Bijlage C: Formulier ‘Besteleisen’ - Preventie en Bescherming op het Werk Ziekenhuis Oost-Limburg
Bijlage C Versie 25/05/2012 Dit formulier vervangt alle voorgaande versies. Auteur en contact: Dominic HERMANS (coördinaten zie verder)
Formulier Preventie en Bescherming op het Werk Codex Welzijn op het werk, Titel VI, hoofdstuk 1 – Arbeidmiddelen (minimum veiligheidsvereisten en besteleisen in het kader van de 3 groene lichten)
Dossier Medische beeldvorming diagnostische röntgentoestellen Dit formulier dient, ingevuld en elke pagina ondertekend, samen met onderstaande gevraagde documenten, ten laatste bij de levering, afgeleverd te worden aan:
Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) Campus Sint-Jan T.a.v. het diensthoofd van de aankoopdienst Schiepse Bos 6 3600 GENK
en dit ter bevestiging van naleving van vernoemde veiligheidseisen.
Scope - In dit formulier centraliseert fundamentele eisen in het kader van het K.B. Arbeidsmiddelen, Machinerichtlijn en de Codex Welzijn op het werk (welzijnswet en addenda) om de constructieve en technische eisen, betreffende een correcte integratie in het ZOL en indienststelling, het veilig gebruik, onderhoud, preventieve controle, uitdienststelling en afvoer te waarborgen. Doel - Met het doel om werknemers, onderhoudstechnici, gebruikers en derden te beschermen tegen risico's inherent aan hun arbeid, dienen de te leveren goederen te voldoen aan de vigerende wetten en reglementen inzake veiligheid en hygiëne én de ermee gepaard gaande ergonomie. (afwijkingen hiervan zijn schriftelijk overeen te komen in overleg met de directie van ZOL).
Meer info? Dominic Hermans, preventieadviseur/milieucoördinator Dienst preventie en milieu
[email protected] Afdruk document: 25/05/2012
pagina 1 van 10
Bijlage C: Formulier ‘Besteleisen’ - Preventie en Bescherming op het Werk Ziekenhuis Oost-Limburg
VEREISTEN BIJ BESTELLING INZAKE PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK
1.
Algemene voorwaarden
In uitvoering van artikel 8.1 van het K.B. van 12/08/1993 en het K.B. van 04/05/1999 en de meest recente aanvullingen, addenda, errata en wijzigingen betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen. De opsomming van onderstaande wetgevingen, Richtlijnen, normen en verplichtingen is niet-limitatief. Elk toestel, hetzij arbeidsmiddel, hetzij medisch apparatuur of installatie moet aan alle Belgische en Europese Richtlijnen voldoen. Voor alle wetgeving, richtlijnen, normen, ISO’s, CEN’s, EN-normen etc. gelden ALTIJD de steeds de laatste versies, ook als de tekst een vorige versie vermeldt ! De bestelling dient te beantwoorden aan alle vigerende wetten reglementen inzake veiligheid en hygiëne op heden van kracht ondermeer deze voorzien in het A.R.A.B., CODEX en het AREI (bijvoegsel Belgisch Staatsblad 29/04/1981 en latere wijzigingen) en de EMC 2044/108/EC (indien van toepassing: groep en klasse vermelden), EN 61 326 Richtlijn. De bestelling dient daarnaast tevens te beantwoorden aan de voorwaarden inzake veiligheid en hygiëne:
K.B. d.d. 04/05/1999 – Arbeidsmiddelen en aanvullingen + wijzigingen
K.B. d.d. 05/05/1995 - Europese machinerichtlijnen (machines) + wijzigingen van 29/12/2009 Machinerichtlijn 2006/42/EG
Conformiteitsverklaring cf. Richtlijn 95/16/EEG
Cf. machinerichtlijn 2006/42/EG ter vervanging van de vorige MRL (machinerichtlijn)
Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG
Cf. EN 294 + EN ISO 13857 (veiligheidsafstanden); EN 349 (minimumafstanden); EN 894 (ergonomische eisen); EN 999 (plaatsing van lichtschermen); EN 1088 (blokkeerinrichtingen) ; EN 12100 1 & 2 (algemene ontwerpbeginselen) ; EN 13850 (noodstop); EN 14121 (risicobeheersing); EN 60204 (elektrisch)
EN 954 (geldig tot 31/12/2011); EN ISO 13849 (Perfomance Level) en IEC 62012 Safety Integrity Level)
Voldoen aan de Richtlijn 89/655 minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats (arbeidsmiddelenrichtlijn: essentiële eisen – gebruikersveiligheid
EN 60601-1-3:2008/AC:2010 Medische elektrische toestellen - Deel 1: Algemene veiligheidseisen Sectie 3: Secundaire norm: Algemene eisen voor stralingsbeveiliging in diagnostische röntgentoestellen
Voldoen aan de Richtlijn 92/31/EEG (elektromagnetische compatibiliteit)
Voldoen aan de Richtlijn 89/686/EEG (persoonlijke beschermingsmiddelen)
Voldoen aan de geharmoniseerde normen EN 60 601.1 – EN 418 – EN 292.1 – EN 292.2, de IEC 513 (fundamentele aspecten) alsook de IEC 930 (veilig gebruik van E.M.T. (Elektro-Medisch toestel)
Voldoen aan de normen EN292.1&2 (defecten in het bedieningscircuit), EN294 (veiligheidsafstanden), EN418 (stopinrichtingen en noodstop), EN574.1&2 (tweehandsbediening), EN954 (onderdelen van een besturingssysteem met een veiligheidsfunctie), EN1050 (veiligheid en betrouwbaarheid van de bediening, EN1088 (vergrendelingen), EN60204 (laagspanningsnorm)
Meer info? Dominic Hermans, preventieadviseur/milieucoördinator Dienst preventie en milieu
[email protected] Afdruk document: 25/05/2012
pagina 2 van 10
Bijlage C: Formulier ‘Besteleisen’ - Preventie en Bescherming op het Werk Ziekenhuis Oost-Limburg
CEN EN 1041:2008 Informatie die door de fabrikant bij medische hulpmiddelen wordt geleverd
-
19.2.2009
Voor machines zijn dit meer bepaald de voorschriften van het K.B. van 05/05/1995 tot uitvoering van de Europese richtlijn 89/392/EEG en 98/37/EEG (gewijzigd bij de richtlijnen 91/368/EEG - 93/44/EEG 93/68/EEG) betreffende machines en de terzake geldende Europese normen zoals de EN 60204.1 voor industriële toestellen, de EN 60335.1 voor huishoudelijke of aanverwante toestellen en de EN 60950 van elektronisch werkende apparatuur. Naast de MRL is ook van toepassing: de LSRL 73/23/EG + EMC RL 89/336
Mededeling 2008/C 160/01 van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines (Bekendmaking van titels en referentienummers van geharmoniseerde normen in het kader van de richtlijn), Europees Publicatieblad C160, 24.06.08, p. 1-58
Opmerking: Art. 22 van de EN 60 601.1 spreekt over bewegingen die een risico kunnen inhouden en een noodstop. Een oplossing in het kader van art. 2 van de bijlage 1 van de richtlijn, vindt men in de EN 60 204. 1 (art. 9) en de EN 418. 2.
Beveiliging tegen brand en ontploffing : NBN 60.601-1 inzake beveiliging tegen brand en ontploffing van elektro-medische apparatuur 2.1. K.B. 06/11/1979 + addenda tot stelling van de normen inzake beveiliging tegen brand en paniek, waaraan de ziekenhuizen moeten voldoen 2.2. Basisnormen K.B. 07/07/1994 + 19/12/1997 + K.B. 04/04/2003 + addenda 2.3. Brandcompartimentering en gebruikte materialen (indien van toepassing) in overleg met de preventieadviseur en de plaatselijke brandweer. 2.4. De voorwaarden van de plaatselijke brandweer en het respectievelijk brandweerverslag (indien van toepassing) 2.5. Advies in plaatsing brandblusmiddelen (type, soort, klasse en bluseenheden), evacuatieplanning (indien van toepassing) en advies in melding, waarschuwing en alarm (indien van toepassing) 2.6. Koppeling van en naar de bestaande brandinstallatie dienen voorafgaande goedgekeurd te worden door de huisinstallateur van de huisinstallatie van de campus waar de nieuw te plaatsen inrichting en/of installatie zal aangeleverd en geplaatst worden.
3.
Beveiliging tegen ioniserende en niet-ioniserende stralingen, infraroodstralen , elektromagnetische golven 3.1. Alle mogelijk gevaren, risico’s en aandachtspunten omtrent ioniserende en niet-ioniserende stralingen dienen in detail opgenomen te worden in het dossier.
4.
Beveiliging tegen mechanische gevaren: 4.1. Het toestel moet in iedere positie gestabiliseerd en van een positieve vergrendeling voorzien zijn. 4.2. De nodige maatregelen moeten getroffen worden om tijdens de beweging van het toestel op geen enkel ogenblik de ledematen noch van de operators, noch van de patiënt te klemmen.
Meer info? Dominic Hermans, preventieadviseur/milieucoördinator Dienst preventie en milieu
[email protected] Afdruk document: 25/05/2012
pagina 3 van 10
Bijlage C: Formulier ‘Besteleisen’ - Preventie en Bescherming op het Werk Ziekenhuis Oost-Limburg
5.
Beveiliging tegen elektrische gevaren 5.1. K.B. 23/03/1977 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen welke bepaalde elektrische machines, apparaten en leidingen moeten bieden. 5.2. In het bijzonder moet het toestel van klasse I of II of III te zijn (indien van toepassing) 5.3. Het opstellen van uitwendige invloeden cf. AREI art. 19. bij de technische uitwerking van het dossier.
6.
Beveiliging tegen chemische gevaren, carcinogene of biologische agentia (Codex Titel V) 6.1. Basisprincipe van preventie toepassen: alternatieve agentia, reductie, CBM, PBM 6.2. Risicoanalyse voor infectie als gevolg van het hanteren van micro-organismen, exo- en endotoxinen. 6.3. Risicoanalyse voor infectie als gevolg van onbewuste blootstelling aan micro-organismen (vb. legionella) 6.4. Risicoanalyse voor de aanwezigheid van allergenen 6.5. Voorstel tot noodprocedures 6.6. Schriftelijke melding van de risico’s en restrisico’s
7.
Beveiliging tegen schadelijke omgevingsfactoren en werkklimaat, ventilatie, thermische gevaren, gelui, trillingen en fysische agentia 7.1. De leverancier, hetzij installateur levert een risicoanalyse aan de preventieadviseur met de te nemen maatregelen, inclusief de restrisico’s. We denken dan specifiek aan vb. de interactie met de omgeving, vb. gladde vloeren. De leverancier geeft vb. de stroefheidsparameter van de oprijplaten weer, mogelijk interferentie met branddetectoren (stoom, vocht, ..), etc. 7.2. Bij het concept dienen de nodige voorzieningen te zijn getroffen om geluid en trillingen tot een minimum te beperken. 7.3. Mogelijke gehoor of gezichtsschade, neurologische aandoeningen t.g.v. trillingen, vaataandoeningen t.g.v. trillingen of alle andere mogelijk schadelijke effecten 7.4. Bij het concept dienen de nodige voorzieningen te zijn getroffen om het intern klimaat inzake verluchting, verlichting, tocht, temperatuur, druk, luchtvochtigheid te een minimum last te herleiden. 7.5. Werken met verhoogde of verlaagde druk 7.6. Afgezonderd werk 7.7. Buitenwerk
8.
Beveiligingen tegen storingen, defecten – Hard- en software
8.1. Algemeen De mogelijk gevolgen van storingen, defecten en/of anomalieën in kaart brengen via een risico-inventarisatie en evaluatie. Ook de beschermingsmiddelen en graad dient aangegeven te worden (zie verder ‘restrisico’s). Een HAZOP (HAZard and Operability) storingsanalyse of FMEA (Failure Mode and Effect Analysis) kunnen hiervoor aangewend worden. 8.2. Inhoud as built (zowel digitaal op magnetische drager, CD-ROM of DVD als afgeprint) en programmaeisen :
voor alle hardware en software van programmeerbare sturingen, zoals PLC’s,
microcontrollers en dergelijke: Meer info? Dominic Hermans, preventieadviseur/milieucoördinator Dienst preventie en milieu
[email protected] Afdruk document: 25/05/2012
pagina 4 van 10
Bijlage C: Formulier ‘Besteleisen’ - Preventie en Bescherming op het Werk Ziekenhuis Oost-Limburg
8.2.1. Functionele analyse van de software 8.2.2. Beschrijving van de programma-opbouw aan de hand van flowcharts, structuurdiagramma’s en dergelijke 8.2.3. Het programma dient opgemaakt te worden in de officiële programmeeromgeving van de leverancier van de programmeerbare besturing. Het projectbestand (“source code”), aangemaakt met dit pakket, wordt digitaal (CD-ROM/DVD) en in afgedrukte vorm bij het as built gevoegd. Ook bij de afgedrukte versie, dienen de lijsten van in- en uitgangen aanwezig te zijn, samen met de instellingen en parameters van de programmeerbare besturing. 8.2.4. Documentatie, attesten en manuals van de gebruikte hardware 8.2.5. Een schema met de gebruikte configuratie van de programmeerbare besturing 8.2.6. Lijsten met gebruikte IO-adressen, variabelen en symbolen. De symbolen van de IO dienen te verwijzen naar de elektrische schema’s 8.2.7. Blokdiagram met gekoppelde apparatuur (servers, displays, stekkerdiagram) 8.2.8. Back-up van de parameters en software aanwezig in de besturing bij oplevering : de backup dient zo te gebeuren dat na het inladen van deze back-up in een nieuw aangekochte programmeerbare besturing, de machine of installatie, zonder bijkomende parametrering, functioneert zoals bij oplevering 8.2.9.
Beveiligingen van hardware of software mogen onder geen beding aanwezig zijn.
8.3. Taalgebruik van de programma’s De volgende taalregels dienen gerespecteerd te worden : 8.3.1.
Programmeertaal is bij voorkeur het Nederlands. Bij afwijking wordt toestemming gevraagd aan de verantwoordelijke van het ZOL en mag het Engels of het Duits gebruikt worden
9.
8.3.2.
Commentaren : enkel Nederlands
8.3.3.
Display-teksten : enkel Nederlands
Ergonomische factoren: 9.1. Uitvoer cf. Codex Titel VIII, Hoofdstuk V 9.2. Fysische belasting (krachten, houdingen, bewegingen als gevolg van tillen, heffen, dragen, …) 9.3. Regulier gebruik: gevaren op hoog werktempo met verwijzing naar gangbare normen (indien van toepassing) (eventueel te onderbouwen met vb. NIOSH et al). 9.4. Indien van toepassing: wijzen op de gevaren en preventie naar kortcyclische bewegingen, repeterende handelingen, of monotoon werk 9.5. Factoren die door de aankoop van het toestel, machine of installatie gegenereerd worden: ploegendienst, nachtdienst en de belasting op de werknemer 9.6. De toestellen dienen op een eenvoudige wijze onderhouden en behoudens eventueel noodzakelijk desinfectantia, met gewone huishoudelijke middelen gereinigd te kunnen worden. 9.7. De bewakings- en alarmfuncties dienen in een ondubbelzinnige, verklaarbare symboliek of Nederlandse taal op de toestellen aangegeven te zijn. 9.8. Beeldscherm (K.B. 27/08/1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur) 9.8.1.
De tekens op het beeldscherm moeten voldoende scherp, duidelijk van vorm en voldoende groot zijn, met voldoende afstand tussen de tekens en de regels.
9.8.2.
Het beeld op het scherm moet stabiel zijn, zonder flikkering of andere vormen en onstabiliteit.
Meer info? Dominic Hermans, preventieadviseur/milieucoördinator Dienst preventie en milieu
[email protected] Afdruk document: 25/05/2012
pagina 5 van 10
Bijlage C: Formulier ‘Besteleisen’ - Preventie en Bescherming op het Werk Ziekenhuis Oost-Limburg 9.8.3.
De luminantie van en/of het contrast tussen de tekens en de achtergrond moeten/moet door de gebruiker
gemakkelijk
kunnen
worden
bijgesteld
en
gemakkelijk
aan
de
omgevingsomstandigheden kunnen worden aangepast. 9.8.4.
Het beeldscherm moet vrij en gemakkelijk verstelbaar en kantelbaar zijn om aan de behoeften van de gebruiker te kunnen worden aangepast.
9.8.5. 9.8.6.
Het beeldscherm moet vrij zijn van glans en spiegelingen die de gebruiker kunnen verhinderen. Het koninklijk besluit van 22 april 2010 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico’s van kunstmatige optische straling op het werk beoogt de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan risico’s van fysische agentia (kunstmatige optische straling). De relevante informatie, m.b.t. dit K.B. ter opmaak van een inventaris, wordt overgemaakt aan de preventieadviseur van de opdrachtgever.
10. Psychosociale belasting, arbeidsbelasting- en organisatie 10.1. Indien de machine, toestel of installatie aanleiding geeft tot een beïnvloeding van de psychosociale belasting, hetzij cognitief ergonomisch, stressverhogend of een mogelijkheid tot RSI of overbelasting kan veroorzaken of een vermoeden tot, dient dit schriftelijk meegedeeld te worden, samen met de preventiemaatregelen. De mogelijke implicaties inzake technische factoren, gedragsbepalende of verstorende factoren als tevens de organisatorische factoren dienen tevens vermeld te worden. 10.2. Bijzondere maatregelen betreffende geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk dienen persoonlijk gemeld te worden aan het hoofd van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (Dhr. Dominic HERMANS, telefoon 089/32.18.61) 11. Arbeidsgezondheid en arbeidsmiddelen 11.1. Adviezen naar interventie en eerste hulp ten gevolge indien het toestel, machine, apparaat of installatie producten en/of agentia aanwezig heeft. 11.2. Afleveren van de MSDS (SDS) of Veiligheidsinstructiekaarten (VIK.) 11.3. Advies in periodieke medische controle (indien van toepassing) t.b.v. de arbeidsgeneesheer. 11.4. K.B. 28/05/2003 en addenda betreffende het gezondheidstoezicht dient gerespecteerd te worden. 11.5. Arbeidsmiddelen: uitvoer cf. Codex Titel VI + addenda 12. Individuele uitrusting 12.1. Uitvoer cf. Codex Titel VII + addenda. 12.2. Restrisico’s schriftelijk te melden aan de dienst preventie en milieu van ZOL. 13. Bijzondere werknemerscategorieën en werksituaties 13.1. Moederschapsbescherming (ziekenhuisomgeving!): Uitvoer cf. Codex Titel VIII, Hoofdstuk 1 13.2. Jongeren op het Werk: Uitvoer cf. Codex Titel VIII, Hoofdstuk 2 13.3. Studenten: Uitvoer cf. Codex Titel VIII, Hoofdstuk 3 13.4. Uitzendarbeid: Uitvoer cf. Codex Titel VIII, Hoofdstuk 4 13.5. Werknemers belast met het manueel hanteren van lasten: zie luik ‘ergonomie’. 13.6. Onthaal, begeleiding en informatie van werknemers (K.B. 25 april 2007), de wet van 4 augustus 1996, K.B. van 27 maart 1998 en addenda dienen alle derden, contractors, aannemers, onderaannemers (niet-limitatieve lijst) zich in regel te stellen met de geldende K.B.’s zodat ZOL als inrichting geen Meer info? Dominic Hermans, preventieadviseur/milieucoördinator Dienst preventie en milieu
[email protected] Afdruk document: 25/05/2012
pagina 6 van 10
Bijlage C: Formulier ‘Besteleisen’ - Preventie en Bescherming op het Werk Ziekenhuis Oost-Limburg verhoogd risico kent door onervaren werknemers, hetzij studenten, stagiairs, interims of andere bijzondere werkgroepen. 14. Asbestinventaris 14.1. Het is op initiatief van de installateur, aannemer, onderaannemer of derde(n) dat de interne ZOLasbestinventaris moet opgevraagd te worden, alsook de interne ZOL-werkprocedure. 15. Voorbereiding der werken, tijdens de werkzaamheden en nazorg. 15.1. Veiligheids- en gezondheidsignalisatie cf. K.B. van 17 juni 1997 + addenda in overleg met de interne preventieadviseur van ZOL. 15.2. Voorzorgsmaatregelen cf. Codex, Titel III, hoofdstuk IV “Bijzondere arbeidsplaatsen”: afdeling IX: Opslag voor ontvlambare vloeistoffen en explosieve werksferen (ATEX). Maatregelen in overleg met de interne preventieadviseur van ZOL. 15.3. De leverancier en/of installateur laat een projectplaatsingsomschrijving aan de ZOL geworden en zal pas ná goedkeuring overgaan tot het installeren van de machine. In deze omschrijving wordt onder meer de planning, de voorzieningen tegen stof, lawaai, trillingen, water en andere mogelijke items tot overlast, in opgenomen. De installateur beschrijft tevens de maatregelen om de HACCP-richtlijn ten alle tijden te respecteren. Ook wordt in de projectomschrijving een post opgenomen om te allen tijde de vluchtwegen te respecteren of, in voortkomend geval, een alternatieve vluchtweg na voorafgaandelijk overleg met de preventieadviseur van het ZOL, te respecteren en te signaliseren. 16. Tijdelijke of Mobiele Bouwplaatsen / uitvoer der werken 16.1. Indien van toepassing dienen de werken uitgevoerd te worden cf. K.B. 25 januari 2001+ addenda. 17. Beveiliging tegen een combinatie van bovenstaande gevaren 18. Risicoanalyse met restrisico’s De risicoanalyse met restrisico’s worden uitgevoerd cf. EN954 en EN1050 en de resultaten ervan worden in schriftelijke vorm afgeleverd aan de preventieadviseur (
[email protected]). Afwijkende risicoanalyses buiten de normen EN954 en EN1050 kunnen mits motivering aanvaard worden. Per domein dienen de restrisico’s aangegeven te worden: elektrisch gevaar, mechanisch gevaar, gevaar verbonden aan overmatige temperatuur of brand, stralingsgevaar, fysisch gevaar, chemisch gevaar, biologisch gevaar, besmettingsgevaar en gevaren door foutieve werking. Deze opsomming is niet-limitatief en moet aangevuld worden met de specifieke gevaren per toestel en/of machine of toepassing. Ook dient de installateur vóór installatie ZOL erop te wijzen wat de restrisico’s of gecumuleerde risico’s zijn die ontstaan door de locatie waar het apparaat, machine, toestel zal geplaatst worden! 19. Advies in de configuratie van de arbeidsplaats 20. Advies type en gebruik PBM's 21. Opleiding 21.1. Te doceren in de Nederlandse taal en het aantal voorziene uren 21.2. Inclusief schriftelijke instructies in hardkopie of digitale vorm 21.3. de VIK (VeiligheidsInstructieKaart) Meer info? Dominic Hermans, preventieadviseur/milieucoördinator Dienst preventie en milieu
[email protected] Afdruk document: 25/05/2012
pagina 7 van 10
Bijlage C: Formulier ‘Besteleisen’ - Preventie en Bescherming op het Werk Ziekenhuis Oost-Limburg 21.4. De Nederlandstalige vertaling van de instructies betreffende de werking, de gebruiksaanwijzing (de omstandigheden waaronder het dient gebruikt te worden, de voorzienbare abnormale situaties), het nazicht en het onderhoud. 22. Documenten: 22.1. Het attest, over de naleving van alle gestelde veiligheidseisen, punt 1 en 2 (artikel 8.2 van het K.B. van 12.08.93). 22.2. Instructies, een schriftelijke handleiding over de werking, schema’s, gebruiksaanwijzing, controle, inspectie, onderhoud en de inlichtingen betreffende de veiligheidstoestellen (artikel 7 van het K.B. van 12.08.93), in het Nederlands, en een service manual dienen deel uit te maken van de levering. 22.3. Alle gebruiks- en waarschuwingszinnen/teksten op het toestel moeten door de leverancier in het Nederlands worden aangebracht. 22.4. Voor machines dient de conformiteits- of CE verklaring volgens art. 10 van K.B. 05/05/1995 toegevoegd 22.5. Vast opgestelde toestellen en installaties moeten door een keuringsorganisme ter plaatse gekeurd worden en dienen afgeleverd te worden met een blanco keuringsattest 22.6. Algemeen blijft het conformiteitsattest in verband met het CE-label volgens Richtlijn 93/68/EEG (PB L 30/8/1993) gelden. 22.7. Alle (M)SDS of veiligheidskaarten van de gebruikte producten dienen digitaal aangeleverd te worden via
[email protected] met verwijzing naar dit dossier. 22.8. Projectplaatsomschrijving (zie punt 15.3) 23. Keuringsorganismen, verslagen en attesten 23.1. Een blanco keuringsverslag dient overgemaakt aan interne preventieadviseur van ZOL. De indienststelling vindt plaats door Controlatom AV. Een blanco indienststellingsverslag hiervan dient overgemaakt aan interne preventieadviseur van ZOL. 23.2. Het Bestuur behoudt zich het voorrecht, het nazicht dienaangaande, door een erkend organisme naar zijn keuze te laten doen. Hiervoor neemt de leverancier contact op met de preventieadviseur via
[email protected] onmiddellijk bij toewijzing/gunning/bestelorder van het dossier. 23.3. De leverancier verbindt zich ertoe aan alle opmerkingen, ingevolge dit nazicht een aangepast gevolg te geven en alle vastgestelde inbreuken op te heffen. 23.4. De kosten voor de keuring(en) die nodig is (zijn) om een rapport zonder opmerkingen af te leveren zijn ten laste van de leverancier. 23.5. De keuringen gebeuren in aanwezigheid van de dienst Preventie en Milieu van ZOL. De leverancier verwittigt de dienst Preventie en Milieu tenminste 5 (vijf) werkdagen op voorhand, wanneer de keuring(en) zal (zullen) plaatsvinden. Dit gebeurt via
[email protected]. 24. Recupelbijdrage - Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparaten 24.1. Voor alle professionele apparaten, inclusief test- en meetapparatuur geldt een administratieve bijdrage bij het op de markt brengen. Deze administratieve bijdrage wordt gebruikt om de rapportering en de administratieve kosten te dekken. De kosten voor het transport en verwerking van de toestellen worden berekend op het moment dat het afgedankt toestel ter verwerking aangeboden wordt. Voor de toestellen met een administratieve bijdrage is een retroactieve aangifte vanaf 1 juli 2005 van kracht.
Meer info? Dominic Hermans, preventieadviseur/milieucoördinator Dienst preventie en milieu
[email protected] Afdruk document: 25/05/2012
pagina 8 van 10
Bijlage C: Formulier ‘Besteleisen’ - Preventie en Bescherming op het Werk Ziekenhuis Oost-Limburg Het betreft hier een informatieve aangifte ; de facturatie van de administratieve bijdrage start vanaf de aangifte van januari 2007. Deze administratieve bijdrage kan niet teruggevorderd worden. 24.2. Sinds 3 januari 2007 biedt Recupel een oplossing voor de meeste professionele (andere dan huishoudelijke) EEA. Productlijsten zie www.recupel.be.
Indien van toepassing zorgt de leverancier voor een bewijs dat overeenkomstig de voorschriften ZOL in regel is met de Recupel bijdrage. Dit is eveneens van toepassing voor Elektrische en Elektronische Apparaten aangekocht buiten Belgisch grondgebied. 25. Milieu 25.1. Alle informatie, gestipuleerd door de Belgische wetgeving, met in het bijzonder de nodige informatie voor de milieucoördinator die nodig zijn om tijdig aanvraag toe vergunning, de melding, aanpassingen
en/of
maatregelen
te
treffen,
worden
tijdig
schriftelijk
overgemaakt
aan
[email protected]. 25.2. Indien van toepassing de relevante informatie omtrent in onderstaande niet-limitatieve lijst: 25.2.1. Energie-dissipatie: De constructeur toont aan dat bij het ontwerp de beginselen van REGR (rationeel Energie Gebruik / Recupatie) werden gehandhaafd. Tevens stuurt de leverancier de energiekaart met de energieklasse mee. 25.2.2. Solventen: MSDS: zie beschikbare te stellen documenten 25.2.3. Afvalstoffen: de leverancier geeft de milieucoördinator van het ZOL de nodige informatie rond afvalverwijdering, inclusief FOST Plus en de informatieplicht VAL-I-PAC 25.2.3.1. Melding organisatie terugnameplicht 25.2.3.2. Informatieplicht IVC 25.2.4. Evaluatie algemeen preventieplan 25.2.4.1. De leverancier informeert de milieucoördinator of het toestel onderhevig is aan een periodiek onderzoek (e.g. persluchtreservoirs, autoclaven, etc.) 26. Annex 26.1. ZOL in hoofde van de algemeen directeur en/of de voorzitter behoudt zich het recht om per dossier, per werkzaamheid of werf in functie van vaststellingen van de dienst preventie en milieu, de administratie, de externe dienst Preventie en Bescherming op het Werk, de externe dienst voor Technische Controle, het Comité Preventie en Bescherming op het Werk, de arbeidsgeneesheer of een ander bevoegd orgaan of instantie, bijkomende voorwaarden te stipuleren indien dit nodig wordt geacht om de veiligheid, preventiebeginselen en het extern én intern milieu te waarborgen. 26.2. Deze lijst is niet limitatief maar geeft een leidraad. De lijst kan altijd aangevuld worden met items die relevant zijn in het kader van welzijn op het werk.
Meer info? Dominic Hermans, preventieadviseur/milieucoördinator Dienst preventie en milieu
[email protected] Afdruk document: 25/05/2012
pagina 9 van 10
Bijlage C: Formulier ‘Besteleisen’ - Preventie en Bescherming op het Werk Ziekenhuis Oost-Limburg
26.2.1.1. Register gevaarlijke producten Deze pagina volledig ingevuld en ondertekend te faxen naar +32 (0) 89 / 79 02
26.2.1.2. Veiligheidsfiches en VIK
T.a.v. het diensthoofd van de aankoopdienst
Betreft dossier: medische beeldvorming - diagnostische röntgentoestellen
(CT – MBV – GSP)
Bovenstaande voorwaarden maken deel uit van de bestelling. Zoniet, zal de levering als onvoldoende bestempeld worden wat aanleiding kan geven tot het niet opstellen van het indienststellingsverslag Naam Preventieadviseur installateur/inschrijver
Naam Arbeidsgeneesheer uitvoerder/installateur/ontwerper van machine, apparaat, toestel of andere goederen
Datum + visum
Datum + visum
De leverancier .............................................. (firmanaam) Adres: ……………………………………………………………………………………. Telefoon:
………………../………………………………..
E-mail: (in drukletters!):
………………………………………………….
Fax:
………………../………………………………..
Stempel leverancier
bevestigt bij deze dat de hierboven gestelde vereisten inzake veiligheid en hygiëne werden nageleefd en alle ten tijde van ondertekening geldende wettelijke vereisten op Belgisch grondgebied nageleefd zijn. Datum : ….. / ….. / 200…. Naam bevoegde : Dhr. / Mevr. ……………………………………………….. (schrappen wat niet past) Handtekening bevoegde : Meer info? Dominic Hermans, preventieadviseur/milieucoördinator Dienst preventie en milieu
[email protected] Afdruk document: 25/05/2012
pagina 10 van 10