15 Basisbestand IFC Revit Element Ruimte Buitenmuur Bureau
Tijdspad 7 dagen 2 dagen 1 dag
Beschikbaar X X X
Tabel 4.11: koppeling synchro – archicad, revit file
Door het inladen van de IFC zijn de eigenschappen van objecten vervormd. Wanden zijn zo opgedeeld in stukken die niet door ons zijn gedefinieerd. Het inladen van het IFC model vraagt eveneens als bij Revit veel processorkracht. Gekeken naar de data vanuit Synchro zijn de planningstaken niet terug te vinden. Ook zijn elementen niet te bewerken die uit de IFC bestanden komen. Verder is de organisatie in de IFC browser terug geplaatst naar één level waardoor het een ongeorganiseerd IFC bestand oplevert. Data analyseren in het programma wordt hierdoor bemoeilijkt. Basisbestand IFC Archicad Element Ruimte Buitenmuur Bureau
Tijdspad 7 dagen 2 dagen 1 dag
Beschikbaar X X X
Tabel. 4.12: koppeling synchro – archicad, archicad file
Model wordt niet correct ingeladen. De objecten zijn niet terug te vinden in het bestand.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
24
4.4
Stap 3: koppeling 4D - 5D
Stap drie in het onderzoek laat zien welke koppelingen er mogelijk zijn tussen de onderlinge 4D en 5D softwarepakketten. Net als bij de vorige stap worden bij deze koppeling ook de IFC bestanden gebruikt die gegenereerd zijn uit Revit en Archicad met de bijbehorende parameters. Gekeken naar dit type koppeling zijn er veel koppeling mogelijk omdat het ondertussen bekend is welke programma’s om kunnen gaan met IFC bestanden. Dit betekent niet per definitief dat dit ook bruikbare koppelingen geeft. Koppeling Navisworks 2013 Zoals in het vorige hoofdstuk staat beschreven heeft Navisworks niet de mogelijkheid om een export te maken naar IFC. Koppeling Synchro – Navisworks Basisbestand IFC Revit Element Ruimte Buitenmuur Bureau
Tijdspad 7 dagen 2 dagen 1 dag
Beschikbaar X X X
Tabel 4.13: synchro – navisworks, revit file
Een koppeling met twee planningsprogramma’s zou wel eens een uitkomst kunnen bieden om bepaalde gegevens te verwerken. Bij het importeren is echter gebleken dat de planningstaken verdwenen zijn. Basisbestand IFC Archicad Element Ruimte Buitenmuur Bureau
Tijdspad 7 dagen 2 dagen 1 dag
Beschikbaar X X X
Tabel 4.14: synchro – navisworks, archicad file
De planningstaken zijn niet terug te vinden bij de import van de IFC van Synchro. Koppeling Synchro – Solibri Basisbestand IFC revit Element Ruimte Buitenmuur Bureau
Tijdspad 7 dagen 2 dagen 1 dag
Beschikbaar X X X
Tabel 4.15: synchro – solibri, revit file
De planningstaken zijn niet terug te vinden bij de import van de IFC van Synchro. Basisbestand IFC archicad Element Ruimte Buitenmuur Bureau
Tijdspad 7 dagen 2 dagen 1 dag
Beschikbaar X X X
Tabel 4.16: synchro – solibri, archicad file
De planningstaken zijn niet terug te vinden bij de import van de IFC van Synchro.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
25
Koppeling Solibri Solibri heeft niet de mogelijkheid om een export te maken naar IFC. Het programma heeft alleen de mogelijkheid IFC bestanden te importeren. De data die Solibri verzameld over de objecten in het model wordt op andere wijze geëxporteerd om data en informatie te delen. Koppeling MatrixFrame 5.0 MatrixFrame beschikt wel over de mogelijkheid om een export te maken naar een IFC bestand. Dit bestand bevat echter alleen constructieve gegevens over de geometrie van de wanden, vloeren, kolommen, liggers ect. De overige geometrie gaat dus verloren. Het is dan wel mogelijk om deze bestanden in te laden in andere software. De informatie kan dan worden gecontroleerd met vorige versies van het constructief ontwerp in 3D software, maar omdat dit IFC bestand geen overige informatie meer bevat is er geen terugkoppeling van parameters die op voorhand gesteld zijn. In de overige programma’s, 4D & 5D software, komt geen bruikbare informatie meer naar voren. Voor alle 4D/5D programma’s geldt dan ook het onderstaande tabel:
Element Ruimte
Parameter Vloerafwerking Wandafwerking Plafondafwerking Kosten Materiaal Gewicht Verwerkingstijd Kosten Leveringstijd Garantie Leverancier
Buitenmuur
Bureau
Beschikbaar X X X X X X X X X X X
Tabel 4.17: koppeling matrixframe
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
26
5
Conclusie
5.1
Interpretatie van de resultaten
Hetgeen we kunnen concluderen op het gebied van koppelingen tussen 3D, 4D en 5D software is dat de voornaamste eis is dat een programma beschikt over een IFC import en export functie. Zodra deze aanwezig is kan er verder worden gekeken naar de bruikbaarheid van deze functie. In hoeverre het relevant is om een bepaalde koppelingen aan te gaan tussen twee softwarepakketten. Onderstaand schema geeft een overzicht van de koppelingen die er gemaakt zijn van 3D naar 4D en visa versa.
Figuur 5.1: overzicht resultaten 3D-4D
Van de 3D software vinden allemaal geslaagde koppelingen plaats naar de 4D en 5D software. Wat opvalt is dat er vanuit Navisworks en Solibri geen export mogelijkheid is naar IFC. Hierdoor kan er dus wel succesvol informatie worden ingeladen maar er kan geen export plaatsvinden om een terugkoppeling te maken. Bij MatrixFrame en Synchro is dit wel mogelijk. MatrixFrame kan nadat er een 3D model is ingeladen een berekening maken over verschillende delen van het 3D model. Deze resultaten kunnen vervolgens worden geëxporteerd naar een IFC bestand en weer terug worden geladen naar de 3D software waarna een vergelijking kan worden gemaakt met het bestaande constructieve model. Wat opvalt is dat er bij Synchro wel een terugkoppeling mogelijk is maar dat deze gestippeld is. De rede dat deze gestippeld is, is omdat de koppeling terug niet correct verloopt. Later in het verslag zal hierop worden teruggekomen. Daarnaast zijn er twee IFC viewers, DDS en TNO gebruikt om tussentijds IFC bestand uit te lezen ter controle op onze bevindingen.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
27
Figuur 5.2: overzicht resultaten 4D-5D
Gekeken naar de onderlinge koppeling tussen de 4D en 5D programma’s is hier een vergelijkbaar schema te zien. Vanuit Navisworks en Solibri is er geen export mogelijkheid naar de overige programma’s. Van Solibri en Synchro zijn er wel koppelingen mogelijk. Alle koppelingen in figuur 5.3 zijn gestippeld omdat ze wel mogelijk zijn maar niet volledig of niet vanzelfsprekend. Zo is het onwaarschijnlijk om na het bereken van een constructie dit terug te koppelen naar een 4D programma. Het toevoegen van informatie is in deze context overbodig.
Figuur 5.3: informatie verlies koppeling
De bevindingen uit de vorige schema’s zijn nu als een schakel van verschillende softwarepakketten achter elkaar geplaatst. Door programma’s achter elkaar te koppelen en bij elke stap opnieuw het
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
28
informatiemodel door middel van IFC te exporteren en importen ontstaat er een groot data verlies. Softwarepakketten lezen namelijk grotendeels alleen de informatie in die relevant is voor het gebruik van dat programma. Het creëren van een BIM-cyclus door achtereenvolgens samen te werken met verschillende software is op deze wijze dus inefficiënt. 5.2
Bevindingen
Figuur 5.4: bevinding modelleren wand
Één van de bevindingen die is gedaan tijdens het koppelen van de softwarepakketten is dat er een aantal belangrijk aspecten in acht moeten worden genomen betreffende het modelleren van 3D modellen. Een van deze aspecten is het modelleren van een wand. Veelal worden wanden van begane grond tot het dak doorgetekend. Vervolgens ter plaatsen van een vloer worden de wand en de vloer aan elkaar gekoppeld waardoor er een bouwkundig correcte aansluiting ontstaat. Dit door specifieke commando’s in de software met koppelregels voor bouwkundige aansluitingen. Vervolgens wordt het model met deze gegevens via een IFC bestand ingeladen in programma B. Dit programma ziet echter niet dat er een koppeling bestaat tussen de vloer en wand. Dit programma bouwt het model zo op dat de wand en vloer over elkaar heen lopen. Dit kan een gevolg hebben voor een uitrekstraat van de hoeveelheden omdat hier extra hoeveelheden worden gerekend voor de wand. Een oplossing hiervoor is terug te vinden in de onderste situatie te zien op bovenstaande figuur 5.4 waarbij er twee lossen wanden zijn gemodelleerd. Na een koppeling met een IFC bestand leest programma B dezelfde data in. Hier is nu wel de correct aansluiting te zien en er zal dus in de uitrekstaat geen overbodige hoeveelheden naar voren komen. Naast het feit dat dit op een andere manier gemodelleerd kan worden zou dit ook kunnen worden getackeld door andere instellingen te maken bij het exporten van het 3D model naar een IFC bestand. Hier is in dit onderzoek echter geen rekening mee gehouden.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
29
Figuur 5.5: principe informatie verlies
Een ander bevinding die is gedaan komt terug op het overzicht van de koppelingen tussen softwarepakketten. De koppeling door middel van IFC is mogelijk maar hierin is naar voren gekomen dat niet alle softwarepakketten alle objecten inladen van een IFC bestand. Zoals hierboven schematisch is weergeven wordt er van het model in programma A een IFC bestand gemaakt. Dit IFC bestand wordt vervolgens ingeladen in programma B. Programma B kan echter niet alle objecten lezen van het IFC bestand van programma A. De structuur herkent de kruisjes niet en laten deze dus vallen. Deze informatie gaat verloren en wordt verwijderd uit de gegevens van het nieuwe model.
Figuur 5.6: informatie verlies koppeling Synchro - Revit
Ter verduidelijking een concreet voorbeeld die naar voren is gekomen met het koppelen van de softwarepakketten. Het gaat om de koppeling van Revit naar Synchro en van Synchro naar Revit. Als
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
30
eerste stap wordt er vanuit het gemodelleerde model in Revit een IFC bestand geëxporteerd. Dit IFC bestand wordt vervolgens in Synchro ingeladen. Synchro kan al deze objecten inlezen en heeft plaats voor meer objecten met informatie om in te lezen in dit geval de 4D planning. Vervolgens wordt het bestand in Synchro verrijkt met informatie. Er wordt een planning gekoppeld aan het 3D model. De gemodelleerde objecten worden gekoppeld aan taken in de vorm van tijd. Van dit model wordt vervolgens een export gemaakt naar IFC. Dit is de derde stap waar nu het IFC bestand is aangevuld met het “kruisje”. Zodra het bestand weer ingeladen wordt in Revit zien we dat Revit alle objecten kan inlezen behalve het kruisje. Dit zijn de objecten die extra data bevatten over de planning. Revit laat deze informatie vallen. Als we vervolgens weer een export maken in Revit en deze weer inladen in Synchro is er niks meer terug te vinden van de planning omdat Revit deze informatie dus niet kan verwerken. Door tussentijds de bestanden in te voeren in de IFC viewer kon er duidelijk een overzicht gemaakt worden van de informatie die per stap in het IFC bestand beschikbaar was.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
31
6
Vervolg onderzoek
Figuur 6.1: koppeling naar modelserver
Het uitwisselen van data door middel van IFC bestanden is een mogelijkheid. Maar er zijn natuurlijk meer oplossingen om data uit te wisselen tussen softwarepakketten. Naar aanleiding van de bevindingen kan er concreet worden gekeken naar een vervolgonderzoek. Als we de factor van informatieverlies proberen te voorkomen komen we uit op de bovenstaande methode. Hierbij is er sprake van centraal IFC bestand op een modelserver waar data wordt verzameld. Met het principe van een modelserver wordt er geen data uitgewisseld met allerlei software onderling maar met een centrale modelserver die alle data beheert. Dit bestand wordt vanuit verschillende programma’s verrijkt met informatie. Softwarepakketten maken IFC bestanden met alleen de relevante informatie voor het bouwteam. Zo zal bijvoorbeeld bij een export van MatrixFrame niet alleen informatie op het gebied van berekeningen door gestuurd worden naar de modelserver maar alleen de gegevens over afmetingen en dergelijke van het constructief ontwerp.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
32
Figuur 6.2: wijzigingen IFC bestand
Het principe van een modelserver is nu uitgelegd. Vanuit deze basis kan dit theoretisch verder worden uitgebouwd. Bovenstaande illustratie geeft weer hoe een modelserver werkt als één van de partijen een nieuw verrijkt IFC bestand upload naar de server. Zodra het IFC bestand naar de server wordt gestuurd wordt het bestand niet vervangen op de server maar wordt het bestand enkel verrijkt met extra informatie. Hierbij kijkt de server niet op object niveau maar op het niveau van de attributen of er nieuwe informatie is bijgekomen of juist vernieuwd is. De attributen die in dit geval gewijzigd zijn worden vervangen. De data die vervangen is wordt vastgelegd in een logboek om later nog in te kunnen zien welke wijzigingen er allemaal zijn doorgevoerd op de modelserver.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
33
Figuur 6.3: verrijkt IFC bestand
Het gebruik van een modelserver heeft zo dus ook invloed op bijvoorbeeld de werking van het bouwteam of samenwerking middels ketenintegratie. De modelserver is toegankelijk voor het hele bouwteam. Zo kan elke partij data van deze modelserver halen binnen zijn expertise en naar gelang van behoefte. Een constructeur haalt alleen de data op die hij relevant vindt voor het gebruik van zijn softwarepakketten. Zo zal een constructeur geen informatie op halen over de begroting van de aannemer om zijn constructie berekeningen te kunnen maken. Afhankelijk van het type opdrachtgever kan een opdrachtgever ook inzicht krijgen tot bepaalde delen van het IFC bestand. Op deze wijze blijft het voor alle medewerkende partijen overzichtelijk. Daarnaast is het mogelijk de verantwoordelijkheden binnen het model en aansprakelijkheid goed te regelen.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
34
6.1
Conclusie vervolg onderzoek
De bevindingen en resultaten over mogelijkheden én onmogelijkheden vanuit de koppelingen leveren een aantal conclusies op. Gekeken naar de opzet van het onderzoek kunnen er, tot op zekere hoogte, koppelingen worden gemaakt tussen verschillende BIM softwarepakketten geschikt voor de Nederlandse bouwsector. Dit zal alleen werkzaam en toepasbaar zijn op een werkprocesniveau van Little BIM 4. Het vervolgonderzoek is gegaan over het toepassen van de modelserver. De bevindingen op gebied van de modelserver laat in theorie de werking zien om verschillende bedrijven samen te laten werken, dan wel binnen één bedrijf, dan wel op verschillende disciplines binnen de bouwketen. Doordat één centraal IFC bestand verrijkt wordt met informatie gaat er geen informatie verloren tijdens het koppelen van verschillende softwarepakketten. Dit model kan dus uitstekend worden toegepast als er wordt samengewerkt met meer dan twee bedrijven/softwarepakketten die gezamenlijk informatie gaan delen, verrijken en verwerken. Dit principe wordt ook wel Big BIM genoemd. Verschillende bedrijven die onderling samenwerken om data te communiceren via een centrale server. Per bouwproject wordt op deze wijze een digitale omgeving gecreëerd voor de partijen die aan dat specifieke project meewerken.
Figuur 6.4: conclusie vervolg onderzoek
4
Little BIM: Uitwisseling van informatie binnen een organisatie.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
35
7
Aanbevelingen
7.1
Aanbeveling richting HvA
Dit onderzoek kan een uitstekend uitgangspunt bieden voor het samenstellen van een platform van softwarepakketten. Wat in dit onderzoek naar voren komt is dat er tussen verschillende programma’s goede koppelingen zijn te maken om binnen een project met een tweetal programma’s te werken. Mocht er in een studie of in een multidisciplinair project één 3D en één 4D/5D programma gebruikt worden is dit zeker mogelijk naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek. Zullen er meerdere facetten bekleedt moeten worden dan gaat het advies uit om voor de HvA een modelserver in te richten waarbij meerdere programma’s tegelijkertijd met elkaar kunnen communiceren. De exacte uitwerking hiervan zal naar voren komen in een vervolgonderzoek dat met behulp van studenten en kennisontwikkelaars binnen de HvA kan worden uitgewerkt. Hierbij is het mogelijk studenten van verschillende opleidingen te betrekken. Onder andere Bouwtechnische Bedrijfskunde, Bouwkunde en Technische Informatica. 7.2
Aanbeveling richting MKB
Een aanbeveling richting het MKB zal afhankelijk zijn van het type BIM proces waarin het bedrijf betrokken is. Als er sprake is van een intern samenwerking waarbij er hooguit één koppeling zal worden gemaakt tussen bepaalde softwarepakketten, is het mogelijk om aan de hand van de resultaten in dit onderzoek een samenstelling van softwarepakketten te kiezen. In die zin moet er dus sprake zijn van een little bim situatie. Daarnaast kan vanuit het onderzoek positief worden uitgedragen over de mogelijkheid software te koppelen met een ander bedrijf zolang dit zich beperkt tot eenrichtingsverkeer met de opdrachtgever. Werkt het bedrijf met meerdere afdelingen tegelijkertijd in een BIM model of is het onderdeel van een bouwteam dan zal er gekeken kunnen worden naar het inzetten van een modelserver. Een bedrijf die met meerdere bedrijven samenwerkt zal bij het koppelen van meerdere softwarepakketten onherroepelijk informatie verliezen als er niet gewerkt wordt met een modelserver. Bij de koplopers in de bouw zal het gebruik van een modelserver in bepaalde contouren uitgewerkt zijn. Dikwijls afgestemd op enkel het eigen bedrijfsproces. Verder onderzoek vanuit het onderzoeksprogramma naar de modelserver zal snel duidelijkheid kunnen bieden aan het MKB.
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
36
8
Literatuurlijst
Hyperlinks: Smartrevit, april 2012 http://www.smartrevit.nl/ Buildingsmart, april 2012 http://www.buildingsmart.nl Graphisoft, mei 2012 http://www.graphisoft.com/support/ifc/ Interviews: Dhr. J. Wijnen, Oadis, april 2012 Dhr. N. Voorman, Matrix software, mei 2012 Dhr. A. Jongbloets MSc, Tauw, mei 2012
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
37
9
Bijlagen
9.1
Bijlage I
Van de acht software pakketten die we hebben toegepast is hieronder een beschrijving te vinden. Architectuur software Autodesk® Revit® Architecture Bedrijf: Autodesk Naam platform Website: Autodesk® Revit® Architecture www.autodesk.com Categorie: Architectuur Samenvatting: Autodesk® Revit® Architecture ontwerpsoftware voor gebouwen:
Conceptuele ontwerptools Bi-directionele associativiteit Parametrische componenten Revit Building Maker Lijsten en tabellen Detaillering Ontwerpvisualisatie
Tabel 9.1: revit
ArchiCAD Bedrijf: Graphisoft Naam platform Website: ArchiCAD http://www.graphisoft.com/ Categorie: Architectuur Samenvatting: ArchiCAD 15 enriches architectural forms available for designers to unleash their creative minds, and it also expands the scope of the BIM workflow to include renovation & refurbishment projects. Tabel 9.2: archicad
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
38
Planning software Autodesk® Navisworks® Bedrijf: Autodesk Naam platform Website: Autodesk® Navisworks® www.autodesk.com Categorie: Simulatie Samenvatting: Autodesk® Navisworks®-producten voor geïntegreerd projectmanagement:
Projectgegevens in één model combineren om totale projecten te herzien. Het projectmodel vanuit iedere hoek bestuderen. 3D-projecten herzien ongeacht de bestandsgrootte of het bestandstype. Projectherzieningen vereenvoudigen. Projecten publiceren in een eenvoudig uitwisselbaar gecomprimeerd bestand. Modelgegevens en projectplanningen aan elkaar koppelen om projectactiviteiten te plannen. Realistische afbeeldingen en animaties creëren om uw idee beter over te brengen. Interferenties en conflicten ontdekken voordat de bouw begint.
Tabel 9.3: navisworks
Synchro Professional Bedrijf: Synchro Naam platform Website: Synchro Professional www.synchroltd.com Categorie: Simulatie Samenvatting: The Synchro Professional 4.4 Release provides complete construction visualisation, project scheduling, advanced risk management, synchronisation with design changes, supply chain management and cost allocation for comprehensive, virtual construction simulation. Synchro Professional 4.4 enables consideration of alternative scheduling options, resource allocation, and time and cost savings to be evaluated. Use Synchro Professional 4.4 to define and communicate to your entire construction project delivery team what, when and where work is occurring on your project. Synchro Professional 4.4 can work either standalone – managing the project model independently – or in combination with Synchro Server in managing collaborative access to a centralised project model. Tabel 9.4: synchro
Model checker software Solibri Model Checker Bedrijf: Solibri Naam platform Website: Solibri Model Checker http://www.solibri.com Categorie: Architectuur Samenvatting: Solibri Model Checker™ is out of the box software solution (Patent Pending) that analyzes Building Information Models for integrity, quality and physical safety. The system offers easy-to-use visualization with an intuitive walk-in functionality. With a single mouse click, the system X-rays the building model and reveals potential flaws and
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
39
weaknesses in the design, highlights the clashing components and checks that the model complies with the building codes and organization’s best practices. Solibri Model Checker™ adds value throughout the life cycle of the building. It is extensively used a growing number of building owner and users, construction companies, architects and engineering firms. Tabel 9.5: solibri
Constructieve rekensoftware MatrixFrame Bedrijf: Matrix Software Naam platform Website: MatrixFrame http://www.matrix-software.com Categorie: Constructieve rekensoftware Samenvatting: MatrixFrame is een modern softwareprogramma voor bouwtechnische sterkteberekeningen. Het bestaat uit modules voor doorgaande liggers, 2D en 3D raamwerken, balkroosters, vlakke plaatvloeren en wanden. Samen maken ze gebruik van hetzelfde rekenhart, de motor achter de software en additionele functionaliteiten, zoals normcontroles en generatieve processen. Hierdoor is het werken met verschillende constructiemodellen binnen één omgeving eenvoudig en gebruikersvriendelijk. Tabel 9.6: matrixframe
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
40
9.2
Bijlage II
In bijlage II is een overzicht te zien van alle concrete resultaten in de vorm van screenshots. Koppeling Revit – Navisworks
Figuur 9.1: geometrie navisworks, revit
Figuur 9.2: data bureau, revit - navisworks
Figuur 9.3: data ruimte, revit - navisworks
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
41
Figuur 9.4: data muur, revit - navisworks
Koppeling Archicad – Navisworks
Figuur 9.5: geometrie navisworks, archicad
Figuur 9.6: data bureau, archicad - navisworks
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
42
Figuur 9.7: data muur, archicad - navisworks
Figuur 9.8: data ruimte, archicad - navisworks
Koppeling Revit – Synchro
Figuur 9.9: geometrie synchro, revit
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
43
Figuur 9.10: data bureau, revit - synchro
Figuur 9.11: data muur, revit - synchro
Figuur 9.12: data ruimte, revit - synchro
Koppeling Archicad – Synchro
Figuur 9.13: geometrie synchro, archicad
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
44
Figuur 9.14: data bureau, archicad - synchro
Figuur 9.15: data ruimte, archicad - synchro
Figuur 9.16: data muur: archicad - synchro
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
45
Koppeing Revit – Solibri
Figuur 9.17: geometrie solibri
Figuur 9.18: data bureau, revit - solibri
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
46
Figuur 9.19: data muur, revit - solibri
Figuur 9.20: data ruimte, revit - solibri
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
47
Koppeling Archicad – Solibri
Figuur 9.21: geometrie solibri, archicad
Figuur 9.22: data bureau, archicad - solibri
Figuur 9.23: data muur, archicad - solibri
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
48
Figuur 9.24: data ruimte, archicad - solibri
Koppeling Revit – MatrixFrame
Figuur 9.25: geometrie matrixframe, revit
Koppeling Archicad – MatrixFrame
Figuur 9.26: geometrie matrixframe, archicad
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
49
Koppeling vanaf Synchro
Figuur 9.27: data planning synchro, revit
Figuur 9.28: data planning synchro, archicad
IT’S A BIMMING BUSINESS
4 juli 2012
50