ONTWERP OVEREENKOMST
Deze overeenkomst bestaat uit twee delen: de algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden. 1. De algemene voorwaarden Op deze overeenkomst zijn van toepassing de “algemene voorwaarden van toepassing op de concessie van stadseigendommen”. De concessiehouder verklaart uitdrukkelijk een kopie van deze algemene voorwaarden te hebben ontvangen en hiervan geen verdere opsomming in deze overeenkomst te verlangen. Een exemplaar van de algemene voorwaarden wordt als bijlage aan de huidige overeenkomst gehecht na door iedereen te zijn geparafeerd. 2. De bijzondere voorwaarden De bijzondere voorwaarden beschrijven de persoonlijke gegevens en variabelen van de overeenkomst en eventuele aanvullingen op en afwijkingen van de algemene voorwaarden. De bijzondere voorwaarden hebben voorrang op de algemene voorwaarden voor zover zij daarmee tegenstrijdig zouden zijn.
BIJZONDERE VOORWAARDEN
Artikel 1: Voorwerp – gekende erfdienstbaarheden De stad verleent in concessie de volgende standplaatsen op het openbaar domein van de stad Antwerpen, met name, Lot 1.- Ernest Van Dijckkaai, SK 21, naast het frietkraam Lot 2.- Wapper aan de Meir, naast het voormalig Koninklijk Paleis Lot 3.- Stadspark, Quinten Matsijslei, ter hoogte van de Lange Kievitstraat Lot 4.- Beukenlaan, ter hoogte van de ingang van het Nachtegalenpark Lot 5.- Middelheimlaan, aan de ingang van het beeldenmuseum Lot 6.- Park Spoor Noord, verharde inkomzone in de Ellermanstraat Lot 7. - Park Spoor Noord, verharde inkomzone in de Viséstraat/Halenstraat/Van Kerckhovestraat aangeduid op het plan in bijlage, hierna genoemd “het goed”.
Artikel 2: Bestemming De standplaats wordt in concessie verleend voor de verkoop van consumptie-ijs. De verkoop van kwalitatief schepijs heeft de voorkeur. Buiten het zomerseizoen in de periode, vanaf 1 oktober tot en met 30 maart wordt een beperkte verkoop van wafels toegelaten. De verkoop van andere artikelen is uitdrukkelijk verboden. De concessiehouder mag zijn waren slechts te koop aanbieden vanuit het in concessie gegeven goed. Hij zal steeds zuivere en onvervalste waren van eerste kwaliteit gebruiken.
1
De concessiehouder is verplicht de standplaats te laten registreren als vestigingseenheid in de Kruispuntbank van Ondernemingen, via het ondernemingsloket.
Artikel 3: Termijn Basisduur De concessie wordt afgesloten voor een periode van 5 jaar. De concessie gaat in op 15 april 2015 en eindigt van rechtswege op 14 april 2020, zonder dat stilzwijgende verlenging kan worden ingeroepen. De concessiehouder en de stad mogen steeds een einde stellen aan de lopende concessieovereenkomst met een opzegging bij aangetekende brief en met een opzegtermijn van 3 maanden, ingaande op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de opzeg gedaan wordt. Moeilijke exploitatie De concessiehouder kan geen aanspraak maken op verlenging van de termijn wegens moeilijke exploitatie, hinder of schade van welke aard ook, guur weer, slechte zomer of om het even welk ander ongemak waarmee de exploitatie gepaard gaat. Schorsing De stad heeft te allen tijde het recht de concessie tijdelijk of gedeeltelijk te schorsen voor het uitvoeren van werken, voor politiemaatregelen, feesten of betogingen, enz.; deze opsomming is niet beperkend. Om dezelfde redenen heeft de stad te allen tijde het recht de standplaats tijdelijk te doen verplaatsen. In geen van deze gevallen, ook niet in het geval van overmacht of uit hoofde van om het even welke onvoorziene oorzaak, kan de concessiehouder aanspraak maken op schadevergoeding of verlenging van de termijn. Vragen tot vermindering van de vergoeding, gesteund op het tijdelijk verplaatsen of schorsen van de standplaats worden naar billijkheid onderzocht. Einde bij gebrek aan exploitatie Wanneer de stad vaststelt dat de standplaats, tijdens het zomerseizoen met name vanaf april tot en met september gedurende een maand, niet wordt geëxploiteerd zonder dat de stad hiervan op de hoogte werd gebracht, dan beschikt de stad van rechtswege over deze plaats en kan zij de exploitatie ervan opnieuw in concessie verlenen volgens de door haar vast te stellen voorwaarden. De concessiehouder zal in dat geval geen aanspraak kunnen maken op enige vergoeding.
Artikel 4: Vergoeding Vergoeding De basisvergoeding is gelijk aan het bedrag waarvoor de bieding wordt toegewezen + BTW.
Betaling De vergoeding is betaalbaar bij voorbaat en per kwartaal door overschrijving op bankrekeningnummer 091-0128553-57 van de stad in driemaandelijkse schijven van het geboden bedrag.
2
Artikel 5: Indexering De stad kan de vergoeding eenmaal per jaar aanpassen op de verjaardag van de inwerkingtreding van de overeenkomst volgens de wettelijke formule: basishuurprijs x nieuw indexcijfer = nieuwe huurprijs. aanvangsindexcijfer De basishuurprijs is de huurprijs vermeld in deze overeenkomst. Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer (gezondheidsindex) van de maand maart 2015. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de maand vóór de maand van de huurprijsaanpassing. De nieuwe huurprijs kan nooit lager zijn dan de laatst aangerekende geïndexeerde basishuurprijs.
Artikel 6: Waarborg De concessiehouder stelt een waarborg voor een bedrag gelijk aan 6 maanden vergoeding . De huurder stelt de waarborg op de hierna vermelde wijze en conform punt 4 van de algemene voorwaarden. • De concessiehouder stort de waarborg op een geïndividualiseerde en geblokkeerde rekening. • De concessiehouder stelt de waarborg door middel van een bankgarantie. • De concessiehouder stort de waarborg op rekeningnummer xxxx van de stad.
Artikel 7: Belastingen en taksen De onroerende voorheffing valt ten laste van de stad.
Artikel 8: Lasten en kosten Energieverbruik Het energieverbruik is ten laste van de concessiehouder conform punt 6 van de algemene voorwaarden. Het energieverbruik wordt rechtstreeks aan de concessiehouder gefactureerd door de nutsmaatschappijen.
Artikel 9. Onderhoud De concessiehouder moet er voor zorgen dat de standplaats en de omgeving in een straal van 50m daarvan steeds in onberispelijke staat verkeren en papier en alle andere soorten afval steeds onmiddellijk verwijderen. Hij plaatst afvalbakken in de omgeving van de verkoopstand. Het materiaal dat hij gebruikt zal steeds rein en in onberispelijke staat zijn. De concessiehouder moet zijn inrichting zo exploiteren dat hij geen schade toebrengt aan het openbaar domein, aan bomen en beplantingen en deze niet blootstelt aan schadelijke uitwasemingen of vochten. Hij moet zich gedragen naar de onderrichtingen die het stedelijk bedrijf stads-en buurtonderhoud hem daartoe verstrekt.
3
Alle schade inbegrepen deze veroorzaakt door uitwasemingen of door inwerking van vochten of gassen, zal door de stad geschat worden en door de concessiehouder moeten worden vergoed.
Artikel 10: Verzekeringen 10.1 Brandverzekering Door de concessiehouder opgerichte gebouwen en constructies De concessiehouder verbindt er zich toe de door hem opgerichte constructies voor de totale waarde te verzekeren tegen brand en aanverwante gevaren.
10.2 Wijzigingen D e stad behoudt zich het recht voor de verzekeringsverplichtingen van de concessiehouder te wijzigen tijdens de duur van de concessie bij aanpassing van de afspraken tussen de stad en haar verzekeraar. De concessiehouder verbindt zich ertoe op eerste verzoek van de stad de door hem afgesloten verzekering te laten aanpassen.
10.3 Burgerlijke aansprakelijkheid De concessiehouder zal een verzekering voor Burgerlijke aansprakelijkheid afsluiten. Deze polis bevat de volgende clausule. “ De verzekeringsmaatschappij verbindt zich de stad te verwittigen ingeval de premie niet zou betaald worden en onderhavige polis zal slechts kunnen vernietigd worden één maand na kennisgeving ervan, bij aangetekend schrijven, door de verzekeringsmaatschappij aan de stad”. 10.4 Inboedel De concessiehouder zal zelf een verzekering afsluiten voor zijn inboedel, bij een verzekeringsmaatschappij naar keuze; in dit verzekeringscontract zal de clausule “afstand van verhaal” opgenomen worden. 10.5 Informatieplicht De concessiehouder zal aan de stad een afschrift van de polissen en het bewijs van betaling van de premies voorleggen.
Artikel 11: Bijkomende bijzondere voorwaarden 11.1 In aanvulling van artikel 3 komen beide partijen het volgende overeen: De concessie is te allen tijde intrekbaar wegens het feit dat de standplaats niet wordt uitgebaat voor de verkoop van consumptie-ijs en om redenen van algemeen belang, zonder dat de concessiehouder op enige vergoeding aanspraak kan maken. 11.2 Richtlijnen inplanting De concessiehouder aanvaardt, zonder uitzondering noch voorbehoud, de ligging van de standplaats, zoals ze zich voordoet, met al de gevolgen die er zouden kunnen uit voortvloeien. Hij wordt geacht de ligging van de standplaats goed te kennen. Volgende specifieke voorschriften zijn van toepassing op de locatie: Lot 1.- Ernest Van Dijckkaai, Scheldekaai 21
4
De standplaats ligt vlak naast het frietkraam aan de rechterzijde ervan. De concessiehouder dient rekening te houden met het feit dat de standplaats in overstromingsgebied ligt; hij kan geen enkele schadevergoeding eisen bij een eventuele overstroming. Lot 2.- Wapper aan de Meir, naast het voormalig Koninklijk Paleis Gelet op het autovrije karakter van de locatie, is het verboden om ijs te verkopen vanuit een gemotoriseerd voertuig; op deze locatie dient een mobiel kraam geplaatst te worden. Het uitzicht van het kraam dient vooraf te worden goedgekeurd door DE STAD. Lot 3.- Stadspark, ter hoogte van de Kievitstraat De standplaats situeert zich op de verharde weg dicht bij de ingang van de Quinten Matsijslei. De opstelling van de ijskar mag niet gebeuren op het grasveld of in de nabijheid ervan. De ijskar mag geen hinder vormen voor dienstvoertuigen, fietsen en parkbezoekers. Lot 4.- Beukenlaan, ter hoogte van de ingang van het Nachtegalenpark Het voertuig mag niet in het midden van de toegangsweg staan, noch op het fiets- of voetpad; de opstelling dient zo georganiseerd te worden dat de eventuele rij van wachtende klanten het fietspad- of voetpad niet hindert. Lot 5.- Middelheimlaan, aan de overkant van de hoofdingang van het Beeldenmuseum De opstelling dient zo georganiseerd te worden dat de eventuele rij van wachtende klanten het fietspad- of voetpad niet hindert. Lot 6.- Park Spoor Noord Oostkant, inkompartij Ellermanstraat De standplaats situeert zich op de verharde inkomzone met parking. De concessie wordt onderbroken voor wegenwerken gedurende 100 dagen voorzien vanaf 15 april 2015 tot 10 juli 2015 of vanaf de start tot het einde der wegenwerken. Lot 7. - Park Spoor Noord Oostkant, inkompartij Viséstraat/Halenstraat/Van Kerkchovestraat De standplaats situeert zich op de verharde inkomzone met parking. De concessie wordt onderbroken voor wegenwerken voorzien vanaf 22 maart tot 27 november 2017 of vanaf de start tot het einde der wegenwerken. 11.3 Veiligheidsvoorwaarden In aanvulling van punt 11 van de algemene voorwaarden komen beide partijen overeen dat: 1. Andere manifestaties op eenzelfde plaats en datum niet gestoord mogen worden. 2. Bij verkeerstechnische moeilijkheden door de politie steeds bijkomende beperkingen kunnen worden opgelegd, anders dan vervat in de huidige afspraken. 3. De concessiehouder laat voldoende ruimte beschikbaar om mindervalide personen een vlotte doorgang te bieden. De concessiehouder zal hiervoor de nodige schikkingen treffen en hen alle mogelijke faciliteiten bieden. 4. De concessiehouder moet jaarlijks een medisch attest kunnen voorleggen dat aantoont dat hij geen drager is van de TBC-bacil. 5. De concessiehouder dient te voldoen aan de standaardvoorwaarden voor brandpreventie die hij kan raadplegen op de website van de brandweer: http://www.antwerpen.be/docs/Stad/Onafhankelijke_diensten/Brandweer/preventie/Bran dpreventie%20evenementen/standaardvoorwaarden_2014.pdf Volgende bepalingen zijn vervat in de politiecodex, titel 1, hoofdstuk 3 “openbare veiligheid en vlotte doorgang”, Afdeling 6 “voorwaarden ter bescherming tegen branden paniekrisico’s van toepassing op de afdelingen 3, 4 en 5 van hoofdstuk 3”:
5
Art. 133: de opstellingen en de activiteiten mogen geen hinder vormen voor een vlotte en veilige ontruiming van de tijdelijke inrichting, noch van de aangrenzende gebouwen. Art. 136: de opstelling en de activiteiten mogen geen hinder vormen voor de hulpdiensten. Art. 137.1: voor de voertuigen van de hulpdiensten moet te allen tijde een vrije doorgang van 4m breed en 4m hoog gegarandeerd worden om de aangrenzende bebouwing te kunnen bereiken. Art. 140: de ondergrondse en bovengrondse watermonden moeten steeds vrij zijn en goed bereikbaar blijven voor de hulpdiensten. Het is verboden om op een afstand van minder dan 1m van de watermonden iets te plaatsen wat niet onmiddellijk, eenvoudig en volledig verplaatst kan worden.
Artikel 12: Woonstkeuze Voor de uitvoering van deze overeenkomst kiezen de partijen woonst: de stad: Francis Wellesplein 1 te 2018 Antwerpen; de concessiehouder : straat en nummer, postcode en stad,
Opgemaakt te Antwerpen op datum in drie exemplaren waarvan de stad en de concessiehouder hierbij verklaren elk een exemplaar te hebben ontvangen. Het derde exemplaar is bestemd voor de registratie.
Voor de concessiehouder
() ()
Voor de stad Antwerpen, Namens het college van burgemeester en schepenen Bij machtiging van 8 januari 2013 De stadssecretaris
De afgevaardigde schepen
Roel Verhaert
Philip Heylen
6
Bijlagen algemene voorwaarden plan
7
ALGEMENE VOORWAARDEN van toepassing op de concessies van stadseigendommen 1. Plaatsbeschrijvende staat (niet van toepassing) 2. Bestemming De concessiehouder krijgt het goed in concessie voor de bestemming omschreven in artikel 2 van de bijzondere voorwaarden. Het is de concessiehouder verboden zonder voorafgaande schriftelijke toelating van de stad deze bestemming te wijzigen. Wanneer de concessiehouder zonder toestemming van de stad de bestemming wijzigt, is dit een grond tot de van rechtswege ontbinding van de concessieovereenkomst. De concessiehouder verbindt zich ertoe alle toepasselijke, wettelijke en reglementaire voorschriften over de uitoefening van zijn activiteiten en het gebruik van het goed te eerbiedigen, zoals bijvoorbeeld het aanvragen van de daarvoor noodzakelijke bestuurlijke toelatingen. Hij wordt geacht hierover alle informatie te hebben ingewonnen. De concessiehouder en hij alleen staat in voor het bekomen van de vereiste toelatingen. De stad draagt hiervoor geen enkele verantwoordelijkheid. De concessiehouder kan dan ook op geen enkele wijze aanspraak maken op enige vergoeding of wijziging aan de voorwaarden van deze overeenkomst omwille van het niet of onder voorwaarden verkrijgen van de vereiste bestuurlijke toelatingen.
3. Concessievergoeding De concessiehouder betaalt de concessievergoeding bepaald in artikel 4 van de bijzondere voorwaarden volgens de modaliteiten bepaald in dit artikel 4. Bij het overschrijden van de betalingsdatum is van rechtswege en zonder dat een ingebrekestelling noodzakelijk is, aan de stad een intrest verschuldigd gelijk aan de wettelijke intrest.
4. Waarborg Om de goede en volledige uitvoering van zijn verplichtingen te waarborgen stelt de concessiehouder de waarborg bepaald in artikel 6 van de bijzondere voorwaarden op één van de hierna vermelde wijzen en conform de daaraan verbonden voorwaarden. De waarborg zal eveneens bij de progressieve opbouw van de vergoeding en/of op het einde van elke driejarige periode door de concessiehouder worden aangepast zodat hij opnieuw overeenstemt met het aantal maanden vergoeding bepaald in artikel 6 van de bijzondere voorwaarden. Ingeval DE STAD de verstrekte waarborg zou moeten aanspreken en geheel of gedeeltelijk gebruiken, zal de concessiehouder binnen de maand de waarborg tot het in artikel 6 van de
8
bijzondere voorwaarden vastgestelde bedrag of in toepassing van deze alinea aangepast bedrag hernieuwen of aanvullen.
4.1 Geblokkeerde rekening De concessiehouder zal onmiddellijk na het volstorten van deze waarborg de stad op de hoogte brengen van de naam van de bank en het nummer van de rekening. Op verzoek van de stad zal de concessiehouder het stortingsbewijs van de waarborgsom voorleggen. Over de waarborgsom inclusief de gekapitaliseerde intresten kan alleen worden beschikt na voorlegging van een geschreven akkoord tussen de concessiehouder en de stad opgemaakt ten vroegste na beëindiging van de overeenkomst of afschrift van een rechterlijke beslissing. De borgsom zal worden vrijgegeven bij het einde van onderhavige concessie, voor zover de concessiehouder aan al zijn verplichtingen zal hebben voldaan. 4.2 Bankgarantie De bankgarantie wordt verstrekt door een Belgische financiële instelling. De bankgarantie dient geldig te blijven tot minstens 90 dagen na het beëindigen van de concessieovereenkomst. Ingeval de stad de verstrekte waarborg zou moeten aanspreken en geheel of gedeeltelijk gebruiken, zal de concessiehouder binnen de maand de waarborg tot het in artikel 6 van de bijzondere voorwaarden vastgestelde bedrag of aangepast bedrag hernieuwen of aanvullen. 4.3 Borg in speciën Ingeval de stad de verstrekte waarborg zou moeten aanspreken en geheel of gedeeltelijk gebruiken, zal de concessiehouder binnen de maand de waarborg tot het in artikel 6 van de bijzondere voorwaarden vastgestelde bedrag of aangepast bedrag hernieuwen of aanvullen. Dit bedrag zal aan de concessiehouder worden terugbetaald nadat bij het einde van de concessieovereenkomst de goede en volledige uitvoering van al de verplichtingen van de concessiehouder zal zijn vastgesteld door de stad, zonder dat het gestorte bedrag interest opbrengt voor concessiehouder.
5. Belastingen en taksen De concessiehouder draagt de kosten van alle taksen en belastingen, van welke aard ook, verbonden aan het gebruik en het genot van het in concessie gegeven goed. In artikel 7 van de bijzondere voorwaarden is opgenomen ten laste van welke partij de onroerende voorheffing valt. De concessiehouder wordt verondersteld bij aanvang van de overeenkomst alle nuttige inlichtingen te hebben ingewonnen over de aard en het bedrag van de belastingen en taksen; de concessiehouder zal uit dien hoofde niet het minste bezwaar kunnen doen gelden tegenover de stad, noch daarin aanleiding vinden om vermindering van de vergoeding of aanpassing van de overige voorwaarden te eisen. Ook eventueel in de toekomst verschuldigd zijnde BTW komt volledig ten laste van de concessiehouder.
6. Energieverbruik - Lasten en kosten Het privatieve verbruik van gas, elektriciteit, brandstof, water, telefoon en andere nutsvoorzieningen evenals de huur en de kosten van de meters en toestellen, zoals
9
abonnement, plaatsing of afsluiting of vervanging bij opname van de standen zijn ten laste van de concessiehouder. De hierboven vermelde lasten en kosten worden bij voorkeur rechtstreeks door de maatschappijen aan de concessiehouder gefactureerd Artikel 8 van de bijzondere voorwaarden bepaalt of het energieverbruik en deze lasten en kosten rechtstreeks door de maatschappijen aan de concessiehouder worden gefactureerd dan wel of de stad deze kosten doorrekent aan de concessiehouder. Indien rechtstreekse facturatie door de maatschappijen onmogelijk is zal DE STAD deze kosten doorrekenen aan de concessiehouder, of de kosten voor dit verbruik terugvorderen op basis van tussenmeters of op basis van de verdeelsleutel(s) opgenomen in artikel 8 van de bijzondere voorwaarden. De concessiehouder zal de stad vergoeden voor elk nadeel dat voor de stad zal ontstaan uit de vertraging te wijten aan de concessiehouder bij het betalen van de door de concessiehouder te dragen kosten. Bij het overschrijden van de betalingsdatum van de energiefacturen zal de concessiehouder van rechtswege en zonder dat een ingebrekestelling noodzakelijk is, een intrest, gelijk aan de wettelijke intrest, verschuldigd zijn. De stad behoudt zich het recht voor om bij ontstentenis van betaling, in samenspraak met de betrokken energieleverancier, maatregelen te nemen of de levering van energie te staken.
7. Onderhoud en herstelling – uitvoering werken (niet van toepassing)
8. Uithangborden – Antennes (niet van toepassing)
9. Overdracht - subconcessie De concessiehouder kan de concessie overdragen of het in concessie gegeven goed in subconcessie geven met de uitdrukkelijke voorafgaande en geschreven toestemming van de stad wiens toestemming zal afhankelijk kunnen worden gesteld van de voorwaarden die zij nodig acht. Deze bepaling is niet van toepassing op terbeschikkingstellingen van korte duur in het kader van de bestemming opgenomen in artikel 2 van de bijzondere voorwaarden.
10. Verhuring of concessie voor gelijkaardige bestemming De stad en/of de stad kunnen in de nabije omgeving goederen voor een gelijkaardige bestemming verhuren of in concessie geven, zonder dat de concessiehouder enig bezwaar kan doen gelden of aanspraak kan maken op enige schadevergoeding, vermindering van de concessievergoeding of verbreking van de overeenkomst.
10
11. ( Brand)veiligheid Algemeen De concessiehouder moet zijn overeenkomst op het eerste verzoek van politie of stadsafgevaardigden kunnen tonen. De concessiehouder moet zich stipt gedragen naar de bevelen en onderrichtingen, die de politie, brandweer en afgevaardigden van de stad of de stad hem geven. De stad vestigt de aandacht op volgende reglementeringen die hij moet respecteren in verband met de openbare veiligheid. 1. De concessiehouder leeft de verkeersreglementering op de “Politie van het Wegverkeer” na vervat in het KB van 1 december 1975. 2. De concessiehouder leeft de geluidsbeschikkingen na van het KB van 24 februari 1977 over de naleving van de geluidsnormen in private en openbare instellingen. 3. De concessiehouder mag op geen enkele wijze de voorbijgangers of het verkeer hinderen, inclusief het voetgangers-, fietsers- en tramverkeer. 4. De wagen of het kraam mag geen overlast betekenen voor de omgeving op gebied van lawaai, geur en afval. 5. De concessiehouder moet de wagen of het kraam zo plaatsen dat het geen gevaar loopt om te worden aangereden of het slachtoffer te worden van vandalisme. 6. De concessiehouder treft de nodige maatregelen om het in concessie gegeven goed, de wagen of het kraam en de omgeving voor brandgevaar te behoeden conform de geldende reglementaire, wettelijke en/of decretale bepalingen.. 7. De concessiehouder moet een vrije doorgang (minstens 4 meter) van hulp- en veiligheidsdiensten waarborgen. 8. De concessiehouder die als werkgever optreedt en werknemers tewerkstelt respecteert de bijkomende verplichtingen opgelegd door het algemeen reglement op de arbeidsbescherming (ARAB) of de codex over het welzijn op het werk. De concessiehouder treft de nodige maatregelen om in de mate van het mogelijke, ingeval van brand, met eigen middelen reeds de eerste blussingswerken te verrichten. De concessiehouder dient zich te houden aan de standaardvoorwaarden die de brandweer oplegt.
12. Bewaking De stad neemt geen beveiligingsplicht op zich. De concessiehouder staat zelf in voor een degelijke beveiliging die rekening houdt met de aard van het goed en de bestemming waarvoor de concessie werd toegestaan. De concessiehouder alleen is aansprakelijk, ter algehele ontlasting van de stad, voor alle schade en ongevallen, die rechtstreeks of onrechtstreeks en aan gelijk wie of wat veroorzaakt zouden worden als gevolg van het gebruik van het in concessie gegeven goed door zijn aangestelden, vertegenwoordigers, ondergeschikten en in het algemeen alle personen waarvoor de concessiehouder wettelijk aansprakelijk is.
13. Nazicht De stad behoudt zich het recht voor op eenvoudig verzoek het in concessie gegeven goed te allen tijde door haar afgevaardigden te doen bezoeken om na te gaan of de concessiehouder
11
de voorwaarden van deze overeenkomst naleeft. De concessiehouder moet zich gedragen naar de aanwijzingen van de afgevaardigden van de stad voor alle kwesties die buiten het beheer, werking en beleid van zijn exploitatie vallen.
14. Einde openbaar nut Om reden van openbaar nut kan de stad eenzijdig de bij onderhavige akte verleende concessie beëindigen of de voorwaarden ervan wijzigen. De stad zal alsdan aan de concessiehouder een schadevergoeding verschuldigd zijn, waarvan het bedrag bij onderling akkoord tussen de stad en de concessiehouder zal bepaald worden. Wanneer in onderling overleg geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt de schadevergoeding bepaald door een onafhankelijke deskundige, die in gemeen overleg tussen de stad en de concessiehouder wordt aangesteld.
15. Ontbinding - wederverhuringsvergoeding In geval van ontbinding van onderhavige overeenkomst ten laste van de concessiehouder zal deze aan de stad een forfaitaire schadevergoeding betalen gelijk aan zes maanden concessievergoeding (zoals van toepassing op het moment van de ontbinding), naast de concessievergoeding en de lasten van het lopende kwartaal verhoogd met de onkosten, uitgaven en ongeacht welke kosten voortvloeien uit de ontbinding.
16. Hoofdelijkheid De concessiehouders en hun erfgenamen of rechthebbenden ten welke titel ook, zijn hoofdelijk en ondeelbaar gehouden met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst.
17. Faillissement - Statutenwijziging In geval van faillissement, vrijwillig of gerechtelijk, concordaat, bankroet, nietigverklaring of in vereffeningstelling van de concessiehouder, zal de stad het recht hebben, indien zij dit wenst, zonder opzeggingstermijn een eind te maken aan de concessieovereenkomst, door bij post aangetekende brief. In dat geval is de concessiehouder een wederverhuringsvergoeding verschuldigd gelijk aan zes maanden concessievergoeding, zonder vermindering van de andere verplichtingen van deze overeenkomst, die hem ten laste worden gelegd in geval van vroegtijdige ontbinding. In dat geval zal bovendien de waarborg aan de stad verworven blijven. Elke met betrekking tot de uitvoering van onderhavige overeenkomst relevante wijziging van de statuten van de concessiehouder dient onmiddellijk ter kennis van de stad te worden gebracht.
18. Naleving voorwaarden contract De concessiehouder machtigt de stad om op zijn kosten en gevaar te handelen, indien hij nalatig blijft in het stipt naleven van één der opgelegde voorwaarden. Hij zal al de daardoor veroorzaakte kosten onmiddellijk betalen, op eerste verzoek van de stad. Indien de concessiehouder zich niet gedraagt naar de beschikkingen van de concessieovereenkomst of naar de bevelen van de stad in deze, wordt hem, na een formele
12
ingebrekestelling voor elke overtreding of nalatigheid, een schadevergoeding van 50 euro per dag aangerekend. Deze schadevergoeding is slechts opeisbaar na verloop van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, met 1 maand als minimumtermijn. De termijn dient in verhouding te staan met de aard van de overtreding of nalatigheid en de tijd nodig om deze recht te zetten. De ingebrekestelling wordt per aangetekend schrijven gericht aan de ondertekenaar van de overeenkomst of diens rechtsopvolgers. Het niet naleven van de verplichtingen kan onder meer leiden tot aanrekening van noodzakelijke herstellingskosten of de tijdelijke aanrekening van een hogere concessievergoeding. Bij herhaalde vastgestelde zwaarwichtige inbreuken heeft de stad het recht de concessieovereenkomst te verbreken, zonder recht op enige vergoeding voor de concessiehouder.
19. Einde overeenkomst Bij het beëindigen van de concessie zijn volgende regels van toepassing. De concessiehouder moet het goed volledig ontruimd en in een degelijke staat van onderhoud, ter beschikking stellen van de stad. De concessiehouder mag geen verontreiniging veroorzaken en dient bij de beëindiging van de concessie elke door zijn toedoen aanwezige vervuiling of gevaarlijke stof op zijn kosten en risico te verwijderen; de concessiehouder is eveneens aansprakelijk voor vervuiling die wordt vastgesteld na het beëindigen van de concessie en die aan hem kan worden toegeschreven.
20. Deelbaarheid Indien één van de clausules van huidige overeenkomst nietig wordt verklaard, zal deze nietigheid de geldigheid van andere clausules niet aantasten. In het geval dat dergelijk nietige clausule de aard van de overeenkomst zou aantasten zal elke partij zijn best doen om onmiddellijk en te goeder trouw een geldige clausule te onderhandelen ter vervanging.
21. Kosten akte Het zegel- en registratierecht en alle andere kosten waartoe deze akte kan aanleiding geven, zijn uitsluitend voor rekening van de concessiehouder.
22. Registratie en verklaring pro fisco De concessiehouder staat in voor registratie van de overeenkomst. De registratierechten, eventuele geldboeten wegens laattijdigheid en zegelrecht alsmede alle gevolgen bij verzuim van registratie vallen volledig ten laste van de concessiehouder. Partijen verklaren voor de heffing van de registratierechten de niet in getallen uitgedrukte last met betrekking tot deze overeenkomst te schatten op 5% van de jaarlijkse concessievergoeding.
23. Geschillen en betwistingen
13
Voor de beslechting van geschillen voortvloeiend uit onderhavige overeenkomst, zijn enkel de rechtbanken van Antwerpen bevoegd.
14