BIJLAGEN AAN DE WEGWIJZER “STATUTEN & REGLEMENTEN” VRAAG & ANTWOORD
AMBULANTE ACTIVITEITEN VOOR HET GOEDE DOEL “Lex dura, sed lex” Vele Kiwanisclubs houden bij bepaalde evenementen (publieke feesten, kerstmarkten, tornooien, enz.) kraampjes waar zij voedingswaren of andere producten te koop aanbieden om hun sociale kas te spijzen of om aan bepaalde sociale acties te doen. Anderen verkopen rechtstreeks ten huize van de consument. Wat zeggen onze Belgische wetten hierover ? Vraag : Wat verstaat men onder “ambulante activiteit” ? Antwoord : Als ambulante activiteit wordt beschouwd elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten (lichamelijke roerende zaken) of diensten (alle prestaties die een daad van koophandel uitmaken of een ambachtsactiviteit) aan de consument, door een handelaar buiten de vestigingen vermeld in zijn inschrijving in de Kruispuntbank van ondernemingen of door een persoon (dus ook de niet-handelaar) die niet over een dergelijke vestiging beschikt. (art 2-§1 Wet van 25/06/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, gewijzigd door de wet van 4 juli 2005 en 20 juli 2006) Vraag : Welke ambulante activiteiten zijn niet onderworpen aan deze wet ? Antwoord : Art. 7-§1 van het K.B. van 24/09/2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten – B.S. 29/09/2006, bepaalt dat de verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten met een niet-commercieel karakter, niet onderworpen is aan de bepalingen van de wet (van 25/06/1993) wanneer zij aan alle volgende voorwaarden voldoet : - 1° plaatsvindt met een menslievend, sociaal, cultureel, educatief, sportief doel of wanneer zij als doel de verdediging en promotie van de natuur, de dierenwereld of de ambacht of streekproducten heeft ; - 2° occasioneel blijft ; - 3° wanneer ze zich beperkt tot de grenzen van een gemeente, zij voorafgaand toegelaten is door de burgemeester of zijn afgevaardigde ; - 4° wanneer zij de grenzen van een gemeente overschrijdt, zij voorafgaand toegelaten is door de Minister van Middenstand en Landbouw of de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd (Dienst Economische Vergunningen van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Dienst ECONOMISCHE Vergunningen? WTC III, Simon Bolivarlaan, 30 – 1000 Brussel tel 02 277 76 61). - wanneer de verkoop georganiseerd wordt door verenigingen of instellingen die fiscaal aftrekbare giften mogen ontvangen, erkend door de Federale Overheidsdienst Financiën, dan is de verkoop onderworpen aan een voorafgaande verklaring. - Bijkomende verplichtingen : o Wanneer de verkoop betrekking heeft op voedingswaren bedoeld in de reglementering inzake volksgezondheid, moeten deze waren bereid, bewaard, vervoerd en behandeld worden overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door deze reglementering inzake volksgezondheid (het FAVV, Simon Bolivarlaan, 30 -100 Brussel www.favv.be ). o Tijdens de verkoop dient elke verkoper herkenbaar te zijn door middel van een kenmerk dat het mogelijk maakt om de operatie te identificeren. o Na afloop van de activiteit moet de verantwoordelijke aan de overheid die hem de toelating heeft verleend, het bewijs van de bestemming van de fondsen tot het realiseren van het aangegeven doel, overhandigen binnen de 30 dagen volgend op het verstrijken van de geldigheid van de toelating. o De toelating is beperkt tot 1 jaar maar is hernieuwbaar; zij bevat de vermeldingen overgenomen van de aanvraag en kan meerdere acties beogen. Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 1 van 14
De toelating kan geweigerd worden en de actie kan verboden worden indien de voorgestelde verkopen geacht worden ernstige schade toe te brengen aan het bestaande handelsaanbod. In geval van humanitaire catastrofe, ramp of belangrijke schade kan de Minister bij algemene toelating, geldig voor een vastgestelde periode, elke verkoopsmanifestatie, gericht op het verlenen van hulp aan de slachtoffers van deze gebeurtenissen dekken. Binnen dit kader zijn de verantwoordelijken van deze manifestaties gehouden, afhankelijk van de situatie, ofwel de burgemeester of de Minister van de werkwijze van de manifestatie onverwijld op de hoogte te brengen. Deze algemene toelationg verleent geen vrijstelling inzake naleving van de andere bepalingen. o
Vraag : Waar kan men een “ambulante activiteit” houden ? Antwoord : - op openbare en private markten o markt = manifestatie ingericht of voorafgaand toegelaten door de gemeente om op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, personen samen te brengen die er producten of diensten verkopen. o openbare markt = markt georganiseerd door de gemeente, zelf beheerd of in concessie gegeven. o private markt = markt ingericht door een privé-initiatief, voorafgaand toegelaten door de gemeente. Controles zijn steeds mogelijk. - op de openbare weg, hiermede gelijkgesteld : parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, winkelgalerijen, stations- luchthaven- en metrohallen, plaatsen waar kermissen doorgaan. - op andere plaatsen van het openbaar domein (bv stadsparken, enz, voorzien in het gemeentereglement) - op de plaatsen grenzend aan de openbare weg (bv een privéterrein dat aan een openbare weg paalt) - op commerciële parkingplaatsen ( voornamelijk winkelparkings) - ten huize van de consument, voor een totale waarde van minder dan 250 € per consument. - aan de ingang van van en op plaatsen waar culturele en sportieve manifestaties plaatsvinden, tijdens het verloop van de manifestatie ; de verkoop moet bijkomstig blijven aan de manifestatie en de goederen en diensten moeten erop betrekking hebben. Vraag : Welke zijn de overtredingen en de straffen welke kunnen opgelegd worden ? Antwoord : Enkele overtredingen : - het uitoefenen van ambulante activiteiten zonder machtiging of het verderzetten van ambulante activiteiten nadat de machtiging werd ingetrokken ; - wie zich niet houdt aan de voorwaarden en de verbodsbepalingen waaraan de uitoefening van de ambulante activiteiten is onderworpen of aan de in hun machtiging vermelde voorwaarden ; - zij die de officieren en agenten, belast met de controle, verhinderen hun opdracht te volbrengen, die weigeren de herkomst van de producten op te geven of de vereiste documenten te verstrekken of die met opzet onjuiste of onvolledige inlichtingen of documenten verstrekken ; - het niet naleven door de personen, belast met de organisatie of met het beheer van ambulante activiteiten, van de bepalingen van de wet of haar uitvoeringsbesluiten. En de straffen : - op basis van het P.V. van de controleur kan het Openbaar Ministerie het beslag bevelen van de producten die het voorwerp uitmaken van de overtreding en van het materiaal dat gediend heeft om de overtreding te begaan ; - een minnelijke schikking van 65 € tot 5.000 € (art 47 - K.B. van 24/09/2006). Vraag : Heeft het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) iets te zeggen bij een “ambulante activiteit” waarbij voedingsmiddelen worden verkocht ? Antwoord : Het K.B. van 16/01/2006 (B.S. 02/03/06) tot vaststelling van de regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties, afgeleverd door het FAVV – art 2 -§2-1° zegt dat een “operator” (de natuurlijke persoon, de onderneming of de vereniging die al dan niet met winstoogmerk actief is in enig stadium van de productie, verwerking en distributie van een product) , die een activiteit (verkoop van een product aan de eindgebruiker) uitoefent, voorafgaand erkend, toegelaten of geregistreerd moet zijn door het FAVV. Gelegenheidsverkopers, die slechts sporadisch en uitzonderlijk (maximaal 5 keer per jaar) Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 2 van 14
een ambulante activiteit in voedingsmiddelen uitoefenen en die geen handelskarakter of die uitsluitend een menslievend doel of liefdadigheidsdoel hebben, moeten niet in het bezit zijn van een erkenning, toelating of registratie door het FAVV. Indien een Kiwanisclub dus op dezelfde manier handelt als een “gelegenheidsverkoper”, moet hij niet erkend, toegelaten of geregistreerd zijn door het FAVV. Vraag : Wat moet men zeker doen bij verkoop van voedingsmiddelen ? Antwoord : Er blijven wel een aantal belangrijke voorschriften (minimale eisen) van toepassing voor de gelegenheidsverkoop van voedingsmiddelen, o.a.(en er zijn er nog vele andere) : - de wettelijke bewaartemperatuur van de voedingsmiddelen moet gerespecteerd worden, b.v. maatjes : temperatuur van smeltend ijs (max. 4°C), gerookte vis (zalm) : max 4°C, te koelen voedingsmiddelen (belegde broodjes, koude schotels, koffiekoeken met room, enz) : max 7°C, warme gerechten: min. 65°C, schaal- en schelpdieren, levend: 7°C, enz - de bewaartoestellen moeten voorzien zijn van een thermometer en de temperatuur dient geregeld gecontroleerd te worden. - voorverpakte voedingsmiddelen moeten correct geëtiketteerd zijn (verkoopsbenaming, ingrediëntenlijst, minimale/uiterste houdbaarheidsdatum, plaats van herkomst, enz...) - aangepaste en propere kledij dragen bij de bereiding van voedingsmiddelen. Er mogen geen juwelen aan de handen en onderarmen gedragen worden en nagels dienen kort, schoon en ongelakt te zijn. - de handen moeten regelmatig gewassen worden : een uitrusting voor het hygiënisch wassn (stromend drinkbaar water en zeep) en drogen van de handen moet aanwezig zijn en gebruikt worden. - er mag niet gerookt worden bij het bereiden of verkopen van voedingsmiddelen - voedingsmiddelen of recipiënten met voedingsmiddelen mogen niet rechtstreeks op de grond geplaatst worden - niet verpakte voedingsmiddelen moeten afdgeschermd zijn van het publiek - een afsluitbare afvalbak moet aanwezig zijn en mag de voedingsmiddelen niet verontreinigen. Afval moet regelmatig verwijderd worden . ************** Men maakt ons het leven echt niet gemakkellijk. Steeds maar meer en meer administratieve en andere verplichtingen. De Wetten, Koninklijke Besluiten, Decreten, Ordonnanties, Verorderingen alsook deze van het Grondwettelijk Hof, de Gemeenschaps- en Gewestregeringen volgen elkaar in snel tempo op. Maar iedereen, dus ook de Kiwaniër, wordt verondersteld de wet te kennen en na te leven ! 02/09/2008 Correspondent van het Kiwanis Magazine – Commissie S.R.R. voor Regio 1 Michel Vermeire VRAAG & ANTWOORD
Moet onze club aanwezig zijn op het district congres ? Antwoord : JA -
de statuten van het district (art. 4.3) zeggen dat de club een “tekortkoming” begaat indien hij niet, tijdens twee opeenvolgende jaren, mintens één van zijn leden naar het jaarlijks districtcongres afvaardigt en zodoende als “niet in regel” zal beschouwd worden. de statuten van de club (art 15-4) zeggen dat de voorzitter en de voorzitter elect de afgevaardigden zijn van hun club op het districtcongres. de Kiwanis International Club Procedures nr 360 zeggen dat, opdat een club “in regel” zou zijn, hij verplicht is : “to participate in district and divisions activities, including the fulfillment of its clubs delegate obligation to district conventions”. het artikel V (10/08) van het Huishoudelijk Reglement van het district zegt dat een club, die zich niet schikt naar de bepalingen van de statuten van het district, zich in een “onregelmatige
Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 3 van 14
situatie” bevindt en dat de raad van beheer van het district een schrosing van diensten en voorrechten verleend door het district kan uitspreken, alsmede een verbod deel te nemen aan de activiteiten van het district.
VRAAG & ANTWOORD
« Serving the children of the world » De rechten van het kind Vraag : Wie is een kind ? Antwoord : Een kind is een persoon onder de 18 jaar, tenzij volgens het op het kind van toepassing zijnde recht de meerderjarigheid eerder wordt bereikt (art. 1 van het Verdrag inzake rechten van het kind). Vraag : Welke zijn de fundamentele rechten van het kind aangaande het privé-leven ? Antwoord : Enkele belangrijke fundamentele rechten : - Elk kind heeft recht op eerbiediging van zijn morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit (art 22bis van de Belgiscche Grondwet) - Elk kind heeft recht op de eerbiediging op het recht van zijn of haar identiteit, met inbegrip van nationaliteit, naam en familiebetrekkingen, zonder onrechtmatige inmenging (art 8 Verdrag inzake de Rechten van het Kind). - Geen enkel kind mag worden onderworpen aan willekeurige of onrechtmatige inmenging in zijn of haar privé-leven, gezinsleven, woning of correspondentie, noch aan enige onrechtmatige aantasting van zijn of haar eer en goede naam (art 16-1 Verdrag inzake Rechten van het Kind) Vraag : Welke zijn de rechten van het kind ten opzichte van de behandeling van zijn of haar gegevens met persoonlijk karakter (bescherming van het privé-leven) ? Bijvoorbeeld, de verspreiding van zijn of haar foto ? Antwoord : Iedereen bezit op zijn afbeelding en op het gebruik ervan een recht waar niemand over mag beschikken zonder zijn toestemming. De persoon kan zich verzetten op de verspreiding van zijn foto. - Iedere natuurlijke persoon (dus ook het kind) heeft in verband met de verwerking van persoonsgegevens die op hem betrekking hebben, recht op bescherming van zijn fundamentele rechten en vrijheden, inzonderheid op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer (art 2 - Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer – 08/12/1992 – B.S. 18/03/1993). - Persoonsgegevens mogen slechts verwerkt worden wanneer de betrokkene (het minderjarig kind dat de leeftijd van onderscheidingsvermogen bereikt heeft en zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger : de ouder(s) of de voogd van het kind) daarvoor zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend op een specifieke en uitdrukkelijke wijze (art 5 - Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer). - De auteur of de eigenaar van een prortret dan wel enige andere persoon die een portret bezit of voorhanden heeft, heeft niet het recht het te produceren of aan het publiek mede te delen zonder toestemming van de geportretteerde of, gedurende 20 jaar na diens overlijden, zonder toestemming van zijn rechtverkrijgenden (art 10 – Wet betreffende het auteursrecht en de naburige rechten – 30/06/1994 – B.S. 27/07/1994). Zulks geldt dus voor foto’s op papier, stof, plastic, op CD Rom of Internet welke beschermde afbeeldingen zijn door het feit zelf van hun originaliteit. De instemming gegeven door een persoon voor het nemen van een foto houdt geen enkele toestemming in voor de reproductie ervan of het mede delen van zijn afbeelding aan het publiek; hiervoor is een uitdrukkelijke toestemming vereist. Opdat een persoon zijn recht op afbeelding kan inroepen moet hij op de foto herkenbaar zijn. Een algemene toelating gegeven in het begin van een schooljaar, welke ook andere schoolactiviteiten zou moeten dekken, is ongeldig. De toestemming moet op een duidelijke wijze verwijzen naar het(de) type(s) van foto’s welke zullen verspreid worden op het internet, naar het doel van deze verspreiding, en elke toelating vragen voor elk type van publicatie dat in overweging wordt genomen. Een ouder zou zich Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 4 van 14
kunnen verzetten tegen het online afbeelden van een portret van zijn kind, terwijl hij wel de verspreiding van een klasfoto zou aanvaarden. De bewijslast berust op de persoon die de toestemming inroept, t.t.z. meestal de auteur van de publicatie. Ten einde elke betwisting te voorkomen moet het nemen van foto’s van minderjarigen voorafgegaan worden door een aanvraag tot toelating aan de ouders / voogd, welke het kader omschrijft waarin de foto van het kind zal worden gebruikt (plaats, duurtijd, modaliteit van voorstelling, verspreiding, ondersteuning). Vooraleer een foto van het internet te gebruiken moet men steeds contact opnemen met de Webmaster van de site en hem verduidelijken welk gebruik er van de foto zal gemaakt worden. De excepties op het recht op afbeelding : - wanneer de foto een actualiteitsonderwerp illustreert (een foto welke noodzakelijk is voor de noden van de informatie). In onderwijsinstellingen kan dit uitgebreid worden bij de organisatie van evenementen tot het nemen van foto’s in verband met het evenement en welke close-ups en vernederende beelden van de betrokkene vermijden. – wanneer de foto een algemene debat verduidelijkt : het beginsel van de persvrijheid omvat de vrije keuze van illustraties van een algemene discussie over een maatschappelijk fenomeen, onder voorbehoud van de eerbiediging van de waardigheid van de menselijke persoon. – wanneer de foto een historisch onderwerp illustreert. - wanneer de weergave van het beeld van de persoon bijkomstig is ten opzichte van de fotografie - wanneer de persoon niet identificeerbaar is op het beeld ( rugfoto, in een menigte,geretoucheerd en zodanig herwerkt dat de persoon niet meer herkenbaar is) Voorbeeld van toelating, te laten tekenen door de ouder(s) / voogd van een minderjarig kind : Datum en plaats Ik (wij) ondergetekende(n) ....................................................................................... (naam + voornaam) wettelijke vertegenwoordiger(s) (ouder(s) of voogd) van ..................... (naam + voornaam van het kind) aanvaard(en) bij deze dat de foto’s genomen van .............................. (naam + voornaam van het kind) tijdens volgend evenement ...................................................................................................................... gratis mogen gebruikt worden en uitsluitend voor ............................... (bv. illustratie/het opvrolijken/....) door .........................................................................(naam van de fotograaf of naam van de vereniging) De foto’s mogen gepubliceerd worden in het blad ........................................ en/of op de website http://www...................................... In geen enkel geval zal ......................... (fotograaf / vereniging) de gemaakte foto’s aan derden afstaan. Handtekening + vermeldeing “gelezen en goedgekeurd” Vraag : Welke zijn de strafbepalingen indien men een foto verspreidt zonder de toelating van de auteur (fotograaf, persagentschap, beheersmaatschappij van auteursrechten) en van de betrokken persoon ? Antwoord : - Is schuldig aan het “misdrijf van namaking”, hij die kwaadwillig of bedrieglijk inbreuk pleegt op het auteursrecht en de naburige rechten. (art 80 – Wet betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.) - Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden (art 1382 Burgerlijk Wetboek). Elk slachtoffer van een onrechtmatig gebruik van zijn of haar afbeelding kan dit artikel inroepen voor zover het het bewijs levert van drie elementen : -de fout; - de schade (moreel/materieel); - het oorzakelijk verband. Niet alleen het privé-leven moet aangetast zijn maar vooral de intimiteit van het privé-leven. Vraag : Het devies van Kiwanis is “Serving the children of the world”. Hoe kunnen wij de kinderen het best dienen ? Zijn wij niet allen verantwoordelijk voor hun bescherming en verzorging ? Antwoord : Het kind is de toekomst van de mens. Kinderen moeten worden beschermd en hebben een bijzondere aandacht nodig omwille van hun kwetsbaarheid. Enkele mensen hebben zich verenigd en hebben besloten de toekomst van het kind te beschermen door een Verklaring van de Rechten van het Kind op te stellen. Vele landen hebben dit verdrag ondertekend : België op 04/12/1990, Luxemburg op 07/03/1994 maar de Verenigde Staten van Amerika hebben dit nog niet gedaan ! Kinderen hebben plichten en verantwoordelijkheden binnen hun familie, de school en de gemeenschap maar zij hebben ook rechten bekomen waarvan hierna een samenvatting van de grote lijnen van deze Verklaring : Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 5 van 14
Non-discriminatie: Alle kinderen hebben gelijke rechten: de Staat moet alle kinderen beschermen en de eerbiediging van hun rechten steunen. Belang van het kind: Wanneer een volwassene een besluit neemt met betrekking tot een kind, mag hij maar aan de belangen van het kind denken, aan wat goed is voor het kind. De Staat moet het kind beschermen en er zorg voor dragen indien de ouders het niet kunnen doen. Uitoefening van rechten: De Staat moet zorgen voor de toepassing van de rechten, voorzien in dit verdrag. Overleving en ontwikkeling: Ieder kind heeft recht op leven en de Staat moet zorgen voor de overleving en ontwikkeling. Naam en Nationaliteit: Het kind heeft recht op een naam bij de geboorte. Het heeft ook het recht op een nationaliteit en, waar mogelijk, om de ouders te kennen. Het beschermen van de identiteit: De Staat moet de identiteit van het kind beschermen, inclusief naam, nationaliteit en familierelaties. Van de ouders gescheiden: Het kind heeft het recht om met zijn of haar ouders te leven, tenzij dit wordt geacht slecht te zijn voor hem of haar; het heeft ook het recht om contact te onderhouden met beide ouders indien het gescheiden leeft van één of van beide ouders. Gezinshereniging: Het kind en zijn ouders hebben het recht elk land te verlaten en in hun eigen land terug te komen om hun gezin te herenigen. Ongeoorloofde overbrenging en het niet doen terugkeren : De Staat moet strijd aanvatten tegen de ontvoering van kinderen door een ouder of door iemand anders. De mening van het kind: Het kind heeft het recht om vrij zijn of haar mening te kennen te geven en op het feit dat met deze mening rekening wordt gehouden in elke aangelegenheid of procedure die het kind betreft. Vrijheid van meningsuiting: Het kind heeft het recht om zijn of haar mening uit te drukken, om informatie te verkrijgen en om zijn of haar ideeën kenbaar te maken, ongeacht de grenzen. De vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst: De Staat eerbiedigt het recht van het kind op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. De vrijheid van vereniging: Het kind heeft het recht om met andere kinderen samen te komen, om tot verenigingen toe te treden en verenigingen te stichten. Bescherming van de privacy : Het kind heeft het recht om beschermd te worden tegen elke inmenging in de privacy, het gezinsleven, de woning. Verantwoordelijkheid : De opvoeding van het kind ligt in de eerste plaats bij beide ouders, en de Staat moeten ze helpen. Bescherming tegen misbruik: De Staat moet het kind beschermen tegen alle vormen van misbruik vanwege zijn of haar ouders of iemand anders. Adoptie : In landen waar adoptie is toegestaan, mag deze slechts plaatsvinden in het belang van het kind en enkel maar als alle vergunningen vanwege de autoriteiten zijn verzameld met alle waarborgen voor het kind. Vluchtelingenkinderen: Bijzondere bescherming wordt geboden aan de vluchtelingen kinderen. De Staat moet samenwerken om deze bescherming en bijstand te bieden . Gehandicapte kinderen: Het gehandicapte kind heeft recht op bijzondere zorg, onderwijs en aangepaste opleiding om het in staat te stellen een volledig en waardig leven te leiden en de grootst mogelijke zelfstandigheid te bereiken. De gezondheid en gezondheidszorg : Het kind heeft het recht om te genieten van de hoogst mogelijke graad van gezondheid en medische verzorging. De Staten bevorderen de internationale samenwerking en streven ernaar opdat geen enkel kind wordt ontzegd van de toegang tot efficiënte gezondheidszorg. Levensstandaard: Ieder kind heeft recht op een levensstandaard aangepast aan zijn of haar lichamelijke, geestelijke, intellectuele, morele en sociale ontwikkeling. De ouders zijn verantwoordelijk voor dergelijke levensstandaard. Onderwijs: Het kind heeft recht op onderwijs en de Staat moet het primair onderwijs verplicht en gratis stellen. Doel van het onderwijs: Het onderwijs zal gericht zijn op bevordering van de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind, de ontplooiing van zijn of haar talenten, geestelijke en lichamelijke vermogens. Het moet het kind voorbereiden op een actief leven als volwassene in een vrije samenleving en het aanmoedigen eerbied te hebben voor zijn of haar ouders, identiteit, taal en de culturele waarden alsmede voor de cultuur en de waarden van anderen. Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 6 van 14
Kinderarbeid: Het kind moet beschermd worden tegen elke tewerkstelling welke zijn of haar gezondheid, opvoeding of ontwikkeling in gevaar brengt. De Staat schrijft de minimumleeftijd voor voor de toegang tot tewerkstelling en reglementeert de arbeidsomstandigheden. Drugsmisbruik en drugshandel: Het kind moet beschermd worden tegen het gebruik van drugs en tegen zijn of haar betrokkenheid in de productie en verspreiding van dergelijke stoffen. Sexuele uitbuiting: De Staat moet het kind beschermen tegen sexueel misbruik en sexuele uitbuiting. Verkoop, handel en ontvoering: De Staat heeft de plicht al het mogelijke te doen om de ontvoering, verkoop of mensenhandel van kinderen te voorkomen. Foltering en vrijheidsberoving : Geen enkel kind mag worden onderworpen aan foltering, aan bestraffing of wrede behandelingen, aan vrijheidsberoving of onwettige gevangenschap. De doodstraf en levenslange gevangenisstraf zonder mogelijkheid van vervroegde invrijheidstelling zijn verboden voor personen jonger dan 18 jaar. Gewapende conflicten: De Staten nemen alle mogelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat personen onder de 15 jaar niet deelnemen aan de vijandelijkheden. Geen enkel kind onder de 15 jaar zal worden ingelijfd in de strijdkrachten. Zorg voor herintegratie: De Staat heeft de plicht om ervoor te zorgen dat kinderen die het slachtoffer zijn van gewapende conflicten, foltering, verwaarlozing, uitbuiting of misbruik een aangepaste behandeling krijgen voor hun herstel en reïntegratie in de samenleving. Justitie voor minderjarigen: Elk kind verdacht, beschuldigd of veroordeeld wegens het plegen van een misdrijf heeft recht op een behandeling welke rekening houdt met zijn of haar leeftijd en die zijn of haar heropneming in de samenleving beoogt. Het kind heeft het recht op rechtsbijstand of elke andere bijstand voor zijn of haar verdediging. De gerechtelijke procedure en de plaatsing in een inrichting moet worden vermeden telkens dit mogelijk is. ***************** Kiwanis heeft dus voldoende voorbeelden en mogelijkheden om de kinderen van deze wereld te helpen, daar waar de Staat in gebreke zou blijven. De aangehaalde wetten zijn toepasbaar in België. Ze zijn vatbaar voor wijzigingen. Opgepast : indien een Club of het District gebruik wenst te maken van een afbeelding van een identificeerbare minderjarige, steeds voorafgaandelijk de uitdrukkelijke en speciale toelating vragen aan de minderjarige en zijn wettelijke vertegenwoordiger (ouder of voogd) voor de publicatie van de afbeelding en de uiteindelijke bestemming van de verspreiding, de aard van de fotoopnames en de informatiedragers goed bepalen. 05/08/08 Correspondent Kiwanis Magazine – Commissie S.R.R. voor Regio 1 Michel Vermeire
VRAAG & ANTWOORD
Een club « op verlof ». Vraag : Kunt u mij de richtlijnen mededelen betreffende de vakantievergaderingen en de statistieken van de kiwanigrams. Moet men zich strikt jaarlijks aan 24 vergaderingen houden of 20 en enkele vakantievergaderingen ? Philippe Duvivier – KC Lessines-Ath Antwoord : Beste Kiwanisvriend Artikel VI-§4 van de “Statuten van Kiwanis International” zegt dat een club minimum 2x per maand regelmatige statutaire vergaderingen zal houden. Artikel 11.1.1 van de “Clubstatuten”, welke wij in ons district gebruiken, voorziet dat de club regelmatig 2x per maand zal vergaderen. In ons land vertrekken de handelaars van bepaalde (kleine) steden bijna allemaal op hetzelfde tijdstip op verlof (1 week, tijdens de kermis, 15 dagen of meer). Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 7 van 14
In ons district is het “een gewoonte, een gebruik, een traditie” geworden voor een club “een maand verlof” te voorzien, hetzij tijdens de maand juli, hetzij tijdens de maand augustus ( = schoolverlof), door het feit dat de meeste leden ook op verlof zijn (en misschien ook de restaurant-uitbater). Maar zeker niet gedurende twee opeenvolgende maanden, zulks zou het sociaal en actief leven van de club storen. Bepaalde clubs gaan zelfs niet “op verlof”. Tot hiertoe tolereert het district het feit dat een club een maand verlof neemt. Het is dus “een tolerantie” maar geen “verworven recht” noch een “gewoonterecht”. Voor Kiwanis International moet elkde club 24x per jaar vergaderen (2x per maand) ! Ons district “zondigt” dus door “verlof” toe te staan aan een kiwanis club. Een club, welke geen vergaderingen houdt tijdens de maand juli of de maand augustus, moet zulks voorafgaandelijk melden aan de andere clubs en aan de Lt Gouverneur. Immers, de club zou een “bezoek” kunnen ontvangen van een andere club/kiwaniër tijdens deze maanden. Hij moet dus de andere clubs/kiwaniërs verwittigen zodat zij zich niet voor een gesloten deur bevinden en zonder enige ontvangst. Het “bericht van sluiting” zou kunnen aangemeld worden b.v. in de 2 kiwanigrammen van de maand juni, voor het “verlof”. Het zou ook eenvoudiger zijn om de maand, gedurende dewelke de club “gesloten” is, te laten vermelden in de directory. Artikel 11.1.1 van de “Clubstatuten” zegt ook : “De dag, het uur en de plaats van de vergadering worden door het Directie Comité vastgesteld”. Het zou dus best kunnen dat een club, na “een maand sluiting voor het verlof”, vergadert (2 regelmatige statutaire vergaderingen) tijdens de volgende maand, op een andere plaats dan het normaal clublokaal. De club zou deze 2 vergaderingen, “vakantievergaderingen” kunnen noemen maar ze blijven 2 regelmatige statutaire vergaderingen. In dit geval moet de club ook, via de kiwanigrammen, voorafgaandelijk de dag, het uur en de plaats van deze 2 statutaire vergaderingen melden aan de andere clubs. Een club moet – in principe – 24 kiwanigrammen opstellen (zou kunnen beperkt blijven tot 22 indien de club voorafgaandelijk de “sluiting” tijdens een bepaalde maand heeft aangekondigd in 2 kiwanigrammen) maar zeker 12 maandverslagen. Inderdaad, het zou kunnen dat de club een lid zou verliezen tijdens deze maand zonder vergaderingen ! Bovendien, indien de regelmatige vergadering op een feestdag zou vallen (b.v. 1ste donderdag van maand mei = 1ste mei of 3de maandag van juli = 21 juli) of op de vooravond hiervan, kan het Directie Comité van de club de vergadering naar een andere dag verschuiven of de vergadering afgelasten, op voorwaarde dat niet meer dan 2 vergaderingen gedurende éénzelfde administratief jaar worden afgelast (art 11.1.2 Clubstatuten en art VI-§5 van de Statuten van K.I.) Het zou dus kunnen dat een club slechts 21 of 20 kiwanigrammen zou opstellen tijdens een administratief jaar. 18/08/2008 Michel Vermeire Correspondent Kiwanis Magazine – Commissie S.R.R. voor Regio 1
VRAAG & ANTWOORD
Feitelijke vereniging > < V.Z.W. Vraag Mijn club is een “feitelijke vereniging”. Welke zijn de voor- en nadelen hiervan ? Is het niet beter om over te schakelen naar een V.Z.W. ? Welke zijn de voor- en nadelen hiervan ? Antwoord De feitelijke vereniging. Wat is dat ? Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 8 van 14
Dat is elke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid van een aantal personen die in onderling overleg een activiteit organiseren met het oog op de verwezenlijking van een onbaatzuchtige doelstelling met uitsluiting van enige winstverdeling onder haar leden en bestuurders, en die een rechtstreekse controle uitoefenen op de werking van de vereniging. Voordelen : - de oprichting en de werking ervan vallen niet onder een wettelijke regeling - zij is niet onderworpen aan vorm- en publiciteitsvoorschriften - er is een gewone contractvrijheid van de leden welke enkel beperkt is door de openbare orde, goede zeden en de algemene bepalingen van dwingend recht. De enige verplichtingen zijn de afspraken tussen de leden onderling (onder vorm van Statuten en Huishoudelijk Reglement) of met derden gemaakt. - tussen de leden bestaat een mede-eigendom; deze slaat op alle goederen die in het kader van het doel van de vereniging in haar bezit zijn. - er is geen verplichting om de identiteit van de leden bekend te maken - er is afwezigheid van voorschriften omtrent de boekhouding van de vereniging - het is mogelijk objectieve handels- en nijverheidsdaden te stellen zolang dit maar niet gebeurt met het oogmerk winst of uitkeringen te bezorgen aan de leden Nadelen : - zij heeft geen rechtspersoonlijkheid ; de leden kunnen enkel in eigen naam optreden. - er is geen strikte scheidingslijn tussen het patrimonium van de vereniging en dat van de natuurlijke personen, de leden; deze zijn voor gelijke delen onbeperkt aansprakelijk voor de verenigingsschulden. Zijn er 20 leden, dan is elk lid aansprakelijk voor 1/20ste. Elk lid kan aansprakelijk worden gesteld voor de totale vereniging. - zij kan geen enkel recht op roerende of onroerende goederen verwerven en kan geen contracten sluiten (de vereniging kan wel een mandaat of volmacht geven aan een lid om contracten te tekenen en in naam van de leden op te treden), geen schenkingen aanvaarden, geen eigendommen bezitten. De V.Z.W. (Vereniging Zonder Winstoogmerk) Wat is dat : Dat is elke vereniging welke niet nijverheids- of handelszaken drijft en welke niet tracht een stoffelijk voordeel aan haar leden te verschaffen. Voordelen : - zij bezit een rechtspersoonlijkheid, heeft een eigen vermogen, - de leden zijn individueel niet gebonden in hun privé-vermogen, - kan in eigen naam en voor eigen rekening optreden, dagvaarden en gedagvaard worden, - kan eigendommen en onroerende goederen verwerven en beheren, contracten afsluiten, leningen aangaan, schenkingen en legaten aanvaarden, overheidssubsidies bekomen, enz. - de leden zijn niet persoonlijk gebonden door de vereniging, zolang er natuurlijk geen sprake is van fraude, malversatie of wanbeheer. Nadelen : - valt onder toepassing van de Wet van 27/06/1921, gewijzigd op 02/05/2002 op de VZW’s. Oudere statuten dienden aangepast te worden, uiterlijk op 31/12/2005. - heeft een contractuele-, buitencontractuele- en strafrechtelijke aansprakelijkheid - er zijn verschillende administratieve, boekhoudkundige, juridische en fiscale verplichtingen zoals o.a. stichtingsvergadering houden, aanstellen van een raad van beheer, beleggen van een algemene leden vergadering, aanleggen van een ledenlijst, statuten hebben en deze moeten samen met de wijzigingen bekend gemaakt worden in het Staatsblad, onderworpen aan vennootschapsbelasting in functie van de activiteiten, een BTW nummer hebben, - de VZW moet zich inschrijven in de Kruispuntbank voor ondernemingen Er bestaan verschillende situaties waarin de VZW-structuur verdwijnt : bij vrijwillige ontbinding, gerechtelijke ontbinding, ontbinding van rechtswege of bij nietig verklaring. Bij vrijwillige ontbinding moet de algemene vergadering de procedure van ontbinding inzetten (aanwezigheidsquorum van 2/3 vereist). Er moet een bestemming worden gegeven aan het eventueel overblijvende netto-actief (bezittingen en rechten min passief). Het netto-actief kan enkel toekomen aan een belangloos doel en zoveel mogelijk overeenkomen met het doel waarvoor de VZW werd opgericht. De bestemming staat ofwel vermeld in de statuten, wordt vastgelegd door de algemene vergadering of Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 9 van 14
de vereffenaars. Vereffenaars worden aangesteld en de briefhoofden worden op alle stukken van de VZW aangepast. Dan wordt de vereffening afgesloten en de nodige bekendmakingen worden gedaan (neerlegging en publicatie). Resultaat : de VZW verliest haar rechtspersoonlijkheid en verdwijnt. Een gerechtelijke ontbinding kan aangevraagd worden door het openbaar ministerie, elk lid en elke belanghebbende derde - indien de VZW niet in staat is haar verbintenissen na te komen, - indien de VZW haar vermogen of inkomsten uit dat vermogen aanwendt voor andere doeleinden dan waarvoor ze is opgericht, - indien de VZW handelt in ernstige mate in strijd met de statuten, met de wet en/of de openbare orde, - indien de VZW gedurende drie opeenvolgende boekjaren haar jaarrekening niet heeft neergelegd en - indien de VZW minder dan drie leden telt. Bestemming van het netto-actief : zie hiervoor (vrijwillige ontbinding). De ontbinding van rechtswege gebeurt automatisch in de gevallen die in de statuten werden voorzien. Bestemming van het netto-actief : zie hiervoor. De nietigheid van een VZW kan gevraagd worden door elke belanghebbende (bestuurder, werkend of toegetreden lid, leverancier, enz) in de drie volgende gevallen : - wanneer de naam, het adres van de zetel of het gerechtelijk arrondissement, waar de VZW haar zetel heeft, niet worden vermeld in de statuten – wanneer in de statuten geen precieze omschrijving wordt gegeven van het doel of de doeleinden waarvoor de VZW werd opgericht – wanneer het belangloze doel, dat in de statuten is opgenomen, in strijd is met de wet of met de openbare orde. Bestemming van het netto-actief : zie hiervoor. Wie meer wenst te weten over de VZW’s kan best het werk “de VZW, stap voor stap” van Steven Matheï (uitgever Lexalis) raadplegen. BESLUIT Vandaag stelt het publiek meer en meer vragen over het gebruik van ingezamelde fondsen. Om automatisch het vertrouwen te wekken volstaan de strenge ethische regels niet meer waaraan Kiwanis onderworpen is. Enkel transparantie in de werking van de clubs kan het vertrouwen bewerkstelligen, niet enkel dat van de leden tegenover hun clubverantwoordelijken maar ook dat van derden die de sociale acties sponsoren. De eenvoudige regels die opgelegd worden aan VZW’s beantwoorden aan deze vereiste. Indien een club een “feitelijke vereniging” is, moet men ook niet de risico’s vergeten waaraan een clubbestuur en de leden zich blootstellen wanneer hun persoonlijke verantwoordelijkheid en hun eigen patrimonium op te spel staan indien er iets zou mislopen. Een club in “feitelijke vereniging” gebruikt nu de Statuten gemeen aan elke Kiwanis club; indien dezelfde club het statuut van V.Z.W. aanneemt, moet zij bovendien nog specifieke statuten voor een VZW aannemen, welke conform zijn aan de Belgische Wetgeving. Een V.Z.W. Kiwanis club kan de verantwoordelijkheid van de bestuurders laten verzekeren via een “Bestuurdersaansprakelijkheid polis” wat niet het geval is voor een feitelijke vereniging die geen rechtspersoonlijkheid heeft. Indien de club een “algemene vergadering” houdt moet hij dan 2 algemene vergaderingen houden, één als Kiwanis club (feitelijke vereniging) en één als V.Z.W. Kiwanis club. 23/07/08 Michel Vermeire Lid commissie “Verzekeringen” – “S.R.R.” voor Regio 1 VRAAG & ANTWOORD
Kiwanis, een werkgever van kunstenaars ? Vraag : Wie is een “kunstenaar” ? Antwoord Bij ontleding van artikel 170 van de programmawet van 24/12/2002 (B.S. 31/12/2002) zou men een kunstenaar kunnen omschrijven als een persoon die zich wijdt aan de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de beeldende kunst, in de murizk, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie.
Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 10 van 14
De wet maak geen onderscheid meer tussen de scheppende (b.v. kunstwerk) en uitvoerende (b.v. muzikant) kunstenaars, tussen de liefhebbers en de professionelen, tussen regelmatige en occasionele voorstellingen. Vraag : Wat zegt het artikel 170 van de programmawet van 24/12/2002 ? Antwoord : “Deze wet (Sociaal statuut van de kunstenaars – de onderwerping aan de sociale zekerheid der werknemers) vindt eveneens toepassing op de personen die, zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden, tegen betaling van een loon artistieke prestaties leveren en/of artistieke werken produceren in opdracht van een natuurlijke of rechtspersoon, tenzij de persoon die de artistieke prestatie levert of het artistieke werk produceert, bewijst dat deze artistieke prestatie en/of werken niet worden geleverd in gelijkaardige socio-economische voorwaarden als die waarin een werknemer zich ten opzichte van zijn werkgever bevindt. Deze bepaling vindt echter geen toepassing wanneer de persoon die deartistieke prestatie levert of het artistieke werk produceert, deze artistieke prestatie levert of dit artistieke werk produceert ter gelegenheid van gebeurtenissen van zijn of haar familie. De natuurlijke persoon of rechtspersoon van wie de persoon die de artistieke prestatie levert of het artistieke werk produceert, het loon ontvangt, wordt beschouwd als de werkgever.” Het kunstenaarsstatuut is dus niet van toepassing op de niet-kunstenaars, de kunstenaars die zonder opdrachtgever werken, de kunstenaars die volledig gratis werken = zonder loon (of die slechts een terugbetaling van de gemaakte kosten ontvangen), de kunstenaars die louter in eigen familiale kring werken. Vraag : Wanneer heeft de kunstenaar een “werknemers” statuut ? Antwoord : De wetgeving op de sociale zekerheid van de werknemers stelt de kunstenaar altijd gelijk met een werknemer. Deze heeft dus bij vermoeden steeds een werknemersstatuut. Als werknemer worden de prestaties van de kunstenaar steeds “in opdracht” en tegen “betaling van een loon” uitgevoerd. Elke tegenprestatie voor het leveren van de artistieke prestatie of het artistiek werk wordt als loon, beschouwd waarop sociale bijdragen verschuldigd zijn, zowel door de loontrekkende als door de werkgever. De terugbetaling van onkosten worden niet als loon beschouwd. Voor een forfaitair deel van het loon wordt een specifieke bijdragevermindering (vastgesteld bij K.B.) voorzien. (K.B. 23/06/2003 – BS 30/06/2003) Vraag : Wanneer heeft de kunstenaar het statuut van “zelfstandige” ? Antwoord : De kunstenaar kan het vermoeden van het statuut van werknemer weerleggen en aantonen dat hij zijn artistieke prestaties of werken niet levert in soortgelijke socio-economische omstandigheden als die waarin een werknemer zich ten opzichte van zijn werkgever bevindt en dat hij dus bijgevolg zelfstandige is. Hij moet zich aansluiten bij een sociale verzekeringsfonds, de sociale bijdragen voor zelfstandigen betalen en een BTWnummer aanvragen (indien hij hieraan onderworpen is). Op aanvraag van de kunstenaar kan de Commissie Kunstenaars hem een “zelfstandigheidsverklaring” afleveren (geldig voor 2 jaar + verlengingen). Dit statuut is automatisch van toepassing voor de kunstenaar die artistiek bezig is in de schoot van een vennootschap waarvan hij zelf bestuurder of zaakvoerder is. Vraag : Een kunstenaar, werknemer-uitzendkracht ? Antwoord : Voor kunstenaars die korte opdrachten vervullen voor wisselende opdrachtgevers werden “sociale bureaus voor kunstenaars” (SBK) erkend. Deze agentschappen fungeren als interim kantoor voor de kunstenaars. (lijst : http://mineco.fgov.be ) Indien de kunstenaar beroep doet op een SBK neemt dit interim kantoor de rol van de werkgever over. Het kantoor vervult alle patronale bijdragen en betaalt de kunstenaar. Alle opdrachtgevers die kunstenaars tewerkstellen kunnen niet beroep doen op een SBK, behalve in 4 specifieke gevallen : - 1) voor de vervanging van een vaste werknemer – 2) bij tijdelijke vermeerdering van werk – 3) bij de uitvoering van een uitzonderlijk werk – 4) bij levering van een artistieke prestatie en/of de productie van een artistiek werk voor een occasionele gebruiker. Vraag : Wie is een “occasionele werkgever of gebruiker” van een kunstenaar ? Antwoord : Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 11 van 14
Volgens artikel 1 van het K.B. van 23/05/2003 (BS 17/06/2003) voor de toepassing van artikel 1, §6 van de ” wet van 24/07/1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers” (zie ook art. 182 van de programmawet van 24/12/2002), is het degene : - die niet als hoofdactiviteit heeft het organiseren van culturele manifestaties of het commercialiseren van artistieke creaties - of die geen ander personeel tewerkstelt waarvoor hij onderworpen is aan het sociale zekerheidsstelsel van de werknemers. Vraag : Wat met betrekking tot de overeenkomst voor tijdelijke arbeid ? Antwoord : Een arbeidsovereenkomst voor de uitvoering van tijdelijke arbeid kan afgesloten worden voor bepaalde artistieke prestaties en onder bepaalde voorwaarden. De overeenkomst moet schriftelijk opgesteld worden uiterlijk op het moment van de indiensttreding en moet de reden en de duurtijd van de overeenkomst bevatten. Bij gebreke hiervan wordt de overeenkomst als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur beschouwd. Dit specifiek contract kan slechts opgesteld worden voor artistieke prestaties indien deze worden geleverd worden voor rekening van een occasionele werkgever of occasionele gebruiker en tegen betaling van een loon. Vraag : Wat is de Commissie Kunstenaars ? Antwoord : De Commissie Kunstenaars is samengesteld uit medewerkers van de RSZ (werknemers) en de RSVZ (zelfstandigen) en heeft tot taak de kunstenaars te informeren over de best te maken keuze (statuut van werknemer of zelfstandige). Zij onderzoekt of de kunstenaar een zelfstandige is in de juiste zin van het woord. Zij kan op aanvraag van de kunstenaar een “zelfstandigheidsverklaring” uitreiken. Vraag : Wat is de regeling van de kleine vergoedingen ? Antwoord : De regeling van kleine vergoedingen is van toepassing sinds 01/07/2004. Onder dit regime kan de kunstenaar een vergoeding bekomen welke vrijgesteld is van sociale lasten en fiscale heffingen. Elke “kunstenaar” kan van dit regime genieten voor kleinschalige artistieke aktiviteiten. De “kleine vergoedingen” worden beschouwd als forfaitaire onkostenvergoedingen op voorwaarde dat : - de vergoeding niet meer dan een maximaal bedrag per kunstenaar en per dag bedraagt (112,44 € op 01/01/09). Indien een club een groep aanwerft van 15 personen en een vergoeding van 1.700 € betaalt, vertegenwoordigt zulks 133,33 € per persoon ; in dit geval zijn er sociale bijdragen verschuldigd. - het totaal bedrag van vergoedingen toegekend binnen deze regelingniet meer dan (2.248,78 € op 01/01/09) bedraagt (voor meer info : www.rsz.fgov.be ) - men per jaar niet meer dan 30 dagen beroep doet op deze regeling - het aantal dagen waarop achtereenvolgend bij dezelfde opdrachtgever beroep wordt gedaan op deze regeling niet hoger is dan 7 dagen - er telkens een kunstenaarskaart wordt ingevuld (nog niet van toepassing). De kunstenaars en de opdrachtgevers, die aan deze voorwaarden niet voldoen, zullen gehouden zijn de sociale bijdragen te betalen, behoudens indien zij kunnen bewijzen dat het om een werkelijke onkostenvergoeding gaat. De “kleine vergoeding” is een onkostenvergoeding all-in. Dus mag men voor dezelfde prestatie geen enkele andere onkostenvergoeding uitkeren (bv. verplaatsingskosten). Vraag : Is een Kiwanis club een werkgever van een “kunstenaar” ? Antwoord : - Indien een club (of de persoon die het contract voor de club getekend heeft indien de club een feitelijke vereniging is) beslist samen te werken met een kunstenaar, of het nu om een animatie gaat of de organisatie van een evenement, ontmoeting, spektakel, hij neemt een persoon aan, onderworpen aan de sociale zekerheid. - Indien de kunstenaar het statuut van zelfstandige heeft : de club wordt niet aanzien als een werkgever. De kunstenaar factureert zijn prestaties (BTW 6%). Het is aangewezen dat de kunstenaar een “zelfstandigheidsverklaring” zou voorleggen, welke hem normaal geleverd Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 12 van 14
-
-
wordt door de Commissie Kunstenaars. Op het einde van het jaar zal de opdrachtgever (club indien VZW) een fiche 281.50 en een samenvattende opgave 325.50 opstellen. Indien de kunstenaar een werknemersstatuut heeft, dan zijn er 3 mogelijkheden : o De opdrachtgever (club) die het loon aan de kunstenaar-werknemer betaalt, voldoet aan alle verplichtingen welke ten laste van een werkgever vallen ( zich aansluiten en een aangifte doen bij de RSZ dienst, de RSZ bijdragen betalen, zich inschrijven bij de R.J.V., zich aansluiten bij de R.K.W., de fiscale voorheffing doen, een C4 afgeven ....) De opdrachtgever (club) zal op het einde van het jaar een fiche 281.10 en een samenvattende opgave 325.10 opstellen. Er is dus een arbeids-overeenkomst. o De opdrachtgever (club) richt zich tot een erkend uitzendbureau (SBK), welke de kunstenaar zal uitbetalen en welke alle administratieve verplichtingen zal vervullen. o De opdrachtgever (club) eerbiedigt de voorwaarden verbonden aan de “regeling van de kleine vergoedingen” (forfaitaire onkostenvergoedingen). Er is dus geen arbeidsovereenkomst maar een geschrift is wel aanbevolen. Dit allemaal heeft enkel betrekking op de “sociale en fiscale bijdragen”. Men dient ook niet te vergeten een verzekering “arbeidsongevallen” te onderschrijven voor de kunstenaars welke men aanneemt met een arbeidsovereenkomst, alsook de regeling met “Sabam” ...
Geraadpleegde bronnen : Het artistiek milieu kent een constante evolutie en de huidige reglementen worden regelmatig aangepast. Huidige studie is dan ook opgesteld onder voorbehoud van mogelijke en voorzienbare wijzigingen. www.rsvz-inasti.fgov.be www.rsz.fgov.be www.rva.fgov.be www.socialesecurity.fgov.be www.socialezekerheid.be www.kunstloket.be www.securex.eu/be/lex-go.nsf www.nicc.be www.kvbkb.be www.articomm.be www.helpdeskkunsten.be www.belcotaxonweb.be 24/02/2009 Michel Vermeire - lid Commissie S.R.R. en Verzekeringen voor Regio 1
VRAAG / ANTWOORD
Kiwaniërs “reizen” graag samen. Vraag Een kiwaniër of kiwanis club, die ten private titel een reis organiseert voor zijn leden of andere kiwaniërs / vrienden, is hij een “reisorganisator of reisbemiddelaar” volgens de Belgische Wetgeving ? Moet hij zich laten verzekeren voor zijn fouten, vergissingen, vergetelheid ? Antwoord De Wet van 16/02/1994 op het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling, zegt in zijn artikels : -
-
-
1 - § 3 – definitie van reisorganisator = elke persoon die als verkoper in de betekenis van de wet van 14/07/1991 betreffende de handelspraktijken handelt en die tegen betaling van een totaalprijs ten minste 2 van de 3 volgende diensten : vervoer, logies, andere toeristische diensten (bv. autohuur, bezoeken) verkoopt of ten verkoop aanbiedt. 1 - § 4 – definitie van de reisbemiddelaar = elke persoon die als verkoper in de betekenis van de wet van 14/07/1991 betreffende de handelspraktijken en die de verbintenis aangaat, tegen betaling van een prijs, hetzij een contract tot reisorganisatie, hetzij een of meer afzonderlijke prestaties die enigerlei reis of verblijf mogelijk maken, te verstrekken. 2 - § 1 – deze wet is van toepassing op de in België verkochte of ten verkoop aangeboden contracten tot reisorganisatie en reisbemiddeling. 37 – de reisorganisator en de reisbemiddelaar moeten een verzekering voor hun mogelijke professionele aansprakelijkheid jegens de reiziger afsluiten.
Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 13 van 14
De Wet van 14/07/1991 op de handelspraktijken zegt in zijn artikel 1 – 6 c) : is “verkoper” elke persoon die hetzij in eigen naam of voor rekening van een al dan niet met rechtspersoonlijkheid beklede derde, met of zonder winstoogmerk, een commerciële activiteit uitoefent en die producten of diensten te koop aanbiedt of verkoopt. De Wet van 21/04/1965 betreffende het statuut van de reisbureaus zegt in zijn artikel 1-1 : Niemand mag een winstgevende werkzaamheid uitoefenen, die erin bestaat reizen of verblijven tegen een vaste som, onder meer logies inbegrepen, te organiseren en te verkopen, ofwel, als tussenpersoon zodanige reizen of verblijven, vervoerbiljetten, logies- of maaltijdbons te verkopen, als hij het niet doet als hoofdbezigheid, bestendig en met een vergunning. Bij lezing en analyse van deze wetteksten mag men dus besluiten dat bedoelde kiwaniër (voor zover hij niet het beroep uitoefent van reisorganisator of reisbemiddelaar = verkoper) of de kiwanis club die een reis organiseert voor zijn vrienden kiwaniërs en anderen, geen “verkoper” van reizen is; indien hij een reis organiseert, doet hij zulks niet met een commercieel karakter maar wel ten private titel. De voormelde wetten zijn dus in dit geval niet van toepassing. Het verzekeringscontract burgerlijke aansprakelijkheid, onderschreven door het district, dekt niet de beroepsaansprakelijkheid van de reisorganisator / reisbemiddelaar. Dit soort van verzekering is voorbehouden aan de professionele reisbureaus. Michel Vermeire – Commissie “Verzekeringen” – “S.R.R.” voor Regio 1 – 21/07/08
Bijlagen aan de WEGWIJZER UPDATE 6 (realisatie Michel VERMEIRE – K.C. St Niklaas Waasland) 01/08/2009
Pagina 14 van 14