Bijlage 1 oktober 2012
Bijna 30.000 Vlaamse jongeren nemen antidepressiva 1. Gebruik van antidepressiva CM onderzocht het gebruik van antidepressiva van jongeren van 0 tot 25 jaar van 2001 tot en met 2011. Grafiek 1
Het getal in vet is het absolute cijfer van Vlaamse gebruikers (extrapolatie van CM-leden). Totaal: 28.565 jongeren. Grafiek 2
Grafiek 3
Grafiek 4
Grafiek 5
DDD staat voor Doorsnee Dag Dosis, dat is de standaarddosering voor een volwassene per dag. Voor kinderen is dat de helft, namelijk 180 DDD per jaar. Wat lezen we in deze tabel? -
Per jaar staat elke gebruiker gerangschikt volgens het aantal dagdosissen dat hij dat jaar genomen heeft: van laag (beneden) tot hoog (bovenaan) verbruik. Het groene bolletje is het gemiddelde, dat tussen 2001 en 2011 steeg van 104 DDD tot 176 DDD. Het zwarte bolletje is de mediaan. Het verticale balkje en lijn geven de spreiding weer van het verbruik. Hoe langer deze zijn, hoe groter de spreiding. Hier zien we dus dat er op tien jaar tijd steeds meer langere kuren zijn.
Grafiek 7
2. Omkadering Over het algemeen is onze jeugd vrij gelukkig, zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Zo blijkt uit de CM-geluksbarometer 2012 dat het gemiddelde geluksgevoel van 18- tot 25-jarigen iets hoger ligt dan de volwassen Vlaamse bevolking. Jongeren scoren 4,85 op 7 op de wetenschappelijke Schaal voor Subjectief geluk tov een gemiddelde geluksscore van 4,69 op 7 bij de volwassen Vlaamse bevolking. Toch is er een groeiende groep jongeren die zich slecht in zijn vel voelt: -
-
-
Iets meer dan de helft (54 procent) van de Belgische jongeren tussen 15 en 25 jaar beschouwt zichzelf als gelukkig. Eén op de zeven voelt zich ongelukkig. Toch blijken Belgische ‘Millennials’ minder tevreden dan hun leeftijdgenoten in Nederland, waar ruim 65 procent zegt gelukkig te zijn. Dat blijkt uit de resultaten van een grootschalige studie van het marktonderzoeksbureau InSites Consulting bij meer dan 4.000 jongeren in zestien landen. 20 procent van de meisjes en 15 procent van de jongens uit het secundair onderwijs hebben al twee keer of meer gedacht aan zelfdoding (studie Jongeren en Gezondheid 2010 van de Universiteit Gent). Een vierde van de meer dan 50.000 patiënten die kwamen aankloppen in 2011 bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg was jonger dan 17.
Hoe komt het dat er een groeiende groep jongeren zich slecht in zijn vel voelt? De verklaring is te vinden in persoonlijke factoren (erfelijke aanleg, persoonlijkheid,…), familiale factoren (meer onstabiele gezinsverbanden, o.a. echtscheidingen,…) en maatschappelijke factoren (prestatiesamenleving,…). 3. Totaalaanbod in geestelijke gezondheidszorg Voor CM kan het voorschrijven en nemen van een antidepressivum slechts een onderdeel zijn van een totaalaanbod tegen depressieve gevoelens: -
Preventie We moeten meer werken aan de mentale fitheid, die depressieve gevoelens helpt voorkomen, maar ook weerbaarder maakt als het even tegenzit. CM heeft een educatief pakket rond preventieve geestelijke gezondheidszorg in het Vlaamse onderwijs gelanceerd: ‘De Gelukzoekers’ (zie verderop). Maar ook in de omgeving van de jongere (het gezin, vrije tijd,…) en op het vlak van zelfzorg kan er nog meer aan preventie gedaan worden. De Pluk je geluk-campagne van CM, opgestart in september 2009, wil mensen via tal van initiatieven aanzetten om actief werk te maken van een gelukkiger leven. CM trekt nu als eerste ziekenfonds ook volop de kaart van de mentale gezondheid van jongeren.
-
Een minder prestatiegerichte samenleving Een samenleving die minder gericht is op prestaties zal ook de druk op kinderen en jongeren thuis, in het onderwijs en in de vrije tijd ten goede komen. De race naar steeds meer presteren creëert een spel van winnaars en verliezers. Ongeveer een op de tien kinderen lijdt aan een ernstige vorm van faalangst. Volgens psychologen, leraren en faalangsttrainers krijgen steeds meer jonge kinderen, ook kleuters, er last van. ‘Scholen zijn te veel
prestatiebarakken en te weinig leerhuizen’, zegt Willy Lens, motivatiepsycholoog in een artikel in Klasse voor ouders. Daarnaast zouden psychische problemen uit de taboesfeer moeten geraken en veel beter bespreekbaar moeten worden. Jongeren moeten doorverwezen worden naar de relevante hulpverlening voordat de situatie uit de hand loopt. Het taboe rond gezondheidsproblematieken als depressie en suïcide) moet doorbroken worden. We moeten vermijden dat kinderen doorschuiven naar de geestelijke gezondheidszorg als ze ten einde raad zijn. -
Meer toegankelijke en kwaliteitsvolle geestelijke gezondheidszorg De huisarts heeft een coördinerende rol, o.a. in het al dan niet verwijzen naar de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg. Deze centra kampen met wachtlijsten en lange wachttijden. Er zijn daar meer handen nodig. Daarnaast zou psychotherapie door psychotherapeuten (die geen arts zijn) moeten terugbetaald worden door de ziekteverzekering. Sommige ziekenfondsen, waaronder CM, doen dit deels al. CM-leden tot 25 jaar krijgen voor zes sessies de helft van het honorarium van erkende psychotherapeuten terugbetaald. Het is pas na de wettelijke erkenning van het beroep van psychotherapeut, dat er kan gestart worden met de terugbetaling van psychotherapie door de ziekteverzekering.
4. De Gelukzoekers De Vlaamse overheid promoot actief het werken aan de gezondheid en het welbevinden van de leerlingen. In zijn nieuw actieplan zet minister Vandeurzen verder in op suïcidepreventie onder meer via de preventiecoaches. Preventiecoaches dienen zich in te zetten voor een geestelijk gezondheidsbeleid op school in samenwerking met de onderwijsnetten, luidt een van de maatregelen. De vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs geven expliciet aan dat er moet gewerkt worden aan lichamelijke en mentale gezondheid. Maar terwijl er al heel wat ondersteunend materiaal bestaat op het vlak van voeding en beweging, is het aanbod voor geestelijke gezondheid erg beperkt. Er lopen in Vlaanderen nu al waardevolle proefprojecten zoals cursussen mindfulness voor jongeren, maar nu heeft CM als eerste een aanbod naar scholen voor 14-16-jarigen, waar leerkrachten zelf mee aan de slag kunnen in de klas en in de school. De Gelukszoekers is een educatief pakket dat moet ingebed worden in het gezondheidsbeleid van de school. Via het informatieve spel en de bijhorende lessenreeks krijgen leerkrachten methodieken en tips aangereikt om jongeren (van de 2de graad secundair onderwijs) te leren hoe ze hun mentale veerkracht en geluk kunnen versterken. Deze interventie helpt jongeren om zich ervan bewust te maken dat geluk deels maakbaar is en om inzicht te krijgen in de strategieën die hun geluk en mentale veerkracht kunnen versterken in hun dagelijks leven. Want een sterkere mentale fitheid kan jongeren helpen om meer grip te krijgen op het leven, nu en in de toekomst. Het pakket stoelt op het CM-geluksplan, opgevat als een metroplan met zeven gelukslijnen gebaseerd op ‘de zeven principes van geluk’ beschreven door het Nederlandse Trimbos-instituut.
Elke gelukslijn bevat haltes met concrete tips om dagelijks werk te maken van geluk en dat van anderen. De leerlingen sporen naar duurzaam geluk door te reizen op het metronetwerk met zeven gelukslijnen. Via concrete tips en opdrachten (schrijf-, teken- en praatopdrachten) worden ze aan het werk gezet om werk te maken van hun eigen geluk en dit toe te passen in hun dagelijks leven. Het integrale pakket sluit aan bij de vakoverschrijdende eindtermen van het secundair onderwijs en bij de Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen in het kader van suïcidepreventie. De Gelukzoekers is het resultaat van een samenwerking tussen CM, het Centrum Informatieve Spelen en Uitgeverij Van In. De Gelukzoekers is een onderdeel van de Pluk je geluk-campagne van CM, opgestart in september 2009, om mensen via tal van initiatieven aan te zetten om actief werk te maken van een gelukkiger leven. CM trekt nu als eerste ziekenfonds ook volop de kaart van de mentale gezondheid van jongeren. Meer info: www.cm.be/DeGelukzoekers en www.PlukJeGeluk.be. 5. Methodiek van het onderzoek Voor het onderzoek werden de gegevens van alle CM-leden tussen 0 en 25 jaar uit Vlaanderen en Brussel geanalyseerd, voor de jaren 2001 tot en met 2011. In 2011 ging dit over een groep van 996.282 jongeren, dat is 47 procent van alle Vlaamse en Brusselse jongeren van die leeftijd. De antidepressiva werden gedefinieerd als selectieve serotonine-heropnameremmers, niet selectieve monoamine-heropnameremmers en een restcategorie met overige antidepressiva. Binnen de totale groep van onderzochte antidepressiva maakten die in 2011 respectievelijk 72,1 procent, 3,4 procent en 24,5 procent uit.